„Qeen stcgdCaac geaUieecd Ceg.ec
Hteec ten Tloocden aan de Soumie
Protest
Duitsche luchtaanvallen
aan de Kanaalkust.
van Von Ribbentrop.
VRIJDAG 31 MEI 1940
HAARDEM'S DAGBEAD
5
Laatste reddingsmanoeuvre
der Britten verijdeld, aldus
de Duifsche militaire opvatting
Het D. N. B. meldt: Ten noorden van de Somme
bestaat er geen strijdbaar geallieerd leger meer,
aldus heeft een deskundige militaire instantie thans
tegenover het D. N. B. verklaard.
Tevergeefs hebben de Engelschen getracht zich
naar de zee te redden. Voor het opnemen van dit
verslagen leger heeft Engeland in grooten getale
oorlogs- en transportschepen gereed gehouden, In
een grootscheepschen aanval heeft de Duitsche
luchtmacht ook deze laatste reddingsmanoeuvre der
Engelschen verijdeld. Ieder zal zich afvragen: waar
is eigenlijk de Britsche vloot? Het antwoord is een
voudig: voor de voortdurende vernietigende slagen
der Duitsche strijdkrachten ter zee en in de lucht
heeft de Engelsche vloot zich teruggetrokken in
moeilijk te bereiken schuilhoeken. Ook door het lot
van het Engelsche expeditieleger op het vasteland
is zij niet tot optreden te bewegen.
De groote vernietigingsslag tegen de geallieerden
in Vlaapderen en Artois begon tien dagen geleden.
In den kortst mogelijken tijd is hij voortgezet tot
volledige ontbinding der vijandelijke legers. Wat
thans in dit gebied nog strijdt zijn slechts brok
stukken der ontbonden legers, die thans overwon
nen of ontwapend zijn. Ook de tegenstand der En
gelschen aan de kust en bij Duinkerken heeft nog
slechts ten doel de vlucht eenigszins te dekken. De
onverbiddelijke vernietigingsstrijd aan de Vlaam-
sche kust is tevens het einde van een grooten strijd,
die in de wereldgeschiedenis zijns gelijke niet heeft.
Voor het eerst heeft de Duitsche weermacht in
dezen oorlog tegenover een werkelijk gelijkwaar-
digen tegenstander gestaan en hem haar superiori
teit aangetoond. Het succes heeft een krachige en
taaie actie der Duitsche troepen geëischt. Tever
geefs hebben de Fransehen getracht, naar het bin
nenland van Frankrijk door te breken. Vergeefscn
waren hun ontlastende aanvallen aan Somme en
Maas. Het Duitsche zuidelijke front aan Somme,
Aisne en Maas had een ijzeren gordijn voor den
strijd op den noordelijken vleugel geschoven. Wan
hopig hebben de Engelschen te land gevochten. Zij
zonden deelen van hun luchtmacht en lichte strijd
krachten terzee om den Duitschen opmarsch te
stuiten. Maar er is niets beslissends gedaan om de
situatie te wijzigen. Van dag tot dag werd het dui
delijker dat de Engelschen vroegtijdig het reus
achtig gevaar hebben ingezien dat hun expeditie-
leger op het vasteland bedreigde. Zij hebben hun
bondgenooten in den steek gelaten en getracht hun
expeditieleger nog bijtijds terug te trekken. Troe
pen echter, die onder een dergelijke wapenactie
van den tegenstander gestaan hebben, troepen, die
ook bij een wanhopig worstelen zich niet hebben
kunnen handhaven tegen den aanvallenden geest en
de aanvalswapenen van den tegenstander, troepen,
Welker laatste resten nog slechts zwemmend het
veege lijf konden redden en die slechts in volle zee
nog waren blootgesteld aan de uitwerking van het
Duitsche luchtwapen, dergelijke troepen kunnen ge
durende langen tijd niet meer als bruikbaar voor
het front beschouwd worden. Dat is de toestand,
waarin Engeland zijn expeditieleger, waarop het
zijn hoop gebouwd had, terugziet.
De strijd om Narvik duurt met onverminderde he
vigheid voort. De Duitsche troepen hebben berg-
stellingen buiten de stad bezet en krijgen verster
kingen. Als de numeriek sterkere tegenstander er in
geslaagd is de stad zelve te bezetten, dan beteekent
dat slechts, dat de Duitsche leiding nooit bereid
geweest is uit prestigeredenen onnoodige offers te
brengen, zooals de geallieerden dat doen. De stad
Narvik zelf is geheel verwoest, evenals de haven
werken en deelen van den Lofotenspoorweg, zoodat
de tegenstander van zijn terreinwinst in, het geheel
geen voordeel heeft. De Duitsche troepen bij Narvik
blijven den Engelschen den toegang tot de Zweed-
sche ertsmijnen afsnijden.
Tenslotte werd nog herinnerd aan den dagorder
van den generalissimus Gamelin bij het begin van
den grooten slag, waarin wordt gezegd dat het lot
van Frankrijk en zijn bondgenooten afhankelijk
was van het resultaat van dezen slag. Thans is de
slag tot een Duitsch succes geworden. Frankrijk en
Engeland gaan hun onafwendbaar noodlot tegemoet.
HET KANAAL EEN SCHEPENKERKHOF.
Gisteravond deelde het D.N.B. mede:
Het veelzeggende en noodlottige woord „ont
binding" beheerscht ook vandaag, met het Duitsche
legerbericht, de Berlijnsche avondbladen. Alle
redactiebureaux zijn het erover eens dat met de
vernietiging van de Britsche transportvloot in het
Kanaal voor Oostende en Duinkerken door de beide
Duitsche vliegtuigcorpsen Grauert en Von Richt-
hofen het laatste bedrijf van den grooten vernieti
gingsslag in Vlaanderen en Artois zijn einde nadert.
De groote aanval, zoo schrijft de „Deutsche All-
gemeine Zeitung", op de Britsche reddmgsvloot
heeft verderf onder de schepen gebracht. De tra
giek is daarmede echter nog niet uitgeput, zoo
schrijft het blad verder, want teneinde deze wan
hopige reddingsactie te dekken heeft de bevel
hebber van het Britsche expeditiecorps, géneraal
Gort, aan de achterblijvenden bevolen den scherp-
sten tegenstand te bieden, welke tegenstand nu
door de Duitsche troepen met algeheele inzet ge
broken wordt. Zoo wordt de nog vechtende achter
hoede de Engelschen vernietigd, zonder dat haar
tegenstand de redding van de naar de kust ge
vluchte afdeelingen kan waarborgen. De schepen
zijn verbrand.
Tenslotte schrijft het blad: Het Kanaal lijkt aan
den Franschen kant op een schepenkerkhof. In een
straal van enkele kilometers liggen wrakken, ver
laten en half vernield op de zandbanken, steken
de dekhutten en masten van de gezonken schepen
uit het water omhoog en drijven er schepen, waar
van de dekken reeds door het water worden over
spoeld.
De positie der geallieerden in Noord-Frankrijk.
De gestippelde lijnen geven aan hoe de geal
lieerde krachten ingesloten zijn; de zwarte pijl
tjes geven de aanvalsrichtingen weer der Duit
sche eenheden; tusschen Yperen en Hazebrouck
hebben de Duitsche troepen een verbinding tot
stand gebracht. De steden Tourcoimg, Roulbaix
zijn na de bezetting van Rijssel geïsoleerd.
De gebieden genummerd 1 en 2 waren reeds
vroeger voor de insluiting der geallieerden door
Duitschland bezet.
In het gebied genummerd met 3 woedt, de
strijd nog hevig om het bezit der ingesloten ste
den.
Koning Leopold's besluit kwam niet
onverwacht voor de geallieerden.
Standpunt werd door den Belgischen generalen
staf gedeeld.
Een oorlogscorrespondent van het Italiaansche
persagentschap van Stefani meldde Donderdag dat
koning Leopold reeds een week geleden er de aan
dacht van het Britsche en Fransche commando der
noordelijke legers op gevestigd had dat voort
zetting van den strijd in Vlaanderen nutteloos zou
zijn indien de geallieerden niet in staat zouden zijn
het militair initiatief te nemen teneinde wijziging
te brengen in de tragische strategische situatie. De
koning heeft zich toen tot voortzetting van den strijd
bereid verklaard onder voorwaarde, dat een militair
plan zou worden uitgewerkt dat de van de Belgen
verlangde offers zou rechtvaardigen. Hij weigerde
het Belgische leger tot vernietiging te veroordeelen,
alleen om Frankrijk en Engeland tijd te verschaf
fen voor de organisatie hunner legers op een ander
deel van het front.-.De koning motiveerde zijn ver
klaring met de enorme verliezen, die geleden waren.
Hij heeft voor het kabinet Pierlot zijn opvattingen,
die dor den Belgischen genrealen staf gedeeld
werden, herhaaldelijk uiteengezet. Hij besprak haar
ook met de generaals Blanchard en Gort, deelde haar
persoonlijk mede aan Reynaud en Churchill en
bracht haar ter kennis van koning George van
Engeland. Het voornemen van den koning tot staking
van den strijd is besproken tusschen Blanchard en
Reynaud en daarna tusschen Reynaud en Chur
chill.
Op grond van deze onloochenbare feiten is het
belachelijk, aldus vervolgt het bericht, te spreken
van „geïmproviseerde, zonder overleg met zijn
wapenbroeders genomen besluiten van den koning"
In werkelijkheid hadden Reynaud en Churchill,
nadat zij zagen dat het niet mogelijk was den
koning van zijn besluit af te brengen. Maandag be
sloten den wil van den koning en zijn generalen
staf te negeeren..
In overleg met Pierlot hadden Londen en Parijs
den koning Maandag door Blanchard kortweg het
bevel laten geven de operaties voort te zetten in
overeenstemming met de hoogere bevelen van Wey-
gand.
Intusschen heeft Pierlot te Parijs opdracht ge
kregen een plan uit te werken voor een politieke
actie, die den koning van zijn aanzien zou moeten
berooven en zijn wil zou moeten uitschakelen.
(D.N.B.)
Duitsche ambassadeleden uit Brussel
te Berlijn teruggekeerd.
Bewogen reis van dertien dagen achter
den rug.
Het D.N.B. meldt: De leden van de Duitsche
ambassade te Brussel onder leiding van den
Duitschen ambassadeur, van Bülow-Schwante.
zijn J.l. Maandag na een lijdensweg door Frank
rijk in Berlijn aangekomen.
De reis van de 206 mannen, vrouwen en. kin
deren duurde dertien dagen en liep van Brussel
over Fransch en Zwltsersch gebied naar
Duitschland. De Fransche regeering had de Bel
gische regeering stellige verzekeringen gegeven
dat de diplomatentrein als een transitotrein zou
worden behandeld en ongehinderd het Fransche
gebied kon passeeren. Deze stellige verzekerin
gen van de Fransche regeering werden reeds aan
de Belgisch-Fransche grens geschonden. Zij
vheeft niet alleen onder onwaardige omstandig
heden een passencontröle door leden van de ge
heime Fransche staatspolitie onder bescherming
van de bajonetten der Fransche soldaten gehou
den, doch heeft bovendien veertien leden van
het gezelschap laten arresteeren. Den Duitschen
ambassadeur werd iedere interventiemogelijk
heid, ja zelfs de mogelijkheid tot protest bij den
in den trein aanwezigen vertegenwoordiger van
het Belgische ministerie van buitenlandsche za
ken door wapengeweld onmogelijk gemaakt. De
in den trein gearresteerde leden werden door
Fransche autoriteiten versleept en op gruwe
lijke wijze mishandeld, ten einde van hen in
lichtingen af te persen over het arbeidsterrein
van de Duitsche ambassade te Brussel. De an
dere leden van het Duitsche gezelschap moesten
aan de Fransch-Zwitsersche grens twaalf dagen
op de wederrechtelijk gevangen genomen leden
wachten. Het leed, dat de Duitschers in deze
dagen moesten doormaken, staat in de geschiede
nis der oorlogsbetrekkingen tusschen gecivili
seerde staten als eenig voorbeeld.
Toen de Fransche regeering. na energieke pro
testen van de mogendheid, die de Duitsche be
langen in Parijs behartigt, verklaarde niet in
staat te zijn de laatste drie der in den trein gear
resteerde personen uit te leveren, respectievelijk
beslist niet in staat bleek hun verblijfplaats vast
te stellen, besloot de Duitsche ambassadeur,
mede op grond van den steeds ernstiger worden
den gezondheidstoestand, voornamelijk van de
vrouwen en kinderen en de toenemende vijan
dige houding der Fransche bevolking het Fran
sche gebied te verlaten, ten einde via Zwitser
land naar huis te keeren.
Voor het verlaten van den Franschen bodem
heeft ambassadeur Von Bülow-Schwante een
schrijven gezonden aan den Zweedschen gezant
te Parijs, als vertegenwoordiger van het land,
dat de Duitsche belangen te Parijs behartigt, en
hem verzocht bij de Fransche regeering ten
scherpste te protesteeren tegen het ongehoorde,
tegen het volkenrecht indruischende, gedrag der
Fransche autoriteiten.
RELAAS VAN DEN GEZANT.
Een nader D.N.B.-bericht geeft een verslag van
het relaas, dat de ambassadeur gisteravond te
Berlijn voor vertegenwoordigers van binnen- en
buitenlandsche pers over den lijdensweg van de
leden der Duitsche ambassade door Frankrijk naar
Duitschland heeft gedaan. Hij zeide o.a.:
Aan de Fransch-Zwitsersche grens te Pont Ar-
lier, op het traject Dijon-Neufchatel begon een lij-
denstijd voor alle reizigers, die in den trein opge
sloten als in een gevangenis, twaalf dagen moesten
doorbrengen. Het gebrek aan plaats was zoo nij
pend, vooral toen de Belgische wagons werden
vervangen door andere met een gang in het mid
den, dat het grootste deel der reizigers gedwon
gen was den geheelen nacht in zittende houding te
blijven. De ramen moesten steeds gesloten blijven.
De lucht werd slechter op een ondragelijke wijze,
vooral wanneer men bedenkt, dat in een ruimte 25
tot 30 menschen den nacht moesten doorbrengen.
De ronduit vreeselijke hygiënische omstandighe
den begonnen langzamerhand de gezondheid der
reizigers in ernstige mate te bedreigen. Er waren
dagen, waarop zich tot 21 personen ziek meldden,
waarbij in hoofdzaak sprake was van koortsach
tige ziekten. Het was met alle begrippen van men-
schelijkheid in strijd dat bijvoorbeeld, toen voor
een kind, dat 40 graden koorts had. dringend een
dokter geroepen werd deze eerst den volgenden
middag te drie uur verscheen. Pas na dagen slaag
de men er in verlof er voor te krijgen dat althans
de vrouwen en kinderen zich tweemaal per dag
gedurende een kwartier op het station mochten
bewegen, terwijl het den mannen elf dagen lang,
tot op den laatsten dag, toen hun een kwartier
werd toegestaan, verboden was den trein te ver
laten.
In strijd met alle regelen van het volkenrecht
heeft de Fransche regeering mij de eerste vjjf
dagen belet mij in verbinding te stellen met het
Zweedsche gezantschap, dat de Duitsche belangen
in Frankrijk behartigt. Ik moet doen uitkomen dat
de vertegenwoordiger van het Belgische ministerie
van Buitenlandsche Zaken op de meeste loyale
wijze getracht heeft dit contact tot stand te bren
gen en dat het hem tenslotte gelukt is te bewerken
dat de Zweedsche zaakgelastigde te Bern den trein
opzocht.
Het verblijf te Pont Arlier bood de eenige mo
gelijkheid onzen ongelukkigen gearresteerden ka
meraden, indien dat nog mogelijk was, redding te
brengen. De Franschen wisten dat en trachtten
door chicanes ons verblijf onmogelijk te maken.
Ik ben er in geslaagd de gearresteerden, op drie
na. vrij te krijgen. Toen het op den dertienden dag
duidelijk werd dat de Fransche regeering met in
staat was de gearresteerden te voorschijn te bren
gen en anderszijds bij mijn vertrek drie Franschen
te Lindau uit den Belgischen trein gehouden zou
den worden, terwijl de gezondheidstoestand bij
vrouwen en kinderen zooveel slechter werd dat ik
de verantwoordelijkheid niet langer kon dragen,
besloot ik te vertrekken. Bij het verlaten van den
Franschen bodem heb ik een schrijven aan het
Zweedsche gezantschap te Parijs gericht en ver
zocht, bij de Fransche regeering op de scherpste
wijze te protesteeren naar aanleiding van haar
woordbreuk bij de arrestaties. Ik heb er mijn ver
ontwaardiging over uitgesproken dat men een
ambassadeur van het Duitsche rijk en zijn mede
werkers tien dagen lang slechter heeft behandeld
dan in beschaafde landen tegenover gewone straf-
gevangenen pleegt te geschieden.
..Mijne heeren", aldus riep de ambassadeur uit,
..dat is Fransche hoffelijkheid".
Beoogden de geallieerden een
landing te Saloniki?
Plan zou door conflict tusschen Weygand en
Gamelin mislukt zijn.
Het D.NB. bericht uit Rome: De ..Giornale
d'Italia" publiceert van zijn correspondent te
Saloniki interessante bijzonderheden over het
plan voor een landing der geallieerden in Salo
niki. In dit bericht wordt gezegd dat het trans
port over zee zou geschieden, omdat het leger
van Weygand voor een marsch te land geheel
onvoldoende van gemotoriseerde middelen voor
zien is. De bescherming van de petroleumleiding
uit Irak en de onderdrukking van de Arabische
opstanden zouden aan generaal Wawell en zijn
Australiërs en Nieuw Zeelanders worden overge
laten. Weygand had het plan aan den Oostelij
ken landtong van Saloniki te landen. Eerste doel
was de bezetting van Calamaria met zijn haven
voor watervliegtuigen en van een lucht
haven. Verder lagen een aanval op
Albanië en een opmarsch naar de Bul-
gaarsch-Macedonische grens in het voornemen
Een Britsch infanteriehulpcorps zou het niet
geheel betrouwbare leger van Weygand steunen.
In overeenstemming met de plannen, aldus
vervolgt het bericht. zijn twintig geallieerde
transportschepen in een escorte van Fransche
en Engelsche eenheden uitgevaren. Ter hoogte
van Lemnos wijzigden zij echter hun koers in
de richting van de Turksche territoriale wateren.
Ooi-zaak daarvan waren de Duitsche successen
bij Namsos en Andalsnes, zoodat het niet meer
mógelijk was voldoende strijdkrachten op een
nieuw oorlogstooneel te gebruiken. Beslissend
voor het mislukken van het plan is overigens het
conflict geweest tusschen Weygand en Game
lin, die Weygand den noodigen steun weigerde.
Het D. N. B. meldt: In den namiddag en op den
avond van 29 Mei hebben Duitsche vliegers onder
leiding van de generaals Grauert en Von Richt-
hofen in de haven en het zeegebied van Duinker
kenOostende Britsche oorlogs- en transportsche
pen aangevallen, die de resten van het verslagen
Britsche expeditieleger naar Engeland zouden
terugbrengen.
De aanval werd gericht op ruim zestig schepen
Drie oorlogsschepen en zestien troepentransport
vaartuigen. waaronder schepen van ruim 15.000 ton.
werden door de aanhoudende geconcentreerde
bomaanvallen tot zinken gebracht. 31 andere sche
pen kregen voltreffers, werden zwaar beschadigd,
deels onbestuurbaar gemaakt, deels in brand ge
schoten.
De sluizen van de haven van Duinkerken zijn
volkomen vernield, de havenbassins leeggeloopen.
Jachtvliegers, die tezamen met de bommenwerpers
den strijd tegen de Engelschen voerden, schoten 68
vliegtuigen neer. Hierbij onderscheidden zich vooral
de eenheden van kolonel von Massow. Tien andere
vliegtuigen, die de inscheping beschermden, werden
door de luchtdoelartillerie neergehaald De lucht
doelartillerie bracht bovendien een klein oorlogs
schip tot zinken en beschadigde vijf anderen door
rechtstreeksche treffers op ernstige wijze.
De Rijksminister. Rijkscommissaris voor de bezette Nedcrlandsche gebieden
Seyss-Inquart tijdens een wandeling met staatssecretaris Mühlmann te
's-Gravenhage.
Tegen mishandeling van
Duitschers in Fransche
krijgsge va rtge n schap.
Duitsche represailles.
Het D. N. B. meldt: De rijksminister van
buitenlandsche zaken, Von Ribbentrop, heeft
de Fransche regeering door bemiddeling der
Zweedsche regeering de volgende mededeeling
doen geworden:
„In den laatsten tijd stapelen zich de bij de
rijksregeering binnenkomende berichten op,
volgens welke in Fransche gevangenschap ge
raakte leden der Duitsche luchtstrijdkrachten
en valschermtroepen een behandeling onder
gaan. die zoowel met de regelen van het volken
recht en de geldende verdragsbepalingen als
met de elementairste wetten van menschelijk-
heid in flagranten strijd is.
Een bijzonder teekenend voorbeeld van een der
gelijke ongehoorde behandeling is het geval van den
kolonel der luchtmacht Lackner, die tijdelijk in
Fransche gevangenschap geweest is. Uit zijn rap
port. dat hij na zijn bevrijding heeft uitgebracht en
dat intusschen in de pers gepubliceerd is, blijkt dat
deze officier, toen hij, nadat zijn jachtvliegtuig in
brand geraakt was, met zijn parachute omlaag
sprong, door krachtig geweervuur der Fransche
troepen beschoten is. dat hij na zijn landing door
Marokkaansche soldaten op de meest brute wijze
mishandeld en met beschieting bedreigd is en dat
hij tenslotte met ketenen geboeid werd.
Het rapport toont verder aan dat verscheidene
andere gevangen genomen Duitsche vliegers,
trots hun zware verwondingen, een langen weg
moesten afleggen om verhoord te worden, zonder
dat men hun eenige geneeskundige behandeling had
toegestaan. Bij deze behandeling van gewonde
Duitsche soldaten is er niet sprake van enkele ge
vallen, die op rekening van de willekeur en wreed
heid van lagere Fransche graden geschreven zouden
kunnen worden. De Fransche gendarmes, die den
Duitschen officier de boeien aandeden, hebben met
nadruk verklaard dat zij dat deden op uitdrukkelijke
instructie van hun superieuren. In overeenstem
ming daarmede bewijst een in handen der Duitsche
troepen gevallen geheim bevel van den generalen
staf (tweede bureau) van het negende leger, nr.
1801/2 van 13 April 1940 dat de meedoogenlooze be
handeling van gevangen genomen, gewonde soldaten
van de Duitsche luchtmacht en de valschermtroe
pen volkomen overeenkomt met de bedoelingen dei-
verantwoordelijke hoogere commandoposten van
het Fransche leger en dat zij den Franschen troepen
die behandeling aanbevolen hebben. Uit dit gehei
me bevel blijkt dat dergelijken gewonden Duitschen
soldaten in principe vooreerst geen geneeskundige
hulp moet worden verleend, maar dat in de eerste
plaats gebruik moet worden gemaakt van alle mo
gelijkheden om hun militaire verklaringen af te
persen. Vele andere berichten, waaronder de rijks
regeering beschikt, getuigen op gelijke wijze van
de wreedheid en bruutheid, waarmede de Duitsche
vliegers en valschermjagers na hun gevangen
neming door de Fransche troepen behandeld worden.
Het opperbevel der Duitsche weermacht is
niet bereid stilzwijgend langs déze feiten heen
te gaan en de tot dusverre toegepaste groot
moedige behandeling der in Duitsche gevan
genschap geraakte Fransche vliegers in. weer
wil van de tegengestelde Fransche methode
nog voort te zetten. Daarom kondigt de rijks
regeering hiermede de Fransche regeering aan
dat zij in het vervolg de in Duitsche handen val
lende leden der Fransche luchtmacht precies
naar het Fransche voorbeeld zal behandelen
en dat zij voor ieder bekend geworden geval
van beschieting van een in nood verkeerenden
en met zijn parachute omlaagspringenden Duit
schen vlieger en voor ieder geval van moord op
Duitsche vliegers tot de scherpste vergelding
zal overgaan, zooals dat reeds door den opper
bevelhebber der Duitsche luchtmacht openlijk
is medegedeeld."
VERONTWAARDIGING IN
DE DUITSCHE PERS.
BERLIJN, 31 Mei. (D.N.B.) De Duitsch* bladen
houden zich ook heden bezig met de uitingen van
haat in Frankrijk, zooals bijv. de mishandeling of
moord op Duitsche krijgsgevangenen.
Geheel Duitschland, zoo schrijft de „Berliner
Börsenzeitung" heeft met afschuw kennis genomen
van den moord, welken Fransche soldaten op dap
pere Duitsche vliegers gepleegd hebben, die tus
schen de linies een noodlanding moesten verrich
ten. Het heeft met begrijpelijke verontwaardiging
de scherpe tegenmaatregelen toegejuicht, welke
Herman Goering heeft aangekondigd. Blijkbaar is
de ..vernegering" van Frankrijk reeds zoover ge
vorderd dat de „grande nation" het optreden van
boschnegers heeft aangenomen. Wy moeten, zoo
besluit het blad, den heeren thans nogmaals zeer
duidelijk zeggen: het nationaal-socialistische
Duitschland heeft zenuwen genoeg om ook dezen
„oorlog" te winner. Onze afrekening met het
Fransche volk en zijn misdadige leiders zal gron
dig, hard en onverbiddelijk zijn.
Wij zullen ons door den sadistischen „bloed-
roes" van het ontaarde Fransche volk niet laten
verhinderen eindelijk in Europa rust te maken. Het
Fransche volk heeft zooveel schuld op zich gela
den dat zijn harde lot slechts verdiend zal zijn.
De „Völkischer Beobachter" schrijft: Wij hebben
niets vergeten. In grenzelooze verblinding hebben
de Franschen zich in dezen oorlog gestort, als licht
vaardige brandstichters hebben zij naar de afreke
ning gesrakt. welke thans op de Fransche slagvel
den voltrokken wordt, zij het dan op geheele andere
wyze, dan men zich dat in Parijs had voorgesteld.
Voor een kwijnend en terugloopend volk eisch-
ten zij den voorrang van de Duitschers op en om
hun volkszwakte te verbergen deden zij een greep
in het gekleurde merschenreservoir van Afrika.
Hun officieren zweepten de donkere instincten van
de zwarten op tegen het volk, dat het hart van
Europa uitmaakt. Zij bedreven daarmede het
schandelijkste verraad jegens de oude wereld en
haar beschaving.
HOE LA CAPELLE IN DUITSCHE
HANDEN VIEL.
Twee Fransche generaals werden
hier gevangen genomen.
DUITSCH AANVOERDER BRACHT HUN HULDE
VOOR DEN TEGENSTAND.
Naar het D. N. B. verneemt zijn bij de bestorming
van La Capelle, welke stad reeds eenigen tijd ge
leden werd ingenomen, twee hooge Fransche gene
raals gevangen genomen. Over de omstandigheden
van deze gebeurtenis is uit Parijs het volgende be
richt ontvangen:
La Capelle is een sterk verdedigd achterwaarts
liggend steunpunt van de Franschen geweest. Toen
de Duitsche gemotoriseerde gepantserde schutters
de stad binnendrongen werden zij uit talrijke
vensters en keldergaten, uit boomen, vanachter om
heiningen en uit bunkers met geweren en machine
geweren beschoten. De bestorming had succes. De
schutters haalden onder dekking der pantsers
talrijkejjevangenen uit de huizen. Toen eenige wel
gerichte schoten van een pantserwagen de voor
naamste vijandelijke stelling hadden geraakt traden
twee oudere officieren zonder wapens naar voren.
Deze officieren, die zich overgaven, werden in den
pantserwagen gebracht, waar bleek dat men twee
generaals gevangen genomen had. Het waren een
divisie-generaal van de vierde Noord-Afrikaansche
divisie en een hem toegevoegden brigade-generaal.
De pantserwagen reed daarop snel met de beide
Fransche generaals naar den toren. Uit alle huizen
en schuilgaten kwamen talrijke gevangenen. De ge
vangen genomen generaals werden voor een Duit
schen generaal geleid, die hen ontving met de
woorden:
„Myne heeren, ik. betreur het dat wij in deze voor
u treurige omstandigheden met elkaar kennis moe
ten maken. Het zij mij veroorloofd mijne bewon
dering uit te spreken voor de manier, waarop uw
troepen gevochten hebben.
LINDBERGH GESCHRAPT ALS LID VAN
AM ER IK A A NSCHE L UCHTVAA RT -
ORGANISATIE.
De Parijsche pers publiceert, volgens het D. N. B.
een bericht uit Washington, volgens hetwelk
kolonel Lindbergh wegens zijn houding
tegenover den Europeescnen oorlog is geroyeerd
uit de Escadrille Lafayette", die hem na zijn
Oceaanvlucht tot lid had benoemd.