Haarlem's Dagblad Krijgsgevangenen weer terug. Noorwegen staakt den strijd Nationale Hulp. Laaiend enthousiasme aan de ontvangst-stations. £ange txeinen stoomden Xwente binnen- Weer een spoorboekje. Koning en regeering naar het buitenland 1 Actikeien- Oproep van het Nationaal Hulpcomité 1940. 57e Jaargang No. 17476 Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant- Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V. Bureaux: Groote Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgiro- dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12. Telefoon: Directie 13082, Hoofdred 15054, Redactie 10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724, 14825. Soendaplein 12230. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM Maandag 10 Juni 1940 Abonnementen per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10, per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, loss® nummers 6 cent per ex. Advertenliën: 1-5 regels ƒ1.75, elke regel meer 0.35. Reclames ƒ0.60 per regel. Regelabonnementstarieven op aanvraag. Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer 0.15. Groentjes zie rubriek. Een beroep op ons allen. Er is een Nationaal Hulpcomité 1940 opgericht u hebt het in -ons nummer van Zaterdag gelezen dat zich ten doel stelt al diegenen in ons land te helpen, die door den oorlog hebben geleden. Het betreft dus niet alleen Rotterdam maar ook Middelburg, Wageningen, Zevenbergen, Rhenen en vele andere plaatsen in ons land waar de oorlog fel heeft huisgehouden en duizenden van al hun have en goed beroofd. Er is veel geld noodig om hen bij te staan. En daarom heeft het Nationaal Hulpcomité dat gepresideerd wordt dor mr. dr. K. J. Frederiks, secretaris-generaal van het departement van Bin- nenlandsche Zaken, in nauwe samenwerking met bet Roode Kruis en het Nationaal Fonds voor Bij zondere Nooden besloten verschillende wegen te bewandelen, die tot het doel zullen leiden. Het somt ze aldus op: le een inzameling, waartoe alle bankinstellingen en hopelijk ook alle dagbladen zullen medewerken; 2e een groote straatcollecte door het geheele land, waarvoor de datum voor- loopig is vastgesteld op 15 Juni, waarvoor aan alle burgemeesters om medewerking is gevraagd en waarbij de jeugd zooveel mogelijk als collectan ten zal optreden; 3e een circulaire, door plaatselijke comités rond te zenden met verzoek om bijdragen over te maken. Aan het op de dagbladen gedane beroep geven wij natuurlijk van harte en met volle overtuiging gevolg. Verleden week nog heb ik op deze plaats naar aanleiding van het concert in de Groote Kerk te Haarlem, waarvan de baten aan hetzelfde doel waren gewijd, opgemerkt dat er veel meer zou kunnen en moeten worden gegeven en dat de ge legenheid daarvoor zich spoedig zou voordoen. Hier is die gelegenheid. En zij moet worden ge bruikt door ons allen, niet alleen op den collecte dag, want dat zou niet voldoende opleveren, maar reeds daarvoor. Om het nog duidelijker te zeggen: nu meteen. En daarom openen wij vandaag in ons blad een inschrijving, waarvan de ontvangsten zullen worden toegevoegd aan de opbrengsten van omzendbrieven, straatcollecte en andere inschrij ving. Zooals te doen gebruikelijk is zullen wij tel kens verantwoordingen van de ontvangen giften publiceeren. Men kan ze zelf overhandigen aan een van onze bureaux, Groote Houtstraat 93 en Soendaplein 37 of ze per postwissel aan ons over maken of ze gireeren op postgiro 38810 van Haar lem's Dagblad, in de beide laatste gevallen met bijvoeging -van de woorden: Voor Nationaal Hulp comité.. Op deze pagina vindt u onze eerste verantwoor ding van reeds ontvangen bijdragen, die zoo als u zult zien al een flink bedrag aangeeft. En dat moet ook. Dat zal in stijgende mate zoo moeten doorgaan. Want er is zooveel noodig en het is voor ons in Haarlem en de onmiddellijke om geving, die gespaard zijn gebleven voor de ver woesting, een zedelijke plicht onze getroffen land- genooten te helpen. Hier citeer ik opnieuw de woorden van de burgemeester van Haarlem, ge sproken in zijn openingsrede van de gemeenteraads zitting op Woensdag 5 Juni. Het is inderdaad onze plicht. En nu weet ik wel dat wij geen van allen zeker Zijn van hetgeen de toekomst ons zal brengen. Ik weet dat er bij zeer velen een sterk en gerecht vaardigd streven naar bezuiniging heerscht. Ik besef dat wij vroegere dergelijke oproepen (die een veel minder groot aantal lijdenden betroffen dan deze) in aanmerkelijk gunstiger omstandigheden hebben gedaan. Maar toch breng ik in volle hoop en goede verwachting dit beroep op u over. Want de menschen dien het geldt zijn er veel slechter aan toe dan een van ons allen. Wij mogen onzekerheid over de toe komst voelen en geneigd zijn tot bezuiniging dc meesten hunner bezitten niets meer, zelfs geen eigen onderdak. Denk u daar eens even in! Stel u eens even voor dat al uw meubelen en andere per soonlijke bezittingen, al de lieve eigen dingen die u vertrouwd zijn in uw dagelijksche omgeving, al de zorgvuldig bewaarde kostbare herinneringen uit uw leven, bedolven' én verpletterd zijn onder een puinhoop of vernietigd door de vlammen. Zoudt gij het dan kunnen aanvaarden als er medemenschen waren die zeiden: „Ik zou je wel willen helpen als de tijden wat zekerder waren, maar ik weet niet hoe ik er over een jaar zal voorstaan en ik ben nou juist aan het bezuinigend" Neen, dat zoudt u niet kunnen billijken. Er zijn menschen in ons midden die niets kunnen missen omdat zij niets over hebben als zij hun gezin en zichzelf te eten hebben gegeven. Hen zonder ik uit. Op hen die van hun magere inkomsten nauwelijks kunnen bestaan doen wij geen beroep. Maar wel op alle anderen! Sinds veel langer dan een eeuw heeft geen enkele ramp ons land getroffen, die zooveel slachtoffers heeft veroorzaakt als deze. En daarom zullen wij ook meer moeten bijeenbrengen dan ooit is geschied. Ondanks de tijdsomstandig heden. De voorzichtigheid, die de moeder van de porseleinkast is en een erkende vrouwelijke auto riteit in ons nationaal gevoel.ja, zelfs zij zal het veld moeten ruimen voor een edelmoedigen impuls terwille van duizenden menschen, die in onmiddel- lijken diepen nood verkeeren en het dus zwaarder hebben dan wij. Er is vooral in de oorlogsdagen algemeen waar genomen hoe de onderlinge verstandhouding, het onderlinge begrip, de wederzijdsche sympathie groeiden. Welnu, hier wordt om een offerend bewijs gevraagd. Stelt er een eer en ziet er ^en plicht in niet achter te blijven. Doet zooveel ge kunt. Laat uw kinderen hun kleine bijdragen onder eigen initia len inzenden of afgeven. Het goed voor de ont wikkeling van hun maatschappelijk gevoel en dus voor hun toekomst die u zoo na aan het hart ligt, dat zij zelf echt meehelpen. Zij zullen het zich later herinneren en er blij om zijn. En wacht niet! Geeft snel! Lange lijsten in den aanvang geven de beste aansporing, de sterkste stimulans voor de volgende! Dat weten wij uit ervaring. ANGE treinen vol verheugde Nederlandsche krijgsgevangenen zijn Zondag onze Oostgrens gepasseerd en met laaiend enthou siasme zijn ze begroet, in Oldenzaal, Almelo, Enschedé, Hengelo, Arn hem, overal waar zij eerst heen zijn gegaan. Alom heerschte ontroering en blijdschap, alom was het één hartelijke verwelkoming. En dit was nog slechts een afspiegeling van de overweldigende vreugde, welke in deze dagen in zoovele gezinnen heerscht, waar men een man, een vader, een zoon, een broer, een verloofde weer heeft zien terugkeeren EEN ONGEWOON GEZICHT. Nederlandsche soldaten met baarden. Ze hadden vergeten hun scheergerei mee te nemen in krijgsgevangenschap. NA zoi span: groot ripi- t A zooveel dagen van martelende spanning, hopen en wachten, is het groote' nieuws omtrent de komst der Nederlandsche krijgsgevangenen eindelijk waarheid geworden: de geïnterneer de jongens staan weer op Hollandschen bo- dem. m Lange treinen stoomden Zondag Twente binnen en geen pen kan beschrijven met welk een laaiend enthousiasme de stoffige en slecht geschoren soldaten die overigens in goede conditie waren begroet werden. Huilend heeft menige moeder haar zoon in de armen genomen en door de ijzeren spijIers van afge zette stationsterreinen hebben geliefden ge tracht. elkaar in de armen te nemen. Het is een schouwspel geworden, dat velen diep in het hart gegrepen heeft. Zondagnacht omstreeks vier uur daverde de eerste trein door het slapende Oldenzaal. De reis ging naar Enschedé, waar de jongens een gul onthaal vonden. Daar klonk een ge juich uit duizenden* kelen. ALMELO OP Z'N KOP. De tweede trein kwam via Berlijn en Bentheim naar Almelo. Na een onafgebroken reis van een kleine twintig uur van het plaatsje Luckenwalde af waar het interneeringskamp was ingericht trók een zware Duitsche locomotief ongeveer 45 goederenwagens naar de „landingsplaats bij de vrachtloodsen. De menschen op het perron voelden zich won derlijk ontroerd, toen het lange lint van roode wagens heel traag aan kwam rollen, alsof de lo comotief de laatste loodjes nauwelijk kon halen En uit smalle reten in de wagens kwamen vele wuivende handen, die een zwijgenden groet brach ten aan het kleine Hollandsche fabrieksstadje. Gezichten zag men niet alleen maar die han- d6Znoo keerden hier 1700 Hollandsche soldaten terug. En toen de locomotief hijgend bleef staan, gingen de deuren hier en daar op kieren en zag men tal van lachende gezichten heel dicht bijeen. Heel Almelo stond op zijn kop. Bij het station was een menigte bijeen, die werkelijk respectabel genoemd kon worden. Op het vrachtgoederen- station mocht niemand komen de militaire politie stond met haar karabijnen aan den voet tusschen de rails. HEB JE EEN SIGARET? De deuren gingen open en een groote bedrijvig heid begon. Duitscjae soldaten bewaakten op hun beurt de wagens en een lang gezwoeg met papier en potlood was het eerst aan de orde. Dit pri mitieve appèl vroeg heel wat tijd maar al de menschen voor het station bleven geduldig en onvermurwbaar wachten zij waren eenvoudig niet weg te slaan. Alle jongens snakten naar een sigaret. Som mige padvinders, die bij deze eerste aankomst aanwezig waren om voor allerlei karweitjes de hand aan de ploeg te slaan, besloten omdat de vraag: ..Heb je een sigaret?" aan tal van kan ten opklonk. een inzameling te houden. Met groote manden gingen zij langs het publiek op het stationsplein en weldra suisden de doosjes sigaretten door de lucht. Deze ..collecte" werd nog gevolgd door een inzameling van doosjes lucifers, want een sigaret zonder vuur is nog waardeloos. De Duitsche instanties hebben hun instemming met deze inzameling betuigd. Helpt allen mee om ook hun te toonen wat het Nederlandsche volk ver mag: eendrachtig zijn zwaar getroffen landgenooten te hulp schietend in een voor het Nederlandsche volk zelve zeer moeilijken tijd. Staat allen bij! R. P. In een vrachtgoederenloods was ondertusschen een primitief medisch bureau ingericht en had een keuring plaats. Alle jongens moesten even bij den dokter komen, maar het aantal zieken bleek gelukkig gering te zijn. ZEG, DAT IK LEEF. Toen wij in ons burger colbertje tusschen al die lachende en pratende jongens doorwandelden het was een bijzonder schouwspel, al die soldaten over de spoorrails „uitgespreid" te zien: een groepje zat op een rail, elders hield een sergeant „appél" werden wij ineens bij den schouder gegrepen. Een paar blijde oogen, een lachende mond en een overslaande stem: „Zeg kun jij vertellen, dat. ik leef?" En toen krabbelde hij met een stompje potlood een naam op papier en een telefoonnummer van een familie in Arnhem. Ja en toen de anderen dit zagen, hagelde het ineens verzoeken. Allerlei briefkaartjes kwamen voor den dag Graag voldeden wij in zoover dat in ons ver mogen lag aan al deze wenschen en de betrok ken soldaten voegden er dankbaar aan toe: „Zelf zullen wij er vandaag wel geen kans meer voor krijgen". Maar ook anderen maakten een en ander ge reed om zoo gauw mogelijk een boodschap naar huis te sturen. Zoo stond een soldaat schuin tegen een der wagens aan en schreef met groote, on zekere letters: „Lieve vader en moeder En de kleine welpen, die soms watervlug onder de wagons heenschoten, fungeerden hier als post bodes. Zij pakten de briefjes bij heele stapels tegelijk aan en schiepen bij wijze van spreken een aparte dienst. En onderwijl hadden zij allen veel te vragen. Vertellen over hun belevenissen hadden velen vooreerst geen zin in; zij waren te vervuld met een brandend verlangen om te weten, hoe het thans in Holland is. De vragen volgden elkaar onafgebroken op „Hoe is het in Drente?" Is daar veel kapot? Leven jullie hier nou weer allemaal rustig? Is er nog wat in Tubberben gebeurd? Hoe is het hier bij het slot van den oorlog gegaan? Is Amsterdam nog gebombardeerd? Er waren er enkelen, die dan als „tegengift' voor de antwoorden, iets van hun ervaringen be gonnen te vertellen. Hoe zij in een groot, geweldig groot kamp bij Berlijn werden ondergebracht, waar ook Polen en Franschen lagen en hoe zij dag-in. dag-uit in hun tenten maar één over- heerschende. vurige hoop kenden: Wanneer gaan wij naar huis terug? MORGEN. En steeds weer scheen dit alles in kannen en kruiken te zijn. Morgen gaan jullie, hoorden zij op een dag en toen kende de vreugde geen gren zen meer. Maar dan kwam er weer wat tusschen en volgde steeds weer afstel, totdat men in een toestand van volslagen onzekerheid kwam Omtrent de behandeling door de Duitsche sol daten vertelden zij, dat deze zeer correct en vriendelijk geweest was. Het spreekt wel vanzelf, dat het eten voor krijgsgevangenen nooit weelde rig kan zijn men had echter al die weken, dat men in het kamp verbleef, toch voldoende gehad, al moest men zich soms wat behelpen. Oorspronkelijk had men gedacht, dat deze treinreis naar Holland ongeveer 38 uren zou duren, doch de order kwam door: aan een stuk doorrijden, zoodat men thans reeds op Holland schen bodem kon zijn's Nachts en ook over dag reed men met open wagens alleen in Oldenzaal kwam de mededeeling: deuren sluiten. Voor velen was de groote vraag: weten mijn ouders, dat ik kom of verwachten zij misschien dat ik nimmermeer terugkeer? De gedachte aan broers, zusters, het meisje, dc vrouw, kortom aan voovele oude getrouwen hield allen bezig. Er waren maar weinigen, die zelf in Almelo woonden alléén één jongen trachtte boven op een wagon te klauteren om te turen naar een nietig huisje langs de spoorlijn, waar zijn ouders woonden. EEN BAD EN EEN GLAS MELK. Toen de soldaten eindelijk door de stad mar cheerden, lieten velen hun tranen den vrijen loop. Een daverend gejuich steeg op, dat veel vuldig tusschen de huizenrijen echode. En glim lachend marcheerden de jongens erop los: zij wisten, dat er een glas melk en een heerlijk ver kwikkend bad op het programma stond Uit een raam gilde ineens een meisje: „Daar heb je Janus!".maar Janus zag haar niet en bleef voor zich uit kijken. Een bosje bloemen, dat ken nelijk voor hem bedoeld neerdwarrelde, verzeilde ergens op de hoed van een mijnheer, die het ge ïrriteerd op den grond wierp. De kappersbond had in alle haast besloten om de krijgsgevangenen gratis te behandelen. En dit zullen velen met vreugde begroet hebben, want er waren baarden af te scheren, die Sinterklaas al eenige concurrentie aandeden. Voor de Twentsche soldaten was de dag van gisteren heelemaal een groote dag. Want zij mochten dadelijk door naar huis. Doch de ande ren, uit andere deelen des lands, werden bij de burgerij ingekwartierd, voor welk doel een en ander reeds van tevoren in gereedheid was ge bracht. Een der komende dagen zal voor hun pas het groote moment van het weerzien aanbreken. (Zie ook elders in dit nummer). Groote slag woedt in Frankrijk. Reuter meldde Zondagmorgen uit Parijs: Fran- sche militaire kringen verklaren dat alle aan het Westelijk front beschikbare Duitsche troepen in den hedenochtend bij het aanbreken van den dag begonnen strijd zijn geworpen. Deze geweldige massa valt aan op een front, dat zich uitstrekt van de zee tot de Argonnen. Men verwacht, dat deze slag van beslissende beteekenis zal zijn. Het woord is aan De Zakenwereld: Kunnen de meesten van ons niet naar waarheid getuigen: „Ik heb meer last ge had met mijzelf dan met iemand anders dien ik ooit ontmoette"? Kijk kijk, het boekje van de sporen, Dat tijdlijk voor ons was verloren, Is spoorslags weer gearriveerd, Nu er wat vlotter wordt verkeerd. Dat geeft ons rust en weer vertrouwen, Dat is een zichtbaar blijk van bouwen, Dat ieder onzer steunt en sterkt, Er wordt gewerkt, en snel gewerkt. Wel is 't wat magertjes geworden, Het is nog niet geheel in orde En het vertoont nog, dat is waar, Wat witte vlekken hier en daar. Maar elke nieuwe kilometer, Maakt dat alweer een tikje beter. Totdat het na een korten tijd, Langs lijnen van geleidlijkheid, Ons zal berichten, naar we hopen, Dat alle treinen weder loopen. Men mag nu reeds met eerbied staan Voor 't vele, dat al is gedaan En daarvoor alle werkers eeren, Die zwoegden aan het spoorverkeeren, Die flink en snel en nuchter ziend, Hun sporen wel hebben verdiend. P. GASUS. STOCKHOLM, 9 Juni (D.N.B. Het Zweed- sche Telegraafagentschap verspreidt het vol gende uit Tromsö gedateerde bericht van het Noorsche Telegraafagentschap: Het Noorsche opperbevel deelt mede: Het Noorsche opperbevel heeft bevel gegeven, dat de vijandelijkheden Zondagnacht om 24 uur gestaakt moeten worden. Onderhandelaars zijn onderweg. Een nader D.N.B.-bericht uit Stockholm heeft den volgenden inhoud: Het Zweedsche Telergaaf- agentschap meldt: Zondagavond deden in Noor wegen en in Zweden geruchten de ronde, volgens welke de Britsche en Fransche troepen in Noor wegen bezig waren zich terug te trekken en de Noorsche koning en de „Noorsche regeering" zich niet meer in het land bevonden. Het Zweedsche Telegraafagentschap verklaart in verband hiermede van „gezaghebbende" Noor sche kringen vernomen te hebben, dat het waar schijnlijk is, dat deze berichten waar zijn. (Vervolg op pag. 2). Inzameling van Haarlem's Dagblad voor het ..Hulpcomité 1940". Eerste verantwoording. Haarlem's Dagblad ƒ300.—, K. J. 7.50, F. L. 3.—. P. W. P. 30—, O. v. W. ƒ5—, G. P.—C. 10.B. E. ƒ1—, J. C. E. ƒ1—, R. P. ƒ30—, V. v. O ƒ2.50, C. E. P—K. ƒ10—, O. J. ƒ1—, E. P. ƒ3—, F. C. D. 1—, C. J. v. T. ƒ5—, I. P. 3—, G. v. T. 1.50,. EP - 3—, J. W. v. T. 1—, B. A. 1—, J. J. P. 3—, E. E. J—P. 7.50, v. L. 2.50, F. K. 2—, J. de G. 1—, E. W. I. f 0.30, P. H. K. ƒ1—, M. C. ƒ0.50, C. G. ƒ0.30, G. P. 0.50, D. V. 0.25, M. 1— In totaal is thans bij ons blad binnengekomen ƒ439.35. Giften kunnen worden afgegeven aan onze bureaux Groote Houtstraat 93 en Soendaplein 37 of overgeschreven worden op onze postgiro rekening No. 38810 onder vermelding „Hulp comité 1940" en onder opgave, hoe men zijn gift verantwoord wenscht. Roosevelt spreekt heden over den internationalen toestand. WASHINGTON, 10 Juni (D.N.B.) De secretaris van het Witte Huis, Early, heeft aangekondigd dat president Roosevelt heden avond tegen middernacht, Duitsche tijd. bij een toespraak in de Virginia-Universiteit een „uiterst belangrijke verklaring" over den in ternationalen toestand zal afleggen. De rede wordt door alle internationale zenders ver spreid. HEDEN: 8 PAGINA'S. f S R. P.: Nationale Hulp. pag. J Langs de Straat: Musici. pag. 3 Flitsen: Een moment. pag. 3 De krijgsgevangenen zijn weer in het land terug pag. 1 en 4 Haarlem heeft Rotterdam materieele hulp verleend. pag. 7 ililiü'i d ■PBWlïïliWBIPBBIIlinöOIWWSlBWRW. IfüilfHüiiaisH1 WAM 's-GRAVENHAGE. 8 Juni (A.N.P.) De voorzitter van het Nationaal Hulpcomité 1940, mr. dr. K. J. Frederiks, secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Binnenlandsche Zaken heeft den volgenden op roep gericht tot de Nederlandsche bevolking: Landgenooten, Het Nationaal Hulpcomité 1940 organi seert op 15 Juni a.s. of in de daarop volgen de week een collecte ter inzameling van gel den voor de slachtoffers van de ramp, die ons land in de achter ons liggende maand heeft getroffen. Is een opwekking tot het betoonen van zoo groot mogelijke vrijgevigheid hier niet overbodig? De Nederlander is immers in hei algemeen reeds gaarne tot helpen bereid. Hoeveel te gereeder aanleiding bestaat daar toe thans, nu eenerzijds op groote schaal directe hulp moet worden geboden, ander zijds het besef meer dan ooit levendig is, dat het hier lasten betreft tot bijdrage waar van de Nederlandsche volksgemeenschap de handen ineen behoort te slaan. Wie in de bevoorrechte positie verkeert tot geven in staat te zijn grijpe deze gelegenheid met beide handen aan, Al ware het alleen reeds om uiting te geven aan zijn dankbaarheid dat zijn have en goed gepaard gebleven zijn. In alle vormen moet hulp worden geboden. Aan velen moet onderdak, voeding en klee ding worden verstrekt. Talloozen moeten door in het bezit te komen va«i giften voor han- delsgeld, aanschaffing van voorraad, werk- kleeding of voorraad in de gelegenheid wor den gesteld opnieuw aan den slag te gaan. Hiervoor Is geld noodig, veel geld. Mogen de bussen der collectanten worden overstroomd door de toevloeiing der gel den, de lijsten der inzameling niet voldoende plaats bieden voor de inteekenlngen. De Secretaris-Generaal, waarnemend hoofd van het departement van Bin nenlandsche Zaken, FREDERIKS. Reeds thans kunnen bijdragen gestort worden voor het werk van het Nationaal Hulpcomité 1940* eu wel op: Giro 388000 van het Nationaal Hulpcomité 1940. Giro 272727 van het Nationale Fonds voor Bij zondere Nooden. Giro 22120 van het Nederlandsche Roode Kruis. Bepaalde bestemmingen aan stortingen gegeven, worden in acht genomen. VERKRIJGING VAN VISCHAKTEN. De burgemeester van Haarlem brengt ter alge- meene kennis, dat belanghebbenden, die vóór den len Juli a.s. fn het bezit wenschen te geraken van een visch- of hengelakte (voor het visschen met meer dan één he::gel) voor het diesntjaar 1940 1941. ter secretarie dezer gemeente, le afdeeling, blanco-verzoekschriften kunnen ontvangen ter verkrijging van de door hen verlangde akten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 1