EEN VIOOL
liet JOient en Jxin Otieê-aL
Een typisch Amerikaansch figuurtje.
HU
HUSDJEUK
Litteraire Kantteekeningen.
Nieuwe Uitgaven.
VERDWEEN....
WOENSDAG 1? M E X 1940
TT AARTJE M'S D A G B T' A Ti
Debutante.
(Van onzen Amerikaanschen correspondent)
voor mij welhaast een kwelling over
Amerikaansche debutante te schrijven,
ant dat lieve kind in haar mooie jurken
en met haar jonge gezichtje een „snoezig
meisje" om met mijn lezeressen te spreken ver
tegenwoordigt een uiting van Amerikaansch leven,
waarvan iedere Nederlander van welk levens
inzicht of van welke maatschappelijke positie ook
een afkeer moet hebben. Zij vertegenwoordigt de
Amerikaansche „uitgaande wereld", de „society
set" de kleine kringen van Amerikaansche me
vrouwen, meneeren cn jongelieden van beiderlei
kunne, die, rijk met aardsche goederen gezegend, de
bloedende wereld aan hun dure laarzen en laarsjes
lappen en met een vasthoudendheid, een ernstiger
zaak waardig, zich wijdt aan dingen welker belang
wekkendheid volstrekt tegengesteld is aan den ijver
en de toewijding waarmee zij worden verricht. Ik
kan in een aantal kolommen van deze courant de
bezigheden van dezen ik herhaal: kleinen
kring van onsociale „socialites" opsommen, doch
daar zijn deze kolommen te kostbaar voor. De thee
tafel, de bankrekening, het restaurant, de dans, het
snobisme, het huwelijk en nog een aantal andere
„verschijnselen" mee zijn de symbolen van dezen
kring en zijn ..werkzaamheden", die voor Neder-
landsche begrippen veelal onwaardeerbaar zijn.
Maar die in de Vereenigde Staten een element in
het leven van iederen dag vormen, waaraan zóóveel
aandacht wordL besteed vooral: door de millioe-
nen eenvoudigen van geest cn beurs dat 't voor den
beschrijver van het groote Amerikaansche tafereel
bijna plicht is er ook eens aandacht 'aan te wijden.
Zoodat ik u nu eens wat ga vertellen over de
jongste, de „snoezigste" cn de vervelendste „tante"
ter wereld: de débutante. Voor de groote massa der
Amerikaansche krantenlezers: de heldin van het
winterseizoen. Voor den rustigen beschouwer van
Amerikaansch leven: een min- of-meer onbegrijpe
lijk fenomeen. Voor den „revolutionnair": een arro
gante, ijdele nietsnut; voor de gematigd-achteruit-
strevende conservatieve heercn van de Heeren-
Club: een gevaarlijke radicale verschijning, die aan
toont dat de charme van grootmama's tijd voorgoed
voorbij is. Voor de typiste, de winkeljuffrouw, den
kantoorbediende en allen in de Vereenigde Staten,
die droomen van rijkdom doch het voorloopig met
honderd dollar in de maand moeten stellen: de in
teressante, excentrieke, benijde, doch bovenal: be
wonderde en verafgoode verwezenlijking der dier
baarste illusie.
TDS7ANNEER ik mij nu met de Amerikaansche de-
v butante ga bezighouden en u even wat ga ver
tellen over dat meisje dan zie ik haar als typisch
Amerikaansch verschijnsel, als een figuurtje dat
midden in de dagelijksche belangstelling van mil-
lioenen Amerikanen staat. En ik ga haar dan maar
niet critisch en met een Nederlandsch, iet of wat ge
prikkeld, gemoed bezien, want dat heeft weinig nut.
Al zouden alle dagbladcorrespondenten schrijven dat
ze de Amerikaansche debutante als verschijnsel zoo
akelig vinden, dan nog zou Amerika zich daar geen
sikkepit van aantrekken. Het is nuttiger altijd in
dit korte leven te constateeren dan te critiseeren.
Zoo moge ik u voorstellen: de Amerikaansche de
butante.
Tot haar zevenden verjaardag stond hel kind on
der de hoede van een heel precieze, heel gestrenge,
doch ook moederlijke nurse. Deze nuttige juffrouw
werd voor de volgende zeven jaar opgevolgd door
een Fransch gouvernante, die het principieel ver
tikte, zelfs wanneer zij daartoe in staat, was, ..één
woordje Engelsch met het lieve kind te spreken. Ge
durende deze levensperiode ging de toekomstige de
butante ook naar één van de vier deftige en dure
meisjesscholen van New-York. Daar deed zij „alge-
meene ontwikkeling" en de kern harer toekomstige
vriendinnen op. Zij ging éénmaal in de week naar
dansles, tweemaal naar muziekles, kreeg rijlessen
van een pootige Russische en teekenlessen van een
artist, die tot de overtuiging was gekomen dat ook
hij recht op een warmen avondmaaltijd had. 's Zo
mers speelde zij golf en tennis, zij kreeg bridge- en
zwemlessen. Zij werd gemasseerd en kreeg een dieet,
haar tanden werden geregeld gecontroleerd door een
(uiteraard heel duren) tandarts en haar voeten wer
den wetenschappelijk bekeken en behandeld door
een „pedialricïan". Ondanks al deze voortreffelijke
zorgen moest natuurlijk toch eenige tijd gereserveerd
blijven voor mazelen, kinkhoest en migraine. Zoo
ongeveer op haar 14de jaar betrad zij het voorpor
taal harer uiteindelijke roeping: het inteekenbal voor
de onder-débutantes of „sub-debs". U zult begrij
pen dat niet alle lieve 14-jarige meisjes daarvoor
kunnen inteekenen. Zij moeten aan bepaalde nor
men voldoen: papa's standing en bankrekening
welke in de Vereenigde Staten zeer nauw samen
hangen. Teen zij 15 jaar werd ging zij naar kost
school. Daar ontmoette zij meisjes uit andere steden
met andere papa's met andere banksaldi. Zij kreeg
of haar einddiploma van d i e school (op haar 17e
jaar) of zij bleef er slechts een jaar en ging nog een
jaar naar een buitenlandschc kostschool, die altijd
in Parijs, Londen of Florence ligt. En dan in Juni
van haar 18de jaar komt de eerste groote „coming
out party". Een even gewichtig als onvertaalbaar
begrip. Ik hoop dat u z'n strekking zult begrijpen.
Het is zoo iets als de geboorte van een zonnestraal
Of het eerste bloeien van een orchidee. Of: de komst
van de lente. Trotsche papa en mama constateeren
dat hun zorg en geld aan 't lieve kind besteed het
volgend resultaat hebben:
1) Zij is de eenige soort Amerikaansche die (bij
wijze van spreken) twee talen spreekt.
2) Zij danst beter dan eenig ander meisje van eeni
ge andere sociale groep zoowel in de Vereenigde Sta
ten als op de gansche aarde.
3) Zij heeft in haar hoofd de beginpunten voor
vele cultureele mogelijkheden, om niet te zeggen:
voor vele cultureele gesprekken.
4) Zij kan tien soorten sport op aanvaardbare wij
ze beoefenen en dan tellen we bridge nog niet
eens mee
5) Zij kan een restaurant binnenkomen op zulk
een wijze dat iedereen naar haar kijkt.
1\/rROEGER werden de schattige débutantes alleen
voorgesteld aan de papa's, de mama's, de jonge-
dochteren en jongkerels „van haar eigen soort". Nu
gebeurt dat ook, maar nu komt er toch nog een
beetje méér bij. Want via het eigen soort debuteert
de lieverd voor: heel de Vereenigde Staten via
de pers.
Immers: in elke zichzelve respecleerende krant
is een society-rubriek. Voor een Nederlandschen
journalist is die rubriek een dagelijksche reden tot
vermaak of wanneer hij wat zwartgallig is: tot
ergernis. In die rubriek staat alles van alle society-
lieden. Wat voor een hoedje mevrouw Dinges op
had, wie er op theevisite bij mevrouw van Zussen
kwamen en zóó vele kolommen lang en vol. De
werkelijk eerste-klas kranten hebben een rustige,
beschaafde society-rubriek. Maar het zijn juist de
gx-iezelige bladen voor het „groote publiek" die hun
society-pagina's opwerken tot het summum van in
discretie en schandaligheid. Via de society-kolom-
men wordt heden ten dage het débuteerende zusje
aan „de wereld" voorgesteld.
Zoo wordt het lieve kind eenige jaren van partij
naar partij, door krantenkolom na krantenkolom
gesleept. Een Hollandsche moeder zou er kippenvel
van krijgen. Een Hollandsch meisje zou er feestelijk
voor bedanken. En geen Hollandsche papa zou het
in zijn hoofd halen zijn zuurverdiende geld op zulk
een wijze voor zulk een doel aan zijn dochter te
spendeeren.
Tenslotte komt de kroon op het werk. de moeite
en het gehavende banksaldo: het huwelijk.
Sommige veel-geadverteerde débutantes zijn dui
zelig van haar succes geworden en doen rare dingen
in den vorm van rare huwelijken. Anderen krijgen
een „job" in den geest van haar aanleg: film-ster.
jazz-band-kreunster, mode- of fotografisch model.
Maar de meeste worden goede, brave, deftige moe
ders, vol zorg voor het succes van haar dochters die
óók eens zullen débuteeren.
zeggen. Het is, als sociaal verschijnsel, in een
groot, krachtig en belangwekkend land, in de ge
meenschap van een groot en sterk volk niet onbe-
langruk: al wordt het tenslotte slechts begrensd
door de belangwekkendheid van een gering percen
tage der bevolking. Doch ik moge het hierbij laten.
Er zijn andere v erschijnselen die in nauwer verband
staan tot de worstelingen en de weeën der mensch-
heid dan de vraag, welke jurk miss Débutante gis
teren droeg, welk hoedje zij vandaag op had en met
welken jongeman zij zal trouwen.
Al is er voor eenige tientallen millioenen Ameri
kanen cn voor eenige honderdtallen Amerikaansche
lakeien van de Koningin der Aarde geen belangwek
kender onderwerp (behalve baseball) tientallen
millioenen anderen hebben wel wat anders tc doen
en hebben wel over wat anders te denken.
(Nadruk verboden).
Uitslag, puistjes, insectenbeten, huldjeuk alsook kneuzingen,
snljwonden en schrammen moeten direct behandeld worden.
Houdt Foster's Zalf bij de hand. Oczc antiseptische zalf
voorkomt ontsteking en verlicht de jeuk cn pijn Eveneens
heilzaam voor aambeien en cczemateuzc aandoeningen.
Foster s Zalf. alom verkrijgbaa- a Fl. 1.25 per groote doos.
Fl. l.—per tube. 50c. oer kleine doos.
(Adv. Ingez. Med.)
VOOR DE KINDEREN
Maar als we hem de rest niet betalen,
krijgen we de politie op ons dak, zei Krent.
Wedden dat we hem niets meer betalen
en bovendien nog een poets bakken voor zijn
poging om ons af te zetten, zei de Dikke. Ga
maar met mij mee.
Zij trokken samen de stad in, bekeken de
etalages en gingen ten laatste een winkel
binnen.
Waar kan ik de heeren mee dienen? vroeg
de juffrouw.
Jan Mens. De gouden Reael. Amster
dam. Uitg. Mij. Kosmos.
Een goed jaar geleden bespraken wij hier Jan
Mens' eersteling, den roman „Menschen zonder
geld" waarvoor hij toen juist den door Kosmos uit
geloofden eerstelingen-prijs ontvangen had. Werd
cie schrijver toen niet als een werkloos meubelma
ker voorgesteld, die zich tot schrijven gezet had en
die het verwonderlijke resultaat bereikte met één
slag duizend guldon en schrijversroem te oogsten?
Immers, Menschen zonder geld was een zeer goed
hoek. vol locale, hier: Amsterdamsche kleur, vol
hartelijke menschelijlcheid en goed observatiever
mogen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat op
dat boek een nieuw, de Gouden Reael. gevolgd is
en dat voorloopig de werkloosheid van den meu
belmaker door de activiteit van den schrijver ge
volgd wordt.
Ook dit boek draagt een prachtig Amsterdamsch
merk. Sfeer, conversatietoon en plaatsbeschrijv ing
zijn onverbeterlijke suggesties van dat zoo eigen
gereide deel der hoofdstad, waarvar. het Bickers
en het Realeneilana het aan de Jordaan en Haar
lemmerdijk grenzende kerngebied vormen. Daar is
een struische, flinke vrouw, die jong weduwe werd.
een kroeg begonnen met wat zij van haars vaders
erfdeel over had, en zij zal daarmee voor zich en
haar dochtertje den kost. ja zelfs een beetje bezit
gaan verdienen De kerels van de veemen en de
pakhuizen, de dokwerkers, mogen haar allen graag
en drinken in de Gouden Reael hun borrel
meestal wel meerdere maar Griet houdt er de
hand aan. Als het de spuigaten uitloopt tapt zij
niet meer en als de klanten brutaal worden, zet zij
hen op straat. Zij was ook wel van wat beteren
komaf dan haar klanten: haar vader had een
kleine scheepswerf in de buurt gehad en vandaar
was zij met een van zijn knechts gaan trouwen.
Maar die knaap kreeg een paar maanden later een
ongeluk bij het lossen van een schuit. Hij werd
dood naar het gasthuis gebracht en liet Griet met
het kind, het meisje Jane, achtei-.
Daarvoor heeft ze nu al vijftien, zestien jaar ge
werkt Jane is groot geworden en werkt zelf
al als sorteerstcr in de koffie. KoffieDikster heet
dat op z'n Amsterdamsch en Isaac Israels heeft die
meisjes aan de lange tafels vaak geschilderd. En
de kroeg floreert. Griet is een pront wijf, zeggen
haar klanten en Jane is een knappe meid gewor
den, zeggen de buurvrouwen, die het spul in den
Gouden Reael wel lijden mogen omdat Griet hun
kerels zoo in toom houdt.
Zoo is, om met Candide te spreken, alles op z'n
best in de beste der werelden, maar daar fokt
een schrijver geen roman uit. Daar komt dan op
een dag Jan Witte uit Den Helder binnenstappen
en bestelt een kop koffie. Hij is biljartmaker van
zijn vak: zijn baas in Nieuwediep heeft de zaak
aan een ander overgedaan en nu wil Jan voor zich
zelf in het groote Amsterdam beginnen. Hij is juist
met de boot van Zur Mühlen aangekomen en per
toeval in den Reael binnengestapt om even eer kop
koffie ,te drinken. Drank gebruikt hij niet. Griet
vindt dien grooten. hoogblonden jongen man net
een groot kind en papt met hem aan om een praat
je. Jan Witte weet weg noch steg in Amsterdam
en vraagt Griet van allerlei. Veel geld bez't hij
niet. hij zal dus in de eerste plaats een goedkoop
kosthuis moeten opzoeken en dan gauw wat werk
zien te krijgen. Griet krijgt plezier in den openhar-
tigen knaap, zij kan hem goeden raad geven en als
Jane juist thuiskomt draagt ze haar dochter op,
Jan Witte naar een kosthuis op de Heerenmarkt te
brengen, waar zij weet dat hij behoorlijk onderdak
komt en niet zal worden afgezet. Op den terug
tocht naar huis loopt Jane nog een paar straatjes
om. Vreemd is dat, ze kan nog niet direct naar den
Gouden Reael teruggaaner is met Jan Witte,
den biljartmaker, iets nieuws in haar leven geko
men.
Maar ook in het leven van Griet, hoewel zij dat
zichzelf niet zoo scherp omschrijven wil. De lezer
zal in dit boek van een knap behandelde psychi
sche conflict-periode kunnen genieten, waarvan we
groei, bloei en vernietiging nu niet verder gaan na
vertellen, maar alleen de artistieke, zuiver-litte-
raire behandeling willen loven. Jan Witte zal in
Griet's huis langzamerhand opgenomen worden,
zij zal hem aan geld en goeder- raad en aan relaties
helpen en hij, werkend als een paard, zal een zaak
krijgen die er wezen mag. Griet bemoedert hem,
maar daarvan komt meer. andere gevoelens zijn bij
haar. onbewust aan 't werk geweest. Zij is nog jong
en frisch en misschien een jaar of tien ouder dan
hij, En daarnaast staat haar dochter Jare, die voor
Jan Witte schijnt voorbeschikt. Het probleem is er.
Daar is bij deze kerngezonde mènschen die instinc
tief leven en op het leven reageeren, geen gefemel,
geen hyper-ethisch gedaas dankbaar. Zoo leven de
eilanders niet. Men doet. Zooals men werkt, leeft,
lief heeft en sterft, maar met een sterk-primitieve
notie van wat goer is en wat slecht. Hoe het geval
afloopt? Best. Maar dat moet de lezer nu zelf maar
gaan verifieeren. Hij zal van dit verhaal, als ver
haal. evenveel kunnen genieten als aan de schilde
ring van het typisch Amsterdamsche milieu, waarin
Jan Mens een haast afgezaagd. Fransoh-mondain
probleem plaatst, en de pastelkleur daarvan op
fleurt door er een echt Hollandsche, volksche Jan
Steen-peinture voor in de plaats te geven.
In de Gids van deze maand vinden wij weer eens
een schets van den Haarlemmer Job Steynen „De
twee Gezusters". De schrijver heeft zijn prachtige
geneigdheid tot ironie nog niet verloren, maar in
dit verhaal, dat ik ergens als een parafrase op het
bijbelverhaal van Maria en Martha beschouwd vond
maakt, wal smaakt f
(Adv. Ingez. Med.)
is die ironie zachter, wijzer dan vroeger. Het is een
zeer geslaagd stuk proza geworden dat volkomen
gaaf van bouw en gang den schrijver Steynen re
presenteert.
Jan van Oosterburg sluit in dez.e aflevering zijn
wel wat te geforceerd luguber verhaal „Angst" af.
De Kroniek der Nederlandsche letteren verzorgt
Anton van Duinkerken door verdere bladzijden
aan Frederik van Eedert te wijden, wiens lyrische
gedichten hij thans bespreekt. Over de dichters en
schrijvers der tachtiger jaren ontstaat langzamer
hand die berg van studies, beschouwingen, pole
mieken. dissertaties etc, die voor velen het bewijs
is dat, behalve door de geleerden, het werk zelf
niet meer gelezen wordt. Er bestaat voor ieder
kunstwerk een soort hartelijke belangstelling, die
het in haar omhelzing kan versmoren. Het doet er
voor de schoonheid van sommige verzen zoo wei
nig toe, of iemand ze, hoe scherpzinnig ook. op de
een of andere wijze wil verklaren, etiketteeren,
cataloglseeren. Dat* blijven per slot toch persoon
lijke inzichten, evenals Van Duinkerken's conclusie,
die hier geciteerd moge worden:
„Het was Van Eeden's lot. een erotisch dichter
te zijn. doch -een erotisch dichter, die zich krach
tens zijn onderzoekenden geest en zijn religieus
temperament meer om den zin dan om het genot
van de liefde bekommerde. Zijn vroegste liefde
heeft in hem het kunstenaarschap gewekt. Iedere
nieuwe liefde heeft zijn kunst vernieuwd. Daar hij
de liefde wilde verstaan als een geestelijk beginsel,
werd deze kunst vijandig, eerst jegens het natura
lisme, toen jegens het sensitivisme, eindelijk je
gens het individualisme zijner dichtende leeftij<d-
genooten".
Vooral bij een eenigszins cameleontischc figuur,
als Van Eeden toch geweest moet zijn, zullen in
zichten als deze altijd wel beïnvloed worden door
de plaats waarop men zelf staat. Vooral in de lit
teratuur dreigt tegenwoordig het gevaar dat het
kunstwerk waarom het toch te doen is wondt
doodgepraat en doodgecritiscerd. Hetgeen een
eigenschap pleegt te zijn van iederen tijd, die ver
moeid cn tot weinig grootsche productie in staat is.
Voor de Jeugd.
„Mlchiel" door Henriëtle van Eijk. de ge
schiedenis van een mug. Mei 34 illustraties van
Rusche Wijdeveld. Amsterdam, N. V. Em.
Querido's Uitgevers Maatschappij.
Henriëtte van Eyk. de bekende schrijfster van
eenige groote menschenboekcn. heeft nu een
kinderboek ..Michiel" het licht doen zien. waarin
ook weer vooral haar zin voor fijnen humor op
valt. Misschien zal'die onzen kleintjes gedeel
telijk wel ontgaan, maar ze zullen toch van deze
zeer aantrekkelijke en boeiende geschiedenis
van een muggenfamilie kunnen genieten. Vader
mug. Simeonis dirigent van de muggenzangver-
eer.iging ..GonskunstHij besluit met zijn fa
milie te blijven overwinteren en niet zooals ge
woonlijk weg te trekken naar warmere streken
en allo avonturen, die de muggenfamilie dan be
leeft. worden met veel fantasie door de schrijf
ster weergegeven.
Vooral de sprookjes achtige sfeer ls goed ge
troffen.
Dit kinderboek is bestemd voor kinderen van
pl.m. 710 jaar en eventueel ook nog voor oude
ren Het leent zich ook heel goed om uit voor
te lezen. De alleraardigste tcekeningen van Ru-
scha Wijdeveld verhoogen nog de aantrekke
lijkheid van het geheel.
door
Paul Schott
24
Maar Grangg hoorde reeds niets meer
Dat was het dus! Faustina's vader tot vijf jaar
veroordeeld! En hij had hier al dien tijd zitten
droomen! Hij richtte zich op.
„En wat had die man gedaan vroeg hij en kon
niet verhinderen dat zgn anders zoo rustige stem
een weinig beefde.
„Waardevolle oude boeken uit de bibliotheek
Bertoliana gestolen en verkocht." Diep ademhalend
stond Grangg op, betaalde en verliet het café, lich
telijk zwaaiend, alsof hij geen koffie maar van de
zware Italiaansche wgn had gedronken.
Lena en Hans Apt waren eerst tevergeefsch bij
6en gemoedelijken nettenbreier geweest, uit wien
niets te halen was geweest, daar hij geen ernstig
woord gesproken had. Hij had hun iets te eten
aangeboden uit een zwartgerookte pan, die in de
schouw hing, daarna had hij hen van zgn schoon
moeder verteld aan wie hij zich doodergerde en
tenslotte had hij Lena een van zijn netten aange
boden om mannen in te vangen. Nu keerden zij
terug naar het plein voor het station, waaraar.
hun hotel lag. Zij staken over, doorkruisten ver
schillende steile straatjes en lazen eindelijk den
gezochten naam: Salita Farmagosta.
„Hier woont dus de graaf", zei Apt terwijl zij
om zich heen keken." zonderlinge liefhebberij om
in zulk een steegje een paleis te laten bouwen",
vond hij terwijl hg in zijn lijstje naar het huisnum
mer zocht.
Zij liepen in het smalle straatje, waar een kat
voor hun voeten wegvluchtte. Nummer zeven was
een zeer oud en verweerd steenen huis met tralies
voor de vensters op de benedenverdieping. ,Ziet er
niet uit als een paleis, hè?" vroeg Lena, toen er
juist een in het zwart gekleede vrouw met een
brilletje op naar buiten trad, aan wie Apt naar
den graaf informeerde. „Die woont op de derde
verdieping", zei de vrouw, waarop Lena zoo'n
grappige beweging maakte, dat Apt lachte: „Hrj
zal ons er dus niet uit laten gooien! De graaf, die
niet betalen kon!"
Zij bestegen een nauwe wenteltrap, vonden on
der het dak slechts één deur en belden aan. Dadelijk
hoorden zij een hooge stem, die riep dat er direct
opengedaan zou worden. Toen hoorden zij een dof
fe slag. er viel iets om en graaf Salimbeni opende
de deur.
„Waarmee kan ik U van dienst zijn?" vroeg hij
en staarde zgn bezoekers aan. „Ik ben aan het ver
huizen en aan het pakken neemt U mg niet
kwalijk ja. komt U verder
Het heerschap maakte in ieder opzicht den in
druk, gestoord te zijn. Boord en das had hij nog
niet omgedaan, maar na ieder woord meende hij
naar den plaats te moeten tasten, waar zij eigen
lijk moesten zitten. Zijn haar zag er uit, alsof hij
den nacht in het hooi doorgebracht had.
„Wij komen over die viool", zeide Apt en keek
het mannetje recht in de waterige oogjes. Lena
keek om zich heen. De schilderijen waren van de
muren gehaald en lagen her en der op koffers en
in de kamer rook het naar stof en een sterk geu
rende zeep.
„Zooiets had ik kunnen vermoeden. Bent U van
de politie?" vroeg Salimbeni angstig. „Ik heb het
vandaag in de krar.t gelezen. De moordenaar heeft
mijn naam, ik bedoel den naam „Salimbeni" ge
noemd." Opgewonden keek hij om zich heen, alsof
hij zelf den moordenaar was. „Het is mij onbe
grijpelijk. Er zijn toch zoovele Salimbeni's in
Genua!"
„Zeven-en-dertig", mompelde Lena en keek uit
het vensier naar een binnenplaatsje en verweerde
daken.
„Zoo. zeven-en-dertig?" herhaalde de graaf vra
gend en tastte naar zijn afwezige das.
„U kent den handelaar Bozzizeide Hans
Apt, zonder vraag in zijn toon.
„Ik houd mij met bemiddehngszaken bezig. Ik
geloof dat ik wel eens een zaak met hem heb ge
daan. U komt van de politie?"
„Neen wij werken voor onszelf, wij zijn een
detectivebureau", merkte Lena op. „wij werken
zeer discreet en willen alleen de kooper van de
viool opsporen, in opdracht, begrijpt U?"
De graaf scheen iets opgelucht. Tot groote ver
bazing van zijn bezoekers, haalde hg een wit piqué
das te voorschgn en een hooge boord, welke zaken
hij met onhandige vingers om zijn magere hals
bevestigde. Toen zeide hij met vastere stem:
„Naar mijn meening is de viool naar Amerika
verkocht."
„Wat? Wat zegt U daar?" schreeuwde Apt.
„Naar Amerika'' Bent U gek geworden?" Geheel
verbluft stamelde Salimbeni:
„Wie zou hier een dergelijke viool koopen?"
„Cavalcanti misschien?" probeerde Lena en knip
oogde tegen den graaf.
„Cavalcanti? Bewaar me!" de graaf sloeg zgn
oogen ten hemel.
,,U heeft hem goed gekend?"
„Bgna niet, bijna niet!" riep Salimbeni. ,.En daar
om begrgp ik ook niet waarom de moordenaar mijn
naam genoemd heeft, hij zal zeker een anderen
Salimbeni bedoeld hebben."
„Misschien den nettenbreier", zei Lena ernstig.
„Zou Cavalcanti misschien in antieke vischnetten
gehandeld hebben?"
„Toch is het merkwaardig, dat u de eenige Salim
beni bent, die met antiquiteiten te maken heeft,"
riep Apt agressief, maar de graaf had geen gele
genheid meer om te antwoorden, daar er gebeld
werd.
Hij deed open en twee heeren in burger traden
binnen, waarvan de eene zeide: „Wg komen van de
politie. Is U graaf Salimbeni?" En toen deze dit
nauwlijks hoorbaar beaamde: „Wij verzoeken U
ons te volgen, wij hebben een auto gereed staan.
Dan zich tot de beide bezoekers wendend: ..Mag ik
vragen, wie U bent? En in welke betrekking U tot
den graat staat?"
„Helaas geen familiebetrekking", lachte Lena,
„anders zouden wij ook nog graven zijn!" En daar
Apt, die verbleekt was, haar zachtjes aanstootte:
„Ik heet Lena Plischmuth en ben de pianiste en
secretaresse van den violist Grangg."
De politie-beambte knikte: „En mijnheer?"
„Ik ben algemeen vertegenwoordiger van dc
Zwitsersche verzekeringsmaatschappij, waarbij de
viool verzekerd was. Juffrouw Plischmuth en ik
hebben zoojuist
De beambte wisselde een blik van verstandhou
ding met zijn collega en zeide: „Dat kunt U op
het bureau vertellen, tk verzoek U mij te volgen."
En hij liet Salimbeni cn zijn bezoekers voorgaan,
terwijl de ander achterbleef om de kamer aan een
onderzoek te onderwerpen.
Buiten wachtte een gesloten automobiel. Men
steeg in, de beambte gaf een seintje aan den
chauffeur en de wagen zette zich in beweging.
Zwijgend was Lena de trappen afgedaald en inge
stapt, af en toe haar metgezel even verstolen
aanziend. Nu kon zij zich echter niet langer in
houden.
„Dat komt er nu van onzen ijver! In elk geval
komen we op een goedkoope manier naar het
politiebureau, niet?" Apt zweeg, daar hij zich
allesbehalve plezierig voelde. Hij had zich op een
gebied begeven, dat hij niet kende. Dat had hg er
nu van. Al dat soort menschen, kunsthandelaars,
artisten en zoogenaamde graven kwamen tenslotte
bij de politic terecht. Op dit oogenblik werd hij
zich ervan bewust, nu hij met Lena een ongewisse
toekomst tegemoet reed, dat hij het meisje liefhad.
„Binnen vijf minuten zijn wij klaar", zei hij
hardop, maar meer tot zichzelf, „wij zullen ons
beroepen op den markies Fiilipepi".
De beambte die hen grimmig mm had zitten
staren, zeide: „U kent den markies? Des te beter,
want hij leidt het onderzoek."
„Alleen verzoek ik je op een beetje andere
manier met hem te praten, als je den la .lal in .-er
bij de aangifte gedaan hebt", fluisterde Apt in
het Duitsch tot Lena.
„Ik had mij binnen het uur aangemeld", zeide
Salimbeni plotseling. „Juist heb ik in dc krant
gelezen, dathij staarde voor zich uit.
„Als bezitter van de viool?" vroeg dc beambte
direct.
„Ach, ik weet heelomaal niets van de viool,
maar aangezien oe moordenaar den naam Salim
beni genoemd heeft en ik met antiquiteiten te
maken heb
De auto stond stil, men steeg uit en Lena zei
nog gauw tot Apt: „Het wordt steeds amusanter."
..Dat kan ik helaas niet vinden", fluisterde deze*,
terwijl men hen een hoog vertrek binnenvoerde,
v;aar het naar rook en stempelinkt rook. En nog
zachter en bijna teeder: „Wees maar niet bang,
vertrouw maar op mij."
„Waarom zou ik bang zijn?" lachte Lena, „voor
dat uitroepteeken misschien? Ik ben eigenlijk in
mijn heele leven maar bang voor één ding, name»
Ijk. dat Grangg nog eens midden ln een Beet
hoven-sonate blijft steken." Apt keek haar vlak in
de oogen: „Denk je dan altijd aan hem?"
„Niet altijd", fluisterde zo, terwgl zc zijn blik
beantwoordde.
Toen werden ze Salimbeni was direct naar
een iindere kamer gebracht naar het vertrek
van den markies Fiilipepi, aan het einde van een
lange gang gevoerd. De chef van de aideclirig
recherche had zich, als een standbeeld van zich
zelf, naast zyn schrijftafel opgesteld en toen zij
hem in het oog kregen vermaando Apt Lena nog
haastig, wat meer eerbied te betooncn dan den
vorigen keer, daar hij haar gedrag vast nog niet
vergeten was.
„Mag ik mij de vraag veroorloven", zoo begon
de markies, ..wat U bg dien zoogen aamden graaf
Salimbeni zocht?"
1 Wordt vervolgd).