Jxet JOimt en Jan Oliebol.
/e>v
HJ).*-Vertel ling
DONDERDAG 11 APRIL 1940
HAARLEM'S DAGBLAD
(Adv. Ingez. Med.)
Nederland en België.
Bevordering van het toerisme tusschen
beide landen.
Zooals bekend bestaat er op het oogenblik een
V/ederzijdsche propaganda ter bevordering van het
toerisme tusschen Nederland en België.
Zoo hebben in samenwerking met het Belgisch
Verkeersbureau verschillende reisbureaux een
avond georganiseerd, die Woensdag in de Gemeen
telijke Concertzaal een groot aantal belangstellen
den had getrokken: de groote zaal was geheel gevuld.
Onder de aanwezigen waren dr. J. E. baron de Vos
van Steenwijk, burgemeester en de heeren W. van
Liemt en M. A. Reinalda, wethouders van Haarlem;
overste H. Polis, garnizoenscommandant en overste
Sonneville.
De avond werd geopend door den heer H. Schuur
man, 2de voorzitter van de Ned. Reisvereeniging, die
gewaagde van de banden tusschen België en Neder
land. die in denllaatsten tijd nog nauwer zijn toe
gehaald.
Hierna sprak Felix Timmermans op zijn bekende,
humoristische wijze over het onderwerp: „Menschen
en Folklore in België". Wij zouden eenige kolommen
noodig hebben om een overzicht te geven van wat
de gevierde Vlaming vertelde over de volksfeesten
en volksgebruiken in Vlaanderen en in het Walen
land. Hij sprak van den diepen zin dezer feesten en
gebruiken waarvan de meeste op animistischen
grondslag berusten, maar waarvan de moderne
mensch veelal den dieperen zin niet meer weet.
Toch blijft hij ze instinctmatig in eere houden. Tim
mermans maakte ,.een gang door het jaar", begin
nende bij de Oudejaarsviering, het Driekoningen
feest, den tweeden Maandag na Nieuwjaar, den dag
van het „worstenbrood". Dan komen de Vasten
(maar daarvoor komt eerst de „vette Dinsdag"!) en
de Carnavalsviering. Uitvoerig stond de spreker stil
bij het „Carnaval van Binche" met zijn vele gecos-
tumeerde schilderachtige groepen en optochten. Dan
de Boetprocessies, waarin hij in zijn jeugd wel „mee
speelde".
Felix Timmermans wijdde uit over het volkska
rakter en de volkseigenaardigheden, waarvan hij
eenige voorbeelden aanhaalde om te eindigen met er
op te wijzen dat de volksgebruiken zijn gegroeid en
dat men niet moet trachten, er iets in te wijzigen.
„Wij moeten er maar naar kijken en luisteren dan
zal dit diepe genegenheid en vriendschap van het
„buurvolk" wekken en Nederland zal eens willen
komen kijken in België om de bijzondere facet van
de volksziel, door de volksgebruiken gevormd, eens
te bezien."
Na de pauze sprak de heer F. A. Luyten, direc
teur van het Belgisch Verkeersbureau te Amsterdam,
die er de aandacht op vestigde, dat Nederland en
België thans in groote mate hun grenzen zien afge
sloten. „Gelukkig is de versperring tusschen beide
landen niet onoverkomelijk: de Belgische regeering
heeft in dezen een gelukkige oplossing gevonden,
waarover spoedig nadere mededeelingen zullen vol
gen.
Tenslotte deelde spr. een en ander mede over de
films die nu volgden.
Deze films gaven een beeld van het vele schoons,
dat natuur en kunst in België biedt. De film „Het
Carnaval van Binche" liet een en ander zien van de
volksgebruiken en volksfeesten, waarover Felix
Timmermans zoo smakelijk had verteld. De volgen
de rolprent „De Kust", gaf een overzicht van het
drukke, amusante leven aan het Belgische strand en
ook van de duinlandschappen en de daarachter-ge-
legen Vlaamsche dorpjes. Daarna maakten wij „op
het witte doek" een tocht door de Ardennen en langs
de schilderachtige valleien van de Maas, de Lesse, de
Amblève en de Ourthefc In de slotfilm „Kunst en
Leven" werden telkens levende landschappen en
figuren, gewone filmbeelden dus, gesteld tegenover
schilderwerken van de moderne Belgische schilders
en van de oude Vlaamsche meesters.
De voorzitter van de R. K. Reisvereeniging besloot
den avond met een hartelijk dankwoord voor de
groote opkomst en belangstelling en bijzonderen
dank aan Felix Timmermans. Spr. eindigde met den
wensch: „Leve België, leve Nederland!" waarmede
de aanwezigen met luid applaus instemden.
MARGUERITE COUPERUS IN BELGIë.
De Nederlandsche volksliederenzangeres Mar
guerite Couperus is wederom uitgenoodigd eind
April in verschillende steden in België op te treden
met haar programma's van volksliederen uit ver
schillende landen en eeuwen, welke indrukken
geven van de historie, cultuur en folklore.
Op Zondag 21 April geeft Marguerite Couperus
een volksliederen programma uitgenoodigd door de
Nationale Belgische Radio te Brussel.
Tweern liever geen kansen, als zeker-
beid voor U is weggelegd. - Op ge
pas ten lijd een „gepast"glas wjn,
zet het leven bijzonderen luister bij.
Aan onze 1934 Chateau Bel/oy,
lerCru Fronsac (l .45 bij 12/1.1.30)
hebt ge voor civieten prjs een prach-
tigen vol/en wijn. van een uit
stekend jaar, waarbij het ge
not Uwe verwachtingen ver
te boven gaat. 'n Glas
Bordeaux dat ge nooit vergeet
(Adv. Ingez. Med.)
VOOR DEN KANTONRECHTER
VARIA.
Zes gulden boete kreeg een 26-jarige slager uit
IJmuiden, die zes schapen had bedwelmd door ze
met een timmermanshamer op den kop te slaan. Hij
had zijn slachtpen vergeten en had toen zijn toe
vlucht maar tot den hamer genomen. Een keur
meester had gemerkt, dat er geen gaatjes in de
schedels van de geslachte dieren waren en dat ze
dus niet op de voorgeschreven wijze waren geslacht.
De ambtenaar vond het een ernstig feit en eischte
f 10 boete.
Twee IJmuidenaren hadden op 1 Februari op
Rijksgebied geloopen met een hond, die achter de
konijnen aan zat. Tegen een sergeant, die hen aan
hield hadden ze gezegd: We moeten den hond terug
halen en daardoor zijn we op verboden terrein te
recht gekomen.
De kantonrechter vroeg aan den sergeant: Het
waren dus stroopers? „Daar heb ik niets mee te ma
ken", was het antwoord, ik ben geen agent, ik con
stateer alleen maar dat ze op verboden grond liepen.
Kantonrechter: Het waren toch geen spionnen?
Sergeant: Die indruk had ik niet.
Een van de verdachten bleek een berucht stroo-
per te zijn, tegen hem eischte de ambtenaar f 15
of 15 dagen en tegen zijn vriend f 10 of 10 dagen.
De kantonrechter veroordeelde conform.
CHRISTELIJKE JONGENSVEREENIGING
„OBADJA"
Zaterdag 13 April a.s. hoopt de Chr. Jongensver-
eeniging „Obadja", onderafdeeling der Haarlemsche
Jongemannen Vereeniging, Pred. 12:1a, haar 57e
Jaarvergadering te houden in haar gebouw, Lange
Margarethastraat 13.
Opgevoerd wordt o.a. een tooneelspel „Het Ge
weten", geschreven door Dr. A. K. Straatsma.
Bovendien zal een koortje, samengesteld o.a. uit
enkele leden der C. O. V. haar medewerking ver-
leenen.
JAARVERSLAG „UNION"
Aan het jaarverslag 1939 van de Nederlandsche
Vereeniging ter behartiging van de belangen dei-
jonge meisjes „Union" te Haarlem is het volgende
ontleend:
Het aantal bezoeken aan het Sterhuis van „Union'
steeg van 6506 in 1938 tot 9336 in 1939, een ver
meerdering dus van 2830. Het afdeelingsbestuur
bleef ongewijzigd en bestond uit: Eerepresidente:
Mevrouw A. Baronesse Röell-Bar.esse de Vos van
Steenwijk. Afdeelingsbestuur: Mevr. M. Bierens de
Haan-Waller. Presidente. Mej. H. H. P. Post, secre
taresse, Mej. H. Knottenbelt, penningmeesteresse.
Mej. M. A. Bierens de Haan, Mevr. L. van Toulon
van der Koog-van Braam. Mevr. E. van Schelven-
Wilde, Mej. D. C. de Marez Oyens, Mevr. A. Sfllevis
Smitt-Blokhuis.
Op 31 December 1939 telde de afd. Haarlem van
de Union 131 leden en 48 contribuanten. In vergelij
king met 1938 is vooral het aantal contribuanten
toegenomen.
Het ledenhulpwerk (huisbezoek aan nieuw ge
vestigde meisjes) in de gemeenten Haarlem, Bloe-
mendaal, Heemstede, Santpoort en Zandvoort, is
weer toegenomen. In 1939 werden 1336 bezoeken
gebracht (in 1938: 1149).
147 meisjes lieten zich in 1939 bij het Sterbureau
inschrijven, van hen konden 91 geplaatst worden,
als dienstmeisje, 2 als huishoudster en 1 als leidster
in een vacantie-kolonie (in 1938 plaatsten wij 73
meisjes).
Het aantal aanvragen van dames bedroeg 194.
Het financieel overzicht van de afdeeling „Haar
lem" van Union sluit met een batig saldo van f 28.19.
Dreigt huurstaking in Haarlem-
Noord
Huurvcrhooging verwekt groote wrevel.
Naar wij vernemen bestaat er een groote kans,
dat in de 'eerstkomende dagen in Haarlem-Noord
een groote huurstaking zal uitbreken, waarbij
ruim 120 huurwoningen betrokken zijn. Het
betreft hier verschillende blokken woningen in
de Djambistraat en onmiddellijke omgeving wel
ke het eigendom zijn van de N.V. „Esperanse"
Maatschappij tot exploitatie van onroerende
goederen te Amsterdam. Deze maatschappij be
sloot enkele weken geleden in verband met den
internationalen toestand de huurprijzen van
deze woningen te verhoogen met 50 cent per
week. Hierop werd door de betrokken huurders
onmiddellijk heftig gereageerd met als gevolg,
dat de voorgenomen huurverhooging van 50 cent
werd teruggebracht tot 25 cent. Hiermede gin
gen de huurders echter niet accoord. In allerijl
werd een protest-vergadering belegd waarin
met algemeene stemmen werd besloten verdere
actie te voeren ter voorkoming van elke huurver
hooging. Hierop wendden zij zich alsnog in een
uitvoerig schrijven, vergezeld van een petition
nement met ruim 120 handteekeningen van de
betrokken huurders, tot genoemde maatschap
pij, waarin zij hun grieven duidelijk naar voren
brachten en mede in verband met het feit dat
van de betrokken huurders 40 procent werkloos
is en de overigen tot de minst draagkrachtigen
behooren verzochten de voorgenomen huurver
hooging te doen vervallen. Men is hier echter niet
op ingegaan en de 25 cent huurverhooging
blijft dus van kracht. Door de betrokken huur
ders zal thans wederom een protest-vergade
ring worden belegd waarin verder te nemen te
genmaatregelen zullen worden besproken.
EXAMENS.
Academische opleiding.
Bevorderd aan de Gem. Universiteit te Am
sterdam tot doctor in de wis- en natuurkunde op
proefschrift getiteld „Alkaloid and nitrogen
metabolism in the germination of luoinus luteus"
de heer J. C. J. Wallebroek. geb. te Breda. Ge
slaagd voor het candidaatsexamen wis- en na
tuurkunde (F> de heer J. de Bruin.
Geslaagd aan de Leidsche Universiteit voor het
doctoraal examen wis- en natuurkunde, hoofd
vak natuurkunde, de heer J. Korringa, Heem
stede.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIO CENTRALE OP VRIJDAG 12 APRIL
Progr. 1: Hilversum
Progr 2' Jaarsveld en Hilversum I.
Progr. 3: Fr. Brussel 8.20 Keulen 8.30 Keulen 8.50
Deutschlandsender 9.10 Pauze of div. 11.20 Ned.
Brussel 1.20 Danmarks Radio pl.m. 2.35 Keulen 3.20
Pauze 3.30 Deutschlandsender. 4.50 Keulen 5.10 Dan
marks Radio 5.35 Fr.. Brussel 5.50 Ned. Brussel 7.20
Fr. Brussel 8.20 Pauze 8.25 Ned. Brussel 10.20 Pauze
pl.m. 10.30 Deutschlandsender.
Progr. 4: 8.Ned. Brussel 8.20 Engeland 9.20
Pauze 9.50 Engeland 10.20 Pauze pl.m. 10.25 West
Regional 11.50 Engeland 12.20 Fr. Brussel 12.50 West
Regional 2.Engeland 2.35 West Regional 3.35 En
geland 4.20 Ned. Brussel 5.30 Pauze 5.35 Parijs Radio
6.05 Fr. Brussel 6.20 Parijs Radio pl.m. 6.50 West
Regional 7.20 Engeland 7.50 Diversen pl.m. 8.40 We=t
Regional 9.20 Beromunster pl.m. 9.30 West Regional
pl.m. 10.05 Parijs Radio 10.50 Boedapest 11.05 Parijs
Radio.
Progr. 5: 8.005.00 Diversen 5.005 09 Scheve
iingen-Ber Dep. v Justitie. 5 09—7.90 Diversen
7.008.00 Fjgen gramofoonplatenconcert. „In het
land der Verbeelding".
1. De Zingende Muis, Ramblers; 2. Japanese Sand
man, Joe Daniels; 3. At the codfish ball, Miss Joy
4. When a prince of a fella meets a Cinderella, An
drew Sisters: 5. Vader Nep, Willy Derby: 6. Tee bei
Maikafer, Dajos Bela: 7. Teddy Bars Picknick, Elite
Orkest: 8. Der Zarewitsch, Ilja Livschakoff: 9. Die
Zauberflöte, L. Hoffmann; 10. Dans de la Fée dra-
gée, Staatskapel Berlijn: 11. Dornröschens Braut-
fahrt, Joe Bund; 12. Parade der Zinnsoldaten, Dajos
Bela; 13. Snow White and the seven Dwarfs, Orch.
of Merry Men: 14. Ich wollf ich war eirr Huhn, Meis
terssextet; 15. Yodelling Monster, Harry Torrani; 16.
Marionetten Brautzug, Dajos Bela; 17. Cinderella.
Victor Silvester.
8.0012.00 Diversen.
A <s- yf
Vakkundige reparatie van alle merken stofzuigers
(Adv. Ingez. Mei
(Adv. Ingez. Med.)
De Werker
door JAAP STIGTER
AAR had je m'n ouden schoolvriend Fred
Tulp. Hij zat in een opzichtig geruit pak op
een bankje in het park, het hoofd iets ach
terover, de oogen half gesloten. Misschien
luisterde hij naar het aardige getjilp der vogels
rondom. Misschien sliep hij ook gedeeltelijk, want ik
kende hem als iemand met een buitensporig grooi
luiheidscentrum, die moe kon worden wanneer hij
het wilde.
Overigens was hij kerngezond en had tomaat-
kleurige wangen. Ongeveer vijf jaar had ik hem niet
gezien en nu moest ik hem hier zoo plotseling ont
dekken.
Al spoedig zat ik naast hem en zei: „Goedenmid-
dag Fred".
„Ook goedenmiddag", antwoordde hij, nu niet be
paald opgewekt, om daarna ineens verrast te vervol
gen: „Hè ben jij het?"
Maar zijn verrassing was kennelijk weer gauw
verdwenen van dankbaarheid, dat hij destijds
zooveel moeilijk verworven geestelijk bezit van mij
gespiekt had heele Fransche repetities kalkte hij
van mij over was bij hem allerminst sprake. Zijn
hoofd zonk weer wat achterover en hij zat weer stil
en onbeweeglijk, alsof hij mij vergeten was.
,Ben je moe?" zei ik zoo langs m'n neus weg, we
tende hem daarbij in zijn zwakke plek te treffen.
Hij richtte zich half op en keek mij met zijn flets-
blauWe oogen eenigen tijd wantrouwend aan.
„Moe! Dat is ook een vraag. Ik ben wat teleurge
steld en dan mag ik gaarne even rustig zitten. Dan
komt je geest weer in evenwicht, snap je?"
„Teleurgesteld? Wat is er dan gebeurd?"
„Och 't is zoo'n lang verhaal. Maar ik ben uit
m'n hum neem dat maar op goed gezag van mij
aan".
„Liefde?" vroeg ik verder.
Nu werd hij kwaad.
„Praat geen onzin! Je weet dat ik al zoo lang ver
loofd ben met een schat van een meisje, dat mij
nooit in den steek zou willen laten voor geen
geld van de wereld. Nooit, zeg ik je! Maar het is
wat anders.... ik ben sedert een paar dagen weer
werkloos".
„Dat 's beroerd".
„Of dat beroerd is", ging hij heftig verder, „en
dan maar gaan teren op dat kleine erfenisje, dal je
nog hebt
Hij zweeg even en zei toen rustiger, terwijl er iets
vertrouwelijks in zijn stem lag: „Weet je, als ik moet
gaan werken, ben ik altijd vol goeden moed. Maar
als ik dan de schrijfmachine voor den dag heb ge
haald, het papier erin heb gezet en ik wil mijn han
den naar het toetsenbord bewegen.... zie je, dan
word ik toch ineens zoo ontzettend moe.'t is net
alsof mijn heele lichaam loodzwaar wordt. Daar kun
je niks aan doen. Wat het is weet ik niet precies.
Misschien is het het naderende, dreigende spook
beeld van den arbeid, dat mij bij voorbaat reeds
uitput".
„Jajajaja", zei ik niet bijster scherpzinnig.
„Ik had een baah bij een groote fabriek in veilig
heidsspelden en punaises. Wij maakten geloof ik
een paar honderdduizend van dat puntige gedoe
per dag. Ik was procuratiehouder en zat als zoo
danig in een eenmans-hokje van matglas.
.,Hm", zei ik, begrijpende dat deze vertrouwelijke
afscheiding voor Fred Tulp's energie-ontwikkeling
zeer schadelijk geweest was.
„Mocht het dan eens gebeuren dat je in slaap viel
na een afmattende dagtaak wel, dan was dat nou
niet direct een ramp. Maar de baas mijnheer
Derksen was geen gemakkelijke. Hij kwam wel
een paar keer op een dag langs mijn hokje en bleef
er luisterend voorstaan, of hij mijn schrijfmachine
ook nog hoorde. Erg vervelend. Wat hij nooit gewe
ten heeft is, dat ik altijd een mooi silhouet van hem
met die groote zeehondensnor en die dikke pijp op
mijn matglazen deur kon zien.meestal hield ik
met een half oog dat „projectiescherm" in de gaten.
En als ik dan dat stukje bioscoop zag, begon ik
haastig wat te stommelen en dan was het beeld
weer zoo verdwenen
Fred zuchtte.
Hierna ging hij voort, de oogen weer halfgesloten:
„Maar hij scheen toch lont te ruiken. Op het laatst
kwam hij zoo dikwijls, dat je geen paar momenten
meer rustig kon zitten. Jaja hij was veeleischend.
Nooit kon je eens even rustig uitblazen. En toen
heb ik er wat op gevonden
Fred glimlachte even.
„Nood maakt vindingrijk. Ik heb met een klein
electromotortje van een volt of vier, dat schitterend
op een batterij liep, een heel aardig toestelletje
gemaakt. Hoe het precies werkt is nou te veel om al
lemaal uit te leggen, maar het sloeg vele kleine
stukjes lood, aan draadjes garen opgehangen, wille
keurig tegen een ijzeren plaatje. En als dat ding liep
dacht je heuseh een échte schrijfmachine te hooren".
Ik moest luid lachen.
Onderwijl ging Fred met een zuur lachje voort:
VOOR DE KINDEREN
„Langen tijd had hij niets in de gaten en werd
zelfs veel vriendelijker tegen mij. Alleen zei hij
af en toe: Heeft u dat alleen gedaan vandaag?
als ik dan vroeg: Hoe dat zoo, mijnheer? antwoo:
hij: „Oh ik dacht dat u al veel meer af had!"
Hoe alles ook zij geruimen tijd ging alles gi
Maar op een bepaalden dag toen het instrum
juist op volle toeren draaide kwam hij ineens t
nen
Fred zweeg eenigen tijd; de herinnering bra
een smartelijken trek op zijn gezicht.
„Hoe hij te keer gegaan is kan ik je niet
een-twee-drie vertellen. Maar het was in één wc
verschrikkelijk. Zijn oogen puilen uit zijn hoofd
de aderen zwollen hem blauw bij de slapen
je begrijpt: ik kon natuurlijk mijn biezen wel p
ken
Fred zuchtte ik bood hem bij wijze van sch:
troost een sigaret aan, die hij dankbaar aanvaart
„Het ergste komt echter nog", ging hij veri
„Mijnheer Tulp, zegt de baas tegen mij, toen hij
uitgelierd was, u begrijpt natuurlijk dat uw ged
hoogst ergerlijk is. En dat walgelijke machiei
zal ik eigenhandig in de vuilnisbak doen.ho
lijk zal u dat beletten, bij een volgende betrekk
in de soortgelijke fout te vervallen...."
Goed hij neemt dat ding mee. En ik blijf
slagen achter, 's Middags ga ik nog even naar h
toe om mijn salaris te halenmaar ik mocht t
binnenkomen. Er hing een groot bord „Niet te sp
ken" voor de deur en ik hoorde dat hij verwoed
een schrijfmachine aan het ratelen was. Ik dach;
hij een allertreurigst getuigschrift voor mij aan
opstellen was. Enfin ik overwoog: Jongen, je h
toch niets meer te verliezen. Dus ruk ik de deur op
en ziemijn eigen machientje draaien op
bureaublad, terwijl de baas snurkend in zijn I
•eaustoel hangt. is zooiets niet om al je haar
je hoofd te trekken?"
Ik moest luid lachen. Fred staarde mij somber
terzijde aan hij scheen niet te begrijpen I
iemand zich over zooiets kon amuseeren.
Nijdig blies hij den rook van zijn sigaret voor z
uit.
„En wat nog het allerergste is", mopperde hij,
pieker zoo hevig over een andere baan dat ik thi
aan slapeloosheid lijd...."
(Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehoudt
O, alsjeblieft niet, kermde de professor,
terwijl hij zich voor den machtigen Dikke op
de knieën wierp. Ik zal jullie een voorstel
doen, als jullie mijn toestel In elkaar laten en
mij niet bij de politie aangeven. Ik zal heusch
mijn woora nouaen.
Sta dan op, sprak de Dikke, en laat dan
maar eens hooren wat U te vertellen hebt.
Kijk, sprak de professor, ik heb in de
stad een huis en ben van plan daar naar toe
te verhuizen en jullie dan tegen een goed
salaris in betrekking te nemen.
Vereeniging „Haerlem".
Architect A. A. Kok over de schoonheid
in de stad.
De Vereeniging „Haerlem" hield Woensdagavm
in café-restaurnat Brinkmann aan de Groote Man
te Haarlem een bijeenkomst, die gepresideerd wej
door den voorzitter, den heer J. L. Tadema. Da
sprak een kort welkomstwoord.
Daarna gaf hij het woord aan den heer A. A. K(
architect en secretaris van den Bond Heemschut I
Amsterdam, die een voordracht hield over het oi
derwerp: „Uit den strijd tegen de ontsiering 1
vóór het behoud der schoonheid in de stad", a
was in 1910, zei spreker, dat in Nederland een grol
belangstellende personen alles bijeentrommelde wj
de schoonheid lief had en den Bond Heemscij
stichtte. De eerste aanval was op de ontsierende ij
clame. die hand over hand toenam, niet alleen in
steden, maar ook op het platteland. De eerste stj
in den strijd tegen de ontsierende reclame geschiej
de in Noord-Holland, en wel te Haarlem, waarj
voorstel van den heer Hazelhoff Roelfsema een vd
ordening tot stand kwam. Deze verordening betd
gelde alleen de ontsiering in het landelijk deel d
gemeenten, dus niet in de bebouwde kommen. 1
pionier op dit gebied was de gemeente Nijmegd
die een gemeentelijke verordening tegen ontsierd
de reclame tot stand bracht. Daarna is stap voor stj
de strijd voortgezet. Alle provinciën hebben nu d
dergelijke verordening; tallooze gemeenten hebbj
overeenkomstige maatregelen genomen. Bij de vd
kiezingsreclame werden vroeger, vooral te Amstd
dam, straten en kaden beklodderd met namen
leuzen; thans staan op bepaalde dagen aan de le:
ningen der bruggen borden," waarop de candidal
mitsgaders hun leuzen broederlijk vereenigd zijn. I
reclameborden in de stad heeft men geleidelijk zii
verdwijnen. Nieuwe reclame-objecten mogen alle(
aangebracht worden met goedkeuring van l
Schoonheidscommissie. Al wat over den openbar*
weg steekt, is onderworpen aan precario. Men maai
ook onderscheid tusschen de plek en den stand. I
de laatste jaren vormen leegstaande huizen en gat:
van afgebroken huizen een euvel. Tegen open gat:
is niet veel te doen. Men kan den eigenaar van b
open erf niet dwingen tot bouwen, doch open bouv
terreinen in de oude stad zijn geliefd bij den kleim
bouwondernemer, die weer onder de tucht van t
Schoonheidscommissie staat. Wel kan men iets dot
tegen verwaarloosde gevels. De eigenaar krijgt et
brief van de gemeente met als gevolg dat de schi
der komt. Bij al deze' werkzaamheden is tact het bi
langrijkste. Met welwillende hulp en leiding won
meer bereikt dan met forsch optreden. In 1860 we:
den te Haarlem de Oude Gracht en te Amsterda
de Voorburgwallen gedempt, niet zoozeer voor h
erkeer, doch ïn dwaling tot verfraaiing van de sts
Er is een eind gekomen aan de onverschillïghei
Werd er vroeger een gracht gedempt, omdat t
rioleering ontbrak en daardoor de gracht vervuild
niemand trok er zich iets van aan. Maar nu, he
Nederland bemoeit er zich mee.
Spreker bracht hulde aan Haarlem voor de wijz
waarop de Dienst van Openbare Werken het vor
jaar de Bakenessergracht wist te redden. Dit wi
de eerste keer, dat zulk een vraagstuk ernstig b:
studeerd werd, met als doel: samen te voegen c
geschiedenis, de schoonheid en de practische brui!
baarheid van water en kaden. Heel Europa hee
monumentenwetten, Nederland niet. Doch nerge:
wordt zooveel gedaan voor de instandhouding
voor de herstelling der oude bouwwerken en van
algemeene schoonheid der steden, als in ons lan
Enkel en-zoeken het heil in de voortbrengselen vi
de machine en dan los van de geschiedenis. Dit k:
niet anders, aldus spreker, dan een zoeken, e(
mislukking geven. Want evenals de mensch gefui
deerd is op zijn voorgeslacht, zoo zal het ook met
bouwkunst zijn. En deze is gefundeerd op het an
bacht. Alleen hij, die alle ambachten en techniek*
verstaat, kan architect zijn. Over het maken v«
een nieuw bouwwerk in de oude stad moet men ni
theoretiseeren. Als er in een oude stad iets nieuv
gemaakt moet worden, moet men in dat gewest
goede oude voorbeelden bekijken, zonder ze na
bootsen: vrijmoedig moeten toegepast worden
hoofdvormen, constructiewijzen en de ambtelijl
eigenaardigheden, de materialen en de kleuren, d
de tijd heeft nagelaten. Wat goed is neemt toe i
schoonheid, door licht en schaduw, verkleuring
begroeiing. Wat niet goed is, gaat ten onder, do<
scheuren en losraken, door verwering en werkir
van water en vorst. Doch zóó mild is de natuur, di
ook de ondergang geschiedt in schoonheid.
Spreker eindigde met het citeeren van de volgel
de woorden van Vondel:
Leert dan reizen met gepeizen,
Naer pallaïzen uit het slick,
Dezer werrelt die zoo dwerrelt,
Eeuwig gaet voor oogenblik.
De heer Kok. wiens rede met groote aandacht g<
volgd werd, ontving een dankbaar applaus.
Na de pauze vertoonde hij een serie lantaarn
plaatjes, waarbij hij ook een toelichting gaf.
Aan het slot van den avond bracht de heer Tad<
ma hem dank voor zijn mooie voordracht.