Maakt zelf 'n hoestmiddeltje
voor Uw kinderen.
wjOëési
Als we een
feestje
geven
E'
Vrouwen van
Nederland
DONDERDAG 15 FEBRUARI 1940
HAARDE M'S D'AGBE'AD
Het gastvrije gezin
Mijn man en ik hebben gezegd, dat we uit
gaan vanavond, dan komt er tenminste eens geen
bezoek, vertelt de moeder van de drie groote kin
deren, en ze heeft zelf het grootste plezier om de
list die zij heeft uitgedacht om eindelijk eens zon
der den aanloop van de kinderen een avond ge
zellig onder elkaar door te brengen.
Stel u voor. de man werkt den heelen dag. gaat
dus al vroeg de deur uit, en komt pas tegen het
middagmaal weer thuis; wanneer er dan vrijwel
eiken avond gasten zijn voor de volwassen kinde
ren, blijft er geen oogenblikje meer over waarop
men de gebeurtenissen van den dag eens rustig
met elkaar kan bespreken. Zoolang de kinderen
klein zijn en vroeg naar bed gaan. is de avond een
tijd van rust, zoo vaak de ouders dat zelf verkie
zen. Maar zijn de kinderen eenmaal tot „jonge
lui" opgegroeid, gaan ze gelijk met de ouders sla
pen, dan is het wel eens noodig, dat deze met hand
en tand hun persoonlijke vrijheid verdedigen.
Er zijn gezinnen, waar al die jonge gasten tot
zoo'n groote hoeveelheid waren uitgegroeid, dat de
ouders besloten, een of twee avonden per week
niemand meer te ontvangen, teneinde hun persoon
lijke vrijheid intact te houden.
Dit lijkt een vrij tyrannieke maatregel, maar wie
gesteld is op een hecht gezinsverband moet wel
krasse besluiten nemen, teneinde niet het slacht
offer te worden van zijn eigen gastvrijheid.
Die gastvrijheid, daar gaat het in den regel om:
de kinderen weten, dat vader en moeder hun
vrienden en vriendinnen altijd met een vroolijk ge
zicht zullen ontvangen, dat zij gemakkelijk kunnen
inschikken om het de jongelui naar den zin te
maken, en bovendien dat de ouders het prettiger
vinden, dat de aanloop bij hen komt, dan dat hun
eigen kinderen altijd naar anderen gaan. Wie van
hen denkt er echter aan een grens, wie van hen
beseft volledig de intimiteit die tusschen de ouders
moet bestaan en blijven bestaan, wil de geest in
huis blijven zooals zij is en zooals zij door hen
wordt gewaardeerd.
Dit bolwerk moeten vader en moeder zelf ver
dedigen, zij moeten hun rechten laten gelden ten
opzichte van hun eigen en eikaars zieleleven, om
dat het noodig is. dat zij dit zuiver houden, willen
zij elkaar blijven begrijpen en hun kinderen mee
in dien kring betrekken.
Doen zij dit niet. de kinderen doen het zeker
niet, en zoo kan het zijn. dat een gezin altijd voor
iedereen openstaat, waar de best denkbare gast
vrijheid heerscht en waar ieder zich thuis voelt, en
waar, eerst nauw merkbaar, maar later steeds dui
delijker een kloof tusschen de ouders komt, die de
gastvrijheid tenslotte alle waarde zal ontnemen.
Misschien, als de kinderen voor goed de deur uit
zijn, en de aanloop van jonge menschen sterk luwt,
misschien komen vader en moeder dan pas tot de
conclusie dat zij geen contact meer met elkaar
kunnen krijgen, dat zij in de laatste jaren zoo
sterk ieder hun eigen weg zijn gegaan, dat er van
een eenheid tusschen hen geen sprake meer is. En
om dan den weg tot elkaar terug te vinden is een
uiterst moeilijke taak, die alleen kan slagen whn-
neer beiden den vasten wil hebben om het gestelde
doel te bereiken.
Zijn hiermee de kinderen gebaat? Immers niet,
zij zullen wellicht denken: waren vader en moeder
maar wat minder gastvrij geweest, dan was de
band nu steviger. En zoo wordt deze opoffering
van het enge gezinsverband terwille van die kin
deren door hen niet eens gewaardeerd.
Nu is het waar, dal er in menig gezin weinig
verband bestaat, dat de ouders toch al ieder hun
eigen weg gaan, en dat zij, als de kinderen geen
beslag op hun gastvrijheid legden, bijna nooit een
avond rustig thuis zouden zitten.
Maar in menig gezin bestaat het verband nog
wel zoolang de kinderen klein zijn, maar is het
niet sterk genoeg om de aanvallen die de volwas
sen jeugd er op doet, met succes te doorstaan, en
dan is het goed, als de ouders zich dit bewust zijn
en hun recht op een gelukkig gezinsleven verde
digen, dat ook de kinderen ten goede komt.
Gemakkelijk is jlat niet: men haalt de streng
spoedig te stijf aan, waardoor de gastvrijheid in
het gedrang komt, of men geeft teveel toe en loopt
daardoor toch weer het gevaar van een tekort aan
persoonlijke vrijheid. Maar juist in de jaren van
den middelbaren leeftijd, waarin het samenzijn zoo
licht een sleur kan worden, is het goed om zich
duidelijk voor oogen te stellen, wat tot die sleur
kan leiden, en wat men kan doen om ze te voor
komen.
Daarmee is de helft al gewonnen. E. E. J.-P.
WAT ZULLEN WE ETEN!
Vrijwel iedere huisvrouw is er tegenwoordig
van overtuigd, dat zij moet zorgen voor vol-
doende afwisseling in de warme maaltijden.
I Daarvoor zijn immers verschillende redenen: in
i de eerste platas eten de huisgenooten met veel
meer smaak wanneer hen telkens eens iets nieuws
voor gezet wordt, maar bovendien is het ook
voor de gezondheid van buitengewoon veel be
lang. Wij denken dan vooral aan de zouten en
vitaminen. Hiervan bestaan vele soorten,
j Van iedere soort hebben we slechts kleine hoe
veelheden noodig, maar juist omdat er zooveel
soorten zijn en omdat de verschillende voedings
middelen slechts bepaalde soorten bevatten, moe
ten we zorgen, dat we telkens andere voedings
middelen gebruiken om geen tekort aan zouten en
1 vitaminen te krijgen.
Afwisseling in den dagelijkschen warmen maaltijd
j krijgen we door gebruik van verschillende
1 vleeschsoorten, groenten en toespijs.
Het verschil tusschen zomer en winter bestaat
er nu voornamelijk in, dat we 's winters heel
andere groenten gebruiken, 's Zomers is de keus
i zeer groot. We eten dan ook meer rauwe groen
ten, wat vooral voor het gehalte aan vitamine
C van belang is. 's Winters lijkt de keus kleiner
ofschoon we dan toch nog kunnen beschikken
over koolsoorten: witte-, groene-, savoye-, roode-
en boerenkool, spruitjes. Daarnaast appelen, stoof
peren, wortelen, uien. prei. Brusselsch lof. bieten
en de groenten uit het zout waarvan ik nog apart
wil noemen de zuurkool omdat deze in tegen
stelling met de andere groenten uit het zout wel
waarde heeft voor levering van zouten en vita-
I minen
Er is dus eigenlijk wel keuze genoeg. Toch zal
er vooral veel kool gegeten worden. Maar ook
kool kan op vele .manieren klaargemaakt wor
den.
Zoo bereidt u misschien roode kool altijd met
I bessensap of appelen. Geeft u dan voor de ver-
I andering eens appelmoes apart er bij, dat zal
zeker in den smaak vallen.
Witte-, savoye- en groene kool smaken ook uit
stekend wanneer ze „au jus" klaargemaakt wor
den of bijv. als stamppot met kaas. Van dit
laatste gerecht zullen we nog een recept laten
volgen, maar nu u zoo alle wintergroenten eens
op een rijtje hebt zien staan, zal het u. dunkt
mij, weer gemakkelijker vallen, de noodige af
wisseling in de dagehjksche warme maaltijden
aan te brengen.
Savoyekoolstamppot met kaas (4 pers.)
Benoodigdheden: 200 gram belegen kaas 40+
(bijv. Edammer) 2Vfe a 3 K.G. aardappelen. 100
gram vet, 1 savoyekool van pl.m. 1 K.G.
Bereiding: Snijd de kool. wasch ze en zet ze
op met kokend water en zout, zoodat de kool
half onder water staat
Laat ze H uur koken. Doe dan onder in de
pan de geschilde, in vieren gesneden en ge-
wasschen aardappelen, hierop de kool. Zorg. dat
de aardappelen half onder water staan. Laat alles
samen verder gaar koken (pl.m. y2 uur). Stamp
de aardappelen en de kool goed dooreen, voeg
het vet toe en de fijns.. -neden of geraspte kaas er.
laat de stamppot nog ongeveer 10 minuten zacht
jes stoven.
Hoe dekken we in zoo'n ge
val correct onze eettafel
EN correct gedekte eettafel is minstens de
helft van het genot, dat de huisvrouw aan
een feestje beleeft. Hoe we te werk gaan?
Vóór wij de tafel gaan dekken, kijken
wij eerst het menu door om te zien, wat er aan
servies, tafelzilver en glaswerk noodig zal zijn.
Het eerst wordt de tafel, indien wij gebruik maken
van het gangbare tafelgoed, met een moltonkleed
bedekt, dat precies het oppervlak van de tafel moet
hebben en nergens te groot mag zijn, zoodat het
neervalt. Hierover komt het tafellaken en komen
wij hiervan met één exemplaar niet toe, dan ne
men wij eenvoudig meerdere en verdeelen deze zoo
gelijkmatig mogelijk over het tafelvlak, terwijl wij
ze alle in één richting een eindje over elkaar
leggen. Bij het dekken met kleine kleedjes zijn wij
vlugger klaar, daar dit eenvoudig per couvert ge
schiedt, zoodat wij hierbij slechts rekening te hou
den hebben met de verschillende onderdeelen
daarvan.
Het servies komt nu het eerst aan de beurt; dit
begint altijd met één plat bord per persoon, waar
op wij een kanten kleedje kunnen leggen. Indien
het servies groot genoeg is, laten wij dit „onder
bord" gedurende den geheelen maaltijd staan en
plaatsen er steeds de benoodigde andere deelen
op. Laten wij er vooral aan denken, dat iedere
aanzittende de beschikking heeft over minstens 60
c.M. ruimte aan tafel! Het kan de goede stem
ming geheel bederven, wanneer men zich niet pret
tig bewegen kan. Gebruiken wij soepborden, dan
worden deze op een stapeltje naast de huisvrouw
geplaatst, of, bij dienend pessoneel, op buffet of
dressoir. Bouillonkoppen plaatsen wij alle zoo
kort mogelijk vóór het gebruik gevuld en wel op
tafel. Wanneer straks de schalen geplaatst zullen
worden, komen deze, alle in dezelfde richting, of
in ieder geval als een harmonisch geheel, in het
midden der tafel te staan. Ook de motieven op
borden e.d. moeten alle één richting uit wijzen:
monogrammen altijd bovenaan in het midden. De
soepterrein e komt rechts van de stapel borden te
staan.
En nu het grootste struikelblok van heden het
tafelzilver. Toch is de juiste ligging daarvan heel
gemakkelijk te onthouden, wanneer wij maar
steeds bedenken, dat alle deelen in de volgorde dei-
gerechten neergelegd moeten worden, gerekend
van den buitenkant naar het bord toe. Bij een ge
woon menu bijvoorbeeld van soep, vleesch aardap
pelen, groenten, nagerecht en fruit, krijgen wij dus
eerst aan dén buitenkant RECHTS de soepiepel,
naar het bord toe het mes (met de scherpe zijde
naar het bord gekeerd). LINKS van het bord is
het tegenwoordige verblijf van de vork. Voor het
nagerecht en het fruit geldt als goede smaak de
couverts boven het bord te dekken. Wat bij het
gebruik in de linkerhand gehouden zal worden
leggen wij met de steel naar links, hetzelfde geldt
eveneens voor rechts. Eerst pudding en dan fruit,
dan ook bovenaan het eerst de dessertlepel (steel
rechts), daarna de dessertvork (steel links), het
fruitmesje (steeds rechts en scherpe zijde naar
het bord gekeerd), en het fruitvorkje (stel links).
De dienvorken en -lepels worden gedekt naast de
plaatsen rechts van de schalen, waarbij zij behoo-
ren, ook weer keurig één richting uitwijzend, dat
geeft rust aan de tafel. Alle tafelzilver wordt
„open" gedekt, hetgeen wil zeggen dat het met
de bolle zijde op de tafel komt te liggen; men
moet er a.h.w. zóó mee kunnen beginnen, zonder
het eerst om te draaien.
Wie het eerst komt, het eerst maalt; evenzoo
vergaat het het glaswerk! Het wijnglas bij de hors-
d'oeuvre geheel bovenaan rechts, het volgende
meer naar het bord toe, enz. Wij kunnen deze gla
zen schuin naar het bord toe, doch ook in een
rechte lijn in hun volgorde plaatsen. De vinger
kommen krijgen hun plaatsje aan den tegenover-
gestelden kant van het bord, dus boven de vorken:
zij worden tegelijk met het opdienen van het fruit
neergezet.
Gebruiken wij nog messenleggers? Eerlijk gezegd
is het een beetje ouderwetsc'n maar als wij ze ge
bruiken behooren de messen er juist even met
de punt op te rusten.
De servetten? Deze worden schuin of ook wel
recht op de borden gelegd. Aardig staat het, om
ze zoo te vouwen, dat wij drie of vier mooie plooien
er in krijgen. Het kunstig in figuren vouwen dei-
servetten is geheel op den achtergrond geraakt.
Het staat extra feestelijk, wanneer wij er een
kleine corsage opleggen of half inschuiven; dit
wordt ook wel gedaan met soepbroodjes.
De menu's kunnen wij op de servetten leggen,
maar ook boven de borden, evenzoo de plaats
kaartjes. Kandelaars en bloemen moeten gelijkelijk
verdeeld worden en mogen het de aanzittenden niet
lastig maken. Vooral bloemstukken kunenn hin
derlijke obstakels zijn; het is heusch geen pretje
reikhalzend naar de overburen te mo.eten zoeken.
Het wegnemen van gebruikte borden en zilver
geschiedt altijd rechts, het weer plaatsen van
schoon of het bedienen der gasten altijd links.
De grootste voetangels en klemmen hebben wij
nu wel behandeld; in eer dorre systematiek mag
een eetpartijtje toch echter nooit vervallen. Maar
ook hier ligt weer de taak van de huisvrouw, om
dat te voorkomen en alles een soepel en kalm
verloop te laten hebben, zelfs al mocht er weieens
een pijnlijk incidentje ontstaan
Maandag
Koude varkens
fricandeau.
Bieten
Aardappelen
Rijst met krenten.
Dinsdag:
Boerenkoolstamppot
met worst.
Turfjes met bessensap
saus.
Woensdag
Gebakken bloedworst.
Roode kool
Appelmoes
Aardappelen
Drie in de pan.
Donderdag:
Runderlappen
Gedroogde appelen
Aardappelen
Havermoutpap.
Vrijdag:
Gekookte schel visch.
Aardappelen
Winterwortelen
Botersaus
Karnemelksche pap
met grutjes.
Zaterdag:
Bruineboonensoep,
Gebakken grutjes met
stroopsaus.
Jleceptea
Russische vla (4 pers.)
Benoodigdheden: 3 d.l. bessensap, V2 d.l. wa
ter. pl.m. 30 gram aardappelmeel of sago.
Bereiding: Breng de bessensap met het water
en de suiker aan de kook. Week hierin de bitter
koekjes maar zorg, dat ze niet stuk gaan. Leg de
bitterkoekjes daarna in een omgespoelde glazen
schaal, bind het sap met het aangemengde aard
appelmeel en giet het voorzichtig over de bitter
koekjes. Laat het geheel bekoelen. Maak nu een
vanillevla door in 1 l. melk een vanillestokje te
trekken. Roer onderhand één eidooier* met 20
gram maizena en 40 gram suiker tot een glad
de massa. Giet,, wanneer de melk kookt, voor
zichtig een weinig melk bij dit mengsel, meng de
melk er goed door heen en giet het papje dan
onder roeren bij de melk. Laat de vla 3 minuten
doorkoken maar roer er voortdurend in om schif
ten te voorkomen. Verwijder het vanillestokje en
laat de vla bekoelen onder nu en dan roeren
om de vorming van een vel tegen te gaan.
Bedek nu de bessensapmassa met de vanillevla
door eerst voorzichtig langs den rand van de gla-
zenschaal een „dijkje" te leggen en daarna de
ruimte tusschen den „dijk" steeds meer naar 't mid
den toe met de vla op te vullen.
Macaronisoep met saucijsjes.
250 gr. kalfspoulet.
1 L. water.
Zout.
Macaroni.
Een paar worteltjes, wat stukjes bloemkool, een
paar spruitjes.
Saucijsjes.
Trek bouillon van het poulet met wat zout,
kook de gesnipperde worteltjes, de bloemkool en
de spruitjes met de macaroni gaar in de bouillon
en kook ook de vooral kleine sancljsjes mee.
Zorg vooral dat bij het opdoen minstens één
saucijsje in elk bord wordt geschept.
Daadkracht en geestelijk inzicht kun
nen bevruchtend op elkander inwer
ken, als
wij elkaar beter leeren begrijpen!
In een oproep van de actie „Voor de vrouwen
van Finland", die ik las in het Maandblad „Vrouw
en Gemeenschap", trof mij het volgende:
„Iedereen kent het kranige gedrag van de
vrouwen in Finland! In haar eenvoudig grijs cos-
tuum staan 90.000 Finsche Lotta's rustig en on
vermoeibaar op haar post. Zij doen alles wat een
vrouw kan doen om haar land te helpen verdedi
gen, behalve vechten. Zij koken en bakken en zor
gen voor kleeding en onderdak voor het leger en
voor de geëvacueerden, vrouwen, kinderen, babies,
grijsaards en zieken. Zij organiseeren en admini-
streeren, waken tegen luchtgevaar, verzorgen
veldpost en telefoon.
Eén van haar schreef ons: „U vraagt mij om
berichten van de Finsche vrouw. Ik stuur u hier-
Dij een veelzeggende beschrijving van de taak
der Lotta's en ik kan daar nog aan toevoegen dat
wij allen, vrouwen van allerlei politieke en religieu
ze gezindheid, elkaar hebben gevonden in een
zelfden geest van liefde en zelfopoffering. Het is
wonderlijk, zooals de dingen van beteekenis ver
anderen. Wat wij vroeger dachten niet te kunnen
missen: een warm bed. goede kleeren, licht, blijkt
nu bijkomstig te zijn. We slapen in onze kleeren,
het grootste gedeelte van onze woningen is af
gesloten en wij bewegen ons binnen- en buitens
huis in 't stikdonker alsof wij poesen waren. Dat
gaat allemaal vanzelf en natuurlijk, zelfs voor de
meestverwenden onder ons".
We kunnen ons als vrouwen onmiddellijk ver
plaatsen in den geest, die deze Finsche vrouwen
bezielt. Het komt ons niet meer dan natuurlijk
voor dat temidden van een zoo zware dreiging als
waaraan het Finsche volk thans blootstaat, klo
ven worden overbrugd, verschillen wegvallen, en
bovenal: sluimerende goede krachten vrijkomen
en zich ontplooien. En dat de Finsche vrouwen
thans tegenover de geheele wereld een eenheid
vormen, die iedereen bewondering afdwingt. Ja.
we kunnen er ons indenken, al blijft onze dank
bare bewondering voor dit lichtende voorbeeld
van wat vrouwen kunnen tot stand brengen!
Dit voorbeeld geeft ons moed. Het bewijst eens
te meer, dat er inderdaad goede, zeer nuttige
krachten in de moderne vrouw leven. Ook in de
Nederlandsche vrouw en in de vrouwen van an
dere beschaafde landen. Want de krachten, waar
van we thans bij de Finsche vrouw een zoo frap
pante, ontroerende demonstratie zien, zijn vol
strekt niet specifiek Finsch: zij zijn universeel.
Liefde en zelfopoffering, moederlijke zorg. ruim
heid van opvatting, humaniteit, soepelheid, ener
gie en organisatietalent, om maar enkele van die
krachten te noemen, behooren tot het onver
vreemdbaar bezit van de moderne vrouw, hetzij
in meerdere of mindere mate. hetzij in vrijwel
latenten vorm. óf krachtig uitstralend in de we
reld.
Ik behoef me niet af te vragen, of deze krach
ten leven ook in onze vrouwen. Ik weet, dat ze
in ruime mate aanwezig zijn.
En tóchvormen de vrouwen van Nederland
géén eenheid, zooals de vrouwen van Finland dit
thans doen.
Dit komt m.i. niet alléén, doordat de nood hier
nog niet zóó hoog is gestegen, dat alle verschillen
eenvoudig worden weggevaagd! Het komt ook en
vooral door ons verregaand individualisme, dat
maakt, dat we „door de boomen- het bosch niet
zien" of duidelijker gezegd: dat we ons blind sta
rend op het zeer kleine politieke, religieuze of
maatschappelijke groepje, waartoe wijzelf be
hooren. geen oog hebben voor het uitstekende
werk van andere vrouwengroepen. Dit is ontzag
lijk jammer als we denken aan de zware en ver
antwoordelijke taak, die ongetwijfeld in de toe
komst op de Nederlandsche vrouwen zal komen
te rusten. Het is niet alleen „jammer", het is zelfs
beangstigend Want onbekendheid met en gebrek
aan waardeering voor het werk van anderen sluit
een vruchtbare samenwerking ten eenenmale uit.
Als het waar is dat Nederland en België als
„vredeseiland" in de door oorlogsmachten ver
scheurde wereld een bizondere geestelijke taak
hebben te vervullen, dan is het evenzeer waar dat
een belangrijk gedeelte van deze taak voor reke
ning komt van de daadkrachtige, doelbewuste,
verstandig geleide en door Hooger Kracht ge-
inspireerde Nederlandsche vrouw.
Hiervoor is noodig dat wij onze krachten ken
nen en ze niet tegen elkaar, doch met en voor
elkaar gebruiken. Dat we niet weer elkaar om
een woord, een leuze of een etiket „afkraken",
doch moeizaam leeren, schouder aan schouder op
te trekken.
Een ontzaglijk zware taak, die een grootsche,
rijk gezegende taak kan worden!
Er leven ik zei dit hierboven reeds groote
en goede krachten in de vrouwen van Neder
land. Reeds heel lang hebben zij haar minder
waardigheidsgevoel tegenover den man afgelegd
en door haar energie, intelligentie en betrouw
baarheid nemen zij een eervolle plaats in het
maatschappelijk leven in. Zij kunnen mits goed
geleid en voorgelicht, een zelfstandig, nuchter
oordeel ontwikkelen en laten zich niet zoo gauw
beïnvloeden door willekeurige suggesties. De Ne
derlandsche vrouw is bovendien in het algemeen
een echt vrouwelijke vrouw, beschaafd en huise
lijk aangelegd, met een goeden, diep gewortelden
eerbied voor huwelijk en gezinsleven, een bijna
onuitputtelijke belangstelling in vraagstukken
van opvoeding en sociaal werk. Dit globale beeld
is niet tè vleiend, al zijn er natuurlijk uitzonde
ringen!
Eu bovendien en dit acht ik zeer belangrijk
is thans over de geheele linie een verdieping
van het religieus besef bij de Nederlandsche vrou
wen merkbaar. Vele duizenden van ons al of
niet kerkelijk georiënteerd hebben een houding
aangenomen van absolute afhankelijkheid van
God.
Er wordt ontzaglijk veel goed werk gedaan door
onze vrouwen. Al sinds jaar en dag demonstreeren
3ij een groote daadkracht, die o.m. tot uiting
komt in het mooie werk van de jongere feminis
ten, de p 1 attelandsbondenallerlei socialen arbeid.
Al dit bewonderenswaardige werk mist echter
vaak het bezielende geestelijke beginsel en wordt
daardoor juist nu in dezen somberen tijd wel
zéér zwaar beproefd. Ik sprak in den laatsten tijd
verschillende leidende figuren in dit werk en
hoorde sombere klanken als ,,'t is allemaal zóó
ontzettend: als je er over doordacht zou je niets
meer kunnen doen" en „gelukkig kunnen we nog
werken, dat is tenminste afleiding". Om van nóg
somberder uitingen maar niet te spreken.
Voor de energie van deze vrouwen, die haar
ook nu niet begeeft, voor haar liefde, die stand
houdt in de volslagen duisternis, heb ik bewon
dering.
Maar haar taak zou lichter en nóg vruchtbaar
der zijn als zij het uitzicht op een lichtende toe
komst hadden. Ik geloof, dat deze vrouwen nog
té weinig oog hebben voor het streven van al die
vrouwen in Nederland die dit uitzicht wél hebben.
Ik denk om maar eens enkele bewegingen van
de laatste jaren te noemen aan onze krachtige
Vrouwen-Vredesbeweging, aan het werk van den
Vrouwenkruistocht, aan het beginnende werk
van den Oproep tot de vrouwen van Nederland.
Dit alles opent veel wijdere perspectieven.
Het ziet als in een visioen: Nederland, het land
van Huigh de Groot, als daadwerkelijke kracht
tot voorbereiding van een nieuwe wereld, waar
vrede door rechtvaardigheid zal heerschen en het
wil hieraan meewerken door een zuivering van
ieders persoonlijk leven. Indien wij, daadkrach
tige vrouwen, eens een oogenblik ons zouden wil
len bezinnen op en kennis nemen van dezen gees
telijken kant van de zaak. ons werk zou zich veel
krachtiger kunnen ontplooien.
Wanneer wij, intuïtieve vrouwen, die sterk aan
voelen, dat de strijd van onzen tijd een geestelijke
worsteling is, eens met wat meer eerbied konden
staan tegenover alles wat er door vrouwen van
welke richting en overtuiging dan ook wordt
gedaan, ons streven zo.u winnen aan diepte en
practischen zin.
Een samengaan van de Martha's en de Maria's
in Nederland, die nu helaas zoo heel vaak slechts
een schouderophalen voor elkaar over hebben
zou dan geen utopie meer zyn, maar een bezielen
de, levende werkelijkheid.
En daar moet het toch naar toe met de vrou
wen van Nederland: dat zij allen één zijn.
Hebben we voor niets onze Koningin gekregen
met haar open uitzicht op den geestelijken grond
der dingen, met haar uitermate fijne intuïtie voor
de taak van ons land in dezen tijd en met haar
groote bekwaamheid die overal eerbied afdwingt?
Of heeft ook dit gelukkige feit, dat wij Haar onze
Vorstin mogen noemen, ons, juist in dezen tijd.
iets te zeggen?
R. DE RUYTER-v. d. FEER
Veertig! zohder rimpeltjes
Iedere vrouw kan dit ideaal bereiken, met
een beetje intelligentie!
Zooals alle waardevolle dingen in het leven
eischt ook het behoud van een goede huid een be
langrijke mate van intelligentie.
En't is wonderlijk, maar juist deze eigen
schap is betrekkelijk schaars onder de dames die
het allermeest hechten aan een wel verzorgd uiter
lijk. Ik bedoel de échte intelligentie, die er toe
leidt, dat men juist datgene doet wat noodig is.
Ik bedoel dus niet: het besteden van erg veel tijd
en geld aan ons uiterlijk of het tobben er over.
Verzorg uw huid!
Dit beteekent in de eerste plaats: wees rein op
uw huid. Raak uw gezicht niet aan met vuile han
den. Wasch het iederen avond voor 't naar bed
gaan met water en zeep (liefst als 't kan zacht
water; regenwater is het ideaal!)
Houd steeds een pot goede vette cream bij de
hand, waarmee ge uw gezicht niet domweg vol-
smeert, maar die ge alleen gebruikt als uw huid
er behoefte aan heeft. Belangrijk is, dat u de be
hoefte van uw huid leert kennen. Hebt u, zooals
veel vrouwen in onze dagen, een overgevoelige
huid, die op alle stemmingen en weersgesteldhe
den reageert, wees dan geducht op uw hoede.
Een reeks vermoeiende dagen maakt de huid
droog, een verkoudheid meestal weer te vet. Heel
slecht werken lange reizen in stoffige treinen op de
huid; uitstekend is daarentegen een ferm regen
buitje.
Als men dit alles weet en in gedachten houdt,
is het betrekkelijk gemakkelijk, precies te voelen,
wanneer en hoeveel cream moet worden aange
bracht. De cream wordt flink in de huid gewre
ven. die daarna desgewenscht een laagje poeder
krügt.
Opmaak? Ja, maar
Indien u rouge enz. gebruikt, moet u één gulden
regel in 't oog houden en die is: ga er nooit mee
slapen. Wasch uw gezicht iederen avond zorgvuldig
af. Om de opmaak volkomen weg te nemen, kunt
u als volgt te werk gaan: u vermengt een eidooier
met twee dessertlepels olijfolie en klopt het flink
door elkaar. Dit zalfje legt u op 't gezicht en laat
het 4 a 5 minuten intrekken. Daarna afwasschen
met lauw water. De huid is dan volkomen schoon:
ieder spoortje van opmaak is verdwenen!
Het is volstrekt niet waar, dat dames, die zich
opmaken, gauwer oud zouden worden. Wel waar
is het, dat rouge, die dagenlang blijft zitten, de
hpid verstopt en op den dirur verwoest. Grondige
reiniging is dus het a-b-c van goede huidverzor
ging.
Inwendige middelen.
Eveneens overbekend is het feit, dat men geen
goede gladde huid kan hebben zonder een voldoen,
de krachtige bloedsomloop. Loopt u iederen dag
een eindje? Doet u enkele gymnastische oefenin
gen? Haalt u wel eens eenige keeren achter elkaar
diep adem voor een open raam? Dit zijn allemaal
middeltjes, die den bloedsomloop bevorderen en
dus de circulatie door de huid ten goede komen.
Een prachtig middel is bovendien het borstelen
van de huid met een vrij hard borsteltje met zachte
zeep, gevolgd door afwisselend betten met koud en
warm water. Als uw huid na deze bewerking flink
gloeit, hebt u uw plicht gedaan ten opzichte van
de gevreesde rimpeltjes. Ze zullen jaren langer
op zich laten wachten!
Ruim een kwart liter komt U op
drie kwartjes.
H*er is een nieuw recept tegen
hoest, verkoudheid, kinkhoest en
s h m bronchitis, dat onze lezeressen zelf
kunnen klaarmaken. Koop bij Uw
apotheker of drogist een 30 grams-
fleschje Vervus (dubbel geconcen
treerd), dat tegen den vastgestelden prijs van
75 cent verkocht wordt. Vermeng het thuis met
een kwart liter heet water en een eetlepel suiker
of stroop. Goed doorroeren tot het geheel is op
gelost. Dosis voor kinderen van 3 tot 8 Jaar:
een theelepel, voor kinderen van 8 tot 12 jaar:
een dessertlepel, voor volwassenen: een eetlepel.
Na de voornaamste maaltijden en vóór het naar
bed gaan. Dit middeltje is zeer gemakkelijk te
maken en zoo'n flinke flesch medicijn is zeer
voordeelig. Knip dit recept uit en bewaar het
goed.
(Adv. Ingez. Med.)
Hoe we van oud nieuw maken
Wiegendekje van Moeder's versleten
peignoir.
/CD
élJ-J-J-L.C--
s'ïj U
Moeder's gewatteerde peignoir is leelijk aan
het slijten. Wat te doen? Voor poetslappen is hij
toch nog veel te goed!
Weet u wat, we gebruiken deze vrij groote,
heerlijk warme lap als vulling voor een wieg- of
wagendekje voor baby.
Het achterpand, van zoom tot middel, is bijna
recht. Van de voorpanden knippen we zooveel
af als de helft van de lengte van het achter
pand is en naaien er die twee stukken met een
grooten steek op vast. We hebben nu 'n dubbele
laag. We knippen dit aan één kant rond. Van
een fleurig waschbaar lapje maken we een zak,
waar onze vulling precies in past. Aan één kant
laten we de zak open en voorzien hem van
knoopen en knoopsgaten, nog beter van rits
sluiting.
Aan drie kanten naaien we rondom een strook
van hetzelfde goed. Tenslotte trekken we denk
beeldige diagonaallJJnen over de lap en maken
op leder kruispunt een steekje, desgewenscht
voorzien van een knoopje van dezelfde stof om
vulling en overtrek aan elkaar te zetten, zoodat
het niet verschuift.
Moet het dekje eens met de groote schoon
maak gewasschen worden, dan kunnen we dezt
steekjes even losmaken.