Haarlem's Dagblad
Qexdtieccde mijnen-
Ut Tlomsche laateten
Weer liet Noorden.
I1 Reuter verneemt, dat de Engelsche minister van
Marine a.s. Zondag voor de radio het woord zal
voeren.
Duitsche scheepvaart
op Narvik
onmogelijk
gemaakt
Britsche en
Fransche vloot
legden drie
mijnenvelden
„Stelselmatig
onwettige
maatregelen
van den vijand
Aciiketen-
V
Niet tegen de
neutralen
Scherpe
tegenmaatregelen
Noorwegen
verrast
Lente-Zondag.
Lctlc/enncf
57e Jaargang No. 17424
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant-
Uitgaven en Algem Drukkerij N V Bureaux: Groote
Houtstraat 93, bijkantooi Soendaplein 37. Postgiro-
dienst 38810. Drukkerij: Zuidei Buiten Spaarne 12.
Telefoon: Directie 13082. Hoofdred 15054, Redactie
10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724,
14825. Soendaplein 12230.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Dirpctie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur; ROBERT PEEREBOOM
Maandag 8 April 1940
Abonnementen per week ƒ0.25. per maand ƒ1.10,
per 3 fnaanden 3.25, franco per post 3.55, losse
nummers 6 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regels
ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 per
regel Regelabonnementstarieven op aanvraag.
Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer
0.15. Groentjes zie rubriek.
Na weken van stilte, waarin niet alleen de groote
legers werkeloos bleven maar ook de hevigheid van
den zeeoorlog sterk afnam, is vandaag opnieuw
spanning in den oorlog ontstaan. En dat weer in
het Noorden, dat na den Finschen vrede op onaan
gename wijze in het centrum der diplomatieke ma
noeuvres bleef staan. Die zijn nu gevolgd door een
daad: van de zijde der geallieerden. Engelsche en
Fransche oorlogsschepen hebben vanmorgen vroeg
mijnenvelden gelegd in de Noorsche territoriale
wateren. Eén mijnenveld ligt nabij de Noorsche
haven Narvik, het veelbesproken verschepings
centrum van Zweedsche ertsen, die uit die haven
naar Duitschland worden gebracht. Overigens niet
alleen naar Duitschland, dat de grootste afnemer is,
maar ook naar Engeland, eveneens een groote klant
en naar andere landen. Ik vestig nog even de aan
dacht op dit punt, dat wij verleden week nog met
statistische gegevens hebben toegelicht. De Zweden
hebben er zich op beroepen als een bewijs van
hun onpartijdigheid ook in hun leveranties.
De twee andere Britsch-Fransche mijnenvelden
aan de Noorsche kust liggen Zuidelijker. Vermoede
lijk hebben zij ten doel schepen uit Narvik, die door
het eerste mijnenveld heengeglipt zouden kunnen
zijn, te vernietigen. Maar niet alleen dat: die twee
velden blokkeeren op zichzelf ook nog ieder een
I Noorsche fjord en een haven.
Het is duidelijk dat de Engelschen en de Franschen
hiermee een inbreuk op de Noorsche neutraliteit
gepleegd hebben. Het Engelsche persbureau Reuter
heeft een vrij uitvoerige toelichting geseind, zich
beroepend op „de meest gezaghebbende zijde" te
Londen. Volgens deze verklai-ing is de maatregel
I niet alleen gericht tegen ertsvervoer maar heeft
Engeland inlichtingen gekregen, volgens welke
Duitsche schepen de Britsche controle op contraban
de ontweken hebben door de Noorsche territoriale
wateren. Duitsche „aanvallers" met deze aandui
ding worden blijkbaar zoowel lucht- als zeestrijd
krachten bedoeld zouden heimelijk-naar volle zee
zijn gekomen langs denzelfden weg.
Het is duidelijk dat men dit van Engelsche zijde
als een rechtvaardiging voor het leggen van de
mijnenvelden wil aanvoeren. Men is van meening
dat, aangezien Noorwegen niet over voldoende macht
beschikt om zulke dingen te verhinderen, men kan
en moet ingrijpen. Voor het overige erkent de offi-
cieuse verklaring, door Reuter gegeven, de inbreuk
Op de Noorsche neutraliteit maar noemt dit een
„technische" inbreuk. -Daarbij wordt dan opgemerkt
dat de regels der neutraliteit „steeds hebben berust
op hun geldigheid". Dit is een duistere formuleering;
blijkbaar wordt bedoeld: op hun handhaving. Want
er volgt op: „Als een partij ze hardnekkig overtreedt
kan nauwelijks geëischt worden dat zij voor de an
dere partij streng zullen worden toegepast". Na
tuurlijk is dit geen zuiver argument; het feit dat dc
eene partij haar verplichtingen tegenover derden
schendt kan nooit de andere het recht verschaffen,
'haar eigen vérplichtingen eveneens te gaan schen
den. Verder zegt Reuter nog „dat Duitschland alle
i oorlogsregels, die verbroken kunnen worden, ver
broken heeft, met uitzondering van den eenen regel,
die door de geallieerden is aangevat en die niet werd
geschonden omdat het Duitschland paste dat niet
te doen".
Deze verklaringen zijn belangrijk ook voor alle
andere neutralen. Want men moet het leggen van
die mijnenvelden niet alleen als een Scandinavische
aangelegenheid beschouwen maar als een wijziging
van de geallieerde houding tegenover de neutraien.
Men kan er niet anders dan een precedent in zien.
Nu Engeland en Frankrijk tot dit optreden jegens
de Noren besloten hebben volgt daaruit dat zij in
het verdere verloop van den oorlog geen bezwaar
meer zullen zien om eventueel hetzelfde jegens an
dere neutralen te doenals die de macht missen
om hun eigen gebied intact te houden of die macht
niet uitoefenen.
I De groote vraag van dit oogenblik is evenwel:
Iwat zal Duitschland doen? Er zijn médedeelingen
die daaromtrent onrust wekken. Men moet een aan
tal commentaren in Duitsche en Deensche bladen
'met reserve lezen.
Dat zijn woorden die nog op hun bewijs wachten.
En de >heele wereld wemelt van dat soort woorden.
Maar het bericht over troepenconcentraties in de
Duitsche Oostzeehavens doet alarmeerend aan. Het
i treft dat dit van het Reuter bureau afkomstig is, dat
ook te kennen geeft dat „de actie der geallieerden
levenzeer in het voordeel der neutralen als in dat
!van Engeland en Frankrijk is." Welk voordeel der
neutralen hier bedoeld wordt is niet helder.
I Natuurlijk verkeeren Noorwegen en Zweden
thans beide opnieuw in een zeer moeilijken en ge
vaarlijken toestand. In de eerste plaats geldt dit
voor Noorwegen, dat de zaak niet met een protest
kan oplossen. Vanmiddag komt het Storting, het
parlement, te Oslo bijeen en zal de regeering een
verklaring afleggen. Besluit zij tot het opruimen der:
mijnen door Noorsche mijnenvegers dan zal dat
j weinig of niets baten, want de Engelschen zullen
j nieuwe leggen. Een wedstrijd in het leggen-en-
i vegen belooft voor de Noren geen succes. Maar de
groote vraag is vooral: wat doet Duitschland?
Men kan nu wel een groote losbarsting van den
oorlog, met expeditielegers en al, m Scandinavië
jgaan verwachten maar de bewijzen daarvoor ont-
j breken nog. Er is veel dat er tegen pleit en de
Duitschers kunnen in dit seizoen althans hun ertsen
via de Oostzee aangevoerd krijgen.
I Volkomen te overzien is de toestand nog geens-
zins. Dat van een ernstige nieuwe phase in den
I oorlog sprake is en dat nieuwe onzekerheid wordt
gewekt valt niet te ontkennen.
R. P.
WAARSCHIJNLIJK ZONDAG EEN RADIOREDE
VAN CHURCHILL.
De geallieerde regeeringen hebben vanochtend te Londen en Parijs over
de radio een verklaring laten omroepen, waarin onthuld wordt dat zij
Noorwegen er van in kennis hebben gesteld dat zij zich het recht voor
behouden alle maatregelen te nemen, welke zij noodig mochten achten
om het Duitschland moeilijk of onmogelijk te maken, in Noorwegen hulp
bronnen of faciliteiten te verkrijgen. De Britsche en Fransche regeering
hebben besloten het gebruik van de territoriale wateren voor het vervoer
van contrabande onmogelijk te maken. Zij hebben medegedeeld dat drie
zones der Noorsche territoriale wateren door mijnen gevaarlijk voor de
scheepvaart gemaakt zijn en dat schepen, die de wateren mochten binnen
varen, zulks op eigen risico doen.
Ter voorkoming van de mogelijkheid, dat Noorsche of andere schepen onbe
wust deze gebieden zouden binnenvaren, zal er aldus vervolgt deze mededee-
ling door Britsche marinevaartuigen worden gepatrouilleerd tot 48 uur na het
leggen van de eerste mijn.
In de verklaring wordt nog gezegd dat de geallieerden nooit het Duitsche voorbeeld van
ruw geweld zullen volgen en dat het leggen der mijnen niet den vrijen toegang van Noorsche
schepen tot hun eigen havens zal belemmeren.
Van bevoegde Britsche zijde wordt vernomen dat het leggen der mijnen
in de Noorsche wateren vanochtend bij het aanbreken van den dag was
voltooid. Het is gezamenlijk gedaan door de Fransche en Britsche vloot.
PARIJS:
PARIJS 8 April (Havas). De Fransch-Britsche
verklaring, welke vanochtend over de radio is om
geroepen, vormt den inhoud van de nota, welke de
geallieerde regeeringen de vorige week aan de
Noorsche regeering hebben overhandigd.
Ter inleidinig wordt in de Fransch-Britsche mede-
deeling een schildering gegeven van de Duitsche
wijze van oorlogvoering-ter zee. De toestand is deze,
aldus wordt betoogd, dat Duitschland op flagrante
wijze het recht der neutralen schendt om de geal
lieerden te treffen en tegelijkertijd wijst op de nood
zakelijkheid van een zeer strikte naleving der neu-
traliteitsbepalingen, telkens wanneer 't daaruit eenig
voordeel kan trekken.
Het internationale recht heeft een oorlogvoerende
steeds het recht toegekend om, wanneer zijn vij
and stelselmatig zijn toevlucht nam tot onwettige
maatregelen, op te treden op een wijze, zooals de
door de "onwettige daden van dezen vijand gescha
pen toestand vereischte. Een dergelijk optreden,
zelfs als het niet in overeenstemming is met hef
onder normale omstandigheden geldende recht,
wordt dan, op grond van de rechtsschending dooi
den anderen belligerent, algemeen als legaal erkend
De geallieerde regeeringen achten zich derhalve
gerechtvaardigd, de maatregelen te nemen, welke
zij onder de huidige omstandigheden noodig achten.
Welke politiek de Noorsche regeering onder de
Duitsche bedreigingen en druk op het oogenblik ook
moet volgen, de geallieerde regeeringen kunnen niet
langer een toestand dulden, dank zij welken
Duitschland onontbeerlijke grondstoffen voor het
voortzetten van den oorlog ontvangt en zich van
faciliteiten in Noorwegen verzekert, welke de ge
allieerden in een onvoordeelige positie plaatst. De
laatsten hebben daarom de Noorsche regeering er
reeds van in kennis gesteld dat zij zich het recht
voorbehouden, die maatregelen te nemen, welke zij
noodzakelijk mochten achten om het Duitschland
moeilijk of onmogelijk te maken, in Noorwegen de
hulpbronnen of faciliteiten te verkrijgen, die uit een
oogpunt van oorlogvoering in zijn voordeel en in het
nadeel der geallieerden zouden zijn.
R. P.: Weer het Noorden. pag. 1
K. de Jong: Het jaarlijksch concert
van „Apollo". pag. 4
B. K.: Reünisten der Handelsavond
school pag. 4
J. B. Schuil: De feestavond van
Avadia. pag. 11
Laatste berichten op pagina 2
LONDEN:
Van de meest gezaghebbende zijde verneemt Reu
ter, dat de operaties van het mijnenleggen tegen
Duitschland zijn gericht en niet tegen de neutralen.
Men verwacht, dat het vervoer van ijzererts
tusschen Narvik en Duitsche havens ernstig
belemmerd, zoo niet geheel stopgezet zal wor
den. Er verluidt echter, dat de operatie ook
tegen vervoer van andere goederen is gericht.
Engeland heeft inlichtingen gekregen, volgens
welke Duitsche schepen dc Britsche contra-
bandccontrole ontweken door te glippen dooi
de Noorsche territoriale wateren en dat Duit
sche aanvallers ook heimelijk naar
volle zee kwamen langs dcnzelfden weg. Men
hoopt in Londen, dat dc operatics van vandaag
dit alles zullen verhinderen.
In gezaghebbende kringen te Londen wordt er
de nadruk opgelegd, dat de actie der geallieerden
evenzeer in het voordeel is van de neutralen zelve
als van Groot-Bittannië en Frankrijk, Hoewel aan
gevoerd kan worden, zoo meldt Reuter nader, dat
de geallieerde actie van vandaag een technische
inbreuk op de neutraliteit vormt, wordt in het
licht gesteld, dat de regels der neutraliteit steeds
hebben berust op hun geldigheid en dat, wanneer
één partij ze hardnekkig overtreedt, nauwelijks
geëischt kan worden, dat zij voor de andere partij
gestreng zullen worden toegepast. Opgemerkt wordt
dat Duitschland alle regels van den internationalen
oorlog, die verbroken kunnen worden, verbroken
heeft, met uitzondering van den eenen, die heden
dooi- de geallieerden is aangevat en die werd niet
geschonden omdat het Duitschland paste dat niet
te doen.
Er bestaat aan den kant der geallieerden geen
voornemen om het gebied van den oorlog uit te
breiden, maar gezegd mag worden, dat zij zeer
scherp zouden reageeren op iedere actie, die Duitsch
land zou kunnen ondernemen tegen Scandinavië.
BERLIJN:
De verklaring van de geallieerden dat in de Noor
sche wateren mijnen gelegd zullen worden teneinde
de Duitsche transporten door deze wateren volkomen
stop te zetten, wordt te Berlijn beschouwd als „zeer
ernstig en buitengewoon gevaarlijk voor de toe
komst". Deze zelfde bevoegde Duitsche kringen ver
klaarden: „Natuurlijk is niet precies te zeggen welke
tegenmaatregelen Duitschland zal treffen, vooral
omdat er nog geen officieele Duitsche reactie op de
Britsch-Fransche verklaring gevolgd is, maar dat deze
maatregelen zeer scherp zullen zijn, is wel zeker.
Alle vroegere Duitsche verklaringen wijzen erop hoe
Dc Britsche en de Fransche gezant te Oslo
hebben vanochtend om 6 uur een bezoek
aan het ministerie van buitenlandsche za
ken gebracht en nota's aan dc Noorsche
regeering overhandigd. Onmiddellijk werd
minister Koht hiervan in kennis gesteld.
Volgens berichten in de pers is Noorwe
gen niet van te voren gewaarschuwd en is
evenmin tot de Noorsche regeering het
verzoek gericht, dat Noorwegen zelf mijnen
zou leggen. Het optreden der geallieerden
is plotseling geschied.
ernstig Duitschland de ontwikkelingen in Scandina
vië acht."
In andere politieke kringen werd verklaard:
.Duitschland wacht de actie der geallieerden in
Scandinavië en Zuid-Oost-Europa kalm af. Het leg
gen van mijnen in de territoriale wateren van Scan
dinavië beschouwt Duitschland als een teeken van
zwakheid en-nervositeit van den vijand. De geallieer
den hebben thans te kennen gegeven dat zij beslo
ten hebben de beteekenis van het woord neutraliteit
op zij te zetten. (United Press.)
Officieele Noorsche verklaring
verwacht.
Hedenmiddag om vijf uur zal het Storting
bijeenkomen en naar men verwacht zal dan een
verklaring omtrent den toestand worden afge
legd.
Zondag trok ons volk naar buiten,
•In een treklust, niet te stuiten,
Want de lente vierde feest;
En de dagelijksche zorgen
Werden even weggeborgen.
Ter verstrooiing van den geest.
Menschen voelden zich in huizen,
Als in muffe steenen kluizen.
Buiten was het ruim en vrij;
Koestrend liet de zon haar stralen
Op ons allen nederdalen,
Buiten was het licht en blij
Buiten, allemaal naar buiten,
Met een kriebel in de kuiten,
En een tinteling in 't bloed;
Heel de wereld leek weer vrijer.
Schooner, kleuriger en blijer,
't Leven was weer rijk en goed.
Wat een vloed van welbehagen
Stroomde op dien dag der dagen
Weer eens door ons hoofd en hart,
Die in deze droeve tijden
Bij ons allen tusschenbeiden
Zoo benard zijn en verward.
Vlak voor ik ben uitgetrokken,
Ben ik eventjes geschrokken
Van een heel zacht stemgeluid;
't Was mijn vlag, die mij kwam vragen:
Mag 'k op dezen dag der dagen
Nu ook niet een tiidje uit?
P. GASUS.
Het woord is aan
Nietzsche:
Hoe hooger wij ons verheffen, des te
kleiner schijnen wij diengenen, die niet
vliegen kunnen.
De ligging der mijnenvelden.
LONDEN 8 April (Reuter). De Britsche mij
nenvelden ter hoogte van Noorwegen dekken drie
kleine, maar belangrijke gebieden vlak aan de
Noorsche kust en beheerschen elk een fjord en een
haven. De belangrijkste van de drie gevaax-lijke
zönes ligt in de buurt van Bodö en behccrscht den
ingang tot de Vest-fjord en Narvik, vanwaar
Duitschland het Zweedsche ijzererts verkreeg. Alle
drie punten liggen ten noorden van de voornaamste
Europeesche scheepvaartroutes. Het zuidelijkste
punt is Stadland aan den ingang van de noordelijke
fjord en 110 mijl ten noorden van Bergen. Het der
de mijnenveld ligt ter hoogte van Christiansund,
120 mijl ten noordoosten van Stadland.
Stappen der Noorsche regeering.
Het bericht over het leggen van mijnen in de
Noorsche wateren heeft bij het publiek in Noorwe
gen een op een paniek lijkende stemming teweeg ge
bracht, aangezien men van het optreden der geal
lieerden vreest, dat dit Noorwegen in zeer korten
termijn in den oorlog zal verwikkelen, aldus meldt
het D. N. B. uit Oslo. Bulletins, extra-edities der
ochtendbladen enz. droegen er toe bij, den ernst van
het oogenblik in het licht te stellen. In welinge
lichte politieke kringen, die in contact staan met
het departement van buitenlandsche zaken, is men
er verontwaardigd over, dat het Noorsche publiek
de eerste mededeelingen over het leggen der mijnen
van den Engelschen omroep heeft moeten vernemen.
Den Noorschen gezant in Londen is terstond door
den minister van buitenlandsche zaken, Koht, op
dracht gegeven stappen te doen bij Lord Halifax,
den Engelschen minister van buitenlandsche zaken.
In Oslo verklaarde men, dat het hier geen protest
kon betreffen, want niet een protest alleen kon
niet opgetreden worden tegen den Engelsch-Fran-
schen stap. Bovendien zou de minister van buiten
landsche zaken. Koht, den Engelschen gezant alhier
nog hedenmorgen ontbieden.
STOOMEN en VERVEN
GORDIJNEN en KLEEDEN
TEL nïl!
(Adv. Ingez. Med.)
WEEKBERICHT
Coöperatie Vooruitgang U.A.
Java Thee, gemengd, per ons24 cent
Java Thee, grove, per ons 28 cent
Koffie, per half pond 19 cent
Pruimenjam, per pot 21 cent
Edammer Kaas, N.-H.. 40-f 28 cent
Schuurpoeder, per bus 6 cent
Huishoudzeep, per staat 20 cent
Huishoudzeep, per dubbel stuk 9 cent
Zalm, per blikje 18 cent
Stroop, per pond 15 cent
Rijst, per pond 10 en 14 cent
Voor BLIKGROENTEN en VRUCHTEN in blik
UW ADRES.
MET DIVIDENDBONS.
(Adv. Ingez. Med.)
HEDEN: 12 PAGINA'S.
- IJZER.
j:V: I Ml.IN FN
Op nevenstaand kaartje
ziet men de voornaamste
ijzergebieden Van Zwe
den en Noorwegen door
driehoekjes aangeduid.
Ofschoon ook Zuid
Zweden belangrijke
ijzergebieden heeft werd
tot dusver verreweg het
meeste erts via de Noor
sche haven Narvik ver
scheept, vooreerst om
dat Narvik het geheele
jaar ijsvrij is en voorts,
omdat de capaciteit van
deze haven verreweg
het grootst is en die van
de 'Zweedsche haven
Lulea aan de Botnische
Golf sterk overtreft. Bo
vendien ligt de haven
van Lulea 5 a 6 maan
den van het jaar dicht.
Nu de Noorsche kust
door de geallieerden ge
blokkeerd is zal de erts-
uitvoer intusschen via
de Zweedsche havens
aan de Botnische Golf
moeten geschieden. Mo
menteel zijn deze ech
ter nog niet te ge
bruiken.
Op het kaartje zijn
ook de door de geal
lieerden gelegde mijnen
velden aangegeven. Het
zuidelijkste is dat bij
Stadland, dan volgt het
mijnenveld bij Chris
tiansund en ten slotte
in het Noorden dat bij
Narvik.