Dr. Sey ss-Inquart bezocht Rotterdam. Tien miliioen uitgetrokken voor onmiddellijke leniging van den nood. De coördinatie van het personen- en goederenvervoer. ZAT ERDAG 22 JUNI 1940 HAARLEM'S DAGBL A D 9 In verband met de te verwachten drukte als gevolg van het bevaarbaar maken van het Julianakanaal geeft de „parlevinker" zijn boot een goede beurt Kinderen uitgenoodigd naar Tirol te gaan. ROTTERDAM, 21 Juni (A.N.P.) De Rijkscom missaris voor de bezette Nederlandsche gebieden, rijksminister Seyss-Inquart heeft vanmiddag een bezoek aan Rotterdam gebracht, waar hij de ver woeste binnenstad in oogenschouw heeft genomen, een tocht door de havens heeft gemaakt en in het stadhuis is voorgelicht omtrent de plannen, welke de stadsarchitect, de heer W. G. Witteveen, in ver band met den wederopbouw van het stadscentrum heeft ontworpen. In gezelschap van den rijkscommissaris bevonden zidh o.m. de commissarissen-generaal minister Fischböck, Hauptamtsleiter dr. Schmidt, Brigade, führer Rauter, vice-admiraal Hintzmann, kapitein Christiansen, prof. dr. Casagrande, die rijksminister dr. Todt vertegenwoordigde, gouwleider Wagner en andere Duitsche militaire- en civiele autoriteiten. Ook was bij dit bezoek tegenwoordig de Nederland sche regeeringscommissaris voor den wederopbouw ir. Ringers. Aan de hand v^n enkele teekeningen, waarop het plan is geprojecteerd, gaf ir. Witteveen den Rijkscommissaris een uiteenzetting van de wijze waarop hij hee,ft gemeend deze vraagstukken tot een bevredigende oplossing te kunnen brengen. De Rijkscommissaris had het betoog van den heer Witteveen met groote belangstelling gevolgd. Aan het slot stelde hij den stadsarchitect niet alleen enkele vragen, maar gaf hij hem bovendien in het kader van den wederopbouw een aantal belangrijke punten in overweging. Rijksminister Seyss-Inquart hield daarna de vol gende rede. REDE VAN DEN RIJKSCOMMISSARIS SEYSS-INQUART. Rotterdam is de stad, waaraan de verwoestende gevolgen van de oorlogsmiddelen die tegenwoordig worden toegepast het duidelijkste zichtbaar zijn ge worden. Erkend moet worden, dat de Rotterdam- sche burgerij in het bijzonder, zooals, de Neder landers in het algemeen, aan het werk zijn gegaan om de vernielingen op te ruimen en plannen te ontwerpen voor den wederopbouw der betrokken gebieden. Dit getuigt van het gezonde en juiste standpunt van het Nederlandsche volk tegenover deze gebeurtenissen en geeft ook den waar-borg dat op langeren termijn de juiste houding tegenover de nieuwe vorming der dingen gevonden zal wor den. Het beeld van deze vernielingen geeft echter ook aanleiding er over na te denken waar de laatste oorzaken gezocht moeten worden voor het ontstaan en het verloop van deze gebeurtenissen. Ik wil naar aanleiding hiervan en op deze plaats niet de redenen herhalen die den Führer gedwongen heb ben in dit land te komen. Het is voor mij aan geen twijfel onderhevig, dat evenals thans reeds vele Nederlanders, die met open blik de vorming der toekomst zagen over eenigen tijd alle toon aangevende kringen van het Nederlandsche volk zullen inzien, dat Nederland niet door den grooten loop der historische gebeurtenissen gegrepen werd om duurzame schade te lijden of beperkt te worden in de vrijheid van zijn handelen. Wanneer ik echter inga op de voor Rotterdam tragische gebeurtenis, zou ik echter uitdrukkelijk willen vaststellen dat de Duitsche legerleiding- vóór zij de bevelen tot het beslissende optreden voor haar hier ingesloten kameraden gaf, de Neder landsche bevelvoerders er van in kennis had gesteld dat binnen drie uur de aanval zou geschieden, wanneer Rotterdam niet intusschen tot een open stad werd door het wegtrekken van de Nederland sche troepen. Door het dralen der Nederlandsche bevelvoerders is deze termijn zoozeer overschreden dat ten slotte nog slechts de troepen op den beganen grond en slechts een deel van de luchteskaders op de "hoogte konden worden gebracht van de over gave, die op het laatste oogenblik was geschied. Ook de ontruiming der door een aanval be dreigde stadsdeelen, waarvoor met drie uren tijd genoeg was gegeven,-werd niet geheel ten uitvoer gelegd. Deze constateeringen zijn niet bedoeld als verwijt tegen de Nederlandsche bevelvoerders. Doordat de voor de leiding van het land verantwoordelijke fac toren naar het buitenland gevlucht waren, is wel licht de besluitvaardigheid der achtergebleven com mandanten geremd geworden. Wanneer ik de verwoestingen en het aangevan gen opbouwwerk in deze stad aanschouw, ben ik er zeker van, dat het Nederlandsche volk de juiste consequentie zal trekken uit deze gebeurtenissen. Aan den eenen kant het bewijs er voor, wat een onoverwinnelijke macht thans staat achter al de genen, die in de bescherming zijn van de Duitsche weermacht en dat geldt op gelijke wijze voor iederen afzonderlijken Duitscher als ook voor den- gene, die met goeden wil samenwerkt met het Duitsche rijk. Aan den anderen kant zal deze ge beurtenis in zijn totalen omvang de aanleiding vormen om onversaagd de eigen krachten in het werk te stellen voor den wederopbouw en voor een nieuwe regeling der economische politieke en volksche grondslagen van dit land. Laten wij thans onzen blik naar de toekomst richten Gij hebt het plan de kern van Rotterdam schooner dan ooit te doer verrijzen. Ik wensch u toe dat toekomstige geslachten hier een voor de stad Rotterdam waardig centrum zullen zien, als het juiste symbool voor de gebeurtenissen van dezen tijd nl. dat uit het 'harde gebeuren van deze dagen een nog schoonere en nog krachtiger vormgeving geboren wordt dan het verleden 'ver mocht te bieden. Ik heb met mijn eerste woorden die ik tot u richtte uitdrukking gegeven aan den wensch, dat vooral een aanvang zou worden gemaakt met den wederopbouw van dit land. Ik heb toen verklaard, dat een wederopbouwfonds moest worden opge richt, dat op preferentseele wijze van middelen voorzien de basis moet bieden voor het ver schaffen van middelen aan dit opbouwwerk. Ik heb nu vandaag een verordening ondertee kend, welk edit wederopbouwfonds vastlegt. Vol gens nog uit te vaardigen uitvoeringsbepalingen zullen schadeloosstellingen tot dekking van de schade van particulieren zoowel als van de ge meenschap ter beschikking worden gesteld. Ik heb beschikt, dat een bedrag van tien miliioen gulden terstond wordt uitgetrokken, dat in gevallen, die in sociaal opzicht waard zijn dat er rekening mee gehouden wordt, ter beschikking wordt gesteld voor de onmiddel lijke leniging van den nood en de verzekering van het bestaan der betrokkenen, zonder ver plichting tot terugbetaling en wel op rekening van de schadeloosstellingsbedragen uit het we deropbouwfonds. Het beheer en de verdeelihg berust bij het Ne derlandsche ministerie voor sociale aangelegenhe den, waarmede ik in het licht wil stellen, dat voor al rekening moet worden gehouden met sociale ge zichtspunten. Ik heb bepaald, dat die bedragen uit de Nederlandsche begrooting die thans uit den aard der zaak niet meer kunnen worden gezonden aan dégenen, die daarop recht hadden, gestort worden in dit wederopbouwfonds, zooals bijv. de bijdrage voor den Volkenbond e.d. Wij zullen bij de opstel ling van de toekomstige begrooting er zorg voor dragen, dat ook nog verdere middelen ter beschik king zullen worden gesteld, die dan de waarbor ging vormen van rente en terugbetaling van die bedragen, welke als leeningen ter beschikking worden gesteld aan het wederopbouwwerk. Wij moeten bij al onze handelingen steeds onzen j blik richten op de menschen. Tenslotte kan het er niet om gaan economische of bestuursinrichtin gen in het leven te roepen om haar zelfs wil: het belan.grijks.te is de mensch, het oproepen en leiden an zijn kracht en voor degenen, die de verant woordelijkheid dragen, de zorg voor het welzijn daarvan, niet als charitatieve weldaad, maar als eerste sociale verplichting van al degenen, die met de hun toegemeten rechten tegelijkertijd verplich tingen voor de algemeene zaak toegewezen kre gen, dus voor degenen, voor wie recht en plicht één wordt in het begrip der verantwoordelijkheid. Het schijnt mij derhalve vooral belangrijk, dat wij ons niet alleen bekommeren om den wederopbouw der gebouwen, maar dat wij ons oogmerk richten op de menschen, die door de vernielingen zelve j hebben geleden of nog lijden. Ik weet, dat gij in menschelijke hulpvaardigheid zorg hebt gedragen voor het voorloopig onder brengen van deze getroffenen. Aangezien de we deropbouw wanneer hij zorgvuldig wordt ont worpen en tot uitvoering wordt gebracht tijd eischt, moeten deze zorgen op een zoodanige wijze worden uitgevoerd, dat de betrokkenen komen in omstandigheden, die voor eenigen tijd stabiel zijn en hun het gevoel ontnemen dat zij zijn aange wezen op de aalmoezen der medemenschen. Behalve deze van overheidswege te treffen maat regelen, zal nog voldoende ruimte zijn voor alle medeburgers om bewijzen te kunnen geven van een echte volksgemeenschap. En in dezen zin der gemeenschap, die gij immers zelf in het verleden eenmaal hebt bewezen ver zoek ik u het te begrijpen, Wanneer ik u thans vooral namens den Oostmarkschen gouw, die in het bijzonder de geboortegouw is van den Führer, de Opper-Donau, de uitnoodiging overbreng om Ne derlandsche kinderen, vooral van gezinnen, die door de oorlogsschade zijn getroffen, te laten ko men naar vacantietehuizen in de Oostmark. Wan neer uw kinderen aan de oever? van de meren in het Salzkammergut of in Karinthië of in'de scshoone dalen van Tirol en Stiermarken zich verheugen en schoone Duitsche landen leeren kennen en men schen, die hun zonder voorbehoud zijn toegedaan, dan moet gij dit niet opvatten alsof dit gedacht is als éen weldadigheid van onzen kant. maar als een daad van wederzijdsche menschelijke hulp aardigheid, waarin de dank medespreekt voor de houding, die gij eens tegenover ons aan den dag hebt gelegd. Ik wensch de stad Rotterdam toe, dat zij na de moeilijke dagen van dezen tijd een gelukkige toe komst tegemoet zal gaan. BURGEMEESTER OUD SPREEKT. De rede van den rijkscommissaris beantwoorden de, zeide burgemeester Oud, dat Rotterdam het oog op de toekomst richt. Aan den bouw van een nieuwe binnenstad is direct een begin gemaakt. In vergelij king met den socialen toestand in de nieuwe stads gedeelten was die in de thans in puin liggende bin nenstad slecht. Bij den wederopbouw van het centrum zal aan dien socialen toestand veel aan dacht worden besteed. Uit de rede van den Rijks commissaris heeft spr. vernomen, dat de Duitsche autoriteiten aan den wederopbouw krachtig willen medewerken. Spr. is hierover ten zeerste verheugd. De Rijkscommissaris zoo ging de burgemeester verder heeft aan het slot van zijn toespraak herinnerd aan de ontvangst van Oostenrijksche kinderen tijdens den vorigen oorlog. Nederland achtte dat destijds een prettige plicht van mensche- lijkheid. Spr. vindt het buitengewoon hartelijk, dat de Oostmark thans hetzelfde wil doen ten aanzien van Nederlandsche kinderen. -Wat Rotterdam be treft, zal spreker zich direct in verbinding stellen met de organisaties, die met de zorg voor de Rot- terdamsche kinderen zijn belast, opdat het plan spoedig tot uitvoering kan komen. Aan het eind van zijn toespraak onderstreepte de burgemeester de woorden van den Rijkscommissaris, waarbij deze uiting gaf aan den wensch, dat Rot terdam een gelukkige toekomst mag tegemoet gaan. Het gezelschap begaf zich vervolgens naar den toren van het stadhuis, vanwaar men een goed uit zicht heeft over de stad. Geruimen tijd heeft de Rijkscommissaris van dit hooge punt af de Maas stad aanschouwt. Onder leiding van den burgemeester maakte het gezelschap na het bezoèk aan het stadhuis een autotocht door de stad, waarbij vrijwel alle stads gedeelten werden bezocht. Met de salonboot „Stad Rotterdam" werd tot be sluit een tocht door de havens gemaakt, Aan het einde hiervan het was inmiddels reeds acht uur 's avonds geworden hebben de Rijkscommissaris en, zijn medewerkers afscheid van burgemeester Oud genomen en zijn zij per auto naar Den Haag teruggekeerd. Desbetreffende verordening van den Rijkscommissaris Uitvoeringsbesluiten. Dezer dagen hebben wij reeds melding gemaakt van de maatregelen tot coördinatie van het vervoer van personen en goederen. Het Verordeningenblad voor het bezette Ne derlandsche gebied, uitgegeven 20 Juni, bevat thans een verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffen de het vervoer van personen en goederen. Deze verordening treedt in werking op den dag van afkondiging. Het vergunningsstelsel voor motor rijwielen en auto's. Het eerste uitvoeringsbesluit van den secretaris generaal van het departement van Waterstaat luidt: 1. Het gebruik van een motorrijwiel of een motorrijtuig, ingericht voor het vervoer van per sonen anders dan met autobussen in den zin van de wet autovervoer personen, is ter bevordering van een zoo beperkt mogelijk verbruik van ben zine, slechts geoorloofd, indien aan den houder voor het betrokken voertuig een daartoe strekken de vergunning is verleend vanwege den inspec teur-generaal van het verkeer. 2. Aanvragen om een vergunning als bedoeld in art. 1 moeten worden gericht tot den rijksin specteur van het verkeer in het district, waar de houder gevestigd is: voor Noord-Holland moet men zich wenden tot ir. J. Rodenburg, Haarlem, Paviljoenslaan 11; voor Zuid-Holland tot ir. L. J. Noomen, 's-Gravenhage,' Laan Copes van Catten- burch 7. 3. Bij het verleenen van vergunning gedragen de rijksinspecteurs zich naar, hun door tusschen- komst van den inspecteur-generaal van het ver keer door het hoofd van het departement van Waterstaat aangegeven, richtlijnen. 4. De rijksinspecteur van het verkeer kan zich bij het nemen van een beslissing omtrent het al dan niet verleenen van een vergunning laten voorlichten door vanwege den secretaris-generaal van het departement van Waterstaat voor zijn dis-' trict aan te wijzen deskundigen op het gebied van het personenvervoer. 5. Aan de vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden. 6. Ten bewijze, dat aan den houder van een motorrijtuig een vergunning, als bedoeld in arti kel 1, is verleend, dient op de voorruit of, zoo deze niet aanwezig is, op een andere duidelijk zicht bare plaats een herkenningsteeken te worden ge voerd, waarvan het model wordt vastgesteld dooi den inspecteur-generaal van het verkeer. MOGELIJKHEID VAN SCHRIF TELIJK BEROEP. 7. Indien op een aanvrage om een vergunning door den rijksverkeers-inspecteur afwijzend is be schikt, kan binnen 14 dagen na dagteekenïng van de beschikking schriftelijk beroep worden inge steld bij den secretaris-generaal van het departe ment van Waterstaat. Behandeling van het beroep vindt plaats, nadat bij genoemd departement bericht is binnengeko men, dat een bedrag van twee gulden vijftig cent (f 2.50) is bijgeschreven op postrekening nr. 166620 ten name van de afdeeling kabinet en secretarie van Het departement van Waterstaat, onder ver melding: beroep inzake vergunning personenvei*- voer. 8. Indien het militair gezag zulks noodig oor deelt uit een oogpunt van militair belang of van luchtbescherming, geschiedt, in afwijking met het voorgaande, het vervoer met inachtneming van door dat gezag gestelde regelen. 9. Met betrekking tot overtreding van de voor_ schriften van dit besluit is van toepassing het be paalde in de artikelen 3, 4, 5 en 6 van de wet ge bruik vervoermiddelen 1939. 10. Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking met ingang van 1 Juli 1940. De regeling voor eigen goederenvervoer. Voorts is opgenomen het tweede uitvoeringsbe sluit ingevolge bovengenoemde verordening. 1. (1) Het vervoer van goederen langs den weg in eigen vervoer is slechts geoorloofd, indien aan den vervoerder voor het betrokken voertuig een daartoe strekkende vergunning is verleend van wege den inspecteur-generaal van het verkeer. (2) Order eigen vervoer woi-dt te dezen verstaan ihet vervoeren van eigen goederen in eigen voer tuigen en, indien met behulp van personeel, met eigen personeel. (3) In gevallen, welke niet zijn begrepen onder het in het vorig lid gestelde, kan de inspecteur- generaal van het verkeer niettemin een vergun ning doen uitreiken, indien naar diens oordeel het vervoer in economischen zin is gelijk te stellen met eigen vervoer. 2. Een vergunning is niet vereischt voor het vervoer van goederen anders dan met motorrij tuigen. behoudens met die voertuigen, waarom trent de secretaris-generaal van het departement van waterstaat met betrekking tot een district als bedoeld in 3 of een gedeelte daarvan in afwijken den zin heeft bepaald. 3. (1). Een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 1 moet worden gericht tot den rijks inspecteur van het verkeer in het district waar de vervoerder volgens de hierna te geven opsomming gevestigd is. (2.) De rijksinspecteur van het verkeer kan den aanvrager voor het geheel of gedeelte van zijn aan. vrage verwijzen naar een rijksinspecteur van het verkeer, binnen wiens district het bedrijf van den aanvi-ager wordt uitgeoefend 4. Bij het verleenen van vergunningen gedra gen de rijksinspecteurs zich naar hun door tus- schenkomst van den inspecteur-generaal van het verkeer door den secretaris-generaal van het departement van waterstaat aangegeven richt, lijnen, welke de strekking hebben, te geraken tot een zooveel mogelijk doelmatigen opbouw van het goederenvervoer langs den weg. 5 (1) De rijksinspecteur van het verkeer beslist over het al dan niet verleenen van een vergunning als bedoeld in 1, gehoord een commissie, welke voor zijn district onder goedkeuring van den secre taris-generaal van het departement van waterstaat is aangewezen door een of meer organisaties, welke doro genoemden secretaris-generaal voor de toe passing van deze regeling worden erkend, aange vuld met een door hem aan te wijzen deskundige op het gebied van het beroepsgoederenvervoer langs den weg. (2) In spoedgevallen kan door den rijksinspec teur van het verkeer een beslissing worden ge nomen, zonder dat vorenbedoeld advies is ingewon nen. (3) Aan de vergunning kunnen vooi-waai-den wor- den verbonden. 6. Ten bewijze, dat aan den houder van een voertuig een vergunning als bedoeld in 1 is ver leend, dient op de voorruit van het voertuig, of zoo deze niet aanwezig is, op een andere duidelijk zichtbare plaats, een door of vanwege den rijks inspecteur van het verkeer gewaarmerkt herken ningsteeken te worden gevoerd, waarvan het model wordt vastgesteld door den inspecteur-generaal van het verkeer. BEROEP. 7. (1) Indien op een aanvraag om een ver gunning door den rijksinspecteur van het verkeer afwijzend is beschikt, kan binnen veertien dagen na dagteekening van de beschikking schriftelijk be roep worden ingesteld bij den secretaris-generaal van het departement van waterstaat. (2). Behandeling van het beroep vindt slechts plaats, nadat een bedrag van twee gulden en vijftig cents (f 2.50) is bijgeschreven op postrekening nr. 166620 ten name van de afdeeling kabinet en secretarie van het departement van waterstaat, De restauratiewerkzaamheden aan het stadhuis te Middelburg. Een der «ijgevels van het fraaie historische bouwwerk wordt gestut opder vermelding: beroep inzake vergunning eigen vervoer. 8. Indien het militair gezag zulks noodig oor deelt uit een oogpunt van militair belang of van luchtbescherming, geschiedt, in afwijking met het voorgaande, het vervoer met inachtneming van door dat gezag gestelde regelen. 9. Met betrekking tot overtreding van de voor schriften van dit besluit is van toepassing het be paalde in de artikelen 3, 4, 5 cn 6 van de wet, ge bruik vervoermiddelen 1939. Goederenvervoer ten behoeve van derden. Plet derde uitvoeringsbesluit houdt liet volgen de in; 1. (1) Het vervoeren van goederen ten behoeve van derden langs den weg is slechts geoorloofd, in dien aan den vervoerder voor het betrokken voer tuig een daartoe strekkende vergunning is verleend vanwege den inspecteur-generaal van het verkeer. (2) Een vergunning is niet vereischt voor het vervoer van goederen langs den weg anders dan niet motorrijtuigen, behoudens met die voertuigen, waaromtrent de secretaris-generaal van het depar tement van waterstaat met betrekking tot een district, als bedoeld in 3, of een gedeelte daarvan in afwijkenden zin heeft bepaald. 2 (1) Een aanvraag van een vergunning, als bedoeld in 1, kan slechts worden ingediend, indien de vervoerder lid is van of door middel van het lid maatschap van een vereeniging, die aangesloten is bij een door den secretaris-generaal van het depar tement van waterstaat voor de toepassing van deze regeling erkende organisatie. (2) Uit de organisatie's. welke in den zin van het eerste lid van deze paragraaf zijn erkend, wordt gevormd een centrale commissie voor het beroeps goederenvervoer, waarvan de samenstelling onder worpen is aan de goedkeuring van den secretaris generaal van het departement van waterstaat, en dat tot taak heeft, in overleg met den secretaris generaal van het departement van waterstaat de werkzaamheden te regelen van de adviseerendo districtscommissie, bedoeld in 5. §3(1) Een aanvraag om een vergunning, als be doeld in 1 moet worden gericht tot den rijks inspecteur van het verkeer in het district waar de vervoerder volgens de hierna volgende opsomming gevestigd is. (2) De rijksinspecteur van het verkeer kan den aanvrager voor het geheel of een gedeelte zijner aanvrage verwijzen naar een rijksinspecteur van het verkeer, binnen wiens district het bedrijf van den aanvrager mede wordt uitgeoefend. 4. Bij het verleenen van vergunningen gedragen de rijksinspecteurs van het verkeer zich naar, hun door tusschenkomst van den inspecteur-generaal van het verkeer door het hoofd van het departement van waterstaat aangegeven richtlijnen, welke de strekking hebben, te geraken tot een zooveel mo gelijk doelmatigen opbouw van het goederenver voer langs den weg. 5. (1) De rijksinspecteur van het verkeer beslist over het al dan niet verleenen van een vergunning, gehoord een commissie, welke voor zijn district onder goedkeuring van den secretaris-generaal van het departement van waterstaat is aangewezen door de organisaties, voor de toepassing van deze rege ling erkend door genoemden secretaris-generaal, aangevuld met een lid, aangewezen door de in het district gevestigde kamers van koophandel en fa brieken. (2) In spoedgevallen kan door den rijksinspecteur van het verkeer de beslising worden genomen zon der dat vorenbedoeld advies is ingewonnen. (3) Aan de vergunning kunnen voorwaarden wor den verbonden. 6. Ten bewijze, dat aan den houder van een voertuig een vergunning als bedoeld in par. 1, is erleend, dient <?p de voorruit van het voertuig, of zoo deze niet aanwezig is, op een andere duidelijk zichtbare plaats een door of vanwege den rijks inspecteur van het verkeer gewaarmerkt herken ningsteeken te worden gevoerd, waarvan het model wordt vastgesteld door den inspecteur-generaal van het verkeer. Mogelijkheid van beroepen. 7 (1) Indien op een aanvraag om een ver gunning door den rijksinspecteur van het ver keer afwijzend is beschikt, kan binnen veertien dagen na dagteekening van de beschikking schriftelijk beroep worden ingesteld bij den secretaris-generaal van het departement van waterstaat. (2) Behandeling van het beroep vindt slechts plaats, nadat een bedrag van twee gulden en vijftig cent (f 2.50) is bijgeschreven op post rekening no. 166620 ten name van de afdeeling kabinet en secretarie van het departement van waterstaat, onder vermelding: beroep inzake vergunning goederenvervoer. Vervoer met motorrijtuigen op bcurt- vaart-adres. 8. (1.) Het vervoer door middel van motor rijtuigen zal geschieden op beurtvaartadres, zoo als dit is vastgesteld door de met het Neder- landsch binnenvaarbbureau samenwerkende or ganisaties. Voor vervoer anders dan met mo torrijtuigen is het beurtvaartadres slechts ver eischt in de gevallen, door den secretaris-gene raal van het departement van waterstaat be paald. (2) Voor zooveel hieruit baten voortvloeien voor het Nederlandsch blnnenvaartburcau, zullen deze baten naar billijkheid worden ver deeld tusschen bedoeld bureau, de in het twee de lid van 2 bedoelde „centrale commissie voor het beroepsgoederenvervoer" en de daar onder behoórende districtscommissies, genoemd in 5. (3.) De voor de toepassing van het vorige lid vast te stellen quotaverdeeling geschiedt onder toezicht van den accountantsdienst van het de partement van handel, nijverheid en scheepvaart welke dienst er tevens op toeziet, dat evenwicht blijft bestaan tusschen de baten en de kosten, voor de in het kader daarvan erkende organi saties, voortvloeiende uit deze regeling en uit de binnenbeurtvaartregeling. Franco vervoer. 9 Cl.) Er zal franco worden vervoerd, ten zij de omstandigheden zulks niet toelaten. In het laatste geval kan gevorderd worden, dat de vracht wordt betaald alvorens de zending wordt afgeleverd. (2) Algemeen bindende regelen omtrent zooge naamd bijkomende kosten kunnen worden voor geschreven door, respectievelijk behoeven de goedkeuring, van den secretaris-generaal van het departement van waterstaat. 10. Indien het militair gezag zulks noodig oordeelt uit een oogpunt van militair belang of van luchtbescherming, geschiedt in afwijking met het voorgaande het vervoer met inachtne ming van door dat gezag gestelde regelen. 11. Met betrekking tot overtreding van de voorschriften van dit besluit is van toepassing het bepaalde Ln de artikelen 3, 4 5 en 6 van de wet gebruik vervoermiddelen 1939. 12. Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking met ingang van 1 Juli 1940. AFSCHEID PROF. DR. A. SMITS. In zijn met bloemen versierde collegezaal aan de Nieuwe Prinsengracht te Amsterdam, waar hij sedert 1907 zijn studenten heeft onderwezen, heeft prof. dr. A. Smits, hoogleeraar in de phy- sische chemie aan de gemeenteuniversiteit te Am sterdam, Vrijdagmiddag als zoodanig afscheid genomen. (A.N.P.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 7