Britten kunnen in Finschen
krijgsdienst treden.
De vrijheid van meeningsuiting
Winterwee in Engeland.
DONDERDAG 15 FEBRUARI 194Ö
HAA'REEM'S D'AGBEKD
5
Recruteeringsbureau te
Londen begint zijn arbeid.
Officieel wordt uit Londen medegedeeld,
dat de regeering aan Britsche onderdanen
vergunning heeft gegeven dienst te nemen
bij de Finsche strijdkrachten. Het te Londen
gevestigde recruteeringsbureau mag zich
met de werving bezig houden.
Reuter meldt dat de mededeeling van het be
sluit der Britsche regeering werd gedaan in een
schriftelijk antwoord op de vraag van den af
gevaardigde Piritt, die de aandacht had geves
tigd op de wet van 1870, waaxbij het aan eiken
Britschen onderdaan is verboden dienst te ne
men in de weermacht van een buitenlandsche
mogendheid, welke in oorlogsoperaties is gewik
keld met een bevrienden staat.
In het antwoord wordt gezegd: „Z.M.'s regee
ring heeft de aangelegenheid zorgvuldig overwo
gen in het licht van de resolutie, welke de Assem-
blée van den Volkenbond op 14 December j.l. in
zake de hulpverleening aan Finland heeft aan
genomen. Het zou in haar oog in strijd zijn met
den geest en de termen dezer resolutie .zijn in
dien Britsche onderdanen, die den wensch koes
teren vrijwillig dienst te nemen ten behoeve van
Finland, daarin zouden worden verhinderd door
de bepalingen der Foreign Enlistment Act, te
meer daar deze wet de bevoegdheid biedt tot het
verleenen van dispensaties.
Dienovereenkomstig is vergunning verleend
aan Britsche onderdanen om dienst te ne
men in de Finsche strijdmacht, terwijl even
eens vergunning is verleend tot de vestiging
eener recruteeringsorganisatie te Londen".
De Sovjet-ambassadeur Maiski woonde de
Lagerhuiszitting bij in afwachting van de me
dedeeling.
Voor de Finsche legatie te Londen speelden
zich levendige tooneelen af. Tal van vrijwilli
gers meldden zich aan; onder hen bevonden zich
mannen en vrouwen van middelbaren leeftijd en
ook jonge meisjes.
Uit Finsche bronnen wordt aan United Press
medegedeeld dat tweeduizend Engelschen zich
als vrijwilliger voor Finland hebben opgege
ven. Het recruteeringsbureau bevindt zich in de
nabijheid van de Finsche legatie. Vele vrij
willigers zijn ervaren skiloopers, onder hen be
vinden zich ook oud-officieren die als particu
lieren naar Finland gaan.
Een zegsman van de Finsche legatie zeide dat
deze vrijwilligers deel uit zullen maken van een
internationale divisie. Onder hen bevinden zich
jonge mannen, die door den leeftijdsgrens van ze
ven en twintig jaar geen dienst kunnen nemen
in het Engelsche leger en ouderen. Iemand van
achtenzestig jaar schreef zelfs dat hij nog gaar
ne dienst zou willen nemen. De zegsman zeide
dat de kwestie de# soldij en vergoeding voor uni
formen en transport na overleg met Finland zul
len worden geregeld.
Het is mogelijk dat de vrijwilligers, in verband
met de moeilijkheden der Finsche taal, in een
„Internationale Brigade" zullen worden ver-
eenigd als zij in Finland zijn aangekomen, met
Engelsch sprekende Finsche soldaten als verbin
dingsmilitairen.
Een detachement van 350 vrijwilligers, be
staande uit jonge mannen uit Hongarije, is ten
deele via Joegoslavië, ten deele via Italië te
Londen gearriveerd.
United Press meldt nog dat de Nationale Raad
der Britsche Arbeiderspartij besloten heeft het
rapport, hetwelk is opgesteld door de delegatie,
welke onder leiding van den vakvereenigings-
leider Citrine Finland heeft bezocht, aan de
regeering voor te leggen.
Het rapport dringt aan op het onmiddellijk
zenden van oorlogsmateriaal, speciaal zwaar ge
schut en vliegtuigen. Bovendien is besloten on-
Twee groole schepen tot zinken
gebracht.
De Engelsche „Sultan Star" en de Deensche
„Chastine Maersk".
Mackay-Radio meldt uit New-York, dat het
Britsche s.s. „Sultan Star" (12.306 ton") gister
middag is getorpedeerd en dat de bemanning
het schip verlaat.
De „Sultan Star" is het tweede Blue Star-
schip van het type mailvrachtschip, dat
slachtoffer wordt van den vijand. Het schip
had een bemanning van 70 koppen aan boord.
Het Noorsche Telegraafagentschap deelt
mede dat een Noorsch schip de geheele be
manning van het Deensche schip „Chastine
Maersk" (5177 ton) dat Woensdagochtend op
de Noordzee door een Duitschen onderzeeër
tot zinken werd gebracht, te Aalesund aan
land gebracht heeft. De bemanning telde 30
koppen. De „Chastine Maersk" was met een
lading kunstmest op weg van Marokko naar
Denemarken.
Een Duitsche duikboot is in Wilhelmshaven aan
gekomen met twee overlevenden aan boord van
het Noorsche s.s. „Eika", groot 1503 ton, waarvan
niets vernomen is sinds het buiten Kaap Finisterre
was gezien op 27 Januari aldus een telegram,
dat door de reeders van de „Eika" is ontvangen
van het Noorsche consulaat in Hamburg. De „Eika"
was op weg van Spanje naar Noorwegen met een
lading zout. Het schip had een bemanning van 18
koppen aan boord.
Volgens een draadloos bericht van de reeders te
Oslo heeft een hunner schepen, welks naam niet
bekend gemaakt wordt, vijf opvarenden gered van
het Deensche s.s. „Martin Goldschmidt" buiten de
Noordwestkust van Schotland.
Over den ondergang van het Britsche tankschip
„Britsh Triumph" (8.501 ton) meldt Reuter dat dit
na een ontploffing op de Noordzee gekenterd is.
Van de opvarenden zijn er Woensdagavond 42 in
een haven aan de Oostkust van Engeland aan land
gebracht, terwijl er, naar men gelooft, nog vijf
vermist worden.
De „British Triumph" was twee weken geleden
door een vijandelijk vliegtuig aangevallen.
Leden van de bemanning van het Noorsche
stoomschip „Enid", dat drie weken geleden op de
Noordzee is gezonken, zijn Woensdag in hun va
derland teruggekeerd. Zij verklaren dat hun schip,
dat van Noorwegen op weg was naar Ierland zon
der waarschuwing was getorpedeerd en dat zij zich
in gevaar hebben bevonden nadat zij him schip
met de booten hadden verlaten, daar de duikboot
granaten afvuurde.
Het Duitsche gezantschap te Oslo verklaart
dat in officieele kringen te Berlijn niets bekend
is van een door Duitsch optreden tot zinken
brengen van het Noorsche schip „Senstad", het
Zweedsche schip „Orania" en het beschieten van
opvarenden van het Noorsche vaartuig „Enid",
die zich in de booten hadden begeven.
verwijld een oproep te publiceeren voor het in
zamelen van gelden ten behoeve der Finnen.
Britsche pers juicht het besluit toe.
LONDEN, 15 Februari, (Reuter) De
pers keurt het regeeringsbesluit ten aan
zien van de Britsche vrijwilligers voor Fin
land eenstemmig goed. Zij betoogt, dat het
besluit in overeenstemming met de belofte
aan den Volkenbond en met de Haagsche
conventie is. Men merkt op dat Rusland
Finland niet den oorlog verklaard heeft en
herinnert aan de rol. die de Russen in den
Spaanschen burgeroorlog gespeeld hebben.
De „Times" zegt: „Een hulpleger voor een
klein volk, dat voor zijn vrijheid vecht, zou
zelfs in deze tijden niet volledig zijn zonder een
aanzienlijk contingent Engelschen".
Oe „Daily Telegraph" schrijft: het is de dui
delijke plicht van Engeland en alle vrienden van
de vrijheid Finland allen moreelen en stof fel ij
ken steun te verleenen, welken de wetten toela
ten".
De „Daily Mail" schrijft: .Finland, dat den
strijd der neutralen strijdt, kan een belangrij
ke sterkte in onze eigen verdediging blijken te
zijn".
JAPANSCHE COMMANDANT
RICHT ZICH TOT TSJANG KAI
SJEK.
.Herzie uw houding en sluit vrede".
MET NIEUW GROOT OFFENSIEF GEDREIGD.
Uit Nanning, de vroegere hoofdstad van de pro
vincie Kwangsi wordt gemeld dat de commandant
van het Japansche expeditieleger in Zuid-China
telegrafisch bij Tsjang Kai Sjek en andere Chinee-
sche legerleiders er op heeft aangedrongen, „de
les te' leeren uit de jongste campagne in de pro
vincie Kwangsi en hun houding te herzien en om
vrede te vragen". Zij worden echter gewaarschuwd
dat zij een nog veel heviger tegenaanval moeten
verwachten, indien zij een nieuw offensief tegen
de Japansche strijdkrachten wagen te ondernemen.
Aan het telegram wordt toegevoegd dat de Japan
sche troepen niet voornemens zijn het bezette ge
bied nog uit te breiden.
De Engelsche huiskamer
zonder kolen.
Onze Londensche correspondent schrijft:
DE menschen in Newcastle kunnen geen
steenkool krijgen. Dat is teekenend voor
een onaangenamen toestand. Als wij
spreken van „water naar de zee dragen"
om een aanduiding te geven van overbodigen ar
beid dan spreekt men in Engeland van „steen
kool naar Newcastle" brengen. En nu zijn duizen
den haarden in die kolenstad koud. En als ze
daar koud zijn dan zijn ze het natuurlijk ook in
andere steden. Londen heeft natuurlijk het groot
ste aantal kille kamers. Als men er de afgekoelde
kachelroosters zou kunnen verzamelen zou men
er een ijzeren band mee kunnen leggen om de
gansehe stad. De grootste electrische centrale van
de wereld, die ergens aan de-rivier ligt bij Batter-
sea, heeft haar kolen voorraden zien verdwijnen
als sneeuw voor de zon om den extra stroom te
kunnen leveren voor de .electrische haardjes in
het bezit van de gelukkigen, die op den prijs van
kilowatt-uren niet te zeer behoefden te letten.
Die centrale heeft zoo hard gedraaid dat enkele
voorbijgangers met oogen even scherp als ver
beeldingrijk de muren er van hebben zien gloeien.
De overheid heeft het noodig gevonden de ge
dupeerde menschen met nadruk te vertellen dat
er geen sprake is van kolenschaarschte in het
land. Het tijdelijk ongerief werd veroorzaakt door
de sneeuw en de vorst, die transport in al zijn
vormen vrijwel onmogelijk hadden gemaakt. Dat
had men waarschijnlijk ook zonder de voorlich
ting van de instanties wel al begrepen. En troost
lag er overigens niet in. Met wat voorzorg had de
toestand niet zoo ongelukkig behoeven te worden.
De voorraden van de kolenleveranciers in Londen
moeten voor den tijd van het jaar en voor de
mogelijkheden van het barre jaargetij buitenge
woon klein zijn geweest. Toen de felle kou intrad
waren de meeste kolenhokken in zes tot tien da
gen leeg. Maar toen was aanvulling binnen een
jaar dagen al volstrekt uitgesloten. Mijn eigen
leverancier had geen kooltje meer in voorraad
toen ik een bestelling wilde doen. De bestelling
werd opgeteekend en is, nu drie weken later, nog
niet bezorgd. De cokes voor den „boiler" in het
keukentje heeft ons door de Siberische kou heen
jeholpen. Maar een nauwe keuken is geen ge
riefelijke woonkamer voor een gezin.
Een vriend van mij, die tandarts is, heeft voor
het eerst sedert hij dit beroep heeft uitgeoefend
vurig verlangd dat er geen patiënten zouden ko
men aanbellen. Al de warmte in zijn huis was ge
concentreerd in de wachtkamer voor die patiën
ten. Daar had hij een electrisch haardje. Er kwa
men patiënten. Mijn vriend heeft een goede
praktijk. En als er een patiënt kwam moest de fa
milie haastig de wachtkamer, waar de warmte
was. verlaten en bibberen totdat een tand ge
stopt of getrokken was.
Evenals bij u moeten in Engeland de kachels
branden tot een flink eind in de lente. De be-
bestellingen bij de Londensche kolenhandelaren
hebben zich echter zoo hoog opgestapeld dat men
als ge heden bestelt, levering belooft over 14
dagen.
DE regeering, die een paar maanden geleden
wat voorbarig de rantsoeneering van steen
kool had opgeheven, heeft ze in de barre weken
die wij achter den rug hebben, opnieuw en in
anderen vorm ingesteld. Men kan niet meer dan
4 mud tegelijk krijgen. In het begin van de week
kan het publiek nog geen kopje vol machtig
worden. Terwijl de menschen van Londen zich
behielpen met petroleumkacheltjes of om 't gas
fornuis in de .scullery" (kook- en waschhuis)
zaten, waren er op emplacementen der spoor
wegstations duizenden tonnen steenkool over de
ontdooide rails aangekomen. Van de emplacemen
ten naar de opslagplaatsen der handelaren is
klaarblijkelijk meer dan een pas. En het Lon-
densch publiek zal nog wel tien tot veertien
dagen moeten wachten, als het niet reeds lang
geleden besteld heeft, op zijn vier mud per hoofd
per keer.
A. K. VAN R.
DUITSCHE SCHEPEN AAN DE
BRITSCHE WAAKZAAMHEID
ONTSNAPT.
Churchill geeft antivoord op vragen.
Shinwell heeft in het Lagerhuis aan den Brit
schen minister van marine gevraagd uit te leg
gen hoe het mogelijk was dat vijf vijandelijke
schepen, welke te Rotterdam een lading aan
boord hadden genomen,, hadden kunnen ont
snappen.
Churchill antwoordde hierop dat hij zich er
van bewust is, dat de kustlijnen van Nederland
en Duitschland aan elkander grenzen. Het is
geen gebrek aan ijver of inzicht, waardoor vijan
delijke schepen tot nu toe aan beslag of ver
nietiging zijn ontkomen.
Shinwell vroeg hierna of Churchill wist dat
begin Januari te Rotterdam vijf Duitsche schepen
waren geweest en dat zich thans nog slechts
een schip in die haven bevindt. Deze schepen
vervoeren Duitsche steenkolen naar Noorsche en
Zweedsche haven en keeren met ijzererts terug.
Churchill antwoordde dat dit geheele vraag
stuk voortdurend wordt bestudeerd door de
vlootautoriteiten. „Ik geloof dat niemand van
ons zou verwachten dat wij een scherpe controle
of'blokkade handhaven bij de Duitsche kust met
het oog op de enorme ontwikkeling sedert den
laatsten oorlog van de luchtmacht in de kust-
bases".
In antwoord op de vraag „of hij met het oog
op het vermoorden van ongewapende zeelieden
door Duitsche vliegers zou willen overwegen op
te houden schepen te zenden om deze Duitsche
vliegers op te pikken wanneer hun vliegtuigen
op zee omlaag zijn geschoten", zeide Chamber
lain:
Gewone instincten van menschelijkheid ver-
eischen de redding op zee van mannen, indien
zij door Britsche schepen tijdens hun dienst
worden opgemerkt". Hetzelfde gold. naar Chur
chill hieraan toevoegde, het uitzenden van
schepen om hulp te verleenen.
Grigg verwacht een tweede phase in
den oorlog.
Vier dingen noodzakelijk geoordeeld voor
overwinning der geallieerden.
De parlementaire secretaris van het Engelsche
ministerie van voorlichting, Sir Edward Grigg.
heeft in een rede te Altrincham in Cheshire ge
zegd dat spoedig een tweede phase van den oor
log zal beginnen. Ten aanzien van de strategische
mogelijkheden zeide Grigg dat -het mogelijk is
dat Duitschland een groot offensief op touw zal
zetten en indien dit zoo is, dan zal het Britsche
volk toonen wat het kan, evenals het vroeger
heeft gedaan. Duitschland heeft het voordeel dat
het langer tijd heeft gehad zich voor te bereiden
en zijn munitievoorraad is zeker zeer groot. Het
zou van groote beteekenis zijn. wanneer de zorg
vuldig voorbereide hevige slag zou mislukken.
Grigg zeide verder dat indien de militaire
macht van Duitschland niet wordt vernietigd
er geen toekomst voor Europa en Engeland be
staat, doch alleen achteruitgang en duisternis.
Om te overwinnen heeft Engeland vier dingen
noodig:
Ten eerste: een snelle uitbreiding van de strijd
macht, welke reeds zeer groot is.
Ten tweede: een groote toename van de muni
tie-productie.
Ten derde: een sterken nationalen financieelen
toestand.
Ten vierde: een levendige uitvoerhandel.
Hoe die In Engeland gehandhaafd wordt Prof. Carr's
openhartige boek. Onze correspondent wordt uit-
genoodlgd Engeland „niet te ontzien" in zijn radio-voor
dracht over het neutrale standpunt. De taal van een
communistisch blad.
Zware sneuewstormen in de
Ver. Staten.
Verkeer voor een groot deel stilgelegd.
De zwaarste sneeuwstormen sedert tientallen
jaren hebben heden gewoed in de Atlantische
Staten, meldt het D.N.B. uit New-York. Zij legden
bijna alle verkeer van schepen, vliegtuigen en
spoorwegen stil. Duizenden auto's strandden in de
meters hoog opgewaaide sneeuw op de landwegen,
talrijke personen worden vermist. In de stad New-
York alleen reeds zijn verscheidene hpnderden
voetgangers gewond. In Pennsylvanië heeft een
zware sneeuwstorm gewoed, de zwaarste sinds 38
jaar. Binnen enkele uren was Pittsburgh bedekt
met een sneeuwlaag van een halven meter. In de
staten New-England en New-York woei de sneeuw
op sommige plaatsen tot een dikte van zeven me
ter op. In Ohio moesten de steenkoolmijnen geslo
ten worden. In de streek tusschen Maine en Vir
ginia zijn alle plattelandscholen gesloten.
Dr. Ch. W. F. Winckel weer in het
land terug.
Finland heeft geen gebrek aan ambulance
auto's.
AMSTERDAM. 14 Februari. Met het Zweed
sche Douglas-vliegtuig is Woensdagmiddag te
kwart over twee op Schiphol teruggekeerd dr.
Ch. W. F. Winckel, lid van het dageiijksch be
stuur van het Nederlandsche Roode Kruis, die
een bezoek van een week aan Finland heeft ge
bracht, om daar de mogelijkheden te bestudeeren
voor een door het Nederlandsche Roode Kruis
uit te zenden ambulance.
Zooals men weet, was dr. Winckel leider van
de Nederlandsche Roode Kruis-expeditie in
Abessynië. tijdens den Italiaansch-Abessijnschen
oorlog, doch hij verzekerde ons, dat hij ditmaal
niet aan de thans uit te rusten expeditie zal
deelnemen. Tijdens zijn afwezigheid was het
evenwel vast komen te staan, dat het Neder
landsche Roode Kruis een volledig uitgeruste
ambulance naar Finland zal zenden.
De ambulance zal waren ondergebracht in
een bestaand ziekenhuis te Noorden van het La-
dogameer, dat bij het uitbreken van de vijande
lijkheden geëvacueerd is.
De autillage zal zooveel mogelijk in Neder
land verzorgd worden en slechts die onder
deden. welke hier niet te krijgen zijn, of die
moeilijk van Nederland naar Scandinavië ver
zonden kunnen worden, zal men in Zweden
aanschaffen.
Er werken op het oogenblik in Rinlanö reeds
vier buitenlandsche ambulances namelijk twee
Zweedsche, een Noorsche en een Deensche.
De Franschen en Engelschen hebben vrij
groote aantallen ambulance-auto's naar Fin
land gezonden. Een der nieuwste aanwinsten op
dit gebied zijn 25-prachtig uitgeruste ambulance
auto's van de Quakers, waarbij 50 chauffeurs en
chauffeuses zijn meegekomen. Men heeft dan
ook niet direct behoefte aan verdere ambulance
auto's en de Nederlandsche ambulance zal daar
voor dan ook niet behoeven te zorgen.
Gedurende de eene week, dat dr. Winckel in
Finland was. heeft hij geen enkel luchtalarm
meegemaakt. Wel was, des nachts voordat hij
in Abo aankwam, deze stad zwaar gebombar
deerd, waardoor vijftig huizen verwoest waren.
Van alle kanten verzekerde men hem, dat het
gedrag van de bevolking ook onder de zwaarste
bombardementen, voorbeeldig was. De vrouwen
namen haar breiwerk voor de soldaten mee naar
de schuilkelders en gingen daar rustig verder.
Hoe de oorlog zal afloopen, kan men niet zeg
gen, maar de bevolking ondergaat hem met een
grimmige verbetenheid.
Onze Londensche correspondent schrijft:
Het gebeurt niet vaak dat Engeland's kalme, za
kelijke premier zich een grapje veroorlooft. Maar
de uitzondering bevestigt den regel en zoo heeft
ook Chamberlain onlangs een typisch droge
tigheid gedebiteerd waar heel Engeland geweldig
veel plezier aan heeft gehad. Het was op een of
ficieel noenmaal in het midden van de vorige week.
Hitler had twee dagen eerder aan alle kanten
beschermd door zijn tot aan de tanden gewapende
stormtroepers de rede gehouden die voor alle
veiligheid eerst een paar uur van te voren officieel
was aangekondigd. Twee dagen later was het de
beurt van Chamberlain. Hij zou spreken op een
lunch die relds weken van te voren was gearran
geerd. Na zijn gebruikelijke ochtendwandelinge
tje in St. James Park, waar iedereen hem eiken
ochtend in gezelschap van zijn ec'ntgenoote plus op
discreten afstand één, zegge en schrijve 1, meneer
met dophoed kan aantreffen, begaf hij zich in zijn
auto naar het groote hotel in Park Lane, waar de
maaltijd gehouden zou worden. Hij werkte zich
door het gedrang bij de vestiaire heen, nam zijn
plaats aan tafel in, verorberde, laten wij hopen,
met smaak een stevige lunch en stond daarna op
om zijn rede met de volgende woorden te begin
nen. „Het is mij een groot genoegen aanwezig te
kunnen zijn op dezen maaltijd en te kunnen con-
stateeren dat gij het niet noodig hebt geacht den
tijd en plaats voor het publiek geheim te houden".
Toen moest hij verschillende seconden zwijgen tot
het daverend gelach, waarmee zijn gehoor deze
woorden had begroet, tot bedaren was gekomen.
Waarom dit gelach? Niet omdat Chamberlain's toe
speling op het verschil tusschen de omstandighe
den waaronder hij sprak en die waaronder Hitier
zijn rede had gehouden, zoo bijzonder geestig was
maar omdat hij een zeer gevoelige snaar in het
Engelsche hart aanraakte; trots, gerechts trots op
een samenleving waarin het mogelijk is dat een
man met een handje helpers zeer groote bevoegd
heden uitoefent en toch in den waren zin des
woords de dienaar van zijn volk blijft een primus
inter pares, trots op een politiek stelsel waar het
geweld uit gebannen is, trots op het onderling
vertrouwen en respect tusschen het vrije volk van
Engeland en zijn gekozen vertegenwoordigers,
kortom trots op de democratie.
Het moet dan ook erkend worden dat er reden
voor dien trots is. Want nooit is het zoo duidelijk
gebleken als in de eerste maanden van dezen
nieuwen oorlog dat het woord democratie in En
geland geen leeg woord is. Het lijkt op het eerste
gezicht paradoxaal. Er is hier immers van demo
cratie in den zin van parlementaire Regeering wei
nig meer overgebleven. De partijstrijd is voor den
duur van den oorlog opgeschort, verkiezingen zijn
afgelast en het groepje mannen in het kabinet is
schier almachtig. Daarbij komt nog dat deze man
nen, op een heel enkele uitzondering na, allen uit
de zoogenaamde betere standen komen en dat er
zoodoende van een representatieve vblksregee-
ring geen sprake is. Halifax, Churchill, Stanley,
Hoare, het zijn een voor een vertegenwoordigers
van het rijke aristocratische Engeland en zoo is
het ook met hun collega's op minder belangrijke
posten. Wat blijft er dan nog over van die demo
cratie, waar de Engelschman zoo trotsch op is?
Alles. Want democratie beteekent voor den En
gelschman niet volkssouvereiniteit, actieve deelne
ming van de massa aan het werk van regeering
(„government by the people, of the people and for
the people") maar ->in de eerste plaats burgerlijke
vrijheid, de vrijheid mr. Chamberlain t;e critisee-
ren waardoor het onnoodig wordt hem met revol
vers te belagen, vrijheid van gedachte, vrijheid van
geweten, de geestelijke vrijheid die een eerste ver-
eischte is voor menschelijke waardigheid en ver
antwoordelijkheid. Nu is het een feit dat de demo
cratie in dezen zin van geestelijke vrijheid door
den oorlog nog in het geheel niet is aangetast en
integendeel blijk geeft van een gezonde levens
kracht, die voor den Engelschman inderdaad een
reden mag zijn tot gerechten trots.
Ik heb in een vorig artikel reeds gewezen op de
onvervaarde wijze, waarin er ook in oorlogstijd door
de pers wordt geschreven over alle brandende vraag
stukken van den dag, hoe deze pers een gezonde cri-
tiek levert op de besluiten van de Regeering, mis
standen blootlegt en de Regeering, al haar almacht
ten spijt, dwingt met de gevoelens en de meeningen
van den vrijen burger rekening te houden. Laat ik
nu nog op een paar heel andere openbaringen van
Engeland's diepgewortelden vrijheidszin de aandacht
mogen vestigen. Daar is ten eerste het werkelijk
treffende geval van Professor Carr. Professor Carr.
die twintig jaar in het Foreign Officie werkzaam is
geweest, heeft in de eerste maand van den oorlog
een brilliant boek gepubliceerd, waarin hij op de
meest meedoogenlooze wijze huishoudt onder tal van
geliefde Engelsche illusies en thorieën betreffende de
moraliteit van Engeland's buitenlandsche politiek.
Een citaat uit dit scherpe, eerlijke boek moge vol
staan om de strekking van Carr's gedachten te il-
lustreeren: „Het is een open vraag of de staatslie
den en de publicisten van de verzadigde mogendhe
den, die een nieuwe internationale moraal hebben
trachten op te bouwen op de basis van het recht
van de bezittenden en deze moraal gelijk stellen met
„veiligheid, recht en orde" en al die andere welbe
kende leuzen van geprivilegieerde groepen, niet
precies evenveel verantwoordelijkheid voor de in
ternationale ramp dragen als de staatslieden en de
schrijvers van de onverzadigde mogendheden, die
de zoo geconstrueerde moraal als een onverdrage-
lijke humbug verwerpen." Wat nu zoo merkwaar
dig is, is niet dat dit harfie boek door de Engelsche
pers voortreffelijk is ontvangen, maar dat de man
die in oorlogstijd zoo verbluffend-eerlijk over zijn
land durft schrijven niemand minder is dande
Engelsche Goebbels, het hoofd van het departement
voor buitenlandsche propaganda, zooals wij het zou
den noemen. Kan men een treffender bewijs ver
langen, dat de vrijheid van de gedachte in Engeland
hoog wordt gehouden?
Of neem dit weer heel andere geval. Mij werd on
langs gevraagd voor de Engelsche radio het een en
ander te vertellen over de houding van den gemid
delden Nederlander tegenover den oorlog. Ik aar
zelde en waarschuwde dat ik, als ik de uitnoodigïng
aannam, niet alleen vleiende dingen voor Engeland
zou kunnen zeggen, dat niet alle Nederlanders En
geland's oorlog als een „kruistocht" zien, dat kleine
landen en derhalve ook Nederland altijd eenigszins
wantrouwig tegenover al hun groote buurstaten
staan, Engeland incluis, dat men het bij ons niet
zonder meer eens is met de Engelsche opvatting van
het internationale recht en meer van deze dingen.
Maar ik had mij de moeite kunnen besparen. Want
in plaats van zich door mijn waarschuwing te laten
afschrikken, drong men er juist op aan dat ik zoo
eerlijk mogelijk moest zijn, dat ik Engeland niet
moest ontzien maar integendeel net zooveel onvrien
delijke dingen moest zeggen als door de feiten ge
wettigd werd. „Hoe openhartiger U spreekt," zoo
verzekerde men mij, „hoe liever het ons is". Ook dat
treft mij als een merkwaardig bewijs van den ge
zonden geest, die hier nog heerscht. Dat blijkt trou
wens ook uit het feit, dat luisteren naar de Duitsche
radio hier eerder aangemoedigd dan tegengegaan
wordt. Zoo geeft de Times bijvoorbeeld eiken dag de
uren waarop men op den befaamden Lord Haw Haw,
den Duitschen omroeper die berichten in 't Engelsch
geeft, kan inschakelen. Wil men nog een ander voor
beeld, dan hoeft men slechts een exemplaar van het
communistische blad de Daily Worker te koopen.
Eiken dag zijn daar passages in aan te treffen, die
bedenkelijk veel op hoogverraad lijken maar niet
temin ongestoord kunnen worden afgedrukt. Zoo
schreef dit blad, dat verleden zomer luidkeels om
oorlog tegen het Nazi-gevaar schreeuwde en sinds
het Duitsch-Russisch bondgenootschap radicaal is
omgedraaid, dat „de Chamberlains, de Stanleys en
de Hoares met hun waanzinnige jacht naar macht
en winst het Britsche volk in een wreeden, onreeht-
vaardigen en onnoodigen oorlog hebben gestort" en
op een andere plaats dat „de Anglo-Fransche plan
nen, om den oorlog tot Nederland en België uit te
breiden op ernstige moeilijkheden zijn gestuit".
Waarlijk, men zal moeten erkennen dat de vrijheid
van meeningsuiting in een land. waar men midden
in een oorlog zulke dingen kan schrijven, geen leege
phrase is.
(Nadruk verboden.)
Brand op liet goederenrniplaeement
te Amersfoort.
In den afgeloopen nacht heeft op het stations
emplacement te Amersfoort een brand gewoed,
welke vrij groote schade heeft aangericht. Op het
terrein was Woensdagavond een tankwagen gebar
sten, waardoor groote hoeveelheden petroleum
waren weggevloeid. Bij het rangeeren met z.g.
sloffen, zijn vannacht omstreeks half drie vonken
in aanraking gekomen met de petroleum, waar
door vier goederenwagens in brand geraakten.
Twee daarvan konden naar een pomp worden ge
reden, waarna het vuur spoedig was gedoofd, doch
de andere twee wagens geladen met maismeel
gingen geheel in de vlammen op.
Het goederenverkeer en het rangeeren onder
vond door dezen brand geen vertraging.
BRITSCH-INDISCHE ZEELIEDEN UIT
DUITSCHE GEVANGENSCHAP ONTSLAGEN.
Woensdagavond om half acht arriveerde aan het
station te Oldenzaal een extra-trein uit Duitsch
land met 283 Britsch-Indische zeelieden, die kor
ten of langeren tijd in Duitsche gevangenschap
hadden doorgebracht. In de wachtkamer derde
klasse werden allen van voedsel voorzien.
Met een anderen extra-trein werd daarna de
reis, onder leiding van twaalf rijksveldwachters,
naar Rotterdam voortgezet.
PROGRAMMA
VRIJDAG 16 FEBRUARI
HILVERSUM I, 1875 en 414,4 M.
8.00 VARA 10.— VPRO 10.20 VARA
12.— AVRO 4.— VARA 7.30 VPRO.
9.— VARA 10.40 VPRO 11.00—12.00
VARA.
8.Berichten ANP, gram. muz. 10.Morgenwij
ding. 10.20 Gram. muz. 10.40 Declamatie 11.Zang,
piano en gramofoonmuziek. 11.30 Gramofoonmuziek
12.De Palladians 12.45 Berichten ANP. gramo
foonmuziek 1.AVRO-Amusementsorkest 2.Voor
de huisvrouw 2.10 Disco-causerie. 3.Viool en
piano. 3.304.00 AVRO-Dansorkest 4.05 Gramofoon
muziek (met toelichting) 4.30 Gramofoonmuziek
5.Voor de kinderen, 5.30 Gramofoonmuziek 6.
De Ramblers 6.30 Letterkundig overzicht. 6.50 Zang
en piano. 7.Cyclus „De grondslagen van het De
mocratisch Socialisme". 7.18 Berichten ANP. 7.30
Berichten 7.35 Voor de jeugd. 8.Pianovoordracht
8.30 Cyclus „Verworvenheden, die niet verloren mo
gen gaan". 9.Radiotooneel 9.25 Rosian-orkest.
10.VARA-Maandrevue. 10.40 Avondwijding 11.
Berichten ANP. 11.10 Jazzmuziek (gr.pl.) 11.40
12.00 Viool en piano.
HILVERSUM II. 301.5 M.
Algemeen programma, verzorgd door
de KRO.
8.Berichten ANP. 8.059.15 en 10.— Gramo
foonmuziek. 11.30 Bijbelsche causerie 12.— Berich
ten 12.15 Gramofoonmuziek 12.45 Berichten ANP en
gramofoonmuziek 1.10 Paul Godwin en zijn solis
tenensemble. (1.301.40 Gramofoonmuziek) 2.
Orgelconcert en zang. 3.Pianovoordracht (3.15
3.30 Gramofoonmuziek). 3.45 Gramofoonmuziek 5.30
Paul Wijnappel's strijkensemble. 6.00 Zang met
pianobegeleiding. 6.20 Paul Wijnappel's strijkensem
ble. 6.40 Causerie „Nederlandsche arbeiders in het
buitenland". 7.Berichten 7.15 Causerie „Zelfstan-
digheidspolitiek". 7.35 Gramofoonmuziek. 8.Be
richten ANP. 8,15 Rotterdamsch Philharmonisch or
kest en solist. 9.15 Reportage. 9.45 Rotterdamsch
Philharmonisch orkest. 10.20 Gramofoonmuziek
10.30 Berichten ANP 10.4012.00 Gramofoonmuziek.
ENGELAND. 391 en 449 M. (Na 6.20 ook 342 M.)
12.20 Militair orkest 1.05 Causerie „German Ex
ports". 1.20 Berichten. 1.30—2.20 Het Norbert-Weth-
mar-pianokwintet. 3.20 Gramofoonmuziek. 3.50 Ra
diotooneel 4.20 Vocaal concert 4.50 Jack Hvlton en
zijn Band. 5.20 Kinderhaliuur 5.50 BBC-Schotsche
zangers. 6.20 Berichten 6.35 Actueel programma 7.05
„The Cavendish Three". 7.20 Mededeelingen 7.40
Pianovoordracht 8.— Causerie „A Christian looks at
the world" 8.20 Reportage 8.50 BBC-Radiotooneel
10.50 Variété 11.50 BBC-Orkest 12.05 Orgelspel 12.20
Berichten.
RADIO-PARIS, 1648 M.
12.05 Pianovoordracht 12.20 Orkestconcert 1.05
Viool en cembalo 1.35 Zang 2.— Gramofoonmuziek
2.05 en 2.30 Cellovoordracht 3.20 Orgelconcert. 3.50
Radiotooneel 4.50 Zang. 5.20 Chansons 5.35 Het Loe-
wenguth-kwartet 6.35 Piano en zang (met toelich
ting) 7.20 Orkestconcert 7.50 Radiotooneel 9.05
Tweede deel van de opera „Boris Godounow", 10.35
Cellovoordracht. 11.05 Chansons 11.20 en 12.05—
12.50 Nachtconcert.
KEULEN, 456 M.
5.50 Gramofoonmuziek 7.408.50 Militair orkest
9.309.50 Zang en piano. 10.50 Gramofoonmuziek
11.20 Concert 12.20 Omroep-Amusementsorkest. 1.15
Muzikaal tusschenspel 1.35 Populair concert 2.20
Zang, 2.45 Leo Eysoldt's orkest. 3.20 Omroeporkest
en -koor en solist. 4.30 Leo Eysoldt's kleinorkest en
solisten. 5.45 Folkloristisch programma 6.05 Gramo
foonmuziek 6.50 Concert. 7.35 Gramofoonmuziek.
9.50 tot sluiting: Zie Deutschlandsender.
BRUSSEL 322 M.
12.20 Gramofoonmuziek 12.50 en 1.30 Omroepor
kest. 1.502.20 en 5.55 Gramofoonmuziek 6.05 Om
roeporkest 7.20 Gramofoonmuziek 8.20 Voor de sol
daten. 8.50 Radiotooneel met muziek 9.35 Piano
voordracht. 10.05 en 10.30—11.20 Gramofoonmuziek.
BRUSSEL 484 M.
12.20 Gramofoonmuziek 12.50 en 1.30 Omroep-
dansorkest 1.502.20 en 5.20 Gramofoonmuziek 6 35
Dansmuziek (gr.pl.) 8.20 Voor soldaten 8.50 Gramo
foonmuziek 9.20 Omroepsyraphonie-orkest 10.30—
11.20 Omroepdansorkest