„BLOED VAN
EIEREN GAREN TE HELVOIRT.
BOEDDHA"
Voor hun vertrek naar Finland werd aan de leden der Roode Kruis-
ambulance door de Nederlandsch-Finsche Vereeniging in den Haag
een koffietafel aangeboden. De zusters aan den maaltijd
Door de Posterijen zal binnenkort een
nieuwe postzegel worden uitgegeven.
Een afbeelding van dezen zegel,
welke de beeltenis draagt van H. M de
Koningin
Op de Paaschveetentoonstelling te
Horst in Limburg werd een der
prijswinnende exemplaren door den
burgemeester, den heer v Grunsven
zelf, met het eereteeken omhangen
De veelzijdigheid van onze wielrijders bleek duidelijk tijdens de jongste
oefeningen van dit gedeelte der Nederlandsche weermacht. - Een stuk
pantser-afweer-geschut komt in stelling
Ter herdenking van den sterfdag van H. M Koningin Emma werd
Woensdag in het Rosarium te den Haag door de .Princevlag" een
krans gelegd bij het monument der overleden vorstin
De Duitsche luchtaanval op Scapa Flow Een der huizen van de in
de nabijheid gelegen dorpen, die door bommen vernield werden
Op het ministerie van Economische Zaken te den Haag had Woensdag de
oprichtings vergadering plaats van het Instituut van Nederlandsche Economische
Belangen in Ned Indië Onder de aanwezigen onderscheidt men de ministers
Ch J I M. Welter en mr. M. P. L. Steenberghe
.Een ei is geen
ei, twee ei is
een half ei en
drie ei is een
Paasch-ei". Het
folkloristisch
eieren garen
blijft in Noord
Brabant in eere
Bij een uitval op een Britsche patrouille werden zestien Engelsche
soldaten door Duitsche troepen aan het Westelijk front gevangen
genomen. De gevangenen worden onder gewapend geleide
weggebracht
door
HAROLD WARD
20
„U is hier even gezien als een valsch dubbeltje
in een snoepwinkel!" grinnikte Tommy.
York lachte en viel neer achter de schrijftafel in
het kantoortje. Door de open ramen konden ze
zien hoe het gezelschap uit elkaar ging en zich
«en plaats zocht in de diverse auto's.
„Ze schijnen van plan te zijn naar de zitting te
gaan," merkte York op.
„En niemand vraagt u, of u mee wilt ryden
spotte Muer.
,,'n Wonder!" lachte York. „Het resultaat is,
dat ik nu wel jouw wagen zal moeten nemen!"
Muer trok een leelijk gezicht. „Aangezien U mijn
superieur bent, zal ik dat wel goed moeten vin
den", zei hij, „maar ehwat kan ik doen, ter
wijl U weg is
York boog zich naar zijn assistent over en flui
sterde hem iets in het oor. Muer knikte. „Begre
pen," zei h!j, „dat komt in orde!"
York sta'JTe .n Muer's auto en verdween, ter
wijl Tommy een sigaret op stak en op zijn dooie
gemak naar .".e keuken slenterde. De kok vertelde
hem echter, dat Jennie in de eetkamer was en
daar vond hij de huishoudster ook, terwijl ze ach
terdochtig stond te snuiven.
„Wpt is het?" vroeg Muer, „Ruik je menschen-
vleescb
„Ratten, meneer!" antwoordde Jennie.
„Ratten?Waar zouden die moeten zitten?"
„Dat vind ik juist zoo vreemd, meneer! Ik weet
zeker, dat niemand rattenkruid uitgestrooid heeft,
ofschoon we hier veel last van ratten en muizen
hebben. Toch is er hier ergens een doode rat! Ik
ruik het duidelijk!"
„Ik heb als kleine jongen eens een tik
op m'n neus gehad, sinds dien tijd is m'n reuk
orgaan wat beschadigd," zei Tommy doodernstig/'
„Maar ik hoop, dat je je rat te pakken krijgt!
Weet je ook waar Tim is?"
.Jennie vertelde het hem, en Tommy vond den
neger achter het huis in de schaduw liggen. Hg
sprong verschrikt op, toen hy den luitenant zag.
Muer vertelde hem, wat hij wenschte, waarop Tim
hem met open mond aanstaarde.
„Maar meneer, d'r is heelemaal geen visch in de
kreek!"
Muer keek verheugend. „Prachtig!" riep hy uit,
„juist wat ik noodig heb! Ik ga altyd visschen
in water, waar geen visch zit, dat maakt het juist
zoo opwindend."
Tim krabde zyn kroeshaar, maar ging Muer
voor naar een bergplaats in de bygebouwen, waar
hij een hengel te voorschyn haalde achter een sta
pel oude pakkisten.
„Meneer Anson Lee vischte wel eens," zei hij,
„maar hij ving nooit veel!"
Muer nam den hengel aan.
„Ik zal wat wonnen voor U vangen, meneer,"
bood Tim aan.
Muer vertelde hem, dat dat niet noodig was, hij
vischte veel liever zonder aas. dat was nu juist
de kunst, beweerde hij en verdween in de richting
van de beek, die in het moeras achter het huis
uitliep.
Muer was binnen een paar uur terug. Hy vond
Jennie nog steeds op zoek naar den dooden rat.
Hy bracht den hengel weer op zyn plaats in het
rommelhok, trok op zijn kamer zijn kletsnatte
schoenen en sokken uit en deponeerde zijn vangst
in de badkuip. Daarna nam hy eer. douche en ging
op zijn bed liggen.
Lang na het middaguur hoorde hy de menschen
uit Arrapahoe terug komen.
Een oogenblik later kwam York de kamer in en
vertelde dat de jury op zijn verzoek de zitting
drie dagen verdaagd had. Hij trok zijn jas uit,
stak een pijp op en viel languit in een stoel neer.
„Heb jij ooit van Wimpy Knott gehoord?" vroeg
hij aan zijn assistent.
„Nooit ontmoet," antwoordde deze, „nooit van
gehoord ook."
„Hm," gromde York. „dat dacht ik wel."
„Waarom vraagt U het me dan?Heeft le
iets met de zaak te maken?"
„Wimpy Knott is de vent met de strik om den
hals!Toen ze vanmorgen met het ondervra
gen bezig waren, heb ik m'n tijd met telefoneeren
zoek gebracht. Ik wist toch wel dat die zitting
niets belangrijks op zou leveren. Kippinger, de
chef van het archief in Washington vond zijn kaart
tusschen oude paperassen. Lang geleden schijnt
hy wat op zyn kerfstok gehad te hebben. Toeval
lig schynen zijn afdrukken niet geregistreerd te
zyn." Hy haalde een notitieboekje uit zijn zak en
las: „Leeftijd ongeveer veertig Geboren in Au
stralië, bracht zijn jeugd door in de onderwereld
van New-York. Na den dood van zijn vader woon
de hij bij familie in Chicago en werd kort daarna
naar een tuchtschool gestuurd wegens diefstal
Ging daarna weer naar Chicago terug en begon
gestolen goed op te koopen, later voornamelijk au
to's. Werd weer naar een verbeterhuis gestuurd,
waar hij een zekere Klassen leerde kennen. Klas
sen was een geroutineerd inbreker. Van hem leer
de Knott de fijne knepen van het vak. Toen ze
beiden vrij waren, werkten ze een tijd lang samen,
later schijnen ze ruzie gekregen te hebben. Klas
sen werd gepakt en voor eenige jaren opgeborgen,
maar Knott hebben ze nooit weer te grazen kun
nen nemen, ofschoon de politie wel op hem loer
de, en ze er overtuigd van waren, dat hij de hand
in verschillende groote inbraken had. Hij schijnt
specialist te zyn in het openen van brandkasten."
„Heeft u dat al aan de anderen verteld?" vroeg
Muer.
York schudde zyn hoofd. „Nee en dat ben lk
niet van plan ook. Hoe minder kans de moorde
naar krijgt te weten, wat wij ontdekt hebben, des-
temeer kans hebben wij, dat hij zich bloot geeft.
Fenton en Fay zijn veel te loslippig Ze hebben
te weinig ervaring in groote zaken."
„Denkt U
„Ja," viel York hem In de rede. „Ik ben er van
overtuigd dat Knott met iemand hier in huis sa
menwerkte."
„En dat hy later herrie met z'n partner kreeg
en die hem uit den weg ruimde?"
York rookte een oogenblik zwy'gend, toen zei
liij: „Dat is mogelyk. Maar het is niet waarschijn
lijk dat ze herrie kregen, vóórdat ze iets hadden
om herrie over te krygende robijnen, bedoel
ik. Ik geloof eerder, dat er twee verschillende groe
pen achter het snoer aanzitten. Knott werd door
de eene groep gebruikt, natuurlijk om de safe te
openen. De anderen hebben daar lucht van gekre
gen en hem vermoord."
„En Lewis?" vroeg Muer, diep in gedachten.
„Gelooft U, dat hij by een van die groepen
hoordeDat hij dien moord pleegde?"
„Lewis was werkelijk in dienst van Blumen-
thal," antwoordde York, „Blumenthal zelf zoowel
als Carol Spencer hebben dat verzekerd. Maar de
mogelijkheid bestaat, dat hy dubbel spel speelde,
misschien heeft men hem een groot bedrag aange
boden voor zijn hulp. In dat geval is het niet on
mogelijk, dat hy Wimpy Knott doodde en op zyn
beurt weer door de handlangers van Knott ver
moord werd Maar in dat geval moet zyn lijk er
gens hier in huis verstopt zyn. Heb jij eenig idee
waar
„Ik niet!" antwoordde de luitenant, en vervolgde
„Wie denkt U dat er nog meer by de zaak betrok
ken zyn?"
„Lancaster en Pendrill vertrouw ik geen van
beiden."
De mannen rookten zwijgend. Toen zei Muer:
„Weet U, wat ik niet bogrypen kan?Hoe het
mogelyk is geweest Lewis, levend of dood. uit het
huis te brengen, terwijl Fenton's mannen op de
loer lagen 1"
York begon zenuwachtig heen en weer te loo-
pen.
„Waar ze dien vent in hemelsnaam vermoord
hebben gaat mijn begrip te boven," bromde hij.
„Bekijk het nog eens goed, Tommy! De moorde
naar geeft Wimpy een tik op het hoofd, waar hij
genoeg aan heeft, daarna moet hij het lichaam
ergens verborgen gehouden hebben, om het daarna
met een strik om zijn nek uit het raam te slinge
ren. We hebben het huis "doorzocht, niet eens,
maar verschillende malen, en geen enkel spopr is
er gevonden! Het is ongelooflijk!"
„Evenals de verdwijning van Lewis!"
Muer vischte een sigaret uit het pakje op de
tafel, en zei langzaam, terwijl hij groot» rookwol
ken uitblies: ,.Ik heb zoo'n voorgevoel, dat we on
ze vriend Lewis binnenkort ontdekken zullen."
„Heb je daar een reden voor?"
„Jennie, de huishoudster, rook vanmiddag een
dooie rat in de eetkamer!"
„Praat geen onzin!" zei York geïrriteerd, met
een boozen blik op zyn assistent.
Muer grinnikte. „Ik meen wat ik zeg!" ging hg
voort, „alleen was het naar mijn meening geen
dooie rat! De moordenaar heeft kans gezien, het
lichaam van Lewis weg te werken, dus moet het
nog in huis zijn, het is de laatste dagen snikheet
geweest, dus
York maakte een gebaar van afgrazen. „Weet
je nog meer van die opgewèkte nieuwtjes?"
vroeg hy. „Ondertusschen zou je toch wel eens ge-
lyk kunnen hebben."
Muer stond op en verdween In de badkamer, om
eenige oogenblikken later terug te komen met een
druipend pakje in zijn handen. Hij spreidde een
handdoek op tafel uit en legde daar zijn vangst
op. Het waren drie notitie boeken, zoo doorweekt
van het water uit de beek, dat ze een hopeloos
papje vormden.
,,ïk vond ze. waar U veronderstelde dat ze r*Jn
zouden." zeide hy, „degeen, die ze er in gegooid
heeft, had haast. Ze lagen in de beek op een punt
dicht by het huis.
(Wordt vervolgd).