Nieuwe verordeningen.
FLITSEN
Distributiekaarten
hip N D E R D A G 18 JUL'I 1940
HAARLEM'S DAGBLAD
3
Het wachtbataljon der Duitsche luchtmacht heeft Woensdag een marsch door
's-Gravenhage gemaakt en op het Plein gedefileerd voor den generaal der
vliegers Christiansen.
voor de Duitsche weermacht.
Het A.N.P. meldt: In het Verordeningenblad is op
genomen een verordening van den rijkscommis
saris voor het bezette Nederlandsche gebied be-,
treffende het invoeren van distributiekaarten en
distributiebonnen voor de Duitsche weermacht
voor den aankoop van levens- en voedermiddelen,
die onder distributie vallen of waarvan het ver
bruik in het algemeen verboden is.
Hierin wordt het volgende bepaald:
In Nederland worden distributiekaarten (blauw)
en distributiebonnen voor de weermacht voor den
aankoop van levens- en voedermiddelen, die onder
distributie vallen of waarvan het verbruik in het
algemeen verboden is, voor leden der Duitsche
weermacht ingevoerd.
De militaire distributiekaarten worden gebruikt
bij aankoop van levens- of voedermiddelen ten be
hoeve van geheele eenheden. Zij moeten de aan te
koopen goederen, soort en hoeveelheid, alsmede
de handteekening van den troepencommandant
(bataljonscommandant of commandant van een
zelfstandig onderdeel) onder vermelding van rang
en het dienstzegêl of dienststempel van het on
derdeel inhouden.
De militaire distributiebonnen worden gebruikt
bij aankoop van levensmiddelen door afzonder
lijke leden der Duitsche weermacht. Zij worden
aan deze leden uitgereikt door hun legeronderdeel
naar den maatstaf van de geldende militaire voor
schriften.
Onderstaande militaire distributiebonnen worden
ingevoerd: blauwe militaire distributiebonnen
voor 50 gr. brood, bruine militaire distributiebon
nen voor 100 gr. koffie of 20 gr. thee, groene mi
litaire distributiebonnen voor 200 gr. suiker, violette
militaire distributiebonnen voor 100 gr. meel,
lichtblauwe militaire distributiebonnen voor 100
gr. vet, grijze militaire distributiebonnen voor
100 gr. levensmiddelen van elke sorot.
Militaire distributiekaarten en militaire distri
butiebonnen mogen alleen afgegeven worden door:
1. In uniform gekleede leden der Duitsche weer
macht, politie of S.S. van den versterkten grens-
wachtdienst, van de Duitsche rijkspost of van de
Duitsche rijksspoorwgeen.
2. Niet. in uniform gekleede leden van de onler
1 genoemde eenheden, voorzoover zij voorzien zijn
van een bewijs dat zij tot een dezer organisaties
behooren;
3. Personen, die door een instantie van de onder
1 genoemde organisaties schriftelijk gemachtigd
zijn om militaire distributiekaarten of militaire
distributiebonnen af te geven.
Het aannemen van regelmatig uitgereikte en af
gegeven militaire distributiekaarten of militaire
distributiebonnen mag zonder dringende reden
niet geweigerd worden.
Vergrijpen tegen deze verordening zijn vergrij
pen tegen de bepalingen van de distributiewet
1939.
Vergoeding voor inkwartiering
van Duitsche militairen.
In het Verordeningenblad is voorts opgenomen een
verordening van den Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied betreffende de be
taling van vergoeding terzake van inkwartiering bij
particulieren en in hotels of pensions.
Hierin wordt het volgende bepaald:
Voor de inkwartiering aan de hand van een in
kwartieringsbiljet ten beheove van de Duitsche weer
macht, van 29 Mei 1940 te 12 uur af, moeten in
Nederland de volgende vergoedingen betaald
worden:
Voor generaals, stafofficieren en ambtenaren der
Weermacht met overeenkomenden rang f 1,50.
Voor alle overige officieren, ambtenaren der
weermacht en onderofficieren met „portepee" f 1,
Voor onderofficieren, met bed f 0,50.
Voor onderofficieren zonder bed f 0,30.
Voor manschappen, met bed f 0,20.
Voor manschappen zonder bed f 0,10.
Voor burgerpersonen, die op een of andere wijze
bij de Duitsche weermacht werkzaam zijn, worden
door het plaatselijk commando inkwartieringsbil
jetten uitgereikt in overeenstemming met hun be
zoldiging. Deze moeten als inkwartieringsbiljetten
voor soldaten worden behandeld.
Bij het, bij uitzondering, vorderen van verple
ging, wordt de vergoeding telkens met f 0,90 ver
hoogd. Bij gedeeltelijke verpleging moet voor ont
bijt een zesde, voor middageten drie zesde en voor
het avondeten twee zesde van deze vergoeding be
taald worden.
De vergoeding bedraagt voor 1 paara f 0,10; 1 kan
toor f0.30: 1 wacht- of arrestantenkamer £0,10.
Bij beperkte inkwartiering moet een evenredige
vergoeding worden betaald. In twijfelgevallen mag
echter niet meer dan f 0,05 per dag en per man
betaald worden. Bij inkwartiering in hotels of
pensions moet worden uitgegaan van de gewone
hotelkamerprijzen en moet van deze prijzen de vol
gende korting worden afgetrokken;
Bij een minimumprijs van de kamer tot en met
1 gulden, wordt de gewone prijs per bed uitbe
taald; bij een minimumprijs van de kamers van 1
tot en met 2 gulden bedraagt de korting 25 procent,
met minimumvergoedingen van 1 gulden voor een
kamer met 1 bed en 1,50 gulden voor een kamer
met 2 bedden; bij een minimumprijs van de kamer
van 2 tot en met 3 gulden is de korting 30 procent
met minimumvergoeding van resp. 1,50 en 2,25
gulden; bij een minimumprijs van de kamer van 3
tot. en met 5 gulden wordt 40 procent gekort, ter
wijl de minimumvergoedingen gesteld zijn op resp.
2,10 en 3,15 gulden; bij een minimumprijs van de
kamer van meer.dan 5 gulden wordt de helft ge
kort. De minimum vergoedingen voor deze kamers
bedragen resp, 2,30 en 4,25 gulden. Verpleging moet
door de kwartiermeesters met inachtneming der
gewone prijzen contant betaald worden. In plaats
van fooien moet een toeslag van 10 procent van de
vergoeding betaald worden.
Worden gebouwen, ruimten of terreinen, die
echtstreeks gebruikt worden of ter beschikking
staan voor doeleinden van den Nederlandschen
staat, voor inkwartiering gevorderd, dan worden
geen vergoedingen betaald.
Wanneer inkwartiering gevorderd wordt, reikt het
bevoegde plaatselijke commando, of als zoo'n
plaatselijke instantie ontbreekt de commandant van
het betreffende onderdeel, aan den kwartiernemer
een inkwartieringsbiljet uit.
Het inkwartieringsbiljet moet aan den kwartier
gever worden afgegeven. Na de vordering van het.
kwartier vermeldt de kwartiernemer op het in
kwartieringsbiljet de juistheid van de vordering
(duur, met of zonder verpleging, enz.).
De kwartiergever levert het inkwartieringsbiljet
bij den bevoegden burgemeester in. De gemeente is
verplicht het bedrag te vergoeden, dat den kwartier
gever toekomt wegens gevorderd kwartier. De dooi
de gemeenten uitgegeven kwartiersgelden worden
door het bevoegde plaatselijke commando op ver
toon van de gezamenlijke inkwartieringsbiljetten
maandelijks vergoed.
Is geen bevestiging van de vordering van het
kwartier aanwezig, dan is de burgemeester, in over
eenstemming met het plaatselijk commando of met
den commandant van het onderdeel, verplicht
bovengenoemde vergoedingen, na vaststelling van
hetgeen de kwartiergever gepresteerd heeft, uit te
betalen.
Over de vergoedingen en de rechtmatigheid
van de betaling daarvan beslist uiteindelijk de
hoofdintendant (chef-intendant), toegevoegd
aan den weermachtsbevelhebber in Nederland,
nadat hij de belanghebbenden heeft gehoord.
Inkwartieringen ten behoeve van de Duit
sche weermacht van vóór 29 Mei 1940 worden
niet vergoed.
Vergoeding voor verrichtingen
ten behoeve van de Duitsche
weermacht.
Tenslotte is in het Woensdag verschenen Veror
deningenblad opgenomen een verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche
gebied betreffende de vergoeding voor verrichtin
gen ten behoeve van de Duitsche weermacht in
Nederland.
Hierin wordt o.m. het volgende bepaald:
Hetgeen op vordering van en rechtstreeks voor
de Duitsche weermacht in Nederland door natuur
lijke personen of rechtspersonen, welke niet tot de
Duitsche weermacht behooren, of door gemeen
ten is verricht, in deze verordening aangeduid als
regelmatige verrichtingen (afgekort r-verrichtin-
gen) ten behoeve van de weermacht, wordt betaald
met een daarmee strookende vergoeding. Tot de
r-verrichtinger behoort ook het leveren van goe
deren, daarentegen niet het ten gebruike geven
van stukken grond of gebouwen.
Tot de r-verrichtingen behooren niet:
1) De leveringen en verrichtingen door de Ne
derlandsche regeeriiDgsorganen en -bureau's; 2)
het verschaffen van kwartier (hiervoor wordt de
vergoeding afzonderlijk geregeld); 3) hetgeen ver
richt wordt door roerende en onroerende goederen,
die onder het begrip „oorlogsbuit" vallen; 4) leve
ringen of verrichtingen ten behoeve van organen
vam het Duitsche rijk. die niet tot de Duitsche
weermacht behooren (hiervoor wordt de vergoe
ding afzonderlijk geregeld); 5) de schade, die door
de oorlogsvoering of door de bezetting veroorzaakt
is (hiervoor wordt de vergoeding afzonderlijk ge
regeld).
Hij, die een verzoek om toekenning van een ver
goeding voor r-verrichtingen wil indienen, moet de
gegrondheid vair zijn verzoek om vergoeding en de
hoegrootheid van zijn eisch bewijzen. Dit kan ge
schieden door middel van:
1) het vertoon van de verklaring van hetgeen
verricht is of door het ontvangst-bewijs, dat door
de Duitsohe weermacht afgegeven is; 2) afgifte
van een verklaring, onder opgave van getuigen of
van ander bewijsmateriaal.
Het verzoek om vergoeding moet bij de Neder
landsche gemeente, binnen welker gebied degene,
die recht op vergoeding heeft zijn woonplaats heeft,
of, wanneer de gemeente zelf iets verricht heeft,
door deze bij de:- commissaris genoemd in art. 143
der Grondwet ingediend worden.
Ten aanzien van alle r-verrichtingen, die tot en
met 30 Juni 1940 geschied zijn, moet het verzoek om
vergoeding in den tijd van 1 Juli tot en met 31
Augustus 1940 ingediend worden. Op later inge
diende verzoeken wordt geen acht geslagen.
Ten aanzien van r-verrichtingen, die na 30 Juni
1940 geschieden, moét het verzoek om vergoeding
ingediend worden uiterlijk op den 15den van de
maand, die volgt op de maand, waarin de verrich
ting geschiedde. Op verzoeken, welke niet binnen
dezen termijn ingediend zijn, wordt geen acht ge
slagen.
De gemeenten zijn verplicht de ingediende ver
zoeken op hun gegrondheid en billijkheid, wanneer
zij het noodig achtten met de Nederlandsche in
stanties, welke belast zijn met het onderzoek der
prijzen, te onderzoeken.
De gemeenten moeten verzoeken om vergoeding
terzake van r-verrichtingen, die niet geloofwaar
dig of niet genoegzaam bewezen zijn, afwijzen.
Van deze afwijzing kan de verzoeker binnen 14
dagen, nadat hem de afwijzing bekend is gemaakt,
schriftelijk in beroep komen bij den commissaris,
genoemd in art. 143 der Grondwet; de commissaris
geeft de Uiteindelijke beslissing. Voor> zoover de
commissaris hairidelt ten aanzien van verzoeken
om vergoeding van gemeenten, kan van zijn be
slissing niet in beroep gekomen worden.
Erkent de gemeente de r-verrïchting als geloof
waardig bewezen, dan stelt zij een passende ver
goeding vast. voorzoover deze Ingevolge de ten tijde
der verrichting geldende voorschriften betreffende
het verbod van prijsverhooging geoorloofd is.
Wanneer de gemeente de r-verrichtïng als ge
loofwaardig bewezen erkent, maar toch de met de
verrichting strookende vergoeding niet kan vast
stellen, in het bijzonder wegens het ontbreken van
grondslagen om prijzen te berekenen of wegens het
bijzonder karakter van het verrichte, dan moet zij
een voorstel doen ter vaststelling van zulk een ver
goeding.
Wanneer de door de gemeente erkecde en vast
gestelde vergoeding voor de' afzonderlijke verrich
ting: 1) minder bedraagt dan 200 gulden, moet de
gemeente de vergoeding terstond aan den gerech
tigde tegen quitantie betalen; 2) van 200 tot en met
700 gulden bedraagt, moet de gemeente de vaststel-
lieg der vergoeding laten onderzoeken en bekrach
tigen door den commissaris, genoemd in art. 143
van de Grondwet, die de erkenning of de vaststel
ling veranderen of het verzoek om vergoeding ge
heel afwijzen kan. De commissaris moet de ge
meente voorschrijven het verzoek om vergpeding
af te wijzen, of om de vastgestelde of de veran
derde vergoeding tegen quitantie aan den gerech
tigde te betalen.
Wanneer de gemeente de r-verrichtin gen erkent,
maar de vergoeding daarvoor echter niet vastge
steld, maar slechts voorgesteld heeft, legt zij het
voorstel voor vergoeding aan den commissaris, ge
noemd in art. 143 der Grondwet, voor. Deze on
derzoekt of de erkenning, van hetgeen verricht is,
juist en de voorgestelde vergoeding redelijk is. Hij
kan de erkenning teniet doen en de gemeente
voorschrijven het verzoek om vergoeding af te wij
zen. Bekrachtigt hij de erkenning der gemeente
zonder wijziging of slechts voor een deel. dan moet
hij onafhankelijk van het voorstel door de ge
meente het bedrag der vergoeding vaststellen.
Wanneer de door den commissaris erkende en
vastgestelde vergoeding minder dan 200 gulden be
draagt, moet hij de gemeente voorschrijven de
vastgestelde vergoeding aan den gerechtigde tegen
quitartie uit te betalen.
Wanneer de door de gemeente erkende en vast
gestelde vergoeding meer dan 700 gulden bedraagt,
dan moet de gemeente het verzoek om vergoeding
via den commissaris die de erkenning en de vast
stelling onderzoeken moet en wijzigen kan, worden
voorgelegd aar den secretaris-generaal van het de
partement van Binnenlandsche Zaken. Wanneer de
door den commissaris bekrachtigde en vastgestelde
vergoeding meer dan 200 gulden bedraagt, dan
moet de commissaris het verzoek om vergoeding
aan den secretaris-generaal van het departement
vam binnenlandsche zaken overleggen. Deze zendt
de gezamenlijke verzoeken met bewijsstukken aan
den hoofdintendant f chef-intendant), toegevoegd
aan den weermachtsbevelhebbev in Nederland,
verder, die over de vaststelling der vergoeding uit
eindelijk beslist en den secretaris-generaal vam het
departement van binnenlandsche zaken opdraagt
de door den hoofdintendant vastgestelde vergoedin
gen door de gemeenten aan de berechtigden tegen
quitantie te laten uitbetalen.
Zijn aUe verzoeken van een maandelijksche lijst
van r-verrichtingen van een gemeente door beta
ling der vergoeding of door afwijzing van het ver
zoek afgehandeld dan moet een exemplaar van de
lijst met bijvoeging van de bewijsstukken, via den
commissaris, genoemd in art. 143 der Grondwet,
met het verzoek om restitutie van de door de ge
meente betaalde vergoedingen, aan den hoofdin
tendant (chef-intendant), toegevoegd aakn den
weermachtsbevelhebber in Nederland. gezonden
worden. In het verzoek moet de gemeente het ge
heele uitbetaalde bedrag aangeven.
Blijkt bij het onderzoek bij den hoofdintendant,
dat een r-verrichting, in den zin vam deze verorde
ning, niet heeft plaats gehad, of dat de erkenning
van de r-verrichting of de vaststelling van de
vergoeding voor het geheel of ten deele in strijd
met de bepalingen van deze verordeningen is ge
schied, dan kan de hoofdintendant de restitutie van
de door de gemeente betaalde vergoeding geheel of
ten deele weigeren. Niet gerestitueerde bedragen
komen ten laste van de gemeente, die deze betaald
heeft; terugvordering van de vergoeding, welke
aar den ontvanger der vergoeding uitbetaald is, is
slechts toelaatbaar, wanneer de ontvanger der ver
goeding bij het aannemen der vergoeding wist of
slechts ten gevolge van grove nalatigheid niet wist,
dat hem zulk een vergoeding of een vergoeding tot
zulk een bedrag, als hem werd uitbetaald, niet
toekwam. Voor zoover hieruit een onredelijke be
lasting van een gemeente voortvloeit, moet de
ontstane schade door den Nederlandschen staat
worden gedragen. Verzoeken hieromtrent moeten
de gemeenten aan den secretaris-generaal van
het departement van Financiën richten, die naar
eigen goeddunken beslist.
De hoofdintendant geeft een uiteindelijke be
slissing, welke met geen klacht of rechtsmiddel
aan te tasten is.
De door de Duitsche weermacht aan de gemeen
ten te restitueeren bedragen voor r-verrichtingen
worden door den hoofdintendant aan de gemeen
ten overgemaakt.
De beslissing over de vraag, wie de uitgaven,
ontstaan op grond van deze verordening ten be
hoeve van de Duitsche weermacht, draagt, zal na
der geregeld worden.
Vervalsching of het valschelijk opmaken van
bewijsstukken, alsmede valsche aangiften zijn de
licten, welke zich richten tegen de Duitsche weer
macht en zijn onderworpen aan- het oordeel van
don Duitschem krijgsraad.
Koers voor' omrekening van
Refch«k»*pflitkassense!ieine.
Bij verordening van den rijkscommissaris
voor hei bezette Nederlandsche gebied is met
ingang van heden de koers voor het omrekenen
van rijkscreditkasbiljetten tot guldens als volgt
vastgesteld: 1 gulden 133 reichspfennige.
(A. N. PA
De geïnterneerden in Ned.-Indië.
BANDOENG. 17 Juli. 2546 Duitschers en
372 Nederlandsche nationaal-socialisten blij
ken nog steeds niet uit de interneéring ont
slagen te zijn. (United Press.)
NIEUWE SERIE No 51
Nachtzoen
1. Kust dochtertje
goedennacht en sluit
de deur.
2. Hoort klagelijk
geroep: ze heeft pap
pie geen nachtzoen
gegeven.
3. Gaat terug om uit
te leggen dat vader er
niet is. hij heeft een
vergadering.
4. Sluit deur als
vraag komt. of ze dan
tenminste tante Truus
een nachtzoen mag
geven.
5. Verklaart dat
tante Truus erge
hoofdpijn heeft en dat
ze met rust gelaten
moet worden.
6. Slaat geen acht
op den roep, dat ze
vergeten heeft den
hond des huizes goe
den nacht te zeggen.
7. Hoort, bijna be
neden, dat mammie
haar geen nachtzoen
heeft gegeven, ten
minste niet voor ze de
laatste maal wegging. weg.
Beseft, dat praten
geen nut heeft, gaat
nog een nachtzoen
brengen en snelt dan
zoo hard mogelijk
Synode der Ned. Herv. Kerk bijeen.
Getuigenis uitgegaan.
's-GRAVENHAGE, 17 Juli (A.N.P.) De oudste
predikant in diensttijd, dr. Weeda, opent de ver
gadering en gaat voor in gebed. Staande legt de ver
gadering belijdenis van haar geloof af met de
woorden van het Apostolicum. Vervolgens leest de
voorzitter voor 1 Kon. 19 15. Hij spreekt zijn
vreugde uit allen welkom te mogen heeten op deze
plaats. Naai- aanleiding van het voorgelezen
schriftgedeelte wijst hij op den buitengewonen tijd,
waarin de synode vergadert. Er is veel gebeurd
en veel veranderd sinds de laatste maal, dat de
synode samen was. Spreker wil niet anders dan te
binnen brengen het woord van God tot den pro
feet Elia, toen deze onder den jeneverboom zat: „Sta
op en eet". God probeert niet zichzelf te rechtvaar
digen. God geeft geen uitslag wat geschied is. Ook
nu .verklaart God niet den gang der dingen tegen
over ons. Luther spreekt ergens van den Deus ab-
sconditus den verborgen God. Ook wij erkennen
dat, zoo zeidc spr., zoowel wat de eigen geschie
denis, als die der volkeren betreft. Spreker wil ook
den positieven kant van de dingen laten zien. Elia
mag zijn post niet verlaten, moet sterk zijn, een
weerbaar man blijven. Daartoe moet hij dankbaar
gebruiken de middelen die God gaf. Dit is de eisch.
die ook tot ons komt, aldus spr. We moeten ons niet
laten ontmoedigen, maar sterk zijn, blijven op de
plaats, waar God ons stelt, de genademiddelen
gebruikend. Evenals Paulus, die zijn ontbrekende
kracht altijd in Christus zocht.
Ook de leiders der kerk moeten zien op den over
sten Leidsman die hun in staat stelt met moed en
trouw, maar ook met voorzichtigheid de kudde te
weiden. Spreker leest vervolgens in dit woord de
vermaning om, zoo noodig, nieuwe wegen te be
wandelen. Evenals Elia gemeenschap moest zoeken
met de andere belijders, zoo moet thans sterker
worden de drang tot samenbinding en samenwer
king. Geen partijmenschen mag men zijn, maar
naar gemeenschap zoekende leden der una sancta,
wier geloof en hoop in den Eengeborene des Vaders
vast is verankerd.
Als president wordt ds. J. W. J. Addink gekozen
Als vice-president wordt gekozen ds. P. de Bruijn.
Tot diens secundus ds. J. Boonstra.
De president stelde, nadat hij een korte rede had
gehouden, voor het volgende getuigenis te doen
uitgaan van deze synode, waarmee de vergadering
algemeen accoord gaat:
De Algemeene Synode der Nederlandsche Her
vormde Kerk in haar 125ste vergadering bijeen
gekomen op den 17den Juli 1940 voelt zich gedron
gen bij den aanvang harer werkzaamheden, ge
tuigenis te geven van het geloof der kerk, die zii
vertegenwoordigen en dienen moet.
In diepen ootmoed en met dankbaarheid spreekt
zij uit, dat God aan de Hervormde Kerk in vroegere
dagen van strijd den vollen schat van Zijn woord
en den troostvollen inhoud van het Evangelie: dat
de rechtvaardige door het geloof leven zal, heeft
hergeven. (Heidelbergsche catechismus Zondag
23).
In dien strijd heeft hij mannen verwekt, die
stonden in de geheele wapenrusting Gods. Zoo
denke de kerk met dankbaarheid aan wat God in
Marnix van St. Aldegonde, vier eeuwen geleden
aan de kerk der Hervorming heeft geschonken
Met lijdzaamheid hebben getrouw getuigen in alle
tijden de loopbaan geloopen, die hun voorgesteld
was. Moge de Hervormde Kerk, die God in zijr
groote genade als een moeder aan ons volk heeft
gegeven weer trouw worden gemaakt in haar
roeping voor heel ons volk. Moge de oproep
die nu uitgaat, gehoord en verstaan worden, opdat
de kerk één moge zijn door de waarheid, en mogen
daarbij alle belemmeringen worden overwonnen
Moge het karakter der Nederlandsche Hervormde
Kerk als een deel van de kerk van Christus op
nieuw openbaar worden, opdat haar getuigenis
weer klinke te midden van het volksleven. Mogen
de leden der kerk in waar geloof door de krachtige
werking van den Heiligen Geest met de ware kerk
van alle eeuwen belijden den naam van den Vader,
den Zoon en den Heiligen Geest, van dien God. in
wiens naam zij gedoopt zijn, Wiens naam zij
openlijk hebben beleden en bij wiens belijdenis een
ieder, die tot de Kerk behoort, geroepen is te vol
harden.
Moge in plaats van partijheerschappij er een
buigen zijn onder de heerschappij van Hem, wien
te dienen alleen den waren vrede geeft. En moge
van hier en met nadruk in deze dagen een oproep
uitgaan tot allen, van wien wij kerkelijk geschei
den leven om samen te luisteren naar de bede van
den hoogepriester onzer belijdenis Christus Jezus-
opdat zij allen één zyn. gelijkerwijs gij Vader in
Mij en Ik in u, dat ook zij in ons één zijn, opdat
de wereld geloove, dat Gij Mij gezonden hebt.
„Die deze dingen getuigt, zegt: ja, ik kom haas-
telijk, Amen.
1 Ja kom Heere Jezus!
De genade van onzen Heere Jezus Christus zij
met U allen. Amen".
Besloten wordt tevens aan de dienaars der kerk
te verzoeken dit getuigenis van den kansel voor te
lezen.
Ook het Amsterdamsche politie
corps wordt uitgebreid.
Driehonderd agenten en tien inspecteurs.
AMSTERDAM, 17 Juli (A.N.P.) Naar wij
vernemen zal het Amsterdamsche politiecorps met
tien inspecteurs en driehonderd agenten worden
uitgebreid.
Voor het Amsterdamsche politiecorps is deze
uitbreiding zeer verheugend. De laatste jaren is
wegens bezuinigingen vrijwel geen nieuw personeel
aangesteld, zoodat men op het hoofdbureau slechts
met uiterst zorgvuldig beleid in staat was de stad
voldoende te beveiligen en de justitieele taak naar
behooren te vervullen.
Zooals bekend, bestaan er in~Den Haag, Amster
dam, Utrecht en Amersfoort commissies, welke
belast zijn met het onderbrengen van gedemobi
liseerde beroepsmilitairen in niet-militaire over
heidsfuncties. Deze militairen zijn uiteraard voor
bestemd in politiecorpsen te worden genomen. Zoo
werd het corps marechaussee van 1400 tot 4000
man uitgebreid, de rijksveldwacht van circa 1300
tot 2000 terwijl ook de politie in Den Haag over
ging tot een belangrijke uitbreiding van het corps.
Thans is ook Amsterdam aan de beurt. Tien
officieren en driehonderd minderen, hoofdzakelijk
mariniers zullen een jaar lar.g opgeleid worden
voor den politiedienst. Gedurende hun opleidings-
tijcj zullen zij in groot verband blijven en op vaste
posten geplaatst worden, vanwaar zij in troepen
naar elk deel der stad kunnen worden gediri
geerd. Gedurende hun opleidingstijd zullen zij
terdege moeten studeeren, want na een jaar moe
ten de oud-militairen een examen afleggen ter ver.
krijging van het politiediploma, dat is vastgesteld
door de vier politiebonden in ons land. De eischen
worden niet verminderd. Zij blijven dezelfde als
die voor gewone candidaten voor het politiediplo
ma. Slechts indien het diploma is behaald, volgt een
vaste aanstelling. Degenen, die niet slagen, worden
afgevoerd.
De tien officieren worden aangesteld in den
rang van inspecteur. f
Het probleem der legering van deze driehonderd
man dient nog te worden opgelost, doch de hoofd
stedelijke politie-autoriteiten hopen, dat zij de be
schikking zullen krijgen over de marinierskazerne.
TENTOONSTELLING VAN RUSSISCHE IKONEN.
De conservator van het museum „Amstelkring"
richt, naar reeds in het kort in ons blad is ge
meld, een tentoonstelling van Russische ikonen
in, welke Zaterdag a.s. voor het publiek wordt
geopend. Ruim zestig ikonen komen uit de zeld
zame collectie van den heer L. J. M. Bouvy te
Overveen, waaraan nog enkele voortbrengselen
dezer oud-religieuze Russische kunst zijn toege
voegd uit de verzameling van den heer W J. G.
van Meurs te Amsterdam Evenals dit met de ten
toonstelling van Amsterdamsche kerkschatten
het geval was. betreft het hier een unieke ver
zameling oud-religieuze kunst, welke door het
publiek in ons land slechts hoogst zelden kan
worden bezichtigd. (A.NP.)
Verblijfplaats der „Bonvignet-
meisjes bekend.
(A. N. P.) Nadat Dinsdagavond weer een kleine
groep Nederlanders per autobus te Breda was
teuiggekeerd, is thans ook bericht ontvangen om
trent de verblijfplaats van de K. J. V.-meisjes van
het huis „Bouvigne". Zooals bekend, bestond het
vermoeden dat deze meisjes, tachtig in getal, te Bar
celona zouden zijn aangekomen. Een telegram, dat
via Zuid-Slavië werd verzonden, bericht nu, dat zij
zich allen bevinden te Trésan-Hérauet een klein
plaatsje bij Montpellier.
Bewindvoerder over het N. V. V.
In het communique over het besluit van den
Rijkscommissaris waarbij het bestuur van het N.
V. V. van zijn taak werd ontheven, werd mede
gedeeld, dat tot bewindvoerder over het N. V. V.
is aangesteld de heer H. J Woudenberg te Amster
dam.
De heer H. J. Woudenberg is bekend als leider!
van het Arbeidsfront van. de N.S.B, j