De goudstad Johannesburg.
LEDENCONCERT.
N.V. „GRANITO"
Nieuwe Uitgaven.
INGEZONKEN
STUKKEN
ZATERDAG 2 MAART 1940
HA ARK EM'S D S' G B E A D
2
(UN/T ESIETIEKIM
MUZIEK
ODA SLOBODSKAJA en
MARINUS FLIPSE.
Een stijgend succes.
Het begin van den Vrijdag in den Stadsschouw
burg gegeven zang- en piano-avond (de vijfde
Kam er muziekavond van Toonkunst) was niet ge
heel bevredigend, niet zoozeer omdat de tekst van
Rossi's „Lasciate averno" in het programma ont
brak, dan wel omdat Oda Slobodskaja deze muziek
zóó moeizaam en met zulk een pijnlijke expressie
zong, dat haar vertolking niet in overeenstemming
scheen met een wel overwogen, stilistisch zuivere
weergave. Daarbij klonk de vleugel hard en droog.
En de wijze, waarop Marinus Plipse vervolgens twee
door Busoni bewerkte Orgelkoraalvoorspelen van
Bach voordroeg, strookte ook weinig met de bedoe
lingen van den bewerker, zooals hij die in andere
transscripties heeft doen kennen, en waarvoor een
vermijding van alle zuiver pianistische effecten wel
een der voornaamste is. De rubati en de overvloed
van dynamische nuanceeringen in „Nun komm' der
Heiden Heiland" waren evenmin goed te keuren
als hel arpeggieeren van de decimen in de linker
hand in „Freut euch liebe Christen". Bovendien
heeft Busoni de herhalingen der beide strofen
anders „geregistreerd" door toevoeging van een
octavenverdubbeling aan de melodie. Waarom liet
Flipse die weg?
Een andere geest kwam met de vertolkingen van
twee liederen van Beethoven, waarin alleen de
hooge tonen geforceerd klonken, maar overigens het
schalksche element goed tot uitdrukking gebracht
werd. Ik heb me echter intussehen afgevraagd
waarom Beethoven het effect van de laatste twee
rc-gels van „Der Kuss" verzwakt heeft door eenige
herhalingen: een pointe móet men liever maar een
maal zeggen.
Zeer hartstochtelijk en op enkele minder
mooie hooge tonen na voortreffelijk interpre
teerde de zangeres Brahms' „Zigeunerlieder" en
hier vond zij in Flipse een alleszins uitmuntenden
partner.
Een paar weinig oorspronkelijke, eenigszins
den romantischen stijl van den jongen Richard
Strauss geschreven liederen van Glazounow open
den het tweede deel van dezen avond. Inplaats van
Prokokiei'f's „Boltonia" zong Oda Slobodskaja zeer
temperamentvol en mooi twee liederen van Tschai-
kowsky. Daarna speelde Flipse drie nummers ui:
het tweede deel „Préludes" van Debussy. „La ter-
rasse des audiences" droeg hij met zeer fijne scha
keeringen voor, „Les ter ces alternées" en „Feux
d' artifice" zeer krachtig en vaardig. Maar wat is er
eigenlijk voor geestigs of prélude-achtigs in een
etude als „Les tierces alternées" en wat voor „im
pressionisme" in een realistisch aandoende klank
schildering als „Feux d' artifice"?
Ten slotte traden zangeres en pianist weer ge
zamenlijk op, en nu ging het in stijgende lijn. Mous-
sorgski's kunst heeft in Oda Slobodskaja een aller
voortreffelijkste vertolkster, en hier vierden zoowel
haar zangtechniek als haar enorme uitdrukkings
kracht triomfen, die tot twee toegiften leidden,
beide uit Moussorgski's „Liederen uit de Kinder
kamer" gekozen. De expressieve kracht der zange
res was hier zoo groot, dat de onbekendheid der
meeste hoorders met de Russische taal geen hin
derpaal was om onder den indruk te komen. Ook
de begeleiding van Flipse was in al deze liederen uit
muntend. Met recht liet de zangeres hem in het
groote succes deelen.
K. DE JONG.
Haarlemsche Orkestvereeniging
Solist Walter Kauffmann.
Bij het luisteren naar de hooggestemde muziek,
die Brahms in het eerste pianoconcert heeft neer
gelegd, en waarvan Walter Kauffmann Vrijdag
avond een magistrale vertolking gaf met het orkest
der H.O.V., komt ons weer de strijd voor den geest,
dien Brahms had te voeren tegen het toen heer-
sahende philisterdom in de muziek, De edele Ro
bert Schumann was hem nu ontvallen, de geniale
Clara Schumann speelde op haar concertreizen,
naast het werk van haar gestorven echtgenoot,
vrijwel uitsluitend de muziek van den jongen
Brahms. Maar aan deze priesteres der kunst mocht
niet alles worden overgelaten. Met Joseph Joachim
als dirigent speelde Brahms zelf zijn concert, in
Hannover. Men miste de flonkerende virtuozen-
partij welke in die dagen „en vogue" was; een ma
tig succes was het gevolg. Kort, daarop had onder
Rietz de tweede uitvoering plaats te Leipzig: de
philisters hadden overwonnen. Dit onverkwikke
lijk gedoe, tachtig jaren geleden, is bovenal onbe
grijpelijk, wanneer men weer de volle schoonheid
dezer muziek ondergaat.
Aan den vleugel de bescheiden kunstenaar, die
zich in deze muziek, waarvan het zwaartepunt uit
sluitend ligt in de muzikale conceptie, ten volle
heeft ingeleefd. Naast hem het orkest, dat behoed
zaam de klippen der uitteraard te massale or
kestratie behoedzaam uit den weg gaat.' Als leider
de dirigent, die de sfeer dezer stormende klavier
muziek, maar de vertederingen ook en de stille weo-
irioed, overdraagt op zijn orkest. Ik meen dat uit
een zóó gelukkig samenwerken de schoonheid zelve
geboren wordt. Zóó was het en boven alles in het
heerlijk Adagio,waar de Genius wijd de vleuge
len uitslaat en al wat luistert in zijn ban staat.
Is het nog noodig te zeggen dat de solist moet
beschikken over groote geestelijke en materieele
kracht? En dat wie bewonderend, maar bewogen
ook mocht luisteren, aan de blijheid over dit ge
beuren lucht gaf? Een staande ovatie, waarin de
solist allen liet deelen: den dirigent en 't orkest in
den persoon van den eersten concertmeester.
Tevoren had het orkest zioh kunnen inspelen,
toen het een jonggeborene ten doop hield. Met veel
zorg heeft het den nieuwen wereldburger (varia
ties en fuga, door H. W. Hannivoort) gekoesterd,
en toegelachen ook. De philisters zouden het onge
moeid hebben gelaten, omdat zij het niet hadden
opgemerkt, zij 't misschien, dat zij aanmerkingen
-hadden willen maken op de fuga, waarvan zich de
tweede expositie in niets onderscheidt van de eer
ste. Dat na Beethoven's amplifiëerende variatie
kunst dit figureeren geen zin meer heeft, zou hun
allicht niet hebben gedeerd. De componist, die aan
wezig was, betuigde zeer terecht den dirigent en
het orkest zijn groote tevredenheid.
Na de pauze ging de Symphonie fantastique.
Berlioz heeft op den dirigent Marinus Adam al
tijd een groote bekoring uitgeoefend. Ik herinner
mij nog levendig den eersten keer, dat Adam dit
werk op het programma plaatste. Wanneer men in
aanmerking neemt, dat het orkest toen nog niet ten
halve presteerde wat het nu vermag, dan getuigt
tiie daad van grooten moed. Maar hoe heeft Adam
sindsdien zijn opvatting herzien? In de plaats van
een behoedzame uiting is gekomen een spontane
en uitbundige vertolking. Een uitbundigheid even
wel. waaronder de orkestleden zich volkomen ge
rust. want uitnemend geleid weten.
Ik moge nog wijzen op het contrast tusschen de
wy'ze waarop Brahms werd ontvangen en de baan
brekende critiek die Robert Schumann wijdde aan
den jongen Berlioz en zijn Symphonie fantastique.
Maar in de philisters bij Brahms was alleen de
ni.id. die de critiek hanteerde als oorlogstuig. In
Schumann was de Liefde, en het bewustzijn zijner
roeping.
G. J. KALT.
23 Personen verloren het leven en meer dan 500 werden gewond, toen een tornado Albany in den Amerikaanschen
staat Georaia teisterde. Een overzicht van de verwoesting, welke werd aangericht
Ilse Meudtner.
Komt ook naar Haarlem.
In het begin van de volgende maand zal onder
auspiciën vffn Impresario Ernst Krauss de wereld
vermaarde danseres Ilse Meudtner een reeks gast-
voorstellingen in ons land geven.
Deze danseres, van wie geschreven werd, dat zij
,de charme van Harald Kreutzberg's danskunst, de
gloed van La Argentina en het expressie-vermogen
al is het in andere lijn van Mary Wigman be
zit", heeft in de meeste landen van Europa en ook
in Amerika met zeer groot succes tourneeën gemaakt
en is sedert eenige jaren als eerste solo-danseres aan
de Staatsopera te Berlijn verbonden.
Terwijl zij gedurende de Olympiade te Amsterdam
opzien baarde zij werd kampioene voor Europa
in het kunstspringen, als vertegenwoordigster van
de sport, wist zij gedurende de Olympiade in 1938
te Berlijn een hoogtepunt te bereiken als danseres
in de rol van „Barberina" in het groote ballet „Bar-
berina", waarmede het ballet der Staatsopera te
Berlijn de 14-daagsche dans-olympiade bekroonde.
Ilse Meudtner heeft in het bijzonder met haar
humoristische dansgedichten en haar grotesk dansen
veel succes. „Die fromme Helene", dansen geïnspi
reerd door Wilhelm Busch en soortgelijke dans-
creaties, die aan Trudi Schoop herinneren, zal Ilse
Meudtner ook gedurende haar tournee door Neder
land uitvoeren.
De voorstellingen zullen o.a. plaats vinden te Am
sterdam, Den Haag, Rotterdam, Groningen, Stads
schouwburg, Utrecht, Haarlem, Stadsschouwburg.
OUDERAVOND DR. A. KUYPERSCHOOL
Vrijdagavond hield onder groote belangstelling de
Dr. A. Kuyperschool haar jaarlijkschen Ouderavond.
Daar het schoolgebouw niet beschikbaar is, is de
school thans gehuisvest in de St. Franciscusschool
aan het Pretoriaplein. De ouderavond vond plaats
in het gymnastieklokaal van laatstgenoemde school,
De voorzitter, de heer G. Smits, heette de aan-
/ezigen hartelijk welkom en- sprak zijn blijdschap
uit over de warme belangstelling, die steeds van de
zijde der ouders door de school ondervonden wordt.
Hij dankte voorts het bestuur en de zusters der
Roomsch-Katholieke scholen voor de hartelijke me
dewerking, en het personeel der Dr. Kuyperschool
voor de ijver, waarmee het ook in de moeilijke om
standigheden heeft gearbeid.
Het hoofd der school, de heer H. Hulleman deed
verschillende mededeelingen over het onderwijs. Hij
constateerde een op peil blijven van het aantal leer
lingen en onderwijs, niettegenstaande er slechts
halve dagen school wordt gehouden.
De heer J. Hogenbirk hield daarna een rede over
,Een niet onbelangrijk deel der opvoeding", daarbij
vooral de aandacht vestigend op het belang van aan
brengen van goede vormen en manieren. Met be
langstelling werd dit onderwerp gevolgd.
Na afloop van de pauze werd in de 10 lokalen het
schriftelijk werk bezichtigd en in het handwerklo
kaal de gemaakte voorwerpen, terwijl er door de
ouders veel gebruik werd gemaakt van de gelegen
heid met de onderwijzers en onderwijzeressen over
hun kinderen te spreken.
EEN DEBAT OVER DE BETEEKENIS VAN DEN
GODSDIENST.
Maandag 18 Maart zal in het Gem. Concert
gebouw te Haarlem een openbaar debat worden
gevoerd over de vraag of de godsdienst nog
beteekenis heeft voor dezen tijd, waarbij de
heeren M. v. cl. Brink, redacteur' van „De Vrij
denker" en Ds, J. J. Buskes Jr., Geref. predi
kant in H. V. te Rotterdam, over deze vraag van
gedachten wisselen zullen.
Z ONDAG1MIDDA G€ONCERT VAN DE ILO.V,
Aan het Zondag middagconcert der H.O.V.
verliient het gemengd koor „Polyhymnia" mede
werking. Na het „Concerto Grosso" No. n in d
moll van Vivaldi, waarmee het concert begint,
zingt dit koor het Halleluja uit „Der Messias"
van Handel, „Avè Verum Corpus" van Mozart en
„Die Ehre Gottes aus der Natur" van Beet
hoven met begeleiding van het orkest, onder
leiding van Willem Hespe.
Na de pauze vertolkt de soliste van dezen
middag, Lily Pataky de „Symphonie Espagnole
voor viool en orkest" van Lalo. Het concert
dat onder leiding van Marinus Adam staat,
wordt besloten met de ouverture „Le carnaval
romain" van Berlioz.
BRIDGE WEDSTRIJDEN OM DE
„ROSEIIAEGHE COUP".
In het gebouw „Rosehaeghe" zijn de jaarlij-k-
sche coup wedstrijden gehouden. Deze beker was
voor 1939 in het bezit van de Haarlemsche Bridge
Club, die hem na spannenden strijd voor 1940
heeft moeten afstaan aan de B.C. „Haarlem
Noord". Het Haarlem-Noord team behaalde 17514
put., het H.B.C. team behaalde 170 pnt. en het
Rosehaeghe team 146 pnt.
Met een woord van dank voor de goede leiding
van den heer Klaseboer sloot de voorzitter, dè
heer Machielse, dezen goed geslaagden avond.
MET DE REIGER NAAR ZUID-AFRIKA
PERSONALIA.
De rijksklerk O. Mollema te Haarlem is bevor
derd tot adjunct-commies te Haarlemmermeer,
zulks met ingang van 1 Maart.
De beteekenis van de goud
industrie voor den Wit-
watersrand en voor de Unie
Op een afstand van nog geen 60 K.M. van
Pretoria, hoofdstad en zetel der regeering, maar
met het karakter van een tuinstad, een klein
winkelcentrum, omgeven door rustige wijken
van fraai aangelegde vilalanen, bewoond door
ambtenaren en rustige burgers op nog geen
60 K.M. van deze typisch Transvaalsche stad,
met zijn in meerderheid Afrikaanseh sprekende
bevolking verrijzen de torenhooge beton-
bouwsels van een drukke, woelige metropool,
een netwerk van straten, waar zelfs het be
scheiden groen van een half-rveborgen plant
soen of park niet te vinden is.
Het is Johannesburg, na Kaïro de grootste
stad van geheel Afrika, met meer dan 550.000
inwoners, waarvan ruim 280.000 blanken. In elk
opzicht doet Johannesburg denken aan een
Amerikaansche stad. De regelmatig loopende
straten, die elkaar op 'regelmatige afstanden
snijden, verdeelen de geheéle binnenstad
regelmatige vierkante blokken. Steeds meer ge
bouwen verrijzen in de'binnenstad en zelfs in
de buitenwijken in wolkenkrabber-stijl, welis
waar niet zoo hoog als in New York en Chicago,
maar toch hoog genoeg om de stad haar typisch
Amerikaansch uiterlijk te geven. Gebouwen van
10 tot 15 verdiepingen vindt men in alle straten;
gebouwen met 20 en 22 verdiepingen zijn zeld
zamer, maar toch geen uitzondering meer. In
de binnenstad vindt men luxueuze winkels, ma
gazijnen en warenhuizen, hotels en restaurants,
bankgebouwen en enorme bioscooptheaters.
Pleinen heeft Johannesburg bijna niet; klaar
blijkelijk vond men dat zonde voor den grond
die door pleinaanleg immers renteloos zou blij
ven op een oogenibiik, dat de grondprijzen blijk
baar zoodanig gestegen waren, dat men de huizen
steeds hooger ging bouwen.
Want waar de uiteinden van dezelfde rechte
straten, waaraan in het centrum de fraaiste
modemagazijnen en de beste hotels gelegen zijn,
den buitenkant van de stad naderen, vindt men
er oude, één verdieping hooge huizen, wrakke
stallen en met plaatijzeren daken bedekte
loodsen en opslagplaatsen. Zag zóó het Johan
nesburg van 50 jaar geleden eruit?
Deze reusachtige stad, omgeven door fraaie
villaparken, met haar jachtig leven, haar in
tensief verkeer, waardoor men de hoofdstraten
niet kan oversteken indien de verkeerslichten
op de straathoeken 'voor den voetganger niet
op veilig staan, dit moderne Johannesburg is
precies ruim 50 jaar oud. Deze wereldstad is
ontstaan in September 1886, toen de eerste goud
delvers hier een paar schamele hutten neerzet
ten, omdat de kale, tot dan toe waardeloos ge
achte hoogvlakte, de kostbare goudschatten van
het Rif blek te bedekken, het Rif dat de voor
naamste goud-houdende laag is van den geheelen
Witwatersrand en dat zich teh Oosten en ten
Westen van Johannesburg over een lengte van
bijna 200 K.M. uitstrekt.
Evenals Johannesburg zijn opkomst, dankt de
geheele Witwatersrand zijn bestaan aan het
goud, dat de voornaamste bron van welvaart
is van Transvaal en van de geheele Unie van
Zuid-Afrika
Teneinde tijdens ons korte bezoek met de
„Reiger" een indruk te krijgen van de werkelijke
beteekenis van de goudwinning in de Transvaal,
hebben wij. ons licht opgestoken bij den voor
zitter van de Chamber of Mines, de in 1889 op
gerichte organisatie, waarbij alle belangrijke
goud- en kolenmijnen in Transvaal zijn aange
sloten en die de belangen behartigt der mijn
ondernemingen, alle onderhandelingen voert met
regeering en vakvereenigingen, en alle maat
regelen ontwerpt in alle gevallen, waarin col
lectief moet worden opgetreden. Op den belang
rijken post van voorzitter dezer organisatie von
den wij een landgenoot, de heer J. F. Unger, die
ons niet alleen persoonlijk vorolichtte, maar ons
ook tal van belangwekkende gegevens en cijfers
verstrekte.
Van 1920 tot 1931 bedroeg de waarde van de
goudproductie in Transvaal alleen meer dan
de helft van die der wereldproductie. Dat het
percentage, dat in 1931 51.3 pet. bedroeg met
een waarde van 90 millioen Pond in 1937 ge
daald was tot 33.2 procent van de wereldpro
ductie, hoewel de waarde der goudproductie in
Transvaal, die toen 11.734.575 ons fijn bedroeg.
tegen was tot 150.870.000 Pond, vindt zijn
oorzaak in het feit, dat in andere landen, voor
al in de Sovjet Unie, waar in vroegere jaren
geen intensieve exploitatie plaats vond, de pro
ductie in snel tempo werd opgevoerd, In 1938
was de productie gestegen tot 12.156.629 ons fijn
en met aftrek van de bedrijfskosten was In ge
noemd jaar de zuivere opbrengst der gezamen
lijke goudmijnen 84.203.530 Pond. Om deze hoe
veelheid goud te winnen heeft men 53.834.150
ton goudhoudende rotsgrond uit de goudmijnen
gehouwen, vermalen, verpulverd, tot pap ge
mengd en volgens de modernste chemische
procédés uitgeloogd. In 1939, over welk jaar de
totaal-opbrengst nog niet bekend is, heeft men
zelfs meer dan 58.3 millioen ton grond verwerkt.
In de gezamenlijke bij de Chambers of Mines
aangesloten mijnen van den Witwatersrand
waren in het afgeloopen jaar werkzaam 43.182
blanke geëmployeerden en 295.822 kaffers. De
beteekenis van deze cijfers worden pas duidelijk
als men rekent, dat de geheele bevolking van
den Witwatersrand, vrouwen en kinderen mee
geteld, bestaat, uit ongeveer 430.000 blanken en
633.000 kaffers en andere kleurlingen. Dan
blijkt ook duidelijk, hoezeer de welvaart van den
geheelen Rand gebaseerd is op de goudmijnen.
Men is zich daarvan bewust als men in een be
langrijke industrie-stad als Germïston een groote
machinefabriek bezichtigt, waar niets dan mo
toren, machines en ventilatoren voor de goud
mijnen worden gemaakt, zoodat het geheele
bedrijf tot werkloosheid zou zijn gedoemd, in
dien ooit de vraag van de mijnindustrie zou op
houden. Maar men beseft het ook;'als men In
Germiston de groote, tot in de perfectie ge
rationaliseerde confentie-fabrieken bezoekt, als
men de juwelierszaken en modemagazijnen
van Johannesburg ziet, dat dit alles af
hankelijk is van de goudmijnen en ge
baseerd op het goud, dat dagelij ks in groote
hoeveelhëid uit den grond wordt gehaald.
Men beseft het vooral als men de handels
balans van de geheele Unie van Zuid-Afrika ziet;
de invoer toeliep in 1939 een waarde' van 91.046.115
Pond Sterling', de uitvoer zonder goud
slechts 33.745.456 Pond Sterling. Het verschil
is overbrugd door den goud-uitvoer, en nog heeft
de Unie geen reden tot bezorgdheid, want de
waarde van de totale goud-productie in 1939
wordt geraamd, met aftrek van de productie
kosten, op ruim 92 millioen Pond.
Kan deze goudvoorraad niet uitgeput raken?
Is de goudhoudende laag, die als een groote
kom, die in het midden diep uitgezakt is, onder
het gehele Randgezied doorloopt, niet slechts
enkele centimeters dik? De meeningen hierover
loopen zeer ver uiteen. Volgens sommige geolo
gen zou er nog slechts 1160 millioen ton grond
economisch verwerkt kunnen worden, bij het
huidige productiecijfer dus nog slechts 40 jaar
lang gpudwinning op groote schaal mogelijk
zijn. Deze geologen hadden echter al mijnen
afgeschreven, die thans weer in gebruik zijn, want
door de stijging van den goudprijs kan men
thans weer mijnen rendabel maken, die men bij
lageren goudprijs gesloten heeft omdat de
exploitatiekosten te hoog waren. Van de periode
van hooge goudprijzen maakt men gebruik, om
de armere' en moeilijk te bewerken lagen te ont
ginnen, welker exploitatie bij lage prijzen niet
rendabel is. -Men heeft dan ook in den laatsten
tijd in den uitersten Oost en West-Rand verschei
dene nieuwen mijnen aangeboord. Een nieuwe
goudmijn wordt pas na 5 jaar rendabel, en velen
gelooven dan ook niet. dat men binnen afzien-
baren tijden behoeft te vreezen dat de goud
voorraden van Transvaal uitgeput raken, te
minder nu de moderne ventilatoren het moge
lijk hebben gemaakt, in mijnen te werken tot
op een diepte van 2500 meter.
SPOEDVERGADERING PERSONEEL
BROCKWAYBUSSEN.
Door de samenwerkende organisaties van
transportarbeiders is het personeel werkzaam
bij de Haarlemsche Brockway Bus Maatschappij
opgeroepen tot een spoedvergadering teneinde
verslag uit te brengen van de gehouden be
spreking met de directie van voornoemde maat
schappij en hieromtrent een verdere beslissing
te nemen.
De vergaderingen welke zullen plaats vinden
in het vergaderlokaal van den C-entralen Bond
van Transportarbeiders zullen zoowel des mor
gens als des avonds worden gehouden op Maan
dag a.s.
HAARLEMSCHE BESTUURDERSBOND.
De Haarlemsche Bestuurders-Bond heeft voor
Donderdag a.s. een bijeenkomst belegd toegan
kelijk voor de bestuursleden en vertrouwens-
menschen van de bij genoemde vakcentrale
aangesloten organisaties in één der zalen van
café-restaurant Brinkmann aan de Groote Markt
De heer J. Schuil, adjunct-secretaris van de
Bouwarbeiders Internationale, zal dien avond
het onderwerp: „De vakbeweging in Rusland"
behandelen.
Wij ontvingen de nummers 2 en 3 van „De
oorlog in woord en beeld", door prof. dr, P.
Geyl en dr. C. D. J. Brandt (uitgave Seheltens
en Giltay, te Amsterdam). Ook deze afleverin
gen bevatten weer tal van actueele foto's met
toelichtenden tekst
N. BOERKOEL - Aeibertsbergstraat 80
Telef. 14028 - Zaak: Ged. Oude Gracht 46
Alle GRANITO- en TEGELWERKEN
„Strak van lijn, soepel van prijs
Adv ingez. Med.i
Des nachts lichte vorst, ovendiag iets zach-
ter, helder tot halfbewolkt, droog weer. In
het noorden zwakke wind, in het zuiden
zwakke tot matige oostelijke tot zuidooste
lijke wind.
BAROMETERSTAND
Stand van gisteren 772 m.M.
Stand van hedenmorgen 10 uur 775 m.M. 1
Neiging; Vooruit.
Opgave van CAREL v. HUIZEN, Opticien.
KI Houtstraat 13 - Tel 14112.
BELANGRIJKE TELEFOONNUMMERS.
Politie 11850.
Ongevallendienst (Brandweerkazerne) Ged.
Oude Gracht 14141.
Brandweer 15333.
In de serie „Oxfordsche brochures over
wereld-aangelegenheden" (uitgaven Martinus
Nijhoff te 's Gravenhage) is als nr. 23 versche
nen: „Het raderwerk van den oorlog" door
Geoffrey Crowther, redacteur van The Econo
mist", waarin o.a. worden behandeld: de econo
mische zijde van den oorlog, de totalitaire oor
logvoering en de voedsel- en grondstoffenvoor-
ziening.
Bij C. J. Terwee te Putten (G.) is verschenen:
„Baby': Ik wou dat Moeder dit wist", door dr.
W. F. Enklaar, immunoloog en kinderarts te
Amsterdam. Het boekje geeft bijna geen theorie,
maar is uitsluitend geschreven voor de practijk
van het leven en gegroeid uit die practijk. Het
boekje geeft tal van nuttige wenken voor de be
handeling van zuigelingen en biedt den ouders
ook gelegenheid tot het maken van aanteekenin-
gen over het gewicht van het kind en over ver
schillende eigen waarnemingen.^
Bij den uitgever E. J. Brill te Leiden, verscheen,
„Moreele en geestelijke herbewapening op sociaal
economisch gebied" door ir. A. G. Bosman.
De schrijver betoogt dat protectiemaatregelen
het leven dood maken en dat daardoor de koop
kracht der natie verlamd wordt, terwijl er juist
behoefte is aan grootere koopkracht, grooteren
omzet, wat alleen lagere prijzen kunnen geven.
Alleen in het land van den vrijhandel is alles
het goedkoopst; protectie is zelfbedrog. Het is
haast ongelooflijk dat de regeering toch weer
opnieuw (na noodlottige ervaringen in een niet
zoo heel ver verleden) haar heil zocht bij'
protectie.
De loonstrijd is een strijd tegen windmolens;
als de loonsve-rhooging verkregen is, is de gulden
juist weer zooveel in waarde gedaald dat de ver
hooging weer te niet wordt gedaan. Na-ar het
oordeel van den schrijver behoort de belooning
van den werkman te bestaan uit een vast
weekloon (dat niet te hoog mag worden
èn een winstaandeel.
De heer K. ter Laan heeft bij den uitgever W,
J. Thieme en Cie. te Zutphen doen verschijnen;
„Wat de torens vertellen", een serie goed vertelde
overleveringen van toren en kerken, verlucht
met houtsneden van N. J. B. Bulder.
In van Gorcum's Jeugd tooneelfonds te Assen,
onder redactie' van David Tomkins, is verschenen
„Het spelletje van blij zijn", door C. P. van As-
peren van der Velde.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie
zich niet verantiooordelijk.
Van ingezonden stukkengeplaatst oj niet ge
plaatst, wordt de kopij den inzender niet terug
gegeven.
Verkeers-chaos.
Ondergeteekende, die dagelijks per fiets de
binnenstad door moet, heeft reeds vele malen
zijn leven in gevaar gezien door omstandigheden,
welke voortvloeien uit het z.i. ongelukkige rege
len van het verkeer.'
Lr de eerste plaats is hij vele malen, niettegen
staande hij dit juist trachtte te ontwijken, door
de gladde rails (vooral bij regenachtig weer) op
den .grond gesmakt.
Het zijn gelukkige omstandigheden geweest dat
in dergelijke gevallen geen auto of tram achter
hem reed, anders waren de gevolgen, welke voor
anderen vele malen helaas wel droevig waren,
van ernstiger aard geweest. Dat ondergeteekende
niet het eenige slachtoffer in deze is geweest
moge blijken uit het feit, dat diverse kennissen
eenzelfde lot ondergaan hebben.
Het bovenstaande is voor mij reeds voldoende
om de Overheid te vragen, niettegenstaande de
trammaatschappij concessie heeft voor tram-
diensten door de binnenstad een andere regeling
te ontwerpen. Zooals de toestand thans is zijn er
mensehenlevens mee gemoeid. En dat de Over
heid een dergelijke verantwoording blijft dra
gen komt me onbegrijpelijk voor.
Voorts nog het volgende:
Voor het parkeeren in de binnenstad is een
allerongelukkigste regeling, welke direct dient
te eindigen. Het navolgende moge dit recht
vaardigen.
Ondergeteekende heeft dikwijls als hij fietsende
was in één der straten (Groote Houtstraat,
Gierstraat, Koningstraat) meegemaakt, dat hij
reehtsrijdende moest uitwijken voor de tram,
dus naar linkst moest uitwijken (r.echtsuitwijken
is onmogelijk door het trottoir). Links kwam een
auto aangevlogen, even wachten dus, de tram
tingelde ten tee-ken van opzij gaan; waar moest
je zoo gauw naar toe om het vege lijf te redden?
Er stonden ook nog auto's geparkeerd (vooral
bij zakenm-enschenTenslotte kwam je er goed
tusschenuit. Maar is het niet droevig te noemen
dat een dergelijke toestand in een binnenstad
gecontinueerd blijft. Ts het te verwonderen, dat
er slachtoffers vallen met zoo'n regeling?
Ondergeteekende was er nog kort geleden ge
tuige van dat een fietsende oude man door
slippen op de gladde rails kwam te vallen vlak
naast een hem tegemoetkomende tram; dit ge
beurde overdag. Nog dienzelfden avond, terwijl
hij stond te praten, zag hij kort achter elkaar
2 fietsers door slippen over de gladde rails, een
smak maken.
Mijnheer de Redacteur, doel dezes is om de
Overheid te prikkelen, dat zij in deze het noodige
doet, wat moreel gesproken niet langer mag
worden uitgesteld.
EEN FIETSEND ABONNé