Noorsche regeering acht de Engelsche verwijten ongegrond. De Engelschman voelt zich weer veilig D IN S n A r t? F. B*R ÜART 1940 HA'ARtEM'S DAGBE'AD 5 Min. Koht over het gebeurde met de „Altmark' De Noorsche minister van buitenlandsche ken. Koht, heeft in het Storting een verklaring afgelegd, waarin hij zeide dat Britsche oorlogs schepen in het geval van de „Altmark" de Noor sche neutraliteit op grove wijze hebben ge schonden. De „Altmark" was een „Reichsdienst- schiff" en had voor de Duitsche marine gevaren. Bijgevolg diende zij overeenkomstig het inter nationale recht als een oorlogsschip te worden beschouwd. De Noorsche minister van buitenlandsche zaken Koht. Het schip kwam op 14 Februari ter hoogte van I de Trondheimsfjord in de Noorsche territoriale wateren en werd denzelfden dag aangehouden i door een Noorsche torpedoboot, welks comman dant verzocht het schip te onderzoeken, hetgeen de kapitein van de „Altmark" toestond. Oorlogs schepen zijn niet verplicht zich aan een inspectie te onderwerpen en de vertegenwoordiger van de Noorsche marine had alleen het recht vast te stellen of het schip inderdaad was, wat de kapi tein beweerde dat het was. De Noorsche officier vex'gewiste zich zelf Meiwan door de scheeps papieren in te zien. Hem werd medegedeeld dat de „Altmark" met luchtafweerkanonnen was uitgerust. De commandant van het marinestation Bergen geloofde evenwel niet dat hij volledig I was ingelicht en daarom werd de „Altmark" I op ongeveer 100 mijl ten noorden van Ber gen den 15den Februari tegemoet gevaren door een ander Noorsch oorlogsschip, dat het recht eischte, haar te doorzoeken. Doch de kapitein weigerde en zooals ik reeds eerder zeide, was hij daartoe wettelijk volkomen ge rechtigd, zoodat de eisch werd ingetrokken. Toen bleek dat de „Altmark" gebruik maakte van haar radio, werd haar medegedeeld dat zij daartoe niet gerechtigd was, waarop idle kapitein zijn verontschuldigingen aanbood. Op 16 Februari bevond de „Altmark" zich ter I hoogte van Jaeren, toen vernomen werd dat 'zich Britsche vliegtuigen in de buurt bevonden. Wij wisten niet precies of zij zich binnen de terri toriale wateren bevonden of niet. Zonder twijfel kenden de Emgelschen de voor afgaande geschiedenis van de „Altmark", ter wijl wij niet wisten, dat zich Britsche gevan genen aan boord bevonden. Koht deed vervolgens het relaas van het ge- J vecht in de Jösingfjord, waarbij hij zeide dat de Engelsche oorlogsschepen zich na het Noorsche protest eerst teruggetrokken hebben, doch, nadat zij van de Britsche regeering instructies hadden ontvangen terug kwamen, waarna een Britsche bemanning zich aan boord van de „Altmark" be gaf en hêt gevecht begon. De Duitsc-hers gaven zich spoedig gewonnen. Zeven hunner werden ge dood of overleden aan opgeloopen verwondingen. Een Engelsohman werd door een schot getroffen. De Engelschen haalden daarop de Britsche ge vangenen van boord en trokken zich terug. Den volgenden morgen bereidde de Noorsche regeering een protest te Londen voor en ontving zij een Duitsch protest. In het laatste werd niet alleen geklaagd over de Britsche rechtsschending, doch tevens verklaard, dat de Noorsche regeering het Duitsche schip niet zoo doeltreffend had bij- I gestaan als mogelijk was geweest. Hierop kan ik slechts zeggen dat de Noorsche j oorlogsschepen zich voor een overweldigende meerderheid in kracht geplaatst zagen en dat tegenstand nutteloos en onzinnig geweest zou zijn. Ik bevond mij te Trondheim en de minister-pre- 1 sident, die als minister van buitenlandsche zaken optrad, ontving den Britschen gezant. „Ik heb u verzocht te komen," aldus zeide de premier tot den Britschen gezant, „om uiting te geven aan de hevige beroering en verontwaardi- ging. welke wij gevoelen naar aanleiding van deze grove schending der Noorsche territoriale wateren, die niet goedgepraat kan worden door bewerin gen, dat de Noorsche regeering zich niet gedragen 1 heeft, zooals het behoort. Ons gezantschap te Lon den heeft instructie gekregen een krachtig pro test in te dienen, doch ik verzoek u ook, uw regee ring mee te deelen, dat wij niet de mogelijkheid van zulk een gedrag der Britsche marine jegens een bevriend neutraal land hadden verwacht. Wij kunnen er niet aan twijfelen, dat de Britsche re geering terstond volledige genoegdoening zal ver schaffen." De Britsche gezant- trachtte het voorgevallene eenigszins te verdedigen of te verontschuldigen door te zeggen dat de „Altmark" in de Noor sche wateren haar radio gebruikte en bijgevolg aangehouden had moeten worden. Doch het is onmogelijk, tegen een dergelijke overtreding zulke krachtige maatregelen te nemen. Vooral daar de kapitein terstond de Noorsche instructies op volgde. De Britsche gezant wees er ook op dat de „Altmark" gevangenen aan boord had en dat wij het schip op dezen grond hadden kunnen aanhouden. Hierop moesten wij antwoorden dat het scMp in elk geval recht zou hebben door de Noorsche territoriale wateren te va ren. De commandant van de Noorsche torpe dobooten in de Jösingfjord had eveneens den Britschen commandant medegedeeld, dat zelfs al zou de „Altmark" Britsche gevange nen aan boord hebben, dit den Britschen oorlogsschepen geenszins het recht gaf, hun wil door te zetten in de Noorsche wateren. Er bestaat in het internationale recht geen bepaling, die een oorlogvoerend land ver biedt gevangenen te vervoeren over neutraal grondgebied, als de doortocht zelf maar wet tig is. Het laatste argument van den Britschen gezant was de bewering, dat Noorwegen had toegelaten dat Duitsche duikbooten in de Noorsche wateren opereerden en zelfs Brit sche schepen tot zinken brachten. Ik heb reeds eerder in het Storting een verklaring hieromtrent afgelegd. Wij hebben geen enkel bewijs kunnen vinden, waaruit blijkt, dat deze schepen in de Noorsche territoriale wa teren zijn getorpedeerd. Koht noemde daarop de Duitsche nota, welke hieromtrent Maan dag is ontvangen. De premier verklaarde ten slotte aan den Brit schen gezant: „Ik verzoek u, aan uw regeering mede te dee len, dat hetgeen zich heeft voorgedaan ons en mij persoonlijk uiterst pijnlijk getroffen heeft. Bijzonder pijnlijk is dat een land als Engeland, waarmede wij altijd vriendschappelijke betrek kingen willen handhaven, een klein en neutraal land op zulk een manier behandelt. Koht noemde vervolgens de instructies, die aan den gezant te Londen gegeven zijn voor het indienen van een protest. De gezant werd 17 Februari door Lord Halifax ontvangen. Deze klaagde er over dat de Noorsche autoriteiten de Altmark niet nauwkeurig doorzocht en de Brit sche gevangenen niet gevonden hadden. Hij meende ten onrechte dat de „Altmark" Bergen had aangedaan, doch in werkelijkheid had het schip geen enkele Noorsche haven aangeloopen. Hij voerde aan dat Noorwegen zijn plicht als neutrale staat niet had vervuld, omdat het de .Altmark" niet nauwkeurig had doorzocht. Ik heb reeds eerder aangehaald wat het interna tionale recht hieromtrent zegt en ieder kan be grijpen dat deze klacht ongegrond is. Halifax gaf toe dat technisch de neutrali teit was geschonden, doch hij redeneerde, dat dit weinig of niets beteekende. vergele ken met het feit, dat de Duitschers 300 of 400 Britsche gevangenen vasthielden on der meer dan hondsche omstandigheden. Het schijnt dat de Britsche regeering van oordeel was dat zij in dit geval gerechtigd was, het internationale recht terzijde te stellen en zich niets aan te trekken van een klein land, dat in dezen oorlog geen ander doel had, dan zijn neutraliteit te handha ven. De Noorsche regeering heeft er te allen tijde naar gestreefd, haar neutraliteitsverplichtin gen in elk opzicht na te komen en wij hebben tegen elke schending, ongeacht de partij, ge protesteerd. De regeering moet wel aannemen, dat de Britsche regeering, wanneer zij het voorgeval lene zorgvuldig heeft overwogen, zal toegeven, dat hetgeen gebeurd is in strijd is met het geen Engeland zelf bij vele gelegenheden plechtig heeft verklaard. Noorwegen is een klein land en het kan zijn rechten niet baseeren op geweld, doch wij heb ben gedacht, dat de groote mogendheden het als een eerezaak zullen beschouwen, de rechten van de kleine naties evenzeer te eerbiedigen als de rechten van de groote naties. In elk ge val zal Noorwegen zoo lang het kan zijn stem verheffen voor d^^erdediging van de recht vaardigheid en hePhoopt dat de wereld, als zoo vaak in het verleden, Noorwegen gelijk zal geven. Noorwegen kan een beroep doen op den Volkenbond of op een internationaal hof, doch wij zijn er zeker van dat in beide geval len zich een schending der neutraliteit als die, waaraan wij thans hebben blootgestaan, be recht zal worden door de openbare meening in alle landen." „Geheele natie achter de regeering." Na de rede van Koht verklaarde Hambro, de leider der conservatieven, dat de geheele Noorsche natie in de zaak van de „Altmark" achter de regeering staat en het protest steunt. Bij de ernstige bezorgdheid, aldus Hambro, die naar aanleiding van de schending van Noorsch gebied door Britsche zeestrijdkrachten wordt gevoeld, hebben wij, evenals de minister van buitenlandsche zaken nog hoop dat deze kalme en onpartijdige verklaring onzerzijds bij het groote land begrip zal ontmoeten, in een tijd, dat zelfs het begrip van internationale samen werking gegrondvest op goede verstandhouding bedreigd wordt, behoorden geen willekeurige militaire handelingen de oude vriendschap van twee democratische volken in gevaar te brengen. Zij zijn beide gehouden, in elk conflict de in ternationale rechtsregels na te leven, zij zijn beide gebonden door de verplichtingen voort vloeiende uit het lidmaatschap van den Volken bond en het recht van een klein land kan niet meer worden geschonden dan dat van een groot land. Wanneer Noorwegen genoegdoening ver langt en voor de toekomst eerbiediging van zijn grondgebied en neutraliteit, vertrouwen wij dat het Britsche volk en de Britsche autoriteiten het begrip zullen toonen, waarop wij recht heb ben. gezien het algemeen standpunt, dat wij hebben ingenomen en gezien de historische positie van Noorwegen.. De sociaal-democratische Rijksdagfractie heeft met algemeene stemmen haar instemming betuigd met de politiek van de regeering en het standpunt, dat zij inneemt, in de overtuiging dat de regeering het best in staat is den toe stand te beoordeelen. De fractie verklaart, dat de nuance in de beoordeeling van dezen toe stand niet moeten worden aangedikt en vooral niet zoodanig moeten worden slechter gemaakt dat zij de nationale eenheid in een uur vol ge varen zouden kunnen schaden. De fractie keurt scherp de aanvallen af in zekere persorga nen geuit tegen leden der regeering en den pre mier in het bijzonder. Het Storting heeft tenslotte de verkla ringen van Koht en Hambro met algemeene stemmen goedgekeurd. Het gebeurde met de „Altmark". Europeesche en Amcrikaansche persstemmen. De Neue Zürcher Zeitung herinnert in ver band met het geval van de .Altmark" aan de verklaringen van Winston Churchill, die zeide dat de kleine neutrale landen door te zeer te vertrouwen op den wil der Westelijke mogend heden om tot iederen prijs de internationale overeenkomsten en verplichtingen te eerbiedi gen, niets anders hadden gedaan dan Duitsch land en Rusland voldoening te schenken door voortdurende concessies. Het blad vervolgt: De eerbiediging der Noorsche territoriale wateren door de Britsche vloot heeft ongetwijfeld groote voordeelen verschaft aan de Duitsche be velvoering. Duitschland heeft, door zich daarvan te bedienen, zich niet alleen zonder groot ge vaar den invoer kunnen verzekeren van ijzer erts, maar er zijn nog steeds Duitsche schepen, die er in geslaagd zijn te ontsnappen aan de Engelsche controle en naar hun thuishaven te komen, door langs de Noorsche kust te varen. Door dergelijke gebeurtenissen scheen de Brit sche vloot soms in haar prestige getroffen, voor al daar DuitscMand ze voorstelde als een bewijs voor de vernietiging van de Engelsche heer schappij over de Noordzee. Toen verder de neutralen gedwongen werden zonder doeltref fend protest de steeds talrijker torpedeeringen hunner schepen te aanvaarden, verklaarde Ber lijn, dat Duitschland de suprematie over deze zee bezat. De Engelsche regeering heeft het ge val der .Altmark" aangegrepen om energiek op te treden en van antwoord te dienen. Zelfs met schending van de Noorsche neutraliteit. De naaste toekomst zal uitwijzen of het incident- met de .Altmark" op zich zelf zal blijken staan, dan wel of Engeland de geheele doorvaart van Duitsche schepen door territoriale wateren wil verminderen, ja zelfs een weg wil openen om Finland te hulp te komen. De Belgische „Dernière Heure" (Liberaal) schrijft om.: „De luidruchtige en dreigende pro testen van Berlijn werpen een schril licht op het geen Duitschland van de neutralen verwacht. Noorwegen zou niet alleen de oogen hebben moe ten sluiten voor den aard en de lading van het gewapende Duitsche schip en hebben moeten toe staan dat het zijn krijgsgevangenen hield, maar bovendien zou het den strijd hebben moeten aan binden met de Engelsche vloot om een eerste schending van zijn neutraliteit door de Duitsche vloot te blijven dekken. De eerste achteloosheid, de eerste zwakheid sleept toenemende eischen met zich mede." De Socialistische „Peuple" zegt: ..Wanneer Duitsche oorlogsschepen het recht hebben 'om door Noorsche territoriale wateren te varen, moet daaruit dan de conclusie getrokken worden dat zij gedurende bijna zes oorlogsmaanden van dat recht gebruik hebben gemaakt? Dat Duitsche kruisers, die jacht maakten op geallieerde en neutrale stoomschepen in den wijden Oceaan al dus uit hun havens konden varen en er konden terugkeeren onder Noorsche bescherming? Dat zelfs de Duitsche duikbooten, die zooveel ver woesting hebben aangericht onder de Noorsche koopvaardijvloot evenals onder koopvaardijsche pen van andere nationaliteiten, hun actie aldus begunstigd hebben gezien door de welwillendheid van de Noorsche autoriteiten?" Het blad besluit: „Wat het pijnlijkst is, is dat deze houding schijnt te zijn uitgelokt door de vrees om Duitschland te ontstemmen. Nu is het noch zeer waardig noch zonder gevaar voor een neutraal land om toe te geven aan dien oorlogvoerende, die jegens dit land den dreigendsten toon aanslaat." De Amerikaansche bladen keuren volgens Ha- vas bijna eensgezind de houding goed van de Engelsche admiraliteit in de zaak der „Altmark". De „New-York World Telegram" schrijft: „De „Altmark" is stellig geen koopvaardijschip. Het is een hulpoorlogssohip. Duitschland schreeuwt: „houdt den moordenaar" en belooft represailles. Wat zou Duitschland dan hebben gedaan, wan neer een van zijn eigen oorlogsschepen een En- gelsch schip vol Duitsche krijgsgevangenen buit gemaakt had, dat zich dekte in neutrale wateren dank zij een meineed?" De „New-York Sun" prijst de bekwaamheid der Engelsche marine en spreekt de meening uit dat Duitschland de eerste is geweest in het schenden van de Noorsche neutraliteit. De bladen wijzen verder op de verklaringen van Coubert. een Amerikaansche autoriteit op het ge bied van het volkenrecht, volgens wien Engeland „volkomen gerechtvaardigd" was om op te treden zooals het deed. Coubert herinnert er aan dat er een precedent bestaat, dat aantoont dat Noorwegen incorrect is opgetreden. In 1916 liep het schip „Appam", be stuurd door een Duitsche prijsbemanning en met Engelsche krijgsgevangenen aan boord in Virginia binnen. De Amerikaansche autoriteiten hebben toen terstond de krijgsgevangenen op vrije voeten gesteld. Waarschuwing voor Etigeland's Finsche missie'' De Deutsche Diplomatisch Politische Korres- pondenz wijdt een felle beschouwing aan het ge beurde met de „Altmark". Deze beschouwing ein digt als volgt: De Engelsche overval ix* d^ Jösingfjord had in wezen ten doel de neutralen er opnieuw aan te herinneren dat Engeland zijn overmacht tegen over kleineren te allen tijde weet te doen gelden. Zij allen zullen er daarom op bedacht moeten zijn soortgelijke, ja erger dingen over zich te zien los breken. De bijval van het Engelsche publiek maakt de aangelegenheid voor de neutralen noL slechts ernstiger vooral daar deze daad van ge weld zich afspeelde tegen een gevaarlijken diplo- mat-ieken en geografischen achtergrond. Het Ge- neefsche besluit, waarin de westelijke mogendhe den met het doel den oorlog uit te breiden de on dersteuning van Finland doordreven, staat onge twijfeld innerlijk in verband met het Britsche op treden in de Noorsche wateren. Het geheele noor den is reeds vervuld van geruchten, dat Engeland besloten heeft het recht tot doortocht op grond van artikel 16 van het Volkenbondshandvest af te dwingen. Alle kleine staten, die thans getuigen zijn van den aanslag op de Noorsche neutraliteit, weten nu. wat gedacht moet worden van de aan spraken van Engeland om op te treden als „be schermer van de kleine volken." Zij zullen nu ook de „Finsche missie" van Engeland met nuchter der oogen kunnen doorzien. Het Engelsche standpunt. De Britsche bladen wijden volgens Reuter veel ruimte aan de verklaring van Koht en Hambro in het Storting. De commentaren blij ven echter nog bot het incident zelf en de reactie in de neutrale landen beperkt en opnieuw wordt het Britsche standpunt verdedigd." Naar aanleiding van het verwijt dat "de Engel schen niet voldoende begrip voor de moeilijk heden der neutralen hebben, zegt dat „Daily Telegraph": „De Duitsche vloot heeft reeds ge bruik gemaakt van alle moorddadige middelen, die zij kon bedenken om de Noorsche scheepvaart te vernietigen. Van ons hebben de Noorsche zee lieden alle bescherming, die wij konden geven en die Noorwegen wilde accepteeren, ontvangen. Het is de politiek van het Hitlerisme de Noor sche en alle andere neutrale vlaggen van de zee te doen verdwijnen". De „Daily Herald" schrijft: „Wij zouden de verbolgenheid van Noorwegen kunnen waardee- ren, als alle andere feiten genegeerd zouden kun nen worden, doch dat is niet mogelijk". Gasmaskers worden thuis gelaten. De Leeuw heeft immers vleugels.. Onze Londensche correspondent schrijft: IN de eerste weken van den oorlog gingen alle menschen in Londen met een gasmasker uit, de meesten omdat de overheid dit had aan geraden, enkelen omdat zij niet uit den toon wilden vallen en voor hun fatsoen niet in het openbaar konden getuigen van hun overmoed. Waar zijn die gasmaskers nu? Men ziet ze zel den in de bagage, die de „gemiddeldp" man of vrouw meedraagt naar de City of het West End, Men moet er uit afleiden dat er van de aanvan kelijke vrees voor luchtbombardementen met gas weinig is overgebleven. De schuld voor het ver zuim de overheid verklaart dat het een ver zuim is moet misschien worden gezocht in die film van propagandistische strekking, waarin wordt uitgebeeld wat de Britsche leeuw, die vleu- s heeft gekregen, bij machte is te doen. Op het binnenlandsche front heeft die film klaarblijke lijk zeer geruststellend gewerkt. Dat is verklaar baar. Want het verdrijven van vijandelijke vlie gers wordt er in voorgesteld als een niet al te ge vaarlijke en niet al te lastige taak. En als het een enkele maal voorkomt dat een vijand door de ,ra- derlandsche luchtverdediging, voor zoover de vlie gers en het luchtdoelgeschut daarvoor zorgen, is heengebroken dan schrikt het gezicht van een ballon-versperring in de verte hem zoo hevig af dat hij rechtsomkeert maakt. Het publiek dat deze film heeft gezien en ze heeft nu langzamerhand allerwege in het land gedraaid moet gaan denken dat een gasmasker een overbodige last is. Bo vendien schijnt de practijk de filmtheorie te bevestigen. In vijf maanden oorlog is er zelfs in den verren omtrek van Londen geen vijan delijk vliegtuig verschenen. De eenige grond van de Britsche Eilanden waarop Duitsche bommen zijn gevallen ligt in het hooge noor den van de Shetlandsche eilanden, waar ze een enkel konijn den levensdraad hebben af gesneden. Maar de regeering geeft te verstaan dat het niet zoo zal blijven en de nieuwe minister van Oorlog, Oliver Stanley, heeft reeds gewaarschuwd dat de oorlog het Engelsche volk veel tranen zal kosten. Een groote gemeente in de buurt van Londen is van de ambtenaren van haar stadhuis gaan verlangen dat zij eenmaal in de week drie uur lang hun werk zullen doen met hun gasmas kers voor. De meeste personen van officieel ge zag zijn, blijkbaar op instructie, in hun open bare uitlatingen gaan vex-tellen hoe onverbidde lijk exx hoe meedoogenloos de oorlog straks zal worden. Men behoort, zeggen zij, op alles voor bereid te zijn. En een belangrijk stuk in die voor bereiding is het gasmasker. Vanmiddag, van avond, in den nacht en nxorgenoctend, zoo is de officieele voorstellixxg, kunnen de gasbommen vallen. Het vertrouwen in de versperring. Intusschen neemt men waar dat de regeering in het aangezicht van deze bedx-eiging een zekere berusting toont bij dexx massalen terugkeer van moeders en kinderen uit het platteland naar Lon dexx. Ook andere groote steden vertoonen dit ver- scliijnsel. Men schat dat niet minder dan vier vijfde deel van de in het begin van den oox'log ge- evacueerde menschen weer naar hun eigen pena ten in de volksbuurten der groote steden zijn te ruggekeerd. Dit is van regeeringswege ernstig af gekeurd maar er zijn geen pogingen gedaan de dwalende moeders die de ,,'orrible 'ush" (angst wekkende stilte) vaxi de provincie niet kunnen verdragen en haar kinderen te bewegen weer naar de landelijke huisvesting terug te keeren, hetgeen trouwens niet zoo gemakkelijk zou gaan, De eenige oplossing zou zijn de evacuatie op nieuw te organiseeren. En als de bedreiging zoo hevig is als ze door de regeering wordt voorge steld dan zou die oplossing gekozen moeten wor den. Dat wordt echter van ovex'heidswege niet gedaan. En naarmate er meer vex-sperringsbal- lonnen opgaan trekken er naar allen schijxx meer menschen naar de steden terug. Afgescheiden van de ,,'orrible 'ush" (in wex-kelijkheid horrible hush, maar de h wordt alleen uitgespi-oken door hen, die een volmaakte schoolopvoeding hebben ge noten) hebben de geëvacueerden ook het gevoel dat zij veel veiliger zijn in de steden, waar men kabelballons boven het hoofd heeft, dan in de kleixxe plaatsen van de provincie waar men ze xxiet heeft. Dat de waarschuwingen over het naderend ge vaar, die in toenemende mate van de lippen van Het Noox-sche Telegraafagentschap zegt dat de Noorsche bladen ten volle instemmen met de gisteren door minister Koht in het Storting ge houden redevoering en zijn hoop deelen, dat de Britsche regeering aan de Noorsche eischen zal voldoen, wanneer de volledige bijzonderheden over de „Altmax-k"-affaire beschikbaar zijn. Slachtoffers van de „Altmark" teraardebesteld. Aantal dooden tot acht gestegen. Het Noorsche Telegraafagentschap meldt: De begrafenis van de om het leven gekomen opvarenden van de „Altmark" te Sogndal is onder groote belangstelling geschied. Terwij] de zes kisten aan land gebracht werden, bracht een detachement van het Noorsche oorlogsschip „Olav Tryggvason" de eerbewijzen. Ongeveer 75 auto's volgden de lijkauto's op weg naar het kleine kex-khof van Sogndal, waar zich een groote menschenmenigte had verzameld. Een plaatse lijk koor zong liederen, terwijl de Duitsche pre dikant van Oslo den dienst leidde. Er werden korte redevoeringen gehouden door den Duit- schen gezant te Oslo. den kapitein van de „Alt mark" en een kapitein van de Noorsche marine, die namens zijn land een laatsten groet bracht en een krans met de Nooi-sche kleuren legde. Voorts zag men o.a. kransen van Hitler en van de Duitsche marine. Een Duitsch radiobericht meldt dat het aantal dooden bij het gevecht 'met de „Alt mark" is gestegen tot acht. Lïevreesd wordt dat nog eenige der vijf zwaargewonden het leven zxxllen verliezen. Lawine verwoest een hotel. Meisje omgekomen. Havas meldt uit Grenoble dat Maandagochtend een lawine neergestort is van Pointe des Signal en den vleugel van een hotel, waar zich talrijke gasten ophielden, vernield heeft Uit de pulnhoo- pen is het stoffelijk overschot van een jong meisje, dat nog niet. is herkend, geborgen. Vex'der zijn verscheidene lichtgewonden geborgen. De prefect van het departement van de Isore heeft zich naar de plaats des onheils begeven. regeeringssprekers komen, weinig doeltreffend zijn blijkt ook uit het feit dat de burgerij sinds eenigen tijd heeft opgehouden scherfvrije schuil- huisjes te koopen; en de advertenties van de fa brikanten, die deze beschermingsmiddelen in ve- lerlei kwaliteit en prijs te koop aanboden, zijn ook uit de kranten verdwenen. Zwak besef van het gevaar. Het publiek vat de schrikbarende voorstellingen der ï-egeering niet heel ernstig op. Dat blijkt uit zijn gansche houding. En de woorden der regee ring zijn op dit punt niet heelemaal in overeen stemming met haar daden. Men voelt geen vaste leidende hand en men is geneigd het optimisme te laten overheerschen en te zeggen dat het wel niet zoo'n vaart zal loopen. De eerste voorspel lingen over het karakter van den oorlog zijn niet uitgekomen. De overheid waarschuwt dat de ver wezenlijking van de eerste voorspelling slechts is uitgesteld. Maar blijkbaar heeft de groote meer derheid van het Engelsche volk er haar eigen idee over en vertrouwt ze dat. hoe onberekenbaar het vei-Ioop van den oorlog ook is, de hevige bom bardementen achterwege zullen blijven. Dat is zonder eenigen twijfel het overheer- schend gevoelen. Het- is volstrekt in strijd met de opvattingen, die officieel worden verkondigd. Dat moet men eigenaardig noemen. Men kan slechts vaststellen dat de regeering er niet in is geslaagd de bevolking van den ernst van den toestand te doordringen. Het gehaspel met de rantsoeneering en veel weifeling op ander gebied zullen daar met den geruststellenden invloed van „The Lion has wings" („De leeuw heeft vleugels") wel schuld aan hebben. A. K. VAN R, i wk PROGRAMMA WOENSDAG 21 FEBRUARI 1940. HILVERSUM 1. 1875 en 414.4 M. VARA-Uilzending. 10.00—10.20 v.m. VPRO. 6.30—7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Ber. ANP„ granx.muziek, 8.15 Orgelspel. 8.45 Gramofoonmuziek. 9.30 Keukenpraatje' 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor .arbeiders in de Con tinubedrijven. 11.30 Voorde vrouwi 12.00 Gra mofoonmuziek. 12.45 Berichten ANP., gramo foonmuziek. 1.00—1.45 VARA-orkest. 2.00 Cause rie „Stukje inbreien". 2.30 Residentieorkest en soliste (opn.). 3.15 Voor de kinderen. 5.30 VARA-orke,st. 6.30 Causerie .Komt draxxkge- bruik door scholieren nog voor?" 6.50 Zang met pianobegeleiding. 7.00 VARA-kalender. 7.05 Fe licitaties, 7.10 Volksliederen. 7.30 Bijbelvertel lingen. 8.00 Herhaling SOS-berichten. 8.03 Berichten ANP., VARA-Varia. 8.20 Rosian-or- kest. 8.50 Radiotooneel. 9.20 De Ramblers. 9.50 Causerie „Schuldig of onschuldig?" 10.00 Resi dentie-orkest (opn.i 10.40 Medische vraagbaak. 11.00 Berichten ANP., 11.10—12.00 Gevarieerd programma HILVERSUM II, 301.5 M. NCR V-uitzending, 6.30—7.00 Onderwijsfonds voor de Scheepvaart. 8.00 Ber.ANP., 8.05 Schriftlezing, meditatie, 8.20 Gramofoonmuziek. (9.30—9.45 Gelukwenschen) 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11,15 Cello, piano en gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek (Om 12.30 Berichten ANP). 12.40 Orgelconcert. 1,40 Spaar- ne-sextet en gramofoonmuziek. 3.00 Friesche uitzending. 3.303.55 en 4.00 Gramofoonmuziek. 4.15 Kinderkoor met pianobegeleiding en gra mofoonmuziek. 4.45 Felicitaties. 5.00 Voor de jeugd. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Causerie „De beteekenis van de industrieele ontwikkeling voor de werkverruiming in Nederland". 6.15 Gramo foonmuziek. 6.30 Taalles en technisch onder richt. 7.00 Berichten. 7.15 Lezing „De wassende roode vloed en de Finsche geloofsstrijd". 7.45 Gramofoonmuziek.. 8.00 Berichten ANP., her haling SOS-berichten. 8.15 Evangelisatiedienst. 9.45 Gramfoonmuziek. 10.00 Berichten ANP., actueel halfuur. 10.30 All Round-sextet. 11.40 Gramofoonmuziek. 11.50—12.00 Schriftlezing. ENGELAND. 391 en 449 M. (Na 6.20 nam. ook 342 M.) 12.20 A. Dulay-kwièntet. 12,50 BBC-Harmo- nie-orkest. 1.20 Berichten 1.30 Zang. 1.50—2.20 Billy Cotton en zijn Band. 3.20 Stedelijk or kest. van Eastbourne en Hastings en soliste. 4.10 Solistenvoordracht. 4.35 Lichte muziek. 5.20 Berichten (Wels). 5.25 Korte kerkdienst (Wels). 5.40 Kinderuurtje. 6.20 Berichten. 6.35 BBC-zangers. 6.50 Actueele uitzending. 7.20 Me- dedeelingen. 7.40 Variété. 8.10 Lichte muziek. 8.30 BBC-symphonie-orkest. 9.20 Berichten. 9.35 Actueele causerie. 9.50 Populair program ma. 10.05 Variété. 10.50 Schotsch programma. 11.20 Billy Cotton en zijn Band. 11.50 Ham en liedjes bij de luit. 12.20 Berichten. RADIO-PARIS. 1648 M. 12.05 Pianovoordracht. 12.20 F. Raugel-koor. I.05 Vioolvoordracht. 1.35 Zang. 2.00 Gramo foonmuziek. 2.0* en 2.30 Pianovoordracht. 3.20 Viool en piano. 3.50 Radiotooneel. 4 50 Zang. 5.20 Chansons. 5.35 Parijs instrumentaal kwin tet. 6.35 Kamermuziek. 7.50 Radiotooneel. 9.05 „Roméo et Juliette", opera. 10.05 Chansons. 10.35 Vioolvoordracht. 11.05 Trio concert. 12.05 Gramfoonmuzie. KEULEN. 456 M. 5.50 NSDAP-orkest. 7.40—9.20 en 10.50 Gra mofoonmuziek. 11.20 Concert. Ca. 12.20 Gra mofoonmuziek. 1.15 Muzikaal tusschenspel. 1.35 Populairconcert. 2.45 Muzikaal tusschenspel. 3.20 Voor soldaten. 5.10 Het Hauslerkwartet. 5.45 Cithertrio .i/Falkensteiner". 6.00 Amusements- sextet. 6.30 Radiotooneel. 7.05 en 7.35 Gra mofoonmuziek. 8.20 tot sluiting: Zie Deutsch- landsender. BRUSSEL. 322 en 484 M. 12.20 Gramofoonmuziek. 12.51 en 1.30 Om roeporkest. 1.50—2.20 en 5.55 Gramofoonmuziek. 6.05 Omroeporkest. 6.35 Zang met toelichting. 7.20 Gramofoonmuziek. 8.20 Voor soldaten. 8.50 Vier fanfares. Omroepkoren, solist en het Om- roepsymphonie-orkest. 10.40—11.20 Jazzmuziek, (gr. pl.) BRUSSEL 484 M. 12.20 Omroepdansorkest. 12.50 Gramofoonmu ziek. 1.30 Omroepdansorkest 6.35 Het d'Hol- lencourt-kwartet 7.05 Gramofoonmuziek. 8.20 Voor soldaten. 8.50 Zie Brussel 322 M„ 10.40— II.20 Gramofoonmuziek. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.35 Programma, gewijd aan de Westwall. 8.20 Jaro Michalek's orkest. 8.50 Bulgaarsch volks koor „Gusla" en solisten. 9.20 Berichten. 9 50 Concert. 10.20 Politiek overzicht, hierna: Omroeporkest 11.20 Berichten Hierna tot 12.20 Nachtconcert. 12.501.20 Militair programma.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 9