fyA 'liet 30imt en Jxut OCieM. (JN/T IN IETTEREN Rheumatieklijders URODONAL Spoctfiemden MAANDAG 22 APR IE 1940 HAARLEM'S DAG BE AD 4 MUZIEK Symphome-ensemble „Orpheus". „Orpheus" jubileert. Voor den alouden zanger en dichter van Griekenland is tien jaren een bagatel. Voor Lindenborn's ensemble is tien jaren geen kleinigheid. Jaarlijks maakt het zich op om een muzikaal offer te brengen, hiertoe in staat ge steld door den sterken band, die het bindt. Die band is verpersoonlijkt in den voorzitter J. Lam- mers, die zich zag vereerd met den „Praeses- marsch", hem gewijd door Lindenborn. En met de feestelijke klanken van dien marsch werd dit concert geopend. Nog een andere herinnering was er aan den Orpheus der Grieken. Want zooals eens Apollo zijn kind onderwees in het bespelen der lier. zoo ook heeft Lindenborn de krachten van zijn en semble (de violen en alten) zelf gevormd. Of zij echter, zooals eertijds de lier van Orpheus, den god Pluto zouden kunnen verteederen, durf ik 'niet beweren. Er zijn inderdaad heel verdienste lijke krachten bij. Dat was opvallend in het „Ballet egyptien" van Lulgini, waar in het derde deel een der violisten het cantilone nam geheel op de G-snaar; het was jammer dat zij het niet alle zoo uitvoerden. Bij weer een ander vraagt de stokvoering verbetering. Maar bij allen- is het ge hoor behoorlijk ontwikkeld, zoodat eventue'ele onzuiverheden niet zijn te wijten aan het strij kersensemble. Doorgaans intoneerde de klarinet nogal laag, en nu de hobo niet op 't appél was (mobilisatie) en ook de bas-klarinettist, factotum van Orpheus, werd gemist, viel die onzuiverheid te meer op. In I moesten, nu de tweede fluit niet was bezet, piccolo en klarinet samengaan, wat eenigszins grappig klonk. Toch werd over 't ge heel deze lastige opgave vlot en welluidend voor gedragen. Over 't. algemeen stelden de uitgevoerde werken, zooals Auber's ouverture „Le Domino noir" of Suppe'.s ..Die schone Galathée" te hooge eischcn aan een liefhebberij-gezelschap. Het sterk gemar keerde rythme van kwarten en zestienden ver vlakt gemakkelijk tot triolen met rust in 't mid den. En voor den orkestkleur bij Suppé is zeker een volledig bezet symphonie-orkest noodig, zoo goed als bij Auber of bij Offenbach. Daarpm was 't frappant, hoe goed toch de Ballet-suite van Popy klonk. Hier is weer een van die veeleischen- de muziekstukken, die men vele malen feilloos kan hooren uitvoeren, zooals ook Luigïni eens door Mengelberg werd opgenomen in zijn pro gramma. Toch zijn er vele bewijzen, dat bij Orpheus de muziek degelijk wordt bestudeerd, zoodat er ook in de te moeilijke opgaven vele dingen waren, waarnaar men met belangstelling, maar met waardeering ook. kon luisteren. De kleinere stukken, zooals „Wiener Prater- lcben" met zijn keurig en zeer welluidend ge speelde langzame inleiding, of de wals van Paul Lincke, hadden ieders volledige belangstelling. Ook dc trombone-solo waarop de nraeses ons vergastte, en waarm hij ook een tikje, om-der- jeugd-wille, zijn nobel instrument tot malle frat sen dwong, was goed verzorgd. Het kon wel niet anders, of in de pauze moest en zou Th. Lindenborn iets van de hartelijkheid in ontvangst hebben te nemen, waarmee het or kest zijn mooien arbeid waardeert. Niemand kon dit beter overdragen dan de praeses, die sinds de oprichting samenwerkte met den leider: de har telijke woorden gingen vergezeld van een waar devol geschenk. Maar voorzitter J. Lammers was niet zóó goed. of ook hij moest (bij monde van secr. J. Blokker) ervaren, dat belanglooze en sympathieke arbeid immer waardeering vindt. Een boekwerk was het stoffelijk bewijs van dank. Tot de zeer goede momenten in deze uitvoering rekenen we nog het mooi klinkende pizzicato gedeelte bij Suppé, en het pittig gespeelde slot der ouverture. De corno werd vervangen door de combinatie van trombone en violoncel. Van de cello gesproken, zeer fraai vertolkte de bespeler van dit instrument zijn solopartij in de inleiding bij Paul Lincke: welluidend, en met fijn verzorg de voordracht. G. J. KALT. In een vorig verslag (Ev. Luthersch koor) staat een zetfout. „Deze misvatting telt niet onder de vele.Hier leze men „telt niet onder het vele goedeK- „De Haarlemsche Postfanfare" Een auditorium, dat de Gem. Concertzaal geheel, het balcon dier zaal grootendeels vulde verbeidde Zaterdagavond om kwart over acht wat de uitvoe ring van „De Haarl. Postfanfare" brengen zou. Geen wonder, die volte. Want de muziekvereeniging van P. T. T.-personeel huldigt -hetzelfde-beginsel dat haar oude Moeder, onze bekende -en geliefde Tante Pos, in de laatste jaren met zooveel succes toepast: zij streeft er naar om haar werk efficiënt en tevens aantrekkelijk te maken. Daarvoor kan een gezellig babbeltje bevorderlijk zijn. Tante levert dit wc! eens in den vorm van populaire brochures; de Post fanfare had daartoe zich verzekerd van de mede werking van het snippende en snappende koppel, welks leden in den Burgerlijken Stand onder de namen Willy Walden en Piet Muijselaar ingeschre ven staan. Snip en Snap en alles wat daar verder bij hoort, als b.v. de beroemde zilvervos, de sprekende pop Bart je en de muzikale begeleider Pim de la Fuente kwamen pas na de pauze op het tooneel. Maar de, Postfanfare zou zich een onwaardige dochter van Tante Pos hebben getoond, indien zij alleen in aan trekkelijke medewerking haar kracht gezocht had. Het bedrijf zelf, het eigen werk, moet gezond en goed zijn: daar komt het in de eerste plaats op aan. Bij de Postfanfare is dit in orde; de met algemeen- muzikale ontwikkeling gepaard gaande speciale vakkennis van den dirigent Philip S. Vlessing en de toewijding der werkende leden hebben daarvoor ge zorgd. Ph. Vlessing hoorden we den avond te voren met groote voldoening als cellist in Haarlem's Trio, maar Zaterdagavond bewees hij dat hij zijn plaats vóór het koper-ensemble evenzeer waard is als die achter de knieviool. En de werkende leden brengen een samenspel voort, dat aangenaam aan doet door beschaafdheid van den klank, door ryth- mische gelijkheid en doorgaans ook door zuiverheid, terwijl het ondanks de numeriek sterke bezetting zelfs in een zaalruimtc nimmer te hard wordt. Van die eigenschappen bemerkte men bij de mar- schen. waarmee de eerste helft van het programma geopend en besloten werd, voornamelijk de pittige rythmiek en de goede onderlinge stemming. Bij de uitvoering der Ouv. „Truands et Ribaudes" van G. Michiels kwamen de kwaliteiten van afzonderlijke instrumentengroepen aan het licht: een sonoor zin gende tenor-tuba en saxofoons, die nu eens zacht begeleidden, dan weer als de metalen plaatsver vangsters van clarinotten om zoo te geggen „de eerste viool speelden", trokken afwisselend de aan dacht. De compositie bleek een nogal potpourri- achtigen bouw te hebben en de auteur had blijk baar zijn materiaal van verschillende leveranciers, o.a. van Gounod en Von Suppé betrokken. Vele coloristische effecten bevatte het 3de num mer: „Chant Druidique" van H. Villette. Deze com ponist heeft van de verschillende klankkleur der in strumenten b.v. van bugles, saxofoons en af of niet gestopte trompetten een goed gebruik gemaakt om tegenstellingen te verkrijgen en bovendien aan de pauken een effectvolle partij toebedeeld; des ondanks lijkt het stuk wat gerekt "Albert Ftomdieefirin-werken-van Schubert wat gegrasduind om een „Fantasie" samen te stellen, waarin het begin der C dur-Symphonie als bindend element aangewend was om verder fragmenten uit de Ouv. „Rosamunde", de „Unvollendete", „Ave Maria", „Standchen" en de „Militarmarch" voor kwamen. Het was hierin dat de intonatie-zuiver heid niet steeds aan strenge eischen voldeed. Een goed uitgevoerde trombone-solo noteerden we in F. Andrieu's nogal pathetische „Fantasie" over „Le pays du sourire", de bekende operette van Lehar. De bijval, die op de uitvoering van het program ma volgde bewoog den dirigent, een éxtra-marsch- nummer als toegift te laten spelen. Als intermezzo in het tweede deel, d. w. z. tus- schen Walden en Muyselaar en Juffr. Snip en Juffr. Snap bracht een moderne telg van de Haarl. Post fanfare, de „Postiljon Band" eenige nummers ge syncopeerde muziek lang niet onverdienstelijk ten gehoore. Het welgeslaagde concert werd door een bal besloten. K. DE JONG. HET TOONEEL De H. T. C. speelde: „Drie dagen onder de Levenden Een groot succes voor Mr. M. C. Wijt. Het was Zaterdag de avond van den heer Mr. M. C. Wijt. Voor hem was wel het grootste deel van het triomfaal succes, dat de H. T. C. met de opvoering van „Drie Dagen onder de Levenden" heeft behaald. De heer Wijt beheerschte deze voor stelling geheel met zijn prachtige creatie van den „Dood", welke zeker niet onderdeed voor die van Cees Laseur, ja zelfs nog sterker indruk maakte, omdat Mr. Wijt veel meer dan Laseur zyn fi guur voor deze rol mede had. Het was een waagstuk van de Haarlemsche Too- neelclub om met dit fantastische stuk van Alberto Casella, dat zoo geheel afwijkt va-n het door deze club anders gespeelde lichtere repertoire, voor 't voetlicht te komen, temeer, omdat 't èn dóór de voortreffelijke voorstelling van Het Centraal Tooneel en de indrukwekkende film „Death takes a holiday" bij velen bekend was. Des te grooter mag de voldoening voor bestuur en spelers zijn, dat dit wel zeer gevaarlijke experiment slaagde, dank zij vooral de domineerende plaats, welke de Dood door het spel van Mr Wijt ook in de opvoe ring kreeg en de zuivere uitbeelding van het jon ge, teere meisje Grazia, een opemerkelijk mooi debuut van mejuffrouw W. H. van Waveren. Wij hebben dit stuk van Casella in deze rubriek ndertijd uitvoerig besproken en mogen dus thans kort zijn. Het is een fantastisch, zelfs grootsch ge geven. dat de schrijver in zijn tooneelspel uitwerkt, maar hij maakte het zich niet al te zwaar, door den Dood als een soort salonheld in een kring van enkele adellijke gasten te introduceeren. Veelbe- teekende personen zijn deze hertogen, markiezen en prinsessen niet en bijzonder diepzinnig behoefde de Dood dus niet te zijn. Wij zien den luguberen gast hier voornamelijk als een aangenaam causeur die vooral geestige opmerkingen en zinspqjingen maakt, als hij op het hem zoo eigen terrein van den dood komt. Hij maakt het daardoor het publiek in de zaal niet al te zwaar. Zijn ondervindingen omtrent het leven en de menschen, zijn hoe kan het anders in dat vrij oppervlakkige milieu nog al een zijdig. Maar de liefde heerscht in alle kringen en hij vindt haar ook in dit milieu en hierom was het den schrijver blijkbaar in de eerste plaats te doen. Rhoda Fenton en Alda, waarmee hij allereerst in contact komt, zijn niet bepaald bijzondere vrou wen. Veel temperament, levenskracht en vuur zit er niet in, zooals trouwens ook niet te verwachten was in dezen society-kring. Het is waarlijk niet te verwonderen, dat zij dadelijk térugkeeren, wan neer zij in den geheimzinnigen gast den Dood herkennen. Maar er is ook Grazia en in dat teeere, fijne, gracieuze meisje, vindt hij het hoogste, dat er in de wereld te vinden is, de groote, offerende liefde, die machtiger is dan de illusie en sterker dan de Dood. In de slotscène, waar Grazia allen verlaat om den geliefde te volgen tot in zijn rijk, het rijk van den Dood, bereikt het stuk zijn hoogte punt en het werd het ook in de opvoering, dank zij het spel van Mr. Wijt en mej. Van Waveren, al bleef de indruk hier beneden die van de voorstel ling van Het Centraal Tooneel, omdat men het niet zoo durfde uitspelen als deze acteurs van pro fessie het deden. De heer Wijt bracht ik schreef dit reeds voor de rol van den Dood in dit stuk alles mee. Zijn figuur, zijn plastiek en zijn dictie waren vrij wel volmaakt en er hing om hem ook toen hij prins Sirkï was de sfeer van het geheimzinnige, waar door hij macht had. vooral over de vrouwen. Hij was de alles en allen domineerende figuur, voornaam en aristocratisch in zijn verschijning, abstractie in het begin.menscheliik tegen het slot. toen hij het hoogste geluk in wereld, de liefde had leeren kennen. Ik had het masker minder afschrikwek kend gewenscht. De speler had voor ons ook den dood kunnen suggereeren in een geheel hem omsluiten- den zwarten mantel. En de witte uniform in I zat niet, zooals wij van een prins mochten verwachten. Maar voor het spel, dat aldoor strak en ook zelfs tegen het slot volkómen in stijl bleef, heb ik enkel bewondering. Deze creatie steeg ver uit boven wat wij gewoonlijk van dilettanten op het tooneel te zien krijgen en zou zich ook hebben ge handhaafd in een milieu van sterke beroepsacteurs. Een werkelijke verrassing was het debuut van mej. W. H. van Waveren. Wij konden nauwelijks begrijpen, dat het hier een eerste optreden op de planken gold, zoo zuiver, broos en teer was dit spel. Reeds bij haar eerste verschijnen - is er om dit virginale figuurtje een etherische sfeer, die heel den avond bleef en dit meisje ophief boven haar milieu en haar voorbestemde tot het offer. Tot de hoogte van deze twee vermochten de andere spelers niet te stijgen. Als „ensemble" heb ik de H.T.C. wel eens sterker gezien, maar zij stond ook nooit te voren voor een zoo zware taak. Thans waren vlotheid en een society-toon, niet voldoende, maar zij hadden hier te reagecren op de mystieke verschijning van niemand minder dan de Dood. Dit eischte van allen niet alleen houding en distinctie, maar ook voortdurend spel en dat laat ste is van dilettanten nauwelijks te verwachten. Toch heb ik bewondering voor wat men onder regie van Wim Paauw reeds bereikte, al voelden wij ook nu en dan, dat het boven de krachten van liefhebbers ging. Het meest bij den hertog Lambert diCatholica, die dan ook wel de moeilijkste rol had. Hoe moeilijk zij was bleek wel het meest hieruit, dat zelfs de heer Roest van Limburg, die anders toch een der beste en meest geroutineerde krachten van de H.T.C. is, deze rol in de moeilijke momenten blijkbaar niet geheel aan kon. Ik ben er wel zeker, van, dat geen enkele dilettant dit had gekund Van bijna allen kan gezegd worden, dat zij vlot, natuurlijk spel gaven, maar in speelkracht min of meer te kort. schoten, wanneer zij oog in oog kwa men te staan met den Dood. Met deze restrictie mo gen wij echter 't. spel roemen, zoowel van de dames Bolding hoe charmant zag zij er uit! Dyserinck. Boot die mij trof door haar warm-getimbreerde stem en Winkler Prins en de heeren Van der Mandele en Mr. L. P. Nyenbandring de Boer. De heer Rutgers van der Loeff speelde weer met pret tige natuurlijkheid een oud heertje en kreeg zelfs na één van zijn scènes een open doekje. Maar speel de hij niet meer zich zelf dan Markies Cesarea, een oud Italiaansch diplomaat, die naar ik meende te hooren voor het deelnemen van Italië aan den neem voor het stillen van Uw pijnen de Rexyrol-cachets, die Uw pijnen onmiddellijk kalmeeren. Maar neem voor het bestrijden van het gevaarlijke urinezuur Urodonol, dat deze afvalstoffen, die de oorzaak van de rheuma zijn, oplost en uit Uw organisme verwijdert. Urodonal is en blijft het beste middel tegen rheumatiek. Bij apothekers en drogisten. Bestrijdt de kwaal. Het is een product Chatelain (Adv. Ingez. Med.) oorlog verantwoordelijk was en heel zijn leven een Don Juan was geweest en het ook weer werd bij zijn verjongingskuur? Iets heel aardigs maakte de heer Wijsmuller van den majoor Whitread, den man, die als officier den dood herhaaldelijk reeds had ont moet, maar op het laatst toch ook voor hem reti reert. Den heer J. C. Merens mochten wij weer als butler zien. Zooals altijd was de aankleeding tot in de kleinste finesses door dc H. T. C. uitstekend verzorgd. Welke dilettanten-club in Nederland zou in staat zijn een zoo groot waagstuk als de opvoering van „Drie da gen onder de Levenden" met zoo'n succes tot zulk een mooi einde te brengen? Artistiek was het een overwinning en zoo heeft ook het publiek, dat den spelers aan het slot een minuten-lange ovatie bracht, het gevoeld. Dat zij deze overwinning behaalde aan het einde van dit moeilijk oorlogsseizoen strekt haar nog meer tot eer. Mijn hartelijke gelukwen- schen aan de H. T. C. en haar regisseur, Wim Paauw, die terecht door de spelers en het publiek in de hulde betrokken werd. J. B. SCHUIL PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO CENTR MR OP mNSDAG DINSDAG 23 APRIL 1940. Progr. 'I Jaarsveld en Hilversum I. Progr. II Hilversum II. Progr. III: Fr. Brussel 8.— Pauze 8.20—8.50 Deutsehlandsen- der 8.50. Pauze of diversen 10.50, Ned. Brussel 11,20, Deutschlandsender 1.20, Keulen pl.m. 1.45, Deuschlandsender 2.20, Pauze 3.20, Deutschlandsen der 3.30. Pauze 4.50, Ned. Brussel 4.55, Weermachts programma 6.05, Fr. Brussel 6.35, Parijs Radio 7.05, Deutschlandsender 7.50, Danmarks Radio pl.m. 8.20, Fr. Brussel 9.Bcromünster 9.20, Fransch Brussel pl.m. 9.30, Parijs Radio 10.05, Deutsch landsender 10.50. Progr. IV.: Ned. Brussel 8.Engeland 8.20, Pauze 9.359.50, Pauze 10.05. Weermachtsprogramma pl.m. 10.25, Engeland 11.Fransch Brussel 12.20, Pauze of Diversen 1.20 Weermachtsprogramma. 1.45 Diversen 3.354.20, Diversen 4.505.20, Danmarks Radio 5.20 Fr. Brussel 5.35, Ned. Brussel 6.20, Fr. Brussel 7.20, Pauze of Diversen 8 30, Weermachtsprogramma 8.40. Ned. Brussel 9.20 Engeland 10.20, Parijs Radio 11.45. Tosca en La Bohème van Puccini. 1. Tosca (Verk. uitv.) Sol., koor, orkest, van het Scala te Milaan. z2. Ged. uit La Bohème, Sol,, koor, orkest van de Staatsopera Berlijn. 8.0012.00 Diversen. een uitgebreide sortering en sterke kwaliteiten in 4 prijzen van 2.25, 2. PAAWAAPitEEsTilBSlAMH Druk bezoek aan de bollenstreek. Het bezoek aan de bloembollenstreek is Zondag vrij groot geweest, dank zij het prachtige zomersche weer. Vele velden narcissen stonden reeds in vollen bloei en hoewel de hyacinten nog weinig kleur ver toonden, genoten de duizenden bezoekers toch van de mooie vergezichten. Vooral langs de stille bin nenwegen nabij Hillegom en Lisse waren talrijke wandelaars en de bloemenverkoopers maakten hier en daar goede zaken. De wandelvereeniging „Jan Pastoors" had de eerste bloembollenmarschen van dit jaar georganiseerd en ook deze wandelgroepen verlevendigden het beeld in de omgeving der vel den. Na den strengen winter bleek men verheugd, dat eindelijk de lente in het land was. Men verwacht, dat er de volgende week van een echten bollen-Zondag sprake zal zijn. BEVORDERING DER BELANGEN VAN T. B. C.-PATIENTEN. Feest- propaganda-avond. In Hotel „De Leeuwerik" gal Zaterdag de afd. Haarlem van de Vereen, tot Bevordering der Be langen van t. b. c.-patienten in Nederland een feest avond, die ook bedoeld was als propaganda-avond en die dit zij al dadelijk geconstateerd zeker als „geslaagd" mag worden beschouwd, al was het alleen om het feit dat het bestuur de voldoening had, 8 nieuwe leden te kunnen inschrijven. De voorzitter der afdeeling, de heer A. Alferink, opende de bijeenkomst met een kort woord, waarin hij er de aandacht op vegtigde, dat er op het gebied van de t.b.c.-bestrijding nog heel wat te doen is. Voor de pauze hield het lid van het Hoofdbestuur, de heer C. A. Bergh, een propaganda-rede, waarin hij vooral de aandacht der aanwezigen bepaalde bij het feit, dat het aantal leden en donateurs der ver- eeniging zoo groot mogelijk moet worden gemaakt, daar blijvende financieele steun het eenige middel is om de patiënten, van wie er nog zoovelen op meestal langdurige behandeling wachten, te hel pen. Ook de voorlichting van de bevolking kost veel geld. Dat allerwege in den lande de tuberculose bestrijding steeds grootere bekendheid krijgt, is oornamelijk te danken aan het vele werk, dat de ereenigingen tot bestrijding van de t. b. c. gedu rende een halve eeuw hebben verricht. Het aantal t.b.e.-lijders in Nederland is nog steeds 70.000 a 80.000. 5000 menschen per jaar sterven aan de ge vreesde ziekte. In weerwil van het subsidie, waar mede de Staat de t.b.c.-bestrijding steunt, is er nog steeds een groot tekort, dat uit particuliere hulp moet worden aangevuld. Het bestuur had zich voor dezen avond de mede werking verzekerd van het Trio de Vos, van wie Gerard de Vos als conférencier en coupletzanger en Piet de Vos als parodist en karakterkomiek optrad. En met zeer veel verdiend succes. Herman Theu- nissen, accordeon-virtuoos, bracht verschillende ac cordeonnummers ten gehoore, die bij de aanwezigen zeer in den smaak vielen. Na afloop van het programma was er bal, met muziek van „The Harlem Boys". HAARLEMSCHE COÖPERATIEVE DINER- VEREENIGING U.A. Zaterdag 20 April hield bovengenoemde Ver- eeniging haar jaarvergadering in het kantoor der Coöperatie te Haarlem. Uit het verslag van den secretaris bleek dat de Keuken zich in groeiende belangstelling mag ver heugen. Er werden in 1939 ruim 30.000 diners ver zorgd, terwijl ook voor feestelijke gelegenheden meermalen van de diensten der vereeniging werd gebruik gemaakt. Zoo bleek ook dit jaar dat de Coöperatieve Keuken in een behoefte voorziet. Ook de financieele uitkomsten mochten gunstig genoemd worden. Ondanks het feit dat aan loonen 12.000 werd betaald en ruime afschrijvingen werden gedaan, kon een bedrag van 1250 aan het reservefonds worden toegevoegd. De heer A. F. P. Onderwater werd bij acclamatie tot bestuurs lid herkozen. Het ledental bleef stationnair. (Adv. Ingez. Med.) VOORLOOPIGE MAATREGELEN TER BESCHERMING VAN ONZE BELANGEN BIJ HET GELD- EN BETALINGSVERKEER MET NOORWEGEN EN DENEMARKEN. De regeeringspersdienst meldt: Met ingang van 21 April 1940 zijn bij koninklijk besluit maatregelen getroffen in verband met de stagnatie in het betalingsverkeer van Noorwegen resp. Denemarken met Nederland en de overzee- sche gebiedsdeelen. Deze besluiten hebben de strekking van een door de gegeven omstandigheden geboden con- servatoiren maatregel ter voorloopige bescher ming van de Nederlandsche belangen. Daar deze belangen zoowel samenhangen met het goederenverkeer als van financieelen of an deren aard zijn, vallen onder de werking van de genoemde besluiten niet slechts schulden terzake van invoer van goederen van oorsprong uit oi herkomstig van Noorwegen of Denemarken, doch tevens betalingen uit anderen hoofde. Naast schuldenaren terzake van geleverde goederen zullen derhalve in het algemeen debiteuren die betalingen ten gunste van Noorsche of Deensche crediteuren hebben te doen. alsmede houders van Noorsche of Deensche saldi of tegoeden, voors hands over een en ander geen disposities kunnen treffen, dan in overeenstemming met de bepalin gen van de wet Internationaal betalingsverkeer 1934. Men stelle zich dienaangaande in verbin ding met het Nederlandsch clearinginstituut VOOR DE KINDEREr- Krent schreeuwde van pijn. —Zeg eens, kermde hij tegen den Dikke, weet Jij geen verschil tusschen een spijker en een duim? Ik wel, antwoordde de Dikke prompt, maar die hamer schijnt het onderscheid niet te weten. Na dit incident verliep het timmerwerk goed en nadat de bagage was opgestapeld, werd den volgenden morgen de rit naar de stad ondernomen. De oude merrie werd voor het koetsje gespannen, waarna Krent op den bok klom en de professor in het rijtuig plaats nam. Een halve eeuw geleden Uil Haarlems Dagblad van 1890. 22 April* HAARLEM—ZANDVOORT. Een halve eeuw geleden werd concessie aangevraagd voor den aanleg van een. stoomtram Haarlem—Zandvoort. De aan vragers waren zoo optimistisch te beweren dat de Haarlemmers dan in20 minuten gebracht zouden worden van de Ged. Oude Gracht naar het strand te Zandvoort De autoriteiten hebben dit optimisme blijkbaar niet gedeeld, want de stoomtram- lijn is nooit tot stand gekomen. Jaren later kwam de electrische tramlijn Haarlem— Zandvoort van de E. N. E. T., en nu doen de groote. zware tramwagens der N. Z. H. er nog altijd 20 minuten over om de Haarlemmers naar zee te brengen. Men had de stoomtram willen laten loo- pen: Ged. Oude GrachtBotermarktBar- revoetestraatKeizerstraatWilhelmina- straatWilsonspleinLeidschevaart en Zandvoortsciieiaan De stoomtram Haarlem—Leiden deed 2uur over zijn reis van 30 K.M. Haarlem- Zandvoort is ongeveer 10 K.M., zoodat de stoomtram over dien weg zeker 40 minuten gedaan zou hebben, dus meer dan het dub bele van de toezegging! Demonstratie-optocht voor de Luchtbescherming. Zaterdagmiddag heeft een demonstratie-optocht voor de luchtbescherming plaats gehad. Het Wijk- comité 17, 18 en 19 van de Ned. Vereeniging voor Luchtbescherming had al wat bij mogelijke aan vallen uit de lucht in het geweer zal moeten komen tot een optocht verzameld, de assistentie van een paar muziekkorpsen ingeroepen en van de gelegen heid gebruik gemaakt, aan deze demonstratie een collecte te verbinden ten behoeve van het Centrale Blokbrandspuiten-fonds. Op den Muiderslotweg was het Zaterdagmiddag de gewone drukte van een terrein, waar een stoet wordt opgesteld, maar dank zij het voortreffelijk orgaan van één der comitéleden, die met behulp van een loudspeaker zijn bevelen over dit plekje Haarlem-Noord deed schallen, kon de stoet vrijwel op tijd vertrekken en dat is meer dan bij menigen optocht kan zeggen. De politie voorop, niet alleen uit de volheid van haar gezag maar bovendien in haar meer poëtische verschijning als Haarlemseh Politie Muziekkorps. Daarachter de blokbrand- spuiten en een auto met laddermateriaal, waarachter een groep blokhoofden het keurvendel van het heel vormde. Vervolgens requireerde de loudspeaker een auto met een ingestort huis, waaruit de vlammen sloe gen en waar zoo juist een granaat een beetje buiten de verhoudingen, maar wie op zulke dingen let is een kniesoor ingeslagen was. De intelli gente lezer begrijpt, dat het een een triplex-houten huis was met bordpapieren vlammen en een na maak granaat. Hierna was het aantreden voor de Technische ploeg met helmen en rubber handschoenen en anti-gaspakken mogen ze hier nooit anders dan in geval van optocht of oefening gedragen worden de collectrices kregen den hint, dat ze „alvas! wel konden beginnen" cn de brandweer en de auto van Mathot sloten met het Muziekcorps „Caecilia' den stoet. De route, die de optocht heeft afgelegd hebben we verleden week al vermeld. Ze leidde goeddeels door de wijken 17, 18 en 19, waar gecol lecteerd werd, naar het centrum van Haarlem, waar de stoet om 5 uur op de Groote Markt ont bonden werd, en het was Zaterdagmiddag en het was stralend weer en dat zijn over het algemeen goede dingen bij een optocht en een collecte. Zoo dat we er goeden moed op hebben, dat het Centraal Blokbrandspuiten-fonds een flinke stijving van haar middelen heeft mogen constateeren en de penningmeester erkentelijk zal zijn Voor de zilveren kogels, die Zaterdagmiddag op zijn kas zijn af geschoten. Het twintigjarig jubileum van het Kennemer Lyceum. Drukbezochte receptie. Aan de receptie ter eere van het 20-jarig be staan van het kennemer Lyceum welke Zaterdag middag werd gehouden, ging een koffietafel voor af. waar Bestuur, Curatoren, de Rector Dr. A. df Vletter en de leeraren aanzaten, in totaal onge veer 70 personen. De zaal bood een feestelijken aanblik door een! smaakvolle tafelversiering en de vele fraaie] bloemstukken. Ir. E. J. Langelaan, voorzitter van het bestuur opende de tafel met een rede, waarna het tafel-] presidium werd overgenomen door den conrector Dr. W. H. C. van Esveld. Dr. J D. Bierens de Haan president-curator hield een tafelrede, waarin hij uiting gaf aan zijn groote waardeering voor alles wat door het ge-| zamenlijke personeel in den loop der 20 jaren tot stand is gebracht. Drs. E. van Meir bood de school namens de Afd. Kennemer Lyceum der Vereeniging van Leeraren een fraaie lamp voor de docentenkamer aan, welke Ir. Langelaan met dank aanvaardde. Namens de Montessor! Afdeeling werd het woord gevoerd door Mevr. Spanjaard. Ir. Langelaan deelde namens het bestuur mede, dat aan het personeel als herinnering een boek werk zal worden aangeboden. Als laatste spreker kreeg Dr. A. de Vletter het woord. Wij hebben." aldus spr.. in de revue deze week de uiterlijke dingen van ons levenswerk kunnen zien. Maar naast deze op zich zelf be langrijke dingen staat de dagelijksche onvermoei de arbeid van de leeraren, wien hij gaarne hulde brengt, omdat de dagelijksche taak het allerge wichtigste is. Spreker herdacht de heer J. C. de Wijs, een der medeoprichters der school en sprak zijn dank uit voor liet cadeau der ouders, een enveloppe met inhoud, dat een bestemming zal krijgen, die de school ten goede komt. De receptie was zeer druk bezocht. In het fraaie boek. dat ter teekening was neer gelegd en vervaardigd en aangeboden door den heer Wansinfe. stonden na afloop ongeveer 1000 handteekeningen. Bloemstukken waren gezonden door de dames der leeraren: de Ver. Aelbertsberg; door de K.L.V. en het bestuur; het Amsterdamsche Ly ceum; de stichting voor Psycho-Technisch On derzoek: Afd. Haarlem der Ned. Montessori- Vereeniging. Ook de burgemeester van Bloemcndaal Jhr. Mr. C. J. A. den Tex, die door drukke bezigheden bij de tafel verstek had moeten laten gaan, was thans aanwezig. Groot was het aantal brieven en telegrammen, dat was binnengekomen. Feestavond Aelbertsberg. De feestelijkheden werden Zaterdag besloten met een feestavond, aangeboden door de oud- leerlingen vereeniging „Aelbertsberg" Mevrouw en Dr. A. de Vletter en eenige leera ren woonden het feest bij. dat in de allerbeste stemming tot laat in den avond voortduurde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6