Minister Koht over de kwestie
der geallieerde mijnen.
In Fransch oorlogsgebied.
Rede in het
Noorsche
parlement.
Vier Duitsche schepen
tot zinken gebracht.
Bij de Britsche luchtstrijdkrachten.
BEELDEN UIT DENEMARKEN EN NOORWEGEN
DINSDAG 9 'APRIL' 1940
H A A R E E M'S DAGBLAD
3
De Noorsche minister van buitenlandsche za-
£en. Koht. sprak Maandag in het Storting dus
[voordat de Duitsche actie in het Noorden be
gonnen was over de kwestie der door de geal
lieerden in de Noorsche wateren gelegde mij
nen.
Wat Noorwegen is aangedaan is aan de wereld
reeds bekend en ik geloof, aldus Koht, dat de
jjevolking van alle neutrale landen zich veront
rust heeft gevoeld, toen zij hoorde van de ge
pleegde schending van het recht. Ik wil geen
sterke woorden gebruiken, omdat ik van mee
ning ben dat de daad voor zich spreekt. Ik za
documenten aan het Storting voorleggen en als
dan zal de regeering met het Storting beraad
slagen over de te nemen stappen ter verdediging
pnzer rechten.
Het eerste document is de nota, welke de Brit-
Tweehonderd dooden bij ondergang
van troepentransportschip?
Maandag: zijn in den loop van den dag vier
Duitsche schepen door de Britten in het Ska-
gerrak tot zinken gebracht.
Het zijn resp.:
Een Duitsche duikboot, die ter hoogte van
Lillesand getorpedeerd is.
Het Duitsche s.s. „Kreta", groot 2359 ton,
dat voor de Oslo-fjord in den grond werd ge
boord.
Het Duitsche militaire transportschip „Rio
de Janeiro", met ecu inhoud van 9600 ton, dat
ter hoogte van het eiland Justö, eveneens na
bij Dillesand, in de golven verdween.
De groote Duitsche tankboot „Posidonia" die
12.000 ton mat. Dit schip werd eveneens aan
den ingang van de Oslo-fjord, ter hoogte van
het eilandje Rauer, getorpedeerd.
Het Noorsche Telegraafagentschap meldt
dat het Duitsche militaire transportschip „Rio
de Janeiro", dat een inhoud had van 9600 ton,
is getorpedeerd. De „Rio de Janeiro" had drie
honderd man aan boord. Wellicht zijn .twee
honderd man om het leven gekomen.
Volgens United Press is de „Rio de Janeiro"
juist buiten de Noorsche territoriale wateren,
vóór het eilandje Justö getorpedeerd.
Omtrent den ondergang van de „Rio de Janeiro"
fc'ordt nog gemeld dat nadat een hevige ontplof
fing te Lillesand, een badplaats in het zuiden van
fiweden, was gehoord, een kleine vloot van vis-
ichersvaartuigen en andere kleine schepen uitvoer,
(■oen de redders op de plaats des onheils aankwa-
nen, stegen groote rookwolken op van de bran-
Iende olie op zee, het schip zelf was reeds gezon-
ten. 96 opvarenden van het Duitsche schip werden
[ered, terwijl.27 dooden werden opgevischt. Na-
lere bijzonderheden ontbreken nog, doch naar ver-
lomen wordt zijn misschien 200 man omgekomen.
Uit Christiansand wordt gemeld dat de opvaren-
en van de „Rio de Janeiro" identiteitsplaatjes met
et -nummer van bataljon en regiment om den hals
roegen.
De meeste gewonden, welke in de ziekenhuizen
ijn opgenomen, zijn niet zwaar gekwetst. Wel
ebben zij veel geleden van het zwemmen in het
oude water.
Volgens het Noorsche Telegraafagentschap
werd de „Rio de Janeiro", die van Hamburg
kwam, bij het eiland Justö, aan de Noorsche
zuidkust, door een Britsche duikboot op
gevangen. De duikboot loste een waai-schu-
wingsschot, doch het Duitsche schip trachtte
de kust te bereiken, waarop de Britsche bodem
een torpedo afvuurde. De „Rio de Janeiro"
werd getroffen en ^onk zeer snel.
De opvarenden sprongen overboord: eenigen
lunner werden door een klein vaartuig uit Chris-
'iansand opgepikt. Korten tijd later schoot de
luikboot een tweede torpedo af, waarna stukken
an het schip in de lucht vlogen. Drie geredde
iuitschers werden door de vallende wrakstukken
edood. Andere kleine Noorsche schepen deden al
.et mogelijke om de rondzwemmende Duitschers
ie redden. Honderdvijftig opvarenden werden te
Lillesand aan land gebracht, en evenveel zijn, naar
jnen aanneemt, omgekomen.
Men gelooft dat de „Rio de Janeiro" dienst deed
s transportschip voor troepen, daar de opvaren-
en uniformen droegen. Zij waren allen zeer jong.
In een extra-editie publiceert de „Aftenposten"
en onderhoud met eenige overlevenden, die be-
estigden, dat het schip door een Britsche duik-
toot tot zinken was gebracht. Een opvarende ver-
laarde, dat de duikboot niet had gewaarschuwd:
r was plotseling een granaat op het dek gevallen.
)e bemanning van een visschersvaartuig, dat zich
p slechts een paard honderd meter afstand 'be-
ond, zeide, dat de Duitschers in zee sprongen,
erwijl het schip zware slagzij maakte. „Wij zagen
lotseling op zeer korten afstand, aldus vertelden i
eze visschers, een torpedo onzen kotter passeeren
n de „Rio" treffen. Er volgde een ontzettende ont-
lloffing en wij moesten beschutting zoeken tegen
ie stukken ijzer, die door de lucht vlogen. Vreemd
ieroeg hebben wij de duikboot niet gezien".
Tijdens het reddingswerk liep een kotter schade
y. eenige gewonden kwamen daarbij om het le
en. Een der redders zeide, dat de Rio vier mijl uit
e kust is getorpedeerd.
tan de kust bij Lillesand, een dorp ten oosten van
.hristiansand, speelden zich onbeschrijfelijke too-
leelen af, aldus het Noorsche Telegraafagentschap,
net bloed bedekte en in dekens gewikkelde Duit-
chers werden aan land gebracht en in auto's ge-
ragen. Een-kotter kwam met ernstige averij aan:
le kapitein, die in het gelaat gewond was, droeg
ewonden aan wal, terwijl doktere op de kade hun
iverk verrichtten. De overlevenden, zijn in hotels
nderdak gebracht.
Men meldt nog dat twee duikbooten aan den aan-
•al hebben deelgenomen. Tachtig paarden kwa
llen om het leven.
Uit Oslo wordt voorts vernomen dat de ge-
heele bemanning van de getorpedeerde „Posi
donia" is opgepikt door een Noorsche torpe
doboot en een loodsvaartuig. De mannen zijn
te Stavem binnengebracht.
De „Posidonia" kwam uit Hamburg. Het weid
loor een Britsche duikboot aangehouden en stopte
ia een waarschuwingsschot. Nadat de 56 opvaren-
ien in de booten waren gegaan, werd het schip
[etorpedeerd. Het is daama gezonken.
De Duitschers bereikten in hun booten de Noor-
che kust. Men weet niet, welke lading de „Posi-
ionia" aan boord had. De kapitein is als gevan
gene aan boord van de duikboot genomen.
sche en Fransche gezanten mij op 5 April
hebben overhandigd en welke tegelijkertijd dooi
de beide mogendheden aan Zweden zijn over
handigd.
Koht zeide dat de nota verklaarde dat de ont
wikkelingen van de laatste drie maanden duide
lijk lieten zien dat de Duitsche regeering zonder
acht te slaan op de wenschen van het Noorsche
en het Zweedsche volk, aan de Noorsche en de
Zweedsche regeering niet die vrijheid in zaken
van buitenlandsche politiek wil laten, waarop zij
recht hebben. De Britsche regeering. aldus de
nota, begrijpt de moeilijke positie der beide re
geeringen wegens de bedreigingen en pressie van
Duitschland, doch hoewel zij ten volle deze moei
lijke positie begrijpt, kan zij slechts tot de slot
som komen, dat de Zweedsche en de Noorsche re
geeringen onder de huidige omstandigheden niet
in ieder opzicht als vrije organen kunnen rea-
geeren of, zooals de Fransche tekst dat uitdrukt:
de beide regeeringen bezitten geen volledige on
afhankelijkheid. Behalve dit feit. kunnen de ge
allieerde regeeringen de huidige situatie, welke
met zich brengt dat Duitschland van Noorwegen
en Zweden belangrijke, middelen voor zijn oor
logsvoering en dat Duitschland tot nadeel en ge
vaar van de geallieerde mogendheden in deze
landen voordeelen genoot, niet langer dulden.
Daarom zijn -zij van meening dat thans de tijd
is gekomen om aan de Noorsche regeering dui
delijk te verklaren dat de geallieerde regeeringen
zekere vitale eischen zullen handhaven en deze
eischen zullen verdedigen op iedere manier, welke
zij zelf noodig oór'deelen.
De beide regeeringen noemen dan de?e eischen
op.
Ik, aldus Koht. zal slechts die opnoemen, die
een inleiding vormden op den maatregel, welken
de geallieerden thans hebben genomen.
De geallieerde regeeringen verklaren in haar
nota's, dat zij verplicht zijn gepaste maatregelen
te nemen om haar belangen te verdedigen, indien
de Noorsche regeering zal weigeren of beperken
die voordeelen voor handel en scheepvaart, welke
de geallieerde regeeringen noodzakelijk achten
voor haar oorlogsvoering en welke, naar haar
meening, een neutrale regeering redelijkerwijze
zal goedkeuren.
De nota vervolgt met te zeggen dat de geallieer
den evenzeer strijden voor het voordeel der kleine
naties als voor hun eigen zaak en dat zij niet
kunnen dulden dat hun vorderingen zullen wor
den belemmerd door tegenslagen als gevolg van
voordeelen, welke Duitschland van Noorwegen
en Zweden geniet.
Daarom behouden zij zich het recht voor maat
regelen te nemen, welke zij noodig achten om
Duitschland te verhinderen uit deze landen mid
delen of voordeelen te ontvangen, welke Duitsch
land zullen ten goede komen bij zijn oorlogsvoe
ring of nadeeelig zijn voor de geallieerden.
lie heb zoowel den Britschen als den Franschen
gezant gezegd dat er geen reden is de Noorsche
regeering er van te beschuldigen niet een vrije
of onafhankelijke regeering te zijn. Ik zeide te
gelooven dat het niet fair is aan de Noorsche
regeering op die wijze te schrijven. Ik voegde hier
aan toe dat er geen reden is te kennen te geven
dat de Noorsche regeering niet de overeenkom
sten zou eerbiedigen, welke Noorwegen onlangs
op het gebied van handel en scheepvaart heeft
onderteekend. Doch overigens kon en wilde ik
niet direct antwoorden en bovendien heb ik niets
gezegd over de maatregelen, welke in overweging
waren.
Zaterdag heb ik de nota aan de regeering voor
gelegd. Ik heb met den Zweedschen minister van
buitenlandsche zaken getelefoneerd.
Wij zijn overeengekomen de antwoorden volgens
dezelfde richtlijnen voor te bereiden, doch aleer
de antwoorden konden worden verzonden, hebben
zich nieuwe gebeurtenissen voorgedaan, welke een
volkomen nieuwe situatie hebben geschapen.
De verklaring van Koht goedgekeurd.
Om vijf uur Maandagochtend hebben de Brit
sche en de Fransche gezant het ministerie van
buitenlandsche zaken opgebeld en gezegd, dat zij
een nieuwe nota hadden ontvangen. Drie kwartier
later kwamen zij op het ministerie en overhan
digden deze nota, waarin werd verklaard dat hun
regeeringen direct een verklaring zouden publi-
ceeren. hierop neerkomende, dat in zekere gebie
den ter hoogte van de Noorsche kust mijnen
werden gelegd.
Koht haalde vervolgens de reeds bekende nota
aan, „Ik zal niet veel zeggen over de denkbeel
den en gedachten, welke aan die nota ten grond
slag liggen", aldus vervolgde Koht.
De eene schending en de andere schending
worden alleen ten uitvoer gelegd, omdat zij de
macht hebben dat te doen,
De Westersche mogendheden brengen den
oorlog naar Noorsch grondgebied over, omdat
zij denken, dat zij door zoo te doen. den oor
log gemakkelijker kunnen winnen.
De Noorsche regeering heeft Maandag
direct een verklaring gepubliceerd en de ant
woorden aan Groot Brittannië en Frankrijk
gezonden, hebben denzelfden inhoud als die
verklaring.
Mijnheer de president, aldus besloot Koht,
ik heb aan die verklaring geen enkel woord
toe te voegen.
Hambro, de president van het Storting, gaf uit
drukking aan zijn vertrouwen, dat het Storting
met algemeene stemmen de redevoering van Koht
zou goedkeuren.
Het storting heeft met algemeene stemmen zijn
goedkeuring aan de verklaring gehecht.
Onze Londensche correspondent'schrijft ons:
Behoudens enkele voorpostengevechten en het
verkennend werk van vliegers staat de oorlogvoe
ring aan het westelijk front nog stil. Wat de cor
respondent. die dit front bezoekt, kan zien. zijn:
Voorbereiding tot den grooten strijd, bewijzen van
paraatheid en manoeuvres.
Zeven maanden zijn sedert het begin van den
oorlog voorbijgegaan. En op het front, waar de
groote strijd moest ontbranden en waar hij werd
verwacht, zeggen de militaire autoriteiten, als
men zich bij hen laat aandienen, dat zij het be
zoek buitengewoon prettig vinden en dat zij een
schijngevecht hebben gearrangeerd voor mijn
vermaak.
Het geluk heeft mij althans in zooverre gediend
dat ik enkele gesprekken heb kunnen voeren met
de jongens (zij zijn veelal niet ouder dan jon
gens) in het blauw met de vleugels op hun tu
nieken, die tegen Duitsche vliegers hebben ge
vochten of die ..propaganda-confetti" hebben uit
gestrooid over Berlijn en Frankfort en Praag.
Toen ik onlangs op een schip in konvooi van
een Engelsche haven aan de Zuidkust naar een
Schotsche haven aan de Oostkust reisde, voelde
ik mij aanmerkelijk dichter bij den oorlog en
zag en hoorde ik er meer van dan ik nu heb ge
voeld, gehoord of gezien gedurende vele dagen
reizen in Fransch oorlogsgebied.
De nauwste aanraking ermee kwam op een
mooien avond in een schoone Fransche stad, die
nu grootendeels Britsch is geworden voor deze
harde gelegenheid. Een Engelsche vlieger, die
mij door het halve duister van de officieele ver
duistering (veel minder duister dan in Engeland)
vergezelde, hoorde motorgeronk hoog in de lucht.
„Dat's 'n Duitscher", zeide hij in zijn landstaal;
en hij vond het jammer dat hij zijn hurricane-
toestel niet bij de hand had. Den volgenden och
tend bleek dat zijn bewering, dat hij zijn vijan
den in de lucht kon herkennen aan het geluid
van hun motoren, geen looze grootspraak was
geweest. Rond de Britsche kwartieren lagen
propaganda-blaadjes, die in hun tekst begonnen
met raad, voortgingen met vermaning en ein
digden met dreigement. Projectielen van papier
en spiegelgevechten zijn tot heden de bestanddee-
len. waaruit de oorlog te land en boven het land
bestaat. De oorlogscorrespondent is in dezelfde
positie als de millioenen soldaten van de infan
terie. van de artillerie, van de cavalerie (thans
rijdend op stalen paarden) en van het luchtwa-
pen. die op de echte ontbranding wachten om
met het werk, waarvoor zij zijn aangewezen, te
kunnen beginnen.
Maar landoorlog of geen landoorlog, de betee-
kenis van een bezoek aan de Britsche strijd
krachten is aanzienlijk. De censor verbiedt mij
te vertellen hoeveel vliegkampen de Britten in
Frankrijk hebben en waar zij zich bevinden,
hoeveel en welke toestellen er zijn en hoe groot
de voorraden zijn in de loodsen van de kwartier
meesters. De commandanten van die vliegkam
pen en van die voorraad-kwartieren hebben mij
in goed vertrouwen veel verteld dat ik niet mag
overbrieven en veel laten zien waarvan ik u niets
mag vertellen. Zij hebben het alleen gedaan op
dat ik een waar getuigenis zou kunnen geven van
de kracht en de paraatheid van de R. A. F. in
Frankrijk. En ik moet erkennen dat het een en
het ander aanmerkelijk grooter is dan ik mij
had voorgesteld. De vier vliegkampen die ik heb
bezocht en waar vechters, verkenners en bombar
deertoestellen opstijgen binnen een minuut na
dat de order is ontvangen, vormen slechts een
klein deel van een indrukwekkend geheel. Ik
heb in vredestijd vaak luchtacrobatiek gezien op
Hendon als er het jaarlijksch vliegfeest werd ge
houden. Maar- daar waren nog geen hurricanes en
geen spitfires, die in de bekwame handen van
de hedendaagsche jonge vliegers tot de wonder
baarlijkste bewegingen in staat zijn. Het zijn
geen bewegingen om een menigte toeschouwers
in verrukking te brengen, maar om de voordee-
ligste vechtposities te krijgen tegenover een te
genstander. Ik heb lang gepraat met een van de
Britsche vliegers die mij had laten zien hoe hij
een tegenstander bestreed: „a show put up for
your entertainment", zooals de commandant het
had uitgedrukt. Hij was een Nieuw-Zeelander en
wij konden het terstond goed met elkaar vinden,
dank zij Abel Tasman, die zijn schoon vader
land had ontdekt, een feit, waarvoor hij het volk
van de Lage Landen, naar hij oordeelde, groote
dankbaarheid verschuldigd was. Toen deze
Nieuw-Zeelander neer. was gestreken na zijn
toestel op de meest drieste en opwindende ma
nier door hooge en lage lucht te hebben gewor
pen. om de kogels van den denkbeeldige:1, te
genstander te ontgaan en zijn eigen kogels in
zijn doel te spuiten, vroeg ik heb hoe het lucht
gevecht zou afloopen als de tegenstander even
veel mans was in deze tactische luchtacrobatiek
als hij zelf. Waarop hij antwoordde dat de erva
ring hem had geleerd (hij had deelgenomen aan
drie luchtgevechten boven niemandsland, den
Westwal en de Maginot-linie idat de tegenstan
der hem misschien wel de loef afstak in vaardig
heid maar dat zijn toestel minder meegaand was
en zich niet zoo goed liet manoeuvreeren als het
Engelsche.
Het antwoord was een voorbeeld van de be
scheidenheid van vliegers, een eigenschap, die
geloof ik. internationaal is. Zij willen van geen
persoonlijke superioriteit weten en schrijven,
als zij winnen, de overwinning toe aan de
eigenschappen van hun materiaal.
Elk Britsch vliegkamp heeft een speciale en
speciaal gecamoufleerde loods waar toestellen
„op stoom" staan bij vliegers in strijd tenue. Zij
wachten en wachten en wachten, totdat zij afge
lost worden door makkers die op hun beurt wach
ten en wachten en wachten. In de luchtmacht
wordt evenwel het wachten vaker afgewisseld
door actie dan bij de andere wapens.
In het officierskwartier van een van de vlieg
kampen. die wij bezochten, had een Fransch
kunstschilder in wandschilderingen een luchtge
vecht uitgebeeld, boven een terrein van onver-
valseht Duitsch karakter omdat foto's van ver
kenners in het kwartier, die boven Frankfort cn
omgeving waren geweest, voor model hadden
gediend. Zeven maanden oorlog zonder veel oor
log hebben niet alleen ampel tijd gegeven voor
den aanleg van de vliegvelden en hun verdedi
ging maar ook voor de gezellige en zelfs artis
tieke inrichtingen van de verblijven van het per
soneel van de laagste tot de hoogste rangen
en natuurlijk voor het plaatsen van doelpalen
en het spannen van netten voor voetbal en ten
nis.
PROERAMMA
Regeeringsgebouwen te Oslo.
Het raadhuis te Kopenhagen.
Griekscli scliip vergaan.
Opvarenden in Engeland aan wal gebracht.
Uit Londen: Het 4843 ton metende Grieksche s.s.
„Okeania" is gezonken: waarschijnlijk is het op
een mijn geloopen. Negenentwintig opvarenden,
onder wie vijf gewonden, zijn in een haven aan
de zuidoostkust van Engeland aan \yal gebracht.
De hoofdmachinïst wordt vermist. Het schip voer
in ballast van Rotterdam naar Buenos Aires.
DUITSCH SCHIP MET BAUXIET TE TRIëST.
Het Duitsche vrachtschip „Ankara", dat Zater
dagnacht heimelijk van Dubrovnik is uitgevaren,
is, naar gemeld wordt, te Triest aangekomen.
Het schip heeft 4000 ton bauxiet voor Duitsch
land aan boord.
Een ander Duitsch schip, dat te Dubrovnik
wordt verwacht om de rest van het bauxiet te
laden, is nog niet aangekomen.
Vulkaan op Hawaii werkt.
Ernstige uitbarsting.
Naar uit New-York gemeldt wordt, is de
vulkaan Maunalor op de Hawaii eilanden tot
een ernstige uitbarsting gekomen. Hoe groot
de aangerichte schade is en of er slachtoffers
te betreuren zijn, is niet bekend.
Duitsche luchtaanval
Scapa Flow.
op
Twee Duitsche vliegtuigen neergehaald.
Officieel wordt uit Londen medegedeeld dat
vijandelijke vliegtuigen gisteravond een aan
val hebben gedaan op Scapa Flow.
Bij dezen aanval zijn twee Duitsche vlieg
tuigen omlaag geschoten. Men veronderstelt
dat een derde vliegtuig door mitrailleurvuur
is beschadigd en hetzelfde lot heeft ondergaan.
Een aantal brandbommen en sterk explosieve
bommen werd omlaaggeworpen. De oorlogs
bodems en andere schepen hebben geen schade
opgeloopen.
Eén burger werd onder de puinen van een huis
bedolven; hij liep evenwel geen lichamelijk let
sel op.
Een aantal branden van kleinen omvang is door
de bommen ontstaan.
In een bericht van het Duitsche Nieuwsbureau
wordt gezegd dat Duitsche gevechtsvliegtuigen gis
teravond met succes de Britsche vlootstrijdkrachten
WOENSDAG 10 .APRIL 1940.
HILVERSUM 1875 en 414.4 M.
NCRV-üitzending 6.307.00 Onderwijsfonds
voor de Scheepvaart.
8.00 Berichten A.N.P., 8.05 Schriftlezing en
meditatie. 8.20 Gramofoonmuziek. (9.30—9.45
Gelukwenschen) 10.30 Morgendienst. 11.00
Gramofoonmuziek. 11.15 Ensemble v d. Horst.
12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek (Om
12.30 Berichten ANPA 1.00 Ensemble v. d. Horst
I.45 Gramofoonmuziek. 2.15 Viool, piano en
gramofoonmuziek. 3.00 Christelijke lectuur. 3.30
Gramofoonmuziek. 3.45 Zang met piano- en har
monium-begeleiding en gramofoonmuziek. 4.30
Gramofoonmuziek. 4.45 Felicitaties. 5.00 Voor de
jeugd. 5.455.55 Gramofoonmuziek. 6.00 Land
en tuinbouwkundige causerie. 6.20 NCRV-Har-
monie-orkest (opn.l, 6.30 Taalles en technisch
onderricht. 7.00 Berichten. 7.15 Muzikale cause
rie. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten
A.N.P.. internationaal overzicht, herhaling SOS
berichten. 8.20 Toonkunstkoor te Utrecht,
Utrechtsch Stedelijk Orkest en solisten. 9.05
Lezing over den paedagoog Gunning. 9.35 Spaar-
nesextet (10.0010.30 Berichten A. N. P. en
actueel halfuur.) 11.15 Gramofoonmuziek. Ca.
II.50—12.00 Schriftlezing.
HILVERSUM II. 301,5 M.
VARA-uitzending, 10.0010.20 VPRO.
en 7.30—8.00 VPRO.
8.00 Berichten A.N.P., gramofoonmuziek. 9.30
Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.20
Voor de arbeiders in de continubedrijven.
11.00 Causerie „De psychologische betcekenis
van de mode". 11.30 Voor de vrouw. 12.00 Gramo
foonmuziek. 12.15 Orgelspel. 12.45 Berichten.
A.N. P.. gramofoonmuziek. 1.001.45 VARA-or-
kest. 2.00 Handwerkles. 2.30 VARA-orkest. 3.15
Voor de kinderen. 5.30 Rosian-orkest. 6.30 Le
zing „Wijsbegeerte, Wetenschap en Levenshou
ding". 7.00 VARA-kalender. 7.05 Felicitaties.
7.10 Koorzang. 7.30 Bijbelvertellingen. 8.00 Her
haling SOS-berïchten. 8.03 Berichten ANP.,
8.15 Esmeralda en solisten. 8.45 Radiotooneel.
9.25 VARA-orkest en soliste. 10.15 VARA-Va
ria. 10.25 Trompet, bas. piano en orgel. 10.40
Medische vraagbaak. 11.00 Berichten A.N.P.,
11.10 De Ramblers. 11.4012.00 Gramofoonmu
ziek
ENGELAND 391 en 449 M.
11.50 BBC-Harmonie-orkest. 12.20 Berichten.
12.35 BBC-zangers. 1.20 Harry Rov en zijn
Band. 2.00 BBC-Northern-orkest. 2.50 Orgelspel
3.20 Cabaret. 4.00 Causerie ..The way through
the woods". 4.20 Berichten iWelsch». *4.25 Kor
te kerkdienst (Welsch.) 4.40 Kinderuurtje. 5.20
Berichten, dialoog over voedselproblemen. 5.35
Lichte muziek. 5.50 Actueele uitzending. 6.20
Mededeelingen 6 40 Pianosoli. 7 20 BBC-orkest.
8.20 Berichten. 8.40 Actueele causerie. 8.55 BBC-
Theaterorkest. 9.50 Keltische Kerkdienst. 10.20
Het Grosvenor-House-dansorkest. 10.50 Piano
voordracht. 11.20 Berichten.
RADIO-PARIS 1648 M.
11.10 Harpvoordracht. 11.20 Het Yvonne
Gouverné-koor en harpvoordracht. 12.05 Alt
voordracht. 12.35 Pianovoordracht. 1.05 Zang.
1.30 Saxofoonsoli. 2.20 Zang. 2.35 Cello-voor-
dracht. 2.50 Radiotooneel. 3.50 Zang. 4.20 Chan
sons. 4.35 Kamermuziek. 5.35 Zang en piano.
6.20 en 6.50 Radiotooneel. 9.05 Hedendaagsche
muziek. 10.05 Radiotooneel 10.20 Volksliederen
met toelichting. 10.35 Radiotooneel. 11.05 Zang
en piano. 11.2011.50 Het Marcel Moyse-trio.
KEULEN. 456 M.
4.50 Omroeporkest. 6.40—7.50 Gramofoonmu
ziek. 8.30— 8.50 Bont programma. 9.50 Gramo
foonmuziek. 10.20 Concert. 11.20 Omroeporkest
cn solist. 12.15 Muzikaal tusschenspel. 12.35 Po
pulair concert. 1.45 Muzikaal tusschen spel. 2.20
Voor soldaten. 4.20, 6.05 en 6.35 Gramofoonmu-
zoek. 7.35 Radiotooneel. 8.50 tot sluiting: Zie
Dcutschlandsender.
BRUSSEL 322 M.
11.20 Gramofoonmuziek. 11.50 Omroeporkest.
12.50—1.20 en 4.20 Gramofoonmuziek. 4.55
Brusselsche vereeniging voor blaasinstrumen
ten. 5.50 en 6.20 Gramofoonmuziek. 7.20 Voor
soldaten. 7.50 Gramofoonmuziek. 8.20 Omroep
koor, in strumentaal ensemble en solisten (met
loei.) 9.3010.20 Omroepdansorkest.
BRUSSEL 484 M.
11.20 en 12.301.20 Gramofoonmuziek. 4.55
Zang enpiano. 5.35 Muzikale causerie (met
gr. pl.). 6.05 Gramofoonmuziek, 7.20 Voor sol
daten. 7.50 Sel. „Ein Sommcrnachstraum"
spel met muziek. 9.30—10.20 Gramofoonmuziek.
DEUTSUHLANDSENDER 1571 M.
6.35 Feest-uïtzending. 7.20 Volksliederencon-
- - eert. 8.20 Berichten. 8.50 Bont programma. 9.20
aangevallen. Verscheidene] Omroeporkest. 10.20 Berichten. Hierna tot 11.20
groote schepen zijn, volgens dit bericht, getroffen. I Nachtconcert. 11.26—12.20 Militair progmamma.