m De Nozema werkt door aan den bouw van twee nieuwe zenders. Litteraire Kantteekenirwen. ZATERDAG 25 MEI 1940 H A' A R E E M'S DAGBEAO l Zendmasten ter hoogte van 192 en 166 meter zijn te Lopik verrezen. Het terrein, dat door de Nozema te Lopik is aangekocht voor den bouw van een tweetal nieuwe zenders, is de foto getuigt het uniek gelegen. Links vooraan de 192 meter hooge, achteraan de 166 meter hooge zendmast. Rechts op den achtergrond het nieuwe gebouw. Het hoofdgebouw is uiterlijk gereed. In een tweetal artikelen zal een onzer re dacteuren voor de lezers van ons blad zijn indrukken weergeven van een recent be zoek dat hij heeft gebracht aan het terrein dat door de Nederlandsche Omroep Zender Maatschappij te Lopik, in de provincie Utrecht is aangekocht voor den bouw van een tweetal nieuwe zenders. Gedurende de achter ons liggende dagen heeft net werk even gestagneerd. Thans is men weer met volle kracht aan den arbeid geslagen om zoo spoedig mogelijk tenminste één der beide zenders in bedrijf te kunnen stellen. (Van onzen specialen verslaggever) [ONDERDZESTIG ton staal op een porce- leinen isolator, die zelf, via een laag beton, weer op 5 palen -17 meter diep in den grond geheid! rust. De man-van-de-kranl heeft het niet willen gelooven, toen hij 't hoorde vertellen. Thans, nu hij met eigen oogen gezien heeft, weet hij, dat het inderdaad waar is. In Lopik heeft men dit technisch staaltje uitgehaald. Er is geen ophef van gemaakt, eenvoudig omdat men het de gewoonste zaak ter wereld vond en nog altijd vindt. De twee nieuwe zenders te Lopik, welke door de Nederlandsche Omroep Zender Maatschappij (Noze ma) gebouwd worden, omdat Nederland in Maart 1939 als resultaat van de conferentie te Montreux twee nieuwe, middelbare golven toegewezen kreeg, naderen hun voltooiing: binnenkort hoopt men den eersten zender, welke een zendmast wegende 160 ton en met één punt rustend op een porceleinen isolator ter hoogte van 192 meter heeft, in ge bruik te kunnen nemen. Eenigen tijd later zal men dan den tweeden zender, met een mast van 166 me ter, inschakelen. Alleen komt er. door 't uitbreken van den oorlog, niets van een uitvoering van de te Montreux plaats gehad hebbende golf lengte-verdee ling. Ir. A. Dubois, directeur van de te Amsterdam gevestigde Nozema, stipte dit onderwerp o.m. aan, tijdens een gesprek, dat wij met hem mochten heb ben. Maar hij voegde er dit ter geruststelling! meteen aan toe, dat de beide nieuwe zenders ook op de golflengten, welke Nederland reeds had, kun nen zenden. EEN STUKJE GESCHIEDENIS. "VTELEN interesseeren zich voor 't radiobedrijf in Nederland. Maar zeer velen, die precies op de hoogte zijn met wat er in de studio omgaat, weten maar zeer weinig of heelemaal niets van den' ontwikkelingsgang der omrocpzcnders. Gaan wij terug tot het begin van den omroep in Nederland, dan komen wij allereerst tot den in Hilversum op- ges telden radiozender, dank zij de aanwezigheid van de N. S. F. aldaar. Er werd toen met een betrekke lijk lange golf (1045 meter) gewerkt en op deze golflengte kon geheel Nederland de radioprogram ma's zonder storing opvangen. De Nederlandsche omroep begon met een golf, waarop zich nóch fading het sterker en zwakker worden van ver afgele gen zendstations na zonsondergang, dat zich dichter bij den zender voor doet naarmate de golf korter wordt nóch absorptieverschijnselen voordeden. Maar dat werd al heel gauw anders, toen Nederland een middelbare golf (pl.m. 300 meter) toegewezen kreeg. Aan de hand van uitgebreide proefnemingen heb ben Nederland's knapste radio-experts uitgemaakt, waar in ons land het best een zender, welke van een middelbare golf gebruik moet maken, opgericht zou moeten worden. En uit deze proeven bleek, dat in de omgeving van Vianen en IJselstein plaatsen te vinden waren, waar de ontvangsterkte voor Noord en Zuid niet alleen gelijk was, doch ook-dat zij daar 't grootst was. Nog ging men niet over één nacht ijs. Men richtte een zendstation in deze streek op en ging de ontvangst in 't geheele land na. Deze was uitstekend- zoodat de Raad van Beheer der Nozema aan Den Haag voorstelde goedkeuring te verleenen aan de stichting van een omroepzender. Tevens werd omdat Nederland 4 jaar lang zijn lange golf (1875) onvrijwillig met Roemenië moest deelen aan de Nederlandsche regeering verzocht te Mon treux pogingen in 't werk te stellen om ons land twee goede, middelbare golven te verschaffen. Deze pogingen hadden succes, zoodat ons land de vrije be schikking kreeg over een golf van 413.2 meter en van 355.9 meter, met ingang van 4 Maart 194(1 He laas heeft Zwitserland moeten mededeelen. da: in verband met den huidigen internationalen toestand van de nieuwe golflengleverdeeling voocloopig af gezien moet worden. Maar dat neemt niet weg. dat de Nozema door blijft bouwen, want de nieuwe zen ders, die beiden een zendvermogen van 120 kw. krijgen dit is de uiterste grens welke de Inter nationale Conventie van Montreux toestaat voor stations, werkende op middelbare golven zullen ook op de golflengten, welke Nederland reeds bezat kunnen uitzenden Dat men besloten heeft het zendvermogen zoo hoog mogelijk op te voeren, ligt eveneens voor de hand, in verband met zoogenaam de locaalstoringen van naburige omroepzenders. Het vinden van een geschikt terrein was de eer ste zorg, daar men tevens door het bijeenvoegen van Van links naar rechts ir. A. Dubois, directeur van de Nozema, ir. B. den Besten, bedrijfsinge- nieur van de zendcrafdeeling der Nozema en ir. A. van Ganswijk, bedrijfsingenieur van de Radiocentrale der Nozema. beide zenders in één gebouw een economische be diening der apparatuur zoo ver mogelijk door wilde voeren. Aangezien het gewenscht is, teneinde de uitstra ling der antennes zoo gunstig mogelijk te doen zijn, rondom deze antennes een z.g. aardnet aan te brengen, waarvan de middellijn ongeveer gelijk is aan de uit te zenden golf, bracht dit mede dat een terrein van ongeveer 400 x 800 m. moest worden, gezocht. Dit terrein is gevonden op ongeveer 2V2 km. ten Zuiden van IJselstein in de gemeente Lopik,- dat met een lange smalle punt tot ten Zuiden van IJselstein doorloopt. Het terrein grenst nog juist aan den z.g. Hoogen Biezendijk, welke IJselstein met den Lekdijk verbindt. ER IS HARD GEWERKT ZIJ die ter hoogte van IJselstein de blikken naar rechts over het wijde polderland laten dwalen, het polderland dat een van Nederland's bekendste schrijvers zoo vaak tot een felbewogen achtergrond voor zijn romans diende, zal uit de verte reeds kun nen constateeren, dat de Nozema niet stil gezeten heeft. Hoog rijzen de beide nieuwe zendmasten op uit het frissche groen. En ook het gebouw, waarin de apparaten geplaatst zullen worden, is opgetrok ken. Hier klinkt het lied van den arbeid, werken vele handen naarstig aan de voltooiing van een project dat globaal geschat op 1 millioen gulden komt. Zestig meter lang over de grootste lengte en 30 meter breed over de grootste breedte, maakt het hoofdgebouw een imposanten indruk, ook al is men nog niet heelemaal gereed met de inrichting. Uiter lijk ontbreekt er nog maar weinig. Maar binnenin zijn er nog tientallen werklieden aan den gang. Het gebouw bestaat uit een centraal gelegen hoofdgebouw, dat op een kelderverdieping rust, welke onder het geheel doorloopt. In de kelderverdieping van het hoofdgebouw vinden de pompinstallaties en watertanks een plaats; ter hoogte van den beganen grond is de machinezaal, aan weerszijden geflankeerd door een lampenberg plaats, een werkplaats en enkele dienstruimten, terwijl op een balkon in deze machinezaal onderge bracht zijn de koelspiralen van de zenders. Op de verdieping hierboven, welke door een dub belen vloer van de machinezaal is gescheiden, be vindt zich de eigenlijke opstellingsplaats van de zendapparaten. De trappen, welke het eindvermo gen bedienen, zijn op de zaalvloer geplaatst, terwijl de kleinere z.g. voortrappen wederom op een bal kon in deze zenderzaal zijn ontworpen. Buiten deze zenderzaal bevinden zich de z.g. hoog- frequentruimten, waar spoelsysteem en condensa toren, welke in de verschillende radiokringen zijn geschakeld komen. Aan den voorkant van dit centrale gedeelte be vindt zich op den beganen grond een hal met ves tiaires voor bezoekers: op de tusschenverdieping een kleine ontvangzaal, alsmede slaapgelegenheid voor personen, die 's nachts op den zender aanwezig moe ten zijn, terwijl op de eerste verdieping een meet- en chefkamer zijn ondergebracht. Deze voorbouw is lager dan het eigenlijke hoofdgebouw. Achter tegen het hoofdgebouw en gedeeltelijk hier in vallend vindt men plaats voor twee hoofdgelijk- richters en een reservegelijkrichter. welke ieder een gelijkstroom leveren van 20.000 V. voor de laat ste trappen van den zender. Daarachter 'en uitslui tend op den beganen grond bevinden zich het z.g. schakelhuisje waar de primaire hoog- en laagspan- ningsschakelaars zijn ondergebracht en waarachter men eerst het schakelstation van de PUEM vindt en daarachter de drie transformatorcellen van de Nozema, welke de transformatoren bevatten, die voor zoover noodig, de energie, welke wordt gele verd bij een spanning van 10.000 V. neertiansfor- meeren op 380-220 V. voor de machines, die voor het bedrijf van den zender noodzakelijk zijn, terwijl ze tevens de spanning voor de electrische verlichting zullen moeten leveren. Tot slot en tevens tot besluit van dit artikel. zij vermeld, dat de dubbele vloer tusschen zender en machinezaal dient voor 't trekken van kabels, welke de verschillende deelen van de complete ap paratuur met elkaar verbinden. Vier verticale schachten dienen om in verticale richting stroom en spanning door 't gebouw te kunnen leiden. (Nadruk verboden). Natuurmonumenten leden geen schade van beteekenis. AMSTERDAM, 25 Mei. Het dagelijksch be stuur der Vereeniging tot behoud van natuur monumenten in Nederland deelt aan het A.N.P. mede dat de bezittingen der vereeniging in het algemeen geen schade van beteekenis hebben op- geloopen. Dit geldt o.m. voor de uitgestrekte ter reinen, die als recreatiegebied van zoo bijzonder belang zijn, als de Veluwezoom met inbegrip van het landgoed Imbosch, voor de Wolfhezer bosschen, voor het Leuvenumsche bosch. voor het Vennengebied onder Oisterwijk. de Heiloër bosschen, enz. Alleen de bezitting onder Loon op Zand en Drunen leed eenige schade, welke even wel spoedig hersteld kan zijn. Het bestuur der vereeniging voorziet uiteraard vele moeilijkheden voor het voldoen aan haar groote geldelijke verplichtingen, doch zij meent er op te mogen rekenen dat heel het Nederland sche volk zal beseffen hoe waardevol de bezit tingen van de vereeniging zijn voor hen, die behoefte hebben aan ontspanning in de vrije natuur. HET BUREAU VAN HET K. V. V. ZONDAG GESLOTEN. Het bureau op het Stadhuis van het Korps Vrou welijke Vrijwilligers te Haarlem is morgen (Zon dag) gesloten. Evert Zandstra. De Vlammende Heide. Den Haag, Leopold's U. M. Na het zoo wel geslaagde „Klotsende Meer" waar mee Zandstra verleden jaar naar ik meen, debu teerde, is deze Vlammende Heide, naar het mij voor komt, niet van eenzelfde kracht. Men krijgt zoo den indruk dat hetzij de schrijver de vruchten van zijn succes te vlug heeft uitgebuit en zijn dichterlijke fantasie daarbij lang niet zoo goed in toom heeft weten te houden als in het Klotsende Meer, dan wel of zijn kopy voor dit nieuwe boek nog in porte feuille lag en nog vóór die van het „Meer" ontstaan, door het succes van dat „Meer" publicatierijp ge worden was. De fantasie van den schrijver, in het „Meer" op zoo natuurlijke wijze aanvaardbaar, vliegt over deze „heide" in soms niet bij te houden vaart, zich verwarrend in droombeeld en werkelijkheid, zoodat de schrijver er hier en daar zelfs een nuchter expli catie-zinnetje tusschen voegt dat de stemming niet gaaf houdt. Wij hebben hier te doen met het jongetje Simen, later de jonge man, die, ouderloos geworden, door drie ooms, heidboeren in de buurt van Bees- terzwaag, wordt opgevoed. Dat jongetje Simen is dc hoofdfiguur in dit verhaal en om hem heen draai' de rest. In die rest zitten, als van een auteur als Zandstra te verwachten is, prachtige stukken vol karakteriseerende beschrijving van landschap en mensch-type. Maar over Simen heeft hij zoo over dadig zijn belangstelling uitgegoten, hem zoo zeer met een apart waas omgeven, dat het ventje er door op de grens van het zeer onwaarschijnlijke is aangeland. Een bijna-sprookjesfiguur te doen leven in een omgeving der harde werkelijkheid van het bestaan der drie oudere heiboeren, die ieder voor zich toch al met een zekere uitmiddëlpuntigheid belast zijn, het is een hachelijke opgaaf die de schrijver zich heeft gesteld. Daar dit boek geen sprookje wil zijn, komt er licht een teveel aan bui- tennissigheid dat aan de vaak prachtige schrijf- qualiteiten van Zandstra schade doet. Het zal wel louter toeval zijn dat twee Hollandsche schrijvers van talent met de creatie van twee zeer uitzonder- lilke knaapjes zich den neus stooten. Het is ook aan Herman de Man niet gelukt voor zijn Heilig Pietje de Booy meer dan een soort curiositeitenbelang stelling op te wekken. Simen en Pietje zijn zonder twijfel even goed bedoeld, doch geven beiden aan de wenken hunner scheppers een tweeslachtig ka rakter, waardoor zij aan gaafheid inboeten. De drie „oomes" die Sirnen tezamen gaan op voeden vormen inderdaad een paedagogisch trio waaraan men met eenig recht de droomverbijsterin- gen. waaraan het ventje gaat Üjden, zou kunnen toeschrijven. De ergste is in die richting oome Douwe, die het kind met behulp van het Woord tot man, boer en mensch zal maken en onuitputtelijk is in beschrijving van duivel, hel en verdoemenis. Het opwekkende uit de schoone Schrift moet voor de heiboeren van lang geleden, weinig aantrekke lijks gehad hebben. En daar oome Douwe over dui vel, hel en verdoemenis steeds met bulderende stem en breed gebaar spreekt, is het niet zoo vreemd da) zijn kleine pupil daarover 'snachts aan het droomen slaat. Dat in die droomverbeeldingen echter niet zoozeer het kind Simen als wel de heer Evert Zand stra het hoogste woord heeft zou er op kunnen wij zen dat de laatste van Simen's droomprestaties zich een te onwaarschijnlijke voorstelling gevormd heeft. Oome Bonne is een lieve goedigerd, die aan een uitvinding werkt die nooit nog slaagde: hij is één der vele voorloopers van den man uit Wolvega die naar het perpetuum mobile zocht, en ook Bonne heeft het „bijna" klaar als de deksel -op zijn neus valt. Oome Wierd ten slotte is indertijd naar zee gegaan, later boer bij de broers geworden, en lijdt 'aan heimwee naar het zeemansleven en aan wrok tegenover Anje, die beloofde zijn vrouw te zullen worden doch in zijn afwezigheid met den boer van Heidemastate trouwde. De teekening van de drie gebroeders, Simen's pleegvaders, is stuk voor stuk uitmuntend. Geen lezer zal een ander einde verwachten dan dat ze, gedrieën, niet in staat zullen blijken in moeilijke jaren hun boerenbedrijf in stand te houden. Douwe's moreele, Wierd's erotische en Bonne's uitvinders kwellingen zijn altemaal goed bekeken en gemoti veerd. Ook die van Anje en den rijken boer van Heidemastate passen volmaakt in des schrijvers opzet der vertelling, die weer een romanlisch- realistischen ondertoon-heeft en waarin, vooral in den aanvang, de kleine Simen een beetje vreemde partij blaast. Interessant en eigen zijn, als gezegd, Zandstra's natuurbeschrijvingen. Als een type van zijn zegs wijze en suggestief vermogen, citeer ik ten slotte een fragment: „Als een grijze geul is het heipad in den loop der eeuwen door honderden voeten in de donkere aarde uitgetreden. Haastige voeten, van den minnaar, op weg naar het diepe geluk. Jach tende voeten van jonge paren man en vrouw die nog een wereld meenden te winnen. Sleepende voeten, van wie leerden, dat het noodlot onont koombaar is. Bedachtzame voeten, van den dagloo- ner in den rooden morgen; en zijn trage voeten in het gele avondlicht. De trippelende voetjes der kin deren, die honderdmaal wisselen-voor-en achter waarts. als van jonge honden. De driftige marsch der bullejagers. als in de veenderijen wordt ge staakt. De wankelende voeten van de oude des Zaterdags op weg naar den armvoogd." J. H. DE BOIS.' De directie van het P. E. N. en het P. W. N. Ir. J. A. Wijnmalen en Ir. W. Mensert benoemd. Gccieputeerde Staten verzoeken de Provinciale Staten te bekrachtigen hun besluit van 16 Mei 1940, waarbij zijn benoemd: 1. tot directeur van het Provinciaal Waterlei dingbedrijf van Noord-Holland: Ir. W. Mensert. 2. tot directeur van het Provinciaal Electriciteits- bedrijf van Noord-Holland: Ir. J. A. Wijnmalen. In hun toelichting schrijven Ged. Staten: Zooals bekend is, is op 26 April j.l. overleden de heer Johannes van Oldenborgh .directeur, zoo wel van het Provinciaal Waterleidingbedrijf als van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf. Het past hier in de eerste plaats een eeresaluut te brengen aan deze hooge figuur, die de groote begaafdheid en werkkracht waarover hij beschikte onvoorwaardelijk ten dienste stelde van de ge meenschap in het algemeen en van de Provincie Noord-Holland in het bijzonder, zonder daarbij zichzelf of zijn gezondheid te sparen. Zijn nage dachtenis zal in de Provincie Noord-Holland steeds hoog worden gehouden. Het lag in het voornemen Prov. Staten een voor dracht aan te bieden, ter voorziening in de beide vacatures, die door het overlijden van den heer Van Oldenborgh zijn ontstaan. Aangezien wij van meening waren, dat in de huidige omstandigheden geen vacatures in de hoogste leiding van de beide Provinciale bedrijven mochten blijven bestaan, doch dat daarin een on verwijlde voorziening noodig was, hebben wij in onze vergadering van 16 dezer benoemd: 1. Ir. Mensert, hoofdingenieur, tevens waar nemend directeur van het Provinciaal Waterlei dingbedrijf van Noord-Holland, tot directeur van dat bedrijf: en 2. Ir. J. A. Wijnmalen, technisch ad junct-directeur, tevens waarnemend directeur van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf van Noord- Holland, tot directeur van dat bedrijf. Ir. J. A. Wijnmaleiy Ir. J. A. Wijnmalen werd in 1887 in Nederlandsch Oost Indië geboren. Hij studeerde aan de Technische Hoogeschool te Delft en werd electro technisch ingenier. Na bij de N. Z. H. T. M. te Haarlem werkzaam te zijn ge weest arbeidde hij bij ver-schillende electriciteits- bedrijven. Ir. Wijnmalen werd adj. directeur van het Gem. Electriciteitsbedrijf te Dordrecht, dat ook verschei dene omliggende gemeenten van stroom voorziet. In 1930 kwam hij bij het Provinciale electriciteits bedrijf in Noord-Holland, eerst als hoofdingenieur, daarna als technisch adj. directeur. Ir. W. Mensert. Ir. Mensert werd in 1882 geboren. Hij promoveer de in 1909 in Delft, waarna hij in dienst kwam by de N.V. Int. Gewapend Beton Bureau. Voor deze maatschappij arbeidde hij te Brussel, Breda en Am sterdam. In 1915 werd de heer Mensert benoemd tot ingenieur bij het Rijksbureau voor drinkwater voorziening en in 1919 werd hij hoofdingenieur bij het P. W. N. te Bloemendaal. Duitsche stem over de „vijfde colonne". Wapen van de geallieerde oorlogvoering. BERLIJN, 25 Mei (D.N.B.) Sinds weken heeft de vijandelijke propaganda zich bediend van het slagwoord der „vijfde colonne" om in de niet- oorlog-voerende landen een „vervolgingspsychose" te ontketenen en hen op deze wijze in een toe nemende vijandschap tegen Duitschland op te zweepen. Aldus begint het hoofdartikel van den diploma, tieken medewerker van de „Berliner Börsenzei- tung", waarna het blad vervolgt: „Terwijl men nu probeert de politiek der vijfde colonne als een duivelsche uitvinding van de Duitsche strategie voor te stellen kan gemakkelijk worden aange toond dat zij in wezen een wapen is van de Engelsch-Fransche oorlogsvoering, welke reeds in den wereldoorlog gebruikt werd. Toen ontbrak al leen de naam. Het artikel haalt hiervoor eenige voorbeelden aan en besluit: de neutrale landen, welker pers in dienst stond van de Engelsch- Fransche propaganda of thans staat, zullen er goed aan doen erop te letten hoe diep de politiek des- vijfde colonne van de Westelijke mogendheden reeds moreel en politiek zich in hun land heeft genesteld en wat nog van hun geestelijke onaf hankelijkheid is overgebleven. De methode tegen standers en neutralen te ondermijnen met behulp van binnenlandsche politieke partij genooten is een oud Engelsch erfstuk. Men was erop aangewezen, omdat men zijn oorlogen door intriges en vremde hulptroepen en niet door eigen bloedoffers pleegde te winnen. Engeland kiest ook heden bij voorkeur dezen vorm van intrige en zenuwenoorlog. Thans heeft dit wapen zich teger Engeland en Frank rijk zelf gekeerd. Het vergif, dat men den neutralen had toegedacht, vloeit thans het eigen volks- lichaam binnen in de wilde koortsverschijnselen van de spionnage-, sabotage- en parachute- psychose. - Lima door lievige aardbeving geteisterd. Bevolking vluchtte in paniek. LIMA. 24 Mei (D.N.B.) Vrijdagmiddag is Lima. dc hoofdstad van Peru en omgeving door een hevige aardbeving geteisterd. Ver scheidene oude hulzen zijn ingestort. Talryke nieuwe huizen zijn beschadigd. De bevolking is in paniek uit de huizen ge vlucht. Dertig dooden. LIMA. 25 Mei (D.N.B.i De aardbeving, welke Vrijdagmiddag Pent heeft, geteisterd, heeft in het geheele land talrijke slachtoffers gemaakt en groote schade aangericht. In Lima bedraagt het aantal dooden tot dusver dertig en dat der gewonden 500. Nog aanzienlijker zijn de verwoestingen, welke de aardbeving in de na burige steden Callao, Chorilles en Larranco heeft aangericht. Hier zijn de verliezen aan menschenlevens nog niet te overzien. Geheele straten zijn ingestort en hebben de bewoners grootendeels eronder begraven. De telegraaflij nen zijn vernield, zoodat de regeering zich ge noopt zag naar alle deelen des lands vliegtuigen te zijden om de verbindingen met de geteisterde gebieden te herstellen. De aardschokken begonnen Vrijdagmorgen 11.30 uur en duurden een minuut lang. Des mid dags om vijf uur werden nieuwe schokken ge voeld welke de paniek onder de bevolking nog verhoogde. Deze aardbeving is de hevigste, welke Peru de laatste vijftig jaren heeft geteisterd. jii""- Sport en Spel 1 ATHLETIEK. SCHOOLWED STRIJDEN. GRAVENHAGE, (A.N.P.) Teneinde zoo spoe dig mogelijk in alle opzichten het normale leven en dus ook het schoolleven in de hand te werken, heeft de Centrale Commissie voor School-athleliek (C. C. S. A.) haar gebruikelijke overzicht en inschrijffor mulieren voor de nationale scholenontmoetingen in athletiek om den Moorman-prys voor jongens en den Gerritsen van Kempen-beker voor meisjes aan de diverse inrichtingen van onderwijs in Nederland gezonden. Elke school voor voortgezet onderwijs wordt vertegenwoordigd door 4 jongens en/of 5 meisjes. De jongensnummers zijn: 100 M. loopen, kogelstooten 5 k.g.. vèrspringen en 4 maal 100 m. estafette: de meisjesnummers: 80 m. loopen. kastie- balwerpcn, vèrspringen, 5 maal 80 m. estafette. De C. C. S. A. vertrouwt dat overal in Nederland, waar eenigszins mogelijk, de districtsvertegenwoor digers de voorontmoetingen op Zaterdag 15 Juni of eerder zullen organiseeren, terwijl de leeraren- essen) lich. oef. ook voor het school-athletiek-vaar- digheidsdiploma met dezelfde toewijding de proeven zullen afnemen en de stamkaarten der schooljeugd zullen invullen. De inschrijving voor de voorontmoetingen sluit Zaterdag 1 Juni bij de districtsvertegenwoordigers in Nederland, namelijk voor Noord-Holland bij W. Lin- denborn, Middenweg 151 te Haarlem. VOETBAL NAAR HERVATTING DER COMPETITIE? Morgen Haarlem-Ajax. Terug naar het normale leven! Dat is tegenwoordig het devies van elk welden kend mensch. En zoo denkt gelukkig ook het be stuur van den K. N. V. B. er over. Daarom heeft het, zooals onze lezers weten, een dringend beroep ge daan op dc vereenigingsbesturen om zooveel moge lijk te willen medewerken aan een gezonde en zoo noodige afleiding voor spelers en publiek. Daarom werd aan de vereenigingen, die nog m de gelegen heid zijn om competitiewedstrijden te spelen, ver zocht zich met de tegenpartij in verbinding te stellen. Het bestuur van „Haarlem" was één der eerste, misschien wel d e eerste, om zich te beijveren het verzoek van het K.N.V.B.-bestuur in te willigen, na dat het zich er eerst van overtuigd had, dat ook Ajax zou willen spelen. Aan deze activiteit is het dus te danken, dat we zoowaar nog op Zondag 26 Mei den historischen wed strijd HaarlemAjax op het terrein aan den Scho- terweg kunnen aanschouwen. Het toeval wil, dat voor beide clubs het resultaat van deze ontmoeting niets te beteekenen heeft: ze kunnen noch rijzen, noch dalen; Ajax staat muurvast op de zesde en Haarlem even onwrikbaar op de achtste plaats. Ze kunnen er niet meer af. Dit heeft tot gevolg, dat er nu werkelijk om het spel zelf gespeeld zal worden. En aangezien beide partijen het spel met het bruine monster tót in de perfectie kennen, meenen we te mogen veronderstellen, dat nog heel wat voetballief hebbers naar den Schoterweg zullen trekken. Bovendien komen de elftallen vrij volledig uit. De elftallen zullen als volgt worden opgesteld: HAARLEM: Kluit, Van den Berg, Stammes, Van Daalen, Van Wonderen, Visser, Boeree, De Winter, Van der Hulst, Van Polanen, De Bast. AJAX: Van Wijngaarden, Fraenkel, Broekman, Bijl, Fischer Stroker, Andericsen, Hordijk, K. ter Horst, Looys, Keizer. De namen Broekman en Hordijk doen aan den vroegeren glorietijd van Ajax denken. Het zijn de zoons van de zoo vermaard geworden spelers, die dus, blijkens de opneming in het eerste elftal, de \oetstappen van hun vader drukken. De ontmoeting HaarlemAjax is vermoedelijk de eenige competitiewedstrijd. De andere clubs zijn blijkbaar niet op tijd gereed kunnen komen. BOKSEN WERELDKAMPIOENSCHAP MIDDENGEWICHT» Te New-York heeft Donderdag blijkens een be richt van het A.N.P. een bokswedstrijd over 15 ronden om het wereldkampioenschap in het mid- dergewicht tusschen Ken Overlin en Ceferino Garcia plaats gehad. Overlin won den stryd ge makkelijk op punten. Elf van de 15 ronden werden hem toegewezen. ROEIEN WEDSTRIJDEN VAN HOLLANDIA UITGESTELD. De voor 31 Mei en 1 Juni uitgeschreven roei- wedstrijden en de voor 2 Juni uitgeschreven zeil wedstrijd van de Zeil- en Roeivereeniging „Hol- landia" zijn voorloopig uitgesteld, aldus deelt het A.N.P. mede.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 7