Haarlem's Dagblad
Krijgsgevangenen weer terug.
Noorwegen staakt den strijd
Nationale Hulp.
Laaiend enthousiasme aan de
ontvangst-stations.
£ange txeinen stoomden Xwente binnen-
Weer een spoorboekje.
Koning en regeering naar het buitenland
1 Actikeien-
Oproep van het
Nationaal Hulpcomité
1940.
57e Jaargang No. 17476
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant-
Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V. Bureaux: Groote
Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgiro-
dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12.
Telefoon: Directie 13082, Hoofdred 15054, Redactie
10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724,
14825. Soendaplein 12230.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
Maandag 10 Juni 1940
Abonnementen per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10,
per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, loss®
nummers 6 cent per ex. Advertenliën: 1-5 regels
ƒ1.75, elke regel meer 0.35. Reclames ƒ0.60 per
regel. Regelabonnementstarieven op aanvraag.
Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer
0.15. Groentjes zie rubriek.
Een beroep op ons allen.
Er is een Nationaal Hulpcomité 1940 opgericht
u hebt het in -ons nummer van Zaterdag gelezen
dat zich ten doel stelt al diegenen in ons land
te helpen, die door den oorlog hebben geleden.
Het betreft dus niet alleen Rotterdam maar ook
Middelburg, Wageningen, Zevenbergen, Rhenen en
vele andere plaatsen in ons land waar de oorlog fel
heeft huisgehouden en duizenden van al hun have
en goed beroofd. Er is veel geld noodig om hen bij
te staan. En daarom heeft het Nationaal Hulpcomité
dat gepresideerd wordt dor mr. dr. K. J. Frederiks,
secretaris-generaal van het departement van Bin-
nenlandsche Zaken, in nauwe samenwerking met
bet Roode Kruis en het Nationaal Fonds voor Bij
zondere Nooden besloten verschillende wegen te
bewandelen, die tot het doel zullen leiden. Het
somt ze aldus op: le een inzameling, waartoe
alle bankinstellingen en hopelijk ook alle dagbladen
zullen medewerken; 2e een groote straatcollecte
door het geheele land, waarvoor de datum voor-
loopig is vastgesteld op 15 Juni, waarvoor aan
alle burgemeesters om medewerking is gevraagd
en waarbij de jeugd zooveel mogelijk als collectan
ten zal optreden; 3e een circulaire, door plaatselijke
comités rond te zenden met verzoek om bijdragen
over te maken.
Aan het op de dagbladen gedane beroep geven
wij natuurlijk van harte en met volle overtuiging
gevolg. Verleden week nog heb ik op deze plaats
naar aanleiding van het concert in de Groote Kerk
te Haarlem, waarvan de baten aan hetzelfde doel
waren gewijd, opgemerkt dat er veel meer zou
kunnen en moeten worden gegeven en dat de ge
legenheid daarvoor zich spoedig zou voordoen.
Hier is die gelegenheid. En zij moet worden ge
bruikt door ons allen, niet alleen op den collecte
dag, want dat zou niet voldoende opleveren, maar
reeds daarvoor. Om het nog duidelijker te zeggen:
nu meteen. En daarom openen wij vandaag in ons
blad een inschrijving, waarvan de ontvangsten
zullen worden toegevoegd aan de opbrengsten van
omzendbrieven, straatcollecte en andere inschrij
ving. Zooals te doen gebruikelijk is zullen wij tel
kens verantwoordingen van de ontvangen giften
publiceeren. Men kan ze zelf overhandigen aan
een van onze bureaux, Groote Houtstraat 93 en
Soendaplein 37 of ze per postwissel aan ons over
maken of ze gireeren op postgiro 38810 van Haar
lem's Dagblad, in de beide laatste gevallen met
bijvoeging -van de woorden: Voor Nationaal Hulp
comité..
Op deze pagina vindt u onze eerste verantwoor
ding van reeds ontvangen bijdragen, die zoo
als u zult zien al een flink bedrag aangeeft.
En dat moet ook. Dat zal in stijgende mate zoo
moeten doorgaan. Want er is zooveel noodig en het
is voor ons in Haarlem en de onmiddellijke om
geving, die gespaard zijn gebleven voor de ver
woesting, een zedelijke plicht onze getroffen land-
genooten te helpen. Hier citeer ik opnieuw de
woorden van de burgemeester van Haarlem, ge
sproken in zijn openingsrede van de gemeenteraads
zitting op Woensdag 5 Juni. Het is inderdaad onze
plicht.
En nu weet ik wel dat wij geen van allen zeker
Zijn van hetgeen de toekomst ons zal brengen. Ik
weet dat er bij zeer velen een sterk en gerecht
vaardigd streven naar bezuiniging heerscht. Ik besef
dat wij vroegere dergelijke oproepen (die een veel
minder groot aantal lijdenden betroffen dan deze)
in aanmerkelijk gunstiger omstandigheden hebben
gedaan. Maar toch breng ik in volle hoop en goede
verwachting dit beroep op u over. Want de menschen
dien het geldt zijn er veel slechter aan toe dan een
van ons allen. Wij mogen onzekerheid over de toe
komst voelen en geneigd zijn tot bezuiniging
dc meesten hunner bezitten niets meer, zelfs geen
eigen onderdak. Denk u daar eens even in! Stel u
eens even voor dat al uw meubelen en andere per
soonlijke bezittingen, al de lieve eigen dingen die
u vertrouwd zijn in uw dagelijksche omgeving, al
de zorgvuldig bewaarde kostbare herinneringen uit
uw leven, bedolven' én verpletterd zijn onder een
puinhoop of vernietigd door de vlammen. Zoudt gij
het dan kunnen aanvaarden als er medemenschen
waren die zeiden: „Ik zou je wel willen helpen als
de tijden wat zekerder waren, maar ik weet niet hoe
ik er over een jaar zal voorstaan en ik ben nou
juist aan het bezuinigend"
Neen, dat zoudt u niet kunnen billijken.
Er zijn menschen in ons midden die niets kunnen
missen omdat zij niets over hebben als zij hun gezin
en zichzelf te eten hebben gegeven. Hen zonder ik
uit. Op hen die van hun magere inkomsten
nauwelijks kunnen bestaan doen wij geen beroep.
Maar wel op alle anderen! Sinds veel langer dan een
eeuw heeft geen enkele ramp ons land getroffen, die
zooveel slachtoffers heeft veroorzaakt als deze. En
daarom zullen wij ook meer moeten bijeenbrengen
dan ooit is geschied. Ondanks de tijdsomstandig
heden. De voorzichtigheid, die de moeder van de
porseleinkast is en een erkende vrouwelijke auto
riteit in ons nationaal gevoel.ja, zelfs zij zal het
veld moeten ruimen voor een edelmoedigen impuls
terwille van duizenden menschen, die in onmiddel-
lijken diepen nood verkeeren en het dus zwaarder
hebben dan wij.
Er is vooral in de oorlogsdagen algemeen waar
genomen hoe de onderlinge verstandhouding, het
onderlinge begrip, de wederzijdsche sympathie
groeiden. Welnu, hier wordt om een offerend bewijs
gevraagd. Stelt er een eer en ziet er ^en plicht in
niet achter te blijven. Doet zooveel ge kunt. Laat
uw kinderen hun kleine bijdragen onder eigen initia
len inzenden of afgeven. Het goed voor de ont
wikkeling van hun maatschappelijk gevoel en dus
voor hun toekomst die u zoo na aan het hart ligt,
dat zij zelf echt meehelpen. Zij zullen het zich later
herinneren en er blij om zijn. En wacht niet! Geeft
snel! Lange lijsten in den aanvang geven de beste
aansporing, de sterkste stimulans voor de volgende!
Dat weten wij uit ervaring.
ANGE treinen vol verheugde Nederlandsche krijgsgevangenen zijn
Zondag onze Oostgrens gepasseerd en met laaiend enthou
siasme zijn ze begroet, in Oldenzaal, Almelo, Enschedé, Hengelo, Arn
hem, overal waar zij eerst heen zijn gegaan. Alom heerschte ontroering
en blijdschap, alom was het één hartelijke verwelkoming. En dit was nog
slechts een afspiegeling van de overweldigende vreugde, welke in deze
dagen in zoovele gezinnen heerscht, waar men een man, een vader, een
zoon, een broer, een verloofde weer heeft zien terugkeeren
EEN ONGEWOON GEZICHT. Nederlandsche soldaten met baarden. Ze hadden
vergeten hun scheergerei mee te nemen in krijgsgevangenschap.
NA zoi
span:
groot
ripi- t
A zooveel dagen van martelende
spanning, hopen en wachten, is het
groote' nieuws omtrent de komst
der Nederlandsche krijgsgevangenen
eindelijk waarheid geworden: de geïnterneer
de jongens staan weer op Hollandschen bo-
dem. m
Lange treinen stoomden Zondag Twente
binnen en geen pen kan beschrijven met welk
een laaiend enthousiasme de stoffige en slecht
geschoren soldaten die overigens in goede
conditie waren begroet werden. Huilend
heeft menige moeder haar zoon in de armen
genomen en door de ijzeren spijIers van afge
zette stationsterreinen hebben geliefden ge
tracht. elkaar in de armen te nemen.
Het is een schouwspel geworden, dat velen
diep in het hart gegrepen heeft.
Zondagnacht omstreeks vier uur daverde
de eerste trein door het slapende Oldenzaal.
De reis ging naar Enschedé, waar de jongens
een gul onthaal vonden. Daar klonk een ge
juich uit duizenden* kelen.
ALMELO OP Z'N KOP.
De tweede trein kwam via Berlijn en Bentheim
naar Almelo. Na een onafgebroken reis van een
kleine twintig uur van het plaatsje Luckenwalde
af waar het interneeringskamp was ingericht
trók een zware Duitsche locomotief ongeveer 45
goederenwagens naar de „landingsplaats bij de
vrachtloodsen.
De menschen op het perron voelden zich won
derlijk ontroerd, toen het lange lint van roode
wagens heel traag aan kwam rollen, alsof de lo
comotief de laatste loodjes nauwelijk kon halen
En uit smalle reten in de wagens kwamen vele
wuivende handen, die een zwijgenden groet brach
ten aan het kleine Hollandsche fabrieksstadje.
Gezichten zag men niet alleen maar die han-
d6Znoo keerden hier 1700 Hollandsche soldaten
terug. En toen de locomotief hijgend bleef staan,
gingen de deuren hier en daar op kieren en zag
men tal van lachende gezichten heel dicht
bijeen.
Heel Almelo stond op zijn kop. Bij het station
was een menigte bijeen, die werkelijk respectabel
genoemd kon worden. Op het vrachtgoederen-
station mocht niemand komen de militaire
politie stond met haar karabijnen aan den voet
tusschen de rails.
HEB JE EEN SIGARET?
De deuren gingen open en een groote bedrijvig
heid begon. Duitscjae soldaten bewaakten op hun
beurt de wagens en een lang gezwoeg met papier
en potlood was het eerst aan de orde. Dit pri
mitieve appèl vroeg heel wat tijd maar al de
menschen voor het station bleven geduldig en
onvermurwbaar wachten zij waren eenvoudig
niet weg te slaan.
Alle jongens snakten naar een sigaret. Som
mige padvinders, die bij deze eerste aankomst
aanwezig waren om voor allerlei karweitjes de
hand aan de ploeg te slaan, besloten omdat
de vraag: ..Heb je een sigaret?" aan tal van kan
ten opklonk. een inzameling te houden. Met
groote manden gingen zij langs het publiek op
het stationsplein en weldra suisden de doosjes
sigaretten door de lucht. Deze ..collecte" werd
nog gevolgd door een inzameling van doosjes
lucifers, want een sigaret zonder vuur is nog
waardeloos.
De Duitsche instanties hebben hun instemming
met deze inzameling betuigd. Helpt allen mee om
ook hun te toonen wat het Nederlandsche volk ver
mag: eendrachtig zijn zwaar getroffen landgenooten
te hulp schietend in een voor het Nederlandsche
volk zelve zeer moeilijken tijd.
Staat allen bij!
R. P.
In een vrachtgoederenloods was ondertusschen
een primitief medisch bureau ingericht en had
een keuring plaats. Alle jongens moesten even bij
den dokter komen, maar het aantal zieken bleek
gelukkig gering te zijn.
ZEG, DAT IK LEEF.
Toen wij in ons burger colbertje tusschen al die
lachende en pratende jongens doorwandelden
het was een bijzonder schouwspel, al die soldaten
over de spoorrails „uitgespreid" te zien: een
groepje zat op een rail, elders hield een sergeant
„appél" werden wij ineens bij den schouder
gegrepen.
Een paar blijde oogen, een lachende mond en
een overslaande stem: „Zeg kun jij vertellen,
dat. ik leef?"
En toen krabbelde hij met een stompje potlood
een naam op papier en een telefoonnummer van
een familie in Arnhem. Ja en toen de anderen
dit zagen, hagelde het ineens verzoeken. Allerlei
briefkaartjes kwamen voor den dag
Graag voldeden wij in zoover dat in ons ver
mogen lag aan al deze wenschen en de betrok
ken soldaten voegden er dankbaar aan toe: „Zelf
zullen wij er vandaag wel geen kans meer voor
krijgen".
Maar ook anderen maakten een en ander ge
reed om zoo gauw mogelijk een boodschap naar
huis te sturen. Zoo stond een soldaat schuin tegen
een der wagens aan en schreef met groote, on
zekere letters: „Lieve vader en moeder
En de kleine welpen, die soms watervlug onder
de wagons heenschoten, fungeerden hier als post
bodes. Zij pakten de briefjes bij heele stapels
tegelijk aan en schiepen bij wijze van spreken een
aparte dienst.
En onderwijl hadden zij allen veel te vragen.
Vertellen over hun belevenissen hadden velen
vooreerst geen zin in; zij waren te vervuld met
een brandend verlangen om te weten, hoe het
thans in Holland is.
De vragen volgden elkaar onafgebroken op
„Hoe is het in Drente?" Is daar veel kapot? Leven
jullie hier nou weer allemaal rustig? Is er nog
wat in Tubberben gebeurd? Hoe is het hier bij
het slot van den oorlog gegaan? Is Amsterdam
nog gebombardeerd?
Er waren er enkelen, die dan als „tegengift'
voor de antwoorden, iets van hun ervaringen be
gonnen te vertellen. Hoe zij in een groot, geweldig
groot kamp bij Berlijn werden ondergebracht,
waar ook Polen en Franschen lagen en hoe zij
dag-in. dag-uit in hun tenten maar één over-
heerschende. vurige hoop kenden: Wanneer gaan
wij naar huis terug?
MORGEN.
En steeds weer scheen dit alles in kannen en
kruiken te zijn. Morgen gaan jullie, hoorden zij
op een dag en toen kende de vreugde geen gren
zen meer. Maar dan kwam er weer wat tusschen
en volgde steeds weer afstel, totdat men in een
toestand van volslagen onzekerheid kwam
Omtrent de behandeling door de Duitsche sol
daten vertelden zij, dat deze zeer correct en
vriendelijk geweest was. Het spreekt wel vanzelf,
dat het eten voor krijgsgevangenen nooit weelde
rig kan zijn men had echter al die weken, dat
men in het kamp verbleef, toch voldoende gehad,
al moest men zich soms wat behelpen.
Oorspronkelijk had men gedacht, dat deze
treinreis naar Holland ongeveer 38 uren zou
duren, doch de order kwam door: aan een stuk
doorrijden, zoodat men thans reeds op Holland
schen bodem kon zijn's Nachts en ook over
dag reed men met open wagens alleen in
Oldenzaal kwam de mededeeling: deuren sluiten.
Voor velen was de groote vraag: weten mijn
ouders, dat ik kom of verwachten zij misschien
dat ik nimmermeer terugkeer? De gedachte aan
broers, zusters, het meisje, dc vrouw, kortom
aan voovele oude getrouwen hield allen bezig. Er
waren maar weinigen, die zelf in Almelo woonden
alléén één jongen trachtte boven op een wagon
te klauteren om te turen naar een nietig huisje
langs de spoorlijn, waar zijn ouders woonden.
EEN BAD EN EEN GLAS MELK.
Toen de soldaten eindelijk door de stad mar
cheerden, lieten velen hun tranen den vrijen
loop. Een daverend gejuich steeg op, dat veel
vuldig tusschen de huizenrijen echode. En glim
lachend marcheerden de jongens erop los: zij
wisten, dat er een glas melk en een heerlijk ver
kwikkend bad op het programma stond
Uit een raam gilde ineens een meisje: „Daar heb
je Janus!".maar Janus zag haar niet en bleef
voor zich uit kijken. Een bosje bloemen, dat ken
nelijk voor hem bedoeld neerdwarrelde, verzeilde
ergens op de hoed van een mijnheer, die het ge
ïrriteerd op den grond wierp.
De kappersbond had in alle haast besloten om
de krijgsgevangenen gratis te behandelen. En dit
zullen velen met vreugde begroet hebben, want
er waren baarden af te scheren, die Sinterklaas
al eenige concurrentie aandeden.
Voor de Twentsche soldaten was de dag van
gisteren heelemaal een groote dag. Want zij
mochten dadelijk door naar huis. Doch de ande
ren, uit andere deelen des lands, werden bij de
burgerij ingekwartierd, voor welk doel een en
ander reeds van tevoren in gereedheid was ge
bracht.
Een der komende dagen zal voor hun pas het
groote moment van het weerzien aanbreken.
(Zie ook elders in dit nummer).
Groote slag woedt in Frankrijk.
Reuter meldde Zondagmorgen uit Parijs: Fran-
sche militaire kringen verklaren dat alle aan het
Westelijk front beschikbare Duitsche troepen in
den hedenochtend bij het aanbreken van den dag
begonnen strijd zijn geworpen. Deze geweldige
massa valt aan op een front, dat zich uitstrekt
van de zee tot de Argonnen. Men verwacht, dat
deze slag van beslissende beteekenis zal zijn.
Het woord is aan
De Zakenwereld:
Kunnen de meesten van ons niet naar
waarheid getuigen: „Ik heb meer last ge
had met mijzelf dan met iemand anders
dien ik ooit ontmoette"?
Kijk kijk, het boekje van de sporen,
Dat tijdlijk voor ons was verloren,
Is spoorslags weer gearriveerd,
Nu er wat vlotter wordt verkeerd.
Dat geeft ons rust en weer vertrouwen,
Dat is een zichtbaar blijk van bouwen,
Dat ieder onzer steunt en sterkt,
Er wordt gewerkt, en snel gewerkt.
Wel is 't wat magertjes geworden,
Het is nog niet geheel in orde
En het vertoont nog, dat is waar,
Wat witte vlekken hier en daar.
Maar elke nieuwe kilometer,
Maakt dat alweer een tikje beter.
Totdat het na een korten tijd,
Langs lijnen van geleidlijkheid,
Ons zal berichten, naar we hopen,
Dat alle treinen weder loopen.
Men mag nu reeds met eerbied staan
Voor 't vele, dat al is gedaan
En daarvoor alle werkers eeren,
Die zwoegden aan het spoorverkeeren,
Die flink en snel en nuchter ziend,
Hun sporen wel hebben verdiend.
P. GASUS.
STOCKHOLM, 9 Juni (D.N.B. Het Zweed-
sche Telegraafagentschap verspreidt het vol
gende uit Tromsö gedateerde bericht van het
Noorsche Telegraafagentschap:
Het Noorsche opperbevel deelt mede: Het
Noorsche opperbevel heeft bevel gegeven, dat
de vijandelijkheden Zondagnacht om 24 uur
gestaakt moeten worden. Onderhandelaars
zijn onderweg.
Een nader D.N.B.-bericht uit Stockholm heeft
den volgenden inhoud: Het Zweedsche Telergaaf-
agentschap meldt: Zondagavond deden in Noor
wegen en in Zweden geruchten de ronde, volgens
welke de Britsche en Fransche troepen in Noor
wegen bezig waren zich terug te trekken en de
Noorsche koning en de „Noorsche regeering" zich
niet meer in het land bevonden.
Het Zweedsche Telegraafagentschap verklaart
in verband hiermede van „gezaghebbende" Noor
sche kringen vernomen te hebben, dat het waar
schijnlijk is, dat deze berichten waar zijn.
(Vervolg op pag. 2).
Inzameling van Haarlem's Dagblad
voor het ..Hulpcomité 1940".
Eerste verantwoording.
Haarlem's Dagblad ƒ300.—, K. J. 7.50, F. L.
3.—. P. W. P. 30—, O. v. W. ƒ5—, G. P.—C.
10.B. E. ƒ1—, J. C. E. ƒ1—, R. P. ƒ30—,
V. v. O ƒ2.50, C. E. P—K. ƒ10—, O. J. ƒ1—,
E. P. ƒ3—, F. C. D. 1—, C. J. v. T. ƒ5—, I. P.
3—, G. v. T. 1.50,. EP - 3—, J. W. v. T. 1—,
B. A. 1—, J. J. P. 3—, E. E. J—P. 7.50, v. L.
2.50, F. K. 2—, J. de G. 1—, E. W. I. f 0.30,
P. H. K. ƒ1—, M. C. ƒ0.50, C. G. ƒ0.30, G. P.
0.50, D. V. 0.25, M. 1—
In totaal is thans bij ons blad binnengekomen
ƒ439.35.
Giften kunnen worden afgegeven aan onze
bureaux Groote Houtstraat 93 en Soendaplein 37
of overgeschreven worden op onze postgiro
rekening No. 38810 onder vermelding „Hulp
comité 1940" en onder opgave, hoe men zijn gift
verantwoord wenscht.
Roosevelt spreekt heden over den
internationalen toestand.
WASHINGTON, 10 Juni (D.N.B.) De
secretaris van het Witte Huis, Early, heeft
aangekondigd dat president Roosevelt heden
avond tegen middernacht, Duitsche tijd. bij
een toespraak in de Virginia-Universiteit een
„uiterst belangrijke verklaring" over den in
ternationalen toestand zal afleggen. De rede
wordt door alle internationale zenders ver
spreid.
HEDEN: 8 PAGINA'S.
f
S
R. P.: Nationale Hulp.
pag. J
Langs de Straat: Musici.
pag. 3
Flitsen: Een moment.
pag. 3
De krijgsgevangenen zijn
weer in het
land terug
pag. 1 en 4
Haarlem heeft Rotterdam
materieele
hulp verleend.
pag. 7
ililiü'i d
■PBWlïïliWBIPBBIIlinöOIWWSlBWRW. IfüilfHüiiaisH1 WAM
's-GRAVENHAGE. 8 Juni (A.N.P.) De
voorzitter van het Nationaal Hulpcomité 1940,
mr. dr. K. J. Frederiks, secretaris-generaal,
waarnemend hoofd van het departement van
Binnenlandsche Zaken heeft den volgenden op
roep gericht tot de Nederlandsche bevolking:
Landgenooten,
Het Nationaal Hulpcomité 1940 organi
seert op 15 Juni a.s. of in de daarop volgen
de week een collecte ter inzameling van gel
den voor de slachtoffers van de ramp, die
ons land in de achter ons liggende maand
heeft getroffen.
Is een opwekking tot het betoonen van
zoo groot mogelijke vrijgevigheid hier niet
overbodig? De Nederlander is immers in
hei algemeen reeds gaarne tot helpen bereid.
Hoeveel te gereeder aanleiding bestaat daar
toe thans, nu eenerzijds op groote schaal
directe hulp moet worden geboden, ander
zijds het besef meer dan ooit levendig is, dat
het hier lasten betreft tot bijdrage waar
van de Nederlandsche volksgemeenschap de
handen ineen behoort te slaan. Wie in de
bevoorrechte positie verkeert tot geven in
staat te zijn grijpe deze gelegenheid met
beide handen aan, Al ware het alleen reeds
om uiting te geven aan zijn dankbaarheid
dat zijn have en goed gepaard gebleven
zijn.
In alle vormen moet hulp worden geboden.
Aan velen moet onderdak, voeding en klee
ding worden verstrekt. Talloozen moeten door
in het bezit te komen va«i giften voor han-
delsgeld, aanschaffing van voorraad, werk-
kleeding of voorraad in de gelegenheid wor
den gesteld opnieuw aan den slag te gaan.
Hiervoor Is geld noodig, veel geld.
Mogen de bussen der collectanten worden
overstroomd door de toevloeiing der gel
den, de lijsten der inzameling niet voldoende
plaats bieden voor de inteekenlngen.
De Secretaris-Generaal, waarnemend
hoofd van het departement van Bin
nenlandsche Zaken,
FREDERIKS.
Reeds thans kunnen bijdragen gestort worden
voor het werk van het Nationaal Hulpcomité 1940*
eu wel op:
Giro 388000 van het Nationaal Hulpcomité 1940.
Giro 272727 van het Nationale Fonds voor Bij
zondere Nooden.
Giro 22120 van het Nederlandsche Roode Kruis.
Bepaalde bestemmingen aan stortingen gegeven,
worden in acht genomen.
VERKRIJGING VAN VISCHAKTEN.
De burgemeester van Haarlem brengt ter alge-
meene kennis, dat belanghebbenden, die vóór den
len Juli a.s. fn het bezit wenschen te geraken van
een visch- of hengelakte (voor het visschen met
meer dan één he::gel) voor het diesntjaar 1940
1941. ter secretarie dezer gemeente, le afdeeling,
blanco-verzoekschriften kunnen ontvangen ter
verkrijging van de door hen verlangde akten.