Noorsche regeering acht de
Engelsche verwijten ongegrond.
De Engelschman voelt zich weer veilig
D IN S n A r t? F. B*R ÜART 1940
HA'ARtEM'S DAGBE'AD
5
Min. Koht over het gebeurde met de „Altmark'
De Noorsche minister van buitenlandsche
ken. Koht, heeft in het Storting een verklaring
afgelegd, waarin hij zeide dat Britsche oorlogs
schepen in het geval van de „Altmark" de Noor
sche neutraliteit op grove wijze hebben ge
schonden. De „Altmark" was een „Reichsdienst-
schiff" en had voor de Duitsche marine gevaren.
Bijgevolg diende zij overeenkomstig het inter
nationale recht als een oorlogsschip te worden
beschouwd.
De Noorsche minister van buitenlandsche
zaken Koht.
Het schip kwam op 14 Februari ter hoogte van
I de Trondheimsfjord in de Noorsche territoriale
wateren en werd denzelfden dag aangehouden
i door een Noorsche torpedoboot, welks comman
dant verzocht het schip te onderzoeken, hetgeen
de kapitein van de „Altmark" toestond. Oorlogs
schepen zijn niet verplicht zich aan een inspectie
te onderwerpen en de vertegenwoordiger van de
Noorsche marine had alleen het recht vast te
stellen of het schip inderdaad was, wat de kapi
tein beweerde dat het was. De Noorsche officier
vex'gewiste zich zelf Meiwan door de scheeps
papieren in te zien. Hem werd medegedeeld dat
de „Altmark" met luchtafweerkanonnen was
uitgerust.
De commandant van het marinestation
Bergen geloofde evenwel niet dat hij volledig
I was ingelicht en daarom werd de „Altmark"
I op ongeveer 100 mijl ten noorden van Ber
gen den 15den Februari tegemoet gevaren
door een ander Noorsch oorlogsschip, dat het
recht eischte, haar te doorzoeken. Doch de
kapitein weigerde en zooals ik reeds eerder
zeide, was hij daartoe wettelijk volkomen ge
rechtigd, zoodat de eisch werd ingetrokken.
Toen bleek dat de „Altmark" gebruik maakte
van haar radio, werd haar medegedeeld dat zij
daartoe niet gerechtigd was, waarop idle kapitein
zijn verontschuldigingen aanbood.
Op 16 Februari bevond de „Altmark" zich ter
I hoogte van Jaeren, toen vernomen werd dat 'zich
Britsche vliegtuigen in de buurt bevonden. Wij
wisten niet precies of zij zich binnen de terri
toriale wateren bevonden of niet.
Zonder twijfel kenden de Emgelschen de voor
afgaande geschiedenis van de „Altmark", ter
wijl wij niet wisten, dat zich Britsche gevan
genen aan boord bevonden.
Koht deed vervolgens het relaas van het ge-
J vecht in de Jösingfjord, waarbij hij zeide dat de
Engelsche oorlogsschepen zich na het Noorsche
protest eerst teruggetrokken hebben, doch, nadat
zij van de Britsche regeering instructies hadden
ontvangen terug kwamen, waarna een Britsche
bemanning zich aan boord van de „Altmark" be
gaf en hêt gevecht begon. De Duitsc-hers gaven
zich spoedig gewonnen. Zeven hunner werden ge
dood of overleden aan opgeloopen verwondingen.
Een Engelsohman werd door een schot getroffen.
De Engelschen haalden daarop de Britsche ge
vangenen van boord en trokken zich terug.
Den volgenden morgen bereidde de Noorsche
regeering een protest te Londen voor en ontving
zij een Duitsch protest. In het laatste werd niet
alleen geklaagd over de Britsche rechtsschending,
doch tevens verklaard, dat de Noorsche regeering
het Duitsche schip niet zoo doeltreffend had bij-
I gestaan als mogelijk was geweest.
Hierop kan ik slechts zeggen dat de Noorsche
j oorlogsschepen zich voor een overweldigende
meerderheid in kracht geplaatst zagen en dat
tegenstand nutteloos en onzinnig geweest zou zijn.
Ik bevond mij te Trondheim en de minister-pre-
1 sident, die als minister van buitenlandsche zaken
optrad, ontving den Britschen gezant.
„Ik heb u verzocht te komen," aldus zeide de
premier tot den Britschen gezant, „om uiting te
geven aan de hevige beroering en verontwaardi-
ging. welke wij gevoelen naar aanleiding van deze
grove schending der Noorsche territoriale wateren,
die niet goedgepraat kan worden door bewerin
gen, dat de Noorsche regeering zich niet gedragen
1 heeft, zooals het behoort. Ons gezantschap te Lon
den heeft instructie gekregen een krachtig pro
test in te dienen, doch ik verzoek u ook, uw regee
ring mee te deelen, dat wij niet de mogelijkheid
van zulk een gedrag der Britsche marine jegens
een bevriend neutraal land hadden verwacht. Wij
kunnen er niet aan twijfelen, dat de Britsche re
geering terstond volledige genoegdoening zal ver
schaffen."
De Britsche gezant- trachtte het voorgevallene
eenigszins te verdedigen of te verontschuldigen
door te zeggen dat de „Altmark" in de Noor
sche wateren haar radio gebruikte en bijgevolg
aangehouden had moeten worden. Doch het is
onmogelijk, tegen een dergelijke overtreding zulke
krachtige maatregelen te nemen. Vooral daar de
kapitein terstond de Noorsche instructies op
volgde.
De Britsche gezant wees er ook op dat de
„Altmark" gevangenen aan boord had en dat
wij het schip op dezen grond hadden kunnen
aanhouden. Hierop moesten wij antwoorden
dat het scMp in elk geval recht zou hebben
door de Noorsche territoriale wateren te va
ren. De commandant van de Noorsche torpe
dobooten in de Jösingfjord had eveneens den
Britschen commandant medegedeeld, dat
zelfs al zou de „Altmark" Britsche gevange
nen aan boord hebben, dit den Britschen
oorlogsschepen geenszins het recht gaf, hun
wil door te zetten in de Noorsche wateren.
Er bestaat in het internationale recht geen
bepaling, die een oorlogvoerend land ver
biedt gevangenen te vervoeren over neutraal
grondgebied, als de doortocht zelf maar wet
tig is.
Het laatste argument van den Britschen
gezant was de bewering, dat Noorwegen had
toegelaten dat Duitsche duikbooten in de
Noorsche wateren opereerden en zelfs Brit
sche schepen tot zinken brachten. Ik heb
reeds eerder in het Storting een verklaring
hieromtrent afgelegd. Wij hebben geen enkel
bewijs kunnen vinden, waaruit blijkt, dat
deze schepen in de Noorsche territoriale wa
teren zijn getorpedeerd. Koht noemde daarop
de Duitsche nota, welke hieromtrent Maan
dag is ontvangen.
De premier verklaarde ten slotte aan den Brit
schen gezant:
„Ik verzoek u, aan uw regeering mede te dee
len, dat hetgeen zich heeft voorgedaan ons en
mij persoonlijk uiterst pijnlijk getroffen heeft.
Bijzonder pijnlijk is dat een land als Engeland,
waarmede wij altijd vriendschappelijke betrek
kingen willen handhaven, een klein en neutraal
land op zulk een manier behandelt.
Koht noemde vervolgens de instructies, die
aan den gezant te Londen gegeven zijn voor
het indienen van een protest. De gezant werd
17 Februari door Lord Halifax ontvangen. Deze
klaagde er over dat de Noorsche autoriteiten de
Altmark niet nauwkeurig doorzocht en de Brit
sche gevangenen niet gevonden hadden. Hij
meende ten onrechte dat de „Altmark" Bergen
had aangedaan, doch in werkelijkheid had het
schip geen enkele Noorsche haven aangeloopen.
Hij voerde aan dat Noorwegen zijn plicht als
neutrale staat niet had vervuld, omdat het de
.Altmark" niet nauwkeurig had doorzocht. Ik
heb reeds eerder aangehaald wat het interna
tionale recht hieromtrent zegt en ieder kan be
grijpen dat deze klacht ongegrond is.
Halifax gaf toe dat technisch de neutrali
teit was geschonden, doch hij redeneerde,
dat dit weinig of niets beteekende. vergele
ken met het feit, dat de Duitschers 300 of
400 Britsche gevangenen vasthielden on
der meer dan hondsche omstandigheden.
Het schijnt dat de Britsche regeering van
oordeel was dat zij in dit geval gerechtigd
was, het internationale recht terzijde te
stellen en zich niets aan te trekken van een
klein land, dat in dezen oorlog geen ander
doel had, dan zijn neutraliteit te handha
ven.
De Noorsche regeering heeft er te allen tijde
naar gestreefd, haar neutraliteitsverplichtin
gen in elk opzicht na te komen en wij hebben
tegen elke schending, ongeacht de partij, ge
protesteerd.
De regeering moet wel aannemen, dat de
Britsche regeering, wanneer zij het voorgeval
lene zorgvuldig heeft overwogen, zal toegeven,
dat hetgeen gebeurd is in strijd is met het
geen Engeland zelf bij vele gelegenheden
plechtig heeft verklaard.
Noorwegen is een klein land en het kan zijn
rechten niet baseeren op geweld, doch wij heb
ben gedacht, dat de groote mogendheden het
als een eerezaak zullen beschouwen, de rechten
van de kleine naties evenzeer te eerbiedigen
als de rechten van de groote naties. In elk ge
val zal Noorwegen zoo lang het kan zijn stem
verheffen voor d^^erdediging van de recht
vaardigheid en hePhoopt dat de wereld, als
zoo vaak in het verleden, Noorwegen gelijk zal
geven. Noorwegen kan een beroep doen op
den Volkenbond of op een internationaal hof,
doch wij zijn er zeker van dat in beide geval
len zich een schending der neutraliteit als die,
waaraan wij thans hebben blootgestaan, be
recht zal worden door de openbare meening in
alle landen."
„Geheele natie achter de regeering."
Na de rede van Koht verklaarde Hambro,
de leider der conservatieven, dat de geheele
Noorsche natie in de zaak van de „Altmark"
achter de regeering staat en het protest steunt.
Bij de ernstige bezorgdheid, aldus Hambro, die
naar aanleiding van de schending van Noorsch
gebied door Britsche zeestrijdkrachten wordt
gevoeld, hebben wij, evenals de minister van
buitenlandsche zaken nog hoop dat deze kalme
en onpartijdige verklaring onzerzijds bij het
groote land begrip zal ontmoeten, in een tijd,
dat zelfs het begrip van internationale samen
werking gegrondvest op goede verstandhouding
bedreigd wordt, behoorden geen willekeurige
militaire handelingen de oude vriendschap van
twee democratische volken in gevaar te brengen.
Zij zijn beide gehouden, in elk conflict de in
ternationale rechtsregels na te leven, zij zijn
beide gebonden door de verplichtingen voort
vloeiende uit het lidmaatschap van den Volken
bond en het recht van een klein land kan niet
meer worden geschonden dan dat van een groot
land. Wanneer Noorwegen genoegdoening ver
langt en voor de toekomst eerbiediging van zijn
grondgebied en neutraliteit, vertrouwen wij dat
het Britsche volk en de Britsche autoriteiten het
begrip zullen toonen, waarop wij recht heb
ben. gezien het algemeen standpunt, dat wij
hebben ingenomen en gezien de historische
positie van Noorwegen..
De sociaal-democratische Rijksdagfractie
heeft met algemeene stemmen haar instemming
betuigd met de politiek van de regeering en het
standpunt, dat zij inneemt, in de overtuiging
dat de regeering het best in staat is den toe
stand te beoordeelen. De fractie verklaart, dat
de nuance in de beoordeeling van dezen toe
stand niet moeten worden aangedikt en vooral
niet zoodanig moeten worden slechter gemaakt
dat zij de nationale eenheid in een uur vol ge
varen zouden kunnen schaden. De fractie keurt
scherp de aanvallen af in zekere persorga
nen geuit tegen leden der regeering en den pre
mier in het bijzonder.
Het Storting heeft tenslotte de verkla
ringen van Koht en Hambro met algemeene
stemmen goedgekeurd.
Het gebeurde met de „Altmark".
Europeesche en Amcrikaansche persstemmen.
De Neue Zürcher Zeitung herinnert in ver
band met het geval van de .Altmark" aan de
verklaringen van Winston Churchill, die zeide
dat de kleine neutrale landen door te zeer te
vertrouwen op den wil der Westelijke mogend
heden om tot iederen prijs de internationale
overeenkomsten en verplichtingen te eerbiedi
gen, niets anders hadden gedaan dan Duitsch
land en Rusland voldoening te schenken door
voortdurende concessies. Het blad vervolgt:
De eerbiediging der Noorsche territoriale
wateren door de Britsche vloot heeft ongetwijfeld
groote voordeelen verschaft aan de Duitsche be
velvoering. Duitschland heeft, door zich daarvan
te bedienen, zich niet alleen zonder groot ge
vaar den invoer kunnen verzekeren van ijzer
erts, maar er zijn nog steeds Duitsche schepen,
die er in geslaagd zijn te ontsnappen aan de
Engelsche controle en naar hun thuishaven te
komen, door langs de Noorsche kust te varen.
Door dergelijke gebeurtenissen scheen de Brit
sche vloot soms in haar prestige getroffen, voor
al daar DuitscMand ze voorstelde als een bewijs
voor de vernietiging van de Engelsche heer
schappij over de Noordzee. Toen verder de
neutralen gedwongen werden zonder doeltref
fend protest de steeds talrijker torpedeeringen
hunner schepen te aanvaarden, verklaarde Ber
lijn, dat Duitschland de suprematie over deze
zee bezat. De Engelsche regeering heeft het ge
val der .Altmark" aangegrepen om energiek op
te treden en van antwoord te dienen. Zelfs met
schending van de Noorsche neutraliteit. De
naaste toekomst zal uitwijzen of het incident-
met de .Altmark" op zich zelf zal blijken staan,
dan wel of Engeland de geheele doorvaart van
Duitsche schepen door territoriale wateren wil
verminderen, ja zelfs een weg wil openen om
Finland te hulp te komen.
De Belgische „Dernière Heure" (Liberaal)
schrijft om.: „De luidruchtige en dreigende pro
testen van Berlijn werpen een schril licht op het
geen Duitschland van de neutralen verwacht.
Noorwegen zou niet alleen de oogen hebben moe
ten sluiten voor den aard en de lading van het
gewapende Duitsche schip en hebben moeten toe
staan dat het zijn krijgsgevangenen hield, maar
bovendien zou het den strijd hebben moeten aan
binden met de Engelsche vloot om een eerste
schending van zijn neutraliteit door de Duitsche
vloot te blijven dekken. De eerste achteloosheid,
de eerste zwakheid sleept toenemende eischen
met zich mede."
De Socialistische „Peuple" zegt: ..Wanneer
Duitsche oorlogsschepen het recht hebben 'om
door Noorsche territoriale wateren te varen, moet
daaruit dan de conclusie getrokken worden dat
zij gedurende bijna zes oorlogsmaanden van dat
recht gebruik hebben gemaakt? Dat Duitsche
kruisers, die jacht maakten op geallieerde en
neutrale stoomschepen in den wijden Oceaan al
dus uit hun havens konden varen en er konden
terugkeeren onder Noorsche bescherming? Dat
zelfs de Duitsche duikbooten, die zooveel ver
woesting hebben aangericht onder de Noorsche
koopvaardijvloot evenals onder koopvaardijsche
pen van andere nationaliteiten, hun actie aldus
begunstigd hebben gezien door de welwillendheid
van de Noorsche autoriteiten?" Het blad besluit:
„Wat het pijnlijkst is, is dat deze houding schijnt
te zijn uitgelokt door de vrees om Duitschland te
ontstemmen. Nu is het noch zeer waardig noch
zonder gevaar voor een neutraal land om toe te
geven aan dien oorlogvoerende, die jegens dit
land den dreigendsten toon aanslaat."
De Amerikaansche bladen keuren volgens Ha-
vas bijna eensgezind de houding goed van de
Engelsche admiraliteit in de zaak der „Altmark".
De „New-York World Telegram" schrijft: „De
„Altmark" is stellig geen koopvaardijschip. Het is
een hulpoorlogssohip. Duitschland schreeuwt:
„houdt den moordenaar" en belooft represailles.
Wat zou Duitschland dan hebben gedaan, wan
neer een van zijn eigen oorlogsschepen een En-
gelsch schip vol Duitsche krijgsgevangenen buit
gemaakt had, dat zich dekte in neutrale wateren
dank zij een meineed?"
De „New-York Sun" prijst de bekwaamheid der
Engelsche marine en spreekt de meening uit dat
Duitschland de eerste is geweest in het schenden
van de Noorsche neutraliteit.
De bladen wijzen verder op de verklaringen van
Coubert. een Amerikaansche autoriteit op het ge
bied van het volkenrecht, volgens wien Engeland
„volkomen gerechtvaardigd" was om op te treden
zooals het deed.
Coubert herinnert er aan dat er een precedent
bestaat, dat aantoont dat Noorwegen incorrect is
opgetreden. In 1916 liep het schip „Appam", be
stuurd door een Duitsche prijsbemanning en met
Engelsche krijgsgevangenen aan boord in Virginia
binnen. De Amerikaansche autoriteiten hebben
toen terstond de krijgsgevangenen op vrije voeten
gesteld.
Waarschuwing voor Etigeland's
Finsche missie''
De Deutsche Diplomatisch Politische Korres-
pondenz wijdt een felle beschouwing aan het ge
beurde met de „Altmark". Deze beschouwing ein
digt als volgt:
De Engelsche overval ix* d^ Jösingfjord had in
wezen ten doel de neutralen er opnieuw aan te
herinneren dat Engeland zijn overmacht tegen
over kleineren te allen tijde weet te doen gelden.
Zij allen zullen er daarom op bedacht moeten zijn
soortgelijke, ja erger dingen over zich te zien los
breken. De bijval van het Engelsche publiek
maakt de aangelegenheid voor de neutralen noL
slechts ernstiger vooral daar deze daad van ge
weld zich afspeelde tegen een gevaarlijken diplo-
mat-ieken en geografischen achtergrond. Het Ge-
neefsche besluit, waarin de westelijke mogendhe
den met het doel den oorlog uit te breiden de on
dersteuning van Finland doordreven, staat onge
twijfeld innerlijk in verband met het Britsche op
treden in de Noorsche wateren. Het geheele noor
den is reeds vervuld van geruchten, dat Engeland
besloten heeft het recht tot doortocht op grond
van artikel 16 van het Volkenbondshandvest af te
dwingen. Alle kleine staten, die thans getuigen
zijn van den aanslag op de Noorsche neutraliteit,
weten nu. wat gedacht moet worden van de aan
spraken van Engeland om op te treden als „be
schermer van de kleine volken." Zij zullen nu ook
de „Finsche missie" van Engeland met nuchter
der oogen kunnen doorzien.
Het Engelsche standpunt.
De Britsche bladen wijden volgens Reuter
veel ruimte aan de verklaring van Koht en
Hambro in het Storting. De commentaren blij
ven echter nog bot het incident zelf en de
reactie in de neutrale landen beperkt en opnieuw
wordt het Britsche standpunt verdedigd."
Naar aanleiding van het verwijt dat "de Engel
schen niet voldoende begrip voor de moeilijk
heden der neutralen hebben, zegt dat „Daily
Telegraph": „De Duitsche vloot heeft reeds ge
bruik gemaakt van alle moorddadige middelen,
die zij kon bedenken om de Noorsche scheepvaart
te vernietigen. Van ons hebben de Noorsche zee
lieden alle bescherming, die wij konden geven
en die Noorwegen wilde accepteeren, ontvangen.
Het is de politiek van het Hitlerisme de Noor
sche en alle andere neutrale vlaggen van de zee
te doen verdwijnen".
De „Daily Herald" schrijft: „Wij zouden de
verbolgenheid van Noorwegen kunnen waardee-
ren, als alle andere feiten genegeerd zouden kun
nen worden, doch dat is niet mogelijk".
Gasmaskers worden thuis gelaten.
De Leeuw heeft immers vleugels..
Onze Londensche correspondent schrijft:
IN de eerste weken van den oorlog gingen alle
menschen in Londen met een gasmasker uit,
de meesten omdat de overheid dit had aan
geraden, enkelen omdat zij niet uit den toon
wilden vallen en voor hun fatsoen niet in het
openbaar konden getuigen van hun overmoed.
Waar zijn die gasmaskers nu? Men ziet ze zel
den in de bagage, die de „gemiddeldp" man of
vrouw meedraagt naar de City of het West End,
Men moet er uit afleiden dat er van de aanvan
kelijke vrees voor luchtbombardementen met gas
weinig is overgebleven. De schuld voor het ver
zuim de overheid verklaart dat het een ver
zuim is moet misschien worden gezocht in die
film van propagandistische strekking, waarin
wordt uitgebeeld wat de Britsche leeuw, die vleu-
s heeft gekregen, bij machte is te doen. Op het
binnenlandsche front heeft die film klaarblijke
lijk zeer geruststellend gewerkt. Dat is verklaar
baar. Want het verdrijven van vijandelijke vlie
gers wordt er in voorgesteld als een niet al te ge
vaarlijke en niet al te lastige taak. En als het een
enkele maal voorkomt dat een vijand door de ,ra-
derlandsche luchtverdediging, voor zoover de vlie
gers en het luchtdoelgeschut daarvoor zorgen, is
heengebroken dan schrikt het gezicht van een
ballon-versperring in de verte hem zoo hevig af
dat hij rechtsomkeert maakt.
Het publiek dat deze film heeft gezien
en ze heeft nu langzamerhand allerwege in
het land gedraaid moet gaan denken dat
een gasmasker een overbodige last is. Bo
vendien schijnt de practijk de filmtheorie te
bevestigen. In vijf maanden oorlog is er zelfs
in den verren omtrek van Londen geen vijan
delijk vliegtuig verschenen. De eenige grond
van de Britsche Eilanden waarop Duitsche
bommen zijn gevallen ligt in het hooge noor
den van de Shetlandsche eilanden, waar ze
een enkel konijn den levensdraad hebben af
gesneden.
Maar de regeering geeft te verstaan dat het
niet zoo zal blijven en de nieuwe minister van
Oorlog, Oliver Stanley, heeft reeds gewaarschuwd
dat de oorlog het Engelsche volk veel tranen zal
kosten. Een groote gemeente in de buurt van
Londen is van de ambtenaren van haar stadhuis
gaan verlangen dat zij eenmaal in de week drie
uur lang hun werk zullen doen met hun gasmas
kers voor. De meeste personen van officieel ge
zag zijn, blijkbaar op instructie, in hun open
bare uitlatingen gaan vex-tellen hoe onverbidde
lijk exx hoe meedoogenloos de oorlog straks zal
worden. Men behoort, zeggen zij, op alles voor
bereid te zijn. En een belangrijk stuk in die voor
bereiding is het gasmasker. Vanmiddag, van
avond, in den nacht en nxorgenoctend, zoo is de
officieele voorstellixxg, kunnen de gasbommen
vallen.
Het vertrouwen in de versperring.
Intusschen neemt men waar dat de regeering
in het aangezicht van deze bedx-eiging een zekere
berusting toont bij dexx massalen terugkeer van
moeders en kinderen uit het platteland naar Lon
dexx. Ook andere groote steden vertoonen dit ver-
scliijnsel. Men schat dat niet minder dan vier
vijfde deel van de in het begin van den oox'log ge-
evacueerde menschen weer naar hun eigen pena
ten in de volksbuurten der groote steden zijn te
ruggekeerd. Dit is van regeeringswege ernstig af
gekeurd maar er zijn geen pogingen gedaan de
dwalende moeders die de ,,'orrible 'ush" (angst
wekkende stilte) vaxi de provincie niet kunnen
verdragen en haar kinderen te bewegen weer
naar de landelijke huisvesting terug te keeren,
hetgeen trouwens niet zoo gemakkelijk zou gaan,
De eenige oplossing zou zijn de evacuatie op
nieuw te organiseeren. En als de bedreiging zoo
hevig is als ze door de regeering wordt voorge
steld dan zou die oplossing gekozen moeten wor
den. Dat wordt echter van ovex'heidswege niet
gedaan. En naarmate er meer vex-sperringsbal-
lonnen opgaan trekken er naar allen schijxx meer
menschen naar de steden terug. Afgescheiden van
de ,,'orrible 'ush" (in wex-kelijkheid horrible hush,
maar de h wordt alleen uitgespi-oken door hen,
die een volmaakte schoolopvoeding hebben ge
noten) hebben de geëvacueerden ook het gevoel
dat zij veel veiliger zijn in de steden, waar men
kabelballons boven het hoofd heeft, dan in de
kleixxe plaatsen van de provincie waar men ze
xxiet heeft.
Dat de waarschuwingen over het naderend ge
vaar, die in toenemende mate van de lippen van
Het Noox-sche Telegraafagentschap zegt dat
de Noorsche bladen ten volle instemmen met de
gisteren door minister Koht in het Storting ge
houden redevoering en zijn hoop deelen, dat de
Britsche regeering aan de Noorsche eischen zal
voldoen, wanneer de volledige bijzonderheden
over de „Altmax-k"-affaire beschikbaar zijn.
Slachtoffers van de „Altmark"
teraardebesteld.
Aantal dooden tot acht gestegen.
Het Noorsche Telegraafagentschap meldt:
De begrafenis van de om het leven gekomen
opvarenden van de „Altmark" te Sogndal is
onder groote belangstelling geschied. Terwij] de
zes kisten aan land gebracht werden, bracht een
detachement van het Noorsche oorlogsschip
„Olav Tryggvason" de eerbewijzen. Ongeveer 75
auto's volgden de lijkauto's op weg naar het
kleine kex-khof van Sogndal, waar zich een groote
menschenmenigte had verzameld. Een plaatse
lijk koor zong liederen, terwijl de Duitsche pre
dikant van Oslo den dienst leidde. Er werden
korte redevoeringen gehouden door den Duit-
schen gezant te Oslo. den kapitein van de „Alt
mark" en een kapitein van de Noorsche marine,
die namens zijn land een laatsten groet bracht
en een krans met de Nooi-sche kleuren legde.
Voorts zag men o.a. kransen van Hitler en van
de Duitsche marine.
Een Duitsch radiobericht meldt dat het
aantal dooden bij het gevecht 'met de „Alt
mark" is gestegen tot acht. Lïevreesd wordt
dat nog eenige der vijf zwaargewonden het
leven zxxllen verliezen.
Lawine verwoest een hotel.
Meisje omgekomen.
Havas meldt uit Grenoble dat Maandagochtend
een lawine neergestort is van Pointe des Signal
en den vleugel van een hotel, waar zich talrijke
gasten ophielden, vernield heeft Uit de pulnhoo-
pen is het stoffelijk overschot van een jong
meisje, dat nog niet. is herkend, geborgen. Vex'der
zijn verscheidene lichtgewonden geborgen.
De prefect van het departement van de Isore
heeft zich naar de plaats des onheils begeven.
regeeringssprekers komen, weinig doeltreffend
zijn blijkt ook uit het feit dat de burgerij sinds
eenigen tijd heeft opgehouden scherfvrije schuil-
huisjes te koopen; en de advertenties van de fa
brikanten, die deze beschermingsmiddelen in ve-
lerlei kwaliteit en prijs te koop aanboden, zijn
ook uit de kranten verdwenen.
Zwak besef van het gevaar.
Het publiek vat de schrikbarende voorstellingen
der ï-egeering niet heel ernstig op. Dat blijkt uit
zijn gansche houding. En de woorden der regee
ring zijn op dit punt niet heelemaal in overeen
stemming met haar daden. Men voelt geen vaste
leidende hand en men is geneigd het optimisme
te laten overheerschen en te zeggen dat het wel
niet zoo'n vaart zal loopen. De eerste voorspel
lingen over het karakter van den oorlog zijn niet
uitgekomen. De overheid waarschuwt dat de ver
wezenlijking van de eerste voorspelling slechts is
uitgesteld. Maar blijkbaar heeft de groote meer
derheid van het Engelsche volk er haar eigen
idee over en vertrouwt ze dat. hoe onberekenbaar
het vei-Ioop van den oorlog ook is, de hevige bom
bardementen achterwege zullen blijven.
Dat is zonder eenigen twijfel het overheer-
schend gevoelen. Het- is volstrekt in strijd met de
opvattingen, die officieel worden verkondigd. Dat
moet men eigenaardig noemen. Men kan slechts
vaststellen dat de regeering er niet in is geslaagd
de bevolking van den ernst van den toestand te
doordringen. Het gehaspel met de rantsoeneering
en veel weifeling op ander gebied zullen daar
met den geruststellenden invloed van „The Lion
has wings" („De leeuw heeft vleugels") wel
schuld aan hebben.
A. K. VAN R,
i wk
PROGRAMMA
WOENSDAG 21 FEBRUARI 1940.
HILVERSUM 1. 1875 en 414.4 M.
VARA-Uilzending. 10.00—10.20 v.m. VPRO.
6.30—7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO.
8.00 Ber. ANP„ granx.muziek, 8.15 Orgelspel. 8.45
Gramofoonmuziek. 9.30 Keukenpraatje' 10.00
Morgenwijding. 10.20 Voor .arbeiders in de Con
tinubedrijven. 11.30 Voorde vrouwi 12.00 Gra
mofoonmuziek. 12.45 Berichten ANP., gramo
foonmuziek. 1.00—1.45 VARA-orkest. 2.00 Cause
rie „Stukje inbreien". 2.30 Residentieorkest en
soliste (opn.). 3.15 Voor de kinderen. 5.30
VARA-orke,st. 6.30 Causerie .Komt draxxkge-
bruik door scholieren nog voor?" 6.50 Zang met
pianobegeleiding. 7.00 VARA-kalender. 7.05 Fe
licitaties, 7.10 Volksliederen. 7.30 Bijbelvertel
lingen. 8.00 Herhaling SOS-berichten. 8.03
Berichten ANP., VARA-Varia. 8.20 Rosian-or-
kest. 8.50 Radiotooneel. 9.20 De Ramblers. 9.50
Causerie „Schuldig of onschuldig?" 10.00 Resi
dentie-orkest (opn.i 10.40 Medische vraagbaak.
11.00 Berichten ANP., 11.10—12.00 Gevarieerd
programma
HILVERSUM II, 301.5 M.
NCR V-uitzending, 6.30—7.00 Onderwijsfonds
voor de Scheepvaart.
8.00 Ber.ANP., 8.05 Schriftlezing, meditatie, 8.20
Gramofoonmuziek. (9.30—9.45 Gelukwenschen)
10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek.
11,15 Cello, piano en gramofoonmuziek. 12.00
Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek (Om 12.30
Berichten ANP). 12.40 Orgelconcert. 1,40 Spaar-
ne-sextet en gramofoonmuziek. 3.00 Friesche
uitzending. 3.303.55 en 4.00 Gramofoonmuziek.
4.15 Kinderkoor met pianobegeleiding en gra
mofoonmuziek. 4.45 Felicitaties. 5.00 Voor de
jeugd. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Causerie „De
beteekenis van de industrieele ontwikkeling voor
de werkverruiming in Nederland". 6.15 Gramo
foonmuziek. 6.30 Taalles en technisch onder
richt. 7.00 Berichten. 7.15 Lezing „De wassende
roode vloed en de Finsche geloofsstrijd". 7.45
Gramofoonmuziek.. 8.00 Berichten ANP., her
haling SOS-berichten. 8.15 Evangelisatiedienst.
9.45 Gramfoonmuziek. 10.00 Berichten ANP.,
actueel halfuur. 10.30 All Round-sextet. 11.40
Gramofoonmuziek. 11.50—12.00 Schriftlezing.
ENGELAND. 391 en 449 M.
(Na 6.20 nam. ook 342 M.)
12.20 A. Dulay-kwièntet. 12,50 BBC-Harmo-
nie-orkest. 1.20 Berichten 1.30 Zang. 1.50—2.20
Billy Cotton en zijn Band. 3.20 Stedelijk or
kest. van Eastbourne en Hastings en soliste.
4.10 Solistenvoordracht. 4.35 Lichte muziek.
5.20 Berichten (Wels). 5.25 Korte kerkdienst
(Wels). 5.40 Kinderuurtje. 6.20 Berichten. 6.35
BBC-zangers. 6.50 Actueele uitzending. 7.20 Me-
dedeelingen. 7.40 Variété. 8.10 Lichte muziek.
8.30 BBC-symphonie-orkest. 9.20 Berichten.
9.35 Actueele causerie. 9.50 Populair program
ma. 10.05 Variété. 10.50 Schotsch programma.
11.20 Billy Cotton en zijn Band. 11.50 Ham en
liedjes bij de luit. 12.20 Berichten.
RADIO-PARIS. 1648 M.
12.05 Pianovoordracht. 12.20 F. Raugel-koor.
I.05 Vioolvoordracht. 1.35 Zang. 2.00 Gramo
foonmuziek. 2.0* en 2.30 Pianovoordracht. 3.20
Viool en piano. 3.50 Radiotooneel. 4 50 Zang.
5.20 Chansons. 5.35 Parijs instrumentaal kwin
tet. 6.35 Kamermuziek. 7.50 Radiotooneel. 9.05
„Roméo et Juliette", opera. 10.05 Chansons.
10.35 Vioolvoordracht. 11.05 Trio concert. 12.05
Gramfoonmuzie.
KEULEN. 456 M.
5.50 NSDAP-orkest. 7.40—9.20 en 10.50 Gra
mofoonmuziek. 11.20 Concert. Ca. 12.20 Gra
mofoonmuziek. 1.15 Muzikaal tusschenspel. 1.35
Populairconcert. 2.45 Muzikaal tusschenspel. 3.20
Voor soldaten. 5.10 Het Hauslerkwartet. 5.45
Cithertrio .i/Falkensteiner". 6.00 Amusements-
sextet. 6.30 Radiotooneel. 7.05 en 7.35 Gra
mofoonmuziek. 8.20 tot sluiting: Zie Deutsch-
landsender.
BRUSSEL. 322 en 484 M.
12.20 Gramofoonmuziek. 12.51 en 1.30 Om
roeporkest. 1.50—2.20 en 5.55 Gramofoonmuziek.
6.05 Omroeporkest. 6.35 Zang met toelichting.
7.20 Gramofoonmuziek. 8.20 Voor soldaten. 8.50
Vier fanfares. Omroepkoren, solist en het Om-
roepsymphonie-orkest. 10.40—11.20 Jazzmuziek,
(gr. pl.)
BRUSSEL 484 M.
12.20 Omroepdansorkest. 12.50 Gramofoonmu
ziek. 1.30 Omroepdansorkest 6.35 Het d'Hol-
lencourt-kwartet 7.05 Gramofoonmuziek. 8.20
Voor soldaten. 8.50 Zie Brussel 322 M„ 10.40—
II.20 Gramofoonmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M.
7.35 Programma, gewijd aan de Westwall. 8.20
Jaro Michalek's orkest. 8.50 Bulgaarsch volks
koor „Gusla" en solisten. 9.20 Berichten. 9 50
Concert. 10.20 Politiek overzicht, hierna:
Omroeporkest 11.20 Berichten Hierna tot 12.20
Nachtconcert. 12.501.20 Militair programma.