fyA
'liet 30imt en Jxut OCieM.
(JN/T IN IETTEREN
Rheumatieklijders
URODONAL
Spoctfiemden
MAANDAG 22 APR IE 1940
HAARLEM'S DAG BE AD
4
MUZIEK
Symphome-ensemble „Orpheus".
„Orpheus" jubileert. Voor den alouden zanger
en dichter van Griekenland is tien jaren een
bagatel.
Voor Lindenborn's ensemble is tien jaren geen
kleinigheid. Jaarlijks maakt het zich op om een
muzikaal offer te brengen, hiertoe in staat ge
steld door den sterken band, die het bindt. Die
band is verpersoonlijkt in den voorzitter J. Lam-
mers, die zich zag vereerd met den „Praeses-
marsch", hem gewijd door Lindenborn. En met de
feestelijke klanken van dien marsch werd dit
concert geopend.
Nog een andere herinnering was er aan den
Orpheus der Grieken. Want zooals eens Apollo
zijn kind onderwees in het bespelen der lier. zoo
ook heeft Lindenborn de krachten van zijn en
semble (de violen en alten) zelf gevormd. Of zij
echter, zooals eertijds de lier van Orpheus, den
god Pluto zouden kunnen verteederen, durf ik
'niet beweren. Er zijn inderdaad heel verdienste
lijke krachten bij. Dat was opvallend in het
„Ballet egyptien" van Lulgini, waar in het derde
deel een der violisten het cantilone nam geheel
op de G-snaar; het was jammer dat zij het niet
alle zoo uitvoerden. Bij weer een ander vraagt de
stokvoering verbetering. Maar bij allen- is het ge
hoor behoorlijk ontwikkeld, zoodat eventue'ele
onzuiverheden niet zijn te wijten aan het strij
kersensemble. Doorgaans intoneerde de klarinet
nogal laag, en nu de hobo niet op 't appél was
(mobilisatie) en ook de bas-klarinettist, factotum
van Orpheus, werd gemist, viel die onzuiverheid
te meer op. In I moesten, nu de tweede fluit niet
was bezet, piccolo en klarinet samengaan, wat
eenigszins grappig klonk. Toch werd over 't ge
heel deze lastige opgave vlot en welluidend voor
gedragen.
Over 't. algemeen stelden de uitgevoerde werken,
zooals Auber's ouverture „Le Domino noir" of
Suppe'.s ..Die schone Galathée" te hooge eischcn
aan een liefhebberij-gezelschap. Het sterk gemar
keerde rythme van kwarten en zestienden ver
vlakt gemakkelijk tot triolen met rust in 't mid
den. En voor den orkestkleur bij Suppé is zeker
een volledig bezet symphonie-orkest noodig, zoo
goed als bij Auber of bij Offenbach. Daarpm was
't frappant, hoe goed toch de Ballet-suite van
Popy klonk. Hier is weer een van die veeleischen-
de muziekstukken, die men vele malen feilloos
kan hooren uitvoeren, zooals ook Luigïni eens
door Mengelberg werd opgenomen in zijn pro
gramma.
Toch zijn er vele bewijzen, dat bij Orpheus de
muziek degelijk wordt bestudeerd, zoodat er ook
in de te moeilijke opgaven vele dingen waren,
waarnaar men met belangstelling, maar met
waardeering ook. kon luisteren.
De kleinere stukken, zooals „Wiener Prater-
lcben" met zijn keurig en zeer welluidend ge
speelde langzame inleiding, of de wals van Paul
Lincke, hadden ieders volledige belangstelling.
Ook dc trombone-solo waarop de nraeses ons
vergastte, en waarm hij ook een tikje, om-der-
jeugd-wille, zijn nobel instrument tot malle frat
sen dwong, was goed verzorgd.
Het kon wel niet anders, of in de pauze moest
en zou Th. Lindenborn iets van de hartelijkheid
in ontvangst hebben te nemen, waarmee het or
kest zijn mooien arbeid waardeert. Niemand kon
dit beter overdragen dan de praeses, die sinds de
oprichting samenwerkte met den leider: de har
telijke woorden gingen vergezeld van een waar
devol geschenk. Maar voorzitter J. Lammers was
niet zóó goed. of ook hij moest (bij monde van
secr. J. Blokker) ervaren, dat belanglooze en
sympathieke arbeid immer waardeering vindt.
Een boekwerk was het stoffelijk bewijs van dank.
Tot de zeer goede momenten in deze uitvoering
rekenen we nog het mooi klinkende pizzicato
gedeelte bij Suppé, en het pittig gespeelde slot
der ouverture. De corno werd vervangen door de
combinatie van trombone en violoncel. Van de
cello gesproken, zeer fraai vertolkte de bespeler
van dit instrument zijn solopartij in de inleiding
bij Paul Lincke: welluidend, en met fijn verzorg
de voordracht.
G. J. KALT.
In een vorig verslag (Ev. Luthersch koor) staat
een zetfout. „Deze misvatting telt niet onder de
vele.Hier leze men „telt niet onder het vele
goedeK-
„De Haarlemsche Postfanfare"
Een auditorium, dat de Gem. Concertzaal geheel,
het balcon dier zaal grootendeels vulde verbeidde
Zaterdagavond om kwart over acht wat de uitvoe
ring van „De Haarl. Postfanfare" brengen zou.
Geen wonder, die volte. Want de muziekvereeniging
van P. T. T.-personeel huldigt -hetzelfde-beginsel dat
haar oude Moeder, onze bekende -en geliefde Tante
Pos, in de laatste jaren met zooveel succes toepast:
zij streeft er naar om haar werk efficiënt en tevens
aantrekkelijk te maken. Daarvoor kan een gezellig
babbeltje bevorderlijk zijn. Tante levert dit wc!
eens in den vorm van populaire brochures; de Post
fanfare had daartoe zich verzekerd van de mede
werking van het snippende en snappende koppel,
welks leden in den Burgerlijken Stand onder de
namen Willy Walden en Piet Muijselaar ingeschre
ven staan.
Snip en Snap en alles wat daar verder bij hoort,
als b.v. de beroemde zilvervos, de sprekende pop
Bart je en de muzikale begeleider Pim de la Fuente
kwamen pas na de pauze op het tooneel. Maar de,
Postfanfare zou zich een onwaardige dochter van
Tante Pos hebben getoond, indien zij alleen in aan
trekkelijke medewerking haar kracht gezocht had.
Het bedrijf zelf, het eigen werk, moet gezond en
goed zijn: daar komt het in de eerste plaats op aan.
Bij de Postfanfare is dit in orde; de met algemeen-
muzikale ontwikkeling gepaard gaande speciale
vakkennis van den dirigent Philip S. Vlessing en de
toewijding der werkende leden hebben daarvoor ge
zorgd. Ph. Vlessing hoorden we den avond te voren
met groote voldoening als cellist in Haarlem's
Trio, maar Zaterdagavond bewees hij dat hij zijn
plaats vóór het koper-ensemble evenzeer waard is
als die achter de knieviool. En de werkende leden
brengen een samenspel voort, dat aangenaam aan
doet door beschaafdheid van den klank, door ryth-
mische gelijkheid en doorgaans ook door zuiverheid,
terwijl het ondanks de numeriek sterke bezetting
zelfs in een zaalruimtc nimmer te hard wordt.
Van die eigenschappen bemerkte men bij de mar-
schen. waarmee de eerste helft van het programma
geopend en besloten werd, voornamelijk de pittige
rythmiek en de goede onderlinge stemming. Bij de
uitvoering der Ouv. „Truands et Ribaudes" van G.
Michiels kwamen de kwaliteiten van afzonderlijke
instrumentengroepen aan het licht: een sonoor zin
gende tenor-tuba en saxofoons, die nu eens zacht
begeleidden, dan weer als de metalen plaatsver
vangsters van clarinotten om zoo te geggen „de
eerste viool speelden", trokken afwisselend de aan
dacht. De compositie bleek een nogal potpourri-
achtigen bouw te hebben en de auteur had blijk
baar zijn materiaal van verschillende leveranciers,
o.a. van Gounod en Von Suppé betrokken.
Vele coloristische effecten bevatte het 3de num
mer: „Chant Druidique" van H. Villette. Deze com
ponist heeft van de verschillende klankkleur der in
strumenten b.v. van bugles, saxofoons en af of niet
gestopte trompetten een goed gebruik gemaakt om
tegenstellingen te verkrijgen en bovendien aan de
pauken een effectvolle partij toebedeeld; des
ondanks lijkt het stuk wat gerekt
"Albert Ftomdieefirin-werken-van Schubert wat
gegrasduind om een „Fantasie" samen te stellen,
waarin het begin der C dur-Symphonie als bindend
element aangewend was om verder fragmenten uit
de Ouv. „Rosamunde", de „Unvollendete", „Ave
Maria", „Standchen" en de „Militarmarch" voor
kwamen. Het was hierin dat de intonatie-zuiver
heid niet steeds aan strenge eischen voldeed. Een
goed uitgevoerde trombone-solo noteerden we in F.
Andrieu's nogal pathetische „Fantasie" over „Le
pays du sourire", de bekende operette van Lehar.
De bijval, die op de uitvoering van het program
ma volgde bewoog den dirigent, een éxtra-marsch-
nummer als toegift te laten spelen.
Als intermezzo in het tweede deel, d. w. z. tus-
schen Walden en Muyselaar en Juffr. Snip en Juffr.
Snap bracht een moderne telg van de Haarl. Post
fanfare, de „Postiljon Band" eenige nummers ge
syncopeerde muziek lang niet onverdienstelijk ten
gehoore.
Het welgeslaagde concert werd door een bal
besloten.
K. DE JONG.
HET TOONEEL
De H. T. C. speelde:
„Drie dagen onder de Levenden
Een groot succes voor Mr. M. C. Wijt.
Het was Zaterdag de avond van den heer Mr.
M. C. Wijt. Voor hem was wel het grootste deel
van het triomfaal succes, dat de H. T. C. met de
opvoering van „Drie Dagen onder de Levenden"
heeft behaald. De heer Wijt beheerschte deze voor
stelling geheel met zijn prachtige creatie van den
„Dood", welke zeker niet onderdeed voor die van
Cees Laseur, ja zelfs nog sterker indruk maakte,
omdat Mr. Wijt veel meer dan Laseur zyn fi
guur voor deze rol mede had.
Het was een waagstuk van de Haarlemsche Too-
neelclub om met dit fantastische stuk van Alberto
Casella, dat zoo geheel afwijkt va-n het door deze
club anders gespeelde lichtere repertoire,
voor 't voetlicht te komen, temeer, omdat 't èn dóór
de voortreffelijke voorstelling van Het Centraal
Tooneel en de indrukwekkende film „Death takes
a holiday" bij velen bekend was. Des te grooter
mag de voldoening voor bestuur en spelers zijn,
dat dit wel zeer gevaarlijke experiment slaagde,
dank zij vooral de domineerende plaats, welke de
Dood door het spel van Mr Wijt ook in de opvoe
ring kreeg en de zuivere uitbeelding van het jon
ge, teere meisje Grazia, een opemerkelijk mooi
debuut van mejuffrouw W. H. van Waveren.
Wij hebben dit stuk van Casella in deze rubriek
ndertijd uitvoerig besproken en mogen dus thans
kort zijn. Het is een fantastisch, zelfs grootsch ge
geven. dat de schrijver in zijn tooneelspel uitwerkt,
maar hij maakte het zich niet al te zwaar, door
den Dood als een soort salonheld in een kring van
enkele adellijke gasten te introduceeren. Veelbe-
teekende personen zijn deze hertogen, markiezen
en prinsessen niet en bijzonder diepzinnig behoefde
de Dood dus niet te zijn. Wij zien den luguberen gast
hier voornamelijk als een aangenaam causeur die
vooral geestige opmerkingen en zinspqjingen
maakt, als hij op het hem zoo eigen terrein van
den dood komt.
Hij maakt het daardoor het publiek in de zaal
niet al te zwaar. Zijn ondervindingen omtrent het
leven en de menschen, zijn hoe kan het anders
in dat vrij oppervlakkige milieu nog al een
zijdig. Maar de liefde heerscht in alle kringen en
hij vindt haar ook in dit milieu en hierom was het
den schrijver blijkbaar in de eerste plaats te doen.
Rhoda Fenton en Alda, waarmee hij allereerst
in contact komt, zijn niet bepaald bijzondere vrou
wen. Veel temperament, levenskracht en vuur zit
er niet in, zooals trouwens ook niet te verwachten
was in dezen society-kring. Het is waarlijk niet
te verwonderen, dat zij dadelijk térugkeeren, wan
neer zij in den geheimzinnigen gast den Dood
herkennen. Maar er is ook Grazia en in dat teeere,
fijne, gracieuze meisje, vindt hij het hoogste, dat er
in de wereld te vinden is, de groote, offerende
liefde, die machtiger is dan de illusie en sterker
dan de Dood. In de slotscène, waar Grazia allen
verlaat om den geliefde te volgen tot in zijn rijk,
het rijk van den Dood, bereikt het stuk zijn hoogte
punt en het werd het ook in de opvoering, dank
zij het spel van Mr. Wijt en mej. Van Waveren, al
bleef de indruk hier beneden die van de voorstel
ling van Het Centraal Tooneel, omdat men het
niet zoo durfde uitspelen als deze acteurs van pro
fessie het deden.
De heer Wijt bracht ik schreef dit reeds
voor de rol van den Dood in dit stuk alles mee. Zijn
figuur, zijn plastiek en zijn dictie waren vrij wel
volmaakt en er hing om hem ook toen hij prins
Sirkï was de sfeer van het geheimzinnige, waar
door hij macht had. vooral over de vrouwen. Hij
was de alles en allen domineerende figuur, voornaam
en aristocratisch in zijn verschijning, abstractie in
het begin.menscheliik tegen het slot. toen hij het
hoogste geluk in wereld, de liefde had leeren
kennen. Ik had het masker minder afschrikwek
kend gewenscht. De speler had voor ons ook den dood
kunnen suggereeren in een geheel hem omsluiten-
den zwarten mantel. En de witte uniform in I zat
niet, zooals wij van een prins mochten verwachten.
Maar voor het spel, dat aldoor strak en ook
zelfs tegen het slot volkómen in stijl bleef, heb
ik enkel bewondering. Deze creatie steeg ver uit
boven wat wij gewoonlijk van dilettanten op het
tooneel te zien krijgen en zou zich ook hebben ge
handhaafd in een milieu van sterke beroepsacteurs.
Een werkelijke verrassing was het debuut van
mej. W. H. van Waveren. Wij konden nauwelijks
begrijpen, dat het hier een eerste optreden op de
planken gold, zoo zuiver, broos en teer was dit spel.
Reeds bij haar eerste verschijnen - is er om dit
virginale figuurtje een etherische sfeer, die heel den
avond bleef en dit meisje ophief boven haar milieu
en haar voorbestemde tot het offer.
Tot de hoogte van deze twee vermochten de andere
spelers niet te stijgen. Als „ensemble" heb ik de
H.T.C. wel eens sterker gezien, maar zij stond ook
nooit te voren voor een zoo zware taak. Thans
waren vlotheid en een society-toon, niet voldoende,
maar zij hadden hier te reagecren op de mystieke
verschijning van niemand minder dan de Dood.
Dit eischte van allen niet alleen houding en
distinctie, maar ook voortdurend spel en dat laat
ste is van dilettanten nauwelijks te verwachten.
Toch heb ik bewondering voor wat men onder
regie van Wim Paauw reeds bereikte, al voelden wij
ook nu en dan, dat het boven de krachten
van liefhebbers ging. Het meest bij den hertog
Lambert diCatholica, die dan ook wel de moeilijkste
rol had. Hoe moeilijk zij was bleek wel het meest
hieruit, dat zelfs de heer Roest van Limburg, die
anders toch een der beste en meest geroutineerde
krachten van de H.T.C. is, deze rol in de moeilijke
momenten blijkbaar niet geheel aan kon. Ik ben er
wel zeker, van, dat geen enkele dilettant dit had
gekund
Van bijna allen kan gezegd worden, dat zij vlot,
natuurlijk spel gaven, maar in speelkracht min of
meer te kort. schoten, wanneer zij oog in oog kwa
men te staan met den Dood. Met deze restrictie mo
gen wij echter 't. spel roemen, zoowel van de dames
Bolding hoe charmant zag zij er uit! Dyserinck.
Boot die mij trof door haar warm-getimbreerde
stem en Winkler Prins en de heeren Van der
Mandele en Mr. L. P. Nyenbandring de Boer. De
heer Rutgers van der Loeff speelde weer met pret
tige natuurlijkheid een oud heertje en kreeg zelfs
na één van zijn scènes een open doekje. Maar speel
de hij niet meer zich zelf dan Markies Cesarea, een
oud Italiaansch diplomaat, die naar ik meende te
hooren voor het deelnemen van Italië aan den
neem voor het stillen van Uw pijnen
de Rexyrol-cachets, die Uw pijnen
onmiddellijk kalmeeren. Maar neem
voor het bestrijden van het gevaarlijke
urinezuur Urodonol, dat deze
afvalstoffen, die de oorzaak van de
rheuma zijn, oplost en uit Uw organisme
verwijdert. Urodonal is en blijft het
beste middel tegen rheumatiek.
Bij apothekers en drogisten.
Bestrijdt de kwaal.
Het is een product Chatelain
(Adv. Ingez. Med.)
oorlog verantwoordelijk was en heel zijn leven een
Don Juan was geweest en het ook weer werd bij zijn
verjongingskuur? Iets heel aardigs maakte de heer
Wijsmuller van den majoor Whitread, den man, die
als officier den dood herhaaldelijk reeds had ont
moet, maar op het laatst toch ook voor hem reti
reert. Den heer J. C. Merens mochten wij weer als
butler zien.
Zooals altijd was de aankleeding tot in de kleinste
finesses door dc H. T. C. uitstekend verzorgd. Welke
dilettanten-club in Nederland zou in staat zijn een
zoo groot waagstuk als de opvoering van „Drie da
gen onder de Levenden" met zoo'n succes tot zulk
een mooi einde te brengen? Artistiek was het een
overwinning en zoo heeft ook het publiek, dat den
spelers aan het slot een minuten-lange ovatie bracht,
het gevoeld. Dat zij deze overwinning behaalde aan
het einde van dit moeilijk oorlogsseizoen strekt
haar nog meer tot eer. Mijn hartelijke gelukwen-
schen aan de H. T. C. en haar regisseur, Wim
Paauw, die terecht door de spelers en het publiek
in de hulde betrokken werd.
J. B. SCHUIL
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIO CENTR MR OP mNSDAG
DINSDAG 23 APRIL 1940.
Progr. 'I Jaarsveld en Hilversum I.
Progr. II Hilversum II.
Progr. III:
Fr. Brussel 8.— Pauze 8.20—8.50 Deutsehlandsen-
der 8.50. Pauze of diversen 10.50, Ned. Brussel
11,20, Deutschlandsender 1.20, Keulen pl.m. 1.45,
Deuschlandsender 2.20, Pauze 3.20, Deutschlandsen
der 3.30. Pauze 4.50, Ned. Brussel 4.55, Weermachts
programma 6.05, Fr. Brussel 6.35, Parijs Radio
7.05, Deutschlandsender 7.50, Danmarks Radio pl.m.
8.20, Fr. Brussel 9.Bcromünster 9.20, Fransch
Brussel pl.m. 9.30, Parijs Radio 10.05, Deutsch
landsender 10.50.
Progr. IV.:
Ned. Brussel 8.Engeland 8.20, Pauze 9.359.50,
Pauze 10.05. Weermachtsprogramma pl.m. 10.25,
Engeland 11.Fransch Brussel 12.20, Pauze of
Diversen 1.20 Weermachtsprogramma. 1.45 Diversen
3.354.20, Diversen 4.505.20, Danmarks Radio 5.20
Fr. Brussel 5.35, Ned. Brussel 6.20, Fr. Brussel 7.20,
Pauze of Diversen 8 30, Weermachtsprogramma
8.40. Ned. Brussel 9.20 Engeland 10.20, Parijs Radio
11.45.
Tosca en La Bohème van Puccini.
1. Tosca (Verk. uitv.) Sol., koor, orkest, van het
Scala te Milaan.
z2. Ged. uit La Bohème, Sol,, koor, orkest van de
Staatsopera Berlijn.
8.0012.00 Diversen.
een uitgebreide sortering en
sterke kwaliteiten in 4
prijzen van 2.25, 2.
PAAWAAPitEEsTilBSlAMH
Druk bezoek aan de bollenstreek.
Het bezoek aan de bloembollenstreek is Zondag
vrij groot geweest, dank zij het prachtige zomersche
weer. Vele velden narcissen stonden reeds in vollen
bloei en hoewel de hyacinten nog weinig kleur ver
toonden, genoten de duizenden bezoekers toch van
de mooie vergezichten. Vooral langs de stille bin
nenwegen nabij Hillegom en Lisse waren talrijke
wandelaars en de bloemenverkoopers maakten hier
en daar goede zaken. De wandelvereeniging „Jan
Pastoors" had de eerste bloembollenmarschen van
dit jaar georganiseerd en ook deze wandelgroepen
verlevendigden het beeld in de omgeving der vel
den.
Na den strengen winter bleek men verheugd,
dat eindelijk de lente in het land was.
Men verwacht, dat er de volgende week van een
echten bollen-Zondag sprake zal zijn.
BEVORDERING DER BELANGEN VAN
T. B. C.-PATIENTEN.
Feest- propaganda-avond.
In Hotel „De Leeuwerik" gal Zaterdag de afd.
Haarlem van de Vereen, tot Bevordering der Be
langen van t. b. c.-patienten in Nederland een feest
avond, die ook bedoeld was als propaganda-avond
en die dit zij al dadelijk geconstateerd zeker
als „geslaagd" mag worden beschouwd, al was het
alleen om het feit dat het bestuur de voldoening
had, 8 nieuwe leden te kunnen inschrijven.
De voorzitter der afdeeling, de heer A. Alferink,
opende de bijeenkomst met een kort woord, waarin
hij er de aandacht op vegtigde, dat er op het gebied
van de t.b.c.-bestrijding nog heel wat te doen is.
Voor de pauze hield het lid van het Hoofdbestuur,
de heer C. A. Bergh, een propaganda-rede, waarin
hij vooral de aandacht der aanwezigen bepaalde bij
het feit, dat het aantal leden en donateurs der ver-
eeniging zoo groot mogelijk moet worden gemaakt,
daar blijvende financieele steun het eenige middel
is om de patiënten, van wie er nog zoovelen op
meestal langdurige behandeling wachten, te hel
pen. Ook de voorlichting van de bevolking kost veel
geld. Dat allerwege in den lande de tuberculose
bestrijding steeds grootere bekendheid krijgt, is
oornamelijk te danken aan het vele werk, dat de
ereenigingen tot bestrijding van de t. b. c. gedu
rende een halve eeuw hebben verricht. Het aantal
t.b.e.-lijders in Nederland is nog steeds 70.000 a
80.000. 5000 menschen per jaar sterven aan de ge
vreesde ziekte. In weerwil van het subsidie, waar
mede de Staat de t.b.c.-bestrijding steunt, is er nog
steeds een groot tekort, dat uit particuliere hulp
moet worden aangevuld.
Het bestuur had zich voor dezen avond de mede
werking verzekerd van het Trio de Vos, van wie
Gerard de Vos als conférencier en coupletzanger en
Piet de Vos als parodist en karakterkomiek optrad.
En met zeer veel verdiend succes. Herman Theu-
nissen, accordeon-virtuoos, bracht verschillende ac
cordeonnummers ten gehoore, die bij de aanwezigen
zeer in den smaak vielen.
Na afloop van het programma was er bal, met
muziek van „The Harlem Boys".
HAARLEMSCHE COÖPERATIEVE DINER-
VEREENIGING U.A.
Zaterdag 20 April hield bovengenoemde Ver-
eeniging haar jaarvergadering in het kantoor der
Coöperatie te Haarlem.
Uit het verslag van den secretaris bleek dat de
Keuken zich in groeiende belangstelling mag ver
heugen. Er werden in 1939 ruim 30.000 diners ver
zorgd, terwijl ook voor feestelijke gelegenheden
meermalen van de diensten der vereeniging werd
gebruik gemaakt. Zoo bleek ook dit jaar dat de
Coöperatieve Keuken in een behoefte voorziet.
Ook de financieele uitkomsten mochten gunstig
genoemd worden. Ondanks het feit dat aan loonen
12.000 werd betaald en ruime afschrijvingen
werden gedaan, kon een bedrag van 1250 aan
het reservefonds worden toegevoegd. De heer A.
F. P. Onderwater werd bij acclamatie tot bestuurs
lid herkozen. Het ledental bleef stationnair.
(Adv. Ingez. Med.)
VOORLOOPIGE MAATREGELEN TER
BESCHERMING VAN ONZE BELANGEN BIJ HET
GELD- EN BETALINGSVERKEER MET
NOORWEGEN EN DENEMARKEN.
De regeeringspersdienst meldt:
Met ingang van 21 April 1940 zijn bij koninklijk
besluit maatregelen getroffen in verband met de
stagnatie in het betalingsverkeer van Noorwegen
resp. Denemarken met Nederland en de overzee-
sche gebiedsdeelen.
Deze besluiten hebben de strekking van een
door de gegeven omstandigheden geboden con-
servatoiren maatregel ter voorloopige bescher
ming van de Nederlandsche belangen.
Daar deze belangen zoowel samenhangen met
het goederenverkeer als van financieelen of an
deren aard zijn, vallen onder de werking van de
genoemde besluiten niet slechts schulden terzake
van invoer van goederen van oorsprong uit oi
herkomstig van Noorwegen of Denemarken, doch
tevens betalingen uit anderen hoofde. Naast
schuldenaren terzake van geleverde goederen
zullen derhalve in het algemeen debiteuren die
betalingen ten gunste van Noorsche of Deensche
crediteuren hebben te doen. alsmede houders van
Noorsche of Deensche saldi of tegoeden, voors
hands over een en ander geen disposities kunnen
treffen, dan in overeenstemming met de bepalin
gen van de wet Internationaal betalingsverkeer
1934. Men stelle zich dienaangaande in verbin
ding met het Nederlandsch clearinginstituut
VOOR DE KINDEREr-
Krent schreeuwde van pijn.
—Zeg eens, kermde hij tegen den Dikke,
weet Jij geen verschil tusschen een spijker en
een duim?
Ik wel, antwoordde de Dikke prompt,
maar die hamer schijnt het onderscheid niet
te weten.
Na dit incident verliep het timmerwerk
goed en nadat de bagage was opgestapeld,
werd den volgenden morgen de rit naar de
stad ondernomen. De oude merrie werd voor
het koetsje gespannen, waarna Krent op den
bok klom en de professor in het rijtuig
plaats nam.
Een halve eeuw geleden
Uil Haarlems Dagblad van 1890.
22 April*
HAARLEM—ZANDVOORT.
Een halve eeuw geleden werd concessie
aangevraagd voor den aanleg van een.
stoomtram Haarlem—Zandvoort. De aan
vragers waren zoo optimistisch te beweren
dat de Haarlemmers dan in20 minuten
gebracht zouden worden van de Ged. Oude
Gracht naar het strand te Zandvoort
De autoriteiten hebben dit optimisme
blijkbaar niet gedeeld, want de stoomtram-
lijn is nooit tot stand gekomen. Jaren later
kwam de electrische tramlijn Haarlem—
Zandvoort van de E. N. E. T., en nu doen
de groote. zware tramwagens der N. Z. H.
er nog altijd 20 minuten over om de
Haarlemmers naar zee te brengen.
Men had de stoomtram willen laten loo-
pen: Ged. Oude GrachtBotermarktBar-
revoetestraatKeizerstraatWilhelmina-
straatWilsonspleinLeidschevaart en
Zandvoortsciieiaan
De stoomtram Haarlem—Leiden deed
2uur over zijn reis van 30 K.M. Haarlem-
Zandvoort is ongeveer 10 K.M., zoodat de
stoomtram over dien weg zeker 40 minuten
gedaan zou hebben, dus meer dan het dub
bele van de toezegging!
Demonstratie-optocht voor de
Luchtbescherming.
Zaterdagmiddag heeft een demonstratie-optocht
voor de luchtbescherming plaats gehad. Het Wijk-
comité 17, 18 en 19 van de Ned. Vereeniging voor
Luchtbescherming had al wat bij mogelijke aan
vallen uit de lucht in het geweer zal moeten komen
tot een optocht verzameld, de assistentie van een
paar muziekkorpsen ingeroepen en van de gelegen
heid gebruik gemaakt, aan deze demonstratie een
collecte te verbinden ten behoeve van het Centrale
Blokbrandspuiten-fonds.
Op den Muiderslotweg was het Zaterdagmiddag
de gewone drukte van een terrein, waar een stoet
wordt opgesteld, maar dank zij het voortreffelijk
orgaan van één der comitéleden, die met behulp
van een loudspeaker zijn bevelen over dit plekje
Haarlem-Noord deed schallen, kon de stoet vrijwel
op tijd vertrekken en dat is meer dan bij menigen
optocht kan zeggen. De politie voorop, niet alleen
uit de volheid van haar gezag maar bovendien in
haar meer poëtische verschijning als Haarlemseh
Politie Muziekkorps. Daarachter de blokbrand-
spuiten en een auto met laddermateriaal, waarachter
een groep blokhoofden het keurvendel van het
heel vormde.
Vervolgens requireerde de loudspeaker een auto
met een ingestort huis, waaruit de vlammen sloe
gen en waar zoo juist een granaat een beetje
buiten de verhoudingen, maar wie op zulke dingen
let is een kniesoor ingeslagen was. De intelli
gente lezer begrijpt, dat het een een triplex-houten
huis was met bordpapieren vlammen en een na
maak granaat.
Hierna was het aantreden voor de Technische
ploeg met helmen en rubber handschoenen en
anti-gaspakken mogen ze hier nooit anders dan
in geval van optocht of oefening gedragen worden
de collectrices kregen den hint, dat ze „alvas!
wel konden beginnen" cn de brandweer en de auto
van Mathot sloten met het Muziekcorps „Caecilia'
den stoet. De route, die de optocht heeft afgelegd
hebben we verleden week al vermeld. Ze leidde
goeddeels door de wijken 17, 18 en 19, waar gecol
lecteerd werd, naar het centrum van Haarlem,
waar de stoet om 5 uur op de Groote Markt ont
bonden werd, en het was Zaterdagmiddag en het
was stralend weer en dat zijn over het algemeen
goede dingen bij een optocht en een collecte. Zoo
dat we er goeden moed op hebben, dat het Centraal
Blokbrandspuiten-fonds een flinke stijving van
haar middelen heeft mogen constateeren en de
penningmeester erkentelijk zal zijn Voor de zilveren
kogels, die Zaterdagmiddag op zijn kas zijn af
geschoten.
Het twintigjarig jubileum van het
Kennemer Lyceum.
Drukbezochte receptie.
Aan de receptie ter eere van het 20-jarig be
staan van het kennemer Lyceum welke Zaterdag
middag werd gehouden, ging een koffietafel voor
af. waar Bestuur, Curatoren, de Rector Dr. A. df
Vletter en de leeraren aanzaten, in totaal onge
veer 70 personen.
De zaal bood een feestelijken aanblik door een!
smaakvolle tafelversiering en de vele fraaie]
bloemstukken.
Ir. E. J. Langelaan, voorzitter van het bestuur
opende de tafel met een rede, waarna het tafel-]
presidium werd overgenomen door den conrector
Dr. W. H. C. van Esveld.
Dr. J D. Bierens de Haan president-curator
hield een tafelrede, waarin hij uiting gaf aan zijn
groote waardeering voor alles wat door het ge-|
zamenlijke personeel in den loop der 20 jaren tot
stand is gebracht.
Drs. E. van Meir bood de school namens de Afd.
Kennemer Lyceum der Vereeniging van Leeraren
een fraaie lamp voor de docentenkamer aan,
welke Ir. Langelaan met dank aanvaardde.
Namens de Montessor! Afdeeling werd het
woord gevoerd door Mevr. Spanjaard.
Ir. Langelaan deelde namens het bestuur mede,
dat aan het personeel als herinnering een boek
werk zal worden aangeboden.
Als laatste spreker kreeg Dr. A. de Vletter het
woord. Wij hebben." aldus spr.. in de revue deze
week de uiterlijke dingen van ons levenswerk
kunnen zien. Maar naast deze op zich zelf be
langrijke dingen staat de dagelijksche onvermoei
de arbeid van de leeraren, wien hij gaarne hulde
brengt, omdat de dagelijksche taak het allerge
wichtigste is.
Spreker herdacht de heer J. C. de Wijs, een der
medeoprichters der school en sprak zijn dank uit
voor liet cadeau der ouders, een enveloppe met
inhoud, dat een bestemming zal krijgen, die de
school ten goede komt.
De receptie was zeer druk bezocht.
In het fraaie boek. dat ter teekening was neer
gelegd en vervaardigd en aangeboden door den
heer Wansinfe. stonden na afloop ongeveer 1000
handteekeningen.
Bloemstukken waren gezonden door de dames
der leeraren: de Ver. Aelbertsberg; door de
K.L.V. en het bestuur; het Amsterdamsche Ly
ceum; de stichting voor Psycho-Technisch On
derzoek: Afd. Haarlem der Ned. Montessori-
Vereeniging.
Ook de burgemeester van Bloemcndaal Jhr. Mr.
C. J. A. den Tex, die door drukke bezigheden bij
de tafel verstek had moeten laten gaan, was thans
aanwezig.
Groot was het aantal brieven en telegrammen,
dat was binnengekomen.
Feestavond Aelbertsberg.
De feestelijkheden werden Zaterdag besloten
met een feestavond, aangeboden door de oud-
leerlingen vereeniging „Aelbertsberg"
Mevrouw en Dr. A. de Vletter en eenige leera
ren woonden het feest bij. dat in de allerbeste
stemming tot laat in den avond voortduurde.