JUm&chaim Amerikaansche olieprijzen leden door den oorlog. 3)e lachende Qada. NINOTCHKA. 7llacia Jlwa. „De vliegende dwazen' 3tet zit in de lacht Stijging der prijzen in Roemenië Cen laandeclifke laeceld ZATERDAG 23 MAART 194Ö H A A R E E M'S D A G B E A B 8 Bespreking van haar nieuwe film: Een nieuwe Garbo leeft in Metro-Goldwyn-Mayer's NINOTCHKA! Er zijn zoo van die dingen, die je eiken dag ge niet. Doch maar ééns per jaar heb je vacantie, eens in de 365 dagen ga je over (of niet) als je op school bent, en krijg je opslag (of niet) wanneer je in de maatschappij werkt. En zoo krijg je ook maar eens tusschen l Januari en 31 December de kans om Greta Garbo te zien, want die treedt niet zoo maar alle dagen in een film op. En juist nu, mijne heeren, mijne dames, in dezen tijd vol narigheid, waarin zelfs de grootste optimist ertoe zou kunnen komen 0111 een lang gezicht te krijgen lacht Greta Garbo, verbreekt „die Göttliche" haar spreekwoordelijk geworden ernst, en ontvouwt ze haar mond, die zich tot een smalle streep be perkte, tot den weelderigen plooi van de vroolijk- heid. Ja. er is een moment in deze nieuwe film „Ninotchka", die Vrijdag voor het eerst in ons land draaide, waarin Garbo lacht totdat ze erbij neervalt! Namelijk wanneer de graaf, alias de oolïjkerd Melvyn Douglas, na zich alle moete te hebben ge geven om door eenige daverende intellectueele moppen de Sovjet-afgezante Ninotchka te ont dooien, daarin eindelijk slaagt, als hij op de meest ordinaire wijze van zijn stoel tuimelt. Het is prettig te zien dat „Garbo" de ban van haar ernst heeft mogen verbreken, zooals alles wat ervoor wordt gespaard om een dogma te wor den, frisch en-levendig aandoet. Hoe of het publiek op deze lachende mensche- lijke Garbo zal reageeren? Zal men zich wellioht in zijn moderne afgoderij aangetast voelen, zal men meenen iets mysterieus, dat boven den alle dag stond, kwijt te zijn? Misschien, en dat is dan de bedoeling van Hollywood niet geweest, maar een ierier, die het met de film wel meent, kan er dan blij om zijn dat er weer een stukje afgoderij uit de cinematografie verdwenen is. Zal Garbo zich op dit „mensc-helijke niveau" handhaven of zal ze zich weer naar haar verheven voetstuk be- PAULA WESSELY als: Rembrandt De film „Maria Hona" geeft ons de tragedie van de vrouw, die heen en weer geslingerd wordt tusschen de liefde voor haar man en voor haar vaderland. Maria Hona is een Oostenrijksche, maar Hongaarsche van geboorte, en eigenlijk tegen haar wil wordt zij betrokken in het diplo matieke spel, dat, simpel als het in wezen was, in die dagen over wel en wee van volken besliste. Maria Ilona vat liefde op voor den minister van ibuitenlandsche zaken van Oostenrijk Fürst Schwarzenberg, en deze zendt haar met een missie naar den Hongaarschen patriot Kossuth omdat hij Oostenrijk en Hongarije met elkaar verzoe nen wil. Doch het lot speelt hem parten want terwijl Ilona in Hongarije haar vredesmissie ten uitvoer brengt rukkeii de Oostenrijksche troepen binnen. De oude vorst heeft intusschen namelijk afstand van den troon gedaan en de jonge monarch dwingt Fürst Schwarzenberg tegen diens zin om Hongarije te onderdrukken. Ilona meent dat haar gelief de haar verraden heeft, en stelt zich in dienst van Hongarije, stelt in Oostenrijk den Hongaar schen stand van zaken zoo voor als zouden de re- volutionnairen afgedaan hebben terwijl de revolutie in stilte met alle kracht wordt voorbe reid en verlooft zich met Schwarzenberg om den Oostenrijkschen opperbevelhebber die een uitnoodiging voor het verlovingsfeest in Weenen ontvangt van zijn post weg te lokken. Paula Wessely vindt in de figuur- van Maria Hona in haar "strijd tusschen liefde en plicht een prachtige opgave voor haar zeer bijzonder tooneeltalent. Vooral weet Paula Wessely ons ervan te overtuigen dat Ilona, die door en door vrouw is. zich steeds tegen wil en dank laat be trekken in het raffinement der diplomatie. Willy Birgel als Schwarzenberg is beheerscht tot in zijn vingertoppen, Geza von Bolvary regisseerde deze film, waarin ook de costumes van vroeger, het romantische stadsbeeld van Weenen en de prach tige balzaal, trekpleisters zijn voor het publiek, dat van een historische film houdt, welke meer onderhoudend dan diepgaand is. geven? Wellicht nog interessanter dan deze la chende Garbo is degene, die erna zal komen. Het is moeilijk om deze film te beoordeelen. Lubitsch U weet wel die man met die groote sigaar in den mond heeft een kostelijke come- die gefilmd met vele trouvailles. We wenken bijv. aan de hoogoplaaiende feestvreugde der Sovjet afgezanten in het Parijsche hotel, een vreugde die zich afteekentop den buitenkant van een deur. Door die deur gaan de spijzen en dranken Ernst Lubitsch, die NINOTCHKA regisseerde naar binnen, en ten leste maken ook de „sigaret tenmeisjes" er haar entrée, en wij toeschouwers hooren alleen de reactie en zie n slechts de deur open en dicht gaan. Dat deze scene van een groote komische kracht is dankt men aan het meesterschap van Lubitsch.. Want dezelfde trou vaille had evengoed flauw kunnen zijn; wanneer ze niet zoo goed was verwezenlijkt. Lubitsch heeft vele geestige dingen in deze film verwerkt, het drietal Sovjet-afgezanten is op zich zelf reeds een trouvaille door de vertolking. We! zien zoowaar Felix Bressart (wie herinnert zich hem nog uit Renate Müller's onvergetelijke „Privé-Secretaresse"?) als één hunner. De persi flage van het communisme is wat oppervlakkig, men kan trouwens deze „Kameraden" evengoed bezien als symbolen van stroomingen, die in elke maatschappij voorkomen, en in Ninotchka, de Sovjet-afgezante, die in Parijs controle op het drietal moet uitoefenen bij den verkoop van juweelen, kunnen we evengoed het prototype zien van een blauwkous, die slechts koelbloedige in teresse kent voor de maatschappelijke welvaart der massa, en liefde de uiting vindt van een che misch proces, dat men „als menseh zijnde" be- heersehen moet. Veel gebeurt er in deze film niet. Het zit 'm allemaal in de fijne trekjes, en het gaat er maar om dat de Parijsche graaf van de Russische ledepop, van de „sergeante", die een Poolsch soldaat kuste voordat hij door haar wa pen 't hoekje om ging met eenige trots laat Ninotchka een krijgswond in heur hals zien! een liefhebbend vroolijk vrouwtje maakt. Melvyn Douglas valt volstrekt niet weg in de schaduw van de groote Garbo, integendeel hij staat in deze comedie op één plan met haar, en geeft dikwijls den komischen toon aan. Juist doordat de film het vaak van dialoog moet hebben kan men zich niet aan den indruk onttrekken dat Lubitsch de affaire wel wat lang rekt. Misschien komt dat ook omdat Greta Garbo tenslotte geen IOO pCt. comedienne is, en veeleer in dit milieu van de comedie verschijnt als curiosum. Met eenige nieuwsgierigheid gaat men deze film „Ninotchka" zien; „Hoe zal Garbo lachen?" Met nog meer nieuwsgierigheid verlaat men de bioscoop: „Wat zal er na Ninotchka komen?" v. H. LAUREL EN HARDY: Cinema GEORGE FORMBY houdt vol: Frans Hals Ge kent dien breeden glimlach van Engeland's populairen filmkomiek, George Formby. Die glim lach, die eigenlijk meer een dwaze grijns is en misschien juist daarom zoo aanstekelijk. Van Formby houdt ge of ge vindt hem onuitstaanbaar. Ge lacht van den eersten keer dat ge zijn joligen snuit op het doek ziet tot dat de film is af- geloopen of ge verveelt U doodelijk. Ik moet altijd om hem lachen. En ik geloof dat bijna iedereen dat doet. Hij is zoo sympathiek leelijk, zóó onweerstaanbaar dom en zóó kinderlijk vroolijk dat alleen een isegrim bestaan die nog in dezen tijd? niet om hem lacht. Dat doet gij. geachte lezer, natuurlijk wèl. Ik weet niet of ge zijn beste film ,.'t Zit in de Lucht" al gezien hebt? Werkelijk niet? Maar dat is een verzuim, dat ge beslist moet herstellen. En dat kunt ge ook. Deze week is er namelijk een reprise van in Frans Hals. Ge weet het dus. Wat zegt U, mevrouw? Zijn de menschen het lachen verleerd? Kunnen ze het niet meer in dezen rampzaligen tijd? Tot voor kort zou ik U gelijk gegeven hebben. Maar ik weet nu, dat U en ik ongelijk hadden." Hoe ik zoo tot veranderd inzicht ben gekomen? Heel eenvoudig. Gaat U deze week net als ik eens het Paaschprogramma in Cinema Palace zien, waar het weer-gekoppelde-paar Stan Laurel en Oliver Hardy hun avonturen beleven in het Vreemdelingenlegioen. Ik wed, ook U zult daarna uw zwartgallig inzicht moeten herzien. Hoe groot het aantal liefhebbers van dat dwaze tweetal is, blijkt steeds weer uit de volle zalen die het trekt. En wat heeft het publiek weer genoten! Voor de ware Stan-Oliver-vereerder kan het in hun films niet dol genoeg toegaan! Het begint in Parijs, waar Oliver hopeloos ver liefd wordt op een alleraardigst vrouwtje. Met die onbeantwoorde liefde in zijn hart kan hij niet. langer leven en hij besluit zich te verdrinken in de Seine, maar daar Stan, volgens Oliver dan al tijd, niet alleen achter kan blijven, moet Stan ook maar mee, de Seine in. Veel zin heeft Stan er niet in, hij zoekt steeds met nieuwe uitvluch ten tijd te winnen. Het lukt hem wonderwel, want op het juiste moment komt een officier, die Oliver vertelt dat geen enkele vrouw het waard is, om lang verdriet over te hebben en dat zij veel beter doen zich bij 't Vreemdelingenlegioen te melden. Met een paar dagen is hij in het legioen zijn ver driet te boven, belooft de officier. En zoo komt het stel bij het Vreemdelingenlegioen terecht zonder het minste besef, wat hun daar eigenlijk wacht. En dat, wat hun daar wacht, inderdaad grandioos is, dat begrijpt ieder, die Stan en Oliver trouw in hun avonturen volgen, natuurlijk direct. Het stomste is niet stom genoeg en het gekste niet gek genoeg voor dit uitgelezen paar. Het loopt na tuurlijk zoo mis als het maar mis loopen kan en ze zouden eindigen als deserteurs, die gefusilleerd zullen worden, als niet een vriend hun in hun cel een aanwijzing had gegeven, hoe ze konden vluchten. Die vlucht verloopt ook al weer niet zoo vlot, als het had gekund. Op een giegeven moment hebben ze de geheele bezetting achter zich aan. Ze verbergen zich in een vliegtuig, waarmee ze later trachten op te stijgen, maar daar ze geen van beiden piloot zijn, maakt de machine de raarste capriolen en besterven zij het van angst. Het eind is dat de machine neerstort, waaruit Stan gehavend zich kan loswerken. Oliver komt er minder goed af, die stijgt met twee vleugeltjes ten hemel. Een eenzame Stan, die op zijn Charley Chapüns loopt, slentert wat rond, als hij zich hoort roepen. Hij kijkt verbaasd en zoekend rond en herkent eindelijk in een paard, dat bij een hekje staat, zijn trouwen vriend Oliver, die altijd gezegd had, dat hij gereincanneerd wilde worden in een paard. Het publiek heeft uitbundig plezier gehad in aeze film, en we mogen blij zijn dat Stan en Oliver weer bij elkaar zijn. Voor de pauze het aardige teekenfilmpje Do nald Duck als autogrammenjager in Hollywood. Een amusant Paaschprogramma! „IK WAS EEN SPION". In Moviac is de film „Ik was een spion" met Con rad Veidt en Herbert Marshall geprolongeerd. E olie-industrie is uit den aard der zaak in het jaar 1939 sterk beïnvloed door de oorlogsomstandigheden, zooals het feite lijk met alle internationale concerns het geval is. Het Petroleum Press Bureau wijst er in haar jaaroverzicht op, dat deze catastrophe haar schaduwen al geruimen tijd vooruit heeft ge worpen. In de eerste maanden van 1939 kenmerkte de internationale handel zich door gestadigen ach teruitgang, als gevolg van de politieke onzeker heid. Maar in tal van gevallen bleek de accumu latie van reserve-voorraden een kunstmatige sti mulans te zijn voor de olie-industrie. De periode, onmiddellijk voorafgaande aan den oorlog, werd voor de olie-industrie gekenmerkt door een lang zaam, maar geleidelijk herstel van den terugslag, welke van 1938 dateerde. In de Vereenigde Staten van Amerika ontwikkelde zich de vraag naar pe- troleum-producten gunstig. De ruw-olieproductie, welke in het tweede kwartaal van 1939 zeer groot was, werd daarna op uiterst drastische wijze be perkt door het sluiten van vele bronnen in de tweede helft van Augustus. De voorraden ruwe olie verminderden. Het probleem der overproduc tie scheen opgelost. Maar ziet, de raffinagebearij- ven bleven in het grootste gedeelte van 1939 op een te hoog tempo werken. Intusschen toonden de benzineprijzen een geleidelijk herstel sedert de tweede helft van 1938 en de beginperiode van 1939. De uitvoer van Rusland bleef dalen, die van Roemenië vermeerderde in de eerste helft van 1939, niettegenstaande de voortdurende productie vermindering. Daarna trad een vermindering van den uitvoer in. Groote vraag naar olie bleef be staan van de zijde der Roemeensche buurlanden, terwijl mede door een vermindering van het uit te voeren surplus, een belangrijke verbetering ontstond in de exportprijzen van de Roemeensche olië. Een geheel ander beeld ontstond bij het uitbre ken van den oorlog. De Vereenigde Staten van Amerika hoopten op een belangrijke stijging van den uitvoer. Leek het aanvankelijk dat daarvan sprake zou zijn, weldra bleek de gekoesterde hoop ijdel te zijn en deze verdween geheel toen bleek, dat in de naaste toekomst geen groote aankoopen waren te verwachten van de oorlogvoerende par tijen. Intusschen waren gekoesterde vooruitzich ten oorzaak, dat de raffinagebedrijven hun be drijvigheid opvoerden tot boven de grens, welke gemotiveerd was. Daardoor stegen de benzine voorraden tot een ongekend niveau. Als gevolg daarvan leden de binnenlandsche prijzen in de Vereenigde Staten. Alles bijeengenomen heeft de oorlog dus een ongunstigen invloed gehad op de Amerikaansche olie-industrie. Niettegenstaande de hoogere ex portprijzen werkte de ongunstige voorraadpositie in de Vereenigde Staten dus nadeelig. Geheel anders ging het op de Roemeensche exportmarkt. De vraag naar Roemeensche olie werd veel grooter, doordat Duitschland geen aan voer van overzee kon krijgen. Het aanbod bleef beperkt door de daling van de Roemeensche pro ductie. De prijzen stegen ver boven het reeds hoo- ge niveau, hetwelk gold bij het uitbreken van den oorlog. In ieder geval is door den huidigen oorlog de olie wel in de zeer bijzondere belangstelling ko men te staan. Dat. geldt niet alleen met betrek king tot tal van bijzondere petroleumproducten, maar ook ten aanzien van de vraag: hoe zullen verschillende landen in het bezit komen van vol doende olie? Zou de beslissing, welke tocl) eens zal komen, sterk afhankelijk zijn van de mogelijk heid om voldoende olie te bemachtigen? Zal een voortgezette mechanische oorlogsvoering mogelijk zijn in verband met de noodige olie-voorziening? Daarbij worde dan nog maar niet gedacht aan de mogelijkheid van een ver doorgevoerden bewe- gings-oorlog en de benzinevoorraden, welke onder die omstandigheden noodig zijn. Zeker is, dat de verschillende landen in verband met de onzekere tijdsomstandigheden reeds vroegtijdig zijn over gegaan tot het vormen van reservevoorraden. Maar even zeker is, dat de vele productiegebie den aan alle olie-aanvragen kunnen voldoen. Slechts de verzekering van den aanvoer is de moeilijkheid waar betrokkenen voor staan. Dat daarbij die landen in de meest gunstige positie verkeeren, die de beschikking hebben over over- zeesche verbindingen is duidelijk. Het pad van den detective pleegt niet over ro zen te gaan. Het leidt integendeel doorgaans over de meest ongebaande wegen, die men zich kan voorstellen. Denkt u maar eens aan al de kronke lingen, die een Sherlock Holmes en een G.G. moesten volgen, voordat zij hun doel bereikt had den en de hand op den gevaarlijken misdadiger konden leggen. Met Guy Johnson, alias James Stewart, gaat het al niet veel anders. Ook hij moet de kronkelwegen en soms zelfs de. bosschen kie zen om den sleutel te vinden van de mysterieuze moordzaak,- waarin hij zijn speurneus gestoken heeft. En dat is nog niet eens de eenige moeilijk heid. Want door zijn individueele speurderij in deze affaire is hij bovendien nog onder de verden king van medeplichtigheid gekomen, zoodat hij voor de niet geringe opgave komt te staan de ware schuldigen op te sporen en zich buitendien de politie-dienaren van het lijf te houden, die hem achterna gezonden zijn. En zelfs daarmede is het probleem nog niet volle dig. Want het Lot toovert hem op zijn grillige we gen nog een charmante dichteres (Claudette Col- Luxor bert) en daar hij de vrees koestert, dat dit levens lustige meiske, dat veel van zijn geheimen afweet, hem misschien in ongelegenheid kan brengen, voert hij haar met zich mee. Aanvankelijk geséhiedt dit met weinig medewerking van de zijde van het diehteresje, maar allengs zien wij haar belangstel ling voor de geheimzinnige zaak groeien en ten slotte fungeert zij zoo ongeveer als zijn compag-- non. En men bemerkt terzelfder tijd dat hier nog een ander compagnonschap op komst, is, want de beide speurders koesteren steeds meer sympathie voor elkaar. Zoo ontwikkelt deze amusante en spannende ge schiedenis zich verder en geraken wij geleidelijk dichter bij de ontknooping van het raadsel. Én daarbij blijkt dat het energieke diehteresje, dat den detective eerst zooveel hoofdbrekens kostte, over speurgaven beschikt, die weinig voor die van haar metgezel onderdoen. Tenslotte is zij de gene. die de justitie naar de ware misdadigers voert en die de onschuld van haar toekomstigen echtgenoot aantoont. In het voorprogramma o.a. een kluchtig filmpje met een goeden ouden bekende uit filmland: den nimmer-lachenden Bus ter Keaton, In „World Petroleum" komt een zeer interes sante beschouwing voor over de olievoorziening, waaruit blijkt dat in 1914, toen de wereldoorlog uitbrak, de jaarlijksche productie en het jaar- lijksch verbruik van olie circa 400 millioen vaten bedroegen, welke hoeveelheid in 1939 tot het vijf voud was gestegen. Daarbij dient dan nog in aan merking te worden genomen, dat het in 1914 mogelijk was uit één vat olie 18 procent benzine vrij te maken, terwijl de moderne technische hulpmiddelen 46 procent van de totale hoeveel heid tot benzine verwerken. Bij het begin van den oorlog 1914-1918 bedroeg het aantal motorvoer tuigen ter wereld circa 3 millioen, in 1939 was dat aantal tot 43 millioen gestegen, waarvan er niet minder dan 29 millioen in de Vereenigde Staten van Amerika zijn. Van de rest komt bijna de helft op rekening van Engeland, Frankrijk en Duitsch land. De olie heeft in deze tusschenliggende pe riode, in het transportwezen en in de industrieele productie, een grooter verbruik verluvgen van 500 procent, terwijl het aantal motorvoertuigen met 1400 procent steeg. De huidige oorlogvoeren de landen maken van vrachtauto's gebruik, wel ker aantal beduidend grooter is dan in de jaren 1914-1918. Daarbij komt het gebruik van tanks en niet te vergeten van de vliegtuigen. Elk der oorlogvoerende landen van heden heeft de be schikking over een luchtvloot, grooter dan het totaal van alle vliegtuigen tijdens den Wereld oorlog gebruikt. Voorts gebruiken vrijwel alle zeestrijdwapens uitsluitend olie als brandstof, wat ook met een belangrijk gedeelte van de koop vaar d'^Joot het geval is. OnoL- de petroleumproducten, welke vooral in deze oorlogsperiode meer gevraagd worden, be- hooren in de eerste plaats: benzine, stookolie, gasolie, smeerolie en vliegtuigbenzine. In 't alge meen is de behoefte aan benzine het grootste. In Duitschland, waar het gebruik van Dieselmotoren een groote vlucht heeft genomen, is de behoefte nn'i gasolie nagenoeg even groot als aan benzine, •r nauwgezette berekeningen van den Fran- n generaal Serigny zou de oorlogsbehoefte v.er groote West-Europeesche mogendheden op 60 tot 70 millioen metr. ton per jaar zijn te schatten of bijna tweemaal zooveel als in vredestijd. Ruw geschat mag worden verwacht, dat de jaarlijksche Europeesche oliebehoefte alleen door het grooter verbruik van Engeland, Frankrijk en Duitschland tezamen met 25 millioen ton zal toenemen, waar van echter in mindering dienen te komen de hoe veelheden bezuinigd op het verbruik van bedrijfs leven en burgerbevolking. Zoo is het olie-vraagstuk een probleem van de eerste orde. De ontwikkeling daarvan zal men met de grootste belangstelling volgen. MOLLERUS OCHTENDVOORSTELLINGEN. Op beide Paaschdagen wordt in LUXOR des morgens een reprise gegeven van Frank Capra's meesterwerk „Oké Mr. Deeds" met Gary Cooper en Jean Arthur. Op den tweeden Paaschmorgen wordt in REM BRANDT een serie films betreffende natuur en techniek, met een causerie van G. de Josselin de Jong, vertoond en in PALACE «en onvergetelijke film van Jean Benoit. Levy „De bewaarschool". VOORTREFFELIJK VARIéTé IN REMBRANDT. In het voorprogramma van Rembraidt zien we een werkelijk voortreffelijk variété-nummer „De drie Lederers". Zij geven fraaie staaltjes van jongleer- kunst en de effecten, die ze met lichtende kegels en ballen in het duister bereiken zijn alleraardigst. Er zit bovendien een zeer te loven tempo in de afwerking der verschillende toeren. De truc aan het eind, volbracht door één der Lederers, name lijk die mei de sigaret en de lucifer, is met één woord: phenomenaal. BOUWOPDRACHT. Aan de firma Veenman en Vink te Hillegom is opgedragen het bouwen van een beneden- en bo venhuis te Haarlem voor rekening van het R.K, Wees- en Armenhuis. VOORBEREIDEND LAGER ONDERWIJS. Gisteravond hield de Vereeniging voor Chris telijk Voorbereidend Lager Onderwijs een jaarver gadering in hotel „Roozendaal" te Overveen. De voorzitter, Ds. Brussaard~ opende met gebed en las daarna Matth. 21:1216. Na het jaarverslag en het verslag van den secretaris-penningmeester, den heer Groeneveld, gaf mej. Visse hoofd der school, eerst een verslag over den gang van 't on derwijs op school, 't aantal kinderen (thans pl.m. 50) en over 't personeel, waarna ze een verhande ling gaf over de beteekenis van het teekenen op de Fröbelschool. Na verkiezing van twee bestuursleden sprak Ds. Brussaard een woord van afscheid tot mej. Visse, die wegens a.s. huwelijk de school verlaat, haar dankend voor wat ze voor de school had gedaan en ging daarna over tot installatie van mej. C. Scher mer van Heemstede als nieuw benoemd hoofd der kleuterschool. Nadat mej. Schermer voor den wensch van den voorzitter had bedankt en de hoop had uitgesproken dat ze tot nut van school en kin deren mocht werkzaam zijn, werd de vergadering met gebed gesloten en bezochten al de aanwezigen de tentoonstelling van 't werk der kinderen jn '..Kleuterhof". RAADSVERGADERING HEEMSTEDE Er wordt een vergadering van den Raad der gemeente Heemstede gehouden op Donderdag 28 Maart 1940, des namiddags om 2V2 uur. De agenda luidt: 1. Vaststelling van de notulen der vergadering van 22 Februari 194.0. 2. Ingekomen stukken en mededeelingen. 3. Vaststelling uitgegeven bedrag per leerling aan belooning vakonderwijzers over 1939. 4. Voorschot vergoeding vakonderwijs 1940. 5. Voorschot vergoeding bijzondere scholen 1940. 6. Ontheffing verplichting tot stichting van een gymnasium. 7. Aanbeveling benoeming leden commissie tot wering van schoolverzuim. 8. Maximum aantal vergunningertvoor verkoop van sterken drank in het klein. 9. Erfpacht rietland en water bij het Zuider Buiten Spaarne. 10. Schadevergoedingsverordening rooilijnen; 11. Aankoop perceelen Molenwerfslaan Nos. 2, 4 en 6. 12. Verbreeding Houtvaartbrug. 13. Aankoop grond voor verbreeding en verbe tering van de Lanckhorstlaan. 14. Aanleg zijtak van het hoofdriool van af het Wipperplein door de Camplaan, van Merlenlaan en Heerenweg naar Rijnstraat. 15. Uitbreiding van het politiebureau. 16. Rooien van boomen en verbetering voetpad Oostzijde Heerenweg. 17. Begrotingswijzigingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 12