Weerzien. Regeering zal veehouderij steunen. Na de Boekenweek Draagt ook Uiv brille- glas dit echtheids- teeken"? ZEISS PUNKTAL DINSDAG 12 MAART 1940 HAAREEM'S DA'GBE'AD' 3 Vergoeding bij miltvuursterfte. [NISTER Stecnberghe heeft Maandag avond in zijn radiorede over den toestand in de veehouderij verschillende maatre gelen aangekondigd. Deze zijn: lo. De huidige winterprys voor boter van f 1.60 per kg. zal niet 1 April a.s. afloopen doch ge handhaafd blijven tot 1 Mei. 2o. Er zal steun verleend worden aan de on- I dcrmelk, door mager melkpoeder uit de markt te nemen. 3o. Indien de prijzen van de nuchtere kalve ren in het voorjaar tegenvallen, zullen nuchtere kalveren uit de markt worden genomen en in geblikt. 4o. VOOR DE VAN 1 DECEMBER TOT 1 MAART AAN MILTVUUR GESTORVEN KOEIEN ZAL AAN DE VEEHOUDERS VER GOEDING WORDEN VERLEEND. De minister schetste in zijn toespraak allereerst de zorgen van de veehouderij, welke door allerlei omstandigheden zoo nadeelig is .beinvloed en noemde verschillende maatregelen op, welke door de regee ring reeds ter tegemoetkoming zijn genomen. Hij behandelde voorts ook de kwestie der strooprijzen. Toen de strooprijzen, ondanks de uitvaardiging van een verbod van verwerking van voerstroo, ste gen tot boven den door mij redelijk geachten prijs van f 21.50 p. 1000 kg. af boerderij, vermeerderd met een redelijk bedrag voor kosten en winst, konden verdere maatregelen niet uitblijven. Met ingang van 4 Maart jl. moest dan ook een vervoers- en afleve ringsverbod van stroo worden uitgevaardigd, waar door het verhandelen van stroo tegen een hooge- ren prijs, dan dien ik zoo juist noemde, onmogelijk werd gemaakt. Thans doet zich echter het verschijn sel voor, dat onvoldoende stroo ter beschikking komt voor de veehouderij. Ik kan ter geruststelling van de veehouders mededeelen, dat zoodra mij een ge val ter kennis komt, dat een houder van stroo niet bereid is tegen den door mij eerder genoemden, re delijken prijs dat stroo af te geven, onmiddellijk maatregelen zullen worden getroffen om de beschik king over dat stroo te verkrijgen, ten einde dat dan wederom ter beschikking van de veehouders te stellen. Slechts indien alle betrokkenen, te weten ver bouwers, handelaren en strookartonfabrikanten, medewerken op de genoemde prijsbasis, kan worden voorkomen, dat op ruime schaal tot vor dering zal moeten worden overgegaan. En ik verzeker u dat ik niet zal terugdeinzen om van het vorderingsrecht gebruik te maken. Alle voorbereidingen daartoe zijn getroffen. Tenslotte vermeldde minister Steenberghe de vier hierboven genoemde maatregelen, waarna hij ein digde met een beroep om vertrouwen te stellen in de regeering. De herwaardeering van den goud voorraad der Nederlandsche Bank. Enkele bedenkingen van de Eerste Kamer. Blijkens het voorloopig verslag over het ontwerp van wet houdende voorloopige voorziening ten aanzien van de waardebepaling van den voorraad gouden munt en gouden muntmateriaal van de Nederlandsche Bank en regeling van de gevolgen dier voorziening werden in de afdeelingen der Eer ste Kamer enkele bedenkingen daar tegen inge bracht. Eenige leden verklaarden, dat hun bezwaar niet zoozeer gold de strekking van de voorgestelde re geling, als wel het tijdstip waarop de desbetref fende voordracht bij de Tweede Kamer was inge diend. Huns inziens bevinden zich in het geheel der rijkfinanciën zoovele zwakke plekken, dat het de voorkeur zou hebben verdiend, zoo de herwaar, deering, waarvan in deze sprake is, was geschied gelijktijdig met een saneering van de onderschei dene tekorten. Verscheidene leden verklaarden zich met het wetsontwerp te kunnen vereenigen. Wel zouden deze leden het hebben toegejuicht, zoo een deel van 'de winst kon worden gebruikt voor, ook door de regeering noodzakelijk geachte, verbetering van de betrekking tusschen rijks- en gemeentefinanciën. Wat betreft de vergoeding aan de Nederlandsche Bank, zoo verklaarden sommige leden, die meening te deelen, dat het pondenverlies, in 1931 door die instelling geleden, niet in direct verband staat met de depreciatie, ten onzent in 1936 toegepast. Indi rect verband echter is er, naar hun gevoelen, tus schen de beide vermelde feiten wel. Nu de regee ring dan, volgens de hier aan het woord zijnde le den te recht, het standpunt inneemt, dat de winst op den goudvoorraad gemaakt, aan den staat moet komen, achtten zij het uit oeverwingen van billijk heid ook juist, dat aan de centrale bankinstelling dat oude verlies weer wordt vergoed. Deswege betreurden zij, dat de minister den aanvahkelijken opzet van het ontwerp heeft prijsgegeven, naar dien het bedrag van f 29.889.408,15 toch het wer kelijk verlies was en alle, nadien genoemde bedra gen, zoomede het tenslotte vastgestelde beloop, toch eenigszins willekeurig waren gekozen. Den leden, hier aan het woord, was niet duidelijk het verzet tegen de oorspronkelijk ontworpen re geling, omdat de overwinst van de Nederlandsche Bank tot voor 7/8 gedeelte aan den staat ten goede komt, en mitsdien de aanvankelijk voorgestelde regeling tenslotte voor den staat zeer weinig ver schil zou hebben gemaakt. Drie slachtoffers van explosie ter aarde besteld. Onder groofce belangstelling zijn Maandag middag de drie slachtoffers van de explosie van de vliegtuigbom op Schiermonnikoog op de alge- meene begraafplaats ter aarde besteld. Om twee uur werd het stoffelijk overschot van A. van Dijk van hotel van de Werff uit naai de begraafplaats overgebracht, waar ds. Ver in aath uit Anjurn het woord voerde. De begrafenis van het stoffelijk overschot van R. Visser geschiedde om drie uur van de Gerefor meerde kerk uit. Ds. van Wieren van het eiland sprak woorden van troost tot de familieleden van den overledene. Tenslotte werd om vier uur van het sterfhuis uit het stoffelijk overschot van F. Bandstra ter aarde besteld. Ds. Huisman uit Paessens hield een rede, waarna de burge meester van Schiermonnikoog de familie zijn deelneming betuigde en ook de beide andere slachtoffers van de noodlottige explosie her dacht. DOODELIJK AUTO-ONGELUK IN MED AN. MED AN, 11 Maart. (Aneta-A.N.P.) Zondag morgen is alhier de heer G. O. M. ter Vooren, geologisch assistent van de Ned. Pacific Petroleum Mij. in Siak, die hier met verlof vertoefde, met zijn auto tegen een boom gereden. De wagen had een snelheid van 80 KM. per uur. De heer ter Vooren werd zwaar gewond naa rhet zieken huis overgebracht, waar hij later is overleden Geen conflict in de electro- technische vakken te Amsterdam. De gecombineerde ledenvergadering van de afdeelingen Amsterdam van de Nederlandsche Vereeniging van Electrotechnische Werkgevers en den R. K. Nationalen Bond van Electrotech nische Werkgevers „St.-Antonius" welke Maan dagavond in „Kras" werd gehouden, heeft be sloten het advies van den Rijksbemiddelaar ter overbrugging van het gerezen geschil inzake het verleenen van een duurtetoeslag op de nu gel dende loonen op te volgen. Uitgaande van het indexcijfer over Augustus 1939 t.w. 136'. zal bij een stijging van dat index cijfer tot 150, neerkomend op een stijging van 10 pet. van de kosten van levensonderhoud, een duurtetoeslag van 6 pet. worden gegeven. Bij elke verdere stijging van 7 punten van het index cijfer (ca. 5 pet.) wordt een verdere duurtetoe slag van 4 pet. verleend. De CA.O. zal dezer dagen worden afgesloten, geldend voor een periode tot en met 30 April 1941. Het hangende conflict is hiermede tot een op lossing gekomen. Amsterdam bracht 35.000 bijeen voor het Finsche Roode Kruis. De collecte, te Amsterdam ten bate van het Fin sche Roode Kruis gehouden heeft f35.019.35 opge bracht. Bijzondere vermelding verdient de bijdrage van een Amsterdamschcn tramconducteur, die zijn ge heele weekloon ad £26.28 aan het comité heeft af gestaan. Nog steeds stroomen de giften binnen. TENTOONSTELLING „30 STILLEVENSCHIL DERS VAN HEDEN" IN HET GEMEENTE-MUSEUM TE 'S-GRAVENHAGE. In het Gemeentemuseum te 's-Gravenhage zal gedurende de maanden April en Mei een ten toonstelling gehouden worden van werken van „30 stillevenschilders van heden". (door MELIS STOKE.) Geduldig boekGij, stille vriend, bescheiden, wijze gast We hebben u een week gevierd, en na dit jubileum siert ge weer de boekenkast. Ge hebt uw jubileum stil en ernstig ondergaan. Hoe hoog uw roem en aanzien zij, ge blijft gehoorzaam in de rij van onze kasten staan. Ge draagt het innerlijk gezag van een die nimmer poogt het blinkend middelpunt te zijn, maar die slechts ééns, van blad tot brein, zijn leerprogram betoogt. En in het stille tweegesprek van u met hem die leest is nooit een wanklank van dupliek of 't storende van polemiek van mond tot mond geweest. Gij, kameraad van 't stille uur, waart nooit een mensch tot' last. Wanneer een mensch u critiseert dan staat ge alweer ongedeerd en zwijgend in de kast. Ge zijt een mensch in zakformaat die bereidwillig wacht op 't naar uw keus bepaald moment dat gij voor hem beschikbaar bent bij dag of in den nacht. Wat hebben wij u weer gevierd, in toespraak, bfj banket, in 't stralend licht, van uit uw hoek, en daarna, o geduldig boek, u op uw plaats gezet. Ach ware ieder mensch een boek, en stil, geduldig, waar. Dan waar de aard een vreugde-rijk. Nu spreken allen tegelijk en allen door elkaar Sumner Welles (rechts) werd bij zijn aankomst per vliegtuig in Engeland ver welkomd door sir Alexander Cadogan Links de ambassadeur Kennedy Van „Frisco" naar Curaqao. De Mission-trail. (Van onzen reizenden redacteur). EEN van de beste dingen die ge, reizend door de Vereenigde Staten, kunt onder nemen is de Mission-trail maken: de tocht langs de kloosters van Californië. Want niet alleen dat die kloosters in hun blanke sere niteit van oud-Spaansche bouworde, gewagen van de historie van dit land, niet alleen dat al les wat „historie" is een verademing is in een ge bied. zoo groot als een werelddeel waar de stroomlijn en de techniek en de moderniteit (vaak ophaar leelijkst) zich doen gelden doch zóó ver liggen deze kloosters uiteen dat ge dan tevens de gelegenheid krijgt een heel groot stuk van Californië te zien. Ge kunt daartoe een autorit van San Fran cisco naar Los Angeles maken. En die rit kunt ge op twee wijzen doen. Op z'n Amerikaansch gauw-gauw en wie 't eerst in Los Angeles is en wie 't meest gezien heeft en de meeste kiekjes heeft gemaakt en op beschaafde wijze: naar een plaats in het midden reizen en van daar uit, zeer kalm en proevend-genietend het interes sante en het schoone gaan bekijken, zonder u er al te veel om te bekommeren of ge nu wel alle twee en twintig kloosters ziet. Amerika is zóó groot dat we er wel een beetje onze Europeesche, en vooral onze Nederland sche begrippen over langdurigheid van een reis en verre afstanden aan verliezen. Van Amster dam naar Parijs reizen dat 's een uur of ze ven in den trein en dat doe je maar niet zoo één twee-drie. En wie van Den Haag naar Gronin gen gaat en weer terug op één dag die heeft een prestatie geleverd, nietwaar? Maar hier gaan we even op bezoek bij kennis sen in San Luis Obispo en dat is zeven uur achter elkaar in de autobus. Voor óns gevoel hier: even van Haarlem naar Bloemendaal. Maar vrienden in Nederland maken het nóg bonter. Zij schrijven „als jullie nu toch in San Francisco bent, ga je zeker wel's even bij Marie en Jaap aan, die in Los Angeles wonen en wil jullie hun dan vooral onze groeten geven?" Dat is hetzelfde of een meneer in Amsterdam een brief uit Amerika zou krijgen: „als je eens een uitstapje naar Berlijn maakt, vergeet je dan voor al niet even bij m'n broer aan te loopen?" Die vergelijking is nog al gunstig uitgevallen. Want Los Angeles ligt verder van San Francisco dan Amsterdam van Berlijn. En in zijn hééle lengte is Californië nog een flink stuk grooter. U krijgt nu wel zoo'n beetje een begrip hoe groot Califor nië is, dat nog maar één van de Vereenigde Sta ten is Maar wij hebben de Mission-trail op onze wijze gemaakt. Dat is: met San Luis Obispo als mid delpunt en van dat stadje uit hebben wij zwerf tochten gemaakt en de helft van de wereldbe roemde kloosters gezien en genoten van hun ontroerende, blanke onopgesmukte schoon heid. Niet de grootschheid van het Romaan- sche. Niet de sierlijkheid en de uitbundigheid van de Gothiek. Niet de gloed van onze prach tige Goudsche glazen en niet de verheven, mach tige, geweldige interieurs van een Sint Jan of een Notre Dame maar die Spaansche stijl van de monniken zonder veel technische hulpmidde len, van missionarissen zonder geld, doch uit een blanke godvruchtigheid, een stille vroomheid en een ware eenvoud des harten die zich ook in steen en kalk wel schoon moesten uiten omdat het leelijke en het onware hun niet in het hart.' den geest en de handen was. Zoo staan daar op grooten afstand van elkaar, die oud-Spaansche kloosters, zeer blank, zeer ingetogen en zeer schoon tegen de blauwe lucht, die midden in het grauwe regentijweer over Ca lifornië gespannen stond. Want toen de regen na twintig dagen en nachten moe was geworden en de hemel zich in grijzen en grauwen had uit geput, toen brak alles open in een schaterende schoonheid boven een in allerlei juichende tin ten schoongewasschen Californië. De hemel was diepblauw en fluweelig, de zon fonkelend van goud, de bergen kregen teedere pasteltinten en de Stille Oceaan sloeg een roomige branding tegen de steile rotsen. Tusschen het fluweelige groen van de boomen hingen diep-oranje de sinaasappels en de mandarijnen en in het lichtgroen van de olijfboomen was het zwart van hun kleine vruchten. Er waren biloemen bij de huizen en palmen langs de wegen en na drie weken niets dan kil heid en regen was dit Californië een openba ring van schoonheid en kleurenpracht. Lagen in dit Californië de blanke, vrome kloosters als sieraden van Ingetogenheid in de juichende felheid van den blauw- en gouden dag gebed. Lans de kust van den Stillen Oceaan tusschen San Diego en Sonoma hebben de monniken van de orde van Sint Franciscus van Assisië hun kloosters gebouwd: de wachtposten der bescha ving langs de Zonnekust van Californië. In Amerika zijn die gebouwen heel oud 't oudste wat er aan bouwkunst in hun land is te vinden: in 1769 is met den bouw begonnen in 1823 was het laatste klooster in de rij voltooid. En in deze schoone en witte gebouwen trachtten de volgelingen van Vader Junipero Serra onder de schamele bewoners van Californië toegewij- den aan Christus en aan den Kroon van Spanje te winnen. Hoe goed zij daarin zijn geslaagd vernemen wij van de stille gidsen die ons door de gebouwen en de tuinen dezer stille kloosters geleiden. Soms kwamen in één zoo'n klooster op één dag wel tweeduizend Indianen ter biecht, lederen morgen verzamelden de klokken, die zich nu ook nog iederen dag doen hooren, de omwo nenden voor 't gebed. Er werd gegeten en een handwerk geleerd, gerust, voorgelezen en gebe den. Dat was het gelukkige en vredige leven dat in deze serene gebouwen werd geleefd. In deze blanke schilderachtigheid waren de eerste ker ken, de eerste scholen,de eerste werkplaatsen voor de Indianen van Californië te zamen. En zoo zijn zij geworden tot ware documenten der be schaving en zoo zijn zij dierbaar aan allen, die belang stellen in de beschavingsgeschiedenis van dit schoone land. Voor ons, uit Nederland, heeft dit alles dan nog de eigenaardige sfeer van een beschavingsbegin zóó jong dat we erom zouden kunnen glimlachen. ALS het een echt goed boek in de beste be- teekenis is geweest, dan is men er ten slotte in thuis geraakt als in een ver trouwd land, een welbekend huis. Met de laatste bladzijde, den laatsten regel neemt men afscheid. Afscheid van menschen en dingen, van land en huis. Nog heeft men de deurknop in de hand en blikt terug. Dan valt, met de kaft, de deux dicht. Afscheid ook van een stuk leven, van een werk en zijn dichter. Reeds spreidt zich het eerste waas, de eerste nevel over het landschap, reeds worden de gezichten onduidelijk, het huis verzinkt, onze geest gaat verder naar andere boe ken. andere menschen. Nu meene men niet dat dit geen echt afscheid is en geen echte herinnering aan iets, wat men be leefde; en ook niet dat dit beleefde minder reëel geweest is dan iets uit de zoogenaamde werkelijk heid. Het was alleen wij spreken nog steeds over het beste wel zuiverder, minder verward. En het afscheid doet ook een beetje pijn, want hier geldt niet minder: partir, c'est mourir un peu. Maar nu krijgt men een heele verzameling van deze boeken, deze kennissen, deze „belevingen". De ééne band komt naast de andere, de ééne rij boven de andere. Ze vullen plank na plank en kast na kast en kijken ons minstens even bezield en innig aan als de de dieren Eipper aanzien. Bij iederen titel rijst er een wereld op, ja bijna iedere band spreekt. Men hoeft slechts hier en daar en greep te doen: daar troont de oeroude „Konversations-Lexicon" met zijn vele en dikke deelen in het ernstige zwart, Vader's groote trots; daar, in gekleurd leer, staat de „Olympische Frühling", het geschenk van een vriend, zijn lie velingsboek; de deelen van Rilke roepen de grijze oogen en de doorschijnende vingers van hun schenkster op.... Hier staan dicht op elkaar nog stukgelezen deeltjes uit de Reclame-serie, vruch ten van de eerste, zelfverdiende Heller van den gymnasiast, leerboeken zelfs, nog voorzien van naam en klas: „Ihr bringt mit Euch die Bilder froher TageGinds alle deelen van de groote Springer, Schilling na Schilling op zij gelegd, tot het eindelijk zoo ver was, de reusachtige van Gogh-map, het kostelijke Kerstgeschenk van een tante uit Holland, daar staan Fransche romans, deeltjes van Tauchnitz, stijf opeen, op één of an der station gekocht, kameraden van slapelooze nachtelijke reizen en die ons toen zoo dierbaar zijn geworden dat wij er niet meer van konden schei den; er staan ook de boeken en boekjes, die we in den oorlog, in krijgsgevangenschap bij ons ge dragen hebben, even kostbaar als het noodrant soen en als een talisman, vol inhoud en vol betee- kenis, zoowel van binnen als van buiten. Habent sua fata libelli. (Boeken hebben hun lotgevallen). En wij met hen. En dan is het plotseling uit Men gaat weg. Heelemaal en voorgoed. Waarom ook Dan is het afscheid van de boeken niet minder smartelijk dan bijv. van de cactussen, van de ka narie, van huis en stad en land. Ja, c'est mourir un peu. In de koffers moet alles, wat men beslist noodig heeft. Natuurlijk gaat er maar een klein gedeelte in. Met hoe weinig kan men eigenlijk leven, hoe weinig kan het zijn, dit omnia mea, al het mijne, dat ik nu bij me draag. Waarom zijn deze koffers, die ééne vooral, zoo loodzwaar? Nu ja, er zijn al leen maar een paar boeken in, die, die men een voudig niet missen kan, die men meeneemt naar het eiland, waar men, met een beetje geluk, door den wind heen gedreven zal worden. Menig douane ambtenaar schudt verwonderd zijn hoofd. De man weet niet hoe moeilijk de keus was, hoeveel pijn het deed er steeds weer af te nemen, tot men ein delijk de allerlaatste keuze gedaan had, de een voudigste formule gevonden, het absoluut onont beerlijke, dat klassieke, dat wereldomspannende dozijn bij elkaar had: den „geest der aarde" in den koffer: de Bijbel en Homerus, Dante en den Faust" (is dat niet al een rijkdom?), een zakatlas voor de aarde, een bundel gedichten voor den hemel. Een paar „nasla-werken". Nog een paar stukgelezen boekjes, zonder welke men meent niet te kunnen leven en zonder welke men dan toch leeft, een voudig daarom, omdat de koffer niet dicht ging. Ondertusschen heeft men bij menigen vriend en bij menigen vreemdeling gezeten, in studiehokjes en in bibliotheekkamers, boven en beneden. Die hebben allemaal ook nog hun boeken, de gelukki gen, beati possidentes. De één een plank vol, de ander een heele wand met een laddertje er bij; de één een doorleefde, verzorgde collectie, de ander willekeurig of plichtmatig gekochte en geleende: ieder naar zijn aard en vermogen. Dan geeft de herinnering telkens nog weer een steek door het hart Men staat ook voor de helverlichte étalages van de boekwinkels, snuffelt in de zoo vertrouwde, duffe atmosfeer van de kelders der antiquairs en zou precies weten wat men kiezen moest en ook waar men het zou zetten. Wat be teekenen daarbij de modepoppen met hun hoekig opgevulde schou ders onder warme mantels, wat de aardsche oogenlust van kruidige kaas en geurige vruchten? Zoo leefde Robinson in het Oosten en in het Westen en vond steeds weer zijn laatsten troost in den zwaarsten koffer, met welks inhoud hij zoo menigen slapeloozen nacht en zoo menig moede loos uur wonderbaar kon vullen Eindelijk vond ook hij een eiland, een land, cat inplaats van de ber gen de zee. inplaats van het stralende van haast zuidelijke kleuren de plastische-lucht van een hoogen hemel biedt. Daar zocht hij allerlei tever geefs, maar vond ook allerlei terug en nog veel nieuwe dingen bovendien. Voor den gewonen mensch, die zelf boeken be zit, is de bibliotheek van zijn stad misschien de plaats, waar men in een speciaal geval iets na slaat, in een nog specialer geval iets leent, maar die verder niet tot een langer bezoek uitnoodigt Ja, het gros van de in het eigen tehuis gelukkigen weet misschien heelemaal niet, welken schat zijn stad daarin bezit; weet heelemaal niet met hoeveel liefde voor den geest, voor .het boek en voor den Slechts enkele tientallen jaren méér dan één eeuw Toen waren de monniken deze kloosters de eer ste blanken, die zich vestigden tusschen de In dianen en de andere kleurlingen van Califor nië. Deze broeders van Assisië waren de eerste brengers van wat wij de beschaving noemen deze witte, schoone kloosters de eerste teekenen van de avondlandsche cultuur in een land waar nü Hollywood zijn verrukkingen-aan-den-eeuwi- gen-celluloid-band over de aarde uitzendt, waar nu snelle auto's over breede. gladde autostrada'., rijden, waar nü de menschen-in-badpakken bezit genomen hebben van de kunst, waar de jazzbands stampen en de radio schalt. Waar ik nu., vermoeid na den eersten langen rit van San Francisco naar Luis Obispo, in een ultra modern hotel-aan-den-weg ga slapen, na eerst aan de zwart-en-nikkelentoonbank van bar-man Bil] een cocktail te hebben gedronken. Nog geen honderd-vijftig jaar geleden waren de bouwers van deze kloosters de eerste blanke mannen in dit land. En nóg arbeiden en bidden de Franciscanen in hun kleine kerken en in hun kloosterhoven, die vol bloemen onder den blauwen hemel en in het gouden zonlicht staan. Dat wekt gedachten aan de toonbank van Bill den Cocktailman, bij het schetteren van een gramofoontje die niet zonder bitterheid zijn... Mr. E. ELIAS. (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehou den.) Dan heeft U Zeiss Punktal-glazen, die U op grond van wetenschappelijke berekeningen en uitstekende technische uitvoering (Zeiss kwaliteit!) scherp zien garandeeren. In elke gezichtsrich ting... tot aan den rand van het brilleglas! Zeiss Punktal geeft Uw oogen de na tuurlijke beweeglijkheid en den onge dwongen blik van den normaalziende terug. Gun Uw oogen deze weldaad! De prijs (nu reeds vanaf f. 2.20 per glas) brengt Zeiss Punktal-glazen ge makkelijk in Uw bereik. Let echter op het in elk glas geëtste merkteeken 0 Verkrijgbaar bij Vakopticiens. Geeft nieuwe, betere oogen! BON Aan ZEISS IKON N V- Heerengracht 489, A'dam-C. Zend mij gratis Uw interessante PUNKTAL-prospectus. (Adv. Ingez. Med.) WAAR IS DE SPEKSTRAAT? De Spekstraat is waar de oudste Zaad- handel van Nederland is gevestigd. ZAADMANDEL JAN ROOZEN, V. SCHERTZER ZOONEN. Bij de Groote Markt Opgericht anno 1735 (Adv ingez. Med.) lezer daar hard gewerkt wordt met de modernste wetenschappelijke middelen, hoeveel zorg en ook hoeveel geld daaraan besteed wordt, welke moge lijkheden ook voor hem daar liggen. Anders is het met hem, die ook zijn boeken heeft moeten achter laten. Die vond daar nu net zulke boeken in over vloed, boeken, met verstand en gevoel geordend en klaar gezet. Ook voor hem! Hij heeft vroeger van zoo menige grootsche bi bliotheek genoten: vooral van de Keizerlijke Bi bliotheek in Weenen, met de marmeren feestzaal van Fischer von Erlach, van de onvergelijkelijke barokke Stiftsbibliotheken van de Alpen in Ad- mont in Stiermarken, in het Zwitsersche St Gallen, de Jagellonische bibliotheek in Krakau, op welks binnenplaats het standbeeld van Copernicus staat, de boekerij in Viborg. één van de modernste van Europa, met een eigen leeszaal „van glas en licht" voor schoolkinderen, de Laurenziana in Florence, waar de geest van Michelangelo nog leeft. Uit de ramen van de hertogelijke bibliotheek in Urbino, wel één van de mooist gelegene op de wereld (de origineele boeken zijn echter al sinds eeuwen in Rome) heeft hij gekeken naar het rafaëlitisch zonnige landschap: hij heeft in den wereldoorlog ook de eenvoudigste soldatenbibliotheken gebruikt en later heeft hij door de oneindige zalen van de bibliotheken in Leipzig gedwaald Maar dat waren reizen, dat was genot, dat waren rijke ervaringen. Nu echter gaat het om iets heel anders, om het eigen kleine „paradise lost". Z OO komt de bibliotheek „ergens in Nederland" in een heel bijzonder licht te staan. Het is als iets van het verloren thuis. (Met een wat heesche stem zegt men maar al te dikwijls tegen zichzelf de sim pele woorden: „Je kunt het toch niet meenemen", en: meer dan gelezen kan een boek nu eenmaal niet worden). En dan bladert men telkens weer in den hoofdcatalogus, de cartotheken en vindt iets en glimlacht als men iets herkent, vol vreugde een oude kennismaking te kunnen hernieuwen of een nieuwe vriendschap te kunnen sluiten. En dan loopt men van kast naar kast, van tafel tot tafel. Daar staat naast en tusschen onbekenden ook een bekende, een vriend zelfs, en weer één en nog één, een heele rij, dezelfde uitgave zelfs, eens zelfs de zelfde band. Daar prijken, net als thuis, de groote Goethe in de uitgave van het Bibliographisch In stituut, de geliefde Heine in vele deelen, vriend Schopenhauer, de trotsche Propylaeën Weltge- schichte, de goede Groote Brehm, de zware Andree (wereldatlas). Springer, de deelen met feestelijke gouden letters versierd. En zoo nog menig boek en menig groot werk: het eene weerzien na het andere. Daarbij wordt ook menige bijzonderheid opge merkt: de veelzijdigheid, de vele talen van al die kranten en tijdschriften, de groote rol, die het rijk van overzee speelt, het vol begrip neerleggen van de nieuwe en nieuwste uitgaven om te lezen en door te kijken. Dat verwarmt, daarbij gaat men zich meer en meer thuis voelen. Reeds weet men waar ze staan, de oude vrienden èn de nieuwe, reeds fronst men het voorhoofd als de „stamplaats" bezet is. Maar wat geeft dat en wat geeft het dat de oude heer (ook een stamgast) steeds zacht hardop leest, dat die jonge man zoo nu en dan een vroolijk liedje fluiten moet (mezza voce natuurlijk), dat dat oude mannetje de boeken m deze lekker verwarmde ruimte heelemaal niet hinderlijk vindt en een juf fertje den wachtmeester tegenover haar veel inte ressanter vindt dan het dikke boek in haar han den? Wat geeft het tenslotte dat de ventilatie niet zoo modern is als de cartotheek? Hier gaat het niet om hygiëne, maar om het goede oude boekenstof! Zoo zij hier dan nog eens den blijden dank ge bracht aan het boek en een broedergroet aan al len, die het beschermen en waardeeren en het al* waardevol goed van een grooter vaderland liefheb ben. ast.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5