"8ÈSSÊ
Een raadselachtige steen
Persconferentie met Duitsche autoriteiten.
Om te watertanden...
Groote slag aan de Dyle
op komst.
V R IJ DAG 17 M E I 1940
HX AR ITEM'S DKGBEAD
- 3
Herinnering aan
het grijze verleden.
Komt men in Duitschland en maakt men een
reisje langs den Rijn, tien tegen één, koopt men
een boekje met de verzamelde sagen en legenden
van den Rijn. Een der eerste dier oude romantische
verhalen betreft dan Ridder Teufel van de reufe1
stein, welk slot gelegen was geheel aan der. boven
loop der rivier en welks eigenaar een wereldbe
roemdheid verwierf door zijn avonturen. Bezoeken
wij Frankrijk en interesseeren wij ons voor de
oude geschiedkundige verhalen, zeker is het, dat
wij ons ook onledig houden met het lezen van
de schermutselingen van Robert le Diable, die met
zijn slagzwaard, zijn heerhamer, zijn lans of zijn
speer wonderen op het slagveld verrichtte. Stap
pen wij over naar onze Zuidelijke buren, ook dan
vinden wij bijv. in Gent een machtig oud gebouw
geheel van steen opgetrokken, dat voorheen tot
woning diende aan Ridder Gerard den Duivel en
welks woning nog steeds officieel den naam van
de Duivelsteen draagt. Nog altijd trekt dit oude
riddergebouw de aandacht van burger en vreem
deling, vooral wel om de legendarische verhalen
waarmede het als het ware omkranst is. Op deze
wijze zouden wij voort kunnen gaan. Des te meer
treft het ons dan echter dat Nederland dergelijke
sagen ten eene male mist en dat wij Hollanders
ons zoo nuchter gedragen hebben, tegenover onze
vroegere geschiedenis en de dappere daden in
meer romantische tijden op het oorlogsveld ver
richt. Waar zijn onze sagen? Waar zijn onze
legenden? Zonder twijfel hebben ook wij, bewoners
van de Lage Landen, dergelijke „mannetjes put
ters" gehad. Ook bij ons hebben voorvechters de
naam van „Duivel" verdiend, zooals bijv. Kap.
tein Dirk Duivel tijdens het beleg van Alkmaar.
Behalve dezen Dirk Duivel uit meer recenten da
tum hebben wij in oude tijden een Duivelstein
gehad en hebben wij nog steeds een Duivelshoek
en Duivelssteen, maar sagen en verhalen daarover
Zijn jammerlijk verloren gegaan. Dat, wat wij er
nu nog van weten, willen wij u hier mededeelen.
DE DUIVELSTEIN.
In lang vervlogen tijden stond op een hoog duin een
oud en sterk gebouw, dat den naam van „Duivel
stein" droeg. Gezien den naam was het van steen
opgetrokken en als sterkte bedoeld. Wij mogen dus
.veronderstellen, dat de extra zware muren aan
alle zijden van schietgaten waren voorzien, dat
ter hoogte van goten de muren gekanteeld waren
aangebracht. Vast staat dat boven op den top van
den voorgevel juist boven de zware verdedigings
poort een hoog gebeeldhouwd hardsteenen beeld
stond, dat met zware stangen bevestigd was met
de noklijn van het hooge zadeldak. Op den
steen was aangebracht een primitieve afbeelding
van den Griekschen God Pan met zijn bok-
pooten. Het voetstuk van het beeld droeg een pi-
ratenkop, gedekt door een muts van stof die met
twee zware knoopen rechts en links haar nauw
sluitend om het hoofd bevestigden. Ten westen
van het hooge duin lag ongeveer 20 meter lager de
traagstroomende rivier die juist het oude kasteel
van Bloemendaal had gepasseerd om direct daarna
de fundeeringen van het Huis Brederode te om
spoelen.
Aan de drie andere zijden, eveneens een 20 me
ter lager bevonden zich de moerassen van den te-
genwoordigen Schoterveenpolder. Uit de plaats
keuze en bouworde kon worden opgemaakt dat de
eerste bewoner leefde in zeer, rumoerige tijden, zoo
dat hij elk oogenblik gereed moest zijn om leven en
eigendommen te beschermen. Als stellig mogen wij
aannemen, dat de bezitter van deze sterkte een dap
per krijgsman was, „zonder vrees of blaam", die
zich in het gevecht weerde als een „duivel" en tel
kens op het meest onverwachte oogenblik een
„panische schrik" onder zijn vijanden wist te ver
oorzaken, weshalve hij de naam van ,,Govard(?) de
Duivel" aannam en zijn huis versierde met de af
beelding van den wilden herdersgod, wiens daden
zoo'n groote overeenkomst met zijn eigen leven ver
toonde. Nog steeds is de geheele omgeving van dit
hooge duin bekend onder den naam van „Duivels
hoek", terwijl de weg, die recht op het voorfront
van het tegenwoordige station afloopt, bij de oudere
bewoners van de Jan Gij zen vaart onder den naam
van Duïvelsweg bekend staat. Mogelijk mogen wij
hieruit besluiten dat in vroegere tijden dit pad toe
gang verleende tot de versterkte woning van Go-
vard den Duivel, zoodat het geen verwondering be
hoeft te baren, dat nog niet lang geleden de kleine
kinderen aan de „Vaart" werden bang gemaakt,
zoodra ze al te ondeugend waren, met de bedreiging
dat de man van den Duivelssteen ze zou komen
halen.
Bekend is, dat in het begin van 1700 het oude huis
reeds was gesloopt en op een lager gedeelte van het
terrein een hofstede was gebouwd. Wij lezen name
lijk in een authentieke acte gedateerd 10 Juni 1720.
dat door het overlijden van Govard Windhuysen.
„een seeckere hofstede genaamt „Düyvelsstein" in
de Zandpoort" verkocht is geworden aan Jacob
Trip. Volgens oude gewoonten zijn de belendingen
van het pand nauwkeurig aangegeven en wel als
volgt: „ten Oosten de Heerenwegh, ten Westen „de
Bleek" die toen bewoond werd door Samuel v. d.
Swaard, ten Zuiden de voornoemde Bleek en ten
Noorden de Brederodelaan". Nader kunnen wij
hierover mededeelen, dat de Jan Gijzenvaart in 1700
en eerder „Heerenwegh" werd geheeten. De fami
lie Trip was eigenaresse van verschillende gedeel
ten van het bleekerijgebied en van boschrijke ter
reinen in het tegenwoordige Duinlustpark. Hoe in
die jaren de Brederodelaan heeft geloopen en waar
ze op de Heerenwegh kwam is nog niet bekend.
Vermoedelijk mogen wij aannemen dat de Düyvels
stein ongeveer ter plaatse van het tegenwoordige
postkantoor heeft gestaan en de gronden zich heb
ben uitgestrekt tot aan de spoorlijn.
Na het sloopen van het huis is de hooge gevel
steen uit de sloop gered en vermoedelijk verplaatst
naar de voormol'ge brug in de Jan Gijzenvaart
ongeveer voor de kegelbaan van het Stationskoffie
huis van den heer Klauwers, zooals te zien is op
een ets uit den bekenden pruikentijd geteekend door
den heer C. van Noorde. Jaren later kreeg de steen
Hulde gebracht aan de Nederlandsche weermacht.
Hulp van geallieerden was
zeer gering.
De Duitsche gezant en buiter gewoon gevolmach
tigd minister ter beschikking Z.E. Gottfried Asch
mann heeft Donderdagmiddag voor den eersten
keer een conferentie belegd met vertegenwoordi
gers der Haagsche pers, waarin hij allereerst het
een en ander heeft verteld over de bekend gewor
den cijfers betreffende de hulp der geallieerden
aan Nederland. Wij ontleenen aan de Haagsche
Crt. het volgende van de mededeelingen van den
gezant:
De Nederlanders hebben geweten, dat zij, in oor
log met Duitschland, zouden komen te staan te
genover een niet te vergelijken overmacht Zij
zijn er zich volkomen bewust van geweest, dat zij
dezen oorlog niet zouden volhouden, maar zij heb
ben den strijd, toen deze hun bevolen werd, aan
gebonden met 't vaste geloof en de diepe overtui
ging, dat Engeland en Frankrijk hen te hulp zou
den snellen, omdat zij, de Nederlanders, meege
sleept werden in een conflict, dat niet het hunne
was en waarbij vooral Engeland direct betrokken
was.
Van deze gevoelens in het Nederlandsche volk
bleek de heer Aschmann volkomen op de hoogte
toen hij zijn mededeeling begon en direct getallen
ter beschikking stelde inzake den omvang der ge
allieerde hulp aan het Koninkrijk der Nederlan
den.
Engeland heeft na het uitbreken van den oorlog
in totaal naar Nederland gezonden een afdeeling
van 700 man, onder dit landingsleger bevonden
zich 60 man pioniertroepen, die de speciale op
dracht hadden olietanks enz. te Rotterdam en te
Amsterdam in de lucht te doen vliegen, alleen dus
vernietigingsarbeid uit te voeren.
Engelsche vliegtuigen zijn op Nederlandschen
bodem niet gedaald.
Afweergeschut is niet aan land gebracht.
En dit niettegenstaande de zeer dringende hulp-
roep der Nederlandsche regeering om vóór alles
vliegtuigen en luchtdoelgeschut ter beschikking te
willen stellen.
Zoo heeft ook de Nederlandsche Regeering een
dringend verzoek tot Londen gericht, waarin de
dringende noodzakelijkheid betoogd werd om zoo
snel en zooveel mogelijk troepen te Rotterdam te
■illen ontschepen.
De Engelsche hebben dit verzoek niet ingewil
ligd. Hun eenige reactie was een pertinente wei
gering onder motiveering dat Rotterdam hen te
ver lag en hun oorlogs- en transportschepen op
weg naar Hoek van Holland een veel te gemakke
lijk object voor de Duitsche luchtmacht zouden
vormen.
Wat de Nederlandsche luchtmacht betreft: er
zijn den eersten dag wel Nederlandsche jagers in
de lucht geweest, maar de Nederlandsche bom
menwerpers werden alle teruggetrokken op En
geland.
Het spreekt vanzelf, zei'de Z.Exc., dat wij dan
ook uit breede kringen der bevolking, maar ook
uit het leger zelf, van soldaten, van officieren en
hoofdofficieren bewijzen te over kregen van hun
teleurstelling over de hulp der geallieerden, een
teleurstelling die, in den loop der worsteling tot
een diepe verontwaardiging steeg.
DE FRANSCHEN TE GILZE
RIJEN.
Wat Frankrijk betreft, dit heeft slechts een ge
motoriseerde afdeeling gezonden naar Gilze Rijen
en wat deze soldaten c.aar hebben aangericht heeft
de eigen, Nederlandsche bevolking tot groote woe
de gebracht. Als journalisten willen, kunnen zij in
de gelegenheid worden gesteld zich met eigen
oogen ter plaatse te overtuigen en daar met de
Brabantsche families uit Gilze Rijen spreken.
WIJ STAAN NU VOOR EEN
NIEUWE TAAK.
Het is zeer te betreuren, dat de Nederlandsche
Regeering, juist onder, voor het volk zoo kommer
volle omstandigheden, het land heeft verlaten.
Want er moet nu snel, grondig en energiek met
het opbouwend werk worden begonnen. De Duit-
che overheid wil hier zoo snel mogelijk vreed
zame en rustige toestanden scheppen. Dit werk
van opbouw, ons aller taak, is reeds aangevangen.
Zoo worden door Nederlandsche deskundigen b.v.
reeds de inundatiewerken weer drooggelegd.
PARACHUTISTEN ALLEEN IN
DUITSCH UNIFORM.
Na de verrassende verschijning der Duitsche
parachutisten heeft in Nederland verluid, dat de
zen o.m. in Nederlandsche uniformen en byrger-
kleeding waren gehuld. Spr. verklaarde ons op de
meest positieve wijze, dat in Nederland en België
alleen parachutisten zijn omlaag gekomen in de
Duitsche parachutisten-uniform. Dit valt te be
wijzen: de parachutist heeft als consigne: zich zoo
snel mogelijk met andere parachutisten saam te
voegen tot een militaire eenheid. Het is onmoge
lijk dat zij dit zouden kunnen doen als zij hier te
lande rondliepen in allerlei vermommingen en
dus elkaar niet zouden herkennen!
Zoo'n versch broodje uit
Van der Linden's Bakke
rijen om te watertan
den, zóó geurig, zóó sma
kelijk zóó goudbruin
BAKENESSERGRACHT 71
Telef. 13832 HAARLEM.
(Adv. Ingez. Med.)
wederom een nieuwe plaats, waar ze nu nog staat,
n.l. bij den spoorwegovergang aan de Wüstelaan.
Tot zooverre onze Duivelssteen. Wie verschaft ons
nu nog de bijpassende sage?
Santpoort.
J. S. VISSER.
HULDE AAN ONS LEGER.
Met zeer sterken nadruk bracht Z.Exc. hulde
aan den moed, de dapperheid en de houding van
het Nederlandsche leger. Er is met grooten moed
gevochten* ook de hoogste Duitsche legerleiding
verklaart dit onomwonden. Zoo is b.v. de militaire
terugtocht van de Grebbe-linie op de Waterlinie,
oen strategisch werkelijk niet licht stuk, voortref
felijk uitgevoerd.
De Hollandsche soldaten hebben ten volle ge
daan wat zij doen konden, maar zij zijn in den
steek gelaten door de geallieerden.
Tenslotte vestigde spr. de aandacht op de enor
me kapitaalsvlucht uit ons land. Zoo is er een ver
mogen van ruim drie milliard naar Amerika ver
dwenen.
Italiaansch commentaar op den
toestand.
„Londen voor het eerst rechtstreeks
bedreigd."
Het D. N. B. meldt: De geheele Italiaansche pers
noemt de militaire situatie voor Frankrijk en vooral
voor Engeland ernstig. In Londen heerscht groote
verontrusting, zooals ook blijkt uit verschillende
Engelsche perscommentaren. De laatste berichten
uit Frankrijk over de ontwikkeling van het Duit
sche offensief hebben een harden slag toegebracht
aan het optimisme van de geallieerden. De toestand
wordt ernstig genoemd. De „Gazetta del Popoio"
meldt uit Londen dat de Engelsche hoofdstad vol
komen onder den indruk staat van het bericht der
capitulatie van Nederland, dat de grootste ontstel
tenis. heeft verwekt. De Britsche kringen zouden
zwaar getroffen zijn door de verklaring van den
Nederlandschen opperbevelhebber dat de Nederlan
ders prachtisch van niemand hulp gekregen hebben
en alleen op hun eigen strijdkrachten waren aange
wezen. Wanneer ook Antwerpen na de bezetting
van Nederland in Duitsche handen zal zijn gevallen,
zouden België en Nederland ophouden de groote
leveranciers van Engeland te zijn. Door dit verlies
aan levensmiddelen en grondstoffen en na het uit
vallen van Denemarken, Zweden en Noorwegen,
komt Engeland uit de positie van belegeraar in die
van een belegerde. Deze verliezen staan voor Enge
land gelijk met een grooten verloren veldtocht. De
Turijnsche „Stampa" schrijft dat de capitulatie van
Nederland een element van het grootste voordeel
vormt voor Duitschland met het oog op de verdere
operaties tegen Engeland. Londen voelt zich voor de
eerste maal in de geschiedenis rechtstreeks bedreigd.
DIVIDEND STOOMVAART-MIJ. „NEDERLAND"
WORDT UITBETAALD.
Op de Donderdag in het Scheepvaarthuis te Am
sterdam gehouden jaarlijksche algemeene vergade
ring van aandeelhouders der N. V. Stoomvaart
maatschappij Nederland werden de jaarstukken over
het boekjaar 1939 goedgekeurd. Het dividend wordt
op een nader te bepalen tijdstip betaalbaar gesteld.
Groetplicht tusschen Duitsche en
Nederlandsche weermacht.
„Donderdagavond is tusschen generaal Winkel
man en den Duitschen militairen bevelhebber in
Nederland volgens de Tel. overeengekomen, dat
met ingang van dienzelfden avond een groetplicht
tusschen de Duitsche en Nederlandsche weermacht
zou worden ingevoerd.
Sterke militaire macht der geallieerden
maakt zich gereed voor den strijd.
Terugtrekking van troepen uit
Nederland.
In het frontbericht van het Duitsche Nieuws
bureau wordt gezegd dat door het binnenrukken
van de Duitsche troepen in Den Haag en Am
sterdam de capitulatie van Nederland een feit is
geworden. Nu zal spoedig wederom orde en rust
in het land weerkeeren en aangezien de bevol
king zich loyaal gedraagt en vreedzaam aan den
arbeid gaat, zullen in de eerst komende dagen
Duitsche troepen uit Nederland worden terugge
trokken. Deze komen dan vrij voor den grooten
slag, welke reeds is ontbrand aan de Dyle-
stelling in het gebied tusschen Antwerpen en
Namen en waarvan het hoogtepunt in de ko
mende dagen wordt verwacht.
Belgen, Engelschen en Franschen hebben zich
hier met sterke krachten voor den strijd gereed
gemaakt en hier zullen millioenen van de best uit
geruste soldaten der wereld op elkaar stooten. Het
verdere lot van België hangt af van den uitslag van
dezen strijd.
De Franschen en vooral de Engelschen heb
ben de terugtrekkende Belgen bewogen de Dyle-
stelling te houden, omdat zij willen verhinderen,
dat door een snellen, krachtigen stoot naar de Bel
gische kust de vooruitzichten voor den strijd tegen
Engeland nog beter worden.
Tot nu toe is de opmarsch van de Duitsche troe
pen volgens de plannen verloopen en na afloop van
den vijfdaagschen veldtocht in Nederland kan wor
den gezegd dat nauwelijks rekening was gehouden
met een zoo snelle ontlasting van den rechtervleugel.
Op Antwerpen en Leuven kan derhalve reeds voor
het begin van den grooten slag aan de Dyle een
krachtigen druk uit het noordoosten worden uitge
oefend.
AAN DE FRANSCH-BELGISCHE GRENS.
Ook aan de Fransch-Belgische grens ten zuiden
van Givet is de opmarsch langzaam maar zeker
voorwaarts gegaan. Aan den linkervleugel van deze
troepen valt de taak ten deel te verhinderen, dat dc
Franschen een krachtigen flankaanval doen op de
Duitsche troepen, welke bij de Dyle en Namen aan
vallen. Op talrijke plaatsen hebben de Franschen
getracht de Duitsche linies te doorbreken en hierbij
werden voor het eerst de allerzwaarste Fransche
tanks ingezet. De troepen te land en in de lucht heb
ben tezamen dezen stoot opgevangen en de rijdende
Fransche vestingen teruggeslagen. Gebleken is dat
deze zeer groote tanks een goed doel bieden aan de
luchtmacht, talrijke vijandelijke tanks werden door
voltreffers buiten gevecht gesteld. Hieruit kan men
opmaken dat in vergelijking met den wereldoorlog
wijzigingen in de beoordeeling van de slagkracht
van bepaalde wapenen is ingetreden. Eerst heeft de
Duitsche luchtmacht getoond krachtiger te zijn dan
de Engelsche vloot, vervolgens bezweken de mo
dernste vestingwerken onder de geweldige slagen
van de Duitsche escadrilles en thans worden de voor
onkwestbaar gehouden zware Fransche tanks even
eens in elkaar geschoten.
Uit de berichten van de luchtmacht blijkt verder
aldus het D. N. B. dat de meeste luchtge
vechten zich boven vijandelijk gebied hebben af
gespeeld. De vijandelijke luchtmacht heeft hierbij
zware slagen in ontvangst moeten nemen.
Verder wordt gemeld dat thans ook Duitsche duik-
booten voor de Nederlandsche en Belgische kust
zijn verschenen.
Duitseh legerberieht:
De doortocht van de Duitsche gemotoriseerde troepen door Amsterdam. Een
kijkje in de Raadhuisstraat. Op den achtergrond de Westertoren.
Fransche pantsertroeperi
ten zuidwesten van
Namen verslagen.
Verliezen der geallieerden ter zeö.
Het opperbevel van het Duitsche leger deeldfl
Donderdag mede:
In Nederland zijn de Duitsche troepen, na het
afsluiten van de capitulatiebesprekingen, in Den
Haag en Amsterdam binnengerukt.
In België heeft de vijand zich in de vesting Ant
werpen, in de Dyle-stelling en in de vesting Namen
tot den strijd gereedgemaakt.
Ten Zuidwesten van Namen hebben onze
divisies haar successen op den Westelijken oever
van de Maas uitgebreid en hierbij opnieuw
Fransche pantsertroepen verslagen. Ten Zuiden
van Sedan werden Fransche tegenaanvallen,
welke door de zwaarste pantserwagens werden
uitgevoerd, afgeslagen, verscheidene van de
zwaarste tanks werden vernield.
Tusschen Moezel en Rijn konden onze stellingen
ten Westen van Saarlautem en bij Lauterburg naar
voren worden gelegd.
Het lucntwapen heeft ook op 15 Mei krachtig in
den strijd ingegrepen en vijandelijke troepen en hun
verbindingswegen aangevallen. Marcheerende af-
deelingen en troepenconcentraties werden vernie
tigd, talrijke vijandelijke pantserwagens werden
door voltreffers vernield.
Boven het strydtooneel van het leger werden 46
vijandelijke vliegtuigen by luchtgevechten omlaag
gehaald, twee andere werden door de luchtdoelartil-
lerie neergeschoten. Bij aanvallen op vijandelijke
vliegvelden zijn talrijke toestellen op den grond
vernield. Volgens vaststaande gegevens zijn op 15
Mei 98 vliegtuigen van den vijand vernietigd, ter
wijl achttien eigen toestellen verloren zijn gegaan.
OORLOGSBODEM TOT ZINKEN
GEBRACHT.
Op zee voor de Nederlandsche en Belgische
kust zijn door bommen twee torpedojagers en
drie koopvaardijschepen, waaronder een van
12.000 ton, tot zinken gebracht. Twee torpedo
jagers en vier koopvaardijschepen werden
ernstig getroffen.
Door een van onze duikbooten werd een
tankschip en een bewapend koopvaardijschip
getorpedeerd.
Ook in den afgeloopen nacht hebben vijandelijke
vliegtuigen vluchten gemaakt boven West-Duitsch-
land. Zij hebben hierbij zonder bepaald plan een
aantal bommen omlaag geworpen, welke geringe
materieele schade aanrichtten en waardoor een aan
tal burgers werden gedood of gewond. Militaire doe
len werden niet aangevallen noch getroffen.
By Narvik heeft de Duitsche bezetting opnieuw
aanvallen met zware verliezen voor den vijand af
slagen. Zij heeft overeenkomstig de bevelen de
er-vooruitgeschoven beveiliging in het gebied ten
Noorden van Narvik krachtiger samengetrokken.
(D. N. B.)
Het D.NR. meldde gisteravond:
Later ontvangen berichten bevestigen
dat de scheepsverliezen van de vijandelijke
mogendheden nog aanzienlijk grootcr waren
dan in het legericht van Donderdag bekend
is gemaakt.
Volgens een mededeeling van welingelichte
zijde worden tot dusverre opgegeven: als tot zin
ken gebracht twee torpedobootjagers en drie
koopvaardijschepen, als zwaar beschadigd
twee torpedobootjagers en vier koopvaardijsche
pen. Onder de tot zinken gebrachte drie koop
vaardijschepen bevond zich een vol troepen
transportschip van 10.000 bruto-registerton. Bo
vendien werden den tegenstander door de aan
vallen van het luchtwapen nog de volgende ver
liezen toegebracht: op de Noordzee een duikboot
tot zinken gebracht, in 't kustgebied van Neder
land, resp. den Noordelijken uitgang van het
Kanaal een transportschip van 5000 bruto-regis
terton in den grond geboord, een kruiser, een
torpedobootjager en een koopvaardijschip van
5400 bruto-registerton door voltreffers van ge
middeld en zwaar kaliber zwaar beschadigd. In
het zeegebied van Narvik een transportschip van
18.000 bruto registerton en een hulpschip van
1500 bruto registerton in brand gebombardeerd.
Daarmede beloopen de totale verliezen van den
tegenstander op 15 Me: 90 000 tot 100.000 ton
oorlogs- en koopvaardljscheepsruimte. waarvan
rond 55.000 ton volkomen vernietigd is.
Roosevelt wenscht sterker
bewapening.
Nieuwe credicten aangevraagd.
Het D.N.B. meldt: In zijn speciale boodschap aa*
het Congres heeft President Roosevelt verklaard
dat het beslist noodzakelijk is de bewapening van.
de Vereenigde Staten op passende hoogte en kwa
liteit te brengen. Dit mag niet geschieden ten
koste van de vliegtuigenleveranties aan vreemde
naties, maar moet door grootsche uitbreiding van
de vliegtuigfabricatie der Vereenigde Staten tot
minstens 50.000 vliegtuigen per jaar, benevens
door vier-en-twintig-uursploegen bij alle leveran
ties voor het leger en de marine worden bereikt.
De President vroeg derhalve onmiddellijke
inwilliging van een crediet van 896 millioen
dollar, waarvan 546 millioen voor het leger,
250 millioen voor de vloot en marine-infante-
rie, benevens nog 100 millioen tot zijn per
soonlijke beschikking.
Bovendien wenscht Roosevelt nog 286 mil
lioen dollar voor het afsluiten van leveranties
in het begrootingsjaar na het volgende, waar
van 186 millioen tot eigen beschikking.
De tweehonderd millioen dollar tot eigen be
schikking van den president zouden hoofdzakelijk
voor bemoeiingen tot verhoogirg van de vliegtuig
productie, voor de vervaardiging van luchtafweer
geschut en voor de opleiding van aanvullend per
soneel voor deze beide wapens gebruikt worden.
Tenslotte zette Roosevelt uiteen dat de Ver
eenigde Staten onkwetsbaar moeten zijn, wat zij
thans niet zijn. Het ideaal en doel der Vereenigde
Staten is nog steeds de vrede.
Zal Amerika bij den oorlog
betrokken worden?
net strijdtooneel nadert het Amerikaansche
continent.
Het D. N. B. meldt: De „New York Herald Tri
bune" spreekt voor de eerste maal de vrees uit dat
de Vereenigde §taten in den oorlog zullen gaan
deelnemen, waarbij het blad zijn lezers de moge
lijkheid voor oogen tracht te stellen van een mili
taire bedreiging der Ver. Staten. De Westelijke mo
gendheden, aldus het blad, zijn weliswaar nog lang
niet verslagen, maar een Duitsche overwinning is
tastbaar in de nabijheid gekomen. De trefkracht
van de Duitsche weermacht kan niet hoog genoeg
op waarde geschat worden. Het blad besluit met de
woorden dat het intusschen misschien reeds te laat
is om de Duitsche overwinning af te wenden en
daarom moeten de Vereenigde Staten hun militaire
positie op het Amerikaansche continent zoodanig
versterken dat Duitschland geen kansen heeft mili
tair of „ideologisch" daar vasten voet te krijgen.