EEN VIOOL liet JOient en Jxin Otieê-aL Een typisch Amerikaansch figuurtje. HU HUSDJEUK Litteraire Kantteekeningen. Nieuwe Uitgaven. VERDWEEN.... WOENSDAG 1? M E X 1940 TT AARTJE M'S D A G B T' A Ti Debutante. (Van onzen Amerikaanschen correspondent) voor mij welhaast een kwelling over Amerikaansche debutante te schrijven, ant dat lieve kind in haar mooie jurken en met haar jonge gezichtje een „snoezig meisje" om met mijn lezeressen te spreken ver tegenwoordigt een uiting van Amerikaansch leven, waarvan iedere Nederlander van welk levens inzicht of van welke maatschappelijke positie ook een afkeer moet hebben. Zij vertegenwoordigt de Amerikaansche „uitgaande wereld", de „society set" de kleine kringen van Amerikaansche me vrouwen, meneeren cn jongelieden van beiderlei kunne, die, rijk met aardsche goederen gezegend, de bloedende wereld aan hun dure laarzen en laarsjes lappen en met een vasthoudendheid, een ernstiger zaak waardig, zich wijdt aan dingen welker belang wekkendheid volstrekt tegengesteld is aan den ijver en de toewijding waarmee zij worden verricht. Ik kan in een aantal kolommen van deze courant de bezigheden van dezen ik herhaal: kleinen kring van onsociale „socialites" opsommen, doch daar zijn deze kolommen te kostbaar voor. De thee tafel, de bankrekening, het restaurant, de dans, het snobisme, het huwelijk en nog een aantal andere „verschijnselen" mee zijn de symbolen van dezen kring en zijn ..werkzaamheden", die voor Neder- landsche begrippen veelal onwaardeerbaar zijn. Maar die in de Vereenigde Staten een element in het leven van iederen dag vormen, waaraan zóóveel aandacht wordL besteed vooral: door de millioe- nen eenvoudigen van geest cn beurs dat 't voor den beschrijver van het groote Amerikaansche tafereel bijna plicht is er ook eens aandacht 'aan te wijden. Zoodat ik u nu eens wat ga vertellen over de jongste, de „snoezigste" cn de vervelendste „tante" ter wereld: de débutante. Voor de groote massa der Amerikaansche krantenlezers: de heldin van het winterseizoen. Voor den rustigen beschouwer van Amerikaansch leven: een min- of-meer onbegrijpe lijk fenomeen. Voor den „revolutionnair": een arro gante, ijdele nietsnut; voor de gematigd-achteruit- strevende conservatieve heercn van de Heeren- Club: een gevaarlijke radicale verschijning, die aan toont dat de charme van grootmama's tijd voorgoed voorbij is. Voor de typiste, de winkeljuffrouw, den kantoorbediende en allen in de Vereenigde Staten, die droomen van rijkdom doch het voorloopig met honderd dollar in de maand moeten stellen: de in teressante, excentrieke, benijde, doch bovenal: be wonderde en verafgoode verwezenlijking der dier baarste illusie. TDS7ANNEER ik mij nu met de Amerikaansche de- v butante ga bezighouden en u even wat ga ver tellen over dat meisje dan zie ik haar als typisch Amerikaansch verschijnsel, als een figuurtje dat midden in de dagelijksche belangstelling van mil- lioenen Amerikanen staat. En ik ga haar dan maar niet critisch en met een Nederlandsch, iet of wat ge prikkeld, gemoed bezien, want dat heeft weinig nut. Al zouden alle dagbladcorrespondenten schrijven dat ze de Amerikaansche debutante als verschijnsel zoo akelig vinden, dan nog zou Amerika zich daar geen sikkepit van aantrekken. Het is nuttiger altijd in dit korte leven te constateeren dan te critiseeren. Zoo moge ik u voorstellen: de Amerikaansche de butante. Tot haar zevenden verjaardag stond hel kind on der de hoede van een heel precieze, heel gestrenge, doch ook moederlijke nurse. Deze nuttige juffrouw werd voor de volgende zeven jaar opgevolgd door een Fransch gouvernante, die het principieel ver tikte, zelfs wanneer zij daartoe in staat, was, ..één woordje Engelsch met het lieve kind te spreken. Ge durende deze levensperiode ging de toekomstige de butante ook naar één van de vier deftige en dure meisjesscholen van New-York. Daar deed zij „alge- meene ontwikkeling" en de kern harer toekomstige vriendinnen op. Zij ging éénmaal in de week naar dansles, tweemaal naar muziekles, kreeg rijlessen van een pootige Russische en teekenlessen van een artist, die tot de overtuiging was gekomen dat ook hij recht op een warmen avondmaaltijd had. 's Zo mers speelde zij golf en tennis, zij kreeg bridge- en zwemlessen. Zij werd gemasseerd en kreeg een dieet, haar tanden werden geregeld gecontroleerd door een (uiteraard heel duren) tandarts en haar voeten wer den wetenschappelijk bekeken en behandeld door een „pedialricïan". Ondanks al deze voortreffelijke zorgen moest natuurlijk toch eenige tijd gereserveerd blijven voor mazelen, kinkhoest en migraine. Zoo ongeveer op haar 14de jaar betrad zij het voorpor taal harer uiteindelijke roeping: het inteekenbal voor de onder-débutantes of „sub-debs". U zult begrij pen dat niet alle lieve 14-jarige meisjes daarvoor kunnen inteekenen. Zij moeten aan bepaalde nor men voldoen: papa's standing en bankrekening welke in de Vereenigde Staten zeer nauw samen hangen. Teen zij 15 jaar werd ging zij naar kost school. Daar ontmoette zij meisjes uit andere steden met andere papa's met andere banksaldi. Zij kreeg of haar einddiploma van d i e school (op haar 17e jaar) of zij bleef er slechts een jaar en ging nog een jaar naar een buitenlandschc kostschool, die altijd in Parijs, Londen of Florence ligt. En dan in Juni van haar 18de jaar komt de eerste groote „coming out party". Een even gewichtig als onvertaalbaar begrip. Ik hoop dat u z'n strekking zult begrijpen. Het is zoo iets als de geboorte van een zonnestraal Of het eerste bloeien van een orchidee. Of: de komst van de lente. Trotsche papa en mama constateeren dat hun zorg en geld aan 't lieve kind besteed het volgend resultaat hebben: 1) Zij is de eenige soort Amerikaansche die (bij wijze van spreken) twee talen spreekt. 2) Zij danst beter dan eenig ander meisje van eeni ge andere sociale groep zoowel in de Vereenigde Sta ten als op de gansche aarde. 3) Zij heeft in haar hoofd de beginpunten voor vele cultureele mogelijkheden, om niet te zeggen: voor vele cultureele gesprekken. 4) Zij kan tien soorten sport op aanvaardbare wij ze beoefenen en dan tellen we bridge nog niet eens mee 5) Zij kan een restaurant binnenkomen op zulk een wijze dat iedereen naar haar kijkt. 1\/rROEGER werden de schattige débutantes alleen voorgesteld aan de papa's, de mama's, de jonge- dochteren en jongkerels „van haar eigen soort". Nu gebeurt dat ook, maar nu komt er toch nog een beetje méér bij. Want via het eigen soort debuteert de lieverd voor: heel de Vereenigde Staten via de pers. Immers: in elke zichzelve respecleerende krant is een society-rubriek. Voor een Nederlandschen journalist is die rubriek een dagelijksche reden tot vermaak of wanneer hij wat zwartgallig is: tot ergernis. In die rubriek staat alles van alle society- lieden. Wat voor een hoedje mevrouw Dinges op had, wie er op theevisite bij mevrouw van Zussen kwamen en zóó vele kolommen lang en vol. De werkelijk eerste-klas kranten hebben een rustige, beschaafde society-rubriek. Maar het zijn juist de gx-iezelige bladen voor het „groote publiek" die hun society-pagina's opwerken tot het summum van in discretie en schandaligheid. Via de society-kolom- men wordt heden ten dage het débuteerende zusje aan „de wereld" voorgesteld. Zoo wordt het lieve kind eenige jaren van partij naar partij, door krantenkolom na krantenkolom gesleept. Een Hollandsche moeder zou er kippenvel van krijgen. Een Hollandsch meisje zou er feestelijk voor bedanken. En geen Hollandsche papa zou het in zijn hoofd halen zijn zuurverdiende geld op zulk een wijze voor zulk een doel aan zijn dochter te spendeeren. Tenslotte komt de kroon op het werk. de moeite en het gehavende banksaldo: het huwelijk. Sommige veel-geadverteerde débutantes zijn dui zelig van haar succes geworden en doen rare dingen in den vorm van rare huwelijken. Anderen krijgen een „job" in den geest van haar aanleg: film-ster. jazz-band-kreunster, mode- of fotografisch model. Maar de meeste worden goede, brave, deftige moe ders, vol zorg voor het succes van haar dochters die óók eens zullen débuteeren. zeggen. Het is, als sociaal verschijnsel, in een groot, krachtig en belangwekkend land, in de ge meenschap van een groot en sterk volk niet onbe- langruk: al wordt het tenslotte slechts begrensd door de belangwekkendheid van een gering percen tage der bevolking. Doch ik moge het hierbij laten. Er zijn andere v erschijnselen die in nauwer verband staan tot de worstelingen en de weeën der mensch- heid dan de vraag, welke jurk miss Débutante gis teren droeg, welk hoedje zij vandaag op had en met welken jongeman zij zal trouwen. Al is er voor eenige tientallen millioenen Ameri kanen cn voor eenige honderdtallen Amerikaansche lakeien van de Koningin der Aarde geen belangwek kender onderwerp (behalve baseball) tientallen millioenen anderen hebben wel wat anders tc doen en hebben wel over wat anders te denken. (Nadruk verboden). Uitslag, puistjes, insectenbeten, huldjeuk alsook kneuzingen, snljwonden en schrammen moeten direct behandeld worden. Houdt Foster's Zalf bij de hand. Oczc antiseptische zalf voorkomt ontsteking en verlicht de jeuk cn pijn Eveneens heilzaam voor aambeien en cczemateuzc aandoeningen. Foster s Zalf. alom verkrijgbaa- a Fl. 1.25 per groote doos. Fl. l.—per tube. 50c. oer kleine doos. (Adv. Ingez. Med.) VOOR DE KINDEREN Maar als we hem de rest niet betalen, krijgen we de politie op ons dak, zei Krent. Wedden dat we hem niets meer betalen en bovendien nog een poets bakken voor zijn poging om ons af te zetten, zei de Dikke. Ga maar met mij mee. Zij trokken samen de stad in, bekeken de etalages en gingen ten laatste een winkel binnen. Waar kan ik de heeren mee dienen? vroeg de juffrouw. Jan Mens. De gouden Reael. Amster dam. Uitg. Mij. Kosmos. Een goed jaar geleden bespraken wij hier Jan Mens' eersteling, den roman „Menschen zonder geld" waarvoor hij toen juist den door Kosmos uit geloofden eerstelingen-prijs ontvangen had. Werd cie schrijver toen niet als een werkloos meubelma ker voorgesteld, die zich tot schrijven gezet had en die het verwonderlijke resultaat bereikte met één slag duizend guldon en schrijversroem te oogsten? Immers, Menschen zonder geld was een zeer goed hoek. vol locale, hier: Amsterdamsche kleur, vol hartelijke menschelijlcheid en goed observatiever mogen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat op dat boek een nieuw, de Gouden Reael. gevolgd is en dat voorloopig de werkloosheid van den meu belmaker door de activiteit van den schrijver ge volgd wordt. Ook dit boek draagt een prachtig Amsterdamsch merk. Sfeer, conversatietoon en plaatsbeschrijv ing zijn onverbeterlijke suggesties van dat zoo eigen gereide deel der hoofdstad, waarvar. het Bickers en het Realeneilana het aan de Jordaan en Haar lemmerdijk grenzende kerngebied vormen. Daar is een struische, flinke vrouw, die jong weduwe werd. een kroeg begonnen met wat zij van haars vaders erfdeel over had, en zij zal daarmee voor zich en haar dochtertje den kost. ja zelfs een beetje bezit gaan verdienen De kerels van de veemen en de pakhuizen, de dokwerkers, mogen haar allen graag en drinken in de Gouden Reael hun borrel meestal wel meerdere maar Griet houdt er de hand aan. Als het de spuigaten uitloopt tapt zij niet meer en als de klanten brutaal worden, zet zij hen op straat. Zij was ook wel van wat beteren komaf dan haar klanten: haar vader had een kleine scheepswerf in de buurt gehad en vandaar was zij met een van zijn knechts gaan trouwen. Maar die knaap kreeg een paar maanden later een ongeluk bij het lossen van een schuit. Hij werd dood naar het gasthuis gebracht en liet Griet met het kind, het meisje Jane, achtei-. Daarvoor heeft ze nu al vijftien, zestien jaar ge werkt Jane is groot geworden en werkt zelf al als sorteerstcr in de koffie. KoffieDikster heet dat op z'n Amsterdamsch en Isaac Israels heeft die meisjes aan de lange tafels vaak geschilderd. En de kroeg floreert. Griet is een pront wijf, zeggen haar klanten en Jane is een knappe meid gewor den, zeggen de buurvrouwen, die het spul in den Gouden Reael wel lijden mogen omdat Griet hun kerels zoo in toom houdt. Zoo is, om met Candide te spreken, alles op z'n best in de beste der werelden, maar daar fokt een schrijver geen roman uit. Daar komt dan op een dag Jan Witte uit Den Helder binnenstappen en bestelt een kop koffie. Hij is biljartmaker van zijn vak: zijn baas in Nieuwediep heeft de zaak aan een ander overgedaan en nu wil Jan voor zich zelf in het groote Amsterdam beginnen. Hij is juist met de boot van Zur Mühlen aangekomen en per toeval in den Reael binnengestapt om even eer kop koffie ,te drinken. Drank gebruikt hij niet. Griet vindt dien grooten. hoogblonden jongen man net een groot kind en papt met hem aan om een praat je. Jan Witte weet weg noch steg in Amsterdam en vraagt Griet van allerlei. Veel geld bez't hij niet. hij zal dus in de eerste plaats een goedkoop kosthuis moeten opzoeken en dan gauw wat werk zien te krijgen. Griet krijgt plezier in den openhar- tigen knaap, zij kan hem goeden raad geven en als Jane juist thuiskomt draagt ze haar dochter op, Jan Witte naar een kosthuis op de Heerenmarkt te brengen, waar zij weet dat hij behoorlijk onderdak komt en niet zal worden afgezet. Op den terug tocht naar huis loopt Jane nog een paar straatjes om. Vreemd is dat, ze kan nog niet direct naar den Gouden Reael teruggaaner is met Jan Witte, den biljartmaker, iets nieuws in haar leven geko men. Maar ook in het leven van Griet, hoewel zij dat zichzelf niet zoo scherp omschrijven wil. De lezer zal in dit boek van een knap behandelde psychi sche conflict-periode kunnen genieten, waarvan we groei, bloei en vernietiging nu niet verder gaan na vertellen, maar alleen de artistieke, zuiver-litte- raire behandeling willen loven. Jan Witte zal in Griet's huis langzamerhand opgenomen worden, zij zal hem aan geld en goeder- raad en aan relaties helpen en hij, werkend als een paard, zal een zaak krijgen die er wezen mag. Griet bemoedert hem, maar daarvan komt meer. andere gevoelens zijn bij haar. onbewust aan 't werk geweest. Zij is nog jong en frisch en misschien een jaar of tien ouder dan hij, En daarnaast staat haar dochter Jare, die voor Jan Witte schijnt voorbeschikt. Het probleem is er. Daar is bij deze kerngezonde mènschen die instinc tief leven en op het leven reageeren, geen gefemel, geen hyper-ethisch gedaas dankbaar. Zoo leven de eilanders niet. Men doet. Zooals men werkt, leeft, lief heeft en sterft, maar met een sterk-primitieve notie van wat goer is en wat slecht. Hoe het geval afloopt? Best. Maar dat moet de lezer nu zelf maar gaan verifieeren. Hij zal van dit verhaal, als ver haal. evenveel kunnen genieten als aan de schilde ring van het typisch Amsterdamsche milieu, waarin Jan Mens een haast afgezaagd. Fransoh-mondain probleem plaatst, en de pastelkleur daarvan op fleurt door er een echt Hollandsche, volksche Jan Steen-peinture voor in de plaats te geven. In de Gids van deze maand vinden wij weer eens een schets van den Haarlemmer Job Steynen „De twee Gezusters". De schrijver heeft zijn prachtige geneigdheid tot ironie nog niet verloren, maar in dit verhaal, dat ik ergens als een parafrase op het bijbelverhaal van Maria en Martha beschouwd vond maakt, wal smaakt f (Adv. Ingez. Med.) is die ironie zachter, wijzer dan vroeger. Het is een zeer geslaagd stuk proza geworden dat volkomen gaaf van bouw en gang den schrijver Steynen re presenteert. Jan van Oosterburg sluit in dez.e aflevering zijn wel wat te geforceerd luguber verhaal „Angst" af. De Kroniek der Nederlandsche letteren verzorgt Anton van Duinkerken door verdere bladzijden aan Frederik van Eedert te wijden, wiens lyrische gedichten hij thans bespreekt. Over de dichters en schrijvers der tachtiger jaren ontstaat langzamer hand die berg van studies, beschouwingen, pole mieken. dissertaties etc, die voor velen het bewijs is dat, behalve door de geleerden, het werk zelf niet meer gelezen wordt. Er bestaat voor ieder kunstwerk een soort hartelijke belangstelling, die het in haar omhelzing kan versmoren. Het doet er voor de schoonheid van sommige verzen zoo wei nig toe, of iemand ze, hoe scherpzinnig ook. op de een of andere wijze wil verklaren, etiketteeren, cataloglseeren. Dat* blijven per slot toch persoon lijke inzichten, evenals Van Duinkerken's conclusie, die hier geciteerd moge worden: „Het was Van Eeden's lot. een erotisch dichter te zijn. doch -een erotisch dichter, die zich krach tens zijn onderzoekenden geest en zijn religieus temperament meer om den zin dan om het genot van de liefde bekommerde. Zijn vroegste liefde heeft in hem het kunstenaarschap gewekt. Iedere nieuwe liefde heeft zijn kunst vernieuwd. Daar hij de liefde wilde verstaan als een geestelijk beginsel, werd deze kunst vijandig, eerst jegens het natura lisme, toen jegens het sensitivisme, eindelijk je gens het individualisme zijner dichtende leeftij<d- genooten". Vooral bij een eenigszins cameleontischc figuur, als Van Eeden toch geweest moet zijn, zullen in zichten als deze altijd wel beïnvloed worden door de plaats waarop men zelf staat. Vooral in de lit teratuur dreigt tegenwoordig het gevaar dat het kunstwerk waarom het toch te doen is wondt doodgepraat en doodgecritiscerd. Hetgeen een eigenschap pleegt te zijn van iederen tijd, die ver moeid cn tot weinig grootsche productie in staat is. Voor de Jeugd. „Mlchiel" door Henriëtle van Eijk. de ge schiedenis van een mug. Mei 34 illustraties van Rusche Wijdeveld. Amsterdam, N. V. Em. Querido's Uitgevers Maatschappij. Henriëtte van Eyk. de bekende schrijfster van eenige groote menschenboekcn. heeft nu een kinderboek ..Michiel" het licht doen zien. waarin ook weer vooral haar zin voor fijnen humor op valt. Misschien zal'die onzen kleintjes gedeel telijk wel ontgaan, maar ze zullen toch van deze zeer aantrekkelijke en boeiende geschiedenis van een muggenfamilie kunnen genieten. Vader mug. Simeonis dirigent van de muggenzangver- eer.iging ..GonskunstHij besluit met zijn fa milie te blijven overwinteren en niet zooals ge woonlijk weg te trekken naar warmere streken en allo avonturen, die de muggenfamilie dan be leeft. worden met veel fantasie door de schrijf ster weergegeven. Vooral de sprookjes achtige sfeer ls goed ge troffen. Dit kinderboek is bestemd voor kinderen van pl.m. 710 jaar en eventueel ook nog voor oude ren Het leent zich ook heel goed om uit voor te lezen. De alleraardigste tcekeningen van Ru- scha Wijdeveld verhoogen nog de aantrekke lijkheid van het geheel. door Paul Schott 24 Maar Grangg hoorde reeds niets meer Dat was het dus! Faustina's vader tot vijf jaar veroordeeld! En hij had hier al dien tijd zitten droomen! Hij richtte zich op. „En wat had die man gedaan vroeg hij en kon niet verhinderen dat zgn anders zoo rustige stem een weinig beefde. „Waardevolle oude boeken uit de bibliotheek Bertoliana gestolen en verkocht." Diep ademhalend stond Grangg op, betaalde en verliet het café, lich telijk zwaaiend, alsof hij geen koffie maar van de zware Italiaansche wgn had gedronken. Lena en Hans Apt waren eerst tevergeefsch bij 6en gemoedelijken nettenbreier geweest, uit wien niets te halen was geweest, daar hij geen ernstig woord gesproken had. Hij had hun iets te eten aangeboden uit een zwartgerookte pan, die in de schouw hing, daarna had hij hen van zgn schoon moeder verteld aan wie hij zich doodergerde en tenslotte had hij Lena een van zijn netten aange boden om mannen in te vangen. Nu keerden zij terug naar het plein voor het station, waaraar. hun hotel lag. Zij staken over, doorkruisten ver schillende steile straatjes en lazen eindelijk den gezochten naam: Salita Farmagosta. „Hier woont dus de graaf", zei Apt terwijl zij om zich heen keken." zonderlinge liefhebberij om in zulk een steegje een paleis te laten bouwen", vond hij terwijl hg in zijn lijstje naar het huisnum mer zocht. Zij liepen in het smalle straatje, waar een kat voor hun voeten wegvluchtte. Nummer zeven was een zeer oud en verweerd steenen huis met tralies voor de vensters op de benedenverdieping. ,Ziet er niet uit als een paleis, hè?" vroeg Lena, toen er juist een in het zwart gekleede vrouw met een brilletje op naar buiten trad, aan wie Apt naar den graaf informeerde. „Die woont op de derde verdieping", zei de vrouw, waarop Lena zoo'n grappige beweging maakte, dat Apt lachte: „Hrj zal ons er dus niet uit laten gooien! De graaf, die niet betalen kon!" Zij bestegen een nauwe wenteltrap, vonden on der het dak slechts één deur en belden aan. Dadelijk hoorden zij een hooge stem, die riep dat er direct opengedaan zou worden. Toen hoorden zij een dof fe slag. er viel iets om en graaf Salimbeni opende de deur. „Waarmee kan ik U van dienst zijn?" vroeg hij en staarde zgn bezoekers aan. „Ik ben aan het ver huizen en aan het pakken neemt U mg niet kwalijk ja. komt U verder Het heerschap maakte in ieder opzicht den in druk, gestoord te zijn. Boord en das had hij nog niet omgedaan, maar na ieder woord meende hij naar den plaats te moeten tasten, waar zij eigen lijk moesten zitten. Zijn haar zag er uit, alsof hij den nacht in het hooi doorgebracht had. „Wij komen over die viool", zeide Apt en keek het mannetje recht in de waterige oogjes. Lena keek om zich heen. De schilderijen waren van de muren gehaald en lagen her en der op koffers en in de kamer rook het naar stof en een sterk geu rende zeep. „Zooiets had ik kunnen vermoeden. Bent U van de politie?" vroeg Salimbeni angstig. „Ik heb het vandaag in de krar.t gelezen. De moordenaar heeft mijn naam, ik bedoel den naam „Salimbeni" ge noemd." Opgewonden keek hij om zich heen, alsof hij zelf den moordenaar was. „Het is mij onbe grijpelijk. Er zijn toch zoovele Salimbeni's in Genua!" „Zeven-en-dertig", mompelde Lena en keek uit het vensier naar een binnenplaatsje en verweerde daken. „Zoo. zeven-en-dertig?" herhaalde de graaf vra gend en tastte naar zijn afwezige das. „U kent den handelaar Bozzizeide Hans Apt, zonder vraag in zijn toon. „Ik houd mij met bemiddehngszaken bezig. Ik geloof dat ik wel eens een zaak met hem heb ge daan. U komt van de politie?" „Neen wij werken voor onszelf, wij zijn een detectivebureau", merkte Lena op. „wij werken zeer discreet en willen alleen de kooper van de viool opsporen, in opdracht, begrijpt U?" De graaf scheen iets opgelucht. Tot groote ver bazing van zijn bezoekers, haalde hg een wit piqué das te voorschgn en een hooge boord, welke zaken hij met onhandige vingers om zijn magere hals bevestigde. Toen zeide hij met vastere stem: „Naar mijn meening is de viool naar Amerika verkocht." „Wat? Wat zegt U daar?" schreeuwde Apt. „Naar Amerika'' Bent U gek geworden?" Geheel verbluft stamelde Salimbeni: „Wie zou hier een dergelijke viool koopen?" „Cavalcanti misschien?" probeerde Lena en knip oogde tegen den graaf. „Cavalcanti? Bewaar me!" de graaf sloeg zgn oogen ten hemel. ,,U heeft hem goed gekend?" „Bgna niet, bijna niet!" riep Salimbeni. ,.En daar om begrgp ik ook niet waarom de moordenaar mijn naam genoemd heeft, hij zal zeker een anderen Salimbeni bedoeld hebben." „Misschien den nettenbreier", zei Lena ernstig. „Zou Cavalcanti misschien in antieke vischnetten gehandeld hebben?" „Toch is het merkwaardig, dat u de eenige Salim beni bent, die met antiquiteiten te maken heeft," riep Apt agressief, maar de graaf had geen gele genheid meer om te antwoorden, daar er gebeld werd. Hij deed open en twee heeren in burger traden binnen, waarvan de eene zeide: „Wg komen van de politie. Is U graaf Salimbeni?" En toen deze dit nauwlijks hoorbaar beaamde: „Wij verzoeken U ons te volgen, wij hebben een auto gereed staan. Dan zich tot de beide bezoekers wendend: ..Mag ik vragen, wie U bent? En in welke betrekking U tot den graat staat?" „Helaas geen familiebetrekking", lachte Lena, „anders zouden wij ook nog graven zijn!" En daar Apt, die verbleekt was, haar zachtjes aanstootte: „Ik heet Lena Plischmuth en ben de pianiste en secretaresse van den violist Grangg." De politie-beambte knikte: „En mijnheer?" „Ik ben algemeen vertegenwoordiger van dc Zwitsersche verzekeringsmaatschappij, waarbij de viool verzekerd was. Juffrouw Plischmuth en ik hebben zoojuist De beambte wisselde een blik van verstandhou ding met zijn collega en zeide: „Dat kunt U op het bureau vertellen, tk verzoek U mij te volgen." En hij liet Salimbeni cn zijn bezoekers voorgaan, terwijl de ander achterbleef om de kamer aan een onderzoek te onderwerpen. Buiten wachtte een gesloten automobiel. Men steeg in, de beambte gaf een seintje aan den chauffeur en de wagen zette zich in beweging. Zwijgend was Lena de trappen afgedaald en inge stapt, af en toe haar metgezel even verstolen aanziend. Nu kon zij zich echter niet langer in houden. „Dat komt er nu van onzen ijver! In elk geval komen we op een goedkoope manier naar het politiebureau, niet?" Apt zweeg, daar hij zich allesbehalve plezierig voelde. Hij had zich op een gebied begeven, dat hij niet kende. Dat had hg er nu van. Al dat soort menschen, kunsthandelaars, artisten en zoogenaamde graven kwamen tenslotte bij de politic terecht. Op dit oogenblik werd hij zich ervan bewust, nu hij met Lena een ongewisse toekomst tegemoet reed, dat hij het meisje liefhad. „Binnen vijf minuten zijn wij klaar", zei hij hardop, maar meer tot zichzelf, „wij zullen ons beroepen op den markies Fiilipepi". De beambte die hen grimmig mm had zitten staren, zeide: „U kent den markies? Des te beter, want hij leidt het onderzoek." „Alleen verzoek ik je op een beetje andere manier met hem te praten, als je den la .lal in .-er bij de aangifte gedaan hebt", fluisterde Apt in het Duitsch tot Lena. „Ik had mij binnen het uur aangemeld", zeide Salimbeni plotseling. „Juist heb ik in dc krant gelezen, dathij staarde voor zich uit. „Als bezitter van de viool?" vroeg dc beambte direct. „Ach, ik weet heelomaal niets van de viool, maar aangezien oe moordenaar den naam Salim beni genoemd heeft en ik met antiquiteiten te maken heb De auto stond stil, men steeg uit en Lena zei nog gauw tot Apt: „Het wordt steeds amusanter." ..Dat kan ik helaas niet vinden", fluisterde deze*, terwijl men hen een hoog vertrek binnenvoerde, v;aar het naar rook en stempelinkt rook. En nog zachter en bijna teeder: „Wees maar niet bang, vertrouw maar op mij." „Waarom zou ik bang zijn?" lachte Lena, „voor dat uitroepteeken misschien? Ik ben eigenlijk in mijn heele leven maar bang voor één ding, name» Ijk. dat Grangg nog eens midden ln een Beet hoven-sonate blijft steken." Apt keek haar vlak in de oogen: „Denk je dan altijd aan hem?" „Niet altijd", fluisterde zo, terwgl zc zijn blik beantwoordde. Toen werden ze Salimbeni was direct naar een iindere kamer gebracht naar het vertrek van den markies Fiilipepi, aan het einde van een lange gang gevoerd. De chef van de aideclirig recherche had zich, als een standbeeld van zich zelf, naast zyn schrijftafel opgesteld en toen zij hem in het oog kregen vermaando Apt Lena nog haastig, wat meer eerbied te betooncn dan den vorigen keer, daar hij haar gedrag vast nog niet vergeten was. „Mag ik mij de vraag veroorloven", zoo begon de markies, ..wat U bg dien zoogen aamden graaf Salimbeni zocht?" 1 Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 3