SINATRAN „Den Haag" en „Tara" door mijn of torpedo getroffen de House... EMSER -WATER Sioutenbeek Rheumatieklijders URODONAL Regeering steunt de „Zeeland". (Tusschen twee haakjes) HA'ARCEM'S DA'GSCSD 3 Onderzoek door den Raad voor de Scheepvaart. Wederom heeft de Raad voor de Scheepvaart zich bezig gehouden met de oorzaak van het. ver gaan van twee Nederlandsche schepen, die slacht offer zijn geworden van den oorlog ter zee en waarbij 26 Nederlandsche zeelieden, die slechts hun plicht deden bij de eerlijke uitoefening van hun beroep om het leven zijn gekomen. In zijn zitting van Donderdagmiddag heeft de raad namelijk een onderzoek ingesteld naar het vergaan van het motortankschip „Den Haag" op 15 Februari jl. en van het vrachtschip „Tara" op 21 Februari, beide tengevolge van een ontploffing. Als getuigen werden gehoord de beide gezag voerders nl. kapitein C. Wijker van de „Den Haag'' en kapitein M. Breedijk van de „Tara". Het zinken van de „Den Haag". Het m.t.s. „Den Haag" metende 8971 bruto register ton en in 1925 te Kiel gebouwd, was eigen dom van de N.V. Petroleum Industrie Maatschap pij te 's-Gravenhage. Het was met een ladirg van 11.800 ton olie, bestemd voor de Standard Ameri- kaansche petroleum compagnie N.V., op weg van New-York naar Rotterdam. De bemanning bestond uit 39 personen. Op 14 Februari had de reederij voor de laatste O* aal contact gehad met het schip, dat zich toen 400 mijl ten Westen van Kaap Lizard, de Zuide lijkste punt van Cornwall, bevond. Toen men bijna een week lang niets meer van het schip hoorde en bovendien nabij Lizard een reddingboot van de „Den Haag" aanspoelde, begon men zich ernstig ongerust te maken. Pas op Woensdagavond 21 Februari kreeg men zekerheid, toen een Engelsch vrachtschip dertien opvarenden van de „Den Haag", waarbij de kapi tein, te Londen aan land bracht. Het schip was op 15 Februari, des middags te kwart over een, toen het zich op ongeveer 150 mijl ten Westen van Ouessant bevond, door een ont ploffing, waarvan de oorzaak niet nauwkeurig kon worden vastgesteld, maar die door een mijn of torpedo moet zijn ontstaan, aan stuurboord en midscheeps getroffen, waarna het direct begon te zinken. De bemanning verdeelde zich over drie booten, die elkaar uit het oog verloren en waarvan helaas slechts een, met dertien man er in, werd opgepikt. Van de beide andere booten, tezamen met 26 man, is nooit meer iets gehoord. Het vergaan van „Tara". De „Tara" is gezonken onder soortgelijke om standigheden, al waren hierbij gelukkig geen men- schenlevens te betreuren. Het vrachtschip „Tara" metende 4760 bruto re- gisterton, en in 1929 bij Piet Smit Jr. te Rotter dam gebouwd, was eigendom van de maatschappij „Vrachtvaart" te Rotterdam en met een lading van 7200 ton graan voor de Nederlandsche regeering op weg van Bahia Blanca naar Rotterdam. De be manning bestond uit 35 koppen. In den nacht van Dinsdag op Woensdag 21 Fe bruari, toen het schip zich omstreeks 60 mijl ten Zuid-Westen van Kaap Finisterre bevond,- werd het getroffen door een ontploffing onder luik 5 waardoor het achterschip snel begon te zinken. Ijlings werden twee sloepen gestreken en nauwe lijks hadden deze zich van het zinkende schip ver wijderd of een tweede ontploffing, precies 20 mi nuten na dc eerste, trof het schip op dezelfde plaats. Relaas van kapitein Wijker. De raad hoorde als eerste den gezagvoerder van het m.ts. „Den Haag" kapitein C. Wijker. De kapitein was des middags om half één van de brug naar beneden gegaan. Er was toen niets te zien. Hij zat met eenige andere officieren in de messroom, toen hij een wel scherpe, maar niet zeer zwaren knal hoorde, die hem deed denken aan een torpedeering. Hij had toen nog geprobeerd naar de brug te komen, maar hij kon toen al niet meer door de kuil heenkomen, omdat het schip toen al begon door te breken. De sloepen waren uitgedraaid, vandaar, dat het vieren van de booten geen moeilijkheden opleverde. Weliswaar kwam niet iedereen in zijn eigen sloep terecht, maar toen men eenmaal vrij van het schip was, werden de 39 man gelijkelijk over de drie sloepen verdeeld. In elke sloep had men water en scheepsbeschuit en elke sloep was voorzien van zeiltuig. De president: „Heeft uw marconist nog iets kun nen seinen?" e Kapt. Wijker: „Neen, want de groote mast was dadelijk na de ontploffing over boord gegaan en daardoor was de installatie onklaar geraakt." De inventariskist van den kapitein is door onver klaarbare oorzaak uitgebrand, waardoor hij geen vuurpijlen heeft kunnen gebruiken. Afspraak tus- scheh de drie sloepen was Oost-Noord-West te zei len, in de richting van de Fransche kust, die het dichtst bij was. Door een stortzee ging het zeiltuig over boord, zoodat men niet meer kon zeilen. Toen heeft men de beide andere sloepen uit het oog verloren en later met behulp van een riem een noodtuig gemaakt. Zondag in den namiddag is men door een Engelsch schip opgepikt. De pres.: „Hoe was toen de toestand van de be manning?" Kapt. Wijker: „Dat ging nog best. Ze waren ten minste in een oogwenk de stormladder op: alleen ik zelf liep een kwetsuur op aan mijn arm, die nog niet heelemaal genezen is. Kapitein Wijker verklaarde desgevraagd verder, dat hij nergens eenig spoor van een duikboot heeft waargenomen. De heer Julsing: „Hebt u eenig vermoeden, wat er met de andere twee sloepen gebeurd kan zijn?" Kapt. Wijker: „Neen, alleen begrijp ik niet, dat tct negen uur des avonds, toen wij ze voor het laatst gezien hebben, niemand heeft gegeten en de scheekskaak niet is aangeraakt". De heer Juling: Is het weer zoodanig geworden, dat de kans op kapseizen voor de sloepen bestond?" Kapt. Wijker: „Dat wel. De eene sloep, die ge vonden werd mei zeiltuig, had twee reven in het zeil". De bootsman had in geen van beide sloepen kogelgaten gevonden. Ook bij de ontploffing aan boord van de „Den Haag" had de kapitein geen kruitdamp waargenomen. Hoe het mogelijk is, dat de menschen uit de an dere sloepen verdwenen zijn, is hem niet duidelijk. De raad zal later uitspraak doen. Verhaal van den gezagvoerder van de „Tara" Vervolgens werd kapitein M. Breedijk, gezagvoer der van de „Tara" gehoord. Bij de ontploffing dacht kapitein Breedijk ter stond aan een torpedeering, omdat hij ver buiten elk mijnengebied was. Toen hij, met schoenen en klee- ren in de hand aan dek ging,: kwam hij al verschei dene leden van de bemanning tegen in onderklee- ren. Zij vertelden hem, dat het achteruit een ruine was en dat er water binnenkwam. Inderdaad be gon het schip van achteren weg te zakken. De sloe pen waren uitgedraaid en men had voldoenden tijd om erin te gaan, zoodat men eerst den horizon af zocht om te kijken, of men nog iets kon zien. In de bakboordboot gingen acht man, in de stuur boordsboot, waarin de kapitein zelf plaats nam, ze- I ventien man. De kapitein is, toen alles gereed was, met den marconist naar de radiokamer gegaan om S. O. S. te seinen. De kapitein had niet direct den indruk dat het schip zou zinken. Het water spoelde wel over het achterdek, maar hij h?d den indruk, dat het water dichte schot tusschen luik 4 en 5 het wel houden zou en daarom bleef hij op eenigen afstand liggen wach ten. Twintig minuten later volgde een tweede ont ploffing, en toen zonk het schip snel weg. De president: „Wat denkt u nu van die tweede ontploffing?" Kapt. Breedijk: „ik denk, dat er een duikboot dwars voor het schip lag, die zijn werk wou af maken." Gedurende den nacht hebben de beide sloepen met lichtseinen contact met elkaar gehouden. Er stond een zware deining. Daarom heeft men pas toen het licht werd, het zeiltuig opgezet nadat de afspraak was gemaakt met de andere sloep, dat men naar de Spaansche kust zou zeilen. Tegen den avond is de sloep waarin de kapitein zat door een Spaansche visschersboot opgepikt. Kapt. Breedijk heeft toen den schipper nog verzocht, naar de an dere sloep te zoeken, maar dat ging niet. omdat de trawler met visch naar La Coruna moest. Bovendien zeide de Spanjaard, dat er in de omgeving wel vijf honderd visschersbooten aan het visschen waren, zoodat de andere sloep zeker eveneens opgepikt zou worden. De secretaris las een verklaring voor van den bootsman A. Bogaert, die in de andere sloep had gezeten. Daarin wordt uiteengezet hoe de sloep van het schip los raakte toen men met twaalf man langs zij op de vijf anderen lag te wachten. Deze sloep had zeilertde den volgenden nacht omstreeks vier uur een kleine baai bereikt, waar men in de boot is blij ven slapen. Alle opvarenden hadden uitstekend mee gewerkt. Ook in deze zaak zal de raad later uitspraak doen. ®Echl Lot op Vermengd met warme melk het van ouds beroemde middel bij ««erk Hoest - Verkoudheid - Griep (Adv Ingez. Med.) Nederlandsche ambulance krijgt standplaats in Vierumaeki. Het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis heeft Donderdagmiddag een telegram ontvan gen van den tijdelijken Nederlandschen zaakgelas tigde te Helsinki, waarin wordt medegedeeld, dat de Nederlandsche ambulance heden naar haar stand plaats te Vierumaeki zou vertrekken. Het plaatsje Vierumaeki ligt zoo vernemen wij nader in een mooie boschrijke streek aan de spoorlijn van Lahti naar Heinola, op een afstand van 24 kilometer van Lahti en 14 kilometer van Hei nola. Lahti ligt 120 kilometer ten noordoosten van Helsinki. In Lahti is het zendstation van den Fin- schen radio-omroep gevestigd. Weer een mijn bij Petten ontploft. Voor de tweede maal op één dag is nabij Petten een mijn tot ontploffing gekomen. Donderdagmiddag omstreeks vijf uur heeft de krachtige wind een zeemijn op de zeejvering te Kamperduin gestooten, op drie en een halve K.M. «■an de plaats, waar gisternacht een mijn explodeer- ïe. De schade, was ditmaal evenwel geringer. Een aantal ruiten van huizen in de onmiddellijke omge ving sprong. Er bevindt zich thans nog een mijn nabij hoofd 14. In verband hiej;m§de hebben de militaire autoritei ten de noodige maatregelen getroffen en den weg Petten-Kamperduin afgezet. Politieagent bij aanrijding gedood. Op den hoek van de Gouverneurlaan en de van Zeggelenlaan te 's Gravenhage zijn Donderdagmid dag om half vijf een personenauto en een politie motor tegen elkaar gebotst met het gevolg, dat de motorrijder kort daarop is overleden. Het slachtoffer is de 50-jarige agent van politie J. K., die een schedelbasisfractuur kreeg. De ge neeskundige dienst voerde hem naar het gemeente ziekenhuis aan den Zuidwal, alwaar hij korten tijd na zijn opneming is overleden. Jeugdige weisprekenden. In den Haagschen Kunstkring te 's Gravenhage heeft gisteravond de uitreiking van de prijzen voor de gehouden jeugdwedstrijden in welsprekendheid plaats gehad. De voorzitter der Maatschappij tot bevordering van woordkunst, de heer W. G. van dei- Tak, heeft een openingswoord gesproken, waarna de gezant van de Unie van Zuid-Afrika, dr. H. D. van Broekhuizen een en ander van den taalstrijd in Zuïd-Arika heeft verteld. Daarna heeft de voor zitter der jury, de heer W. N. van der Hout de prij zen uitgereikt. De uitslag was als volgt: Afd. A. (jongeren) eerste prijs: J. H. L. Theunis, Haarlem: 2de prijs: Alb. Anthing Vogel, Den Haag: 3de prijs: Jac. van Drielen Gimberg, Den Haag; eervolle vermelding: H. P. G. de Wringer. Schie dam: P. de Jong, Gouda; L. van Egeraat, Breda. Afd. b (ouderen) 1ste prijs: J. Everts, Amsterdam; 2de prijs: W. C. Huyssoon, Vlissingen; 3de prijs: mej. M. Hardeman, Den Haag: eervolle vermeldin gen: P. W. Franse, Haarlem; G. Heystee, Helmond: H. Timmers, Hoek van Holland. Voor groep B had de minister van onderwijs een groote zilveren medaille beschikbaar gesteld en de Kamer van koophandel en fabrieken te 's Graven hage had als derden prijs voor deze groep een bron zen medaille geschonken. Geen Fransche vlieger in het Engelsche toestel. Reuter meldt, dat alle inzittenden van het bij Pemis neergekomen vliegtuig Engelsch en waren. Gemeld werd, dat de bestuurder een Franschman was,, maar dit is een misverstand, veroorzaakt door het feit, dat de man Fransch sprak, toen hij door de Nederlandsche militairen werd meegeno men. Voorts meldt Reuter nog, dat de Britsche vlie gers strenge orders hebben, om niet terug te schie ten, indien door neutrale vliegtuigen het vuur op hen wordt geopend, wanneer zij eventueel zonder het te weten boven neutraal gebied zijn geraakt. zal in het a.s. seizoen een zeer speciale plaats innemen. Mode ontwerpers besteedden er hun bijzondere aandacht aan en dus vindt U ze bij ons in ruime verscheidenheid. Onze speciale etalages toonen U BLOUSES VOOR ELK UUR VAN DEN DAG waarvan hier enkele voorbeelden Satijn gestreept alle maten 4.95 Angora Zomer Pullover, effen en gestreept 2.95 Zijden Overhemd Blouse 3.95 In speciale groote maten blouses m. lange mouwen 5.50 J (Adv ingez. Med.) Werkloosheid daalde in eerste helft van Maart zeer sterk. De directeur van den rijksdienst der werkloos heidsverzekering en arbeidsbemiddeling deelt de volgende resultaten mede van de verzameling door het centraal bureau voor de statistiek voor de voor- loopige gegevens over de week van 4-tot en met 9 Maart 1940. In de week van 4 tot en met 9 Maart 1940 wa ren bij gesubsidieerde vereenigingen met werkloo- zenkas aangesloten 596.872 personen, waaronder 75.252 landarbeiders. Van de 521.620 verzekerden buiten de landar beiders was het werkloosheidspercentage 22.0 (in de vorige verslagweek van 19 tot en met 24 Fe bruari 1940 was dit percentage 27.1). Voor de 596.872 verzekerden met inbegrip van de landarbeiders was 't werkloosheidspercentage voor alle verzekerden in de laatste jaren als volgt (tusschen haakjes zijn vermeld de percentages in dien de landarbeiders buiten beschouwing worden gelaten): 1932 26.5 (25.9): 1933 30.3 (30.7); 1934 25.4 (27,0); 1935 30.6 (33.0); 1936 32.0 (34.1); 1937 29.6 (30.6); 1938 25.8 (27.1); 1939 21.9 (22.8), 1940 22.0 (22.0). De besprekingen van de ïnternatio- nale Kamer van Koophandel. Onder voorzitterschap van dr. F. H. Fentener van Vlissingen of van J. Siegfried Edström heeft de In ternationale Kamer van Koophandel te 's Graven hage eenige bijeenkomsten gehouden waaraan, be halve dr. H. Coli.in en de heer Paul van Zeeland, ex perts van een aantal neutrale en oorlogvoerende landen hebben deelgenomen. Het doel dezer bijeenkomsten was eenige der voor de Internationale Kamer van Koophandel aan de orde zijnde onderwerpen te bespreken, zooals de algemeene werkzaamheden van de Kamer (Hof van Arbitrage, de toekomst van de bouwnijverheid, den invloed van den oorlog op privaatrechtelijke overeenkomsten, vraagstuk ken betrekking hebbende op economischen weder opbouw voor den tijd na den oorlog). De resul taten dezer bijeenkomsten zullen aan de na tionale organisaties van de Internationale Kamer van Koophandel worden voorgelegd. neem voor het stillen van Uw pijnen de Rexyrol-cachets, die Uw pijnen onmiddellijk kalmeeren. Maar neem voor het bestrijden van het gevaarlijke urinezuur Urodonal, dat deze afvalstoffen, die de oorzaak van de rheuma zijn, oplost en uit Uw organisme verwijdert. Urodonal is en blijft het beste middel tegen rheumatiek. Bij apothekers en drogisten. Bestrijdt de kwaal. ijimj ui rwiJTiHure Volwaardig vitaminen-preparaat van Levertraan en Sinaasappel. Flac. a 209 9r- kij Apoth. en Drog. Fabr.N.V. Handelsver. A. J. ten Doesschate - Zwolle (Adv ingez. Med.) Instandhouding van maatschappij van belang geacht. Ingediend is een tweetal wetsontwerpenwaarbij voor de ministers van waterstaat en financiën mach tiging wordt gevraagd namens het rijk over te gaan tot het vérstrekken van een rentedragende hypothe caire geldleening tot een bedrag van f 66.813 aan de N.V. Stoomvaartmaatschappij „Zeeland" te Vlis singen alsmede tot het verder deelnemen in het aan deelenkapitaal dier vennootschap tot een bedrag van 1' 550.000. De begrooting van het Verkeersfonds voor 1940 zal daardoor met f 616.813 worden vei'hoogd. In de memorie van toelichting zegt de regeering o.m., dat de toestand thans zoo is, dat de dienst der „Zeeland" onder de huidige omstandigheden geen economische beteekenis meer heeft. Intusschen is de regeering van oordeel, dat deze nationale scheep vaartverbinding met Engeland, welke van ouds een belangrijken schakel vormt in het internationaal spoorweg- en postverkeer van, naar en door Neder land en welke door de maatschappij „Zeeland" ge durende meer dan 60 jaren is onderhouden, bij te rugkeer van meer normale tijden moet kunnen wor den hervat. Instandhouding van de „Zeeland" is naar de meening van de regeering, met het oog op de ontwikkeling van het vreemdelingenverkeer en van het vervoer in het algemeen, een nieuw offer van 's rijks schatkist waard. Door ontslag van een groot deel van het personeel en een versobering tot het uiterste zpu de maat schappij, ook zonder hulp van staatswege, haar be staan weliswaar nog een korten tijd hebben kun nen rekken. Maar haar verdwijning zou dan toch wel niet achterwege hebben kunnen blijven en van een hervatting van den dienst dadelijk na den oorlog zou in elk geval geen sprake hebben kunnen zijn. Bovendien mag het niet uitgesloten worden ge acht. dat zich ook tijdens den oorlog omstandigheden oordoen, die een hervatting van den dienst wen- schelïjk doen zijn. Hierbij wordt herinnerd aan ver voer van vluchtelingen en krijgsgevangenen, zooals ook in den oorlog van 1914 tot 1918 is voorgekomen, waarvoor het in bedrijfsklaren toestand voorhan den zijn van voor passagiersvervoer ingerichte sche den gewenscht zou kunnen zijn. Anderzijds ont veinst de regeering zich niet, dat bij een langeren duur van den oorlog het tijdstip zal kunnen aan breken, waarop men zich zal moeten afvragen of het intact houden van de „Zeeland" het daartoe te brengen offer nog wel rechtvaardigt. Voorhands lijkt het gewenscht, uit te gaan van een hervatting in de naaste toekomst van den dienst, waarvoor het van belang is, het personeel aan het bedrijf te bin den. Hiertoe is een voorloopig tot 31 Maart 1940 geldende wachtgeldregeling in het leven geroepen voor het niet in dienst gehouden personeel. Door den minister van sociale zaken is een subsidie van 60 pet. verleend in de uitkeeringen, die op grond van deze wachtgeldregeling worden gedaan. In dien de voorgestelde regeling tot stand komt, ligt het in de bedoeling het daarheen te leiden, dat de wachtgeldregeling voorshands tot 31 December 1940 wordt verlengd. Deze kosten kunnen voor het jaar 1940 worden begroot op f 631.813. Daarin zijn opgenomen de be looning voor het in dienst gehouden personeel en de ten laste der maatschappij blijvende kosten der wachtgeldregeling. Ook is bij de vaststelling van voormeld bedrag rekening gehouden met de rente en de aflossing op de obligatieleening ad f 2.000.000, waarvoor de twee nieuwe schepen hypothecair zijn verbonden.' UIT DE STAATSCOURANT. Blijkens een mededeeling in de Staatscourant gaat het eervol ontslag, dat, onder dankbetuiging voor de in rechterlijke betrekkingen bewezen dien sten, verleend is aan mr. A. W. baron Sloet als grif fier van de rechtbank en waarvan wij melding hebben gemaakt, met ingang van I April 1940 in. J. W. H. BERDEN OVERLEDEN. In den ouderdom van bijna tachtig jaar is Don derdag te Amsterdam overleden de heer J. W. H. Berden, ftud-directeur van de rijksschool voor kunstnijverheid te Amsterdam. ..Zeg. Piet, wat rook je daar een fijne sigaar!" „Ja, die haal ik in „De Oude Tijd", 'n speciaal zaak voor sigaren. Zie eens, wat een mooie brand voor 4 centen, die is perfect." 'Adv. Ingez. Med.) De oude draaibrug, die Halfweg met de Haarlemmermeer verbindt, zal door een moderne, nieuwe brug worden vervangen. Dat. dit geen overbodige weelde is blijkt wel uit het feit, dat de autobussen slechts ternauwernood de oude bruc kunnen passeeren. MEXICAANSCHE INDRUKKEN. Nacht in den trein. (Van onzen reizenden medewerker). De Southern Pacific, armoedig, schamel en stof fig, is een driftig treintje. Het maakt veel lawaai. Het rammelt en rommelt door de eindelooze vlak ten Het puft en sist de bergen op. Holderdeboldert otfer ravijnen. Het trekt opgewonden zijn last van mannen met groote hoeden, vrouwen in omslagdoe ken huilende kinderen, zwijgende soldaten, zijn last van pakken en koffers en manden en kisten; van bloote voeten en lecren vesten; geweren, revolvers, kleurige dekens en groene flesschen met Taquila het trekt zijn levende en doode, zijn etende, schreiende, spuwende, rookende en slapende have door het barre, warme land. Er is een koele nacht voorbijgegaan. Een duistere, koele nacht. Ik heb getracht, met mijn kleeren en mijn schoe nen een beetje losgeknoopt en gewikkeld in mijn reisdeken mijn voeten naast het hoofd van mijn overbuurman en zijn bloote voeten naast mijn hoofd - een beetje te slapen. Telkens lukt het voor tien minuten. Dan schok ik weer wakker. Tracht mijn stiive beenen te verleggen. Steek een sigaret op, En tracht tevergeefs de duisternis van het land te door dringen. Een enkele maal is er een flakkerend vuur langs de spoorbaan. Met mannen, in dekens gewik keld, en met groote sombrero's daar rondom heen geschaard. Een fantastisch gezicht in den nacht. Een kind begint te huilen. Mijn overbuurman zet de flesch aan zijn mond. Hij neemt een luiden slok. Met de volgende teug gaat hij spoelen. Dan spuwt hij op den vloer tus schen de banken. Er zijn twee dronken mannen. Groote dikke man- ,.en, in witte hemden en met een roode deken om hun' schouders gedrapeerd. Zij spreken rad en luid in zangerig, nadrukkelijk sierlijk Spaansch. En lachen smakelijk. Ik dommel weer in. De Southern Pacific gilt en vermindert zijn vaart. Dat beteekent dat wij een station naderen. De remmen knarsen en wij staan stil en het sta tion is vreemd en romantisch. Het duister wijkt niet geheel voor de eene, zwaaiende, electrische lamp. Vrouwen met manden gaan langs den trein. Zij bieden eetwaar te koop: gedroogde bananen, ge braden vleesch van jonge geiten, dunne platte, knapperende schijven brood, grillige stukken ge roosterde varkenshuid. Er gaan mannen met pan netjes, waarin brokken vleesoh drijven in een roo de heete saus. En met emmers limonade. Met si naasappels. IJs. En taquila, de groene Mexicaan- sche brandewijn. Er zijn stalletjes met flakkeren de fakkels. Mannen met hun puntige, breede hoe den staan tegen het witte stationsgebouwtje ge leund. Soldaten met helmen dragen karabijnen dwars over den rug. Menschen klimmen, belast en beladen, in den trein. Anderen stappen uit. Een deel van de slapenden is ontwaakt. Mijn buurman slaat, door het geopende raam, leeftocht in Anderen blijven slapen, in vreemde, ongemakkelijke houdingen. De Southern-Pacific geeft een gil. Een bons. gekraak en we gaan weer verder. Het rustpunt van geel, flakkerend licht tegen »en witten muur met leunende mannen verdwijnt in de duisternis: de kreten der kooplieden ver smoren in de stilte van den nacht. Overbuurman gaat, met luide smakken, visch,- in een groen blad gerold, met gragen mond ver orberen. Hij drinkt een slok. En neemt een teug, en spoelt, en spuwt uit op den vloer. Ik schrik wakker. De nacht met zijn kilte is voorbij. De ochtend, onmiddellijk heet en met wolken van stof, staat pralend in den hemel, boven de dorre oneindigheid. Het is verstikkend en benauwend. Wie wakker zijn rekken zich uit, werpen hun dekens af, knoo- pen hun kleeren dicht en strijken de haren van het voorhoofd. Er is geen waschgelegenheid. Mijn vrouw bereidt het rantsoen crackers met kaas en schenkt een bekertje koude thee uit de thermosflesch. Wij ontbijten, noenmalen en dinee- ren twee dagen met crackers, kaas en thee. Ik maak mijn schoenen vast, rek de beenen en steek een sigaret op. Mijn baard gaat die van overbuurman evenaren. Mijn zwarte hoed is grijs van 't stof. De twee drinkebroers, die vannacht zoo luidruch tig waren, snorken onharmonisch in een diepen slaap. Er drijven weer arenden in de lucht Er zijn weer grijze huttendorpen en naakte kin deren. kleine stations, eetwaar en taquila. Zoo gaan wij twee dagen en twee nachten, een eindeloos-lijkenden tijd, door een machtig, indruk wekkend land. Wij zijn, in den nacht, langs de kust van den Stillen Oceaan gegaan. Wonderlijke plaatsnamen: Querobabi. Guaymas, Topolobampo, Mazatlan via Aquire en Tepic gaan wij steil stijgen. Tot 5000 voet. Hoog over de bergkammen snelt de trein door twee-en-dertig tunnels. Diep onder mij ligt nu een vruchtbaar land in wonderlijke tinten van groen, lichtblauw en rose. Wanneer de derde avond vallen gaat slaakt de Southern Pacific zijn meest doordringende en langste juichkreet. Onze eerste rustplaats nadert: Mexico's tweede stad.Guadalajara. Mr. E. ELI AS. (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden)i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5