Waferstaatsbegrooting goedgekeurd.
Amsterdamsch koopman van spionnage
verdacht.
DONDERDAG 14 MAART '194Ö
RA ARE EM'S D A "G B E X D
3
EERSTE KAMER
Bij Justitie voor zwaarder straf
op landverraad gepleit.
DEN HAAG Woensdag.
i)e Minister van Waterstaat stelde allereerst
in het licht dat het onder de huidige omstandig
heden niet goed mogelijk is een precies program
ma op te stellen en uit te voeren van groote wer
ken, welke doelmatig en voor werkloosheidsbestrij-
I dirg nuttig zijn en tevens economisch nut afwerpen.
De verbinding AmsterdamUtrecht, wordt ver
sneld uitgevoerd en die met Amersfoort belooft
een moderne weg in den besten zin des woords te
I worden.
Voorts vernamen we dat men zoo spoedig mo
gelijk de toegangswegen tot den N. O. polder ge
reed zal maken: de hoofdweg door den N. O. pol
der zal niet het karakter van een hoofdverkeers
weg krijgen, maar dit achtte de minister ook niet
noodig: het wordt een provinciale weg met de noo-
dige aansluitingen.
Vervolgens zij vermeld, dat de tunnelbouw,
waartoe men zich in belangrijke mate van de mate
rialen heeft kunnen verzekeren, te Velsen door
gaat, dat de minister var. de urgentie van den
brugbouw bij Doesburg overtuigd bleek, doch dat
er z.i. eerst zekerheid omtrent de lcaralisatie van
den IJsel dient te zijn. Intusschen zal de volgende
week een hiertoe strekkend wetsontwerp het de
partement verlaten.
Spr. noemde het niet onbillijk, dat het wegver
keer mede bijdraagt in de tekorten op de spoor
wegen. Het onderzoek omtrent de vraag of we
tot slechts één belasting op de motorrijtuigen (een
benzine-belasting) zouden kunnen overgaan, heeft
op grond van de onbillijkheden, welke daaruit zou
den voortvloeien, tot een negatief resultaat geleid.
Wat 't wegverkeer met name orgelukken ten
gevolge van alcoholgebruik aangaat, deelde ir. Al-
barda mee. dat hij met zijn ambtgenoot van Justitie
zal overleggen over eventueel bloedonderzoek in
dergelijke gevallen.
De minister wilde zich niet door Mr. v. Rap-
pard's stokpaardje op sleeptouw laten nemen om
een algemeen verbod uit te vaardigen, dat niet
meer dan 2 wielrijders naast elkaar mogen rijden.
In een land met zooveel fietsen als het onze zou
dat wel heel bezwaarlijk zijn, terwijl bovendien
tal van veiligheidsvoorschriften bestaan. Wel ver
dient het z.i. aanbeveling, dat de ridders en jonk
vrouwen op het stalen ros zich wat trouwer aan de
bedoelde regels zullen houden, want daaraan lijkt
tegenwoordig nogal eens wat te ontbreken.
Als wijziging noodig is op het gebied van het
goederenvervoer zal daarvoor gezorgd worden. De
ordening van het goederenvervoerswezen kan men
niet aan de te talrijke, te weinig gecoördineerde
vervoersorganisaties zelf overlaten zooals de
heer Ter Haar meende en bovendien behoort
de staat hier de leiding te nemen met het oog op
het algemeen belang, dat zal moeten praevaleeren.
Warme hulde brengt de minister aan wat de
spoorwegen in de koude wintermaanden hebben
gepraesteerd. De spoorwegen hebben een functie
voor het gemeenschapsbelang te vervullen en daar
om kan het soms plicht zijn niet rendabele lijnen
toch te blijven exploiteeren. Het spoorwegperso
neel zal, wat de salarieering betreft, bij eventueele
verhooging behandeld worden als de Rijksambte
naren.
Bij opheffing van bewaking van overwegen
wordt beveiliging géëischt, doch het nieuwe
systeem van flikkerlicht zal eerst in ruime mate
toepassing gevonden moeten hebben, wil 't zijn
volle effect opleveren. Overigens komen de meeste
ongelukken bij bewaakte overwegen voor.
Over het commercieele en het behoedzame finan-
cieële beheer der staatsmijnen hooi'den we den
ministerieelen loftrompet steken; in dit verband
verklaarde spr. dat de uitkeering van de mijnen nieti
als sluitpost van de begrooting beschouwd mag
worden.
Het pensioenvraagstuk zal onderzocht worden;
dat van de invaliditeit is al onderzocht.
Verkorting van arbeidsduur, aldus de Minister,
zou vermindering der productie veroorzaken, wat
een groot nadeel voor ons land zou zijn, terwijl
wat thans eveneens zeer bedenkelijk ware de prij
zen verhoogïng zouden moeten ondergaan. Met
aanteekening van het tegen der gezwegen hebbende
nat. soc. fractie ging Hoofdstuk IX er z. h. st. door.
Bij de begrooting van 't Zuiderzeefonds besprak de
heer Hi ems tra (s.d.) de voorbereiding van de
droogmaking van den Zuidelijken polder; men mag
z.i. niet te veel kijken alleen naar de financieel-
economische resultaten van zulk een werk. Uit een
oogpunt van voedselvoorziening en werkloosheids
bestrijding is een in snel tempo doorgaan met de
drooglegging van de Zuiderzee reeds van zeer veel
belang. Dr. Heldring (lib.) bleek hierover wel
'n beetje anders te denken: hij vond het juist plicht
van den Minister, als goed huisvader, eerst eens ter
dege de economische vooruitzichten van een en
ander te laten bestudeeren.
De Minister wees er op, dat hij in de stukken
kenbaar had gemaakt, dat hij zulk 'n onderzoek
wilde laten verrichten, aangezien hij vond dat men
niet roekeloos een zoo groot werk als de droogma
king van de Zuidelijken polder mag laten onderne
men. Ook de vraag of zulks o.m. met 't oog op de
voedselvoorziening gewenscht is, moet bekeken
worden. Intusschen kon de heer Albarda verzeke
ren, dat hij van harte hoopt, dat men zoo spoedig
mogelijk het werk zal kunnen gaan aanpakken.
Nadat Minister Albarda met zijn werk gereed was
gekomen (ook de begrooting van het staatsvis-
scherijhavenbedrijf te IJmuiden ging er debat- en
stemmingloos door), kwam Justitie aan de orde.
Mr. Kolff (c.h.), die den kinderrechter ten
behoeve van den met strafzaken overladen kanton
rechter wat meer toegewezen wilde zien (overtre
dingen door jeugdige boefjes), bepleitte een wette
lijke regeling voor stichtingen, voorts en zulks in
den breede wijziging van de Pachtwet. In de
praktijk blijkt nu wel, dat de huidige regeling
allerlei bezwaren en onbillijkheden met zich mee
brengt.
Wat de handhaving van het gezag enz. aangaat,
schijnt de Minister op twee gedachten te hinken: er
moet wel iets gebeurenmaar we moeten vooral
oppassen de vrijheid in het gedrang te brengen.
Uit vrees voor de geringste inperking van de vrij
heid laat men de deur open voor allerlei ergerlijke
het gezag aantastende, de neutraliteit in gevaar
brengende misdragingen. De ware vrijheid nu vergt
wel degelijk een en ander aan te pakken.
„Heel mooi" is, dat de Minister maatregelen wil
doen treffen om meer eenheid tusschen de organen
van het O. M. te bevorderen, doch dat is lang niet
genoeg om tegen listigheden te kunnen optreden.
Tijdige wijziging van de bestaande bepalingen
tot bescherming der openbare orde ware beter dan
op groote schaal de staat van beleg af te kondigen.
Helaas verdient ook nog de aandacht het optreden
tegen landsverraderlijke bedreigingen. De strafbe
palingen b.v. zijn te licht Beseft de Regeering wel
hoe deze kwestie in ons volk leeft?
Voortvarendheid bij het straffen is gewenscht en
het is onbegrijpelijk, dat de hoogste straf voor der
gelijke „onvaderlandslievende schobbers" niet meer
dan zes jaren bedraagt. Zoo groot zijn de moeilijk
heden in dezen toch niet, dat het Departement van
Justitie niet bij machte zou zijn wijziging van de
strafwet op korten termijn te bevorderen, wat hoogst
noodzakelijk is. Kortom, de Minister kome ten spoe
digste met 'n voorstel tot verandering van het Wet
boek van Strafrecht, vooral ook om de strafmaat
voor gevallen van spionnage en landverraad aan
merkelijk op te voeren. Dit eischl ook het rechtsge
voel van ons volk.
Mr. Janssen (R.K.) gaf uiting aan zijn instem
ming met den door den vorigen spreker uitgeoefen-
den aandrang om de wetgeving op het gebied van
bescherming der openbare orde te herzien; speciaal
in verband met spionnage en landverraad bepleitte
ook deze senator aanmerkelijke verhooging van de
strafmaat. Intusschen bleek deze spreker het in zake
de pachtwet vierkant oneens te wezen met den C. H.
woordvoerder.
Was Mr. Janssen voorstander van de oplossing
door de commissie-Kooien ter zake van de adminis
tratieve rechtspraak aanbevolen, Prof. Kranen
burg (V. D.), die klaagde over gebrek aan conti-
nuiteit in 't beleid der elkaar opvolgende Minis
ters van Justitie, kon 't al evenmin met Min. Ger-
brandy's lyrische ontboezemingen t.a.v. het zooeven
genoemde onderwerp eens zijn. De Min. had immers
kenbaar gemaakt, niets te voelen voor een Fransche
kathedraal, maar veel meer voor het eigen nationale,
voor knusse kleine Hollandsche huisjes: hier 'n
stukje, daar 'n stukje administratieve rechtspraak.
Ware ruim een eeuw geleden Mr. v. Maanen, die
toen aan het hoofd van het Departement van Jus
titie stond ook zoo tevreden geweest over de in dien
tijd bestaan hebbende kleine huisjes van burgerlijke
rechtspraak, dan hadden we op dat terrein nooit een
behoorlijke codificatie gekregen.
De tegenwoordige bewindsman kreeg voorts als
grief te hooren, dat hij van zichzelf verklaard had.
„niet zoo wetgeverig" te zijn. Daardoor schijnt hij
aldus de V. D. afgevaardigde dan ook allerlei
wat hij onder handen moest (doen) nemen (een po
litiewet, herziening van het al te rijk door technische
fouten ontsierde B. W.) te willen achterwege laten.
Kortom Prof. Kranenburg voelde zich door Mr. Ger-
brandy's standpunt met betrekking tot den te ver
richten, wetgevenden arbeid niet bevredigd.
E. v. R.
Weer in hun bivak teruggekeerd.
De drie gedroste militairen hebben in
Antwerpen de blommetjes buiten gezet.
De drie militairen, t.w. twee sergeants en
één soldaat hebben zich gisternacht, na een
week op stap te zijn geweest, weer in hun
kantonnement gemeld. Zij werden onmiddel
lijk in arrest gesteld en in het politiebureau
te IJniuiden opgesloten in afwachting van een
nadere beslissing omtrent hun toekomstig
bedrijf, waarna zij voor den Krijgsraad
zullen moeten verschijnen.
De drie jonge mannen zijn inderdaad, naar wij
vernemen, gedrost uit vrees voor straf voor eenige
onbelangrijke vergrijpen jegens de krijgstucht. Met
een gehuurde auto zijn zij er van door gegaan en
vorige week Woensdag kwamen zij in Nispen, nadat
zij van te voren hun uniformen voor een burger-
pakje hadden verv/isseld. Zij lieten de auto onbe
heerd achter en slaagden er met behulp van een
grensbewoner in, over de Belgische grens te ko
men. Het doel van de reis was Antwerpen, waar
ze zich met een taxi heen lieten rijden. Hier hebben
zij de bloemetjes buiten gezet. Toen ze uitgepiere-
waaid waren trachtten ze te monsteren voor het
een of andere schip dat naar Scandinavië of Fin
land ging, hetgeen echter niet gelukte omdat ze
niet in het bezit waren van de daarvoor benoodigde
papieren.
Al uitgaande raakte het geld op en ten slotte
hadden ze nog slechts enkele franken over. Wat ze
nog over hadden was precies voldoende om er mee
tot het Belgische grensplaatsje Halle te komen.
Vandaar zijn ze naar de grens geloopen. Den nacht
brachten ze in een hooiberg op Nederlandsch ge
bied door. Den volgenden morgen werden ze door
de marechaussee van Zundert ondekt. Ze gaven
zich uit voor.handelsreizigers, maar de mare
chaussee begreep wel, dat handelsreizigers niet in
een hooiberg slapen. Ze vielen door de mand,
waarop de marechaussee de aanhouding der deser
teurs naar IJmuiden meldde, met het gevolg dat
ze naar hier werden getransporteerd. Hun koffers
hebben ze in België achtergelaten, waar ze zich
ook van hun revolvers met munitie hebben ont
daan. Deze zouden ze weggeworpen hebben en
inderdaad blijkt door de Belgische politie eer»
revolver te zijn gevonden, die vermoedelijk van
een van hen afkomstig is.
MUURSCHILDERINGEN IN HET CONCERT
GEBOUW TE AMSTERDAM OVERGEDRAGEN.
Woensdagmiddag heeft de Amsterdamsche wet
houder voor de kunstzaken, dr. E. Boekman, aan
het bestuur van het Concertgebouw overgedragen
de wandschilderingen, welke de kunstschilder Ge
rard Hordijk in den Jijliana-foyer heeft aange
bracht als geschenk van het gemeentebestuur van
Amsterdam aan het Concertgebouw ter gelegen
heid van het vijftigjarig bestaan, dat in 1938 werd
herdacht.
Poogde 16-jarige de ouders van
Johanna de Nigtere op te lichten?
Kinderrechter sprak verdachte vrij.
Korten tijd nadat het Amsterdamsche meisje,
Johanna de Nigtere, spoorloos verdwenen was,
werden de ongelukkige ouders opgebeld door een
onbekende. Deze deelde mede, dat hij bekend was
met de verblijfplaats van het meisje. Zij was ge
zond, zoo vertelde hij, zij had echter een lichte
verwonding opgeloopen, doch zij werd uitstekend
verpleegd. Wanneer de ouders in een brief onder
letter een bedrag van f 1000 deponeerden aan de
kiosk op het Leidscheplein,. zou hij zorgen, dat het
meisje dienzelfden dag nog in de ouderlijke wo
ning zou terugkeeren.
De zwaarbeproefde ouders waren zoo verstan
dig om zich direct met dit anonieme verhaal tot
de politie te wenden. De recherche nam uitge
breide maatregelen. De brief werd door den va
der aan de kiosk gedeponeerd, natuurlijk zonder
f 1000, doch opgevuld met krantenpapier. De om
geving werd afgezet door rechercheurs en inder
daad meldde zich op het bepaalde uur een jongen
aan, die de juffrouw achter het loketje naar den
brief vroeg.
Direct sprongen van alle kanten rechercheurs te
voorschijn. De jongen werd naar het bureau Leid
scheplein gebracht. Het bleek al gauw, dat hij
dood-onschuldig was. Hij had voor zijn vriendje,
een jongen van 16 jaar, op diens verzoek den brief
aan de kiosk gehaald, zonder echter iets van in
houd of voorgeschiedenis af te weten. De dader
werd ingerekend en tegen hem werd een vervol
ging ingesteld wegens poging tot oplichting.
Wegens zijn jeugd werd hij niet in arrest gehou
den. Woensdag stond hij terecht voor den kinder
rechter mr. Knuttel. Hij voerde als verweer aan,
dat hij geen oogenblik de bedoeling had gehad zich
het geld toe te eigenen, hij had slechts de werke
lijke daders schrik aan willen jagen en hen op
deze wijze Willen bewegen het meisje terug te
brengen.
Uit de rapporten bleek, dat de jongen uit een
gunstig gezin kwam.
De Officier van Justitie eischte een tuchtschool-
straf van zes maanden.
De kinderrechter echter achtte het bewijs in
deze zaak niet geleverd. Met name het oogmerk
om zich opzettelijk wederrechtelijk te verrijken,
ontbrak z.i.
Op dezen grond werd de jongen, die nooit eer
der met de politie in aanraking was gekomen, vrij
gesproken.
De Officier van Justitie is van dit vonnis in
appèl gegaan.
Water voor betonweg aangezien.
Ongeluk voor auto-inzittenden dank zij kranige
redders goed afgeloopen.
De 34-jarige chauffeur P. S. uit Rotterdam zag
Woensdagavond te Maassluis, door onbekendheid
met de situatie ter plaatse, het Goudsteenwater voor
een betonweg aan en ging met zijn bestelwagen in
plaats van rechtuit rechtsaf, met het gevolg, dat de
auto te water reed.
In de cabine zat naast den chauffeur de weduwe
van L. uit Maasland, terwijl haar zoon, de 32-jarige
H. van L. uit Rotterdam binnen in den bestelwagen
had plaats genomen.
S. wist zich, toen de wagen in het water lag,
spoedig achter het stuur vandaan te werken, waar
na hij boven op de cabine klom. Terstond stelde hij
pogingen in het werk om de weduwe van L. uit
haar benarde positie te bevrijden. Weldra slaagde
hij hierin en met behulp van politie en omstanders
werden de beide drenkelingen op den wal gebracht.
Middelerwijl had men den wagen omgetrokken
en drie mannen. I. Koffeman, N. Verhaas en A. van
Fijck, begaven zich gekleed te water. Zij openden
de deur van den bestelwagen en troffen daar de
derde inzittende, reeds bewusteloos, aan. Binnen
mkele minuten was ook deze op den kant. Na gerui-
men tijd kunstmatige ademhaling te hebben toege
past herkreeg van L. het bewustzijn.
Spoorwegen en duurte-toeslagen.
Eventueele regeling voor hfet Rijkspersoneel
dient te worden afgewacht.
Naar wij vernemen, had op 7 dezer een be
spreking plaats tusschen de directie der N.S. en
den Personeelraad. Er wei-den verschillende pun
ten besproken, waaronder ook behoorden de
eventueel voor het personeel te nemen duurtemaat-
regelen. De te dezer zake genomen beslissing luidde
als volgt:
Als resultaat van de laatste besprekingen heeft
de directie bij den minister van waterstaat een
voorstel ingediend om op de loonen in de loon
schaal 1 en 2 (dus de laagste loonen) in gemeente
klasse I en II, een duurtetoeslag toe te kennen van
4 pCt. en 2 pCt.
Naar aanleiding van dit voorstel ontving de
directie van den minister bericht, dat de raad
van ministers als zijn oordeel heeft uitgesproken,
dat, indien tot eenigen maatregel aangaande sa
larissen van het rijkspersoneel wordt overgegaan,
een overeenkomstige regeling voor het spoorweg
personeel zal kunnen worden getroffen. De uitwer
king van een op dezen grondslag te treffen regeling
voor het spoorwegpersoneel zal uiteraard eerst
kunnen geschieden, wanneer .vaststaat, wat de
eventueele regeling voor het rijkspersoneel zal
inhouden.
Vijf jaar gevangenisstraf geëischt.
Woensdagmiddag behandelde de rechtbank
te Amsterdam een spionnagezaak.
De Amsterdamsche koopman C. V., een 45-
jarige man, die zich sedert half Januari in hech
tenis bevindt, was ten laste gelegd, dat hij,
Nederlander zijnde, opzettelijk op 10 Januari te
Duisburg aan een in dienst, althans voor en ten
behoeve van het Duitsche rijk, althans voor een
buitenlandsche mogendheid handelend persoon,
inlichtingen heeft verstrekt, omtrent feiten en
omstandigheden, waarvan hij wist, dat de ge
heimhouding door het belang van den staat ge
boden werd.
Als eerste getuige hoorde de rechtbank den
marechaussee, die verd. en zijn vriend B. te
Zevenaar had aangehouden in den trein. Hij
had verd. overgebracht naar den stationscom
mandant.
„Wat hebt u in Duitschland uitgevoerd?", had
get. gevraagd.
„Gaat u niets aan", luidde het antwoord.
Even later had verd. geheimzinnig over „een
smokkelzaak" gesproken. Het verhoor had zeer
lang geduurd. Bij fouilieering had de marechaus
see een atlasje bij verd. gevonden.
Pres.: Waarvoor droeg u dat bij u?
Verdachte: Voor een fietstocht.
Tenslotte had verd. toegegeven, dathij in
de stationswachtkamer had zitten praten met
een Duitscher. Waarover?
Op die vraag had verd. aanvankelijk geen ant
woord willen geven. Na een urenlang verhoor
had hij verklaard, dat hij over natuurschoon
van ons land had zitten praten. Speciaal de
IJselstreek
Pres.: En wist u niet, dat de Usellinie, onze
eerste verdedigingslinie is?
Verd.: Neen. dat wist ik niet.
Pres.: Nooit op school geleerd? Nooit in de
krant gelezen? Niet gezien, dat daar verdedi
gingslinies waren?
Verd.: Neen, daar interesseer ik me niet voor.
Ik weet er ook niets van.
Vervolgens wordt de binnenhuisarchitect B
gehoord.
Get. had kennis gemaakt met verd. Deze had
hem op Zondag 7 Januari j.l. geld gegeven om
voor hem naar Duitschland te gaan. Te Arnhem
zouden beide mannen elkaar ontmoeten, maar
op den afgesproken dag zagen ze elkaar reeds
op het perron te Amsterdam. Te Zevenaar waren
zij de grens gepasseerd. Verd. had voor plaats-
kaarten naar Duisburg gezorgd. Te Duisburg
had het tweetal een derden man ontmoet. Get.
moest ergens anders gaan zitten, Hij kon wel
zien, wat verd. en de vreemdeling, een Duitscher
deden, maar het gesprek kon hij niet volgen. Er
werden kaarten op tafel uitgespreid en er werd
fluisterend gesproken. Zoo nu en dan hoorde
hij den Duitscher een woord herhalen meestal
plaatsnamen, zooals Zutphen, Deventer
Het onderhoud aan de hand van de kaarten
had naar schatting anderhalf uur geduurd.
Tien jaar gevangenisstraf aan
soldaat opgelegd.
Wegens zware mishandeling den dood
tengevolge hebbend.
Op den avond van 1 October van het vorige jaar
had te Weert een vechtpartij plaats, waarbij de
soldaat H. J. C. Nouwens werd doodgestoken en de
soldaat H. van der Lomp ernstig werd geword. Een
derde soldaat kreeg door het gebeurde een zenuw
schok, waardoor hij in een inrichting moest worden
verpleegd en voor den militairen dienst werd af
gekeurd.
Op den noodlottigen avond was een aantal mili
tairen in een café bijeengekomen. Onder hen bevond
zich de soldaat P. M-, die in burger was en zijn 24-
jarige vriend G. de G. Deze kreeg een woordenwisse
ling met eenige militairen en het gevolg was, dat de
soldaten M. en de G. door den caféhouder en diens
dochter buiten de deur wei-den gezet. Een aantal
militairen volgde de beide mannen en buiten ont
stond een vechtpartij tusschen M., de G., N. en van
der L. Enkele oogenblikken later waren N. en van
der L. door messteken getroffen. N. kon nog het café
bereiken, waar hij op een stoel in elkaar zakte. Hij
stierf voor geneeskundige hulp aanwezig was.
Verdacht, den soldaat N. te hebben doodgestoken,
werd de soldaat M. uit Weert gearresteerd.
De auditeur-militair van den krijgsraad in den
Bosch eischte vijftien jaar gevangenisstraf.
De krijgsraad veroordeelde M., wegens zware mis
handeling den dood tengevolge hebbende, tot tien
jaar gevangenisstraf, met aftrek van de voorloopige
hechtenis en ontslag uit den dienst.
MUTATIES BIJ DE SPOORWEGEN.
De asp.-adj. ingenieur te Haarlem W. P. C. ir.
H. de Boer zal per 15 Maart a.s. worden overge
plaatst naar Amsterdam C.S.
Een aangespoelde mijn is Woensdag tegen den dijk van het oude fort De Schans op fexel tot explosie gekomen. Acht
arbeiders, die ter plaatse werkzaam waren, konden juist bijtijds worden gewaarschuwd. Door de kracht der ontploffing
ontstond in den dijk een gat met een middellijn ven zeven meter
Pres.: En van u moesten ze niets hebben?
Getuige: Neen, maar ik moest de volgende
week terugkomen, ik kreeg f 20 en f 7.50 voor
een nieuwe pas.
„De Duitscher maakte grensfacSUteiten voor
me in orde", voerde verd. nog aan.
Pres.: „Ja, voor spionneeren".
Verd.: „Daar hebben we het nooit over ge
had".
Pres.: „Hoe kwam u er bij om uw land te ver
raden?"
Verd.: „Dat deed ik niet".
Requisitoir.
Dé officier van justitie, mr. A. S. de MuLnck
Keizer, achtte het wettig en overtuigend bewijs
geleverd. Het staat wel vast, dat verd. aan een
lid van den Duitschen geheimen dienst inlichtin
gen over onze verdediging heeft gegeven. Verd.
was in korten tijd drie maal over de Duitsche
grens gegaan, terwijl hij noch een geldig pas
poort noch een visum had. De laatste maal viel
het den oplettenden douanen op.
Er is in dit geval sprake van de' meest af
schuwelijke demoralisatie n.l. spionnage tegen
het eigen land. ons vaderland. Verd. maakte
zich schuldig aan een staatsgevaarlijk misdrijf.
Deze man heeft zich zelf ingedeeld bij het schuim
van de natie. Hij zal langen tijd uit de samen
leving moeten worden gebannen. Geen enkele
verzachtende omstandigheid is aan te voeren
tegen dezen sipion. De maximumstraf bedraagt 6
jaar. Deze lage straf stamt uit een onbewogen
tijd. Thans zijn de tijden zeer veel ernstiger en
hebben de verhoudingen zich toegespitst.
Bij de strafmaat dient men te overwegen, dat
verd. geen berouw toont. De straf moet preven
tief werken. Een ieder dient te weten, dat men
in ons land spionnen zwaar straft.
Spr. vorderde tegen verd. een gevangenisstraf
van vijf jaar.
De rechtbank zal 27 Maart vonnis wijzen.
Het leger en zijn kameraden
bestolen.
Hospitaal-soldaat in arrest gesteld.
Te Nijmegen is een hospitaal-soldaat gear
resteerd, die tal van voorwerpen ten nadeele
van het leger en zijn kameraden heeft ont
vreemd.
Hij heeft zich verschillende kleedingstuk-
ken en verbandsmiddelen welke hij in dienst
onder zich had, toegeëigend, terwijl hij voorts
een groot aantal voorwerpen van zijn kame
raden op de zaal heeft weggenomen.
Hij had al deze voorwerpen mee naar zijn
woning in Nijmegen genomen, waar de mili
taire politie ze in beslag nam.
Deze diefstal staat niet alleen. Naar ons
werd medegedeeld worden herhaaldelijk mi
litairen gearresteerd, die zich goederen van
den £laat of die van hun mede-gemobiliseer-
den hebben toegeëigend.
Zoo werd onlangs een soldaat gearresteerd, die
2000 K.G. haver ter waarde van f 360.welke
voor dienstpaarden was bestemd, heeft ont
vreemd.
Zijgevel van oud huis ingestort.
Twee arbeiders wisten zich net op tijd in
veiligheid te stellen.
Woensdagmiddag omstreeks half drie is in de
Schrijnwerkerssteeg te Rotterdam de zijgevel
van het zeer oude pand nummer 13 plotseling
ingestort en terecht gekomen op de naastgele
gen werkplaats van de firma Inselmini. In deze
werkplaats waren twee arbeiders werkzaam, zij
konden zich echter tijdig ln veiligheid stellen.
In verband met de bouwvalligheid van de be
lendende panden zette de politie 'n deel van de
steeg af. Het gedeeltelijk ingestorte pand zal
waarschijnlijk geheel gesloopt moeten worden.
Hierdoor loopen ook de belendende perceelen,
waaronder een typisch huisje uit het jaar 1647,
ernstig gevaar.
Belangrijke gift voor het Nat. Fonds
voor Bijzondere Nooden.
Het algemeen secretariaat van het Nationaal
Fonds voor bijzondere Nooden deelt ons het vol
gende mede:
The International Business Machines Corpora
tion te New-York, Holland Branch, die sinds een
twintigtal jaren in Nederland vertegenwoordigd is,
heeft besloten door bemiddeling van de firma M.
C. Boas te Amsterdam een bedrag van 10.000 dol
lar beschikbaar te stellen ter leniging van de bij
zondere nooden, welke in vele kringen van het
Nederlandsche volk tengevolge van de tijdsomstan
digheden worden ondervonden.
Genoemde maatschappij heeft van dit bedrag,
dat in Nederlandsch geld een waarde vertegen
woordigt van f 18.800 drie nationale instellingen
willen doen profiteeren. Zij heeft 6.000 dollar ter
beschikking gesteld van het Nationaal Fonds voor
bijzondere Nooden. 2.000 dollar van de Vereeniging
het Nederlandsche Roode Kruis en 2.000 dollar
van de Noord-Zuid-Hollandsche Reddingmaat
schappij.
Het behoeft geen betoog, dat dit gebaar van
bovengenoemde maatschappij, teneinde verlichting
te brengen in velerlei behoeften, welke de tijds
omstandigheden in Nederland scheppen, groote
waardeering verdient.
De besturen van genoemde instellingen spreken
de hoop uit, dat dit voorbeeld tot navolging zal
prikkelen.
Het giro-nummer van het Nationaal Fonds voor
bijzondere Nooden is 272727.
GEP. VICE-ADMIRAAL J. H. O. GRAAF VAN DEN
BOSCH OVERLEDEN
Te 's Gravenhage is overleden gep. vice-admiraal
J. H. O. graal van den Bosch, tot voor kort lid van
het Hoog Militair Gerechtshof. Deze functie heeft
hij van 1924 tot 1939 vervuld.
Sergeant loste schoten op luitenants.
Tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Op 19 September van het vorige jaar heeft de
dertigjarige sergeant B. A. J. H. vijf schoten uit een
geweer gelost op twee luitenants, die hem wilden
arresteeren. De luitenants werden echter niet ge
troffen.
De krijgsraad te 's Hertogenbosch veroordeelde
den sergeant wegens feitelijke insubordinatie, ge
pleegd in tijd van oorlog, tot vijf jaar gevangenis
straf, ter beschikkingstelling van de regeering en
ontslag uit den dienst.