JUm&chaim
Amerikaansche olieprijzen leden
door den oorlog.
3)e lachende
Qada.
NINOTCHKA.
7llacia Jlwa.
„De vliegende dwazen'
3tet zit
in de
lacht
Stijging der prijzen in Roemenië
Cen laandeclifke
laeceld
ZATERDAG 23 MAART 194Ö
H A A R E E M'S D A G B E A B
8
Bespreking van haar
nieuwe film:
Een nieuwe Garbo leeft in
Metro-Goldwyn-Mayer's NINOTCHKA!
Er zijn zoo van die dingen, die je eiken dag ge
niet. Doch maar ééns per jaar heb je vacantie,
eens in de 365 dagen ga je over (of niet) als je op
school bent, en krijg je opslag (of niet) wanneer
je in de maatschappij werkt. En zoo krijg je ook
maar eens tusschen l Januari en 31 December de
kans om Greta Garbo te zien, want die treedt niet
zoo maar alle dagen in een film op. En juist nu,
mijne heeren, mijne dames, in dezen tijd vol
narigheid, waarin zelfs de grootste optimist ertoe
zou kunnen komen 0111 een lang gezicht te krijgen
lacht Greta Garbo, verbreekt „die Göttliche" haar
spreekwoordelijk geworden ernst, en ontvouwt ze
haar mond, die zich tot een smalle streep be
perkte, tot den weelderigen plooi van de vroolijk-
heid. Ja. er is een moment in deze nieuwe film
„Ninotchka", die Vrijdag voor het eerst in ons
land draaide, waarin Garbo lacht totdat ze erbij
neervalt!
Namelijk wanneer de graaf, alias de oolïjkerd
Melvyn Douglas, na zich alle moete te hebben ge
geven om door eenige daverende intellectueele
moppen de Sovjet-afgezante Ninotchka te ont
dooien, daarin eindelijk slaagt, als hij op de meest
ordinaire wijze van zijn stoel tuimelt.
Het is prettig te zien dat „Garbo" de ban van
haar ernst heeft mogen verbreken, zooals alles
wat ervoor wordt gespaard om een dogma te wor
den, frisch en-levendig aandoet.
Hoe of het publiek op deze lachende mensche-
lijke Garbo zal reageeren? Zal men zich wellioht
in zijn moderne afgoderij aangetast voelen, zal
men meenen iets mysterieus, dat boven den alle
dag stond, kwijt te zijn? Misschien, en dat is dan
de bedoeling van Hollywood niet geweest, maar
een ierier, die het met de film wel meent, kan er
dan blij om zijn dat er weer een stukje afgoderij
uit de cinematografie verdwenen is. Zal Garbo
zich op dit „mensc-helijke niveau" handhaven of
zal ze zich weer naar haar verheven voetstuk be-
PAULA WESSELY als:
Rembrandt
De film „Maria Hona" geeft ons de tragedie
van de vrouw, die heen en weer geslingerd wordt
tusschen de liefde voor haar man en voor haar
vaderland. Maria Hona is een Oostenrijksche,
maar Hongaarsche van geboorte, en eigenlijk
tegen haar wil wordt zij betrokken in het diplo
matieke spel, dat, simpel als het in wezen was,
in die dagen over wel en wee van volken besliste.
Maria Ilona vat liefde op voor den minister van
ibuitenlandsche zaken van Oostenrijk Fürst
Schwarzenberg, en deze zendt haar met een missie
naar den Hongaarschen patriot Kossuth omdat
hij Oostenrijk en Hongarije met elkaar verzoe
nen wil. Doch het lot speelt hem parten want
terwijl Ilona in Hongarije haar vredesmissie ten
uitvoer brengt rukkeii de Oostenrijksche troepen
binnen. De oude vorst heeft intusschen namelijk
afstand van den troon gedaan en de jonge
monarch dwingt Fürst
Schwarzenberg tegen
diens zin om Hongarije
te onderdrukken. Ilona
meent dat haar gelief
de haar verraden heeft, en stelt zich in dienst
van Hongarije, stelt in Oostenrijk den Hongaar
schen stand van zaken zoo voor als zouden de re-
volutionnairen afgedaan hebben terwijl de
revolutie in stilte met alle kracht wordt voorbe
reid en verlooft zich met Schwarzenberg om
den Oostenrijkschen opperbevelhebber die een
uitnoodiging voor het verlovingsfeest in Weenen
ontvangt van zijn post weg te lokken.
Paula Wessely vindt in de figuur- van Maria
Hona in haar "strijd tusschen liefde en plicht
een prachtige opgave voor haar zeer bijzonder
tooneeltalent. Vooral weet Paula Wessely ons
ervan te overtuigen dat Ilona, die door en door
vrouw is. zich steeds tegen wil en dank laat be
trekken in het raffinement der diplomatie. Willy
Birgel als Schwarzenberg is beheerscht tot in zijn
vingertoppen, Geza von Bolvary regisseerde deze
film, waarin ook de costumes van vroeger, het
romantische stadsbeeld van Weenen en de prach
tige balzaal, trekpleisters zijn voor het publiek,
dat van een historische film houdt, welke meer
onderhoudend dan diepgaand is.
geven? Wellicht nog interessanter dan deze la
chende Garbo is degene, die erna zal komen.
Het is moeilijk om deze film te beoordeelen.
Lubitsch U weet wel die man met die groote
sigaar in den mond heeft een kostelijke come-
die gefilmd met vele trouvailles. We wenken bijv.
aan de hoogoplaaiende feestvreugde der Sovjet
afgezanten in het Parijsche hotel, een vreugde die
zich afteekentop den buitenkant van een
deur. Door die deur gaan de spijzen en dranken
Ernst Lubitsch, die
NINOTCHKA regisseerde
naar binnen, en ten leste maken ook de „sigaret
tenmeisjes" er haar entrée, en wij toeschouwers
hooren alleen de reactie en zie n slechts de
deur open en dicht gaan. Dat deze scene van een
groote komische kracht is dankt men aan het
meesterschap van Lubitsch.. Want dezelfde trou
vaille had evengoed flauw kunnen zijn; wanneer
ze niet zoo goed was verwezenlijkt.
Lubitsch heeft vele geestige dingen in deze film
verwerkt, het drietal Sovjet-afgezanten is op
zich zelf reeds een trouvaille door de vertolking.
We! zien zoowaar Felix Bressart (wie herinnert
zich hem nog uit Renate Müller's onvergetelijke
„Privé-Secretaresse"?) als één hunner. De persi
flage van het communisme is wat oppervlakkig,
men kan trouwens deze „Kameraden" evengoed
bezien als symbolen van stroomingen, die in elke
maatschappij voorkomen, en in Ninotchka, de
Sovjet-afgezante, die in Parijs controle op het
drietal moet uitoefenen bij den verkoop van
juweelen, kunnen we evengoed het prototype zien
van een blauwkous, die slechts koelbloedige in
teresse kent voor de maatschappelijke welvaart
der massa, en liefde de uiting vindt van een che
misch proces, dat men „als menseh zijnde" be-
heersehen moet. Veel gebeurt er in deze film niet.
Het zit 'm allemaal in de fijne trekjes, en het
gaat er maar om dat de Parijsche graaf van de
Russische ledepop, van de „sergeante", die een
Poolsch soldaat kuste voordat hij door haar wa
pen 't hoekje om ging met eenige trots laat
Ninotchka een krijgswond in heur hals zien!
een liefhebbend vroolijk vrouwtje maakt. Melvyn
Douglas valt volstrekt niet weg in de schaduw van
de groote Garbo, integendeel hij staat in deze
comedie op één plan met haar, en geeft dikwijls
den komischen toon aan. Juist doordat de film
het vaak van dialoog moet hebben kan men zich
niet aan den indruk onttrekken dat Lubitsch de
affaire wel wat lang rekt. Misschien komt dat
ook omdat Greta Garbo tenslotte geen IOO pCt.
comedienne is, en veeleer in dit milieu van de
comedie verschijnt als curiosum.
Met eenige nieuwsgierigheid gaat men deze
film „Ninotchka" zien; „Hoe zal Garbo lachen?"
Met nog meer nieuwsgierigheid verlaat men de
bioscoop: „Wat zal er na Ninotchka komen?"
v. H.
LAUREL EN HARDY:
Cinema
GEORGE FORMBY houdt vol:
Frans Hals
Ge kent dien breeden glimlach van Engeland's
populairen filmkomiek, George Formby. Die glim
lach, die eigenlijk meer een dwaze grijns is en
misschien juist daarom zoo aanstekelijk. Van
Formby houdt ge of ge vindt hem onuitstaanbaar.
Ge lacht van den eersten keer dat ge zijn joligen
snuit op het doek ziet
tot dat de film is af-
geloopen of ge verveelt
U doodelijk. Ik moet
altijd om hem lachen.
En ik geloof dat bijna iedereen dat doet. Hij is
zoo sympathiek leelijk, zóó onweerstaanbaar dom
en zóó kinderlijk vroolijk dat alleen een isegrim
bestaan die nog in dezen tijd? niet om hem
lacht. Dat doet gij. geachte lezer, natuurlijk wèl.
Ik weet niet of ge zijn beste film ,.'t Zit in de
Lucht" al gezien hebt? Werkelijk niet? Maar dat
is een verzuim, dat ge beslist moet herstellen.
En dat kunt ge ook. Deze week is er namelijk
een reprise van in Frans Hals. Ge weet het dus.
Wat zegt U, mevrouw? Zijn de menschen het
lachen verleerd? Kunnen ze het niet meer in
dezen rampzaligen tijd? Tot voor kort zou ik U
gelijk gegeven hebben. Maar ik weet nu, dat U en
ik ongelijk hadden."
Hoe ik zoo tot veranderd inzicht ben gekomen?
Heel eenvoudig. Gaat U deze week net als ik eens
het Paaschprogramma in Cinema Palace zien,
waar het weer-gekoppelde-paar Stan Laurel en
Oliver Hardy hun avonturen beleven in het
Vreemdelingenlegioen.
Ik wed, ook U zult
daarna uw zwartgallig
inzicht moeten herzien.
Hoe groot het aantal
liefhebbers van dat
dwaze tweetal is, blijkt steeds weer uit de volle
zalen die het trekt. En wat heeft het publiek weer
genoten! Voor de ware Stan-Oliver-vereerder kan
het in hun films niet dol genoeg toegaan!
Het begint in Parijs, waar Oliver hopeloos ver
liefd wordt op een alleraardigst vrouwtje. Met die
onbeantwoorde liefde in zijn hart kan hij niet.
langer leven en hij besluit zich te verdrinken in
de Seine, maar daar Stan, volgens Oliver dan al
tijd, niet alleen achter kan blijven, moet Stan
ook maar mee, de Seine in. Veel zin heeft Stan
er niet in, hij zoekt steeds met nieuwe uitvluch
ten tijd te winnen. Het lukt hem wonderwel, want
op het juiste moment komt een officier, die Oliver
vertelt dat geen enkele vrouw het waard is, om
lang verdriet over te hebben en dat zij veel beter
doen zich bij 't Vreemdelingenlegioen te melden.
Met een paar dagen is hij in het legioen zijn ver
driet te boven, belooft de officier. En zoo komt
het stel bij het Vreemdelingenlegioen terecht
zonder het minste besef, wat hun daar eigenlijk
wacht. En dat, wat hun daar wacht, inderdaad
grandioos is, dat begrijpt ieder, die Stan en Oliver
trouw in hun avonturen volgen, natuurlijk direct.
Het stomste is niet stom genoeg en het gekste niet
gek genoeg voor dit uitgelezen paar. Het loopt na
tuurlijk zoo mis als het maar mis loopen kan en
ze zouden eindigen als deserteurs, die gefusilleerd
zullen worden, als niet een vriend hun in hun cel
een aanwijzing had gegeven, hoe ze konden
vluchten. Die vlucht verloopt ook al weer niet zoo
vlot, als het had gekund. Op een giegeven moment
hebben ze de geheele bezetting achter zich aan.
Ze verbergen zich in een vliegtuig, waarmee ze
later trachten op te stijgen, maar daar ze geen
van beiden piloot zijn, maakt de machine de
raarste capriolen en besterven zij het van angst.
Het eind is dat de machine neerstort, waaruit
Stan gehavend zich kan loswerken. Oliver komt
er minder goed af, die stijgt met twee vleugeltjes
ten hemel. Een eenzame Stan, die op zijn Charley
Chapüns loopt, slentert wat rond, als hij zich
hoort roepen. Hij kijkt verbaasd en zoekend rond
en herkent eindelijk in een paard, dat bij een
hekje staat, zijn trouwen vriend Oliver, die altijd
gezegd had, dat hij gereincanneerd wilde worden
in een paard. Het publiek heeft uitbundig plezier
gehad in aeze film, en we mogen blij zijn dat
Stan en Oliver weer bij elkaar zijn.
Voor de pauze het aardige teekenfilmpje Do
nald Duck als autogrammenjager in Hollywood.
Een amusant Paaschprogramma!
„IK WAS EEN SPION".
In Moviac is de film „Ik was een spion" met Con
rad Veidt en Herbert Marshall geprolongeerd.
E olie-industrie is uit den aard der zaak in
het jaar 1939 sterk beïnvloed door de
oorlogsomstandigheden, zooals het feite
lijk met alle internationale concerns het
geval is. Het Petroleum Press Bureau wijst er in
haar jaaroverzicht op, dat deze catastrophe haar
schaduwen al geruimen tijd vooruit heeft ge
worpen.
In de eerste maanden van 1939 kenmerkte de
internationale handel zich door gestadigen ach
teruitgang, als gevolg van de politieke onzeker
heid. Maar in tal van gevallen bleek de accumu
latie van reserve-voorraden een kunstmatige sti
mulans te zijn voor de olie-industrie. De periode,
onmiddellijk voorafgaande aan den oorlog, werd
voor de olie-industrie gekenmerkt door een lang
zaam, maar geleidelijk herstel van den terugslag,
welke van 1938 dateerde. In de Vereenigde Staten
van Amerika ontwikkelde zich de vraag naar pe-
troleum-producten gunstig. De ruw-olieproductie,
welke in het tweede kwartaal van 1939 zeer groot
was, werd daarna op uiterst drastische wijze be
perkt door het sluiten van vele bronnen in de
tweede helft van Augustus. De voorraden ruwe
olie verminderden. Het probleem der overproduc
tie scheen opgelost. Maar ziet, de raffinagebearij-
ven bleven in het grootste gedeelte van 1939 op
een te hoog tempo werken. Intusschen toonden
de benzineprijzen een geleidelijk herstel sedert de
tweede helft van 1938 en de beginperiode van
1939.
De uitvoer van Rusland bleef dalen, die van
Roemenië vermeerderde in de eerste helft van
1939, niettegenstaande de voortdurende productie
vermindering. Daarna trad een vermindering van
den uitvoer in. Groote vraag naar olie bleef be
staan van de zijde der Roemeensche buurlanden,
terwijl mede door een vermindering van het uit
te voeren surplus, een belangrijke verbetering
ontstond in de exportprijzen van de Roemeensche
olië.
Een geheel ander beeld ontstond bij het uitbre
ken van den oorlog. De Vereenigde Staten van
Amerika hoopten op een belangrijke stijging van
den uitvoer. Leek het aanvankelijk dat daarvan
sprake zou zijn, weldra bleek de gekoesterde hoop
ijdel te zijn en deze verdween geheel toen bleek,
dat in de naaste toekomst geen groote aankoopen
waren te verwachten van de oorlogvoerende par
tijen. Intusschen waren gekoesterde vooruitzich
ten oorzaak, dat de raffinagebedrijven hun be
drijvigheid opvoerden tot boven de grens, welke
gemotiveerd was. Daardoor stegen de benzine
voorraden tot een ongekend niveau. Als gevolg
daarvan leden de binnenlandsche prijzen in de
Vereenigde Staten.
Alles bijeengenomen heeft de oorlog dus een
ongunstigen invloed gehad op de Amerikaansche
olie-industrie. Niettegenstaande de hoogere ex
portprijzen werkte de ongunstige voorraadpositie
in de Vereenigde Staten dus nadeelig.
Geheel anders ging het op de Roemeensche
exportmarkt. De vraag naar Roemeensche olie
werd veel grooter, doordat Duitschland geen aan
voer van overzee kon krijgen. Het aanbod bleef
beperkt door de daling van de Roemeensche pro
ductie. De prijzen stegen ver boven het reeds hoo-
ge niveau, hetwelk gold bij het uitbreken van
den oorlog.
In ieder geval is door den huidigen oorlog de
olie wel in de zeer bijzondere belangstelling ko
men te staan. Dat. geldt niet alleen met betrek
king tot tal van bijzondere petroleumproducten,
maar ook ten aanzien van de vraag: hoe zullen
verschillende landen in het bezit komen van vol
doende olie? Zou de beslissing, welke tocl) eens
zal komen, sterk afhankelijk zijn van de mogelijk
heid om voldoende olie te bemachtigen? Zal een
voortgezette mechanische oorlogsvoering mogelijk
zijn in verband met de noodige olie-voorziening?
Daarbij worde dan nog maar niet gedacht aan de
mogelijkheid van een ver doorgevoerden bewe-
gings-oorlog en de benzinevoorraden, welke onder
die omstandigheden noodig zijn. Zeker is, dat de
verschillende landen in verband met de onzekere
tijdsomstandigheden reeds vroegtijdig zijn over
gegaan tot het vormen van reservevoorraden.
Maar even zeker is, dat de vele productiegebie
den aan alle olie-aanvragen kunnen voldoen.
Slechts de verzekering van den aanvoer is de
moeilijkheid waar betrokkenen voor staan. Dat
daarbij die landen in de meest gunstige positie
verkeeren, die de beschikking hebben over over-
zeesche verbindingen is duidelijk.
Het pad van den detective pleegt niet over ro
zen te gaan. Het leidt integendeel doorgaans over
de meest ongebaande wegen, die men zich kan
voorstellen. Denkt u maar eens aan al de kronke
lingen, die een Sherlock Holmes en een G.G.
moesten volgen, voordat zij hun doel bereikt had
den en de hand op den gevaarlijken misdadiger
konden leggen. Met Guy Johnson, alias James
Stewart, gaat het al niet veel anders. Ook hij moet
de kronkelwegen en soms zelfs de. bosschen kie
zen om den sleutel te vinden van de mysterieuze
moordzaak,- waarin hij zijn speurneus gestoken
heeft. En dat is nog niet eens de eenige moeilijk
heid. Want door zijn individueele speurderij in
deze affaire is hij bovendien nog onder de verden
king van medeplichtigheid gekomen, zoodat hij
voor de niet geringe opgave komt te staan de ware
schuldigen op te sporen
en zich buitendien de
politie-dienaren van het
lijf te houden, die hem
achterna gezonden zijn.
En zelfs daarmede is het probleem nog niet volle
dig. Want het Lot toovert hem op zijn grillige we
gen nog een charmante dichteres (Claudette Col-
Luxor
bert) en daar hij de vrees koestert, dat dit levens
lustige meiske, dat veel van zijn geheimen afweet,
hem misschien in ongelegenheid kan brengen, voert
hij haar met zich mee. Aanvankelijk geséhiedt dit
met weinig medewerking van de zijde van het
diehteresje, maar allengs zien wij haar belangstel
ling voor de geheimzinnige zaak groeien en ten
slotte fungeert zij zoo ongeveer als zijn compag--
non. En men bemerkt terzelfder tijd dat hier nog
een ander compagnonschap op komst, is, want de
beide speurders koesteren steeds meer sympathie
voor elkaar.
Zoo ontwikkelt deze amusante en spannende ge
schiedenis zich verder en geraken wij geleidelijk
dichter bij de ontknooping van het raadsel. Én
daarbij blijkt dat het energieke diehteresje, dat
den detective eerst zooveel hoofdbrekens kostte,
over speurgaven beschikt, die weinig voor die
van haar metgezel onderdoen. Tenslotte is zij de
gene. die de justitie naar de ware misdadigers
voert en die de onschuld van haar toekomstigen
echtgenoot aantoont.
In het voorprogramma o.a. een kluchtig filmpje
met een goeden ouden bekende uit filmland: den
nimmer-lachenden Bus ter Keaton,
In „World Petroleum" komt een zeer interes
sante beschouwing voor over de olievoorziening,
waaruit blijkt dat in 1914, toen de wereldoorlog
uitbrak, de jaarlijksche productie en het jaar-
lijksch verbruik van olie circa 400 millioen vaten
bedroegen, welke hoeveelheid in 1939 tot het vijf
voud was gestegen. Daarbij dient dan nog in aan
merking te worden genomen, dat het in 1914
mogelijk was uit één vat olie 18 procent benzine
vrij te maken, terwijl de moderne technische
hulpmiddelen 46 procent van de totale hoeveel
heid tot benzine verwerken. Bij het begin van den
oorlog 1914-1918 bedroeg het aantal motorvoer
tuigen ter wereld circa 3 millioen, in 1939 was dat
aantal tot 43 millioen gestegen, waarvan er niet
minder dan 29 millioen in de Vereenigde Staten
van Amerika zijn. Van de rest komt bijna de helft
op rekening van Engeland, Frankrijk en Duitsch
land. De olie heeft in deze tusschenliggende pe
riode, in het transportwezen en in de industrieele
productie, een grooter verbruik verluvgen van
500 procent, terwijl het aantal motorvoertuigen
met 1400 procent steeg. De huidige oorlogvoeren
de landen maken van vrachtauto's gebruik, wel
ker aantal beduidend grooter is dan in de jaren
1914-1918. Daarbij komt het gebruik van tanks
en niet te vergeten van de vliegtuigen. Elk der
oorlogvoerende landen van heden heeft de be
schikking over een luchtvloot, grooter dan het
totaal van alle vliegtuigen tijdens den Wereld
oorlog gebruikt. Voorts gebruiken vrijwel alle
zeestrijdwapens uitsluitend olie als brandstof, wat
ook met een belangrijk gedeelte van de koop
vaar d'^Joot het geval is.
OnoL- de petroleumproducten, welke vooral in
deze oorlogsperiode meer gevraagd worden, be-
hooren in de eerste plaats: benzine, stookolie,
gasolie, smeerolie en vliegtuigbenzine. In 't alge
meen is de behoefte aan benzine het grootste. In
Duitschland, waar het gebruik van Dieselmotoren
een groote vlucht heeft genomen, is de behoefte
nn'i gasolie nagenoeg even groot als aan benzine,
•r nauwgezette berekeningen van den Fran-
n generaal Serigny zou de oorlogsbehoefte
v.er groote West-Europeesche mogendheden op 60
tot 70 millioen metr. ton per jaar zijn te schatten
of bijna tweemaal zooveel als in vredestijd. Ruw
geschat mag worden verwacht, dat de jaarlijksche
Europeesche oliebehoefte alleen door het grooter
verbruik van Engeland, Frankrijk en Duitschland
tezamen met 25 millioen ton zal toenemen, waar
van echter in mindering dienen te komen de hoe
veelheden bezuinigd op het verbruik van bedrijfs
leven en burgerbevolking.
Zoo is het olie-vraagstuk een probleem van de
eerste orde. De ontwikkeling daarvan zal men met
de grootste belangstelling volgen.
MOLLERUS
OCHTENDVOORSTELLINGEN.
Op beide Paaschdagen wordt in LUXOR des
morgens een reprise gegeven van Frank Capra's
meesterwerk „Oké Mr. Deeds" met Gary Cooper
en Jean Arthur.
Op den tweeden Paaschmorgen wordt in REM
BRANDT een serie films betreffende natuur en
techniek, met een causerie van G. de Josselin de
Jong, vertoond en in PALACE «en onvergetelijke
film van Jean Benoit. Levy „De bewaarschool".
VOORTREFFELIJK VARIéTé IN REMBRANDT.
In het voorprogramma van Rembraidt zien we een
werkelijk voortreffelijk variété-nummer „De drie
Lederers". Zij geven fraaie staaltjes van jongleer-
kunst en de effecten, die ze met lichtende kegels
en ballen in het duister bereiken zijn alleraardigst.
Er zit bovendien een zeer te loven tempo in de
afwerking der verschillende toeren. De truc aan
het eind, volbracht door één der Lederers, name
lijk die mei de sigaret en de lucifer, is met één
woord: phenomenaal.
BOUWOPDRACHT.
Aan de firma Veenman en Vink te Hillegom is
opgedragen het bouwen van een beneden- en bo
venhuis te Haarlem voor rekening van het R.K,
Wees- en Armenhuis.
VOORBEREIDEND LAGER ONDERWIJS.
Gisteravond hield de Vereeniging voor Chris
telijk Voorbereidend Lager Onderwijs een jaarver
gadering in hotel „Roozendaal" te Overveen. De
voorzitter, Ds. Brussaard~ opende met gebed en
las daarna Matth. 21:1216. Na het jaarverslag
en het verslag van den secretaris-penningmeester,
den heer Groeneveld, gaf mej. Visse hoofd der
school, eerst een verslag over den gang van 't on
derwijs op school, 't aantal kinderen (thans pl.m.
50) en over 't personeel, waarna ze een verhande
ling gaf over de beteekenis van het teekenen op
de Fröbelschool.
Na verkiezing van twee bestuursleden sprak Ds.
Brussaard een woord van afscheid tot mej. Visse,
die wegens a.s. huwelijk de school verlaat, haar
dankend voor wat ze voor de school had gedaan en
ging daarna over tot installatie van mej. C. Scher
mer van Heemstede als nieuw benoemd hoofd der
kleuterschool. Nadat mej. Schermer voor den
wensch van den voorzitter had bedankt en de hoop
had uitgesproken dat ze tot nut van school en kin
deren mocht werkzaam zijn, werd de vergadering
met gebed gesloten en bezochten al de aanwezigen
de tentoonstelling van 't werk der kinderen jn
'..Kleuterhof".
RAADSVERGADERING HEEMSTEDE
Er wordt een vergadering van den Raad der
gemeente Heemstede gehouden op Donderdag 28
Maart 1940, des namiddags om 2V2 uur.
De agenda luidt:
1. Vaststelling van de notulen der vergadering
van 22 Februari 194.0.
2. Ingekomen stukken en mededeelingen.
3. Vaststelling uitgegeven bedrag per leerling
aan belooning vakonderwijzers over 1939.
4. Voorschot vergoeding vakonderwijs 1940.
5. Voorschot vergoeding bijzondere scholen
1940.
6. Ontheffing verplichting tot stichting van
een gymnasium.
7. Aanbeveling benoeming leden commissie tot
wering van schoolverzuim.
8. Maximum aantal vergunningertvoor verkoop
van sterken drank in het klein.
9. Erfpacht rietland en water bij het Zuider
Buiten Spaarne.
10. Schadevergoedingsverordening rooilijnen;
11. Aankoop perceelen Molenwerfslaan Nos. 2,
4 en 6.
12. Verbreeding Houtvaartbrug.
13. Aankoop grond voor verbreeding en verbe
tering van de Lanckhorstlaan.
14. Aanleg zijtak van het hoofdriool van af het
Wipperplein door de Camplaan, van Merlenlaan
en Heerenweg naar Rijnstraat.
15. Uitbreiding van het politiebureau.
16. Rooien van boomen en verbetering voetpad
Oostzijde Heerenweg.
17. Begrotingswijzigingen.