Waferstaatsbegrooting goedgekeurd. Amsterdamsch koopman van spionnage verdacht. DONDERDAG 14 MAART '194Ö RA ARE EM'S D A "G B E X D 3 EERSTE KAMER Bij Justitie voor zwaarder straf op landverraad gepleit. DEN HAAG Woensdag. i)e Minister van Waterstaat stelde allereerst in het licht dat het onder de huidige omstandig heden niet goed mogelijk is een precies program ma op te stellen en uit te voeren van groote wer ken, welke doelmatig en voor werkloosheidsbestrij- I dirg nuttig zijn en tevens economisch nut afwerpen. De verbinding AmsterdamUtrecht, wordt ver sneld uitgevoerd en die met Amersfoort belooft een moderne weg in den besten zin des woords te I worden. Voorts vernamen we dat men zoo spoedig mo gelijk de toegangswegen tot den N. O. polder ge reed zal maken: de hoofdweg door den N. O. pol der zal niet het karakter van een hoofdverkeers weg krijgen, maar dit achtte de minister ook niet noodig: het wordt een provinciale weg met de noo- dige aansluitingen. Vervolgens zij vermeld, dat de tunnelbouw, waartoe men zich in belangrijke mate van de mate rialen heeft kunnen verzekeren, te Velsen door gaat, dat de minister var. de urgentie van den brugbouw bij Doesburg overtuigd bleek, doch dat er z.i. eerst zekerheid omtrent de lcaralisatie van den IJsel dient te zijn. Intusschen zal de volgende week een hiertoe strekkend wetsontwerp het de partement verlaten. Spr. noemde het niet onbillijk, dat het wegver keer mede bijdraagt in de tekorten op de spoor wegen. Het onderzoek omtrent de vraag of we tot slechts één belasting op de motorrijtuigen (een benzine-belasting) zouden kunnen overgaan, heeft op grond van de onbillijkheden, welke daaruit zou den voortvloeien, tot een negatief resultaat geleid. Wat 't wegverkeer met name orgelukken ten gevolge van alcoholgebruik aangaat, deelde ir. Al- barda mee. dat hij met zijn ambtgenoot van Justitie zal overleggen over eventueel bloedonderzoek in dergelijke gevallen. De minister wilde zich niet door Mr. v. Rap- pard's stokpaardje op sleeptouw laten nemen om een algemeen verbod uit te vaardigen, dat niet meer dan 2 wielrijders naast elkaar mogen rijden. In een land met zooveel fietsen als het onze zou dat wel heel bezwaarlijk zijn, terwijl bovendien tal van veiligheidsvoorschriften bestaan. Wel ver dient het z.i. aanbeveling, dat de ridders en jonk vrouwen op het stalen ros zich wat trouwer aan de bedoelde regels zullen houden, want daaraan lijkt tegenwoordig nogal eens wat te ontbreken. Als wijziging noodig is op het gebied van het goederenvervoer zal daarvoor gezorgd worden. De ordening van het goederenvervoerswezen kan men niet aan de te talrijke, te weinig gecoördineerde vervoersorganisaties zelf overlaten zooals de heer Ter Haar meende en bovendien behoort de staat hier de leiding te nemen met het oog op het algemeen belang, dat zal moeten praevaleeren. Warme hulde brengt de minister aan wat de spoorwegen in de koude wintermaanden hebben gepraesteerd. De spoorwegen hebben een functie voor het gemeenschapsbelang te vervullen en daar om kan het soms plicht zijn niet rendabele lijnen toch te blijven exploiteeren. Het spoorwegperso neel zal, wat de salarieering betreft, bij eventueele verhooging behandeld worden als de Rijksambte naren. Bij opheffing van bewaking van overwegen wordt beveiliging géëischt, doch het nieuwe systeem van flikkerlicht zal eerst in ruime mate toepassing gevonden moeten hebben, wil 't zijn volle effect opleveren. Overigens komen de meeste ongelukken bij bewaakte overwegen voor. Over het commercieele en het behoedzame finan- cieële beheer der staatsmijnen hooi'den we den ministerieelen loftrompet steken; in dit verband verklaarde spr. dat de uitkeering van de mijnen nieti als sluitpost van de begrooting beschouwd mag worden. Het pensioenvraagstuk zal onderzocht worden; dat van de invaliditeit is al onderzocht. Verkorting van arbeidsduur, aldus de Minister, zou vermindering der productie veroorzaken, wat een groot nadeel voor ons land zou zijn, terwijl wat thans eveneens zeer bedenkelijk ware de prij zen verhoogïng zouden moeten ondergaan. Met aanteekening van het tegen der gezwegen hebbende nat. soc. fractie ging Hoofdstuk IX er z. h. st. door. Bij de begrooting van 't Zuiderzeefonds besprak de heer Hi ems tra (s.d.) de voorbereiding van de droogmaking van den Zuidelijken polder; men mag z.i. niet te veel kijken alleen naar de financieel- economische resultaten van zulk een werk. Uit een oogpunt van voedselvoorziening en werkloosheids bestrijding is een in snel tempo doorgaan met de drooglegging van de Zuiderzee reeds van zeer veel belang. Dr. Heldring (lib.) bleek hierover wel 'n beetje anders te denken: hij vond het juist plicht van den Minister, als goed huisvader, eerst eens ter dege de economische vooruitzichten van een en ander te laten bestudeeren. De Minister wees er op, dat hij in de stukken kenbaar had gemaakt, dat hij zulk 'n onderzoek wilde laten verrichten, aangezien hij vond dat men niet roekeloos een zoo groot werk als de droogma king van de Zuidelijken polder mag laten onderne men. Ook de vraag of zulks o.m. met 't oog op de voedselvoorziening gewenscht is, moet bekeken worden. Intusschen kon de heer Albarda verzeke ren, dat hij van harte hoopt, dat men zoo spoedig mogelijk het werk zal kunnen gaan aanpakken. Nadat Minister Albarda met zijn werk gereed was gekomen (ook de begrooting van het staatsvis- scherijhavenbedrijf te IJmuiden ging er debat- en stemmingloos door), kwam Justitie aan de orde. Mr. Kolff (c.h.), die den kinderrechter ten behoeve van den met strafzaken overladen kanton rechter wat meer toegewezen wilde zien (overtre dingen door jeugdige boefjes), bepleitte een wette lijke regeling voor stichtingen, voorts en zulks in den breede wijziging van de Pachtwet. In de praktijk blijkt nu wel, dat de huidige regeling allerlei bezwaren en onbillijkheden met zich mee brengt. Wat de handhaving van het gezag enz. aangaat, schijnt de Minister op twee gedachten te hinken: er moet wel iets gebeurenmaar we moeten vooral oppassen de vrijheid in het gedrang te brengen. Uit vrees voor de geringste inperking van de vrij heid laat men de deur open voor allerlei ergerlijke het gezag aantastende, de neutraliteit in gevaar brengende misdragingen. De ware vrijheid nu vergt wel degelijk een en ander aan te pakken. „Heel mooi" is, dat de Minister maatregelen wil doen treffen om meer eenheid tusschen de organen van het O. M. te bevorderen, doch dat is lang niet genoeg om tegen listigheden te kunnen optreden. Tijdige wijziging van de bestaande bepalingen tot bescherming der openbare orde ware beter dan op groote schaal de staat van beleg af te kondigen. Helaas verdient ook nog de aandacht het optreden tegen landsverraderlijke bedreigingen. De strafbe palingen b.v. zijn te licht Beseft de Regeering wel hoe deze kwestie in ons volk leeft? Voortvarendheid bij het straffen is gewenscht en het is onbegrijpelijk, dat de hoogste straf voor der gelijke „onvaderlandslievende schobbers" niet meer dan zes jaren bedraagt. Zoo groot zijn de moeilijk heden in dezen toch niet, dat het Departement van Justitie niet bij machte zou zijn wijziging van de strafwet op korten termijn te bevorderen, wat hoogst noodzakelijk is. Kortom, de Minister kome ten spoe digste met 'n voorstel tot verandering van het Wet boek van Strafrecht, vooral ook om de strafmaat voor gevallen van spionnage en landverraad aan merkelijk op te voeren. Dit eischl ook het rechtsge voel van ons volk. Mr. Janssen (R.K.) gaf uiting aan zijn instem ming met den door den vorigen spreker uitgeoefen- den aandrang om de wetgeving op het gebied van bescherming der openbare orde te herzien; speciaal in verband met spionnage en landverraad bepleitte ook deze senator aanmerkelijke verhooging van de strafmaat. Intusschen bleek deze spreker het in zake de pachtwet vierkant oneens te wezen met den C. H. woordvoerder. Was Mr. Janssen voorstander van de oplossing door de commissie-Kooien ter zake van de adminis tratieve rechtspraak aanbevolen, Prof. Kranen burg (V. D.), die klaagde over gebrek aan conti- nuiteit in 't beleid der elkaar opvolgende Minis ters van Justitie, kon 't al evenmin met Min. Ger- brandy's lyrische ontboezemingen t.a.v. het zooeven genoemde onderwerp eens zijn. De Min. had immers kenbaar gemaakt, niets te voelen voor een Fransche kathedraal, maar veel meer voor het eigen nationale, voor knusse kleine Hollandsche huisjes: hier 'n stukje, daar 'n stukje administratieve rechtspraak. Ware ruim een eeuw geleden Mr. v. Maanen, die toen aan het hoofd van het Departement van Jus titie stond ook zoo tevreden geweest over de in dien tijd bestaan hebbende kleine huisjes van burgerlijke rechtspraak, dan hadden we op dat terrein nooit een behoorlijke codificatie gekregen. De tegenwoordige bewindsman kreeg voorts als grief te hooren, dat hij van zichzelf verklaard had. „niet zoo wetgeverig" te zijn. Daardoor schijnt hij aldus de V. D. afgevaardigde dan ook allerlei wat hij onder handen moest (doen) nemen (een po litiewet, herziening van het al te rijk door technische fouten ontsierde B. W.) te willen achterwege laten. Kortom Prof. Kranenburg voelde zich door Mr. Ger- brandy's standpunt met betrekking tot den te ver richten, wetgevenden arbeid niet bevredigd. E. v. R. Weer in hun bivak teruggekeerd. De drie gedroste militairen hebben in Antwerpen de blommetjes buiten gezet. De drie militairen, t.w. twee sergeants en één soldaat hebben zich gisternacht, na een week op stap te zijn geweest, weer in hun kantonnement gemeld. Zij werden onmiddel lijk in arrest gesteld en in het politiebureau te IJniuiden opgesloten in afwachting van een nadere beslissing omtrent hun toekomstig bedrijf, waarna zij voor den Krijgsraad zullen moeten verschijnen. De drie jonge mannen zijn inderdaad, naar wij vernemen, gedrost uit vrees voor straf voor eenige onbelangrijke vergrijpen jegens de krijgstucht. Met een gehuurde auto zijn zij er van door gegaan en vorige week Woensdag kwamen zij in Nispen, nadat zij van te voren hun uniformen voor een burger- pakje hadden verv/isseld. Zij lieten de auto onbe heerd achter en slaagden er met behulp van een grensbewoner in, over de Belgische grens te ko men. Het doel van de reis was Antwerpen, waar ze zich met een taxi heen lieten rijden. Hier hebben zij de bloemetjes buiten gezet. Toen ze uitgepiere- waaid waren trachtten ze te monsteren voor het een of andere schip dat naar Scandinavië of Fin land ging, hetgeen echter niet gelukte omdat ze niet in het bezit waren van de daarvoor benoodigde papieren. Al uitgaande raakte het geld op en ten slotte hadden ze nog slechts enkele franken over. Wat ze nog over hadden was precies voldoende om er mee tot het Belgische grensplaatsje Halle te komen. Vandaar zijn ze naar de grens geloopen. Den nacht brachten ze in een hooiberg op Nederlandsch ge bied door. Den volgenden morgen werden ze door de marechaussee van Zundert ondekt. Ze gaven zich uit voor.handelsreizigers, maar de mare chaussee begreep wel, dat handelsreizigers niet in een hooiberg slapen. Ze vielen door de mand, waarop de marechaussee de aanhouding der deser teurs naar IJmuiden meldde, met het gevolg dat ze naar hier werden getransporteerd. Hun koffers hebben ze in België achtergelaten, waar ze zich ook van hun revolvers met munitie hebben ont daan. Deze zouden ze weggeworpen hebben en inderdaad blijkt door de Belgische politie eer» revolver te zijn gevonden, die vermoedelijk van een van hen afkomstig is. MUURSCHILDERINGEN IN HET CONCERT GEBOUW TE AMSTERDAM OVERGEDRAGEN. Woensdagmiddag heeft de Amsterdamsche wet houder voor de kunstzaken, dr. E. Boekman, aan het bestuur van het Concertgebouw overgedragen de wandschilderingen, welke de kunstschilder Ge rard Hordijk in den Jijliana-foyer heeft aange bracht als geschenk van het gemeentebestuur van Amsterdam aan het Concertgebouw ter gelegen heid van het vijftigjarig bestaan, dat in 1938 werd herdacht. Poogde 16-jarige de ouders van Johanna de Nigtere op te lichten? Kinderrechter sprak verdachte vrij. Korten tijd nadat het Amsterdamsche meisje, Johanna de Nigtere, spoorloos verdwenen was, werden de ongelukkige ouders opgebeld door een onbekende. Deze deelde mede, dat hij bekend was met de verblijfplaats van het meisje. Zij was ge zond, zoo vertelde hij, zij had echter een lichte verwonding opgeloopen, doch zij werd uitstekend verpleegd. Wanneer de ouders in een brief onder letter een bedrag van f 1000 deponeerden aan de kiosk op het Leidscheplein,. zou hij zorgen, dat het meisje dienzelfden dag nog in de ouderlijke wo ning zou terugkeeren. De zwaarbeproefde ouders waren zoo verstan dig om zich direct met dit anonieme verhaal tot de politie te wenden. De recherche nam uitge breide maatregelen. De brief werd door den va der aan de kiosk gedeponeerd, natuurlijk zonder f 1000, doch opgevuld met krantenpapier. De om geving werd afgezet door rechercheurs en inder daad meldde zich op het bepaalde uur een jongen aan, die de juffrouw achter het loketje naar den brief vroeg. Direct sprongen van alle kanten rechercheurs te voorschijn. De jongen werd naar het bureau Leid scheplein gebracht. Het bleek al gauw, dat hij dood-onschuldig was. Hij had voor zijn vriendje, een jongen van 16 jaar, op diens verzoek den brief aan de kiosk gehaald, zonder echter iets van in houd of voorgeschiedenis af te weten. De dader werd ingerekend en tegen hem werd een vervol ging ingesteld wegens poging tot oplichting. Wegens zijn jeugd werd hij niet in arrest gehou den. Woensdag stond hij terecht voor den kinder rechter mr. Knuttel. Hij voerde als verweer aan, dat hij geen oogenblik de bedoeling had gehad zich het geld toe te eigenen, hij had slechts de werke lijke daders schrik aan willen jagen en hen op deze wijze Willen bewegen het meisje terug te brengen. Uit de rapporten bleek, dat de jongen uit een gunstig gezin kwam. De Officier van Justitie eischte een tuchtschool- straf van zes maanden. De kinderrechter echter achtte het bewijs in deze zaak niet geleverd. Met name het oogmerk om zich opzettelijk wederrechtelijk te verrijken, ontbrak z.i. Op dezen grond werd de jongen, die nooit eer der met de politie in aanraking was gekomen, vrij gesproken. De Officier van Justitie is van dit vonnis in appèl gegaan. Water voor betonweg aangezien. Ongeluk voor auto-inzittenden dank zij kranige redders goed afgeloopen. De 34-jarige chauffeur P. S. uit Rotterdam zag Woensdagavond te Maassluis, door onbekendheid met de situatie ter plaatse, het Goudsteenwater voor een betonweg aan en ging met zijn bestelwagen in plaats van rechtuit rechtsaf, met het gevolg, dat de auto te water reed. In de cabine zat naast den chauffeur de weduwe van L. uit Maasland, terwijl haar zoon, de 32-jarige H. van L. uit Rotterdam binnen in den bestelwagen had plaats genomen. S. wist zich, toen de wagen in het water lag, spoedig achter het stuur vandaan te werken, waar na hij boven op de cabine klom. Terstond stelde hij pogingen in het werk om de weduwe van L. uit haar benarde positie te bevrijden. Weldra slaagde hij hierin en met behulp van politie en omstanders werden de beide drenkelingen op den wal gebracht. Middelerwijl had men den wagen omgetrokken en drie mannen. I. Koffeman, N. Verhaas en A. van Fijck, begaven zich gekleed te water. Zij openden de deur van den bestelwagen en troffen daar de derde inzittende, reeds bewusteloos, aan. Binnen mkele minuten was ook deze op den kant. Na gerui- men tijd kunstmatige ademhaling te hebben toege past herkreeg van L. het bewustzijn. Spoorwegen en duurte-toeslagen. Eventueele regeling voor hfet Rijkspersoneel dient te worden afgewacht. Naar wij vernemen, had op 7 dezer een be spreking plaats tusschen de directie der N.S. en den Personeelraad. Er wei-den verschillende pun ten besproken, waaronder ook behoorden de eventueel voor het personeel te nemen duurtemaat- regelen. De te dezer zake genomen beslissing luidde als volgt: Als resultaat van de laatste besprekingen heeft de directie bij den minister van waterstaat een voorstel ingediend om op de loonen in de loon schaal 1 en 2 (dus de laagste loonen) in gemeente klasse I en II, een duurtetoeslag toe te kennen van 4 pCt. en 2 pCt. Naar aanleiding van dit voorstel ontving de directie van den minister bericht, dat de raad van ministers als zijn oordeel heeft uitgesproken, dat, indien tot eenigen maatregel aangaande sa larissen van het rijkspersoneel wordt overgegaan, een overeenkomstige regeling voor het spoorweg personeel zal kunnen worden getroffen. De uitwer king van een op dezen grondslag te treffen regeling voor het spoorwegpersoneel zal uiteraard eerst kunnen geschieden, wanneer .vaststaat, wat de eventueele regeling voor het rijkspersoneel zal inhouden. Vijf jaar gevangenisstraf geëischt. Woensdagmiddag behandelde de rechtbank te Amsterdam een spionnagezaak. De Amsterdamsche koopman C. V., een 45- jarige man, die zich sedert half Januari in hech tenis bevindt, was ten laste gelegd, dat hij, Nederlander zijnde, opzettelijk op 10 Januari te Duisburg aan een in dienst, althans voor en ten behoeve van het Duitsche rijk, althans voor een buitenlandsche mogendheid handelend persoon, inlichtingen heeft verstrekt, omtrent feiten en omstandigheden, waarvan hij wist, dat de ge heimhouding door het belang van den staat ge boden werd. Als eerste getuige hoorde de rechtbank den marechaussee, die verd. en zijn vriend B. te Zevenaar had aangehouden in den trein. Hij had verd. overgebracht naar den stationscom mandant. „Wat hebt u in Duitschland uitgevoerd?", had get. gevraagd. „Gaat u niets aan", luidde het antwoord. Even later had verd. geheimzinnig over „een smokkelzaak" gesproken. Het verhoor had zeer lang geduurd. Bij fouilieering had de marechaus see een atlasje bij verd. gevonden. Pres.: Waarvoor droeg u dat bij u? Verdachte: Voor een fietstocht. Tenslotte had verd. toegegeven, dathij in de stationswachtkamer had zitten praten met een Duitscher. Waarover? Op die vraag had verd. aanvankelijk geen ant woord willen geven. Na een urenlang verhoor had hij verklaard, dat hij over natuurschoon van ons land had zitten praten. Speciaal de IJselstreek Pres.: En wist u niet, dat de Usellinie, onze eerste verdedigingslinie is? Verd.: Neen. dat wist ik niet. Pres.: Nooit op school geleerd? Nooit in de krant gelezen? Niet gezien, dat daar verdedi gingslinies waren? Verd.: Neen, daar interesseer ik me niet voor. Ik weet er ook niets van. Vervolgens wordt de binnenhuisarchitect B gehoord. Get. had kennis gemaakt met verd. Deze had hem op Zondag 7 Januari j.l. geld gegeven om voor hem naar Duitschland te gaan. Te Arnhem zouden beide mannen elkaar ontmoeten, maar op den afgesproken dag zagen ze elkaar reeds op het perron te Amsterdam. Te Zevenaar waren zij de grens gepasseerd. Verd. had voor plaats- kaarten naar Duisburg gezorgd. Te Duisburg had het tweetal een derden man ontmoet. Get. moest ergens anders gaan zitten, Hij kon wel zien, wat verd. en de vreemdeling, een Duitscher deden, maar het gesprek kon hij niet volgen. Er werden kaarten op tafel uitgespreid en er werd fluisterend gesproken. Zoo nu en dan hoorde hij den Duitscher een woord herhalen meestal plaatsnamen, zooals Zutphen, Deventer Het onderhoud aan de hand van de kaarten had naar schatting anderhalf uur geduurd. Tien jaar gevangenisstraf aan soldaat opgelegd. Wegens zware mishandeling den dood tengevolge hebbend. Op den avond van 1 October van het vorige jaar had te Weert een vechtpartij plaats, waarbij de soldaat H. J. C. Nouwens werd doodgestoken en de soldaat H. van der Lomp ernstig werd geword. Een derde soldaat kreeg door het gebeurde een zenuw schok, waardoor hij in een inrichting moest worden verpleegd en voor den militairen dienst werd af gekeurd. Op den noodlottigen avond was een aantal mili tairen in een café bijeengekomen. Onder hen bevond zich de soldaat P. M-, die in burger was en zijn 24- jarige vriend G. de G. Deze kreeg een woordenwisse ling met eenige militairen en het gevolg was, dat de soldaten M. en de G. door den caféhouder en diens dochter buiten de deur wei-den gezet. Een aantal militairen volgde de beide mannen en buiten ont stond een vechtpartij tusschen M., de G., N. en van der L. Enkele oogenblikken later waren N. en van der L. door messteken getroffen. N. kon nog het café bereiken, waar hij op een stoel in elkaar zakte. Hij stierf voor geneeskundige hulp aanwezig was. Verdacht, den soldaat N. te hebben doodgestoken, werd de soldaat M. uit Weert gearresteerd. De auditeur-militair van den krijgsraad in den Bosch eischte vijftien jaar gevangenisstraf. De krijgsraad veroordeelde M., wegens zware mis handeling den dood tengevolge hebbende, tot tien jaar gevangenisstraf, met aftrek van de voorloopige hechtenis en ontslag uit den dienst. MUTATIES BIJ DE SPOORWEGEN. De asp.-adj. ingenieur te Haarlem W. P. C. ir. H. de Boer zal per 15 Maart a.s. worden overge plaatst naar Amsterdam C.S. Een aangespoelde mijn is Woensdag tegen den dijk van het oude fort De Schans op fexel tot explosie gekomen. Acht arbeiders, die ter plaatse werkzaam waren, konden juist bijtijds worden gewaarschuwd. Door de kracht der ontploffing ontstond in den dijk een gat met een middellijn ven zeven meter Pres.: En van u moesten ze niets hebben? Getuige: Neen, maar ik moest de volgende week terugkomen, ik kreeg f 20 en f 7.50 voor een nieuwe pas. „De Duitscher maakte grensfacSUteiten voor me in orde", voerde verd. nog aan. Pres.: „Ja, voor spionneeren". Verd.: „Daar hebben we het nooit over ge had". Pres.: „Hoe kwam u er bij om uw land te ver raden?" Verd.: „Dat deed ik niet". Requisitoir. Dé officier van justitie, mr. A. S. de MuLnck Keizer, achtte het wettig en overtuigend bewijs geleverd. Het staat wel vast, dat verd. aan een lid van den Duitschen geheimen dienst inlichtin gen over onze verdediging heeft gegeven. Verd. was in korten tijd drie maal over de Duitsche grens gegaan, terwijl hij noch een geldig pas poort noch een visum had. De laatste maal viel het den oplettenden douanen op. Er is in dit geval sprake van de' meest af schuwelijke demoralisatie n.l. spionnage tegen het eigen land. ons vaderland. Verd. maakte zich schuldig aan een staatsgevaarlijk misdrijf. Deze man heeft zich zelf ingedeeld bij het schuim van de natie. Hij zal langen tijd uit de samen leving moeten worden gebannen. Geen enkele verzachtende omstandigheid is aan te voeren tegen dezen sipion. De maximumstraf bedraagt 6 jaar. Deze lage straf stamt uit een onbewogen tijd. Thans zijn de tijden zeer veel ernstiger en hebben de verhoudingen zich toegespitst. Bij de strafmaat dient men te overwegen, dat verd. geen berouw toont. De straf moet preven tief werken. Een ieder dient te weten, dat men in ons land spionnen zwaar straft. Spr. vorderde tegen verd. een gevangenisstraf van vijf jaar. De rechtbank zal 27 Maart vonnis wijzen. Het leger en zijn kameraden bestolen. Hospitaal-soldaat in arrest gesteld. Te Nijmegen is een hospitaal-soldaat gear resteerd, die tal van voorwerpen ten nadeele van het leger en zijn kameraden heeft ont vreemd. Hij heeft zich verschillende kleedingstuk- ken en verbandsmiddelen welke hij in dienst onder zich had, toegeëigend, terwijl hij voorts een groot aantal voorwerpen van zijn kame raden op de zaal heeft weggenomen. Hij had al deze voorwerpen mee naar zijn woning in Nijmegen genomen, waar de mili taire politie ze in beslag nam. Deze diefstal staat niet alleen. Naar ons werd medegedeeld worden herhaaldelijk mi litairen gearresteerd, die zich goederen van den £laat of die van hun mede-gemobiliseer- den hebben toegeëigend. Zoo werd onlangs een soldaat gearresteerd, die 2000 K.G. haver ter waarde van f 360.welke voor dienstpaarden was bestemd, heeft ont vreemd. Zijgevel van oud huis ingestort. Twee arbeiders wisten zich net op tijd in veiligheid te stellen. Woensdagmiddag omstreeks half drie is in de Schrijnwerkerssteeg te Rotterdam de zijgevel van het zeer oude pand nummer 13 plotseling ingestort en terecht gekomen op de naastgele gen werkplaats van de firma Inselmini. In deze werkplaats waren twee arbeiders werkzaam, zij konden zich echter tijdig ln veiligheid stellen. In verband met de bouwvalligheid van de be lendende panden zette de politie 'n deel van de steeg af. Het gedeeltelijk ingestorte pand zal waarschijnlijk geheel gesloopt moeten worden. Hierdoor loopen ook de belendende perceelen, waaronder een typisch huisje uit het jaar 1647, ernstig gevaar. Belangrijke gift voor het Nat. Fonds voor Bijzondere Nooden. Het algemeen secretariaat van het Nationaal Fonds voor bijzondere Nooden deelt ons het vol gende mede: The International Business Machines Corpora tion te New-York, Holland Branch, die sinds een twintigtal jaren in Nederland vertegenwoordigd is, heeft besloten door bemiddeling van de firma M. C. Boas te Amsterdam een bedrag van 10.000 dol lar beschikbaar te stellen ter leniging van de bij zondere nooden, welke in vele kringen van het Nederlandsche volk tengevolge van de tijdsomstan digheden worden ondervonden. Genoemde maatschappij heeft van dit bedrag, dat in Nederlandsch geld een waarde vertegen woordigt van f 18.800 drie nationale instellingen willen doen profiteeren. Zij heeft 6.000 dollar ter beschikking gesteld van het Nationaal Fonds voor bijzondere Nooden. 2.000 dollar van de Vereeniging het Nederlandsche Roode Kruis en 2.000 dollar van de Noord-Zuid-Hollandsche Reddingmaat schappij. Het behoeft geen betoog, dat dit gebaar van bovengenoemde maatschappij, teneinde verlichting te brengen in velerlei behoeften, welke de tijds omstandigheden in Nederland scheppen, groote waardeering verdient. De besturen van genoemde instellingen spreken de hoop uit, dat dit voorbeeld tot navolging zal prikkelen. Het giro-nummer van het Nationaal Fonds voor bijzondere Nooden is 272727. GEP. VICE-ADMIRAAL J. H. O. GRAAF VAN DEN BOSCH OVERLEDEN Te 's Gravenhage is overleden gep. vice-admiraal J. H. O. graal van den Bosch, tot voor kort lid van het Hoog Militair Gerechtshof. Deze functie heeft hij van 1924 tot 1939 vervuld. Sergeant loste schoten op luitenants. Tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld. Op 19 September van het vorige jaar heeft de dertigjarige sergeant B. A. J. H. vijf schoten uit een geweer gelost op twee luitenants, die hem wilden arresteeren. De luitenants werden echter niet ge troffen. De krijgsraad te 's Hertogenbosch veroordeelde den sergeant wegens feitelijke insubordinatie, ge pleegd in tijd van oorlog, tot vijf jaar gevangenis straf, ter beschikkingstelling van de regeering en ontslag uit den dienst.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5