JUmsdiauw
in een historische rol.
Avonturen van Parijs
tot Rio.
Sterren gaan naar
Hollywood.
„Variété" variatie.
Een Militaire Feestavond
naftiï cJCaadem
Selma Lagerlöf
43e Leerlingen-uitvoering
Z A F.RD G 27 'APRIE '194(5
HAAREEM'S DAGBE'AD
8
BETTE DAVIS
In „Elizabeth en Essex" herleeft het Engelsche
hofleven der zestiende eeuw in zijn volle glorie
voor onze oogen. De film verplaatst ons naar de
monumentale statigheid der paleisvertrekken, .waar
geharnaste wachters onbeweeglijk op hun plaats
staan en schoone hofdames haar vorstin ge-
ruischloos op haar schreden volgen. Wij bevinden
ons ook temidden van plechtige raadslieden, die
de Koningin over het wel en wee van het vader
land advisecren en daar is het dat een tipje wordt
opgelicht van hetgeeen zich achter de coulissen van
het plechtige schouwspel afspeelt. Want de intrige
viert hoogtij aan het hof en is er de oorzaak van
dat de Koningin zich een eenzame voelt en maar
een heel enkele haar vertrouwen schenkt.
Queen Elizabeth wordt ons hier geteekend als
de vrouw, die een onstuimige liefde heeft opgevat
voor een dier weinigen; Lord Essex, den populairen
aanvoerder van haar, legerscharen. Het is moeilijk
anders te verwachten dan dat deze liefde den in
triganten aan het hof, die hun invloed zien taner
tot nieuwe conspiratie aanzet.
Het onsympathieke gezelschap poogt met di
meest minderwaardige wapens een verwijdering
tusschen de vorstin en den krijgsman te bewerken.
Vermoedelijk wat dit door lum toekoden alleen niet
gelukt, ware het niet dat Elisabeth's hooge opvatting
van haar taak als vorstin tenslotte het onover
komelijke conflict tusschen beide menschen te
voorschijn roept. Er is geen „happy ending" aan
deze tragischen historischen roman, maar wel brengt
het ons twee karakters tegenover elkaar, die het
wederzijdsche standpunt begrijpen en billijken.
Er zijn wellicht historische onjuistheden in den
loop der gebeurtenissen aan te wijzen, doch voor
alles mag wel geconstateerd worden dat Bette Davis
het merkwaardige karakter van Koningin Elizabetn
met groot talent weergegeven heeft. Het befaamde
temperament van deze vrouw, haar fel tyranniek
optreden, dat soms on
middellijk in de uiterste
vcrtecdering kon over
gaan, haar innige aan
hankelijkheid, aan den
man, dien zij liefhad en dien zij toch naar het
schavot kon sturen, heel dat wonderlijke complex
wordt door Bette Davis met groote begaafdheid
vertolkt.' Enol Flyn staat als Lord Essex min
of meer op het tweede plan, maar ook zijn spel
boeit sterk, zoowel in zijn ..rol" van minnaar als
die van onverschrokken veldheer.
De fraaie kleuren verhoogen de charmante en
tourage van het stuk in niet geringe mate.
In het voorprogramma beleven wij de alarm
oefening te Haarlem in een goedgeslaagde re
portage.
Als intermezzo treedt Tom Jersey met geestige
schaduwbeelden op.
Basil Rathbone speelt in deze film de rol van
Paul Reynard, een zwendelaar, die zich als het ver
haal begint, in Londen bevindt om te trachten een
leening te sluiten. Dit mislukt en hij keert terug
naar Parijs om daar tc trachten bij de Bank van
Lamartine een crediet van 100 millio°n francs te
krijgen. Door eerlijk tc bekennen dat h.j de effecten
vervalscht heeft, tracht hij een uitweg te vinden.
Maar hij wordt door de politic gegrepen en
veroordeeld tot tien jaar verblijf in een straf
kolonie. Irene Reynard (Sigrid Curie) gaat met
Paul's handlanger Dirk
(Victor Mc Laglen)
naar Rio de Janeiro
om dicht in Paul's buurt
te zijn. Zij is zangeres
en treedt daar op in een café. Daar leert ze William
Gregory kennen en hoewel ze haar man beloofd heeft
op hem te wachten, gaat ze van William houden en
wanneer Paul met heel veel moeite uit de straf
kolonie ontvlucht is en bij haar terugkeert, merkt
hij dat Irene hem niet meer liefheeft. Hij wil Irene
en haar minnaar dan dooden, maar Dirk komt juist
bijtijds om dit te verhinderen. Paul wordt dan te
zamen met Dirk door de politie, die het café om
singeld heeft, doodgeschoten. Basil Rathbone en
Victor Mc Laglen geven beiden sterk spel te zien.
Sigrid Curie is een knappe, charmante zangeres. De
bijrollen worden vervuld door Leo Carillo en
Robert Cummins.
De regie van deze film werd gevoerd door John
Brahm. Een film vol spanning en gehuld in een
romantische sfeer.
In het voorprogramma werd het alleraardigste
teekenfilmpje in kleuren van Max Fleischer „Alad
din en de wonderlamp" geprolongeerd.
Rembrandt
De hoofdschotel van deze film ..Sterren gaan
naar Hollywood" wordt gevormd door fantasti
sche ijsballetten, eerst in zwart en wit, later in
kleuren. Wat hier op het ijs gepresteerd wordt
grenst aan het ongelooflijke. De meisjes bewe
gen zich over het ijs met een gemak en gratie,
welke een lust voor elk oog zijn. Bij deze ijsdan-
sen is de humor zeker niet vergeten. Ge ziet
een paar humoristen, die phenomenale effecten
op het gladde vlak bereiken; zij zijn zoo vol
komen meester op de schaats dat zij de moeilijk
ste toeren uitvoeren met een gezicht als of het
zoo gemakkelijk is dat iedereen het kan. In
kleuren zien we een ietwat geparodieerd en knap
uitgevoerd. Asschepoesballet. Het is werkelijk
moeilijk om met woorden de kwaliteit van deze
balletten en solodansen op het ijs te omschrij
ven; zij zijn schitterend, prachtig en wat u
maar meer wilt, en wie van zulke ijsballetten
houdt mag deze film niet overslaan. De hoofd
schotel „IJs" prijkt niet
Luxor
alleen zooals op een
gewoon menschen-
menue aan het eind
doch komt ook in het
midden van dc film voor. En wat de rest van het
filmmenu betreft. Ge krijgt een paar liflafjes
van sentimentaliteit te slikken, eenige prachtig
opgesmaakte schotels van Illusies, en dat alles
een beetje voorzien van het zout der teleurstel
ling en het zoet van het geluk. James Stewart,
de jongeman met het verschrikkelijke Ameri-
kaansche accent, speelt de rol van een ijsartist,
tezamen met Lew Aires, zijn partner. Zij ont
dekken een meisje, botsen tegen de auto van een
filmmagnaat, raken hun engagement kwijt, eh
maken hun carrière na teleurstellingen over
wonnen te hebben - - als Ijsballctregisscur op
datJames zijn vrouw, die via de autobot
sing met de fiimmagnaat en de cheque voor de
schadevergoeding tot filmster in Hollywood ge
bombardeerd wordt., weer gelijkwaardig kan
worden, en niet meer het potje behoeft te ko
ken van de filmster, die na gedanen arbeid thuis
manlief vindt. Lew Stone zien we als den film
producent en Joan Crawford is de ster. die
naar Hollywood gaat. Het geheel is een amu
sante film, en nogmaals, wat de ijsballetten be
treft, brengt dit werk ons iets zeer bijzonders.
Voor hen. die graag in de filmkeukwen kijken, zij
nog de merkwaardige omstandigheid opgemerkt
dat deze film geregiseerd werd door den old-ti
mer Reinhol Schünzel: waar zoo'n regisseur al
niet toe komen kan' Een aardig program met
een avontuur van ..Our gang" een stuk ge-
illustreerde geschiedenis van het ruige Westen,
en een amusante teekenfilm gaat vooraf.
De film „Variété met in de hoofdrollen Anna-
bella, Jean Gabin en en Fern Gravey is de'Fran-
sche versie van de eenige jaren geleden ver
toonde Duitsche film „Variété", waarin ook An-
nabella. verder Hans Albers en Atilla Hörbiger
speelden. Hetzelfde thema is ook eens verfilmd
- Jannings.
algemeen niet met
de liefde in zijn filmleven. Indien er geen mede-
wel eens een kansje,
maar zoodra er con
currentie is. legt hij
het meestal af. En
eerlijk gezegd, jé kunt
de meisjes geen on
gelijk geven. Er is iets terugstootends in zijn
masker en wanneer de tegenslag komt, ook in
zijn houding. Het lijkt of hij steeds op den rand
van den afgrond leeft. Het is een goede, hard
werkende, trouwe, maar weinig soepele kerel, zoo
lang alles zijn geregelde gangetje gaat.
Maat gaat het even mis, dan is hij zijn even
wicht kwijt en tot de ellendigste dingen in
staat.
In „Variété" hebben „Les trois Maxims" het na
heel lang zwoegen en tobben eindelijk zoo ver
gebracht, dat ze als nummer aangenomen zijn
in het Apollo Theater. Deze drie vormen een
trapeze-nummer, waar, zools men weet, ieder van
Cinemna
V.l.n.r. dc Hollanders Willy Castcllo en Roland
Varno met de in Holland opgevoede Hongaar»che
actrice Ilona Masscy in Metro-Goldwyn-Mayer's
komende flim „Balalaika".
Nu zich het unieke feit voordoet dat van de drie
in Hollywood gevestigde Nederlandsclie filmspe
lers, Charles Judels, Willy Castello en Roland
Vamo alle drie bij Metro-Goldwyn-Mayer on
der contract er niet minder dan twee in belang
rijke rollen in één film samenspelen, hebben wij
gemeend hieraan speciale aandacht te moeten geven,
Deze twee jonge Hollanders zijn Willy Castello
en Roland Varno, die naast Nelson Eddy optreden
in de groote Russische muziek-operette Balalaika,
waarin ook de in Holland opgevoede Hongaarsche
zangeres Ilona Massey debuteert.
Willy Castello, uit Amsterdam, was een der drie
„Jantjes" en speelde bij Metro-Goldwyn-Mayer
reeds in „Kermis der Dwaasheid" met Norma
Shearer en Clark Gable, Roland Varno, geboren te
Utrecht, doch als H.B.S.-er uit Den Haag naar
Hollywood gegaan, speelde tegenover Garbo in
„Zooals Gij Mij Begeert" en nogmaals in „Marie
Walewska" als de officier, die een aanslag op het
leven van Napoleon pleegt. Hij trad voorts op in
„Arsène Lupin" en in een serie „shorts" van M.
G. M. onder den titel „Misdaad brengt geen voor
deel", waarin deze maatschappij juist aan jongere
krachten hun kans geeft.
Willy Castello, eertijds ccn der drie „Jantjes" met
Nelson Eddy in Metro-Goldwyn-Mayer's
Balalaika.
hen zoo absoluut op elkaar afgestemd moet zijn,
dat ze als het ware één zijn. Een greep, die een
onderdeel van een seconde te vroeg of te laat
komt. kan de noodlottigste gevolgen hebben. In
öe volste harmonie samenwerkend is hun num
mer feilloos. Maar nu komt de tegenslag waar ik
straks op doelde. George (Jean Gabin) heeft
zes jaar gewacht, om het meisje ten huwelijk te
vragen, omdat eerst nu hun bestaan verzekerd is.
Maar de neiging van het meisje gaat uit naar
den anderen partner (Fernand Gravey), die
haar echter alleen als een goede kameraad be
schouwt.
Van af het moment dat George's liefde gewei
gerd wordt is hij, gezien zijn karakter, verloren
voor het trio. Hij is volkomen de zwakkeling, die
zich niet boven zijn teleurstelling kan verhef
fen, hij mokt, is ongenaakbaar, bedrinkt zich,
gaat vechten en steekt zijn partner zelfs met
een mes in zijn arm. 's Morgens bij de oefening
laat hij hem vallen. Gelukkig brengt het net
redding. Wij, het publiek, weten nu natuurlijk
al, wat er dien avond bij de voorstelling zal
gebeuren. Met angstige spanning zien we het
dan ook al te gemoet en herademen wanneer er
afgekondigd wordt, dat de voorstelling niet door
gaat. Maar de voorstelling gaat wèl door en de
catastrophe heeft plaats, al verloopt die eenigs-
zins anders dan we voorzagen.
Samenwerking van de drie is natuurlijk verder
onmogelijk, veel te gevaarlijk met een heerschap
als George. De aftocht van George is dan ook
de beste oplossing en de „De drie Maxims" zul
len voortaan zijn „De twee Maxims". Het is een
film met spanning en veel aardige vlotte
tafereeltjes.
„HELDEN OP EEN LOCOMOTIEF".
In Moviac wordt de spannende film „Helden
op een locomotief" vertoond. In de hoofdrollen
spelen Ruth Hall en Charles Starett. Het ver
haal gaat over een machinist en een stoker, die
het slachtoffer worden van verrassende om
standigheden, doch die toch hun plicht blijven
doen. Een goed verzorgd voorprogram gaat aan
de hoofdfilm vooraf.
FILMS OP ZONDAGOCHTEND.
Luxor geeft Zondag een reprise van „Marie
Antoinette". Palace vertoont nogmaals „Op Hoop van
Zegen". Terwijl in Rembrandt nog de gelegenheid
wordt geboden om „Perpetuum mobile" van onzen
stadgenoot Christiaan Pointl te gaan zien. Liefheb
bers van kleurenfotografie en van natuurtafreelen
mogen deze film niet verzuimen.
Assant en Variété
Een Depot-Bataljon, dat bekend is om zijn
feestavonden, had gisteren een groote plaats in het
programma voor het militaire element ingeruimd.
Voor de pauze kregen we een „assaut" en dat her
innerde mij geheel aan mijn cadettentijd, toen ook
ik nog medewerkte aan zoo'n „colonne geweer" en
een partij sabel schermde.
Reeds dadelijk het eerste nummer was geheel in
den stijl van het militair assaut. Op den achter
grond het Nederlandsche wapen, maar nu als mid
den stuk de Koninklijke Familie; H.M. de Koningin,
Prinses Juliana, Prins Bernhard en de prinsesjes
Beatrix en Irene. Daarvoor een wieg met de Ne
derlandsche kleuren en die beschermd door een
vare mitrailleur en een stuk Pantserafweerge-
schut. En dit alles geflankeerd door twee Infanterie-
groepen met gepresenteerd geweer. Staande bracht
heel de zaal haar hulde met het zingen van het
Wilhelmus bij dit symbolische tableau.
Oorspronkelijk was het de bedoeling van den
Bataljonscommandant,, majoor Duyne, geweest om
dezen feestavond te geven op 30 April ter gelegen
heid van den verjaardag van HJC. Hoogheid Prin
ses Juliana, doch omdat het Concertgebouw op dien
dag niet vrij was, is de avond eenige dagen ver
vroegd moeten worden. Maar het feest stond toch
geheel „in het teeken van den Oranjedag", zooals
het eerste tableau en feitelijk heel het assaut
bewees. Want ook de kranige en zeer vlug ge
schermde partijen degen, sabel en geweer en het
gevecht van sabel tegen geweer door onder
officierenbehooren daartoe. En bovenal de co
lonne geweer, door 16 man korporaals en sol
daten uitgevoerd.
Ik heb in mijn militaire loopbaan, zoowel in
Indië als in Nederland, heel wat „colonnes geweer"
gezien en dus meen ik al ligt dit allerminst op
het terrein van een tooneelcriticus eenigszins
tot oordeelen bevoegd te zijn. Het verrassende voor
mij was, dat deze colonne geweer met haar ver
schillende moeilijke figuren, zoo correct en met
zoo'n zekerheid werd uitgevoerd door jonge man
schappen en korporaals. Dat is werkelijk een uit
zondering en ik kon mij de groote voldoening van
overste de Zonneville over de verrichtingen van
deze jonge manschappen, welke hij na afloop uit
sprak, volkomen begrijpen.
Na de pauze volgde er een variété-program, dat
bestond uit enkel „eerste klas" nummers, zooals
Fred. Hoeben met zijn muzikale experimenten, het
clowneske nummer „De vroolijke boerderij" door
Niotina en zijn partner, de bekende dansers de
Rettichinis, "Seyton en Ruth, rijwielacrobaten en de
3 Lederers, jongleurs. Omdat ik edhter ook nog
een deel van de opvoering van „Het Geheim van
de Cottage" in den Stadsschouwburg moest zien,
kon ik het tweede deel. van dit programma niet
bijwonen.
Maar ik mag dit verslag niet eindigen zonder
melding te maken van de openingsrede van majoor
Duyne, die in warme bewoordingen hulde bracht
aan het Koninklijke Gezin en als zijn overtuiging
uitsprak, dat de manschappen van zijn bataljon,
wanneer 't ooit noodig mocht zijn, pal zouden staan
voor de verdediging van het vaderland, omdat
allen eensgezind waren, waar het gold het bewa
ren der onafhankelijkheid en de eenheid van het
land.
Een der onderofficieren bracht evenals later
overste Zonneville majoor Duyne in hartelijke
bewoordingen hulde voor alles, wat hij deed voor
de manschappen van zijn Bataljon. Een luid hoera
van de zaal bezegelde deze woorden.
J. B. SCHUIL.
EXAMENS.
Bevorderd aan de Gem. Universiteit te Am
sterdam tot doctor in de geneeskunde op proef
schrift getiteld „Over pityriasis rubra pilaris
lichen ruber acuminatus en enkele vormen van
keratose" de heer H. B. van Haren, geb. te Alk
maar.
Geslaagd voor het doctoraal examen sociogra
fie fvrije studierichting) cum laude: de heer J.
Goöefroy; voor het candidaatsexamen socio
grafie mej. G. M. Key en voor het doctoraal
examen rechten mej. C. W. Stadlander.
Rotterdam zeshonderd jaar stad.
Op 7 Juni zal Rotterdam zeshonderd jaar stad
zijn. Den zevenden Juni 1340 gelukte het Rotter
dam stadsrechten te verkrijgen. Op dien datum toch
verleende Willem IV, graaf van Henegouwen, aan
haar poorters verschillende voorrechten, waaronder
ook eigen rechtspleging, zoodat zij zich van dat
tijdstip af als gelijke onder de reeds bestaande Hol-
landsche steden mocht rekenen.
Na overleg met het college van B. en W. heeft
een voorloopig comité het initiatief genomen tot
de viering van dit feit.
Ook in de nabijheid van Haarlem zijn mooie bollenvelden te bewonderen. Hier
boven geven we allereerst een kiekje tusschen Houtvaart en Marcelisvaart, nabij
Elswout. Daar trekken in het bijzonder hyacinten de aandacht. Maar in de
nabijheid staan ook nog fraaie narcissen, zooals de daaronderstaande foto
bewijst. In de nabijheid kleuren ook de tulpenvelden al.
En het land, waar zij leefde en werkte.
Een tentoonstelling
in onze Tijdingzaal
Wie Maandagmiddag en volgende dagen onze
tijdingzaal bezoekt zal daar kennis kunnen nemen
van een zeer bijzondere tentoonstelling die daar
door de Commissie van Moeders en Opvoedsters
uit de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede afd.
Haai-lem en Omstreken is gearrangeerd.
Het is een tentoonstelling, die ten deele gewijd
is aan leven en werk van de onlangs verscheiden
Zweedsche schrijfster Selma Lagerlöf met een daar
aan verbonden expositie van afbeeldingen en voor
werpen uit Zweden, het land, dat in deze dagen in
het brandpunt der internationale staatkunde staat.
De tentoonstelling is dus een posthume hulde aan
de figuur van de begaafde schrijfster en daarnaast
een expositie van afbeeldingen, costumes en ge
bruiksvoorwerpen, op zichzelf zeer interessant en
in dezen tijd actueel bovendien.
De Commissie heeft het .voorrecht gehad, de
voox-bereiding van deze tentoonstelling te mogen
toevertrouwen aan mevrouw N. BasenauGoemans,
die van een groot aantal Zweedsche werken de
Hollandsche vertaling verzorgde en door haar lang
durig verblijf in Zweden een diepgaande kennis
van land en volk van Zweden vergaarde.
Aldus zal men op de tentoonstelling behalve een
aantal portretten en boeken van Selma Lagerlöf veel
vinden, dat ons de schrijfster en haar werk nader
brengt: haar huis Marbacka, plaatwerken met teeke-
ningen van de hoofdpersonen uit Gösta Berling,
foto's uit verschillende perioden van haar leven
en ten slotte een serie reproducties van foto's, bij
haar uitvaart gemaakt. Dat haar boeken aanwezig
zullen zijn spreekt vanzelf.
Vormt dit gedeelte den expositie dus een bron
van stil genot voor den lezer van Selma Lagerlöf's
werken, land en volk van Zweden worden ons nader
gebracht door de tweede afdeeling. Voor de
meesten onzer is Zweden een van die koude,
Skandinavische landen, waar in een soort pool-
klimaat een stugge bevolking een moeilijk be
staan leidt en slechts de korte zomer tot eenig
toeristenverkeer aanleiding geeft.
Hoezeer het tegendeel waar is, leert de
tentoonstelling De schoonheid van het Zweed
sche landschap met zijn schitterende tinten, zijn
machtige bosschen die de meren omzoomen, de
karakteristieke dorpen en de onvergelijkelijke
bergtafereelen, dit alles is op de tentoonstelling
te zien. Maar er is meer. Er zijn heel wat costuums
uit de gebieden, waar veel folkloristische schoon
heid nog in eere wordt gehouden. Varmland en
Dalekarlie, veel handwerken, die een voornaam
denkbeeld geven van de Zweedsche huisvlijt, weef
werk zoogoed als bergsteenen vazen en een houten
drinkkroes, die den Kerstdisch siert, Zweedsch
glaswerk, fraai bewerkte doosjes, messen, koper
werk en houten candelabres.
En dan is er een en ander uit Lapland, het
Noordelijk deel van Zweden, waar de Lap hetzij
de vischvangst, hetzij den rendierteelt beoefent.
Moeder Lap is er behalve door haar jurken
gerepresenteerd door de voorwerpen, die een
rechtgeaarde Lappendame nimmer verlaten: haar
eet- en drinkensnapje, haar mes en haar pijpje.
En dan lette men op het model van de akja, de ren
dierslede, waar in men met riemen vastgebonden
pleegt te worden, omdat de trekkracht wel eens
kuren wil vertoonen en er zich niet om bekom
mert, dat de slede een kwart slag om maakt.
En het mes met de berkenscheede van vader Lap
is er mitsgaders zijn tabakstasch en wat er al meer
tot zijn uitrusting behoort.
We zullen het bij deze grepen laten. Men kome
en zie. Maandagmiddag dne uur zal de ten
toonstelling voor het publiek geopend worden en
met onderbreking van 5 tot 3 uur tot 's avonds half
tien geopend blijven. Dinsdag en Woensdag daar
aanvolgend kan men van 10 tot 5 uur terecht. Er
zal traditiegetrouw jong berkenloof zijn, dat
op dit oogenblilc in hel Zweedsche huis een lente
illusie brengt en het Zweedsche costuum zal ge
dragen worden.... het zal, naar we vertrouwen,
dubbel de moeite loonen, de volgende week een
uurtje voor deze tentoonstelling te reserveeren!
Haarlem's Muziek-Instituut
Evenals bij de vorige vormden ook bij de uit
voering van Vrijdagavond in de Tuinzaal de
pianovoordrachten een numerieke meerderheid,
waarin echter nu de elementaire trap slechts
sporadisch vertegenwoordigd was. nl. door twee
stukjes van Ruygrok. Daarentegen zagen we de
namen van klassieke meesters, als Bach, Han
del, Wagenscil, Scarlatti en Mozart op het pro
gramma, voorts die van een paar epigonen uit
verschillende periodes der romantische richting
als Heller en Chaminade en ook die van tijd-
genooten geen „modernen" van wie Car
roll, Carse en Mario Terenghi in het bijzonder
genoemd mogen worden wegens de artistieke en
pianistische kwaliteiten die hun werkjes bezit
ten, en Jac Bonset's „Albumblatt" mag in dit
verband ook niet onvermeld blijven.
In de vertolkingen der pianowerkjes was een
op en neer gaande, maar over het geheel geno
men stijgende lijn aanwezig. De eerste lieten
wel zeer de moeilijkheid van werkelijk goed pe
daal gebruik ondei'kennen; eerst met het optre
den van een leerlinge van den heer Jan Beider
kwam dit. De leeraar Dirk v. d. Stam liet tref
fende programmamuziek in miniatuur van
Söchting spelen; er kwamen leerlingen van Jac.
Bonset, die méér gaven dan de noten: een, die
door nuanceering wist op te bouwen of een die
een melodische lijn uit een linkerhandcomplex
naar voren wist te brengen, en er kwamen ook
nog enkele meergevorderde pupillen van den heer
Hoogerwerf, die goede dingen verrichtten.
Daartusschenin enkele vioolleerlingen van
de heeren Wulff en Vierveyzer en men maakte
den groei mede uit de begrenzing 'der eerste
positie en der streng-metrische stokbehandeling
naar de vrijere vlucht van vingers en strijk
stok en kwam zelfs tot aan een tonaal en muzi
kaal zuivere interprestatie van een Concerto van
Vivaldi. Trouwens de zuiverheid der intonaties
was in alle voordrachten te prijzen.
Het accordeon-terzet „Weaner'Madln" kon niet
op eenige kunstwaarde aanspraak maken. Twee
aer drie jeugdige spelers hadden we de vorige
keer afzonderlijk gehoord, maar het samenspel
vermocht niet een stijging in het effect der pres
taties te brengen.
Veel beter samenspel werd in het eerste Trio
van Hayan gegeven. Tempo en karakter der
drie hoofddeelen kwamen tot hun recht en, al
kon in het Presto a l'Ongarese een absoluut ge
lijke uitvoering der aan het klavier en aan de
viool toebedeelde snelle figuren nog niet ver
kregen worden, toch vormde dit verdienstelijke
musiceeren een prettig slot van den avond.
K. DE JONG.