Zj
)e Commissarissen-generaal in ons land.
3m café en cafetaria.
FLITSEN
De verordeningen
%svexmaak
STERDAG 8 JUNI 1940
HAARLE M'S DA'GBEA D'
3
Enkele grepen uit hun levensloop.
's-GRAVENHAGE, 7 Juni. Gisteren hebben
reeds melding gemaakt van de benoeming door
Rijkscommissaris van vier commissarissen-
Deraal.
Wij kunnen thans de volgende bijzonderheden
er deze functionarissen mededeelen.
Dr. FRIEDRICH WIMMER.
S.S. Oberfiihrer dr. Friedrich Wimmer is gebo-
uit een geslacht, dat uit Salzburg stamt. Hij
p het staatsgymnasium te Salzburg af waarna
18 jaar oud, in het begin van den wereldoorlog
vrijwilliger in dienst trad. Tijdens den oorlog
rd hij gewond. Na den oorlog verliet hij als offi_
er het leger en studeerde philosofie aan de uni-
rsiteiten van Weenen en Göteborg. Hij promo-
erde in 1920 tot doctor in de philosofie. Na als
sistent wvkzaam te zijn geweest aan het kunst-
useum te Göteborg, was hij in een gelijke positie
erkzaam aan de universiteit van Weenen en aan
Niederösterreichischen Landesmuseum, waar
belast was met de leiding van prae-historische
archaeologische opgravingen. Tijdens zijn werk-
imheid aan deze musea publiceerde hij verschil
de geschriften. Tegelijkertijd studeerde hij rech-
aan de universiteit te Weenen en verkreeg in
30 den doctor alen graad in de beide rechten,
idat hij voor de overheid verschillende processen
ld gevoerd, verwierf hij zich een positie in de
indskanselarij. In de periode, waarin het natio-
al-socialisme in Oostenrijk nog een strijd
voeren had, stond dr. Wimmer de leiding van de
SD.A.P. in Oostenrijk ter zijde als juridisch en
litiek adviseur. Op grond van dezen arbeid werd
Wimmer 13 Maart 1938 benoemd tot staatsse-
■ïaris bij de nationaal-socialistische Oostenrijk-
te regeering voor aangelegenheden betreffende
uitvaardigen van wetten en verordeningen, het
latsrecht, de organisatie van het algemeen be
ur en binnenlandsche zaken. Nadat de Oosten-
ische landsregeering was geliquideerd werd dr.
2uner door den Führer benoemd tot regeerings-
tsident in Regensburg, in welke functie hij werk-
was totdat Rijkscommissaris Rijksminister
Tis-Inquart hem tot commissaris-generaal te
Gravenhage benoemde.
COMMISSARIS-GENERAAL
HANNS RAUTER.
S.S, Brigadeführer en leidende Polizeiführer
ons Rauter werd 4 Februari 1895 in Klagenfurt
boren. Na middelbaar onderwijs genoten te heb-
a studeerde hij aan de technische hoogeschool.
het uitbreken van den wereldoorlog nam hij
iast als vrijwilliger en werd in den loop van
a oorlog Oberleutnant der reserve. Aan verschil-
ade veldslagen nam hij deel en hij keerde met
are verwondingen uit den oorlog terug. Verschil
de onderscheidingen, onder welke de zilveren
ipferkeitsmedaille eerste klasse getuigen van zijn
ppere houding tegenover den vijand. Na den oor_
werd hij leider van een studentencorps. Hij
i ook deel als leider van een vrijkorps aan den
njd in Boven-Silezië welke in het voorjaar van
21 werd gevoerd. In 1921 stichtte hij mede de
iirischen Heimatschutz, welke groep zich door
Itigen strijd tijdens de jaren 1921'26 tegen het
ra heerschende systeem verzette. Hij was het die
1921 de opmarsch van de Groot-Duitschers te-
i de marxisten in Wioner-Neustadt leidde. Later
rd hij benoemd tot tweede chef van den staf van
a geheelen Steirischen Heimatwehr. Toen het
Ier in deze groep tot een breuk kwam, bleef
inns Rauter steeds de zijde kiezen van de aan-
agers der Groot-Duitsche gedachte. Van 1934
leidde hij de Duitsch-Oostenrijksche weer-
aep. Later werd hij vertegenwoordiger voor de
lp aan vluchtelingen.
1937 werd hij chef van den staf bij de S.S.-
erabschnitt Süd-Ost in Breslau.
bekleedde deze functie nog toen de Rijks-
mmissaris hem naar 's-Gravenhage riep.
COMMISSARIS-GENERAAL
FRITZ SCHMIDT.
Seichamtsleiter Fritz Schmidt, drager van het
p:den eereteeken der N.S.D.A.P.. is op 19 Novem-
1903 te Eisbergen (Kreis Minden-Westfalen)
wren. Na te Rintern a.d. Weser het gymnasium
hebben bezocht, diende hij van 19221926 bij
6de bataljon pioniers te Minden. Vóór zijn
asttijd was hij als jeugdleider bij de volksbewe-
sg werkzaam geweest. In 1929 werd hij benoemd
plaatselijk groepsleider der N.S.D.A.P. te Bark
oen a.d. Porta en in 1932 tot kringleider in
.-.den. In 1933 werd hij kring-afgevaardigde en
latsvervanger van den Landraad te Minden. Se
ri dien tijd is hij ook leider van de binnen- en
itenlandsche pers bij de organisatieleiding der
f<spartijdagen. Een jaar later volgde zijn benoe-
tot leider van het rijks-propagandabureau
stfalen-Noord te Munster. In de personeelunie
(deedde hij tegelijkertijd de functie van kring-
:er 'an den kring Munster-stad. Sedert 1936 is
ngleider Schmidt lid van den Rijksdag. Op 1
tfober 1938 werd hij opgenomen in den staf van
a plaatsvervanger van den Führer in welks hoe
kigheid hij aan den gouwleider en rijksstadhou-
Konrad Henlein in het Sudetenland werd toe-
voegd. Sedert het begin van den oorlog is hij on-
f rijksminister dr. Goebbels werkzaam bij den
li van den Führer voor de oorlogspropaganda.
COMMISSARIS-GENERAAL
MINISTER FISCHBÖCK.
Minister Fischböck is in 1895 te Geras aan den
raeden-Donau geboren. Hij is jarenlang in het
Ktenrijksche bankbedrijf werkzaam geweest en
*ft op dit gebied als financieel deskundige naam
rworven. In politiek opzicht bewoog hij zich
Kds in het nationale kamp en na het accoord van
rchtesgaden werd hij. in het voorjaar van 1938
staatsraad benoemd. Toen de nationaal-socia-
Brand in een trein veroorzaakt
groote onrust.
Vele passagiers licht gewond.
ZAANDAM, 7 Juni (A.N.P.). De reizigers van
a electrischen trein, welke om 20.19 uur in
ordelijke richting van het station Zaandam
(trekt, hebben kort nadat de trein het station
verlaten, eenige spannende oogenblikken
otgemaakt.
Door kortsluiting ontstond in een derde klasse
igon brand, welke veroorzaakt werd doordat de
•eidbeugel defect geraakte.
Het geknetter der vonken verontrustte de reizi-
fs zoodanig, dat zij ijlings dekking gingen
tóen onder de banken, het ergste vreezend.
Gelukkig had een van hen nog de tegenwoor-
&eid van geest aan de noodrem te trekken,
erdoor de trein snel tot stilstand kwam. Hevig
(schrikt baanden de reizigers zich door ramen
(leuren een weg naar buiten, waarbij enkele
fsonen dusdanig in het nauw kwamen, dat zij
-aafwonden en kapotte kleeren opliepen.
Terwijl een dokter, die in den trein aanwezig
K. de eerste hulp verleende, waarschuwde men
1G. G. D. uit Zaandam, welke de slachtoffers,
niet ernstig gewond waren, verder behandelde.
Dok de brandweer was spoedig ter plaatse. De
<nd werd gebluscht en de defecte wagon op
M spoor gereden. Met drie kwartier vertraging
de trein zijn reis voortzetten.
listische beweging in Oostenrijk het bewind in
handen nam, werd hij door Rijksminister Seyss-
Inquart, die de aansluiting bij het Duitsche rijk
had bewerkstelligd, als minister van handel in de
regeering opgenomen. Later keerde hij terug tot
het particuliere bedrijfsleven en nam hij de leiding
op zich van de Kredit-Anstalt-Bankverein te Wee
nen. Als voorzitter van de Kamer van Koophan
del hield hij zich o.a. bezig met economische vraag
stukken in Oost-Europa. Hij werd daarop na de
bezetting van Nederland door Rijkscommissaris
Seyss-Inquart benoemd tot commissaris-generaal
voor economie en financiën in het civiele bestuur
van de bezette Nederlandsche gebieden.
(A.N.P.)
DAME MET HOND.
oo vol was het in de cafetaria dat we ter
nauwernood onze armen konden opheffen
om de geurige kopjes koffie met de ver-
eischte plechtigheid naar onze smach
tende monden te brengen. Iedereen had alleen
aandacht voor het voedsel dat in vloeibaren of in
meer substantieelen vorm als koffie, thee, cro
quet j es, zalm- en huzarensla'tjes voor hem
stond, zoodat we de dame met den hond pas zagen
toen ze aan het tafeltje naast ons stond. Maar
daarna lieten we de koffie dan ook de koffie en
we hadden ook de huzaren wel de huzaren en de
zalm de zalm willen laten als er inderdaad maar
van echte huzaren of zalm sprake was geweest
Waarom men trouwens een sla'tje naar huzaren
genoemd heeft is me nooit heelemaal duidelijk
geweest maar daar hebben we het nu niet over.
Alle aandacht dus op de dame met den hond.
Platina-blond haar, een hoedje van zwart stroo,
een lichte zomerjurk van soepele stof, een hoog
hartig doch zeer knap gezichtje. Dat is de dame.
Lichtbruin haar, geen hoed en geen jurk, een
trouwhartige en goedige snuit. Dat is de hond.
Men is bij voorbaat al geneigd met eenige ver-
teedering naar dit aardige tweetal te kijken en
den hond zijn meesteres te benijden. Doch zelfs
het glanzendste platina-blonde haar en het snoe-
zigste figuurtje kunnen den pijnlijken indruk niet
verzachten, die de volgende tafereelen onuit-
wischbaar in onze herinnering hebben gegrift.
Op het marmeren, in ieder geval als marmer
aandoende tafeltje van de dame staat haar kopje
thee en daarnaast een sneedje brood met een
croquetje. Juist heeft zij met een precieus ge
baartje haar kopje weer op het schoteltje gezet
en zal ze het croquetje onder het mes nemen als
de hond plotseling recht op gaat zitten, zijn kop
scheef houdt en met een blik, die zelfs het mar
meren tafeiblad doet trillen, ook om een stukje
bedelt.
Een verteederd: „Ach, kijk 'ns" ontsnapt ons
allen. Iedereen is ervan overtuigd dat in de vol
gende seconde de dame haar trouwen begeleider
een stukje croquet of minstens een stuk brood
zal geven. Helaas, niets van dit alles gebeurt. Een
harde ruk aan den ketting en een trap, die men
wel van een voetballer tegen een voetbal, maar
niet van een dame tegen een hond verwacht,
waren het resultaat van dit stille, sympathieke
verzoek. Een rilling vaart over onze ruggen. Het
is plotseling koud in de cafetaria. Men slurpt
haastig aan zijn koffie of schept een ongemeen
groot stuk huzarensla op zijn vork. De hond
jankt zacht, meer uit teleurstelling dan uit pijn,
doch een tweede nijdige ruk aan den ketting
doet ook dit teeken van droefenis verstommen.
Even later is de dame klaar. Met een hooghartige
glimlach stapt ze tusschen de tafeltjes door naai
den uitgang. Het platina-blonde haar glanst
echter niet meer zóó als daarnet. De hond sukkelt
droevig achter haar aan. Naar hem gaat onze
sympathie.
Onze afgunst is verdwenen.
4 B. K.
De zomerschoen.
Een week geleden liet een schoenwinkelier te
Haarlem ons de volgende jeremiade hooren:
„Het is hopeloos, daar zit ik met eerfcwinkel vol
schoenen waarvoor ik graag koopers kan vinden.
Maar ik moet al mijn klanten buiten de deur hou
den. Ik mag alleen veters en doosjes schoensmeei
verkoopen. Letterlijk gesproken verdien ik daar
aan nog niet het zout in de pap.
Nu het zomer wordt heb ik, en mijn collega's
hebben natuurlijk hetzelfde gedaan, een groote col
lectie zomerschoenen ingeslagen. Al wordt nu over
eenige dagen de schoenenverkoop op de bon toege
staan, wie zal dan nog zomerschoenen koopen. De
menschen die een bon van de Distributie krijgen
omdat zij geen enkel paar bruikbare schoenen meer
hebben, gaan geen witte of crème of lichtbruine
zomerschoentjes of sandalen koopen, want daaraan
hebben zij van den winter immers niets. Neen die
koopen alleen degelijke leeren schoenen, de sterk
ste die zij kunnen krijgen! En wij blijven met onze
collectie zomerschoenen zitten!"
'k Had medelijden met den schoenenman.
Maar hij heeft te vroeg geklaagd. Voor hem
scheen achter de wolken toch al de zon. En die is
gauw doorgebroken.
Voor de ramen van alle schoenwinkeliers ziet
men in deze dagen met koeien van letters aange
kondigd: „Verkoop van zomerschoenen zonder bon"
Er worden nu veel meer zomerschoenen gedra
gen dan vroeger! Elke vtouw is tot de conclusie ge
komen, dat zij geen uur langer kon wachten met
het koopen. En de heeren doen ook al mee, al zijn
zij in de keuze wat stemmiger!
Als men in drukke winkelstraten de oogen be
nedenwaarts wendt, is het een kleurenweelde
waarmede een schilder die een natuur-getrouw
schilderij moet maken half verlegen zou zijn.
Nu kwam de schoenwinkelier die 8 dagen ge
leden één en al klacht was mij half juichend
tegemoet. „Wij hebben, gelukkig, te vroeg ge
klaagd. De heeren van de distributie hebben het
beter met ons voor gehad dan wij gedacht hebben.
Schoenen op den bon verkoopen wij niet veel, maar
zomerschoenen zooveel te meer. De verkoop van
die schoenen is vrij gegeven. En het onverwachte
gebeurt: Wij blijven met geen zomerschoen zitten,
alles gaat weg! Zelfs modellen van het vorige jaar,
die in het najaar in de opruiming van restanten
geen koopers konden vinden, gaan nu graag weg.
Anders begint5 de verkoop van zomerschoenen pas
in den vacantietijd, dus in Juli, maar nu dacht
men „geen dag en geen nacht". Zelfs menschen,
die nog nooit een zomerschoen aan de voeten ge
had hebben, komen die nu koopen. Alsof het noodig
was dat zij zich voor ons excuseeren, zeggen zij:
„het is om m'n andere schoenen te sparen!"
De zomerschoenen worden tegen dezelfde prij
zen van verleden jaar verkocht. Het eigenaardige
is evenwel, dat de goedkoopste exemplaren het
minst gewild zijn. Niet weinigen zeggen: ik moet
de beste hebben die ik kan krijgen, want ik wil er
den heelen zomer op loopen".
Zoo wandelt Nederland nu op zomerschoenen.
En de schoenwinkelier, die eerst vreesde te
moeten hinken op doornen, huppelt, al is het dan
ook voor korten tijd, op de rozen!
Derde zomerconcert H. O. V.
Een klassiek programma.
Het concert van Maandagavond in den Stads
schouwburg te Haarlem, dat om half acht be
gint, zal worden geleid door dirigent Toon
Verheij. Deze brengt een klassieg programma
met twee meesterwerken, het vierde piano-con
cert van Beethoven en de derde symphonie van
Brahms' werken, die de belangstelling van het
muziekminnend publiek ten volle verdienen.
Het pianoconcert zal worden gespeeld door
Catharina Hopster.
CONCERT IN BREDERODEDUIN.
Het Haarlemsch Kamerorkest, dirigent "Vim
Lasschuit, zal Zondagmiddag een vooravond
concert geven in „Brederodeduin". Bep Wage-
ner verleent haar medewerking als zangsoliste,
terwijl voorts nog een trio voor twee violen en
piano wordt uitgevoerd. Als eerste uitvoeringen
vermeldt het programma de oud-Hollandsche
Boerendansen van Siep en de Wals Donausa-
gen van Jules Fucik.
NIEUWE SERIE No 17
De puzzle
1. Gaat zitten om te
probeeren, de puzzle
voor elkaar te krijgen,
die oom Kees hem ge
zonden heeft.
2. Vader komt er als
toeschouwer bij-
3. Vader begint raad
gevingen te verstrekken
4. Staat onwillig toe,
dat vader het een enkel
oogenblikje probeert.
5. Probeert hem terug
te krijgen, maar vader
houdt hem buiten zijn
bereik, zeggende dat hij
'm bijna heeft.
6. Loopt weg, een
beetje getroost als hij
ziet, dat moeder nu aan
vader vertelt hoe hij
het doen moet.
De visscher hengelt als weleer
De jager treurt om zijn geweer.
van den Rijkscommissaris.
De maatregelen betreffende het reizen
en de bescherming der deviezen.
's-GRAVENHAGE, 7 Juni (A.N.P.). Op de pers
conferentie van 7 Juni gaf de heer W. Janke.
Presse-Dezernent, behoorende tot den staf van
den Rijkscommissaris, de volgende toelichting op
de verordening van 6 Juni betreffende het in- en
uit-reizen.
Deze verordening, zoo zeide de heer Janke, be
rust op twee overwegingen. In de eerste plaats Is
het niet dienstig, dat een groote stroom van rei-
zenden uit Nederland naar Duitschland gaat. De
verbindingen zijn natuurlijk in den laatsten tijd
v/at overbelast geweest en ook thans nog niet ge
heel in evenwicht. Men dient verder te bedenken,
dat zich nog vele buitenlanders in Nederland be
vinden en toezicht op de bewegingen van deze
buitenlanders gewenscht is.
De tweede overweging is, dat ook een stroom
van bezoekers uit Duitschland naar Nederland
moet worden voorkomen. Hiermede zouden wel
licht vele handelaren komen, met de bedoeling
hier te lande voorraden in te slaan. En nu is het
juist de vooropgezette bedoeling om de voor
raden. weike in Nederland aanwezig zijn. aan de
Nederlandsche bevolking te laten, opdat hier geen
tekort zal optreden.
Op deze twee overwegingen steunt bedoelde
verordening. Het spreekt echter vanzelf, dat uit
zonderingen kunnen worden toegelaten.
Wij nemen als voorbeeld het geval dat een fa
brikant of een ander zakenman, die zoowel een
bedrijf hier te lande als een in Duitschland heeft.
Het zal echter bij bijzondere uitzonderingen moe
ten blijven.
De aanvragen voor uitzonderingen kunnen ge
richt worden aan de volgende kantoren:
voor 's-Gravenhage: Juliana van Stolberglaan
45; voor Amsterdam: Koninginneweg 4; voor
Rotterdam: Westplein 12 en voor Maastricht-
Stationsstraat 9.
Deze aanvragen moeten geadresseerd zijn aan
de Beauftragten des höheren S.S. und Polizei-
fiihrers, en vergezeld zijn van een uiteenzetting
der gronden, waarop men een uitzonderingsver
gunning vraagt.
De verordening voor de deviezen-
bescherming.
Hierna gaf de juridische adviseur dr. Rabl een
nadere verklaring van de verordening betreffende
de deviezenbescherming. Hij wees er op, dat de
deviezen-noodmaatregelen zooals zij bij K. B. des
tijds zijn vastgesteld blijven bestaan. De uitvoe
ring van de bepalingen blijft ook in handen van
Nederlandsche ambtenaren, doch de verordening
is slechts om te bewerkstelligen, dat ook Duitsche
ambtenaren aan de uitvoering daarvan deel
hebben.
Deze bepaling beteekent dus wederom een
groote mate van innige samenwerking, daar er
hier geen sprake van is dat de Duitsche instantie
die uitvoering heeft overgenomen, doch thans
slechts mede is ingeschakeld, naast de Neder
landsche autoriteiten.
Dr Rabl liet tenslotte nog uitkomen, dat het
de Rijkscommissaris zelf was geweest, die het
initiatief had genomen voor deze bepaling, welke
zoozeer het streven tot coöperatie typeert.
Benoeinin<reii van den Rijks,
commissaris.
's GRAVENHAGE 7 Juni (A. N. P.) De Rijks
commissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
heeft ingevolge zijn decreet betreffende den organi-
satorischen opbouw van de bureaux van het Rijks
commissariaat benoemd: tot vertegenwoordiger van
het ministerie van buitenlandsche zaken den gezant
Otto Bene: tot gevolmachtigde voor de Nederland
sche Bank den ministerialdirektor voor bijzondere
aangelegenheden, staatsrat H. C. H. Wohlthat, tol
chef van de hoofdafdeeling op het bureau van den
Rijkscommissaris den ministerialrat dr. Hans
Piesbergcn.
TENTOONSTELLING „BELGISCHE
KUNSTENAARS VAN HEDEN" WORDT
HEROPEND.
AMSTERDAM, 7 Juni. De tentoonstelling
„Belgische kunstenaars van heden" in het Rijks
museum te Amsterdam de tegenhanger van de
tentoonstelling van hedendaagsche Nederlandsche
kunst te Brussel welke op 9 Mei j.l. door mi
nister Bolkestein, in tengenwordigheid van den
Belgischen minister voor het openbaar onderwijs
Soudan op officieele wijze was geopend, doch
reeds door den oorlog den volgenden dag gesloten
moest worden, zal Zaterdagmorgen 8 Juni wederom
voor het publiek worden opengesteld. A.N.P.)
Het staat een beetje vreemd om 't tijdens deze
heete zomerdagen over ijsvermaak te hebben,
maar wanneer u zich herinnert dat op Indiëbooten
juist op dagen dat het 't heetst is in de roem
ruchte Roode Zee, winterkostjes als boerenkool en
erwtensoep geserveerd worden, wanner u voorts
bedenkt dat de Sahara-bewoner, die het 't warmst
heeft van alle menschen op aarde, zich hult in een
kleed waar onze winterjassen niks bij zijn, wan
neer u tenslotte nagaat dat menschen, die er wat je
noemt warmpjes inzitten, dikwijls zoo koud als ijs
zijn wat 't gemoed betreft, dan komt het u niet
meer zoo gek voor dat 'k hier, in deze snikheete
Junidagen, het ijsvermaak aan de orde stel. En be
slist elk protest besterft u op de lippen als u hoort
dat deze betiteling „Ijsvermaak" onder een schil
derijtje staat van Barent Avercamp, die leefde van
1612—1679 (dat heb 'k voor de gewichtigdoenerij
overgeschreven), en die nu herleeft op de tentoon
stelling in het Rijksmuseum te Amsterdam. Dat is
zoo'n aardig schilderijtje en daar wilde ik u op
wijzen en daarom begin ik hier over ijsvermaak.
U moet éGns naar die tentoonstelling of naar een
andere toestappen, die prentjes en plaatjes, die
daar zoo roerloos achter glas liggen of aan de muren
gespijkerd zijn, daar zit een boel leven in en
wanneer je ze bekijkt en nog eens bekijkt, denk je
na afloop van het museum-bezoek dat je bij een
wonderlijke opticien een nieuwe bril hebt gekocht
en dat je figuurlijke bijziendheid of verziendheid
genezen is. Je doet ontdekkingen op die schil
derijtjes. Neem nou eens zoo'n Barent Avercamp;
die toch een goeie driehonderd jaar geleden dat
tafreeltje van ijsvermaak op het doek penseelde,
men zou zoo denken, dat zal wel 'n ouderwetsche
boel zijn. die Barent voor oogen heeft gehad. Mis!
Daar ontdekken we warempel op dat plaatje men-
schen, met, wat we tegenwoordig noemen, hockey
sticks in hun handen; die staan zich daar te ver
maken met een spelletje, dat wij driehonderd jaar
later heel modern vinden. Die menschjes van toen
zien er er weliswaar niet zoo uit als de hockeyploeg
van Den Haag of Amsterdam, neen ze doen nog een
beetje gezelliger aan dan die vierkante, opgepropte,
volgestopte hockeyspelers van nu. Het vermaak
zal er toen wel meer om geweest zijn, vooral
wanneer we eventjes verderop een paar belovend-
bollende tonnetjes op een slee zien voortglijden
over het ijs meteen goed gekoeld, zal de kenner
wel opmerken.
Er zijn zooveel bewijzen van plezïer-in-het-leven
op deze tentoonstelling. het plezier bijvoorbeeld van
die befaamde kanten kraagjes en kapjes der
vrouwen, van 't maken, van '1 schilderen. Ik weet
het. ei is meei op de charme van die dingen ge
wezen. 'k wijs er nog eens op, ook op de fijnheid
van de gravures: kijk eens naar zoo'n kop van
Elisabeth Lee zie toch naar het verliefde Bregtje,
rijd in gedachten even mee in het sierlijke span
van H F. Schouten, voorbij die oude villa's en
dan behoef4 u uw fantasie niet zoo erg in te span
nen want dan zijn we weer plots in den modernen
tijd, waarin we ook met van die koetsjes rijden. Het
gezicht op 't Rokin en den Munttoren in Amsterdam
is sedert een meneer er in 1783 een plaatje van
maakte, dat in 1940 In het Rijksmuseum hangt, wel
wat veranderd, maar in één opzicht kunnen wij in
1940 nog leeren van dat plaatje uit 1783; want daar
staat een paard en wagen op en die wagen is ge
construeerd als een slee, waarop twee hekjes staan
om de spulletjes- bij elkaar te houden. Zoo'n ver
voermiddel, daar valt wat van op te steken; we
hebben ook grootmoeder's hooikist van zolder ge
haald, de oude tijd houdt meer lesjes voor ons
In het zuur. Er is in die zalen van het Rijks
museum ook een aanwinst van Jan Steen „Trïc
trac" en u moet die spelers eens opgewonden zien
spelen! u zou meteen een ouderwetsch pakje er
voor over hebben om mee aan tafel te mogen zit
ten. Er is een ragfijn sneeuwlandschapje van A.
v. d. Meer, alleen kijken de wolken me een beetje
te boos, maar dat maakt meneer de Zwart in zijn
zonnige schets weer goed. waaruit rn|; weer blijkt
dat je nog geen zwartkijker hoeft te zijn wanneer
ie Zwart heet. Zoo'n tentoonstelling, daar moet u
cms naar toe. in Amsterdam of ergens anders,
er is altijd wel wat te zien en te ervaren, wanneer
u maar niet te veel hooi op uw vork neemt. En
beslist u heeft het gevoel dat er een andere bril
op uw neus zit, wanneer u weer buitenkomt, een
bril, waardoor u weer goed kunt zien. Want een
fijne schilder is een beste oogendokter.
v. H.
HAARLEMSCHE TOONEELVEREENIGIXG
V.Z.O.D.
Het bestuur van de Haarlemsche Tooneelver-
eeniging bericht dat haar uitgestelde slotvoorstel-
ling van 14 Mei thans is vastgesteld op Dinsdag
18 Juni in gebouw St. Bavo waar zal worden
opgevoerd „Onder Een Dak" van Jan Fabricius.
Er zijn kaarten voor werkloozen en militairen ver
krijgbaar.