Het Turfschip van Breda.
Dader van aanslag te
Soesterberg gegrepen
Bommen vielen nabij
kustvaarder.
MAANDAG 4 MAART 1940
H X X R E E M'S DXGBEX D'
1590 4 Maart 1940
maer 't oorloghsvolok beneden
En liep geen klein gevaer. De bodem
slorpte 't nat,
Door 't stooten op een' paal, waer door
een yeder zat
In 't water tot de knie, en vreesde te
versticken.
Vondel, Gijsbreght van Aemstel.
Tijdens zijn verblijf te Voorn in de maand Fe
bruari van het jaar 1590 kreeg Prins Maurits be
zoek van een Brabantschen turfschipper, 'n zeke
ren Adriaan van Bergen of Van der Berg. Deze
woonde in het dorpje Leur, in de nabijheid van
Breda en had een vrijgeleide zoowel van de Span
jaarden als van de Nederlanders, dat het hem
mogelijk maakte regelmatig naar en van Breda
te varen. Sinds ettelijke jaren voorzag hij het
kasteel dier stad van brandhout en turf en lang
zamerhand was hij zoo'n bekende figuur gewor
den bij de bezetting der vesting, dat zijn vaartuig
zelden meer door de wachtposten werd onder
zocht. Van Bergen stelde nu den Stadhouder voor
een aantal soldaten in het ruim van zijn schip
te verbergen en op die wijze Breda bij verrassing
te nemen. Wel was er een garnizoen van vijf
vendels Italiaansche infanterie en een com
pagnie cavalerie, maar de commandant Lanza-
vecchia, gouverneur van Breda en van Geertrui-
denberg vertoefde nu eens in de eene, dan in de
andere stad en bij ontstentenis van den bevel
hebber voerde zijn'neef Paolo, een onbekwame,
ruwe gast, het bewind over de vesting. Hem zou
men zeker kunnen verschalken, al had hij min
stens 350 man onder zich.
Maurits ging op het voorstel van den turf
schipper in. Na overleg met Johan van Oldenbar-
nevelt droeg hij het commando op aan kapitein
Hérangière. Deze keus bewijst de menschenkennis
van den Raadpensionaris. Er zou Hérangière alles
aan gelegen zijn, de gevaarlijke opdracht tot een
goed einde te brengen. Deze overigens zeer ver
dienstelijke officier die zich meermalen had on
derscheiden, was n.l. gemengd in den aanslag
dien Leycester in 1587 op Leiden had gepleegd en
Oldenbarnevelt meende terecht dat hij, wanneer
hem de kans geboden werd, zijn uiterste best.zou
doen zich te rehabiliteeren.
Hérangière koos 68 soldaten uit. van wier moed
en doorzettingsvermogen hij overtuigd was en
bovendien werden hem nog drie officieren, van
wie luitenant Heldt de bekendste is, toegevoegd.
Op den 25en Februari begaven zij zich naar Ze
venbergen. in de nabijheid van Willemstad, waar
zij den ganschen nacht vergeefs op Van Bergen
en zijn turfschuit wachtten. Tegen den morgen
verscheen hij eindelijk. Waarom hij zoo laat was?
7roeg Hérangière op onvriendelijken toon. Van
Bergen excuseerde zich: hij had zich verslapen.
Het vertrek werd toen tot den nacht van den 26en
uitgesteld. De manschappen verborgen zich in het
ruim en de gevaarlijke tocht begon.
Het schip was met een zoldering van planken
voorzien die met turf was bedekt en voer lang
zaam de Dintel op. Zware ijsschotsen dreven in
het water en een scherpe Oostenwind maakte
het verblijf in de nauwe ruimte allesbehalve aan
genaam. Na eenige uren varens kon het schip niet
Slapend in boschje te
's Gravenhage aangetroffen
Hij zeg) van niets te weten
Door de oplettendheid en tegenwoordig
heid van geest van twee Haagsche recher-
I cheurs is men erin geslaagd den dader van
den laffen aanslag op mevr. Van der Griendt
te Soesterberg te arresteeren.
Omstreeks zes uur Zaterdagavond zagen
twee in burger gekleede surveillcerende agen
ten in de boschjes van Poot te 's-Gravenhage
i nabij den Nteboerweg, een man op den grond
liggen slapen. Zij maakten hem wakker
i waarop de man als een bezetene te keer ging
en vertelde, dat hij een paar glaasjes bier
had gedronken, nu zijn roes uitsliep en naar
Wassenaar wilde. De agenten, wien het signa
lement van J. Leeuwenkamp, den dader van
den aanslag, bekend was, meenden Leeuwen
kamp in den aangehouden man te herkennen.
Naar zijn naam gevraagd, gaf hij echter een
anderen naam op. waarna de agenten den man
meenamen naar het bureau Duinstraat.
Hij weigerde daar op iedere vraag antwoord te
geven, waarop hij gefouilleerd werd en de politie
een portefeuille op hem vond. waarin een kaart
van de Arbeidsbeurs in Amersfoort werd aan
getroffen, ten name van J. Leeuwenkamp. Ook
na deze vondst weigerde de man iets te ver
klaren.
Hij werd hierna meegenomen naar het hoofd-
bureau van politie, waar de justitieele dienst C
1 hem een voorloopig verhoor afnam.
Tijdens dit verhoor is de man aan het praten
gegaan, doch op zulk een verwarde wijze, dat
men uit zijn verhalen nauwelijks wijs kon. Ten
slotte gaf hij toe Leeuwenkamp te zijn doch een
directe bekentenis dat hn der» '««««slo"
pleegd. gaf hij niet.
Leeuwenkamp zal op transport naar Soest
jvorden gesteld
meer tegen stroom en wind op. Het moest blijven
liggen tot Donderdagmorgen den 29sten. Zestig
uur zaten de 72 wakkere kerels dicht opeengepakt
en ontzettend hadden zij te lijden van de koude
en den dorst. Toen konden zij niet meer. Met ze
ventig uitgeputte, half bevroren mannen neemt
men geen vesting in, hoe zwak die ook wordt ver
dedigd. Hérangière ontscheepte zijn soldaten en
gaf hun gelegenheid op hun verhaal te komen tot
's avonds 11 uur. Toen draaide de wind en met
nieuwen moed kropen de soldeniers in hun eng
verblijf. Nog twee heele dage bleven zij daarin
opgesloten, toen lag Breda voor hen. Tusschen
de buiten- en de binnenhaven was een smalle
waterweg, waarin de schepen onderzocht werden.
De officier van de wacht kwam met een roei
bootje aan boord, maakte een praatje met den
schipper en wierp een blik in de kajuit, die door
een deur verbonden was met het ruim. Eén woord,
één kuch zou op dat oogenblik aan alle opvaren
den het leven hebben gekost. Maar de wachtcom
mandant bespeurde niets bijzonders en stapte
weer in zijn roeiboot, zeggend dat hij een paar
mannen zou sturen om het schip de binnenhaven
in te sleepen. Er werd een lijn uitgegooid en de
vijand trok zijn belagers de vesting binnen. Plot
seling stootte het schip op één of ander voorwerp
dat zich onder water bevond. Het koude vocht
drong door de opening en binnen enkele minuten
zaten de verkleumde kerels tot de knieën in het
water. De schipper en zijn knecht pompten uit
alle macht en gelukkig werd de wal bereikt. Daal
de bezetting in die barre kou al verlangend naar
't turfschip had uitgezien, begonnen eenige sol
daten dadelijk de lading te lossen en dat met zulk
een ijver, dat de zoldering al bloot begon te ko
men. En het was den aanslagplegers bijna onmo
gelijk zich niet door hoesten en niezen te ver
raden. Luitenant Heldt gaf den man naast hem
zijn dolk en vroeg hem toe te steken als hij zijn
hoesten niet kon bedwingen. Maar de schipper
maakte zooveel lawaai met zingen, schreeuwen en
pompen, dat de gesmoorde geluiden uit het ruim
overstemd werden. Eindelijk gaf hij den soldaten
wat kleingeld en zich doodmoe houdende, vroeg
hij hun het werk den volgenden dag te voleinden.
Maar de oppasser van den commandant bleef
dralen. Hij vond dat de turf van slechte kv/aliteit
was en waarschuwde Van Bergen dat de bevel
hebber er zeker niet mee tevreden zou zijn. „Het
beste deel van de lading zit onder in", antwoordde
de koelbloedige beurtschipper, „dat is speciaal
voor den commandant bestemd en morgen krijgt
hij er zooveel van als hij wil".
Tegen middernacht slopen de spitsbroederen uit
hun gevangenis. In twee groepen overvielen zij
de wacht en het wapenarsenaal van de vesting
en doodden allen die zich verzetten. De overigen
vluchtten hals over kop de stad in, zonder in hun
panischen schrik de brug die vesting en stad ver
bond, te vernielen. In plaats van de burgerij tot
verzet aan te sporen, verspreidden zij overal
schrik en verwarring.
Zoo bleef de situatie tot Prins Maurits, door
één der schippersknechts gewaarschuwd, met den
grootsten spoed oprukte en met een sterke af-
deeling de vesting bezette. Voor de bedreiging dat
de stad zou worden overgeleverd aan de soldaten
zwichtte Breda en de Prins deed op 4 Maart zijn
intocht in „zijne vaderlijke erfenis".
De schipper en zijn knechts kregen een jaar
geld, de soldaten een gouden penning en twee
maanden soldij en Hérangière werd commandant
over de stad.
Wel eenigszins als een modern legerbericht
klinkt het als wij tenslotte over den aanslag lezen
..Van de vijanden sneuvelden meer dan veertig
man, wij leden geen verliezen". Alleen is veertig
voor onzen tijd heel weinig.
P. H. SCHRÖDER
Wat te doen bij inslag van een
projectiel?
Naar aanleiding van de, in den laatsten tijd
voorgekomen gevallen van inslag van projec
tielen van eigen afweergeschut in woningen of
andere plaatsen in deze gemeente en de moge
lijkheid van herhaling daarvan in de toekomst,
is door den commandant van den luchtverdedi
gingskring Amsterdam medegedeeld, dat vermoe
delijk geen gevaar voor ontploffing meer bestaat
wanneer deze tien minuten na den inslag niet
plaats heeft gehad, mits men het projectiel rustig
op zijn plaats laat. Aanraking of verwijdering
van het projectiel mag slechts geschieden door
deskundig personeel.
In geval van inslag moeten bewoners hun ge
troffen woningen gedurende minstens tien minu
ten verlaten, nadien kunnen zij deze weer betrek
ke, tenzij de bouwmuren zoo ernstig getroffen
zijn, dat gevaar voor instorting bestaat, een en
ander ter beoordeeling van den dienst van het
gemeentelijk bouw- en woningtoezicht.
Meisje te Breda verdwenen.
Woensdagavond heeft het 21-jarige meisje
Theodora Goosens. dat bij een familie aan de
Veemarkt te Breda in dienst was. het huis van
haar patroon verlaten om een boodschap te doen
Sindsdien is het meisje verdwenen. Men tast vol
komen in het duister omtrent haar lot.
Op 1 Maart zou zij haar betrekking verlaten
Woensdagavond vroeg zij aan den heer des huizes
of zii even een boodschap mocht doen. hetgeen
hij goed vond. Zij keerde dien avond niet. terug.
Men vond dit wel vreemd, maar zocht er niets
achter. Het meisje stond goed bekend. Men hield
rekening met de mogelijkheid dat zij zich ergens
was gaan presenteeren en dat zij daarover met
haar ouders, die in Zundert wonen, wilde spreken
Ze haar haar fiets meegenomen.
Toen Theodora den volgenden dag niet bij de
familie in Breda terugkeerde, stelde men een on
derzoek in. Het bleek, dat zij niet naar huis was
gegaan Aangezien men vermoedde, dat haar een
ongeluk was overkomen, heeft de politie in de
singels gedregd, evenwel zonder resultaat.
Geen schade aangericht.
Het Nederlandsche motorschip „De Ruyfcer",
thuisbehoorende te Scheveningen, is heden op
weg van Engeland naar Antwerpen, te Vlissingen
aangekome.
De kapitein, de heer G. de Ruiter, heeft het
cargadoorskantoor J. G. Mulder te Groningen ge
rapporteerd. dat in den nacht van Zaterdag op
Zondag op de Noordzee bommen uit vliegtuigen
van onbekende nationaliteit zijn geworpen, welke
in de nabijheid van het schip terecht kwamen. In
de buurt van de „De Ruyter" bevonden zich ook
het Nederlandsche motorschip „Nottingham" en
het Nederlandsche motorschip „Friso" De twee
schepen waren eveneens op weg naar Nederland
De vliegtuigen vlogen op 70 tot 100 meter hoogte.
De heer De Ruiter bevond zich in de kajuit
toen hij een ontploffing hoorde. Hij snelde naar
boven en zag toen het vliegtuig, waarvan hij de
nationaliteit niet kon vaststellen.
Even later volgde een tweede ontploffing, spoe
dig gevolgd door 'n derde, veroorzaakt door een
bom, welke achter zijn schip was terecht ge
komen.
De ontploffingen hebben geen schade aange
richt. Niemand werd gedeerd.
De „De Ruyter" zou de reis naar Antwerpen
voortzetten.
Vreemde vliegtuigen boven
ons land.
De regeeringspersdienst meldt:
Ter aanvulling van het bericht betref
fende de beide vreemde vliegtuigen, welke
zich Vrijdag om het middaguur boven het
centrum des lands hebben bevonden kan
worden medegedeeld, dat op grond van
nader binnengekomen gegevens met zeker
heid is komen vast te staan, dat één der
beide vliegtuigen de Duitschc nationaliteit
bezat.
Behalve de beide vliegtuigen, die boven
Utrecht werden waargenomen, is op Vrij
dag te 4.15 uur 's namiddags een Engelsch
vliegtuig binnen Ncderlandsch territoriaal
gebied bij Vlieland gesignaleerd.
Dit vliegtuig verwijderde zich na be
schieting van den grond af, buiten Neder-
landsch rechtsgebied.
Zaterdag tusschen 9.15 en 10.heeft een
Duitseh vliegtuig de provincie Groningen
overvlogen. Het werd boven W'oldendorp.
Appingedam en Slochteren waargenomen.
Vastgesteld is, dat naast het balkenkruis
de letter D voorkwam.
Voorts heeft zich Zaterdagochtend om
streeks 10 uur een Duitseh vliegtuig boven
den Moerdijk bevonden en een ander boven
Beierland.
Na beschieting door luchtdoelartillerie ver
wijderden deze vliegtuigen zich.
Zoowel te Londen ten aanzien van het
Engelsche vliegtuig als te Berlijn ten aan
zien van de Duitsche vliegtuigen zal ge
protesteerd worden.
Drie kinderen door Het ijs gezakt
Twee van hen verdronken.
Zondagmorgen zijn te Zalk (O.) drie
kinderen door het ijs gezakt, dat zich des
nachts in de kolk van Adsum had gevormd.
Twee kinderen uit gezin Van der Stouwe.
een jongen van elf en een meisje van
tien jaar zijn verdronken.
Hun speelmakkertje, een kind van den
landbouwer Lans, kon worden gered.
's Morgens omstreeks acht uur hadden de elf
jarige Dirk. zijn tienjarig zusje Mina. kinderen
van den landbouwer Jan van Stouwe. en de
negenjarige Jan, zoontje van den timmerman
Lans, allen wonende te Loelucht bij Zalk, zich
op het ongeveer vier centimeter dikke ijs van
de Kleine Ank begeven. De Kleine Ank is een
water dat de verbinding vormt tusschen de Usei
en de kolk van het stoomgemaal Adsum.
Het ijs was niet sterk genoeg om de kinderen
te dragen, toen zij ongeveer drie pieter van den
kant "waren, zakten zij er door. Het meisje
schoot onder het ijs, de beide jongens wisten
het hoofd boven te houden. Op hun hulpgeroep
snelde de landbouwer Piet Lans. een oom van
Jan Lans toe, hij begaf zich ook op het ijs en
geraakte eveneens te water. Desalniettemin wist
hij zijn neefje op den wal te duwen, zelf kon hij
den kant evenwel niet bereiken. Inmiddels wa
ren echter de landbouwer Jan van Regteren en
de vader van de kinderen Van der Stouwe op
het hulpgeroep komen toeloopen. Het gelukte
hun P. Lans en de beide kinderen op den wal
te brengen. De artsen Pel en Bogaerds. beiden
uit Kampen, die spoedig na het ongeluk ter
plaatse arriveerden, konden bij de beide kin
deren slechts den dood constateeren.
Piet Lans en zijn neefje Jan Lans hebben geen
nadeelige gevolgen van het koude bad opgeloopen
De Stille Omgang.
De buitengewone tijdomstandigheden hebben ook
op den Stillen Omgang haar merkteeken gedrukt.
Daar was vooreerst de intentie van den omgang
voor dit jaar: „dat ons vaderland gespaard moge
blijven van de rampen van een oorlog". Ver
volgens deed zich het feit voor, dat het aan
tal pelgrims dit jaar over drie Zondagen moest
worden verdeeld, wilden de Nederlandsche
Spoorwegen een ongestoord vervoer garandeeren.
En tenslotte was er onder de tienduizenden, die
den Stillen Omgang maakten een nieuw element
het groengrijs der militairen. Meer dan eens
ontmoetten wij een groep militairen onder de
bedevaartgangers
Naar schatting volgden dezen eersten nacht
een kleine twintigduizend deelnemers den stillen
bidweg. Op den Dam werd gebeden voor vorstin
en vaderland, op de Nieuwe Brug voor de zee
varenden en ter plaatse van de vroegere oude
brug voor kerk en paus. Voor zoover zij niet voor
den omgang de H Mis in een der kerken hadden
bijgewoond, deden zij dit na den omgang, waar
bij allen tot de Heilige Tafel naderden.
Na afloop van den Stillen Omgang, begaf een
der deelnemers, de 56-jarige inwoner van Bu-
del (N.B.) zich naar het Koffiehuis van de
Noord- en Zuid-Hollandsche Tramweg Maat
schappij, tegenover het Centraal Station Hii
nam plaots op het terras aan het water. Dooi
onverklaarbare oorzaak men vermoedt, dat de
man op een gegeven oogenblik achteruit is ge-
loopen geraakte hij te water en verdween in
de diepte. Onmiddellijk werden reddingspogingen
ondernomen en na eenigen tijd gelukte het den
drenkeling die bewusteloos was boven te brengen
Geneeskundige hulp was spoedig ter plaatse,
doch de pogingen, die ondernomen werden om
de levensgeesten od te wekken, bleven vruchte
loos.
Drie Engelsche dames uit
Duitschland aangekomen.
Drie Engelsche dames aan wie door de Duitsche
regeering vergunning was verleend het land te
verlaten, zijn Zaterdagavond met den Duitschen
trein te Hengelo aangekomen. Zij hebben in een
hotel te Hengelo overnacht.
Een der dames, die 85 jaar oud is. zegt de klein
dochter te zijn van Lodewijk XVII. dus de ach
terkleindochter van Lodewijk XVI en Marie
Antoinette. Zij noemt zich „Princesse Marie Anne
Edith de France". Op haar verzoek verblijft en
reist zij gescheiden van de twee andere dames,
t.w. een 70-jarige, die 30 jaar lang hoofd van een
Engelsche school in Bromberg (Polen) is geweest
en c-en 19-jarige, die einde Augustus met haar
verloofde op een vacantiereis te Weenen was aan
gekomen, waar beiden waren geïnterneerd
Met den Zondagmiddagtrein zijn de dames
naar Rotterdam vertrokken, waar Britsche consu
laire ambtenaren zich met de verdere zorg over
hen zullen belasten.
Arts Meihuizen leider der
ambulance naar Finland.
De ambulance-commissie van het Ne
derlandsche Roode Kruis heeft, daartoe ge
rechtigd door het dagelijksch bestuur in
haar vergadering van Zaterdag 2 Maart,
benoemd tot leider van de ambulance naar
Finland den heer F. H. Meihuizen, arts te
Rotterdam, die deze benoeming heeft aan
vaard.
Levensloop van dr. Meihuizen.
Frederik Hendrik Meihuizen, werd 29 Augustus
1886 te Batavia geboren Na beëindiging van
zijn middelbare studie bezocht hij van 1903 tot
1910 de medische faculteiten van de universitei
ten te Groningen en Utrecht. In dit laatste jaar
deed hij zijn artsexamen. Na eenige jaren in de
huispractijk werkzaam te zijn geweest, was hij
van 1912 tot 1913 een der geneesheeren in de
Nederlandsche Roode Kruisambulance. welke
naar den eersten Balkanoorlog werd uitgezon
den. Daarna begaf arts Meihuizen zich naar
Indië, waar hij van 1914 tot 1915 werkzaarr
was bij de pestbestrijdinr* en als geneesheer
directeur van de kliniek in Poerwokerto In 19lo
werd de heer Meihuizen benoemd tot bedrijfsarts
bij de Ombilien kolenmijnen te Sawah Loentoe
In 1922 is de leider van de Nederlandsche ambu
lance naar Finland, aangesteld als scheepsarts
bij de maatschappij Nederland, welke functie tii;-
tot 1928 uitoefende met Batavia als standplaats
Het jaar daarop keerde hij naar Rotterdam te
rug, waar hij inspecteerend- geneesheer werd
bij de N.A.S. maatschappij (Holland—Amerika -
lijn). Daarnaast was hij medewerker aan de po
likliniek voor tropische ziekten In Katendrec.v
en leider van de transportkolonne van de afdee-
ling Rotterdam van het Nederlandsche Roode
Kruis
Haarl. Sclieepsboww-Mij.
RijnHernekanaalschip te water gelaten.
Van een van de hellingen van de N.V. Haar-
lemsche Scheepsbouw Maatschappij is met goed
gevolg te water gelaten het 1430 ton metende
Rijn-Hernekanaalschip „Werbel". De lengte van
het schip is 80 meter, de breedte 9.50 meter en
de holte 2.50 meter. Het schip wordt door 11 wa
terdichte schotten in 12 af deelingen verdeeld, t.w.
voorpiek, matrozenverblijf, vier laadruimen, een
diephelft, vier laadruimen, schippersverblijf en
achterpiek. De voor- en achterankerlier worden
gedreven door een 8 P.K. Deutz Diesel motor.
Op de vrijgekomen helling wordt de kiel ge
legd voor een raised quarterdecker van ca. 600
tonnen.
Planetarium in bet R.-K. Lyceum
in gebruik genomen.
Waardcerende woorden voor het werk van den
heer Pieterse.
Zaterdagmiddag is in het R.K. Lyceum aan
den Zijlweg het planetarium dat vervaardigd
is door den oudleerling dier school de heer G. W.
Pieterse. officieel in gebruik genomen.
In de leeraarskamer hadden zich tegen drie
uur talrijke genoodigden verzameld onder wie
ook de burgemeester, dr. J. E. baron le Vos van
Steenwijk en de wethouder van Onderwijs de
heer D. J. A. Westerveld. Verder waren aan
wezig: Dr. J. J. Raimond, directeur van het
Zeiss-Planetarium in Den Haag. Ir. W. Badon
Ghyben. voorzitter van den Haarlemschen Weer-
en Sterrekundigen Kring: Ir. H. Hulshoff Pol.
res.-kapitein bij het corps waarbij ook Pieterse
is ingedeeld. Ir. J. C. Arkenbout Schokker. Lec
tor aan de Hoogeschool in Delft: Dr. Ir. G. ae
Gelder, directeur M.T.S. te Haarlem: Dr. w.
van den Berg. directeur van de 1ste Gem. H.
B.S. B. Dr J. Thie directeur van de 2e Gem.
H.B.S. B„ Dr. C: Spoelder Rector Stedelijk
Gymnasium; Dr. J. van der Eist. Rector Chris
telijk Lyceum; De eerw. zusters Madeleine en
Salesia. van het R. K. Lyceum v. Meisjes.
De Rector van het R.K. Lyceum, drs. N. Th.
Vlaar, O.E.S.A., heette alle aanwezigen, in het
bijzonder den burgemeester welkom. Hij bedankte
allen, die aan dit werk van den heer Pieterse
hebben meegewerkt en met name de conrector
pater Ter Haar, die als beheerder der finan
ciën de uitvoering van het werk mogelijk heeft
gemaakt en verder Broeder Puis, die gedurende
16 maanden met onverflauwden ijver onderdeeltje
na onderdeeltje heeft vervaardigd en ten slotte de
groep leerlingen van het Lyceum, die gedurende
een geheele groote en een Kerstvacantie onder
leiding van heer Pieterse aan de totstandkoming
van dit planetarium hebben gearbeid. Tenslotte
sprak de Rector nog eenige persoonlijke woor
den van dank tot den heer Pieterse, dien hij als
blijk van .waardteering een luxe-uitgave van
Vondel's „Gijsbreght van Aemstel" aanbood.
Een vriend van den heer Pieterse, de heer Dio v.
d. Pavoordt bood namens Hans Wiegman en
hemzelf met een hartelijke toespraak een schil
derij aan dat door Hans Wiegman was vervaar
digd. Daarna vond op flen zolder van het Ly
ceum een demonstratie van het planetarium
plaats De burgemeester heeft daarbij in een
korte toespraak nog eens de waarde belicht
die een planetarium voor het onderwijs heeft. Ba
ron De Vos van Steenwijk sprak dan ook de hoop
uit, dat dit planetarium ook voor andere Middel
bare scholieren zou kunnen worden vertoond. De
meeste menschen loopen de wetten van het
heelal achterloos voorbij waardoor zij al te veel
van het schoone boven zich missen.
Ook ir. W. Badon Ghyben, voorzitter van den
Haarlemschen Weer- en Sterrekundigen Kring
hield een korte toespraak waarin hij zijn waar-
deering voor het werk van den heer Pieterse
uitsprak. Spr. beschouwde dit planetarium nog
niet de kroon doch slechts een mijlpaal van den
arbeid van den heer Pieterse, van wien nog zeer
yeel kan worden verwacht.
Algenieene vergadering
„Kerk en Vrede".
Zaterdag werd de algemeene vergadering van
Kerk en Vrede voortgezet met het uitspreken
van de jaarrede door prof. dr. G. J. Heering.
De oorlog staat op het oogenblik in een
schoonen schijn. beleeft, aldus spr., een
hoog-conjunctuur van bewondering. Wanneer
echter straks wat mogelijk is de olievlek
van den oorlog zich uitbreidt naar alle kanten
en de wereld in vlammen opgaat, dan zal men
bemerken; wij hebben de verkeerde richting
gekozen.
Hierna hield ds. H. J. Mispelblom Beijer,
Remonstrantsch predikant te Leiden, een in
leiding over de pacifistische volksverdediging
onder den titel: .Ken andere weg". Spr wees
op het groeiend verzet tegen den oorlog. In
verband met de nieuwe cultuur van vaste so
ciale bindingen en massale groepeeringen, wel
ke in de vorige en deze eeuw ontstond, ontwik
kelde zich de oorlog tot het militarisme, d.w.z.
tot een zich op alle levensgebieden openbarende
geestesgesteldheid, met als gevolg een volko
men ontpersoonlijking ook van de oorlogsvoe
ring zelf, waardoor de oorlog van cultuurschep
pend tot cultuurvernietigend werd.
Na het referaat van Ds. Mispelblom Beyer
volgde in de middagzitting een levendige dis
cussie.
Ds. M. Hinlopen hield, daar ds. Buskes door
ziekte verhinderd was, een inleiding over de
beteekenis van het rapport over het vraagstuk
van oorlog en vrede, samengesteld in opdracht
van de Nederlandsche afdeeling van den We
reldbond voor internationale vriendschap
door de kerken.
Er wordt o.a. uitgesproken, dat de verant
woordelijkheid voor oorlog en vrede een punt
van diepe zorg is voor het Christelijk geweten,
dat de oorlog in beginsel zonde is, dat de kerk
verplicht is zich met al haar kracht tegen den
oorlog te keeren. Op het punt van volkomen
afwijzing van lederen oorlog meent de meer
derheid van de samenstellers van dit rapport,
dat in bepaalde situaties ook nalaten van den
oorlog zonde kan zijn, de minderheid is van
meening, dat geen enkele oorlog middel kan
zijn tot rechtshandhaving, dat iedere oorlog
zonde is.
Spr. betwijfelde echter sterk, of de meerder
heid van de gemeente achter de conclusies van
dat rapport van voorgangers staat. Toch is het
een verheugend feit, dat dit officieel, rapport
uitspreekt, dat oorlog in beginsel zonde is,
dat ook de stem van de minderheid hier erken
ning vond als een stem uit de kerk.
Prof. Heering sloot de vergadering met ge
bed.
BOND VAN GEIIEEL-ONTHOüDEES-
TOONEELVEREEXIGINGEN.
Te Amersfoort hield de Bond van Geheel-ont
houders Tooneelvereenigingen in Nederland ter
gelegenheid van zijn vijfjarig bestaan een bui
tengewone ledenvergadering onder leiding van
den voorzitter, den heer J. P. Schelvis uit Bever
wijk.
Uit het jaarverslag van den secretaris bleek dat
de bond de laatste jaren vooruit gaat en het le
dental steeds stijgende is. De aftredende bestuurs
leden Schelvis en Demmink werden bij acclamatie
herkozen, terwijl de heer Kleinsman als nieuw lid
werd geïnstalleerd.
Met algemeene stemmen werd besloten tot uit
gevers en auteurs een verzoek te richten stukken
met alcoholleed niet in den handel te brengen.
Het voorstel om over te gaan tot het uitgeven
van een eigen orgaan werd goedgekeurd.
Wachtmeester nam steekpenningen
aan.
De militaire politie heeft een bij het alge
meen paardendepöt op Houtrust te 's Graven
hage gedetacheerden wachtmeester-administra
teur gearresteerd-
Van begin December tot ongeveer medio
Januari heeft deze wachtmeester van een
groente-handelaar uit Wateringen, die in Den
Haag een aantal filialen heeft steekpenningen
aangenomen voor een totaal bedrag van onge
veer f 400. De leverancier van groenten, die
wekelijks betaald werden en die voor een be
paalde periode bij inschrijving werden toege
wezen, waren van dien omvang, dat de groente
handelaar den wachtmeester elke week op den
betaaldag f 25 overhardigde. Hij was bang voor
concurrentie en zooals hij Je politie bij zijn ver
hoor meedeelde, ging hu /an het standpunt uit:
„voor wat, hoort wat" Tegen den groente
handelaar is proces-verbaal opgemaakt, terwijl
de wachtmeester voorloopig in bewaring is ge
steld
Stop op militaire sommalie.
De K.N.A.C. waarschuwt automobilisten voor
de gevaren, welke zijn verbonden aan het niet
direct gevolg geven aan het stopteeken van
militaire wachten. Aangezien verwacht mag wor
den, dat onder de tegenwoordige omstandig
heden bijzonder gelet zal worden op automo
bilisten vooral 's avonds en in den nacht, houde
men ernstig rekening met de mogelijkheid dat
bij niet direct stoppen de militairen gebruik
zullen kunnen maken van hun recht tot schieten.
Men lette dus terdege op.
Begrafenis Johan Braakensiek.
Onder groote belangstelling is Zaterdagmid
dag op Zorgvlied te Amsterdam het stoffelijk
overschot van den teekenaar-schilder Johan
Braakensiek ter aarde besteld.
In de aula trad als eerste spreker naar voren
prof. Huib Luns, die sprak als voorzitter van
Arti et Amicitiae. Is er in Braakensiek's dagen,
aldus spr., wel een journalist-teekenaar geweest
die zoo door de massa is begrepen en die zoo
direct, zoo duidelijk, zoo waarlijk aangrijpend
was? Werd er in die dagen een artikel met zoo
veel ongeduld afgewacht als de prent van
Braakensiek? Opvoerder en leèraar van ons
volk is niet te veel gezegd van den man, die
de massa zooveel jaren moraliteit in publiek-
en volkenrecht heeft volgehouden.
De heer Jordaan voerde namens de Groene
Amsterdammer het woord. Nederland heeft
Braakensiek zoo zeide hij geëerd en lief
gehad. Hij was een baanbrekend kunstenaar,
met een schitterend vakmanschap hetgeen blijkt
uit het feit, dat hij een halve eeuw de eerste
plaats bezette als journalist-teekenaar.
Tenslotte sprak de heer Doornbos namens het
gezin
Voor de baar grafwaarts werd gedragen,
dankte een dochter bewogen voor de laatste eer,
aan haar vader bewezen.
Ir. VAN BRAAM VAN VLOTEN OVERLEDEN.
Te s-Gravenhage is in den ouderdom van 69
jaar overleden ir. P. van Braam van Vloten, oud
hoofdingenieur der rijkskustverlichting.