Zweden oefende geen druk op Finland
Aanslag tijdens bijeenkomst
te Londen.
Chamberlain over de Engelsche hulp
aan Finland.
DONDERDAG 14 MAART 194Ö
H A A R'CE M'S DAGBT'AD
5
Minister Günther
Steun bij den opbouw van het geteisterde land.
Het Zweedsche Telegraafagenschap meldt:
De minister van buitenlandsche zaken, Gün
ther heeft Woensdag voor den Rijksdag een
verklaring afgelegd, waarin hij zeide:
„Het bericht over het sluiten van vrede tus-
schen Finland -en Rusland, een bericht van
zoo uiterst groot belang voor het geheele
Noorden, heeft ons vandaag bereikt. Nooit
nog hebben wij, volkeren van het noorden,
die den oorlog verafschuwen en haten, de
diepe, heilige beteekenis van den vrede ge
voeld zooals vandaag. Ditmaal komt het
vredesbericht ook tot ons als een rouwbood-
schap omdat de vrede zooveel bloed gekost
heeft en vooral omdat ons broedervolk hem
heeft moeten koopen tenkoste van zoo zwax*e
offers. Maar wanneer ooit een volk voor den
vrede gestreden heeft in een oorlog, die het
werd opgelegd, met zuiver geweten en onbe
vlekte eere dan is het wel het Finsche volk in
dezen oorlog.
De resultaten van de onderhandelingen zijn nog
niet volledig bekend. Alvorens ons uit te spreken
over de vele zaken, die hier van belang zijn, zullen
wij dus moeten wachten. Het is echter mogelijk
een deel van die zaken hier te behandelen en
eenige woorden van verklaring te spreken over
het optreden van de Zweedsche regeering in de
preliminaria van den vrede, die zoojuist gesloten is.
Die woorden kunnen en moeten gezegd worden,
Er is te meer reden om deze verklaringen te geven,
omdat men van zekere zijden in het buitenland
van het door ons verrichte deel in de gebeurte
nissen een uiteenzetting heeft gegeven, die de feiten
verdraait en dikwijls volkomen onjuist is.
Van den aanvang van den oorlog af heeft de
Finsche regeering zich bereid verklaard tot her
vatting van de afgebroken onderhandelingen over
een vreedzame regeling. Het is duidelijk dat wij er
naar gestreefd hebben voor ons deel haar te steu
nen bij haar verlangen om een basis te vinden
voor die onderhandelingen. Eerst leek iedere hoop
om daartoe te geraken ijdel. Maar tegen het einde
van Januari toonde men zich van Russischen kant
ook bereid om tot een regeling te komen. Een zeker
contact kon vervolgens gevestigd worden en men
kwam tenslotte zoo ver dat een Finsche delegatie
naar Moskou vertrok met het resultaat, dat wij
zoo juist vernomen hebben.
Eigenlijk zou het niet noodig moeten zijn te
verklaren dat de Zweedsche regeering zich bij haar
bemiddelende optreden zorgvuldig heeft onthouden
van alles, wat nadeel zou hebben kunnen toe
brengen aan Finland, maar dat zij integendeel ge
tracht heeft alle mogelijkheden uit te buiten om
de belangen van dat land te dienen.
Van zekere zijde heeft men als een on
vriendelijke daad, reeds jegens Finland, het
feit voorgesteld, dat de Finsche regeering
Russische voorstellen werden overgebracht,
welke zij bijna niet kon aanvaarden. Het is
mij onmogelijk de gegrondheid van deze op
vatting te zien. De Finsche regeering moest in
ieder geval belangstellen in het vernemen van
de oogmerken, die de vijand zich had ge
steld. Het verstrekken van inlichtingen heeft
natuurlijk niets gemeen met het uitoefenen
van druk en de Finsche rcgcering heeft het
evenmin als druk uitgelegd. In het algemeen
kan duidelijk gezegd worden dat geen enkele
druk, van welken aard ook, door ons is uitge
oefend.
Het was noodig den Finnen de grenzen te doen
weten van den Zweedschen bijstand, welke gren
zen getrokken werden door de slechte constellaties
van de internationale politiek. Deze beperking kan
het Finsche volk een teleurstelling hebben bereid
en invloed hebben uitgeoefend op de politiek van
zijn regeering. Maar zij werd niet gebruikt als
middel om druk uit te oefenen teneinde te brengen
tot het sluiten van een voor Finland ongunstigen
vrede en evenmin werd een enkele poging gedaan
op andere wijze om de beslissing van dit land
over oorlog of vrede te beïnvloeden. De door de
zorgen der Zweedsche regeering aan Finland ver
leende hulp werd gegeven in zoo groote mate als
de omstandigheden veroorloofden. Nooit werd die
hulp afhankelijk gesteld van eenigerlei voor
waarde, nog van eenigerlei pretentie om invloed
uit te oefenen op het besluit van Finland om den
oorlog voort te zetten of deze of gene vredesvoor
waarde te aanvaarden. Van het oogenblik af, waar
op de beide partijen tezamen plaats namen aan
de onderhandelingstafel, nam uiteraard de be-
bemiddelende rol, die door Zweden op zich ge
nomen was, een einde.
Men zal mogen constateeren dat de vredesvoor
waarden, die door onze zorgen _van Moskou wer
den overgebracht aan Helsinki, niet dezelfde zijn
als die, welke hun uitdrukking vonden in het
vredesverdrag. Zoo is er bijvoorbeeld als iets vol
strekt nieuws aan toegevoegd de afstand van een
gebied in de streek van Salla en van Kussamo,
evenals de clausule betreffende den aanleg van
een spoorlijn van Kandalaksj naar Kemijarvi. Deze
bepalingen hebben voor ons een duidelijk belang.
Er moet ook op gewezen dat Zweden zonder
eenige medewerking van een andere buitenland
sche mogendheid de partijen heeft gepolst en voor
stellen voor een vrede heeft overgebracht.
Men heeft geïnsinueerd dat Duitschland een
zekere pressie dienaangaande op de Zweed
sche regeering zou hebben uitgeoefend. De
waarheid is, dat over deze kwestie geen woord
Is gewisseld tusschen de Zweedsche en de
Duitsche regeering.
Ook geen enkele andere regeering heeft zelfs ook
maar geprobeerd den geringsten invloed uit te
oefenen op de Zweedsche tusschenkomst. Hetgeen
van Zweedsche zijde werd gedaan om op deze wijze
de tot standkoming van een vreedzame regeling te
begunstigen is slechts van secundair belang. De
voornaamste prestatie van Zweden lag, naar wij
weten, op andere gebieden. Het Zweedsche volk kan
thans zonder overdrijving en zonder grootspraak
getuigen zich werkelijk moeite te hebben gegeven
alle hulp aan Finland te geven, welke binnen zijn
bereik lag.
Uit financieel oogpunt bezien beteckent dat dat
in den vorm van een leening 400 millioen kronen
ter beschikking werden gesteld.
De buitengewoon ongunstige omstandigheden van
de politieke wereldsituatie hebben niet veroorloofd
deze hulp uit te breiden tot een directe militaire
inmenging noch onzerzijds noch met medewerking
van de zijde der Westersche mogendheden.
Met bedroefd hart hpeft onze Koning onlangs in
zijn boodschap gezegd, dat wij verplicht zijn ons
er rekenschap van te geven, dat een dergelijke poli
tiek van inmenging ons, en waarschijnlijk het ge
heele noorden, in den grooten oorlog zou hebben
gestort, waarin wij slechts de rol zouden hebben te
spelen van pionnen op het schaakbord der groote
mogendheden.
Men kon niet van de Zweedsche regeering
eischen dat zij er toe zou bijdragen naar onze
streken het tooneel en misschien 't beslissende
terrein van den oorlog tusschen de groote Euro-
peesche mogendheden over te brengen. Wat zou
in dat geval van Zweden en van Finland zijn
geworden?
1 Op dat punt bestaat in ons land vrijwel een
enkele meening.
De weigering van Zweden en Noorwegen het
noorden bloot te stellen aan de gevaren van een
catastrofe werden uitgelegd alsof het er slechts om
ging tot eiken prijs de eenmaal aangenomen neu
traliteitspolitiek te handhaven. Men wilde niet be
grijpen dat de neutraliteit in dat geval bepaald
werd door omstandigheden, welke sterker waren
dan onze wil, hoewel deze omstandigheden bij her
haling aan de Finsche regeering werden uiteenge
zet, is het duidelijk dat slechts een officieele ver
klaring een gevaarlijk misverstand zou uit den weg
kunnen ruimen, dat het F-onsche volk deed denken
dat van de Noordsche landen of de Westersche mo
gendheden wel hulp zou komen, zoodra men
Zweden en Noorwegen het gevaar van den toestand
voor het geheele noorden zou hebben begrepen. Dat
deze verklaringen het Finsche volk hebben teleur
gesteld, laat zich begrijpen.
Maar men zou zich zeer zeker hebben blootge
steld aan nog gevaarlijker consequenties, indien men
in Finland voort zou zijn gegaan met oorlog voeren
op verkeerde veronderstellingen en zich te vleien
met de hoop op een spoedige hulp, welke in wer
kelijkheid niet binnen de grenzen van de bestaande
mogelijkheden lag.
De hulp van vrijwilligers.
Ten aanzien van de door vrijwilligers te verlee-
nen hulp hebben de meeningen in ons land blijk
baar uiteengeloopen. Men waardeert er de moge
lijkheden en de werkelijke beteekenis van een
Zweedsche medewerking door middel van vrijwilli
gers verschillend. Wij allen hebben het meest op
rechte begrip voor die jongelui, die zich geroepen
gevoelden hun eigen leven in te zetten in den Fin-
schen strijd voor de vrijheid. Wij begrijpen hen niet
alleen, doch wij gevoelen voor hen ook nog een
innig respect en de warmste sympathie. Zij zullen
zeker geen vergeefsch werk hebben gedaan.
Anderzijds moet men ook degenen begrijpen, die
de oogen niet hebben kunnen sluiten voor de ver
schrikkelijke gebeurlijkheid, dat het optreden der
vrijwilligers, talrijk als zij waren, tenslotte slechts
een opoffering zou zijn geweest van de besten onder
onze jongelieden zonder dat hun opoffering een be-
sbssenden invloed op den afloop van den oorlog kon
uitoefenen. In deze zoo ernstige kwestie heeft ook
deze meening, welke het geweten raakt, recht op
respect. Niemand kon overigens denken aan de
mogelijkheid bij tooverslag een vrijwilligerscorps
te vervormen tot een leger, dat te vergelijken is met
dat van een groote mogendheid, met alles wat ver-
eischt wordt op het gebied van uitrusting en onder
houd.
Wederopbouw van Finland.
De wederopbouw van Finland, na de verliezen,
welke de oorlog heeft toegebracht, is, nu het vrede
is, onvermijdelijk en het is duidelijk, dat wij ook
daar onze hulp zullen moeten verleenen. Het is op
deze taak dat wij voortaan alle krachten zullen
moeten concentreer en, welke wij tot nu toe hebben
gebezigd om ons broedervolk in zijn strijd bij te
staan, het zal nog groote opofferingen van ons
vergen, doch voor mij lijdt het geen twijfel, aldus
Günther dat het Zweedsche volk bereid is deze te
aanvaarden.
Russisch-Italiaansch handelsaccoord
op komst?
Sovjet-commissie naar Rome.
Van betrouwbare zijde wordt uit Rome verno
men dat de leden van de permanente Russische
handelscommissie, welke haar zetel te Milaan
heeft, binnenkort naar Rome zullen komen om te
onderhandelen over een nieuw Russisch-Ita
liaansch handelsaccoord.
De leider der commissie is van Milaan naar
Moskou vertrokken blijkbaar om instructies te
halen.
Duitscli scliip in den storm vergaan.
Acht van de 33 opvarenden vermist.
Volgens een bericht van den Deenschen
radio-omroep is het Duitsche stoomschip
„Eschersheim" (3303 ton) dat te Bremen
thuisbehoort, tijdens een storm aan de Deen-
sche kust bij den vuurtoren van Rubjerg
gezonken. Acht van de 33 opvarenden wor
den vermist. De overige werden door een
Deensche reddingboot opgepikt.
Uitstel der ratificatie door het
Finsche parlement?
Veiligheidsmaatregelen in het land nog
niet opgeheven.
Minister Tanner heeft tegenover een correspon
dent van Havas verklaard dat de ratificatie van het
veertien dagen zou kunnen vergen. De mogelijkheid
acht men echter niet uitgesloten, dat de ratificatie
toch heden of morgen gescniedt.
veertien dagen zou kunnen vergen.
Om het vredesaccoord met Rusland te rafici-
ceeren, is een meerderheid noodig van vijfzesde in
het Finsche parlement.
Volgens door de Zweedsche bladen ontvangen in
lichtingen, zou die meerderheid moeilijk verkregen
kunnen worden.
Te vijf uur Woensdagmiddag begon de Finsche
radio-omroep treurmarschen uit te zenden. Een uur
later werd het tramverkeer stopgezet. Geen enkele
veiligheidsmaaregel is opgeheven. De minister van
bmnenlandsche zaken heeft bepaald, dat geëva
cueerde personen nog niet naar Helsinki mogen te-
rugkeeren, opdat de verkeersmiddelen niet over
belast worden.
Naar schatting zijn in Finland tengevolge van
den oorlog thans 400.000 menschcn dakloos en
van alles berooid.
Eindelijk rust voor de Finsche soldaten.
Reuter meldt: Toen het huilen der granaten op
de Karelische Landengte na het sein „vuren sta
ken" ophield, maakte de stilte een bijna angstwek-
kenden indruk. Voor vele manschappen beteekende
het begin van den vrede maar één ding: een kans
om te slapen. Op de Landengte hebben de soldaten
maandenlang geen normalen slaap meer gekend. Zij
waren op een punt gekomen, waarop zij bijna me
chanisch vochten of liepen. Een hooggeplaatst
oificier verklaarde: „De militaire leiders hebben hun
woord gezegd en het leger kan slechts gehoorzamen
aan de bevelen en vertrouwen stellen in de man
nen, die een beslissing kunnen nemen."
Finland's nieuwe grenzen.
Onderhandeling over waarborging door
Zweden en Noorwegen.
Tanner, de Finsche minister van buitenland
sche zaken, heeft gisteravond, volgens Reuter,
aan de correspondenten van de buitenlandsche
pers verklaard, dat voordat de Finsche delegatie
naar Moskou vertrok, Finland, Zweden en Noor
wegen het eens geworden waren over onder
handelingen over de waarborging van de gren
zen van de drie landen en dat deze onderhande
lingen binnen enkele dagen zouden worden
voortgezet. Finland had het initiatief tot deze
onderhandelingen genomen.
Op geen enkel oogenblik gedurende den oorlog
hadden de Westersche mogendheden eenigen druk
op Finland geoefend. Zoowel Chamberlain als Da-
ladier hadden ronduit verklaard dat Finland tot zijn
eigen conclusies moest komen. De regeering was
zelfstandig tot haar besluit gekomen.
Tanner heeft den buitenlandschen corresponden
ten verder medegedeeld, dat het militaire hoofd
kwartier was geraadpleegd ten aanzien van den toe
stand aan het front, doch geen deel had aan het
vredesbesluit. In antwoord op verschillende vragen
zeide de minister, dat het vredesverdrag geen be
palingen omtrent schadeloosstelling voor of resti
tutie van den oorlogsbuit aan de Sovjet Unie bevat.
En dat het vraagstuk der krijgsgevangenen nog be
studeerd wordt. Op de vraag of de nieuwe grenzen
verdedigd zouden moeten worden, antwoordde
Tanner dat de militaire experts hem hebben gezegd;
„Alle grenzen kunnen verdedigd worden". Duitsch
land heeft bij de bemiddeling geen rol gespeeld.
In een des avonds gehouden radiorede zeide
Tanner, dat de nieuwe staatsgrenzen ongeveei
overeen kwamen met die van 1921. Tanner schil
derde de militaire operaties, in welker verloop het
gebrek aan mannen steeds meer merkbaar is ge
worden en constateerde, dat de aangekondigde hulp
der Westelijke mogendheden volledig was uitge
bleven en dat niet voldoende vrijwilligers waren
aangekomen. Zweden en Noorwegen hadden met de
verwijzing naar de noodzakelijkheid van inacht
neming van een strikte neutraliteit een doortocht
van vreemde troepen door hun landen niet kunnen
toestaan. Finland heeft op grond daarvan besloten
geen beroep om bijstand te doen op Engeland en
Frankrijk.
Hij zeide verder, dat het algemeene belang van
Finland de aanneming der Sovjet Russische voor
stellen heeft geëischt. Het vredesverdrag bevat geen
politieke voorwaarden. Aan de vrijheid, souvereini-
teit en onafhankelijkheid van Finland wordt niet
getornd. Finland moet thans werken om zijn econo
misch leven in constructieven zin te ontwikkelen.
Een Noorsch defensief verbond?
De bladen van Donderdagochtend publiceeren
het volgende bericht:
„Van officieele zijde wordt vernomen dat na be
sprekingen, welke de Finsche regeering sedert het
einde van den oorlog met de regeeringen van Zwe
den en Noorwegen heeft gevoerd, een ontwerp is
opgesteld voor een defensief verbond tusschen de
drie landen, dat de waarborging der Finsche gren
zen ten doel heeft".
Michael O'Dwyer, oud-gouverneur van de
Pundzjaab, gedood.
Britsch-Indiër loste verscheidene
schoten.
LONDEN, 13 Maart. Gedurende een ver
gadering van de East India Association, die in
Caxton Hall plaats had, heeft een Indiër vier
schoten gelost. Een ervan trof Sir Michael
O'Dwyer, die op slag gedood werd. Lord Zet
land, Staatssecretaris voor Indië, secretaris van
genoemde vereeniging, werd gewond. Sir
Louis Dane, ex-voorzitter van de East India
Association heeft zijn arm gebroken, terwijl
Lord Lamington ex-gouverneur van Bombay
eveneens aan den arm verwond werd.
Toen de zitting bijna ten einde was werden door
den dader vier schoten vlug achtereen afgevuurd
met het bovengenoemde gevolg.
Een ooggetuige verhaalde hoe direct daarop twee
personen, den Indiër grepen hem op den grond
wierpen en zijn hoofd op den grond drukten, terwijl
een derde persoon den moordenaar de revolver
ontnam. De man had nog gepoogd te ontvluchten
en getracht onder het roepen van „opzij" de deur
te bereiken.
Er bevonden zich ongeveer 150 personen in het
vertrek waar de vergadering plaats had. Gedurende
de twee en een half uur, die op den aanslag volg
den, mocht niemand het vertrek verlaten noch te-
lefoneeren.
Sir Michael O'Dwyer was gouverneur-generaal
van Pundzjaab gedurende de z.g. Amritsar-affaire
van 1919, toen de troepen op de menigte hebben
gevuurd en bij welke gelegenheid verscheidene
Indiërs werden gedood. O'Dwyer was 75 jaar oud
en een vooraanstaand figuur in de Britsch-Indi-
sche regeerïng. O'Dwyer werd in de borst getrof
fen en viel hevig bloedend op den grond. Lord
Zetland viel naast zijn stoel, waarin hij de ver
gadering presideerde. Lord Zetland verklaarde te
genover de pers: „Ik hoorde een slag dicht naast
mij en toen een scherpe pijn in de lende. Ik viel
neer en hoorde verscheidene andere schoten.
Dc politie vormde direct een cordon om Caxton
Hall en iedereen werd ondervraagd.
Sir Percy Sykes, een officier, die tevens schrij
ver is, stond vlak naast Zetland. Hij werd ech
ter niet getroffen.
Sir Percy Sykes verklaarde in een interview met
United Press: O'Dwyer werd in den rug getroffen,
hij stierf bijna onmiddellijk daarop. Hij beschreef
den dader als „geen gewonen Indiër". Hij zeide
dat dr. Lawrence, broeder van „Lawrence of Ara
bia", die eveneens aanwezig was, de eerste hulp
aan O'Dwyer en de andere gewonden verleende.
Volgens Sykes bevonden zich eenige honderden
menschen in de zaal, een 50 a 60 personen stonden
langs de mimen. „Ik had Lord Zetland juist goe
den dag gezegd, toen ik schoten hoorde lossen en
eenige personen op den grond zag vallen. Een ko
gel schoot rakelings langs mij heen. Ik begaf mij
direct naar de plaats waar de moordenaar zich be
vond. Een meisje, Bertha Herring, was de eerste
die hem greep en hem op den grond wierp. Van
paniek was geen sprake. Ik telefoneerde direct
Lady O'Dwyer, maar haar echtgenoot was reeds
overleden voor zij Caxton Hall had bereikt. Be
halve Sykes had Lord Zetland gesproken en ook
O'Dwyer. De redevoeringen hadden Afghanistan
tot onderwerp. Ook Dane en Lamington bevonden
zich onder de sprekers.
Volgens nadere berichten schijnt de dader te
zjjn de 37-jarige Mohamed Sing Azad.
SCANDINAVISCHE
NEUTRALITEIT NIMMER
DOOR ENGELAND BEDREIGD.
In het Engelsche Lagerhuis deelde Chamberlain
gisteren mede. dat de Britsche gezant in Helsinki
Woensdagmorgen door den Finschen minister van
buitenlandsche zaken ervan in kenis is gesteld dat
Dinsdagavond in Moskou Sovjet Russisch-Finsche
vredesvoorwaarden waren onderteekend en dat re
gelingen getroffen waren voor een wapenstilstand.
Voortgaande zeide Chamberlain: ,.De Britsche re
geering heeft haar bereidheid duidelijk gemaakt om
alle mogelijke hulp te verleenen aan de Finnen in
hun moedigen strijd tegen de agressie en heeft voor
bereidingen getroffen om het volle gewicht van haar
beschikbare hulpbronnen in de weegschaal te wer
pen, wanneer zij zou vernemen, dat dit in overeen
stemming met het verlangen der Finsche regeering
zou zijn.
Sprekende over de aan Finland verleende hulp,
zeide Chamberlain „Gedurende den geheelen Sov
jet Russisch-Finschen strijd heeft de Engelsche re
geering in overleg met de Fransche regeering den
Finnen groote hoeveelheden oorlogsmateriaal gele
verd en voorraden van allerlei aard. waaromtrent
bijzonderheden bekend zijn gemaakt, voor zoover
dat in het openbare belang was".
Het is steeds de opvatting geweest dat het aan de
Finsche regeering was om een besluit te nemen over
den koers van actie, dien zij het best gepast achtte
in haar belang en in het licht van alle beschikbare
kennis. Zij mag er bij haar besluit van verzekerd
zijn dat hét volk van dit land eensgezind sympathie
gevoelt voor den toestand, waarin zij zich bevindt
(toejuichingen) en bewondering voor den moed,
waarmede zij zoo lang den strijd volgehouden heeft
tegen een overweldigende meerderheid. Dit epische
verhaal zal altijd opnieuw verteld worden in de kro
nieken van haar eigen geschiedenis en zal blijven
leven in de herinnering van alle volken.
In 't verdere verloop van de Lagerhuiszitting
zeide Chamberlain nog:
Het is niet juist dat herhaalde verzoeken om
manschappen gedaan zijn door de Finsche regee
ring. De Finsche regeerïng heeft herhaalde ma
len om materiaal gevraagd en telkenmale is aan
die vragen voldaan. Reeds op 25 Februari is de
Finsche regeering er van in kennis gesteld dat,
wanneer zij een desbetreffend beroep op ons zou
doen. wij bereid waren en reeds voorbereidingen
troffen om ook manschappen te zenden. In de
omstandigheden, waarin zij zich bevond, be
sloot zij een dergelijk beroep niet op ons te doen.
Nadat Chamberlain zijn eerste verklaring had af
gelegd, nam de leider der Labouroppositie Attlee
het woord. Hij zeide: „Wij stemmen allen overeen in
onze bewondering voor Finland's worsteling en ter
wijl het voor ons alleen een verlichting is dat de
slachting tot staan is gebracht, betreuren wij diep
dat de agressie succes heeft gehad."
Attlee verzocht de regeering van Groot Brittan-
nië aan Finland allen bijstand te doen verleenen,
welke mogelijk is tot herstel van de schade, die
aangericht is door dezen niet-uitgelokten aanval
(toejuichingen).
De vroegere minister van oorlog, Hore Belisha,
zeide: „Terwijl ik mij aansluit bij de betuiging van
sympathie met de Finnen, wil ik toch vragen of het
niet waar is dat herhaalde beroepen zijn gedaan
door Finland op bijstand in materiaal en manschap
pen en of het niet treurig is, gezien de grootheid de
zer gebeurtenissen en hun vèr-strekkenden aard,
om als excuus voor werkeloosheid 'n zuiver techni
sche kwestie aan te voeren?"
Hore Belisha vroeg daarop debatten te doen hou
den over deze kwestie in verband met de geheele
leiding van den oorlog.
In antwoord op deze opmerkingen van Hore Be
lisha legde Chamberlain toen zijn het hierboven ver
melde. laatste deel van zijn verklaring af.
De leider der liberale oppositie. Sir Archibald Sin
clair, sloot zich aan bij de veroordeeling der agres-
ie en bij de hulde aan het Finsche leger en het
Finsche volk. Hij vroeg of de bijzonderheden over
het aan Finland gezonden materiaal, die gepubli
ceerd zijn, door de regeering voor juist verklaard
worden.
Chamberlain antwoordde hierop dat hij geen ver
antwoordelijkheid op zich kon nemen voor de in de
dagbladen gepubliceerde cijfers. Hij zou eenigen tijd
willen hebben om te overwegen of een volledige ver
klaring omtrent het materiaal, dat geleverd is, kon
worden gepubliceerd.
Henderson (Oppositioneele Labourparty) vroeg:
..Wil de eerste minister duidelijk maken, dat de
Engelsche regeering nooit gedreigd heeft de neutra
liteit van Zweden en Noorwegen te schenden?"
Chamberlain antwoordde hierop: „Zeker, wij heb
ben nooit gedreigd dat te doen."
Hore Belisha: „Bevestigt de premier de ver
klaring van Daladier dat een expeditieleger van
50.000 Fransche soldaten en nog meer Britsche
soldaten in feite gereed stonden?
Was deze troepenmacht aan de Finnen toege
zegd om hen bij te staan of waren eenigerlei be
perkingen geplaatst op het gebruik daarvan bij
de verdediging van Finsch gebied beperkin
gen, die tengevolge hadden dat Finland geloofde
dat het niet voldoende was om de Russische
agressie af te slaan?"
Chamberlain: „Ik heb getracht een nauwkeurig
verslag te krijgen van wat door Daladier is ge
zegd. Tot ik dat verslag zal hebben ontvangen
prefereer ik er geen commentaar aan te hech
ten".
De conservatief Harold McMillan drong aan op het
houden van een geheime zitting van het Lagerhuis
ter bespreking „van de leiding dezer aangelegen
heid gedurende de paar laatste maanden".
Chamberlain: „Ik kan dat in het parlement niet
bespreken".
McGovern (Onafhankelijke Arbeiderspartij) „Ter
wijl een aanzienlijk aantal menschen zich er over
verheugt, dat de slachting der Finnen voorbij is.
gelooven wij dat de overweldigende meerderheid
van de bevolking ïn dit land van meening is dat^
Stalin en zijn nazi-gezinde bureaucratie de afschuw
en verachting hebben gewekt van ieder behoorlijk
denkend mensch". (toejuichingen).
Sir Archibald Southby (Conservatief): „is de pre
mier van meening dat in deze harde vredesvoor
waarden. die door de Finnen aanvaard zijn. de waar
borg is gelegen dat zij werkelijk door Rusland naar
den geest in acht genomen zullen worden?
Is de door Groot Brittannië en Frankrijk aan Fin
land aangeboden hulp onmogelijk gemaakt door het
optreden van de Noorsche en Zweedsche regee
ringen?
Chamberlain: „Het is duidelijk dat ik geen waar
borg kan geven, zooals verlangd in het eerste deel
der vraag. Wat het tweede deel betreft, de Finsche
regeering heeft geen verzoek gedaan om deze hulp."
Verzoek van Labour om
debatten verwacht.
De parlementaire correspondent van Reuter
meldt: Er is nog geen formeel verzoek ingediend
voor het houden van debatten over Chamberlain's
Verzoeken om troepenzending
niet door Helsinki gedaan.
verklaringen over Finland. Dc algemeene opvatting
der regeeringaanhangers schijnt te zijn dat een
dergelijk debat geen nut zou hebben, tenzij het
diende om nadruk te leggen op hetgeen Woensdag
duidelijk was, nl. de gevoelens van diepe sympa
thie met Finland. Doordat Hore Belisha echter dc
geheele oorlogsleiding der regeerirg ter sprake
bracht, kan hieruit een nieuwe mogelijkheid tot
discussie ontstaan. Sommige aanhangers der re
geering denken dat het een goed denkbeeld zou
zijn voor een geheime zitting, terwijl een deel der
oppositie aandringt op openbare debatten. Het
lijkt derhalve waarschijnlijk dat de Labour-oppo-
sitie debatten voor de volgende week zal vragen.
Kmisinen tereclitgestclcl?
Bij Stalin in discrediet geraakt.
Het Deensche blad „Ekstrabladet" meldt dat
Kuusinen, 't hoofd der „stroomannenregeering"
der Finsche volksrepubliek, welke door de Sovjet-
Unie gevestigd was te Terijoki in den aanvang
van den Russisch-Finschen oorlog, volgens uit
Helsinki ontvangen rechten terechtgesteld is. Hij
werd ervan beschuldigd misleidende inlichtin
gen te hebben gegeven aan het Kremlin over de
toestanden in Finland voor den oorlog.
„Ekstrabladet" voegt hieraan toe dat de te
rechtstelling door Stalin persoonlijk was bevo
len. Stalin was „boos", omdat Kuusinen hem er
toe had overgehaald het Finsche avontuur te
ondernemen, tegen zijn eigen oordeel in, onder
voorwendsel het Finsche volk te redden uit den
greep van maarschalk Mannerheim."
Het verloren <raan van tankschepen
en benzine-distributie.
Den laatsten tijd zijn verschillende tankschepen,
welke petroleum en benzine voor ons land moesten
aanvoeren, verloren gegaan. Dat hierdoor de ben-
zine-positie van Nederland iets slechter wordt, gaf
men te bevoegder plaatse in den Haag onzen cor
respondent toe, doch de situatie is nog niet zoo, dat
door het verloren gaan van een enkel schip de in
voering van de benzine-distributie zal worden be
spoedigd.
Mocht het verloren gaan van voor Nederland
bestemde tankschepen een periodiek verschijnsel
worden, dan zou het tijdstip kunnen aanbreken,
dat men aan invoering van benzine-distributie
moet gaan denken.
PROGRAMMA
VRIJDAG 15 MAART
HILVERSUM I, 1875 en 414,4 M.
8.00 VARA 10.— VPRO 10.20 VARA
12.— AVRO 4.— VARA 7.30 VPRO.
9.— VARA 10.40 VPRO 11.00—12.00
VARA.
8.Berichten ANP, gramofoonmuziek 10.Mor
genwijding 10.20 Declamatie 10.40 Zang en piano,
en gramofoonmuziek 11.10 Declamatie 11.30 Orgel
spel. 12.De Palladians. 12.45 Berichten ANP., gra
mofoonmuziek. 1— AVRO-Amusementsorkest 2.
Viool en piano 2.40 Les Gars de Paris en soliste
(opn.) 3.10 Programma gewijd aan Praag (met mu
ziek) 3.30 AVRO-Dansorkest 4.Gramofoonmuziek
met toelichting 4.305.00 Esmeralda 5.05 Voor de
kinderen 5.30 Gramofoonmuziek 6.De Ramblers
6.30 Letterkundig overzicht 6.50 Zang en piano 7.
Cyclus „De grondslagen van het Democratisch So
cialisme". 7.18 Berichten ANP. 7.30 Toespraak „Het
Crisiswerk van de N. P. B." 7.35 Voor de Jeugd. 8.
Fluit, hobo en piano. 8.40 Cyclus „Verworvenheden
die niet verloren mogen gaan." 9.Radiotooneel
9.20 Gramofoonmuziek. 10.VARA-Maandrevue.
10.40 Avondwijding 11.Berichten ANP 11.10 Jazz
muziek (gr.pl.) 11.4012.00 Gramofoonmuziek.
HILVERSUM n. 301.5 M.
Algemeen programma, verzorgd door
den KRO.
8.Berichten ANP. 8.059.15 en 10.Gramo
foonmuziek. 11.30 Bfjbelsche causerie 12.— Berich
ten 12.15 Musiquette (12.451.10 Berichten ANP en
gramofoonmuziek). 1.40 Gramofoonmuziek. 2.Or
gelconcert en gramofoonmuziek 3.KRO-orkest
(3.303.45 Gramofoonmuziek) 4.15 Gramofoonmu
ziek 4.30 Vioolvoordracht (4.455.00 Gramofoonmu
ziek). 7.Berichten 7.15 „Naturalisatie van vreem
delingen", causerie. 7.35 Gramofoonmuziek. 8.Be
richten ANP. 8.15 Rotterdamsch Philharmonisch or
kest en solist 9.Gramofoonmuziek 9.20 De Mees
terzangers 9.30 KRO-orkest 10.10 De Meesterzan
gers. 10.20 Gramofoonmuziek 10.30 Berichten ANP.
10.40 Gramofoonmuziek 10.45 Paul Godwin's orkest
11.1512.00 Gramofoonmuziek.
ENGELAND, 391 en 449 M. Van 10.20—11.35 n.m.
bovendien op 342 M.
11.50 Orgelconcert 12.20 Berichten 12.30 BBC-
Schotsch orkest 1.051.20 Filmoverzicht 2.20 Het
Kenilworth-octet 2.50 Joe Loss en zijn Band 3.35
BBC-orkest 4.20 Ber. (Welsch) 4.25 Boekbespreking
(Welsch). 4.40 Kinderuurtje 5.20 Berichten 5.35
Lichte muziek 5.50 Programma gewijd aan het Fran
sche volk 6.20 Mededeelingen 6.40 Pianovoordracht
.00 Causerie „A Christian looks at the World" 7.20
Revue-uitzending 8.20 Berichten 8.40 Causerie „Once
a week" 8.55 Variété 9.20 Radiotooneel 10.05 Ilet
Kutcher strijkkwartet en solist 10.40 Joe Loss en zijn
Band 11.20 Berichten.
RADIO-PARIS, 1648 M.
11.10 Cello en piano 11.20 Lichte muziek 12.05 Vo
cale duetten 12.35 Pianovoordracht 1.05 Vioolvoor
dracht 2.20 Orgelspel 2.50 Folkloristisch programma
3.50 Zang 4.35 Parijs strijktrio en soliste 5.35 Piano-
'oordracht 5.46 Vastenpreek 6.20 Lichte muziek 6.50
Radiotooneel 8.05 Fragmenten „Le roi malgré lui",
opera. 9.35 Cellovoordracht 10.05 Folkloristisch pro
gramma. 10.2011.50 Nachtconcert.
KEULEN, 456 M.
5.50 Weermachtorkest 7.558.50 Gramofoonmu
ziek 9.309.50 Concert 10.50 Gramofoonmui^ek
11.20 Concert 12.20 Leo Eysoldt's orkest 1.45 Popu
lair concert 3.20 Omroepkoor en -orkest en solist 5.50
Folkloristisch programma 6.10 Gramofoonmuziek
7.55 Operetteconcert 8.50 Gramofoonmuziek 9.50
12.20 Zie Deutschlandsender.
BRUSSEL 322 M.
11.20 Gramofoonmuziek 11.50 en 12.30 Omroep-
dansorkest 12.5p1.20 en 4.55 Gramofoonmuziek
5.35 Pianovoordracht 6.35 Gramofoonmuziek 7.20
Voor soldaten 7.50 Radiotooneel met muziek 10.00
10.20 Omroepdansorkest.
BRUSSEL 484 M.
11.20 Gramofoonmuziek 11.50 en 12.30 Radio
orkest 12.501.20 en 4.20 Gramofoonmuziek 5.35
Pianovoordracht en gramofoonmuziek 6.35 Gramo
foonmuziek 7.20 Voor soldaten 8.20 Radio-orkest en
solist. 9.3010.20 Gramofoonmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M.
7.35 Folkloristisch programma 8.05 Populair con
cert. 9.20 Berichten 9.50 Het Walter Raatzke-kwin-
tet. 10.20 Politiek overzicht. Hierna: Concert 11.20
Berichten. Hierna tot 12.20 Nachtconcert 12.501.20
Militair programma.