Onze buitenlandsche hande Een uitweg uit de moeilijk heden moet worden gezocht Toespraak van den lijkscommissaris FLITSEN De taak van de Pers JONDERDAG 20 JUNI 1940 HA ARE EM'S DAGBLAD 3 Hoe belangrijk de Duitsch-Nederlandsche han- jelsbctrekkingen in vroeger jaren geweest zijn, wordt het best gedemonstreerd door de vermelding van het feit, (Jat in 1924 ruim 28 procent van onzen jotalen uitvoer naar Duitschland ging. In 1938 was dit percentage echter tot 14.89 procent gedaald. In 5 jaar tijds was dus de expert naar ons nabuur land gehalveerd. Deze bijzonder sterke teruggang is ongetwijfeld ten gevolg geweest van maatregelen, welke beide landen hebben moeten nemen. Eén van de oorza- :en, welke ook tot een vermindering van dit voor zoo belangrijke .handelsverkeer leidde, worde nog afzonderlijk vermeld: de ontwikkeling van de industrieele productie in de jaren na den wereld oorlog. Vrijwel overal ter wereld wilde men zoo- eel mogelijk het voortbrengen van industriepro- iucten tot ontwikkeling brengen. Naarmate men Jaar in beter slaagde, naar die mate verminderde, cok het handelsverkeer tusschen industrieele lan- Jen. Dit streven naar eigen industrieele voorzie ning heeft ook (naast verschillende andere facto ren, welker bespreking niet binnen het bestek van De afslag van versche visch bracht weer leven in de Scheveningsche haven Een gelukkige Urker had een praehtiae !<ree'' aëv^nö^h Bij overdracht van een S.S. Doodskop "-regiment 's GRAVENHAGE, 19 Juni. Het A.N.P. meldt': Woensdagmiddag omstreeks één uur heeft op hét Binnenhof aan den Rijkscommissaris, de overdracht plaats gehad van een S.S. „Doodskop"-regiment, dat een politietaak heeft als de Nederlandsche mare chaussee. Nadat een bataljon met het muziek voorop onder commando van S.S. Sturmbahnführer Schuit het Binnenhof had betreden, stelde het zich in carré op met het front naar den ingang van de Ridder zaal. Terwijl het muziekcorps militaire marschen ten gehoore bracht betrad de Rijkscommissaris Rijks minister Seyss-Inquart het plein, waar hij werd begroet door S.S Standartenführer Reich, die het regiment tot zijn beschikking stelde. In gezelschap van den hoogeren S.S.- en politieleider S.S.-Brigade- führer Rauter, de commissarissen-generaal Wim- mer en Schmidt en den politiegeneraal Schumann, schreed de Rijkscommissaris vervolgens langs het front der troepen, waarna hij op het bordes van den ingang der Ridderzaal tot de aangetreden S.S.-man. nen een toespraak hield. De troepen marcheerden vervolgens af en be gaven zich naar het Spui, waar de Rijkscommis saris bij de Groote Marktstraat staande in zijn auto, een défilé afnam. Het muziekkorps had plaats genomen tegenover den Rijkscommissaris en speelde militaire muziek, terwijl de S.S.-troepen stram voorbijtrokken, gevolgd door de gemotoriseerde af- deelingen, die op het binnenhof geen plaats hadden kunnen vinden. Eenige minuten over half twee was de plechtigheid ten einde. De rede, welke de Rijkscommissaris heeft, ge houden, luidde: Gij zijt hier te 's Gravenhage op Nederlandsch grondgebied aangekomen als soldaten van den Führer bereid om door uw houding te allen tijde te getuigen dat gij zijt Duitsche mannen, nationaal socialisten en strijders voor Führer en Rijk. Hoe zou de glansrijke zege van onze weermacht mogelijk zijn geweest, als niet iedere Duitscher in nerlijk doordrongen was van zijn geloof aan Duitschland en den Führer. Wij zijn ons volkomen bewust van de bet,eekenis van dit grootsche moment. Het gaat hier om het lot van een volk van 80 millioen menschen dat zijn recht tot leven onder alle omstandigheden moet kunnen verdedigen. Ter bescherming van onze levensrechten moes ten wij ook dit land binnenrukken. Maar wij staan hier, in dit land, niet als vijanden. Wij wenschen het Nederlandsche volle te achten als een Ger- maansch volk. Ook al moesten wij strijden voor ons recht, dan willen wij toch den Nederlanders hun levensrechten niet ontnemen. Er is in de krijgsge schiedenis geen voorbeeld aan te wijzen waarbij een land en volk, dat bezet werd, zoo vrij aan eigen beheer en bewind werd overgelaten als het Duit sche rijk in Nederland vrijheid en eigen beheer heeft laten bestaan. Wij doen dat hier in het volle bewustzijn dat het hier menschen geldt van Ger- maanschen bloede die eens zullen begrijpen welke groote daad de Führer heeft verricht door het Nederlandsche volk deel te laten hebben aan de bestemming van een nieuw lot voor toekomstige generaties. De Rijkscommissaris zeide verder nog, met be trekking tot de overwinning in Frankrijk: Wij zullen niet meer naar de wapens behoeven te grijpen want de Franschen zullen tpt het be wustzijn zijn gekomen dat thans met wapens niets meer te bereiken valt. Deze openlijke bekentenis zal leiden tot een verheldering in de verhoudingen tusschen Frankrijk en Duitschland. Gij weet dat wij bijzondere plichten hebben. Wij zijn bereid het Duitsche bloed te offeren als dat moet. Het gaat hier om het Duitsche rijk. De Rijkscommissaris beëindigde zijn rede met er op te wijzen dat de drie-eenheid van het nationaal geloof is: het Duitsche volk, het Duitsche Rijk en de wil van den Führer. dit artikel vallen) zijn invloed gehad op het Ne- derlandsch-Duitsche handelsverkeer in de afgeloo- pen 20 jaar. Hoe zeer o.a. daardoor ook nog het karakter van den Nederlandschen export in dat tijdvak veranderde kan uit de volgende cijfers ge concludeerd worden. De agrarische producten maakten in 1921 naar gewicht ruim 48 pet. en naar waarde bijna 59 pet. van onzen uitvoer uit. Maar in 1936 waren deze percentages resp. 18.60 en bijna 43 geworden. De in- en uitvoer van Duitschland en Neder- land's aandeel daarin in de jaren 19301938 was naar de waarde (op basis 1930 100) als volgt: Totale invoer in Duilschland Ned. import in Duitschland Totale export v. Duitschland Duitsche export naar Nederland 1930 100 100 100 100 1931 65 68 80 79 1934 43 47 35 40 1935 40 35 35 34 1936 41 30 40 33 1937 53 38 49 39 1938 52 35 44 37 Hieruit blijkt in de eerste plaats, dat onze uit voer naar Duitschland geen gelijken tred heeft gehouden met den loop van den totalen Duitschen import. Aanvankelijk heeft ons land een wat gun stiger positie ingenomen, maar de opleving van den totalen invoer in Duitschland in 1937 heeft voor Nederland geen evenredige verbetering beteekend. Ten tweede leert bovenstaand statistiekje, dat de export van Duitschland naar verhouding sterker is teruggeloopen dan de import. Ten derde blijkt, dat de Nederlandsche invoer en uitvoer ten aan zien van Duitschland wat de jaren 1937 en 1938 betreft vrijwel in gelijke mate zijn verminderd. In de beide vorige artikelen zijn reeds verschil lende agrarische artikelen genoemd, welker export naar Duitschland sterk is teruggeloopen. Een eenigs- zins volledige opsomming kan achterwege blijven, daar zich ten opzichte van de verschillende pro ducten vrijwel steeds dezelfde verschijnselen van een sterken achteruitgang voordoen. Of de uitvoer, cijfers van koolsoorten of tomaten, augurken of fruit worden genoemd, zij geven alle hetzelfde beeld. Hoe dit was moge met enkele cijfers worden vastgelegd. Duitschland voerde in 1930 uit Neder land in voor een waarde van 560 millioen R.M., in 1938 voor een waarde van 197 millioen R.M. Een verlies dus van 362 millioen R.M. Hiervan kwam ongeveer 300 millioen R.M. ten laste van agrarische producten! Daarmede is tevens de bijzondere po sitie van onze^i export duidelijk geteekend. Onze uitvoer is overwegend agrarisch. Al het andere is van veel geringer beteekenis. De industrialisatie moge haar beteekenis voor de binnenlandsche voorziening hebben, zij heeft haar stempel niet op onzen buitenlandschen handel kunnen drukken, kan dit ook niet doen gezien de haast overal gel dende tendenz van het zooveel mogelijk voorzien in eigen industrieele behoeften. Wat de toekomst voor onzen buitenlandschen handel zal brengen, is thans nog niet te zeggen. Daarvoor zijn er nog teveel onzekere factoren. Uit de drie artikelen, welke aan dit ondei'werp ge wijd zijn, heeft men bij lezing zelf kunnen conclu- deeren, dat er een totale ommekeer moet plaats hebben. De graad van hevigheid der schokken, welke deze verandering moet veroorzaken, is niet op te geven. Het is in het belang van de bezetten de overheid en van het Nederlandsche volk, dat deze schokken zoo gering mogelijk zullen zijn. De komende maanden zullen leeren welke maat regelen het best daartoe geschikt zullen zijn en hoe het mogelijk zal zijn ons handelsverkeer weer te brengen op het peil dat dit verkeer had toen het nog vrij was, d.w.z. voor zoover de omstandigheden zulks toelieten en waarbij gedacht moet worden aan de talrijke belemmerende douane-, tarief- en clearingregelingen, de contïngenteeringspolïtiek enz. Op de een of andere manier zal ons internatioraal handelsverkeer weer op gang moeten worden ge bracht. Want in deze drie artikelen over onzen bui tenlandschen handel is voornamelijk aandacht ge schonken aan onzen export, doch de moeilijkheden welke onze import ondervindt zijn niet geringer. Wij denken hierbij b.v. aan onze veevoederpositie, die door de in vroeger jaren gevolgde en sinds dien nog niet voldoende los gelaten politiek van aanvoer van veevoeder uit het buitenland niet bij zonder gunstig genoemd kan worden. Het afge sneden-zijn van een deel van het wereldverkeer beteekent ook tegelijk voor onzen import een afge sneden-zijn van leveranciers op wie men nog kort geleden kon rekenen. Export en' import hebben, zooals bekend is, reeds in 1939 de nadeelen ondervonden van de interna tionale spanningen en het uitbreken van den oor log, waarbij maatregelen zijn genomen, welke ons handelsverkeer groote belemmeringen in den weg legden (hierbij dient b.v. ook gedacht te worden aan het weren van Nederlandschen invoer in verband met het optreden van den Colorado-kever hier te lande), maar deze veranderingen waren niet zoo groot als die, waarvoor we nu staan. Die moeilijk heden te overwinnen en een uitweg te zoeken is een belangrijke laak, voor welker vervulling het waard is alle krachten in te spannen. Georganiseerd Overleg in ambtenarenzaken. Centrale Commissie werkt gewoon door. De centrale commissie voor Georganiseerd Over leg in ambtenarenzaken kwam Dinsdag in verga dering bijeen. In deze eerste vergadering der com missie sinds Nederland in den oorlog betrokken werd kwamen verschillende, met de bijzondere om standigheden van het oogenblik verband houden de, kwesties der ambtenaren ter sprake. Overeenkomstig de zoowel door de Duitsche als Nederlandsche autoriteiten voorgeschreven alge- meene gedragslijn, besloot de commissie haar taak op normale wijze te blijven vervullen, met in acht neming van de door de bijzondere omstandighe den geboden zelfbeperking en werkelijkheidszin. In verband met de bij verschillende bedrijven en diensten en door de onderscheiden ambtenaren- organisaties reeds begonnen zelfstandige steunac- ties voor de door den oorlog ernstig getroffen slachtoffers onder het overheidspersoneel, wer.d de •egeeringsdelegatie verzocht met de daarvoor aan gewezen autoriteiten en reeds bestaande comités overleg te plegen aangaande de mogelijkheid om 'de steunactie voor de door den oorlog getroffenen te stimuleeren en meer algemeen te doen zijn. Ook omtrent enkele andere met de bijzondere omstandigheden van het oogenblik verband hou dende aangelegenheden van het overheidspersoneel werd de regeeringsdelegatie uitgenoodigd met de daarvoor aangewezen instanties besprekingen te voeren om tot algemeene richtlijnen ter zake te geraken. Besloten werd de regeering te verzoeken de bij den aanvang der bezetting van Nederland het rijkspersoneel bij wijze van voorschot uitbetaalde loonen en salarissen niet ineens doch geleidelijk te doen inhouden. Aangaande de aangelegenheid van de verhoo ging van het gezinspensioen, stemde de commis sie in met het voorstel van den minister van Bin nenlandsche Zaken om in het daartoe strekkende wetsontwerp de bepaling op te nemen, dat de da tum van inwerkingtreding nader bij Kon. besluit wordt vastgesteld. Overigens gaf de haar ter ken nisneming toegezonden nadere correspondentie tusschen genoemden bewindsman en den pen sioenraad haar geen aanleiding op haar advies ter zake van 5 Maart 1940, terug te komen. Voorts vereenigde de commissie zich met enkele voorstellen tot wijziging en aanvulling van het be zoldigingsbesluit. In overleg met de commissie stelde de'voorzit ter zijn beslissing vast aangaande een hem voor gelegde competentie-kwestie van de bijzondere commissie voor georganiseerd overleg voor het niet-doceerend H.O.-personeel. (A.N.P.) Veertig plunderaars te Nijkerk in arrest. De politie van Nijkerk heeft vele successen geboekt bij het opsporen van plunderaars. Tot heden zijn veertig personen achter slot en grendel geborgen, terwijl een aantal gedupeer den weer in het bezit van hun rijwielen kon den worden gesteld. De Zwolsche politierechter zal op 25 Juni een aantal menschen, verdacht van plundering, berechten, terwijl er zich drie op 27 Juni voor de Zwolsche rechtbank te verantwoorden heb ben. (AN.P.) ONDERNEMERSOVEREENKOMST SCHOENENINDUSTRIE. 's-GRAVENHAGE. 19 Juni. De secretaris-ge neraal, waarnemend hoofd van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart heeft aan de vaste commissie uit den economischen raad voor de ondernemersovereenkomsten verzocht hem van advies te willen dienen over een door de Fe deratie van Nederlandsche schoenfabrikanten in gediend verzoek tot hernieuwde algemeen verbin dendverklaring van een ondernemersovereenkomst in de schoenindustrie. Deze overeenkomst is be stemd om in de plaats te treden van die, welke voor de periode van 10 Augustus 1939 tot en met 1940 algemeen verbindend is verklaard. (A.N.P.) Schoolhoofd verduisterde 3000.— Voor de rechtbank te Leeuwarden stond Woens dagmiddag terecht de 42-jarige F. K., vroeger hoofd der Schippersschool te Sneek, verdacht van ver duistering van een bedrag van f 3000 ten nadeele van de Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs te Sneek en van het Schoolfonds voor Schippers kinderen in Friesland. In zijn requisitoir zeide de officier van justitie dat uit het over verdachte uitgebrachte rapport blijkt, dat het bestuur van de vereeniging in de controle der financiën ernstig te kort is geschoten Hij vorderde een gevangenisstraf van twee jaar. De verdediger bepleitte een voorwaardelijke straf. (A.N.P.) TOESLAGFONDS LAND .EN TUINBOUW BEDRIJF. Het bestuur van het toeslagfonds voor het land en tuinbouwbedrijf in Noord-Holland heeft de 2de uitkeering voor het contractjaar 19391940 vast gesteld. Bereids werden de noodige uitkeermgsstaten aan de plaatselijke commissies toegezonden, zoodat die commissies over de noodige gegevens beschikken. Rechthebbende arbeiders dienen zich met hun trouwboekje en eventueel het bewijs van lidmaat schap van hun organisatie te melden aan het adres, waar zij in de maand Januari 1.1. hun eerse uit keering hebben ontvangen. Het overleggen van een patroonsverklaring is voor deze tweede uitkeering niet vereischt. (A.N.P.) NIEUWE SERIE No 27 Ongedu righ eid 1. Toont niet de nïinsle belangstelling voor oom's dringend verzoek, op zijn knie te komen zitten. 2. Besluit dat hij wel toe kan geven, om oom een plezier te doen. 3. Gaat staan, springt op en neer, tot oom, die last van rheumatische knieën heeft, hem verzoekt te gaan zitten. 4. Zit naar oom's smaak wat al te plotseling. 5. Gaat zoo ver mogelijk achterover hangen, wat ook niet oom's bedoeling was. 6. Blijft vijf seconden normaal zitten en klimt weer naar beneden, tot oom's opluchting. Aan de vischvangst. Reeds vroeg in den morgen trekt de Scheveningsche jeugd er op uit, om bij laag water de netten, verzwaard met een gasbuis, uit te werpen, in de hoop een palinkje te verschalken Dienende voorlichting van eigen volk in trouw aan eigen zedelijk- godsdienstig beginsel door Dr. ALB. VAN DE POEL. Men heeft kennis kunnen nemen van een mede- deeling over de oprichting van een Raad van Voor lichting der Nederlandsche pers. Het gaat hier om een initiatief, in de lijn der ver wachting van rijkscommissaris Seyss Inquart, dat Nederlanders zelf zich zouden inzetten voor de doel einden, welke de gewijzigde omstandigheden ons, Nederlanders' te vervullen gaven. Dit gebeurt op het gebied der pers met een dub bel doel. Ten eerste wil de gevormde Raad een Neder landsche perskamer of perscorporatie voorbereiden met publiekrechtelijke bevoegdheid, niet alleen om de belangen van uitgevers en journalisten in stof- felijken zin te behartigen, maar ook om de pers en daardoor het Nederlandsche volk leiding te geven in volkschen zin. Ten tweede zal de Raad onmiddellijk een be middelende rol te vervullen hebben tusschen de Nederlandsche pers en de overheid en verder raad. gevend jegens de overheid optreden. Ook de Nederlandsche pers ziet zich in de ge wijzigde omstandigheden voor de taak gesteld van een aanpassing der Nederlandsche volksgemeen schap aan de nieuwe Europeesche verhoudingen. Een nieuwe taak, die feitelijk niets anders is dan zich instellen op een nieuwe werkelijkheid. Dit geldt niet alleen voor enkelingen, maar ook voor menschelijke verbanden. Uit de natuurlijke banden vloeit steeds een zedelijke plicht voort voor bepaalde handelwijzen. Het geldt voor den arbeider tegenover zijn werkgever, voor den werkgever tegenover den arbeider. Het geldt voor den burger van een bezet land tegenover de bezettende over heid. evengoed als voor den veroveraar ten op zichte van degenen, die door hem zijn overwon nen. Het gaat nu om de toepassing van dit beginsel in het door Duitschland veroverde Nederland. Thans moet de pers bekend maken, verspreiden, toe lichten en onderrichten wat voor ons eigen volk noodzakelijk en mogelijk is en in volkomen loyali teit tegenover de bezettende overheid. Die bezettende overheid heeft ons bepaalde, wel iswaar beperkte, maar toch zeer ruime mogelijkhe den gelaten voor vruchtbare werkzaamheid in het gemeenschappelijk belang van het Nederlandsche gebied en van het bezettende Rijk. Tot die mogelijkheden behoort de verdieping, verbreiding en toepassing van het volksche beginsel, van het beginsel der nationale verbondenheid in volkschen zin, van het beginsel der historisch ge groeide volksgemeenschap ook buiten de wapen rusting van een of andere toevallige staats- ordening. Rijkscommissaris Rijksminister Seyss Inquart heeft uitdrukkelijk verklaard, dat de Duitschers niet zijn gekomen om ons volkskarakter in het nauw t3 brengen en hij sprak de hoop uit, dat Nederlann later weer een vrij land zou worden. Bovendien sprak hij de verwachting uit, dat er Nederlanders zouden opstaan met voldoende begrip en wilskracht om hun roeping in de nieuwe Europeesche gemeen schap, die komen zal, te volbrengen. Als er nu één taak voor de Nederlandsche pers in haar algemeenheid duidelijk is, dan is dit on tegenzeggelijk, dat niet langer kolommen en be schouwingen mogen worden gewijd aan het onder houden. betasten of bestreelen van eigen verdeeld heid. van onderlinge verscheurdheid, integendeel alle zielen dienen te worden bijgezet tot versterking van de eigen Nederlandsche volksverbondenheid, van de Nederlandsche volkskracht, over het ge- heele gebied van Dollard tot Duinkerken, waar Nederlanders wonen, Nederlanders naar wezen en afstamming, naar beschaving en naar de uitdruk king dier eeuwenoude beschaving: onze eigen, rijke, krachtige en vloeiende Nederlandsche taal. De vrijheid in volkschen zin, welke het overwin nende Duitschland ons thans wil gunnen, moet de Nederlandsche pers met beide handen aangrijpen en benutten om net besef van de geestelijk en cul tureel zelfstandige Dietsche geen Duitsche! natie in de Nederlanden diepe en onuitroeibare wortels te doen schieten. Hoe overweldigend ook de overwinning der Duit sche wapenen in Europa moge zijn, toch moet en mag zij géén aanleiding geven tot de politieke ge volgtrekking, dat de historisch Lage Landen aan de zee met hun duizend jaar oude eigen Dietsche ge meenschap, hoezeer ook in afstamming en wezen verwant aan de Duitsche stammen, slechts verlen stukken zouden zijn van het Duitsche gebied, zonder eigen volkskarakter. Deze, onze Lage Landen, blij ven geroepen tot een zelfstandig bestaan in geeste lijk en cultureel opzicht naast het vereenigde Duit sche volk van het overwinnende Rijk, waarmede het Nederlandsche volk vreedzaam en vruchtbaar zal moeten samenwerken in wederzijdsche achting en tot wederzijdsch nut. De nu door de pers te volgen taak kan geschie den overeenkomstig de groote verscheidenheid van het Nederlandsche dagbladwezen, naar het eigen zedelijk en godsdienstig beginsel van ieder blad. Dit geldt dus voor een katholiek blad in katholieken geest, volgens de eeuwige beginselen van eerbetoon aan God, naastenliefde en rechtvaardigheid, die Christus ons in zijn Evangelie geopenbaard heeft en ons door de Moederkerk voorhoudt. Dit geldt voor de Protestanten overeenkomstig hun Protestantsche belijdenis van Gods Woord en het geldt voor de vrij zinnigen ingevolge het beginsel van gewetensvrij heid, dat tot de edele Nederlandsche tradities be hoort. Utrique fidelis: aan beiden trouw. Trouw aan eigen volk, trouw aan eigen geloof: dat is de grondslag, waarop ieder Nederlandsch blad nu geroepen is mede te werken aan den op bouw in eigen land van het nieuwe, wordende Europa. Laten we aanpakken met biddend vertrouwen op Gods almachtige goedheid en op de volmaakte wijs heid van Zijn onnaspeurbare wegen. Dr. A. van de Poel is lid van den Raad van Voorlichting der Nederlandsche pers, welks doel en samenstelling dezer dagen in de dagbladen zijn me degedeeld. >Ian stak zijn gewezen verloofde neer. Vonnis luidt 15 jaar gevangenisstraf. AMSTERDAM. 20 Juni (A.N.P.) De rechtbank heeft vandaag den 37-jarigen expediteur, die in den ochtend van den 27sten December in de Vijzelstraat zijn ge wezen verloofde met een mes neerstak, ten gevolge waarvan zij overleed, veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien jaar. Het O.M. had tien jaar gevangenisstraf ge- elscht. De verdachte had in 1937 kennis met het meisje gemaakt, later ontstond er ruzie. Zij verliet hem en hij wendde alles aan om de on- eenigheid bij te leggen, zoodat zij weer bij hem zou terugkeeren. Dit gelukte hem echter niet. Herhaaldelijk bedreigde hij haar met een dolkmes. Op 27 December wachtte hij haar op voor het huis in de Vijzelstraat, waar zij in betrekking was. Toen zij zich een oogenblik buiten waagde wist hij den winkel binnen te sluipen, waar hij haar in den hals stak. Zij vluchtte naar buiten, zakte ineen en overleed enkele oogenbikken later. De dader was niet gevlucht en kon direct worden gearresteerd. Kordate Haarlemsche politieagent redt drenkeling. In de Bakenessergracht gevallen. Gistermiddag omstreeks 10 minuten over half drie was het 9-jarige jongetje S., wonende aan de Lange Heerenvest, aan het visschen in de Bakenes sergracht te Haarlem. Hij geraakte daarbij te water. De agent van poli tie J. J. Hollander, die in de buurt surveilleerde, zag het ongeval uit de verte gebeuren en snelde toe. Toen hij ter plaatse kwam ging de drenkeling voor de derde keer onder. De agent bedacht zich geen oogenblik, sprong gekleed te water en wist de jon gen. die ongeveer in het midden van de gracht te recht was gekomen, te grijpen. Eerst werd de jongen aan wal geholpen, toen hielp de agent zichzelf, en daarna trok hij ook nog de 27-jarige S., die zich eveneens te water had begeven, op 't droge. De drenkeling werd door O. D. behan deld en thuis van droge kleeren voorzien. Hij had oogenschijnlijk geen letsel gekregen. „HET NEDERLANDSCHE ARBEIDSFRONT" De afd. Haarlem van de Nationale Werknemers- vereeniging „Het Nederlandsche Arbeidsfront" houdt heden, Donderdagavond in Gebouw „Olympia", Kin derhuissingel, te Haarlem, een propagandavergade- ring, met ruime gelegenheid tot introductie. Als spre kers zullen optreden de heeren Woudenberg, leider van het Ned. Arbeidsfront en van Kampen, propa gandaleider.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5