Zj )e Commissarissen-generaal in ons land. 3m café en cafetaria. FLITSEN De verordeningen %svexmaak STERDAG 8 JUNI 1940 HAARLE M'S DA'GBEA D' 3 Enkele grepen uit hun levensloop. 's-GRAVENHAGE, 7 Juni. Gisteren hebben reeds melding gemaakt van de benoeming door Rijkscommissaris van vier commissarissen- Deraal. Wij kunnen thans de volgende bijzonderheden er deze functionarissen mededeelen. Dr. FRIEDRICH WIMMER. S.S. Oberfiihrer dr. Friedrich Wimmer is gebo- uit een geslacht, dat uit Salzburg stamt. Hij p het staatsgymnasium te Salzburg af waarna 18 jaar oud, in het begin van den wereldoorlog vrijwilliger in dienst trad. Tijdens den oorlog rd hij gewond. Na den oorlog verliet hij als offi_ er het leger en studeerde philosofie aan de uni- rsiteiten van Weenen en Göteborg. Hij promo- erde in 1920 tot doctor in de philosofie. Na als sistent wvkzaam te zijn geweest aan het kunst- useum te Göteborg, was hij in een gelijke positie erkzaam aan de universiteit van Weenen en aan Niederösterreichischen Landesmuseum, waar belast was met de leiding van prae-historische archaeologische opgravingen. Tijdens zijn werk- imheid aan deze musea publiceerde hij verschil de geschriften. Tegelijkertijd studeerde hij rech- aan de universiteit te Weenen en verkreeg in 30 den doctor alen graad in de beide rechten, idat hij voor de overheid verschillende processen ld gevoerd, verwierf hij zich een positie in de indskanselarij. In de periode, waarin het natio- al-socialisme in Oostenrijk nog een strijd voeren had, stond dr. Wimmer de leiding van de SD.A.P. in Oostenrijk ter zijde als juridisch en litiek adviseur. Op grond van dezen arbeid werd Wimmer 13 Maart 1938 benoemd tot staatsse- ■ïaris bij de nationaal-socialistische Oostenrijk- te regeering voor aangelegenheden betreffende uitvaardigen van wetten en verordeningen, het latsrecht, de organisatie van het algemeen be ur en binnenlandsche zaken. Nadat de Oosten- ische landsregeering was geliquideerd werd dr. 2uner door den Führer benoemd tot regeerings- tsident in Regensburg, in welke functie hij werk- was totdat Rijkscommissaris Rijksminister Tis-Inquart hem tot commissaris-generaal te Gravenhage benoemde. COMMISSARIS-GENERAAL HANNS RAUTER. S.S, Brigadeführer en leidende Polizeiführer ons Rauter werd 4 Februari 1895 in Klagenfurt boren. Na middelbaar onderwijs genoten te heb- a studeerde hij aan de technische hoogeschool. het uitbreken van den wereldoorlog nam hij iast als vrijwilliger en werd in den loop van a oorlog Oberleutnant der reserve. Aan verschil- ade veldslagen nam hij deel en hij keerde met are verwondingen uit den oorlog terug. Verschil de onderscheidingen, onder welke de zilveren ipferkeitsmedaille eerste klasse getuigen van zijn ppere houding tegenover den vijand. Na den oor_ werd hij leider van een studentencorps. Hij i ook deel als leider van een vrijkorps aan den njd in Boven-Silezië welke in het voorjaar van 21 werd gevoerd. In 1921 stichtte hij mede de iirischen Heimatschutz, welke groep zich door Itigen strijd tijdens de jaren 1921'26 tegen het ra heerschende systeem verzette. Hij was het die 1921 de opmarsch van de Groot-Duitschers te- i de marxisten in Wioner-Neustadt leidde. Later rd hij benoemd tot tweede chef van den staf van a geheelen Steirischen Heimatwehr. Toen het Ier in deze groep tot een breuk kwam, bleef inns Rauter steeds de zijde kiezen van de aan- agers der Groot-Duitsche gedachte. Van 1934 leidde hij de Duitsch-Oostenrijksche weer- aep. Later werd hij vertegenwoordiger voor de lp aan vluchtelingen. 1937 werd hij chef van den staf bij de S.S.- erabschnitt Süd-Ost in Breslau. bekleedde deze functie nog toen de Rijks- mmissaris hem naar 's-Gravenhage riep. COMMISSARIS-GENERAAL FRITZ SCHMIDT. Seichamtsleiter Fritz Schmidt, drager van het p:den eereteeken der N.S.D.A.P.. is op 19 Novem- 1903 te Eisbergen (Kreis Minden-Westfalen) wren. Na te Rintern a.d. Weser het gymnasium hebben bezocht, diende hij van 19221926 bij 6de bataljon pioniers te Minden. Vóór zijn asttijd was hij als jeugdleider bij de volksbewe- sg werkzaam geweest. In 1929 werd hij benoemd plaatselijk groepsleider der N.S.D.A.P. te Bark oen a.d. Porta en in 1932 tot kringleider in .-.den. In 1933 werd hij kring-afgevaardigde en latsvervanger van den Landraad te Minden. Se ri dien tijd is hij ook leider van de binnen- en itenlandsche pers bij de organisatieleiding der f<spartijdagen. Een jaar later volgde zijn benoe- tot leider van het rijks-propagandabureau stfalen-Noord te Munster. In de personeelunie (deedde hij tegelijkertijd de functie van kring- :er 'an den kring Munster-stad. Sedert 1936 is ngleider Schmidt lid van den Rijksdag. Op 1 tfober 1938 werd hij opgenomen in den staf van a plaatsvervanger van den Führer in welks hoe kigheid hij aan den gouwleider en rijksstadhou- Konrad Henlein in het Sudetenland werd toe- voegd. Sedert het begin van den oorlog is hij on- f rijksminister dr. Goebbels werkzaam bij den li van den Führer voor de oorlogspropaganda. COMMISSARIS-GENERAAL MINISTER FISCHBÖCK. Minister Fischböck is in 1895 te Geras aan den raeden-Donau geboren. Hij is jarenlang in het Ktenrijksche bankbedrijf werkzaam geweest en *ft op dit gebied als financieel deskundige naam rworven. In politiek opzicht bewoog hij zich Kds in het nationale kamp en na het accoord van rchtesgaden werd hij. in het voorjaar van 1938 staatsraad benoemd. Toen de nationaal-socia- Brand in een trein veroorzaakt groote onrust. Vele passagiers licht gewond. ZAANDAM, 7 Juni (A.N.P.). De reizigers van a electrischen trein, welke om 20.19 uur in ordelijke richting van het station Zaandam (trekt, hebben kort nadat de trein het station verlaten, eenige spannende oogenblikken otgemaakt. Door kortsluiting ontstond in een derde klasse igon brand, welke veroorzaakt werd doordat de •eidbeugel defect geraakte. Het geknetter der vonken verontrustte de reizi- fs zoodanig, dat zij ijlings dekking gingen tóen onder de banken, het ergste vreezend. Gelukkig had een van hen nog de tegenwoor- &eid van geest aan de noodrem te trekken, erdoor de trein snel tot stilstand kwam. Hevig (schrikt baanden de reizigers zich door ramen (leuren een weg naar buiten, waarbij enkele fsonen dusdanig in het nauw kwamen, dat zij -aafwonden en kapotte kleeren opliepen. Terwijl een dokter, die in den trein aanwezig K. de eerste hulp verleende, waarschuwde men 1G. G. D. uit Zaandam, welke de slachtoffers, niet ernstig gewond waren, verder behandelde. Dok de brandweer was spoedig ter plaatse. De <nd werd gebluscht en de defecte wagon op M spoor gereden. Met drie kwartier vertraging de trein zijn reis voortzetten. listische beweging in Oostenrijk het bewind in handen nam, werd hij door Rijksminister Seyss- Inquart, die de aansluiting bij het Duitsche rijk had bewerkstelligd, als minister van handel in de regeering opgenomen. Later keerde hij terug tot het particuliere bedrijfsleven en nam hij de leiding op zich van de Kredit-Anstalt-Bankverein te Wee nen. Als voorzitter van de Kamer van Koophan del hield hij zich o.a. bezig met economische vraag stukken in Oost-Europa. Hij werd daarop na de bezetting van Nederland door Rijkscommissaris Seyss-Inquart benoemd tot commissaris-generaal voor economie en financiën in het civiele bestuur van de bezette Nederlandsche gebieden. (A.N.P.) DAME MET HOND. oo vol was het in de cafetaria dat we ter nauwernood onze armen konden opheffen om de geurige kopjes koffie met de ver- eischte plechtigheid naar onze smach tende monden te brengen. Iedereen had alleen aandacht voor het voedsel dat in vloeibaren of in meer substantieelen vorm als koffie, thee, cro quet j es, zalm- en huzarensla'tjes voor hem stond, zoodat we de dame met den hond pas zagen toen ze aan het tafeltje naast ons stond. Maar daarna lieten we de koffie dan ook de koffie en we hadden ook de huzaren wel de huzaren en de zalm de zalm willen laten als er inderdaad maar van echte huzaren of zalm sprake was geweest Waarom men trouwens een sla'tje naar huzaren genoemd heeft is me nooit heelemaal duidelijk geweest maar daar hebben we het nu niet over. Alle aandacht dus op de dame met den hond. Platina-blond haar, een hoedje van zwart stroo, een lichte zomerjurk van soepele stof, een hoog hartig doch zeer knap gezichtje. Dat is de dame. Lichtbruin haar, geen hoed en geen jurk, een trouwhartige en goedige snuit. Dat is de hond. Men is bij voorbaat al geneigd met eenige ver- teedering naar dit aardige tweetal te kijken en den hond zijn meesteres te benijden. Doch zelfs het glanzendste platina-blonde haar en het snoe- zigste figuurtje kunnen den pijnlijken indruk niet verzachten, die de volgende tafereelen onuit- wischbaar in onze herinnering hebben gegrift. Op het marmeren, in ieder geval als marmer aandoende tafeltje van de dame staat haar kopje thee en daarnaast een sneedje brood met een croquetje. Juist heeft zij met een precieus ge baartje haar kopje weer op het schoteltje gezet en zal ze het croquetje onder het mes nemen als de hond plotseling recht op gaat zitten, zijn kop scheef houdt en met een blik, die zelfs het mar meren tafeiblad doet trillen, ook om een stukje bedelt. Een verteederd: „Ach, kijk 'ns" ontsnapt ons allen. Iedereen is ervan overtuigd dat in de vol gende seconde de dame haar trouwen begeleider een stukje croquet of minstens een stuk brood zal geven. Helaas, niets van dit alles gebeurt. Een harde ruk aan den ketting en een trap, die men wel van een voetballer tegen een voetbal, maar niet van een dame tegen een hond verwacht, waren het resultaat van dit stille, sympathieke verzoek. Een rilling vaart over onze ruggen. Het is plotseling koud in de cafetaria. Men slurpt haastig aan zijn koffie of schept een ongemeen groot stuk huzarensla op zijn vork. De hond jankt zacht, meer uit teleurstelling dan uit pijn, doch een tweede nijdige ruk aan den ketting doet ook dit teeken van droefenis verstommen. Even later is de dame klaar. Met een hooghartige glimlach stapt ze tusschen de tafeltjes door naai den uitgang. Het platina-blonde haar glanst echter niet meer zóó als daarnet. De hond sukkelt droevig achter haar aan. Naar hem gaat onze sympathie. Onze afgunst is verdwenen. 4 B. K. De zomerschoen. Een week geleden liet een schoenwinkelier te Haarlem ons de volgende jeremiade hooren: „Het is hopeloos, daar zit ik met eerfcwinkel vol schoenen waarvoor ik graag koopers kan vinden. Maar ik moet al mijn klanten buiten de deur hou den. Ik mag alleen veters en doosjes schoensmeei verkoopen. Letterlijk gesproken verdien ik daar aan nog niet het zout in de pap. Nu het zomer wordt heb ik, en mijn collega's hebben natuurlijk hetzelfde gedaan, een groote col lectie zomerschoenen ingeslagen. Al wordt nu over eenige dagen de schoenenverkoop op de bon toege staan, wie zal dan nog zomerschoenen koopen. De menschen die een bon van de Distributie krijgen omdat zij geen enkel paar bruikbare schoenen meer hebben, gaan geen witte of crème of lichtbruine zomerschoentjes of sandalen koopen, want daaraan hebben zij van den winter immers niets. Neen die koopen alleen degelijke leeren schoenen, de sterk ste die zij kunnen krijgen! En wij blijven met onze collectie zomerschoenen zitten!" 'k Had medelijden met den schoenenman. Maar hij heeft te vroeg geklaagd. Voor hem scheen achter de wolken toch al de zon. En die is gauw doorgebroken. Voor de ramen van alle schoenwinkeliers ziet men in deze dagen met koeien van letters aange kondigd: „Verkoop van zomerschoenen zonder bon" Er worden nu veel meer zomerschoenen gedra gen dan vroeger! Elke vtouw is tot de conclusie ge komen, dat zij geen uur langer kon wachten met het koopen. En de heeren doen ook al mee, al zijn zij in de keuze wat stemmiger! Als men in drukke winkelstraten de oogen be nedenwaarts wendt, is het een kleurenweelde waarmede een schilder die een natuur-getrouw schilderij moet maken half verlegen zou zijn. Nu kwam de schoenwinkelier die 8 dagen ge leden één en al klacht was mij half juichend tegemoet. „Wij hebben, gelukkig, te vroeg ge klaagd. De heeren van de distributie hebben het beter met ons voor gehad dan wij gedacht hebben. Schoenen op den bon verkoopen wij niet veel, maar zomerschoenen zooveel te meer. De verkoop van die schoenen is vrij gegeven. En het onverwachte gebeurt: Wij blijven met geen zomerschoen zitten, alles gaat weg! Zelfs modellen van het vorige jaar, die in het najaar in de opruiming van restanten geen koopers konden vinden, gaan nu graag weg. Anders begint5 de verkoop van zomerschoenen pas in den vacantietijd, dus in Juli, maar nu dacht men „geen dag en geen nacht". Zelfs menschen, die nog nooit een zomerschoen aan de voeten ge had hebben, komen die nu koopen. Alsof het noodig was dat zij zich voor ons excuseeren, zeggen zij: „het is om m'n andere schoenen te sparen!" De zomerschoenen worden tegen dezelfde prij zen van verleden jaar verkocht. Het eigenaardige is evenwel, dat de goedkoopste exemplaren het minst gewild zijn. Niet weinigen zeggen: ik moet de beste hebben die ik kan krijgen, want ik wil er den heelen zomer op loopen". Zoo wandelt Nederland nu op zomerschoenen. En de schoenwinkelier, die eerst vreesde te moeten hinken op doornen, huppelt, al is het dan ook voor korten tijd, op de rozen! Derde zomerconcert H. O. V. Een klassiek programma. Het concert van Maandagavond in den Stads schouwburg te Haarlem, dat om half acht be gint, zal worden geleid door dirigent Toon Verheij. Deze brengt een klassieg programma met twee meesterwerken, het vierde piano-con cert van Beethoven en de derde symphonie van Brahms' werken, die de belangstelling van het muziekminnend publiek ten volle verdienen. Het pianoconcert zal worden gespeeld door Catharina Hopster. CONCERT IN BREDERODEDUIN. Het Haarlemsch Kamerorkest, dirigent "Vim Lasschuit, zal Zondagmiddag een vooravond concert geven in „Brederodeduin". Bep Wage- ner verleent haar medewerking als zangsoliste, terwijl voorts nog een trio voor twee violen en piano wordt uitgevoerd. Als eerste uitvoeringen vermeldt het programma de oud-Hollandsche Boerendansen van Siep en de Wals Donausa- gen van Jules Fucik. NIEUWE SERIE No 17 De puzzle 1. Gaat zitten om te probeeren, de puzzle voor elkaar te krijgen, die oom Kees hem ge zonden heeft. 2. Vader komt er als toeschouwer bij- 3. Vader begint raad gevingen te verstrekken 4. Staat onwillig toe, dat vader het een enkel oogenblikje probeert. 5. Probeert hem terug te krijgen, maar vader houdt hem buiten zijn bereik, zeggende dat hij 'm bijna heeft. 6. Loopt weg, een beetje getroost als hij ziet, dat moeder nu aan vader vertelt hoe hij het doen moet. De visscher hengelt als weleer De jager treurt om zijn geweer. van den Rijkscommissaris. De maatregelen betreffende het reizen en de bescherming der deviezen. 's-GRAVENHAGE, 7 Juni (A.N.P.). Op de pers conferentie van 7 Juni gaf de heer W. Janke. Presse-Dezernent, behoorende tot den staf van den Rijkscommissaris, de volgende toelichting op de verordening van 6 Juni betreffende het in- en uit-reizen. Deze verordening, zoo zeide de heer Janke, be rust op twee overwegingen. In de eerste plaats Is het niet dienstig, dat een groote stroom van rei- zenden uit Nederland naar Duitschland gaat. De verbindingen zijn natuurlijk in den laatsten tijd v/at overbelast geweest en ook thans nog niet ge heel in evenwicht. Men dient verder te bedenken, dat zich nog vele buitenlanders in Nederland be vinden en toezicht op de bewegingen van deze buitenlanders gewenscht is. De tweede overweging is, dat ook een stroom van bezoekers uit Duitschland naar Nederland moet worden voorkomen. Hiermede zouden wel licht vele handelaren komen, met de bedoeling hier te lande voorraden in te slaan. En nu is het juist de vooropgezette bedoeling om de voor raden. weike in Nederland aanwezig zijn. aan de Nederlandsche bevolking te laten, opdat hier geen tekort zal optreden. Op deze twee overwegingen steunt bedoelde verordening. Het spreekt echter vanzelf, dat uit zonderingen kunnen worden toegelaten. Wij nemen als voorbeeld het geval dat een fa brikant of een ander zakenman, die zoowel een bedrijf hier te lande als een in Duitschland heeft. Het zal echter bij bijzondere uitzonderingen moe ten blijven. De aanvragen voor uitzonderingen kunnen ge richt worden aan de volgende kantoren: voor 's-Gravenhage: Juliana van Stolberglaan 45; voor Amsterdam: Koninginneweg 4; voor Rotterdam: Westplein 12 en voor Maastricht- Stationsstraat 9. Deze aanvragen moeten geadresseerd zijn aan de Beauftragten des höheren S.S. und Polizei- fiihrers, en vergezeld zijn van een uiteenzetting der gronden, waarop men een uitzonderingsver gunning vraagt. De verordening voor de deviezen- bescherming. Hierna gaf de juridische adviseur dr. Rabl een nadere verklaring van de verordening betreffende de deviezenbescherming. Hij wees er op, dat de deviezen-noodmaatregelen zooals zij bij K. B. des tijds zijn vastgesteld blijven bestaan. De uitvoe ring van de bepalingen blijft ook in handen van Nederlandsche ambtenaren, doch de verordening is slechts om te bewerkstelligen, dat ook Duitsche ambtenaren aan de uitvoering daarvan deel hebben. Deze bepaling beteekent dus wederom een groote mate van innige samenwerking, daar er hier geen sprake van is dat de Duitsche instantie die uitvoering heeft overgenomen, doch thans slechts mede is ingeschakeld, naast de Neder landsche autoriteiten. Dr Rabl liet tenslotte nog uitkomen, dat het de Rijkscommissaris zelf was geweest, die het initiatief had genomen voor deze bepaling, welke zoozeer het streven tot coöperatie typeert. Benoeinin<reii van den Rijks, commissaris. 's GRAVENHAGE 7 Juni (A. N. P.) De Rijks commissaris voor het bezette Nederlandsche gebied heeft ingevolge zijn decreet betreffende den organi- satorischen opbouw van de bureaux van het Rijks commissariaat benoemd: tot vertegenwoordiger van het ministerie van buitenlandsche zaken den gezant Otto Bene: tot gevolmachtigde voor de Nederland sche Bank den ministerialdirektor voor bijzondere aangelegenheden, staatsrat H. C. H. Wohlthat, tol chef van de hoofdafdeeling op het bureau van den Rijkscommissaris den ministerialrat dr. Hans Piesbergcn. TENTOONSTELLING „BELGISCHE KUNSTENAARS VAN HEDEN" WORDT HEROPEND. AMSTERDAM, 7 Juni. De tentoonstelling „Belgische kunstenaars van heden" in het Rijks museum te Amsterdam de tegenhanger van de tentoonstelling van hedendaagsche Nederlandsche kunst te Brussel welke op 9 Mei j.l. door mi nister Bolkestein, in tengenwordigheid van den Belgischen minister voor het openbaar onderwijs Soudan op officieele wijze was geopend, doch reeds door den oorlog den volgenden dag gesloten moest worden, zal Zaterdagmorgen 8 Juni wederom voor het publiek worden opengesteld. A.N.P.) Het staat een beetje vreemd om 't tijdens deze heete zomerdagen over ijsvermaak te hebben, maar wanneer u zich herinnert dat op Indiëbooten juist op dagen dat het 't heetst is in de roem ruchte Roode Zee, winterkostjes als boerenkool en erwtensoep geserveerd worden, wanner u voorts bedenkt dat de Sahara-bewoner, die het 't warmst heeft van alle menschen op aarde, zich hult in een kleed waar onze winterjassen niks bij zijn, wan neer u tenslotte nagaat dat menschen, die er wat je noemt warmpjes inzitten, dikwijls zoo koud als ijs zijn wat 't gemoed betreft, dan komt het u niet meer zoo gek voor dat 'k hier, in deze snikheete Junidagen, het ijsvermaak aan de orde stel. En be slist elk protest besterft u op de lippen als u hoort dat deze betiteling „Ijsvermaak" onder een schil derijtje staat van Barent Avercamp, die leefde van 1612—1679 (dat heb 'k voor de gewichtigdoenerij overgeschreven), en die nu herleeft op de tentoon stelling in het Rijksmuseum te Amsterdam. Dat is zoo'n aardig schilderijtje en daar wilde ik u op wijzen en daarom begin ik hier over ijsvermaak. U moet éGns naar die tentoonstelling of naar een andere toestappen, die prentjes en plaatjes, die daar zoo roerloos achter glas liggen of aan de muren gespijkerd zijn, daar zit een boel leven in en wanneer je ze bekijkt en nog eens bekijkt, denk je na afloop van het museum-bezoek dat je bij een wonderlijke opticien een nieuwe bril hebt gekocht en dat je figuurlijke bijziendheid of verziendheid genezen is. Je doet ontdekkingen op die schil derijtjes. Neem nou eens zoo'n Barent Avercamp; die toch een goeie driehonderd jaar geleden dat tafreeltje van ijsvermaak op het doek penseelde, men zou zoo denken, dat zal wel 'n ouderwetsche boel zijn. die Barent voor oogen heeft gehad. Mis! Daar ontdekken we warempel op dat plaatje men- schen, met, wat we tegenwoordig noemen, hockey sticks in hun handen; die staan zich daar te ver maken met een spelletje, dat wij driehonderd jaar later heel modern vinden. Die menschjes van toen zien er er weliswaar niet zoo uit als de hockeyploeg van Den Haag of Amsterdam, neen ze doen nog een beetje gezelliger aan dan die vierkante, opgepropte, volgestopte hockeyspelers van nu. Het vermaak zal er toen wel meer om geweest zijn, vooral wanneer we eventjes verderop een paar belovend- bollende tonnetjes op een slee zien voortglijden over het ijs meteen goed gekoeld, zal de kenner wel opmerken. Er zijn zooveel bewijzen van plezïer-in-het-leven op deze tentoonstelling. het plezier bijvoorbeeld van die befaamde kanten kraagjes en kapjes der vrouwen, van 't maken, van '1 schilderen. Ik weet het. ei is meei op de charme van die dingen ge wezen. 'k wijs er nog eens op, ook op de fijnheid van de gravures: kijk eens naar zoo'n kop van Elisabeth Lee zie toch naar het verliefde Bregtje, rijd in gedachten even mee in het sierlijke span van H F. Schouten, voorbij die oude villa's en dan behoef4 u uw fantasie niet zoo erg in te span nen want dan zijn we weer plots in den modernen tijd, waarin we ook met van die koetsjes rijden. Het gezicht op 't Rokin en den Munttoren in Amsterdam is sedert een meneer er in 1783 een plaatje van maakte, dat in 1940 In het Rijksmuseum hangt, wel wat veranderd, maar in één opzicht kunnen wij in 1940 nog leeren van dat plaatje uit 1783; want daar staat een paard en wagen op en die wagen is ge construeerd als een slee, waarop twee hekjes staan om de spulletjes- bij elkaar te houden. Zoo'n ver voermiddel, daar valt wat van op te steken; we hebben ook grootmoeder's hooikist van zolder ge haald, de oude tijd houdt meer lesjes voor ons In het zuur. Er is in die zalen van het Rijks museum ook een aanwinst van Jan Steen „Trïc trac" en u moet die spelers eens opgewonden zien spelen! u zou meteen een ouderwetsch pakje er voor over hebben om mee aan tafel te mogen zit ten. Er is een ragfijn sneeuwlandschapje van A. v. d. Meer, alleen kijken de wolken me een beetje te boos, maar dat maakt meneer de Zwart in zijn zonnige schets weer goed. waaruit rn|; weer blijkt dat je nog geen zwartkijker hoeft te zijn wanneer ie Zwart heet. Zoo'n tentoonstelling, daar moet u cms naar toe. in Amsterdam of ergens anders, er is altijd wel wat te zien en te ervaren, wanneer u maar niet te veel hooi op uw vork neemt. En beslist u heeft het gevoel dat er een andere bril op uw neus zit, wanneer u weer buitenkomt, een bril, waardoor u weer goed kunt zien. Want een fijne schilder is een beste oogendokter. v. H. HAARLEMSCHE TOONEELVEREENIGIXG V.Z.O.D. Het bestuur van de Haarlemsche Tooneelver- eeniging bericht dat haar uitgestelde slotvoorstel- ling van 14 Mei thans is vastgesteld op Dinsdag 18 Juni in gebouw St. Bavo waar zal worden opgevoerd „Onder Een Dak" van Jan Fabricius. Er zijn kaarten voor werkloozen en militairen ver krijgbaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5