Onze buitenlandsche hande
Een uitweg uit de moeilijk
heden moet worden gezocht
Toespraak van den
lijkscommissaris
FLITSEN
De taak van de Pers
JONDERDAG 20 JUNI 1940
HA ARE EM'S DAGBLAD
3
Hoe belangrijk de Duitsch-Nederlandsche han-
jelsbctrekkingen in vroeger jaren geweest zijn,
wordt het best gedemonstreerd door de vermelding
van het feit, (Jat in 1924 ruim 28 procent van onzen
jotalen uitvoer naar Duitschland ging. In 1938 was
dit percentage echter tot 14.89 procent gedaald. In
5 jaar tijds was dus de expert naar ons nabuur
land gehalveerd.
Deze bijzonder sterke teruggang is ongetwijfeld
ten gevolg geweest van maatregelen, welke beide
landen hebben moeten nemen. Eén van de oorza-
:en, welke ook tot een vermindering van dit voor
zoo belangrijke .handelsverkeer leidde, worde
nog afzonderlijk vermeld: de ontwikkeling van de
industrieele productie in de jaren na den wereld
oorlog. Vrijwel overal ter wereld wilde men zoo-
eel mogelijk het voortbrengen van industriepro-
iucten tot ontwikkeling brengen. Naarmate men
Jaar in beter slaagde, naar die mate verminderde,
cok het handelsverkeer tusschen industrieele lan-
Jen. Dit streven naar eigen industrieele voorzie
ning heeft ook (naast verschillende andere facto
ren, welker bespreking niet binnen het bestek van
De afslag van versche visch bracht weer
leven in de Scheveningsche haven Een
gelukkige Urker had een praehtiae
!<ree'' aëv^nö^h
Bij overdracht van een
S.S. Doodskop "-regiment
's GRAVENHAGE, 19 Juni. Het A.N.P. meldt':
Woensdagmiddag omstreeks één uur heeft op hét
Binnenhof aan den Rijkscommissaris, de overdracht
plaats gehad van een S.S. „Doodskop"-regiment,
dat een politietaak heeft als de Nederlandsche mare
chaussee. Nadat een bataljon met het muziek voorop
onder commando van S.S. Sturmbahnführer Schuit
het Binnenhof had betreden, stelde het zich in carré
op met het front naar den ingang van de Ridder
zaal.
Terwijl het muziekcorps militaire marschen ten
gehoore bracht betrad de Rijkscommissaris Rijks
minister Seyss-Inquart het plein, waar hij werd
begroet door S.S Standartenführer Reich, die het
regiment tot zijn beschikking stelde. In gezelschap
van den hoogeren S.S.- en politieleider S.S.-Brigade-
führer Rauter, de commissarissen-generaal Wim-
mer en Schmidt en den politiegeneraal Schumann,
schreed de Rijkscommissaris vervolgens langs het
front der troepen, waarna hij op het bordes van den
ingang der Ridderzaal tot de aangetreden S.S.-man.
nen een toespraak hield.
De troepen marcheerden vervolgens af en be
gaven zich naar het Spui, waar de Rijkscommis
saris bij de Groote Marktstraat staande in zijn
auto, een défilé afnam. Het muziekkorps had plaats
genomen tegenover den Rijkscommissaris en speelde
militaire muziek, terwijl de S.S.-troepen stram
voorbijtrokken, gevolgd door de gemotoriseerde af-
deelingen, die op het binnenhof geen plaats hadden
kunnen vinden. Eenige minuten over half twee
was de plechtigheid ten einde.
De rede, welke de Rijkscommissaris heeft, ge
houden, luidde:
Gij zijt hier te 's Gravenhage op Nederlandsch
grondgebied aangekomen als soldaten van den
Führer bereid om door uw houding te allen tijde te
getuigen dat gij zijt Duitsche mannen, nationaal
socialisten en strijders voor Führer en Rijk.
Hoe zou de glansrijke zege van onze weermacht
mogelijk zijn geweest, als niet iedere Duitscher in
nerlijk doordrongen was van zijn geloof aan
Duitschland en den Führer.
Wij zijn ons volkomen bewust van de bet,eekenis
van dit grootsche moment. Het gaat hier om het lot
van een volk van 80 millioen menschen dat zijn
recht tot leven onder alle omstandigheden moet
kunnen verdedigen.
Ter bescherming van onze levensrechten moes
ten wij ook dit land binnenrukken. Maar wij staan
hier, in dit land, niet als vijanden. Wij wenschen
het Nederlandsche volle te achten als een Ger-
maansch volk. Ook al moesten wij strijden voor ons
recht, dan willen wij toch den Nederlanders hun
levensrechten niet ontnemen. Er is in de krijgsge
schiedenis geen voorbeeld aan te wijzen waarbij een
land en volk, dat bezet werd, zoo vrij aan eigen
beheer en bewind werd overgelaten als het Duit
sche rijk in Nederland vrijheid en eigen beheer
heeft laten bestaan. Wij doen dat hier in het volle
bewustzijn dat het hier menschen geldt van Ger-
maanschen bloede die eens zullen begrijpen welke
groote daad de Führer heeft verricht door het
Nederlandsche volk deel te laten hebben aan de
bestemming van een nieuw lot voor toekomstige
generaties.
De Rijkscommissaris zeide verder nog, met be
trekking tot de overwinning in Frankrijk:
Wij zullen niet meer naar de wapens behoeven
te grijpen want de Franschen zullen tpt het be
wustzijn zijn gekomen dat thans met wapens niets
meer te bereiken valt. Deze openlijke bekentenis
zal leiden tot een verheldering in de verhoudingen
tusschen Frankrijk en Duitschland.
Gij weet dat wij bijzondere plichten hebben.
Wij zijn bereid het Duitsche bloed te offeren als dat
moet.
Het gaat hier om het Duitsche rijk.
De Rijkscommissaris beëindigde zijn rede met er
op te wijzen dat de drie-eenheid van het nationaal
geloof is: het Duitsche volk, het Duitsche Rijk en
de wil van den Führer.
dit artikel vallen) zijn invloed gehad op het Ne-
derlandsch-Duitsche handelsverkeer in de afgeloo-
pen 20 jaar. Hoe zeer o.a. daardoor ook nog het
karakter van den Nederlandschen export in dat
tijdvak veranderde kan uit de volgende cijfers ge
concludeerd worden. De agrarische producten
maakten in 1921 naar gewicht ruim 48 pet. en
naar waarde bijna 59 pet. van onzen uitvoer uit.
Maar in 1936 waren deze percentages resp. 18.60
en bijna 43 geworden.
De in- en uitvoer van Duitschland en Neder-
land's aandeel daarin in de jaren 19301938 was
naar de waarde (op basis 1930 100) als volgt:
Totale invoer
in Duilschland
Ned. import
in Duitschland
Totale export
v. Duitschland
Duitsche export
naar Nederland
1930
100
100
100
100
1931
65
68
80
79
1934
43
47
35
40
1935
40
35
35
34
1936
41
30
40
33
1937
53
38
49
39
1938
52
35
44
37
Hieruit blijkt in de eerste plaats, dat onze uit
voer naar Duitschland geen gelijken tred heeft
gehouden met den loop van den totalen Duitschen
import. Aanvankelijk heeft ons land een wat gun
stiger positie ingenomen, maar de opleving van
den totalen invoer in Duitschland in 1937 heeft voor
Nederland geen evenredige verbetering beteekend.
Ten tweede leert bovenstaand statistiekje, dat de
export van Duitschland naar verhouding sterker
is teruggeloopen dan de import. Ten derde blijkt,
dat de Nederlandsche invoer en uitvoer ten aan
zien van Duitschland wat de jaren 1937 en 1938
betreft vrijwel in gelijke mate zijn verminderd.
In de beide vorige artikelen zijn reeds verschil
lende agrarische artikelen genoemd, welker export
naar Duitschland sterk is teruggeloopen. Een eenigs-
zins volledige opsomming kan achterwege blijven,
daar zich ten opzichte van de verschillende pro
ducten vrijwel steeds dezelfde verschijnselen van
een sterken achteruitgang voordoen. Of de uitvoer,
cijfers van koolsoorten of tomaten, augurken of
fruit worden genoemd, zij geven alle hetzelfde
beeld. Hoe dit was moge met enkele cijfers worden
vastgelegd. Duitschland voerde in 1930 uit Neder
land in voor een waarde van 560 millioen R.M., in
1938 voor een waarde van 197 millioen R.M. Een
verlies dus van 362 millioen R.M. Hiervan kwam
ongeveer 300 millioen R.M. ten laste van agrarische
producten! Daarmede is tevens de bijzondere po
sitie van onze^i export duidelijk geteekend. Onze
uitvoer is overwegend agrarisch. Al het andere is
van veel geringer beteekenis. De industrialisatie
moge haar beteekenis voor de binnenlandsche
voorziening hebben, zij heeft haar stempel niet op
onzen buitenlandschen handel kunnen drukken,
kan dit ook niet doen gezien de haast overal gel
dende tendenz van het zooveel mogelijk voorzien
in eigen industrieele behoeften.
Wat de toekomst voor onzen buitenlandschen
handel zal brengen, is thans nog niet te zeggen.
Daarvoor zijn er nog teveel onzekere factoren. Uit
de drie artikelen, welke aan dit ondei'werp ge
wijd zijn, heeft men bij lezing zelf kunnen conclu-
deeren, dat er een totale ommekeer moet plaats
hebben. De graad van hevigheid der schokken,
welke deze verandering moet veroorzaken, is niet
op te geven. Het is in het belang van de bezetten
de overheid en van het Nederlandsche volk, dat
deze schokken zoo gering mogelijk zullen zijn.
De komende maanden zullen leeren welke maat
regelen het best daartoe geschikt zullen zijn en
hoe het mogelijk zal zijn ons handelsverkeer weer
te brengen op het peil dat dit verkeer had toen het
nog vrij was, d.w.z. voor zoover de omstandigheden
zulks toelieten en waarbij gedacht moet worden
aan de talrijke belemmerende douane-, tarief- en
clearingregelingen, de contïngenteeringspolïtiek enz.
Op de een of andere manier zal ons internatioraal
handelsverkeer weer op gang moeten worden ge
bracht. Want in deze drie artikelen over onzen bui
tenlandschen handel is voornamelijk aandacht ge
schonken aan onzen export, doch de moeilijkheden
welke onze import ondervindt zijn niet geringer.
Wij denken hierbij b.v. aan onze veevoederpositie,
die door de in vroeger jaren gevolgde en sinds
dien nog niet voldoende los gelaten politiek van
aanvoer van veevoeder uit het buitenland niet bij
zonder gunstig genoemd kan worden. Het afge
sneden-zijn van een deel van het wereldverkeer
beteekent ook tegelijk voor onzen import een afge
sneden-zijn van leveranciers op wie men nog kort
geleden kon rekenen.
Export en' import hebben, zooals bekend is, reeds
in 1939 de nadeelen ondervonden van de interna
tionale spanningen en het uitbreken van den oor
log, waarbij maatregelen zijn genomen, welke ons
handelsverkeer groote belemmeringen in den weg
legden (hierbij dient b.v. ook gedacht te worden aan
het weren van Nederlandschen invoer in verband
met het optreden van den Colorado-kever hier te
lande), maar deze veranderingen waren niet zoo
groot als die, waarvoor we nu staan. Die moeilijk
heden te overwinnen en een uitweg te zoeken is
een belangrijke laak, voor welker vervulling het
waard is alle krachten in te spannen.
Georganiseerd Overleg in
ambtenarenzaken.
Centrale Commissie werkt gewoon door.
De centrale commissie voor Georganiseerd Over
leg in ambtenarenzaken kwam Dinsdag in verga
dering bijeen. In deze eerste vergadering der com
missie sinds Nederland in den oorlog betrokken
werd kwamen verschillende, met de bijzondere om
standigheden van het oogenblik verband houden
de, kwesties der ambtenaren ter sprake.
Overeenkomstig de zoowel door de Duitsche als
Nederlandsche autoriteiten voorgeschreven alge-
meene gedragslijn, besloot de commissie haar taak
op normale wijze te blijven vervullen, met in acht
neming van de door de bijzondere omstandighe
den geboden zelfbeperking en werkelijkheidszin.
In verband met de bij verschillende bedrijven
en diensten en door de onderscheiden ambtenaren-
organisaties reeds begonnen zelfstandige steunac-
ties voor de door den oorlog ernstig getroffen
slachtoffers onder het overheidspersoneel, wer.d de
•egeeringsdelegatie verzocht met de daarvoor aan
gewezen autoriteiten en reeds bestaande comités
overleg te plegen aangaande de mogelijkheid om
'de steunactie voor de door den oorlog getroffenen
te stimuleeren en meer algemeen te doen zijn.
Ook omtrent enkele andere met de bijzondere
omstandigheden van het oogenblik verband hou
dende aangelegenheden van het overheidspersoneel
werd de regeeringsdelegatie uitgenoodigd met de
daarvoor aangewezen instanties besprekingen te
voeren om tot algemeene richtlijnen ter zake te
geraken.
Besloten werd de regeering te verzoeken de bij
den aanvang der bezetting van Nederland het
rijkspersoneel bij wijze van voorschot uitbetaalde
loonen en salarissen niet ineens doch geleidelijk
te doen inhouden.
Aangaande de aangelegenheid van de verhoo
ging van het gezinspensioen, stemde de commis
sie in met het voorstel van den minister van Bin
nenlandsche Zaken om in het daartoe strekkende
wetsontwerp de bepaling op te nemen, dat de da
tum van inwerkingtreding nader bij Kon. besluit
wordt vastgesteld. Overigens gaf de haar ter ken
nisneming toegezonden nadere correspondentie
tusschen genoemden bewindsman en den pen
sioenraad haar geen aanleiding op haar advies ter
zake van 5 Maart 1940, terug te komen.
Voorts vereenigde de commissie zich met enkele
voorstellen tot wijziging en aanvulling van het be
zoldigingsbesluit.
In overleg met de commissie stelde de'voorzit
ter zijn beslissing vast aangaande een hem voor
gelegde competentie-kwestie van de bijzondere
commissie voor georganiseerd overleg voor het
niet-doceerend H.O.-personeel.
(A.N.P.)
Veertig plunderaars te Nijkerk
in arrest.
De politie van Nijkerk heeft vele successen
geboekt bij het opsporen van plunderaars. Tot
heden zijn veertig personen achter slot en
grendel geborgen, terwijl een aantal gedupeer
den weer in het bezit van hun rijwielen kon
den worden gesteld.
De Zwolsche politierechter zal op 25 Juni
een aantal menschen, verdacht van plundering,
berechten, terwijl er zich drie op 27 Juni voor
de Zwolsche rechtbank te verantwoorden heb
ben. (AN.P.)
ONDERNEMERSOVEREENKOMST
SCHOENENINDUSTRIE.
's-GRAVENHAGE. 19 Juni. De secretaris-ge
neraal, waarnemend hoofd van het departement
van Handel, Nijverheid en Scheepvaart heeft aan
de vaste commissie uit den economischen raad
voor de ondernemersovereenkomsten verzocht hem
van advies te willen dienen over een door de Fe
deratie van Nederlandsche schoenfabrikanten in
gediend verzoek tot hernieuwde algemeen verbin
dendverklaring van een ondernemersovereenkomst
in de schoenindustrie. Deze overeenkomst is be
stemd om in de plaats te treden van die, welke
voor de periode van 10 Augustus 1939 tot en met
1940 algemeen verbindend is verklaard.
(A.N.P.)
Schoolhoofd verduisterde 3000.—
Voor de rechtbank te Leeuwarden stond Woens
dagmiddag terecht de 42-jarige F. K., vroeger hoofd
der Schippersschool te Sneek, verdacht van ver
duistering van een bedrag van f 3000 ten nadeele
van de Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs
te Sneek en van het Schoolfonds voor Schippers
kinderen in Friesland.
In zijn requisitoir zeide de officier van justitie
dat uit het over verdachte uitgebrachte rapport
blijkt, dat het bestuur van de vereeniging in de
controle der financiën ernstig te kort is geschoten
Hij vorderde een gevangenisstraf van twee jaar. De
verdediger bepleitte een voorwaardelijke straf.
(A.N.P.)
TOESLAGFONDS LAND .EN TUINBOUW
BEDRIJF.
Het bestuur van het toeslagfonds voor het land
en tuinbouwbedrijf in Noord-Holland heeft de 2de
uitkeering voor het contractjaar 19391940 vast
gesteld.
Bereids werden de noodige uitkeermgsstaten aan
de plaatselijke commissies toegezonden, zoodat die
commissies over de noodige gegevens beschikken.
Rechthebbende arbeiders dienen zich met hun
trouwboekje en eventueel het bewijs van lidmaat
schap van hun organisatie te melden aan het adres,
waar zij in de maand Januari 1.1. hun eerse uit
keering hebben ontvangen. Het overleggen van een
patroonsverklaring is voor deze tweede uitkeering
niet vereischt. (A.N.P.)
NIEUWE SERIE No 27
Ongedu righ eid
1. Toont niet de nïinsle
belangstelling voor oom's
dringend verzoek, op zijn
knie te komen zitten.
2. Besluit dat hij wel toe
kan geven, om oom een
plezier te doen.
3. Gaat staan, springt op
en neer, tot oom, die last
van rheumatische knieën
heeft, hem verzoekt te
gaan zitten.
4. Zit naar oom's smaak
wat al te plotseling.
5. Gaat zoo ver mogelijk
achterover hangen, wat
ook niet oom's bedoeling
was.
6. Blijft vijf seconden
normaal zitten en klimt
weer naar beneden, tot
oom's opluchting.
Aan de vischvangst. Reeds vroeg in den morgen trekt de Scheveningsche jeugd
er op uit, om bij laag water de netten, verzwaard met een gasbuis, uit te werpen,
in de hoop een palinkje te verschalken
Dienende voorlichting
van eigen volk in trouw
aan eigen zedelijk-
godsdienstig beginsel
door Dr. ALB. VAN DE POEL.
Men heeft kennis kunnen nemen van een mede-
deeling over de oprichting van een Raad van Voor
lichting der Nederlandsche pers.
Het gaat hier om een initiatief, in de lijn der ver
wachting van rijkscommissaris Seyss Inquart, dat
Nederlanders zelf zich zouden inzetten voor de doel
einden, welke de gewijzigde omstandigheden ons,
Nederlanders' te vervullen gaven.
Dit gebeurt op het gebied der pers met een dub
bel doel.
Ten eerste wil de gevormde Raad een Neder
landsche perskamer of perscorporatie voorbereiden
met publiekrechtelijke bevoegdheid, niet alleen om
de belangen van uitgevers en journalisten in stof-
felijken zin te behartigen, maar ook om de pers en
daardoor het Nederlandsche volk leiding te geven
in volkschen zin.
Ten tweede zal de Raad onmiddellijk een be
middelende rol te vervullen hebben tusschen de
Nederlandsche pers en de overheid en verder raad.
gevend jegens de overheid optreden.
Ook de Nederlandsche pers ziet zich in de ge
wijzigde omstandigheden voor de taak gesteld van
een aanpassing der Nederlandsche volksgemeen
schap aan de nieuwe Europeesche verhoudingen.
Een nieuwe taak, die feitelijk niets anders is dan
zich instellen op een nieuwe werkelijkheid.
Dit geldt niet alleen voor enkelingen, maar ook
voor menschelijke verbanden. Uit de natuurlijke
banden vloeit steeds een zedelijke plicht voort voor
bepaalde handelwijzen. Het geldt voor den arbeider
tegenover zijn werkgever, voor den werkgever
tegenover den arbeider. Het geldt voor den burger
van een bezet land tegenover de bezettende over
heid. evengoed als voor den veroveraar ten op
zichte van degenen, die door hem zijn overwon
nen.
Het gaat nu om de toepassing van dit beginsel
in het door Duitschland veroverde Nederland.
Thans moet de pers bekend maken, verspreiden, toe
lichten en onderrichten wat voor ons eigen volk
noodzakelijk en mogelijk is en in volkomen loyali
teit tegenover de bezettende overheid.
Die bezettende overheid heeft ons bepaalde, wel
iswaar beperkte, maar toch zeer ruime mogelijkhe
den gelaten voor vruchtbare werkzaamheid in het
gemeenschappelijk belang van het Nederlandsche
gebied en van het bezettende Rijk.
Tot die mogelijkheden behoort de verdieping,
verbreiding en toepassing van het volksche beginsel,
van het beginsel der nationale verbondenheid in
volkschen zin, van het beginsel der historisch ge
groeide volksgemeenschap ook buiten de wapen
rusting van een of andere toevallige staats-
ordening.
Rijkscommissaris Rijksminister Seyss Inquart
heeft uitdrukkelijk verklaard, dat de Duitschers
niet zijn gekomen om ons volkskarakter in het nauw
t3 brengen en hij sprak de hoop uit, dat Nederlann
later weer een vrij land zou worden. Bovendien
sprak hij de verwachting uit, dat er Nederlanders
zouden opstaan met voldoende begrip en wilskracht
om hun roeping in de nieuwe Europeesche gemeen
schap, die komen zal, te volbrengen.
Als er nu één taak voor de Nederlandsche pers
in haar algemeenheid duidelijk is, dan is dit on
tegenzeggelijk, dat niet langer kolommen en be
schouwingen mogen worden gewijd aan het onder
houden. betasten of bestreelen van eigen verdeeld
heid. van onderlinge verscheurdheid, integendeel
alle zielen dienen te worden bijgezet tot versterking
van de eigen Nederlandsche volksverbondenheid,
van de Nederlandsche volkskracht, over het ge-
heele gebied van Dollard tot Duinkerken, waar
Nederlanders wonen, Nederlanders naar wezen en
afstamming, naar beschaving en naar de uitdruk
king dier eeuwenoude beschaving: onze eigen,
rijke, krachtige en vloeiende Nederlandsche taal.
De vrijheid in volkschen zin, welke het overwin
nende Duitschland ons thans wil gunnen, moet de
Nederlandsche pers met beide handen aangrijpen
en benutten om net besef van de geestelijk en cul
tureel zelfstandige Dietsche geen Duitsche!
natie in de Nederlanden diepe en onuitroeibare
wortels te doen schieten.
Hoe overweldigend ook de overwinning der Duit
sche wapenen in Europa moge zijn, toch moet en
mag zij géén aanleiding geven tot de politieke ge
volgtrekking, dat de historisch Lage Landen aan de
zee met hun duizend jaar oude eigen Dietsche ge
meenschap, hoezeer ook in afstamming en wezen
verwant aan de Duitsche stammen, slechts verlen
stukken zouden zijn van het Duitsche gebied, zonder
eigen volkskarakter. Deze, onze Lage Landen, blij
ven geroepen tot een zelfstandig bestaan in geeste
lijk en cultureel opzicht naast het vereenigde Duit
sche volk van het overwinnende Rijk, waarmede het
Nederlandsche volk vreedzaam en vruchtbaar zal
moeten samenwerken in wederzijdsche achting en
tot wederzijdsch nut.
De nu door de pers te volgen taak kan geschie
den overeenkomstig de groote verscheidenheid van
het Nederlandsche dagbladwezen, naar het eigen
zedelijk en godsdienstig beginsel van ieder blad. Dit
geldt dus voor een katholiek blad in katholieken
geest, volgens de eeuwige beginselen van eerbetoon
aan God, naastenliefde en rechtvaardigheid, die
Christus ons in zijn Evangelie geopenbaard heeft en
ons door de Moederkerk voorhoudt. Dit geldt voor de
Protestanten overeenkomstig hun Protestantsche
belijdenis van Gods Woord en het geldt voor de vrij
zinnigen ingevolge het beginsel van gewetensvrij
heid, dat tot de edele Nederlandsche tradities be
hoort.
Utrique fidelis: aan beiden trouw.
Trouw aan eigen volk, trouw aan eigen geloof:
dat is de grondslag, waarop ieder Nederlandsch
blad nu geroepen is mede te werken aan den op
bouw in eigen land van het nieuwe, wordende
Europa.
Laten we aanpakken met biddend vertrouwen op
Gods almachtige goedheid en op de volmaakte wijs
heid van Zijn onnaspeurbare wegen.
Dr. A. van de Poel is lid van den Raad van
Voorlichting der Nederlandsche pers, welks doel en
samenstelling dezer dagen in de dagbladen zijn me
degedeeld.
>Ian stak zijn gewezen verloofde
neer.
Vonnis luidt 15 jaar gevangenisstraf.
AMSTERDAM. 20 Juni (A.N.P.) De
rechtbank heeft vandaag den 37-jarigen
expediteur, die in den ochtend van den
27sten December in de Vijzelstraat zijn ge
wezen verloofde met een mes neerstak, ten
gevolge waarvan zij overleed, veroordeeld
tot een gevangenisstraf van vijftien jaar.
Het O.M. had tien jaar gevangenisstraf ge-
elscht.
De verdachte had in 1937 kennis met het
meisje gemaakt, later ontstond er ruzie. Zij
verliet hem en hij wendde alles aan om de on-
eenigheid bij te leggen, zoodat zij weer bij
hem zou terugkeeren. Dit gelukte hem echter
niet. Herhaaldelijk bedreigde hij haar met een
dolkmes. Op 27 December wachtte hij haar
op voor het huis in de Vijzelstraat, waar zij in
betrekking was. Toen zij zich een oogenblik
buiten waagde wist hij den winkel binnen te
sluipen, waar hij haar in den hals stak. Zij
vluchtte naar buiten, zakte ineen en overleed
enkele oogenbikken later. De dader was niet
gevlucht en kon direct worden gearresteerd.
Kordate Haarlemsche politieagent
redt drenkeling.
In de Bakenessergracht gevallen.
Gistermiddag omstreeks 10 minuten over half
drie was het 9-jarige jongetje S., wonende aan de
Lange Heerenvest, aan het visschen in de Bakenes
sergracht te Haarlem.
Hij geraakte daarbij te water. De agent van poli
tie J. J. Hollander, die in de buurt surveilleerde, zag
het ongeval uit de verte gebeuren en snelde toe.
Toen hij ter plaatse kwam ging de drenkeling voor
de derde keer onder. De agent bedacht zich geen
oogenblik, sprong gekleed te water en wist de jon
gen. die ongeveer in het midden van de gracht te
recht was gekomen, te grijpen.
Eerst werd de jongen aan wal geholpen, toen hielp
de agent zichzelf, en daarna trok hij ook nog de
27-jarige S., die zich eveneens te water had begeven,
op 't droge. De drenkeling werd door O. D. behan
deld en thuis van droge kleeren voorzien. Hij had
oogenschijnlijk geen letsel gekregen.
„HET NEDERLANDSCHE ARBEIDSFRONT"
De afd. Haarlem van de Nationale Werknemers-
vereeniging „Het Nederlandsche Arbeidsfront" houdt
heden, Donderdagavond in Gebouw „Olympia", Kin
derhuissingel, te Haarlem, een propagandavergade-
ring, met ruime gelegenheid tot introductie. Als spre
kers zullen optreden de heeren Woudenberg, leider
van het Ned. Arbeidsfront en van Kampen, propa
gandaleider.