'liet JOient en J-an Oliebol.
Huwelijk met modern
Comfort.
n T N S n A 0 JUEI 1940
HSSSTJEM'S D"A 'GBEAD
De bominslag in de Edisonstraat.
Slachtoffers teraardebesteld.
Gistermiddag één uur werd op de Noorderbe-
graafplaats aan den Vergierdeweg te Haarlem Noord
ter aarde besteld het «loffelijk overschot van den
politieagent G. Quivooij, die bij den bominslag in
de Edisonstraat om het leven is gekomen.
Op verzoek van de familie geschiedde deze begra
fenis niet met korpseer.
Leden van de al'deeling Haarlem van den Alg.
Ned. Politiebond en van de iïaarlemsche Politie
Muziekvereeniging, van welke beide organisaties
de overledene lid was, fungeerden als slippen-
dragers.
De belangstelling voor deze plechtigheid was
buitengewoon groot. Opgemerkt werden o.a. de
burgemeester van Haarlem, dr. J. E. baron de Vos
van Steenwijk; de Commissaris van Politie de heer
E. H. Tenckinck, de hoofdinspecteurs G. A. Draijer
en M. Woud; inspecteur A. F. Suurendonk, chef
der administratie ten politiebureele; de heer K.
Rijpma, waarnemend hoofd van den Luchtbescher
mingsdienst; vele inspecteurs, hoofdagenten, agen
ten en rechercheurs.
Verder de oud-inspecteurs P. van Tongeren en
II. Oudman en mr. P. L. J. Reyinga, Commissaris
van Politie te Zandvoort, namens het hoofdbestuur
van den Alg. Ned. Politiebond.
Toen de kist in de aula was opgebaard, nam de
burgemeester het woord. „Wij staan hier", zei hij,
„mgt groote ontroering aan dit graf. Als hoofd der
Iïaarlemsche politie en als vertegenwoordiger van
het gemeentebestuur en de burgerij is het mij
een plicht en een behoefte om te getuigen van het
groote verlies, dat wij door den dood van
dezen trouwen dienaar lijden. In tijden van groote
beroering, als de maatschappij in al haar grond
vesten dreunt, dan hebben de politiemannen extra
zorgen, want zij zijn geroepen om in tijden van
verbijsterende gebeurtenissen te waken voor de
orde en rust in onze stad. Wij hadden echter niet
kunnen verwachten, dat Quivooij als slachtoffer
van zijn plicht zou vallen. Hij viel terwijl hij
waakte voor de rust der burgerij van Haarlem. Dit
is de grondtoon van den eerbied en dank, die wij
tot uiting willen brengen. Als mensch past ons
slechts verootmoediging en berusting, want wij
mogen niet oordeelen. Wij bidden de nabestaanden
kracht toe om dit zware leed te dragen. Het leven
van den overledene was goed en doeltreffend".
Als uiting van dank legde de burgemeester namens
het gemeentebestuur een praehtigen krans bij de
baar.
Mr. Reyinga sprak namens den Alg. Ned. Politie
bond een hartelijk afscheidswoord. „Je strijd is ge
streden, Quivooij. Op volmaakte wijze heb je je
plicht gedaan en daarbij gegeven het hoogste goed
op aarde: het leven. Wij danken hem voor zijn
trouw en hopen, dat spoedig een duurzame vrede
tot stand mag komen. Het is een troost voor de
familie ,dat hij den eeuwigen vrede is ingegaan.
De heer B. D. Peters, dirigent van de Haarlem-
sche Politie Muziekvereeniging, merkte op, dat het
plotseling overlijden van den heer Quivooij voor
deze vereeniging een zwaar verlies beteekent. „Hij
was een goed lid met altijd een glimlach op het
gelaat. Ilij begreep de cultureele waarde van de
muziek en heeft veel gedaan om de volksmuziek te
dienon. Hij was altijd bereid om te helpen en ver
dient warmen dank voor wat hij voor de muziek
in het algemeen en voor onze vereeniging in het
bijzonder heeft gedaan. Dat hij ruste in vrede".
Door collega's werd de kist daarop grafwaarts
gedragen. Een familielid dankte voor de betoonde
belangstelling.
OP DE HEEMSTEEDSCHE
BEGRAAFPLAATS.
Op de Gemeentelijke Beraafplaats te Heem
stede werden de andere drie slachtoffers van
den bominslag ter aarde besteld.
Een groot aantal belangstellenden, waaron
der vele ambtenaren van het Provinciaal Wa
terleidingbedrijf in Noord-Holland, waaraan een
der slachtoffers, de heer Stokman, verbonden
was, waren aanwezig, toen de lijkstoet op den
doodenakker aankwam en de drie kisten, be
vattende het stoffelijk overschot van mevr. Kalf
en het echtpaar StokmanKalf in de aula
werden geplaatst. Onder de aanwezigen werden,
o.m. opgemerkt Mr. A. Bruch, als vertegenwoor
diger van het College van Gedeputeerde Staten
van Noord-Holland, M. A. Reinalda, wethouder
van Haarlem, Ir. W. Mensert, directeur van het
Provinciaal Waterleidingbedrijf van Noord-Hol
land, Ir. W. J. Burgersdijk, directeur der N. Z.
II. T. M., C. M- Boelhouwer, voorzitter van den
Bond van Provinciaal Personeel van Noord-
Holland, e.a.
De heer Mensert voerde het eerst het woord
en herdacht, naast de overige slachtoffers, den
heer Stokman, dien hij kenschetste als een
toegewijd ambtenaar, die 21 jaar het bedrijf
hoeft gediend. Eenige weken geleden was er
blijdschap bij het bedrijf, 'aangezien de oorlog
geen enkel lid van het personeel had weggeno
men. Öok Stokman heeft zich daarover ver
heugd en het stemt droef, dat hij, die naar hier
was gekomen om rust te zoeken thans moest
vallen als slachtoffer van het oorlogsgeweld. Dit
te bedenken valt zwaar, doch de herinnering
aan dezen plichtsgetrouwen ambtenaar zal blij
ven en in onze gedachten aldus spr. zullen
we bij je zijn en je gedenken als een ijverig en
nauwgezet medewerker.
Drukte in de scheepsbouw. Na de tewaterlating van de .Algol is bij de
Ned. Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam reeds weer de kiel gelegd voor
een nieuw schip
De heer Reinalda zeide, dat de Burgemeester
van Haarlem wegens een droeve plechtigheid
van gelijken aard verhinderd was, hier aan
wezig te zijn. Namens de gemeente Haarlem
hechtte hij een krans aan de baar van mevrouw
Kalf. „Niet alleen namens het Gemeentebe
stuur" zeide de heer Reinalda „doch na
mens de geheele gemeente Haarlem en haar
burgerij, die zoozeer getroffen is door de ramp,
die den dood van deze slachtoffers veroorzaak
te". Spr. sprak een woord van deelneming
tot de nabestaanden en verzekerde hen van het
medegevoelen van de gansche gemeente.
De heer Boelhoudwer roemde den heer Stok
man als een kundig, correct ambtenaar, die
niet vergeten zal worden. Ook aan zijn echtge-
noote, die hem bij de moeilijkheden, die hem
niet bespaard zijn, steeds trouw terzijde
stond, wijdde hij een woord van herinnering en
eindigde: Rust in vrede!
Ds. J. M. Leendertz, Doopsgezind Predikant
wees op het tragisch gebeuren, dat drie men-
schen, die in geen enkel opzicht deel hebben ge
nomen aan het oorlogsbedrijf dezer dagen, den
dood moesten vinden als gevolg van dit ge
weld. Als wij dit overwegen rijzen vele moeilijke
vragen, doch het gebeurde opent ons de oogen
voor de waarheid dat er een verbondenheid alle
menschen omvat.
Spr. wijdde vervolgens een woord van her
innering aan de overledenen en eindigde met de
woorden: Moge God de zielen van hen, die ons
zijn voorgegaan in genade aannemen in Zijn i
hoede en de achtergeblevenen sterken en troos
ten.
Hierna had de teraardebestelling plaats van
mevrouw Kalf en vervolgens 'die van haar kin
deren, waarna Ds. Leendertz de plechtigheid
met gebed sloot.
TIJDELIJK LOS PERSONEEL IN DE
BOLLENSTREEK.
We lezen in „Bloembollencultuur": Naar aan
leiding van vragen omtrent de gedragslijn die een
werkgever volgen moet om bij beëindiging van de
betreffende seizoenwerkzaamheden tot ontslag
van tijdelijk los personeel, dat voor deze werk
zaamheden is aangenomen, te kunnen overgaan,
kunnen wij na ingewonnen informatie mededee-
len, dat aangezien geen ontslag mag worden
gegeven zonder daartoe verkregen vergunning en
het ontslag niet mag ingaan, voor en aleer deze
vergunning is verkregen op formulieren, ver
krijgbaar bij de Arbeidsinspecties, de vergunning
tot ontslag tijdig moeten worden aangevraagd.
Men deelde ons mede, dat voor seizoenwerk
zaamheden in den tuinbouw een regeling is ge
maakt, dat snel beslissing op de aanvragen kan
worden gegeven. Men zal goed doen om, wanneer
men bij het aannemen van dergelijk personeel
reeds te voren het tijdstip van beëindiging der
werkzaamheden weet, de aanvrage om ontslag
vergunning direct in te zenden.
De aanvrage moet geschieden door invulling
van een formulier in tweevoud, verkrijgbaar bij de
Arbeidsinspecties, die voor Noord-I-Iolland Is ge
vestigd: Wilbelminastraat 53, Haarlem en voor
Zuid-Holland: Stadhouderslaan 102, Den Haag.
ZUSTER BAAR Bé.
Men schrijft ons:
Zuster Baarbé, de wijkverpleegster in Haarlem
Noord van Het Witte Kruis was Maandag 12V2 jaar
in functie.
Haar bescheidenheid liet niet toe dat dit jubileum
werd gevierd.
Niettemin mag niet onvermeld blijven, dat zij in
die 12Va jaar op voortreffelijke wijze haar taak
heeft vervuld.
VOOR DE KINDEREN
Word je onwel, Dikke, vroeg Krent ang
stig.
Ja, gierde de Dikke, van geluk, man!
Kijk, in de verte zie ik een schip. Ik geloof
beslist dat ze me in de gaten hebben.
En ja, hoor, ze zagen het schip in hun rich
ting komen en grooter worden
Na eenigen tijd werd er van het schip, een
sloep uitgezet, welke koers zette naar het
eilandje. De Dikke en Krent waren zoo onge
duldig dat ze vlug hun zwemvesten aan
trokken en zich te water begaven. Na eenigen
tijd werden ze vlug door de matrozen opgepikt.
Geëvacueerd vee.
's GRAVENHAGE, 1 Juli. (A.N.P.) Het rijksbu
reau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd maakt
het navolgende bekend:
Op 28 Mei 1940 werd bekend gemaakt, dat het
vee in de provincies Noord- en Zuid-Holland,
Utrecht en Gelderland bewesten de lijn Harderwijk
ArnhemNijmegen slechts mocht worden ver
voerd op een vervoerbewijs, af te geven door of na
mens het bureau ontruiming of door den plaatselijk
bureauhouder, dit ten behoeve van den terugvoer
van het vee mag de inundatiegebieden.
Met ingang van Maandag 1 Juli kunnen de vee
houders het op regelmatige wijze ontvangen eva
cuatie-vee als hun eigendom beschouwen en kan
het vervoeren van dit vee van dat tijdstip af weder
om zonder vervoerbewijs geschieden.
Verwacht wordt echter, dat de boeren medewer
king zullen verleenen om door onderlinge ruilinj
te bereiken, dat vooral het stamboek- en fokvereeni
gingsvee en het t.b.c.-vrije vee nog zooveel mogelijk
bij de oorspronkelijke eigenaars terecht komt.
CONSULTATIEBUREAU VAN ALCOHOLISME.
Aan het verslag over 1939 van het Medisch-
Maatschappelijk Consultatiebureau voor Alcoho
lisme te Haarlem is het volgende ontleend.
Gedurende-1939 werden 50 zittingen gehouden.
Op deze zittingen werden in totaal 3273 bezoeken
afgelegd, dat is dus gemiddeld 65 bezoekers per
zitting.
Voor de eerste maal kwamen in 1939 op het Bu
reau 101 personen, van wié er 61 door het Bureau
waren opgeroepen.
Van de 40 personen, die niet door het Bureau
werden opgeroepen, werden er 18 gezonden door
Maatschappelijk Hulpbetoon, 11 door de Justitie,
5 kwamen hulp inroepen, omdat zij met de Justitie
in aanraking waren gekomen, terwijl 3 zich na
hun ontslag uit de strafgevangenis of de Rijks
werkinrichting bij het Bureau kwamen aan
melden.
Aan contanten werd in 1939 door het Bureau
voor Maatschappelijk Hulpbetoon uitgekeerd een
bedrag van f 30970.70.
Het toezicht op de voorwaardelijk veroordeelden
gaf ook in het afgeloopen jaar reden tot tevre
denheid. Op het eind van 1938 stonden 16 per
sonen onder toezicht van het Bureau met een
voorwaardelijke veroordeeling. Op 31 December
1939 waren 18 gevallen in behandeling.
Financieele hulp werd door het Bureau ver
schaft (in den vorm van een voorschot) aan 49
personen, tot een gezamenlijk bedrag van f 609.89.
Van dit bedrag werd in 1939 reeds f 543.01 terug
ontvangen.
Aan het verslag van de vereeniging tot instand
houding van bovengenoemd bureau ontleenen wij,
dat de vereeniging met weinig moeilijkheden te
kampen had.
De totale kasrekening liep over een bedrag van
f 33827.58, tegen f32840.67 in 1938. De gemeente
subsidieerde weer met f 450; het Ministerie van
Justitie bracht zijn subsidie van f 270 op f 300.
Een aantal nieuwe leden kon worden ingeschre
ven; aan giften kwam een bedrag van f48 in.
De exploitatierekening sloot met een klein voor-
deelig saldo.
Enkele contingenteeringen
opgeheven.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van
het departement van handel, nijverheid en
scheepvaart maakt bekend, dat de contingen
teeringen van kunstmeststoffen, papier en pa-
lierwaren, rijst en rijst voedermeel, schroefbou-
;en en isolatorsteunen en weefsels van wol en
halfwol, waarvan de geldigheidsduur op 30 Juni
1940 afliep, niet voor een nieuwe periode werden
verlengd. Invoer van de betreffende goederen zal
derhalve na genoemden datum zonder vergunning
ingevolge de crlsisinvoerwet 1937 zijn toege
staan. (A.N.P.)
MAIO
eidicbtw
AMSTERDAMSCHE VEEMARKT.
AMSTERDAM, 1 Juli 1940.
Ter Veemarkt waren heden aangevoerd:
401 Vette koeien, waarvan de prijzen waren:
le kwaliteit 86—94 c., 2e kwal. 7284 c., 3e kwal.
6070 c. Per K.G. slachtgewicht.
69 Melk- en kalfkoeien f 190f 280 per stuk.
100 Vette kalveren: 2e kwaliteit 4652 c., 3e
kwal. 3644 c. Per K.G. levendgewicht.
121 Nuchtere kalveren f 7—f 12 per stu-k 52
Schapen f 22—f 30 per stuk. 20 Lammeren f 14—
f 16.50 per stuik. 475 Varkens 74—76 c. per K.G.
slachtgewicht.
Overzicht.
Slachtrunderen ruime aanvoer, gedrukte han
del, prijzen onveranderd. Melkkoeien matige aan
voer, stille handel. Vette kalveren, ruime aanvoer,
vlugge handel, lagere prijzen. Nuchtere kalveren
matige aanvoer, vlugge handel, prijzen constant.
Schapen en lammeren matige aanvoer, stugge
handel, prijzen onveranderd. Varkens matige
aanvoer, vlugge handel, prijzen hooger.
SPIRAEA.
De Spiraea's zij niet de meest opvallende
uitblinkende van onze tuinheesters. Maar to
zijn ze de vrij bescheiden plaats, die ze in d
tuin innemen, zeker waard.
En we zouden de vroolijke en rijkbloeien
struiken in onze tuinen en plantsoenen n
graag missen.
Eén der meest bekende vormen is de vrof
bloeiende Spiraea arguta, die van eind April
Mei rijkelijk bloeit met kleine zuiverwitte bl<
men in platte schermen. De vorm yan dez
struik is bijzonder sierlijk, de takken hang
gracieus over onder hun witten last.
Ook Sipiraea Vanhouttei wordt bij ons vt
aange-plant. Deze bloeit iets later, MeiJu:
De zuivere witte bloemen prijken in groot
rijkdom in de veel bloemige dichtopeen staa
de schermen. De takken van S Vanhouttei z:
ook eenigszins overhangend, maar ze missen
sierlijkheid, waaraan Spiraea arguta ha
mooien vorm te danken hëeft.
Wel weer zeer sierlijk is Spiraea arcuata, c
in Mei met crême-witte bloemen bloeit, dit
één der nieuwste vormen.
Buitengewoon aardig is ook de laagblijven
Spiraea bumalda, of eigenlijk niet Spiraea b
malda zelf, maar haar beide variëteiten. Sj
raea bumalda Anthonie Waterer en Spira
bumalda Froebeli. Beide bloeien van Juni t
September met donker karmijnroode bloeme
Voor kleine tuinen is zeer aan te bevel-
Spiraea Hypericifolia, een niet hooge, breei
struik, met sierlijk overhangende takken. De
bloeit zeer rijk met kleine witte bloemen in v:
groote schermen.
Spiraea nipponica.
De variëteit Sipiraea hypericifolia thalictrol
des heeft een zeer gedrongen habitus, met klein
grijsgroene blaadjes, en draagt kleine witt
bloemschermen.
Spiraea hypericifolia acuta Spiraea acu
tifolia heeft, zooals de naam al aanduidt, punti
toeloopende bladeren. De -bloemen zijn hierb:
geel-wit van kleur.
Tot de laat bloeiende Spiraea's behoort no
de zeer bekende Spiraea japonica met haar vel
variëteiten. De Japansche Spiraea bloeit vai
Juli tot Augustus met, roseroode bloemen.
Uit China stamt de Spiraea Veitchii, ee:
sterke plant, die in Juni-Juli met een overvloe-
van witte bloemen bloeit.
De hier afgebeelde Spiraea nipponica bloei
in Juni met kleine witte bloemen.
Er zouden nog veel meer vormen zijn te noe
men van dezen dankbaren tuinheester, die ove
het algemeen weinig eischen stelt aan dei
grond, waarin hij staat en ons vergast op eei
overvloedigen bloei.
Eenige beschutting Is wel gewensclit, wan'
in strenge winters zijn de struiken niet volko
men winterhard.
A. J. D.
NUTSSPAARBANK TE HAARLEM.
Vergelijkend overzicht over
Juni 1940— 1939.
Aantal behandelde posten 15207 v.j. 17620.
Aantal inlagen 5935 v.j, 11413.
Aantal terugbetalingen 9272 v.j. 6207.
Ingelegd f 280.516, v.j. f 438.872.31.
Terugbetaald f 557.801.68, v.j. f 489.946.17.
Minder ingelegd f 277.285.68 v.j. minder f 51.073.8
Aantal nieuwe boekjes: 138 v.j. 255.
Aantal afbetaalde boekjes 280 v.j. 173.
Spaarbusjes op -30 Juni 1940 in omloop: 3581
Geledigd in Juni 1940: 248 busjes ,met totaa
inhoud van f 3611.14. Aantal verhuurde kluisloket
ten op 30 Juni 1940: 707.
Mr. CORRY STOLZ-VAN DEN KIEBOOM.
Han schatert, nog meer van opluchting, omdat
ze niet meer zoo down en lusteloos er bij zit, dan
om het verhaal.
En? vraagt hij, als ze den schouwburg uit
komen, gaan we nog een afzakker drinken, of
ben je te moe?
Te moe? Om elf uur? Waar zie je me voor
aan? vraagt Nick. Zeg. verveel jij iedereen zoo
met je overdreven bezorgdheid sinds je echt dokter
bent? Wat zul je dan gauw uit je kennissen raken.
Jij bent iedereen niet, zegt Han. En je ziet
er heel slecht uit. En je bent veranderd ook.
Wat heb 'je met jezelf uitgevoerd, Nikker?
Nou, de overgang van Utrecht naar Amster
dam, zelfs via Doomenburg was niet heelemaal een
peulschilletje.
Dat begrijp ik, zegt Han hartelijk en zwijgt
verder, tot. ze achter hun whisky zitten.
Luister eens, Nick, begint hij dan en ze hoort
al, wat er komen gaat. Nu heb je er den heelen
dag omheen gepraat, maar nu zou ik eindelijk wel
eens antwoord willen hebben op wat fk je in mijn
laatsten brief heb gevraagd.
Re. ik weet het niet, hakkelt ze. Ik kan
nog riet besluiten. Han.
Maar dat is toch abnormaal, zegt Han driftig.
Ik heb nu toch werkelijk lang genoeg geduld
gehad. Je hebt me nu alles bij elkaar bijna twee-
en-een half jaar aan het lijntje gehouden.
Dat lieg je, gooit ze er uit. Je bent uit je
zelf lederen keer teruggekomen. En ik zal het je
volstrekt niet kwalijk nemen, als je er nu genoeg
van hebt.
Nou, dat antwoord laai aan duidelijkheid
niets te wenschen over, zegt Han bitter. Dan
boeven we er verder niet over te praten.
Ze schudt het hoofd. Nee, je moet het je
heusch, maar uit je hoofd zetten, Han.
Welzeker, dat is het beste. En dat gaat ook
zoo makkelijk. Eén twee drie weg Nick. Kind,
je weet niet, waar je het over hebt.
Nee, dat zal wel niet, zegt Nick berustend.
Allicht niet. Weet jij, wat het is om van
iemand te houden, zooals ik van jou, nu alze
ker al vier jaar lang? Van dien avond van het
Studententooneel af, weet je nog wel? Denk je.
dat je daar zoo maar een streep, onder ku-nt zet
ten? Alsof ik 't niet geprobeerd heb, alsof ik niet
mijn best heb gedaan om je te vergeten, toen je
me dezen zomer zoo kalm in den steek liet.
Ja, dat weet ik, zegt Nick kalm. Daar weet
ik alles van. En ik zou je wel aanraden, om 't in het
vervolg op een minder stomme manier aan te leg
gen. Er zijn toch bendes aardige meisjes van je
eigen slag, waar je tenminste mee kunt trouwen.
Een medicus kan toch niet ongetrouwd blijven.
Hans is bleek geworden. Ja, nu weet ik in
derdaad genoeg, zegt hij. Als jij zoo ijskoud, zoo
onverschillig kunt praten over iets, waarover ik me
tegenover jou doodgeschaamd heb, al dien tijd....
Nee, als je woedend was geweest, als je gezegd
had, dat je me daarom nooit meer zien wou, dan..
dan had ik toch nog hoop gehad. Maar nu
Ja. Ze weet niet, wat ze moet zeggen, kan
geen troostwoorden bedenken. Wil je even een
taxi voor me laten aanrukken? vraagt ze.
Zwijgend zitten ze tegenover elkaar, tot de por
tier komt waarschuwen.
Dag Han, zegt ze, als ze op de stoep staan.
Dank je nog wel voor den gezelligen avond en 't
beste hoor. Ikik hoop, dat je heel gelukkig zult
worden.
Dag Nick, 't ga je goed. Ze ziet tranen in zijn
oogen, ziet, hoe hij met groote stappen onverschil
lig wegsjokt, direct nadat het portier achter haar
is dicht gevallen. Een seconde weifelt ze hem
nog terugroepen? Zeggen, ik heb me vergist ik
wil je niet voorgoed missen, ik wil alleen maar
tijd om over dat andere heen te komenDe
chauffeur heeft' al irgeschakeld. rijdt weg. En ze
houdt hem niet tegen, laat niel omdraaien. Want
ze ziet weer den foyer van den schouwburg en
Frank, die haar lachend aankijkt. Er over heen
komen? Dan kan Han wel wachten, tot hij een ons
weegt.
Den volgenden middag, als Nick landerig op
haar kamer omhangt, brengt de juffrouw een brief.
Carlton-Hotel? Van Han? Tóch nog?
Lieve Nikker, leest ze. Ik kan de gedachte niet
van me afzetten, dat ik me misschien gisteravond
toch vergist heb en dat misschien die onverschil
ligheid van jou diende om je verdriet te verbergen
over de vlegelachtige manier, waarop ik me in
Utrecht heb aangesteld. Als dat zoo mocht zijn
(en ik weet niet, waar ik de stomme verwaandheid
vandaan haal om het te veronderstellen) wil je
me dan nog één kans geven, Nick? Een antwoord
van je eischen durf ik nu niet meer en ik zal je
ook niet meer met een bezoek in Amsterdam lastig
vallen. Maar ik vermoed, dat je met Kerstmis wel
naar huis zult gaan en, als ik voor dien tijd niets
van ie hoor, kom ik op Tweeden Kerstdag naar
jé toe.
Als je me laat weten, dat je op dat bezoek niet
gesteld bent, zal dit het laatste zijn, wat je ooit
nog van me zult hooren. Maar ik smeek ie, denk
er eerst rijpelijk over na en geloof toch, dat ik
nooit van iemand anders echt gehouden heb en
houden zal dan van jóu.
Han.
Ze is verbaasd en blij en vooral verbaasd, dat ze
zoo blij is. Is dit een vingerwijzing? Kerstmis
nog bijna twee maanden. O, maar dan zal ze den
tijd goed gebruiken, niet, zooals Han denkt, om
over dat Utrechtsche drama heen te stappen, maar
om met. zichzelf in het reine te komen. Die thee
visite Vrijdag een prachtgelegenheid wordt dat,
om Frank te zien in zijn eigen omgeving, gewoon
als de degelijke echtgenoot van een mooie jonge
vrouw. Een normaal gezin, waar zij niets, maar
dan ook niets mee te maken heeft. Dat zal haar
eindelijk de gewenschte koude douche wel geven
Kan ik Maandagmiddag even bii je op kantooi
komen, Robberts? had de oude Dr. Ringelhorst bij
het uitgaan van den schouwburg gevraagd. 1
Natuurlijk, dokter. Heel graag, had Frank
antwoord.
En nu zit de oude heer tegenover hem en zoekt
in zijn portefeuille.
Tja, zegt hij opeens verschrikt, nu kom ik
tot de conclusie, dat ik me eigenlijk op een onbe
hoorlijke manier aan je heb opgedrongen. Want
jij verkeert natuurlijk in de veronderstelling, dat
ik je een of ander advies kom vragen en in wer
kelijkheid kom ik alleen beslag op je tijd leggen
om over een van je cliënten te spreken. Ik bedoel
die Jansen, die zijn broer heeft mishandeld.
Jansen? O ja, daar ben ik aan toegevoegd.
Is dat een protégé van u? vraagt Frank
Ja en als je wilt kan ik je heel wat over hem
vertellen. Maar misschien interesseert het je niet?
Als u wat goeds weet zeer zeker, lacht Frank.
Ik moet hem toch verdedigen.
Dus u weet het een en ander van Jansen?
Voornamelijk van zijn ouders. Ik heb zijn
vader jarenlang als patiënt gehad, toen ik nog
practiseerde.
Als psychiater? Ai, dat is interessant. Daar
heb ik in de stukken niets over gevonden.
Best mogelijk. Zijn ouders zijn al jaren dood.
En voordien ettelijke malen verhuisd. Ik ben toe
vallig zoo goed op de hoogte, omdat ik Jansen
senior destijds gebruikt heb als studiemateriaal. Ik
heb nogal volledige aanteekeningen over hem. Mis
schien kun je aan de hand daarvan een psychia
trisch onderzoek voor jouw delinquent er door
krijgen. Want die jongen is zwaar belast, de andere
kinderen trouwens ook.
Prachtig. Dat zal ik in ieder geval probeeren
zegt Frank verheugd. - Daar zou ik anders nooit
toe gekomen zijn, want de gevangenisdokter rap
porteert tot'nu toe ook niets bijzonders. En u weet.
we moeten een beetje voorzichtig zijn met op losse
gronden psychiatrisch onderzoek te vragen. Als je
daar te royaal mee omspringt, loop je kans, dat de
Rechtbank het op een gegeven moment, in een
geval, waar het echt noodig zou zijn, weigert.
Ja. de angst van: vroeger heette iedere krank
zinnige een misdadiger en nu willen de heeren
verdedigers van iederen misdadiger een krankzin
nige maken.
Precies. U kent het klappen van de zweef
nog.
En óf. Wij hebben er dikwijls hëel wat hardei
tegenop moeten tornen dan jullie tegenwoordig
De Rechtbank hier staat zeker nogal welwillenc
tegenover de meeningen van psychiaters?
Uitermate zelfs. U moet denken, de rechters
van tegenwoordig brengen meestal al moderns
opvattingen van de universiteit mee.
Mooi, dan zie maar eens, wat je in die rich
ting gedaan kunt krijgen. Ik zal je mijn gegevens
toesturen.
I-k ben u zeer erkentelijk, ook namens mijn
cliënt.
Volstrekt niet noodig. Doodgewoon een
quaestie van oude liefde voor het vak.
Ja vindt u het niet vervelend om er zoo
heelemaal uit te zijn? 't Lijkt me toch een zeel
interessant beroep, psychiater.
In mijn jongen tijd heetten we nog maai
simpel zenuwarts. Ja, ik heb den tijd nog meege
maakt. dat „de zenuwen" in de mode waren. De
oude heer glimlacht. Toen zaten onze wacht
kamers dag in dag uit vol dames. Zoo van hel
soort, die met hun leegen tijd geen raad wisten en
uit pure baloorigheid zenuwpatiënt werden.
Ja. Frank kijkt of hij een ontdekking doet.
En dat soort bevolkt nu onze wachtkamers.
Klopt. Andere tijd andere mode. Vroeget
liepen ze naar den dokter en nu naar den advo
caat. Maar de oorzaak is voor die categorie ten
minste hetzelfde gebleven: verveling und kein
Ende.
Nou. maar u hadt ze mogen houden voor mijn
part, zegt Frank hartgrondig. Ik ben er tegen
woordig althans volstrekt niet happig meer op.
De ander lacht. Niet bevorderlijk voor den
huiselijken vrede, wat? Zoo'n damespractijk.
Och, dat is voor mij de quaestie niet. Maar
op den duur is het hoe zal ik het zeggen
zoo'n ongezond soort werk. Vandaag komt mevrouw
zus: ik ben zóó ongelukkig, ik verveel me dood,
mijn man en ik zijn niets meer voor elkaar. Mor
den mevrouw zóó met precies hetzelfde verhaal.
(Wordt vervolgd).