Het Turfschip van Breda. Dader van aanslag te Soesterberg gegrepen Bommen vielen nabij kustvaarder. MAANDAG 4 MAART 1940 H X X R E E M'S DXGBEX D' 1590 4 Maart 1940 maer 't oorloghsvolok beneden En liep geen klein gevaer. De bodem slorpte 't nat, Door 't stooten op een' paal, waer door een yeder zat In 't water tot de knie, en vreesde te versticken. Vondel, Gijsbreght van Aemstel. Tijdens zijn verblijf te Voorn in de maand Fe bruari van het jaar 1590 kreeg Prins Maurits be zoek van een Brabantschen turfschipper, 'n zeke ren Adriaan van Bergen of Van der Berg. Deze woonde in het dorpje Leur, in de nabijheid van Breda en had een vrijgeleide zoowel van de Span jaarden als van de Nederlanders, dat het hem mogelijk maakte regelmatig naar en van Breda te varen. Sinds ettelijke jaren voorzag hij het kasteel dier stad van brandhout en turf en lang zamerhand was hij zoo'n bekende figuur gewor den bij de bezetting der vesting, dat zijn vaartuig zelden meer door de wachtposten werd onder zocht. Van Bergen stelde nu den Stadhouder voor een aantal soldaten in het ruim van zijn schip te verbergen en op die wijze Breda bij verrassing te nemen. Wel was er een garnizoen van vijf vendels Italiaansche infanterie en een com pagnie cavalerie, maar de commandant Lanza- vecchia, gouverneur van Breda en van Geertrui- denberg vertoefde nu eens in de eene, dan in de andere stad en bij ontstentenis van den bevel hebber voerde zijn'neef Paolo, een onbekwame, ruwe gast, het bewind over de vesting. Hem zou men zeker kunnen verschalken, al had hij min stens 350 man onder zich. Maurits ging op het voorstel van den turf schipper in. Na overleg met Johan van Oldenbar- nevelt droeg hij het commando op aan kapitein Hérangière. Deze keus bewijst de menschenkennis van den Raadpensionaris. Er zou Hérangière alles aan gelegen zijn, de gevaarlijke opdracht tot een goed einde te brengen. Deze overigens zeer ver dienstelijke officier die zich meermalen had on derscheiden, was n.l. gemengd in den aanslag dien Leycester in 1587 op Leiden had gepleegd en Oldenbarnevelt meende terecht dat hij, wanneer hem de kans geboden werd, zijn uiterste best.zou doen zich te rehabiliteeren. Hérangière koos 68 soldaten uit. van wier moed en doorzettingsvermogen hij overtuigd was en bovendien werden hem nog drie officieren, van wie luitenant Heldt de bekendste is, toegevoegd. Op den 25en Februari begaven zij zich naar Ze venbergen. in de nabijheid van Willemstad, waar zij den ganschen nacht vergeefs op Van Bergen en zijn turfschuit wachtten. Tegen den morgen verscheen hij eindelijk. Waarom hij zoo laat was? 7roeg Hérangière op onvriendelijken toon. Van Bergen excuseerde zich: hij had zich verslapen. Het vertrek werd toen tot den nacht van den 26en uitgesteld. De manschappen verborgen zich in het ruim en de gevaarlijke tocht begon. Het schip was met een zoldering van planken voorzien die met turf was bedekt en voer lang zaam de Dintel op. Zware ijsschotsen dreven in het water en een scherpe Oostenwind maakte het verblijf in de nauwe ruimte allesbehalve aan genaam. Na eenige uren varens kon het schip niet Slapend in boschje te 's Gravenhage aangetroffen Hij zeg) van niets te weten Door de oplettendheid en tegenwoordig heid van geest van twee Haagsche recher- I cheurs is men erin geslaagd den dader van den laffen aanslag op mevr. Van der Griendt te Soesterberg te arresteeren. Omstreeks zes uur Zaterdagavond zagen twee in burger gekleede surveillcerende agen ten in de boschjes van Poot te 's-Gravenhage i nabij den Nteboerweg, een man op den grond liggen slapen. Zij maakten hem wakker i waarop de man als een bezetene te keer ging en vertelde, dat hij een paar glaasjes bier had gedronken, nu zijn roes uitsliep en naar Wassenaar wilde. De agenten, wien het signa lement van J. Leeuwenkamp, den dader van den aanslag, bekend was, meenden Leeuwen kamp in den aangehouden man te herkennen. Naar zijn naam gevraagd, gaf hij echter een anderen naam op. waarna de agenten den man meenamen naar het bureau Duinstraat. Hij weigerde daar op iedere vraag antwoord te geven, waarop hij gefouilleerd werd en de politie een portefeuille op hem vond. waarin een kaart van de Arbeidsbeurs in Amersfoort werd aan getroffen, ten name van J. Leeuwenkamp. Ook na deze vondst weigerde de man iets te ver klaren. Hij werd hierna meegenomen naar het hoofd- bureau van politie, waar de justitieele dienst C 1 hem een voorloopig verhoor afnam. Tijdens dit verhoor is de man aan het praten gegaan, doch op zulk een verwarde wijze, dat men uit zijn verhalen nauwelijks wijs kon. Ten slotte gaf hij toe Leeuwenkamp te zijn doch een directe bekentenis dat hn der» '««««slo" pleegd. gaf hij niet. Leeuwenkamp zal op transport naar Soest jvorden gesteld meer tegen stroom en wind op. Het moest blijven liggen tot Donderdagmorgen den 29sten. Zestig uur zaten de 72 wakkere kerels dicht opeengepakt en ontzettend hadden zij te lijden van de koude en den dorst. Toen konden zij niet meer. Met ze ventig uitgeputte, half bevroren mannen neemt men geen vesting in, hoe zwak die ook wordt ver dedigd. Hérangière ontscheepte zijn soldaten en gaf hun gelegenheid op hun verhaal te komen tot 's avonds 11 uur. Toen draaide de wind en met nieuwen moed kropen de soldeniers in hun eng verblijf. Nog twee heele dage bleven zij daarin opgesloten, toen lag Breda voor hen. Tusschen de buiten- en de binnenhaven was een smalle waterweg, waarin de schepen onderzocht werden. De officier van de wacht kwam met een roei bootje aan boord, maakte een praatje met den schipper en wierp een blik in de kajuit, die door een deur verbonden was met het ruim. Eén woord, één kuch zou op dat oogenblik aan alle opvaren den het leven hebben gekost. Maar de wachtcom mandant bespeurde niets bijzonders en stapte weer in zijn roeiboot, zeggend dat hij een paar mannen zou sturen om het schip de binnenhaven in te sleepen. Er werd een lijn uitgegooid en de vijand trok zijn belagers de vesting binnen. Plot seling stootte het schip op één of ander voorwerp dat zich onder water bevond. Het koude vocht drong door de opening en binnen enkele minuten zaten de verkleumde kerels tot de knieën in het water. De schipper en zijn knecht pompten uit alle macht en gelukkig werd de wal bereikt. Daal de bezetting in die barre kou al verlangend naar 't turfschip had uitgezien, begonnen eenige sol daten dadelijk de lading te lossen en dat met zulk een ijver, dat de zoldering al bloot begon te ko men. En het was den aanslagplegers bijna onmo gelijk zich niet door hoesten en niezen te ver raden. Luitenant Heldt gaf den man naast hem zijn dolk en vroeg hem toe te steken als hij zijn hoesten niet kon bedwingen. Maar de schipper maakte zooveel lawaai met zingen, schreeuwen en pompen, dat de gesmoorde geluiden uit het ruim overstemd werden. Eindelijk gaf hij den soldaten wat kleingeld en zich doodmoe houdende, vroeg hij hun het werk den volgenden dag te voleinden. Maar de oppasser van den commandant bleef dralen. Hij vond dat de turf van slechte kv/aliteit was en waarschuwde Van Bergen dat de bevel hebber er zeker niet mee tevreden zou zijn. „Het beste deel van de lading zit onder in", antwoordde de koelbloedige beurtschipper, „dat is speciaal voor den commandant bestemd en morgen krijgt hij er zooveel van als hij wil". Tegen middernacht slopen de spitsbroederen uit hun gevangenis. In twee groepen overvielen zij de wacht en het wapenarsenaal van de vesting en doodden allen die zich verzetten. De overigen vluchtten hals over kop de stad in, zonder in hun panischen schrik de brug die vesting en stad ver bond, te vernielen. In plaats van de burgerij tot verzet aan te sporen, verspreidden zij overal schrik en verwarring. Zoo bleef de situatie tot Prins Maurits, door één der schippersknechts gewaarschuwd, met den grootsten spoed oprukte en met een sterke af- deeling de vesting bezette. Voor de bedreiging dat de stad zou worden overgeleverd aan de soldaten zwichtte Breda en de Prins deed op 4 Maart zijn intocht in „zijne vaderlijke erfenis". De schipper en zijn knechts kregen een jaar geld, de soldaten een gouden penning en twee maanden soldij en Hérangière werd commandant over de stad. Wel eenigszins als een modern legerbericht klinkt het als wij tenslotte over den aanslag lezen ..Van de vijanden sneuvelden meer dan veertig man, wij leden geen verliezen". Alleen is veertig voor onzen tijd heel weinig. P. H. SCHRÖDER Wat te doen bij inslag van een projectiel? Naar aanleiding van de, in den laatsten tijd voorgekomen gevallen van inslag van projec tielen van eigen afweergeschut in woningen of andere plaatsen in deze gemeente en de moge lijkheid van herhaling daarvan in de toekomst, is door den commandant van den luchtverdedi gingskring Amsterdam medegedeeld, dat vermoe delijk geen gevaar voor ontploffing meer bestaat wanneer deze tien minuten na den inslag niet plaats heeft gehad, mits men het projectiel rustig op zijn plaats laat. Aanraking of verwijdering van het projectiel mag slechts geschieden door deskundig personeel. In geval van inslag moeten bewoners hun ge troffen woningen gedurende minstens tien minu ten verlaten, nadien kunnen zij deze weer betrek ke, tenzij de bouwmuren zoo ernstig getroffen zijn, dat gevaar voor instorting bestaat, een en ander ter beoordeeling van den dienst van het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht. Meisje te Breda verdwenen. Woensdagavond heeft het 21-jarige meisje Theodora Goosens. dat bij een familie aan de Veemarkt te Breda in dienst was. het huis van haar patroon verlaten om een boodschap te doen Sindsdien is het meisje verdwenen. Men tast vol komen in het duister omtrent haar lot. Op 1 Maart zou zij haar betrekking verlaten Woensdagavond vroeg zij aan den heer des huizes of zii even een boodschap mocht doen. hetgeen hij goed vond. Zij keerde dien avond niet. terug. Men vond dit wel vreemd, maar zocht er niets achter. Het meisje stond goed bekend. Men hield rekening met de mogelijkheid dat zij zich ergens was gaan presenteeren en dat zij daarover met haar ouders, die in Zundert wonen, wilde spreken Ze haar haar fiets meegenomen. Toen Theodora den volgenden dag niet bij de familie in Breda terugkeerde, stelde men een on derzoek in. Het bleek, dat zij niet naar huis was gegaan Aangezien men vermoedde, dat haar een ongeluk was overkomen, heeft de politie in de singels gedregd, evenwel zonder resultaat. Geen schade aangericht. Het Nederlandsche motorschip „De Ruyfcer", thuisbehoorende te Scheveningen, is heden op weg van Engeland naar Antwerpen, te Vlissingen aangekome. De kapitein, de heer G. de Ruiter, heeft het cargadoorskantoor J. G. Mulder te Groningen ge rapporteerd. dat in den nacht van Zaterdag op Zondag op de Noordzee bommen uit vliegtuigen van onbekende nationaliteit zijn geworpen, welke in de nabijheid van het schip terecht kwamen. In de buurt van de „De Ruyter" bevonden zich ook het Nederlandsche motorschip „Nottingham" en het Nederlandsche motorschip „Friso" De twee schepen waren eveneens op weg naar Nederland De vliegtuigen vlogen op 70 tot 100 meter hoogte. De heer De Ruiter bevond zich in de kajuit toen hij een ontploffing hoorde. Hij snelde naar boven en zag toen het vliegtuig, waarvan hij de nationaliteit niet kon vaststellen. Even later volgde een tweede ontploffing, spoe dig gevolgd door 'n derde, veroorzaakt door een bom, welke achter zijn schip was terecht ge komen. De ontploffingen hebben geen schade aange richt. Niemand werd gedeerd. De „De Ruyter" zou de reis naar Antwerpen voortzetten. Vreemde vliegtuigen boven ons land. De regeeringspersdienst meldt: Ter aanvulling van het bericht betref fende de beide vreemde vliegtuigen, welke zich Vrijdag om het middaguur boven het centrum des lands hebben bevonden kan worden medegedeeld, dat op grond van nader binnengekomen gegevens met zeker heid is komen vast te staan, dat één der beide vliegtuigen de Duitschc nationaliteit bezat. Behalve de beide vliegtuigen, die boven Utrecht werden waargenomen, is op Vrij dag te 4.15 uur 's namiddags een Engelsch vliegtuig binnen Ncderlandsch territoriaal gebied bij Vlieland gesignaleerd. Dit vliegtuig verwijderde zich na be schieting van den grond af, buiten Neder- landsch rechtsgebied. Zaterdag tusschen 9.15 en 10.heeft een Duitseh vliegtuig de provincie Groningen overvlogen. Het werd boven W'oldendorp. Appingedam en Slochteren waargenomen. Vastgesteld is, dat naast het balkenkruis de letter D voorkwam. Voorts heeft zich Zaterdagochtend om streeks 10 uur een Duitseh vliegtuig boven den Moerdijk bevonden en een ander boven Beierland. Na beschieting door luchtdoelartillerie ver wijderden deze vliegtuigen zich. Zoowel te Londen ten aanzien van het Engelsche vliegtuig als te Berlijn ten aan zien van de Duitsche vliegtuigen zal ge protesteerd worden. Drie kinderen door Het ijs gezakt Twee van hen verdronken. Zondagmorgen zijn te Zalk (O.) drie kinderen door het ijs gezakt, dat zich des nachts in de kolk van Adsum had gevormd. Twee kinderen uit gezin Van der Stouwe. een jongen van elf en een meisje van tien jaar zijn verdronken. Hun speelmakkertje, een kind van den landbouwer Lans, kon worden gered. 's Morgens omstreeks acht uur hadden de elf jarige Dirk. zijn tienjarig zusje Mina. kinderen van den landbouwer Jan van Stouwe. en de negenjarige Jan, zoontje van den timmerman Lans, allen wonende te Loelucht bij Zalk, zich op het ongeveer vier centimeter dikke ijs van de Kleine Ank begeven. De Kleine Ank is een water dat de verbinding vormt tusschen de Usei en de kolk van het stoomgemaal Adsum. Het ijs was niet sterk genoeg om de kinderen te dragen, toen zij ongeveer drie pieter van den kant "waren, zakten zij er door. Het meisje schoot onder het ijs, de beide jongens wisten het hoofd boven te houden. Op hun hulpgeroep snelde de landbouwer Piet Lans. een oom van Jan Lans toe, hij begaf zich ook op het ijs en geraakte eveneens te water. Desalniettemin wist hij zijn neefje op den wal te duwen, zelf kon hij den kant evenwel niet bereiken. Inmiddels wa ren echter de landbouwer Jan van Regteren en de vader van de kinderen Van der Stouwe op het hulpgeroep komen toeloopen. Het gelukte hun P. Lans en de beide kinderen op den wal te brengen. De artsen Pel en Bogaerds. beiden uit Kampen, die spoedig na het ongeluk ter plaatse arriveerden, konden bij de beide kin deren slechts den dood constateeren. Piet Lans en zijn neefje Jan Lans hebben geen nadeelige gevolgen van het koude bad opgeloopen De Stille Omgang. De buitengewone tijdomstandigheden hebben ook op den Stillen Omgang haar merkteeken gedrukt. Daar was vooreerst de intentie van den omgang voor dit jaar: „dat ons vaderland gespaard moge blijven van de rampen van een oorlog". Ver volgens deed zich het feit voor, dat het aan tal pelgrims dit jaar over drie Zondagen moest worden verdeeld, wilden de Nederlandsche Spoorwegen een ongestoord vervoer garandeeren. En tenslotte was er onder de tienduizenden, die den Stillen Omgang maakten een nieuw element het groengrijs der militairen. Meer dan eens ontmoetten wij een groep militairen onder de bedevaartgangers Naar schatting volgden dezen eersten nacht een kleine twintigduizend deelnemers den stillen bidweg. Op den Dam werd gebeden voor vorstin en vaderland, op de Nieuwe Brug voor de zee varenden en ter plaatse van de vroegere oude brug voor kerk en paus. Voor zoover zij niet voor den omgang de H Mis in een der kerken hadden bijgewoond, deden zij dit na den omgang, waar bij allen tot de Heilige Tafel naderden. Na afloop van den Stillen Omgang, begaf een der deelnemers, de 56-jarige inwoner van Bu- del (N.B.) zich naar het Koffiehuis van de Noord- en Zuid-Hollandsche Tramweg Maat schappij, tegenover het Centraal Station Hii nam plaots op het terras aan het water. Dooi onverklaarbare oorzaak men vermoedt, dat de man op een gegeven oogenblik achteruit is ge- loopen geraakte hij te water en verdween in de diepte. Onmiddellijk werden reddingspogingen ondernomen en na eenigen tijd gelukte het den drenkeling die bewusteloos was boven te brengen Geneeskundige hulp was spoedig ter plaatse, doch de pogingen, die ondernomen werden om de levensgeesten od te wekken, bleven vruchte loos. Drie Engelsche dames uit Duitschland aangekomen. Drie Engelsche dames aan wie door de Duitsche regeering vergunning was verleend het land te verlaten, zijn Zaterdagavond met den Duitschen trein te Hengelo aangekomen. Zij hebben in een hotel te Hengelo overnacht. Een der dames, die 85 jaar oud is. zegt de klein dochter te zijn van Lodewijk XVII. dus de ach terkleindochter van Lodewijk XVI en Marie Antoinette. Zij noemt zich „Princesse Marie Anne Edith de France". Op haar verzoek verblijft en reist zij gescheiden van de twee andere dames, t.w. een 70-jarige, die 30 jaar lang hoofd van een Engelsche school in Bromberg (Polen) is geweest en c-en 19-jarige, die einde Augustus met haar verloofde op een vacantiereis te Weenen was aan gekomen, waar beiden waren geïnterneerd Met den Zondagmiddagtrein zijn de dames naar Rotterdam vertrokken, waar Britsche consu laire ambtenaren zich met de verdere zorg over hen zullen belasten. Arts Meihuizen leider der ambulance naar Finland. De ambulance-commissie van het Ne derlandsche Roode Kruis heeft, daartoe ge rechtigd door het dagelijksch bestuur in haar vergadering van Zaterdag 2 Maart, benoemd tot leider van de ambulance naar Finland den heer F. H. Meihuizen, arts te Rotterdam, die deze benoeming heeft aan vaard. Levensloop van dr. Meihuizen. Frederik Hendrik Meihuizen, werd 29 Augustus 1886 te Batavia geboren Na beëindiging van zijn middelbare studie bezocht hij van 1903 tot 1910 de medische faculteiten van de universitei ten te Groningen en Utrecht. In dit laatste jaar deed hij zijn artsexamen. Na eenige jaren in de huispractijk werkzaam te zijn geweest, was hij van 1912 tot 1913 een der geneesheeren in de Nederlandsche Roode Kruisambulance. welke naar den eersten Balkanoorlog werd uitgezon den. Daarna begaf arts Meihuizen zich naar Indië, waar hij van 1914 tot 1915 werkzaarr was bij de pestbestrijdinr* en als geneesheer directeur van de kliniek in Poerwokerto In 19lo werd de heer Meihuizen benoemd tot bedrijfsarts bij de Ombilien kolenmijnen te Sawah Loentoe In 1922 is de leider van de Nederlandsche ambu lance naar Finland, aangesteld als scheepsarts bij de maatschappij Nederland, welke functie tii;- tot 1928 uitoefende met Batavia als standplaats Het jaar daarop keerde hij naar Rotterdam te rug, waar hij inspecteerend- geneesheer werd bij de N.A.S. maatschappij (Holland—Amerika - lijn). Daarnaast was hij medewerker aan de po likliniek voor tropische ziekten In Katendrec.v en leider van de transportkolonne van de afdee- ling Rotterdam van het Nederlandsche Roode Kruis Haarl. Sclieepsboww-Mij. RijnHernekanaalschip te water gelaten. Van een van de hellingen van de N.V. Haar- lemsche Scheepsbouw Maatschappij is met goed gevolg te water gelaten het 1430 ton metende Rijn-Hernekanaalschip „Werbel". De lengte van het schip is 80 meter, de breedte 9.50 meter en de holte 2.50 meter. Het schip wordt door 11 wa terdichte schotten in 12 af deelingen verdeeld, t.w. voorpiek, matrozenverblijf, vier laadruimen, een diephelft, vier laadruimen, schippersverblijf en achterpiek. De voor- en achterankerlier worden gedreven door een 8 P.K. Deutz Diesel motor. Op de vrijgekomen helling wordt de kiel ge legd voor een raised quarterdecker van ca. 600 tonnen. Planetarium in bet R.-K. Lyceum in gebruik genomen. Waardcerende woorden voor het werk van den heer Pieterse. Zaterdagmiddag is in het R.K. Lyceum aan den Zijlweg het planetarium dat vervaardigd is door den oudleerling dier school de heer G. W. Pieterse. officieel in gebruik genomen. In de leeraarskamer hadden zich tegen drie uur talrijke genoodigden verzameld onder wie ook de burgemeester, dr. J. E. baron le Vos van Steenwijk en de wethouder van Onderwijs de heer D. J. A. Westerveld. Verder waren aan wezig: Dr. J. J. Raimond, directeur van het Zeiss-Planetarium in Den Haag. Ir. W. Badon Ghyben. voorzitter van den Haarlemschen Weer- en Sterrekundigen Kring: Ir. H. Hulshoff Pol. res.-kapitein bij het corps waarbij ook Pieterse is ingedeeld. Ir. J. C. Arkenbout Schokker. Lec tor aan de Hoogeschool in Delft: Dr. Ir. G. ae Gelder, directeur M.T.S. te Haarlem: Dr. w. van den Berg. directeur van de 1ste Gem. H. B.S. B. Dr J. Thie directeur van de 2e Gem. H.B.S. B„ Dr. C: Spoelder Rector Stedelijk Gymnasium; Dr. J. van der Eist. Rector Chris telijk Lyceum; De eerw. zusters Madeleine en Salesia. van het R. K. Lyceum v. Meisjes. De Rector van het R.K. Lyceum, drs. N. Th. Vlaar, O.E.S.A., heette alle aanwezigen, in het bijzonder den burgemeester welkom. Hij bedankte allen, die aan dit werk van den heer Pieterse hebben meegewerkt en met name de conrector pater Ter Haar, die als beheerder der finan ciën de uitvoering van het werk mogelijk heeft gemaakt en verder Broeder Puis, die gedurende 16 maanden met onverflauwden ijver onderdeeltje na onderdeeltje heeft vervaardigd en ten slotte de groep leerlingen van het Lyceum, die gedurende een geheele groote en een Kerstvacantie onder leiding van heer Pieterse aan de totstandkoming van dit planetarium hebben gearbeid. Tenslotte sprak de Rector nog eenige persoonlijke woor den van dank tot den heer Pieterse, dien hij als blijk van .waardteering een luxe-uitgave van Vondel's „Gijsbreght van Aemstel" aanbood. Een vriend van den heer Pieterse, de heer Dio v. d. Pavoordt bood namens Hans Wiegman en hemzelf met een hartelijke toespraak een schil derij aan dat door Hans Wiegman was vervaar digd. Daarna vond op flen zolder van het Ly ceum een demonstratie van het planetarium plaats De burgemeester heeft daarbij in een korte toespraak nog eens de waarde belicht die een planetarium voor het onderwijs heeft. Ba ron De Vos van Steenwijk sprak dan ook de hoop uit, dat dit planetarium ook voor andere Middel bare scholieren zou kunnen worden vertoond. De meeste menschen loopen de wetten van het heelal achterloos voorbij waardoor zij al te veel van het schoone boven zich missen. Ook ir. W. Badon Ghyben, voorzitter van den Haarlemschen Weer- en Sterrekundigen Kring hield een korte toespraak waarin hij zijn waar- deering voor het werk van den heer Pieterse uitsprak. Spr. beschouwde dit planetarium nog niet de kroon doch slechts een mijlpaal van den arbeid van den heer Pieterse, van wien nog zeer yeel kan worden verwacht. Algenieene vergadering „Kerk en Vrede". Zaterdag werd de algemeene vergadering van Kerk en Vrede voortgezet met het uitspreken van de jaarrede door prof. dr. G. J. Heering. De oorlog staat op het oogenblik in een schoonen schijn. beleeft, aldus spr., een hoog-conjunctuur van bewondering. Wanneer echter straks wat mogelijk is de olievlek van den oorlog zich uitbreidt naar alle kanten en de wereld in vlammen opgaat, dan zal men bemerken; wij hebben de verkeerde richting gekozen. Hierna hield ds. H. J. Mispelblom Beijer, Remonstrantsch predikant te Leiden, een in leiding over de pacifistische volksverdediging onder den titel: .Ken andere weg". Spr wees op het groeiend verzet tegen den oorlog. In verband met de nieuwe cultuur van vaste so ciale bindingen en massale groepeeringen, wel ke in de vorige en deze eeuw ontstond, ontwik kelde zich de oorlog tot het militarisme, d.w.z. tot een zich op alle levensgebieden openbarende geestesgesteldheid, met als gevolg een volko men ontpersoonlijking ook van de oorlogsvoe ring zelf, waardoor de oorlog van cultuurschep pend tot cultuurvernietigend werd. Na het referaat van Ds. Mispelblom Beyer volgde in de middagzitting een levendige dis cussie. Ds. M. Hinlopen hield, daar ds. Buskes door ziekte verhinderd was, een inleiding over de beteekenis van het rapport over het vraagstuk van oorlog en vrede, samengesteld in opdracht van de Nederlandsche afdeeling van den We reldbond voor internationale vriendschap door de kerken. Er wordt o.a. uitgesproken, dat de verant woordelijkheid voor oorlog en vrede een punt van diepe zorg is voor het Christelijk geweten, dat de oorlog in beginsel zonde is, dat de kerk verplicht is zich met al haar kracht tegen den oorlog te keeren. Op het punt van volkomen afwijzing van lederen oorlog meent de meer derheid van de samenstellers van dit rapport, dat in bepaalde situaties ook nalaten van den oorlog zonde kan zijn, de minderheid is van meening, dat geen enkele oorlog middel kan zijn tot rechtshandhaving, dat iedere oorlog zonde is. Spr. betwijfelde echter sterk, of de meerder heid van de gemeente achter de conclusies van dat rapport van voorgangers staat. Toch is het een verheugend feit, dat dit officieel, rapport uitspreekt, dat oorlog in beginsel zonde is, dat ook de stem van de minderheid hier erken ning vond als een stem uit de kerk. Prof. Heering sloot de vergadering met ge bed. BOND VAN GEIIEEL-ONTHOüDEES- TOONEELVEREEXIGINGEN. Te Amersfoort hield de Bond van Geheel-ont houders Tooneelvereenigingen in Nederland ter gelegenheid van zijn vijfjarig bestaan een bui tengewone ledenvergadering onder leiding van den voorzitter, den heer J. P. Schelvis uit Bever wijk. Uit het jaarverslag van den secretaris bleek dat de bond de laatste jaren vooruit gaat en het le dental steeds stijgende is. De aftredende bestuurs leden Schelvis en Demmink werden bij acclamatie herkozen, terwijl de heer Kleinsman als nieuw lid werd geïnstalleerd. Met algemeene stemmen werd besloten tot uit gevers en auteurs een verzoek te richten stukken met alcoholleed niet in den handel te brengen. Het voorstel om over te gaan tot het uitgeven van een eigen orgaan werd goedgekeurd. Wachtmeester nam steekpenningen aan. De militaire politie heeft een bij het alge meen paardendepöt op Houtrust te 's Graven hage gedetacheerden wachtmeester-administra teur gearresteerd- Van begin December tot ongeveer medio Januari heeft deze wachtmeester van een groente-handelaar uit Wateringen, die in Den Haag een aantal filialen heeft steekpenningen aangenomen voor een totaal bedrag van onge veer f 400. De leverancier van groenten, die wekelijks betaald werden en die voor een be paalde periode bij inschrijving werden toege wezen, waren van dien omvang, dat de groente handelaar den wachtmeester elke week op den betaaldag f 25 overhardigde. Hij was bang voor concurrentie en zooals hij Je politie bij zijn ver hoor meedeelde, ging hu /an het standpunt uit: „voor wat, hoort wat" Tegen den groente handelaar is proces-verbaal opgemaakt, terwijl de wachtmeester voorloopig in bewaring is ge steld Stop op militaire sommalie. De K.N.A.C. waarschuwt automobilisten voor de gevaren, welke zijn verbonden aan het niet direct gevolg geven aan het stopteeken van militaire wachten. Aangezien verwacht mag wor den, dat onder de tegenwoordige omstandig heden bijzonder gelet zal worden op automo bilisten vooral 's avonds en in den nacht, houde men ernstig rekening met de mogelijkheid dat bij niet direct stoppen de militairen gebruik zullen kunnen maken van hun recht tot schieten. Men lette dus terdege op. Begrafenis Johan Braakensiek. Onder groote belangstelling is Zaterdagmid dag op Zorgvlied te Amsterdam het stoffelijk overschot van den teekenaar-schilder Johan Braakensiek ter aarde besteld. In de aula trad als eerste spreker naar voren prof. Huib Luns, die sprak als voorzitter van Arti et Amicitiae. Is er in Braakensiek's dagen, aldus spr., wel een journalist-teekenaar geweest die zoo door de massa is begrepen en die zoo direct, zoo duidelijk, zoo waarlijk aangrijpend was? Werd er in die dagen een artikel met zoo veel ongeduld afgewacht als de prent van Braakensiek? Opvoerder en leèraar van ons volk is niet te veel gezegd van den man, die de massa zooveel jaren moraliteit in publiek- en volkenrecht heeft volgehouden. De heer Jordaan voerde namens de Groene Amsterdammer het woord. Nederland heeft Braakensiek zoo zeide hij geëerd en lief gehad. Hij was een baanbrekend kunstenaar, met een schitterend vakmanschap hetgeen blijkt uit het feit, dat hij een halve eeuw de eerste plaats bezette als journalist-teekenaar. Tenslotte sprak de heer Doornbos namens het gezin Voor de baar grafwaarts werd gedragen, dankte een dochter bewogen voor de laatste eer, aan haar vader bewezen. Ir. VAN BRAAM VAN VLOTEN OVERLEDEN. Te s-Gravenhage is in den ouderdom van 69 jaar overleden ir. P. van Braam van Vloten, oud hoofdingenieur der rijkskustverlichting.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5