De Wereldoorlog en de oorlog van nu. oorlog werd en ditmaal niet. Het menu van den dag. ONS KNIPPATROON. r T 31 i «11 i' ll! i. jij VRIJDAG 26 JULI 1940 HAAELE M'S DAGBLAD 6 Beschouwing van Generaal Paul Hasse. VVaarom het toen een stelling- Duitschlands moderne militaire voorbereiding. ZEER vaak hoort men de vraag stellen hoe het toch mogelijk is geweest dat de wereldoor log, ondanks 4V2 jaar van allerzwaarsten strijd en het offer van ongeveer 3 millioen dooden aan geallieerde zijde, in een stellingoorlog is ontaard en ondanks tallooze heldhaftige doorbraak pogingen niet tot een duidelijke beslissing op het slagveld heeft geleid. De tegenwoordige oorlog im mers heeft van den veldtocht in Polen af, een tempo en een beweging vertoond, welke in de volgende ope raties tegen Noorwegen, Nederland, België en zelfs tegen de groote mogendheid Frankrijk en haar goed geschoolde en dappere weermacht ondanks de Ma- ginotlinie en de modernste vestingen, nog van dag tot dag toenamen. Op deze vragen geeft een artike van de hand van den generaal der artillerie Paul Hasse, dat wij aantroffen in de Westfalische Landes-Zeitung een zeer belangwekkend antwoord. Deze militaire auto riteit staat allereerst stil bij de oorlogsvoorbereidin gen in de jaren voor 1914. In eindelooze debatten werd toenmaals om iedere militaire begrooting in den Rijksdag geworsteld. Niet echter in den Rijksdag alleen. Uit vrees voor dit lichaam waagde men het vaak zelfs niet positieven steun te geven aan de door de bekwaamste vaklieden als absoluut noodza kelijk beschouwde eischen. Als een juist oordeelend man als Ludendorff. als chef van een operatie- afdeeling van den grooten generalen staf, met alle enerige, die hem eigen was, zijn overtuiging trachtte te doen zegevieren, dat Duitschland drie legercorpsen ontbraken voor de veilige uitvoering van het Schlieffen-plan, was het resultaat dat een zoo ongemakkelijk figuur uit den generalen staf werd „weggeprezen" en voor den frontdienst werd bestemd. VERKEERDE ZUINIGHEID, DIE DE WIJSHEID BEDROOG. Onze bevolking, aldus generaal Hasse, was zoo groot, dat zelfs deze drie legercorpsen bij lange niet alle voor den oorlog geschikte jonge menschen voor de vervulling van hun wettelijken dienst plicht zouden hebben opgeëischt. De algemeene dienstplicht bestond slechts op papier. Inderdaad werd ieder jaar een groot aantal gezonde en sterke jonge menschen „vrijgeloot", dat wil zeggen van den dienstplicht ontheven, Precies als op het aantal manschappen werd bezuinigd op het aantal onderofficieren en officieren, die toch in geval van oorlog voor de bezetting van althans een deel der leidende plaatsen in de reserve- en landweer formaties zoo dringend noodig waren. De promotie- en bezoldigingsverhoudingen van beide legergi-oepen waren uitermate krap. Er waren kort voor den wereldoorlog tijden, waarin een luitenant 18 jaren diende om kapitein, een kapitein. 12 jaren om majoor te worden. En ook de generaals waren te oiV. hoewel toegegeven njoet worden, dat deze rang slechts door officieren bereikt placht te worden, die in den loop van hun diensttijd op grond van bijzonder goede prestaties er reeds jaren voor waren voorbestemd. Boven het toelaatbare uit werd bespaard in me nig opzicht, op het paardenvoeder, op de bewape ning, op proefnemingen op groote schaal .met nieuwe wapenen of verbeterde modellen en nood- lottigerwijs op speciaal alle min of meer technische troepen, op de artillerie? de pioniers, de berichten- troepen, de ballon- en de vliegtuigformaties. En dat alles in een rijk land! Geheel onvoldoende echter waren de voorbe reidende werkzaamheden geweest, welke de voeding en verzorging van het volk en de weermacht in een wellicht toch langen oorlog betroffen. Op een zoo langen oorlog had niemand gerekend. Maar reeds na nauwelijks eenjaar. nadat tot dan toe, vaak let terlijk verkwistend met vele voorraden, bijvoor beeld met levensmiddelen en genotmiddelen en wol was omgesprongen, bleek dat Duitschland geblok keerd was, uit het buitenland nog slechts weinig waren kon verkrijgen en dat daardoor het land en zijn weermacht zich op den duur niet zouden kun nen voeden en ook de bewapening en de toerus ting niet op het absoluut noodzakelijke peil zouden kunnen worden gehandhaafd. Na twee jaren begon het gebrek duidelijk aan iedere huisdeur te kloppen. Dit deed afbreuk aan de vaderlandsliefde, maakte opstandig en leverde vele te voren goedgezinden over aan de demagogie der linksche partijen. Zoo kwam het tenslotte tot de revolutie en daarmede tot de ineenstorting. Ondanks al deze gebreken was de kracht, waar mede de Duitsche legers uit den wereldoorlóg zich op den vijand wierpen, zeker niet geringer, dan die van het tegenwoordiger leger. Wie terugdenkt aan de overrompeling van de sterke vesting Luik door Ludendorff persoonlijk, aan het stormachtige voort trekken der Duitsche legers tot nabij het Kanaal en tot aan de Marne, wie terugdenkt aan de iederen, adg opnieuw verrassende overwinnings-berïchten uit den nazomer van 1914, zal dat moeten toegeven. Toen bestonden er nog geen gemotoriseerde afdee- lingen en de infanterie bracht haar geweldige marschprestaties tot stand met zware ransels, jas en tent op den rug!! NU GING HET ANDERS! Hoe anders ging het nu! Er was geen sprake meer van parlementairen strijd of van naijver onder de autoriteiten. Eén man besliste en wat voor een man! Ook heden echter moet men er zich rekenschap van geven, dat de reusachtige successen, het tempo en de duurzaamheid niet alleen aan de onbaatzuch tige en onvermoeibare dapperheid van de prachtige, tot in het geringste onderdeel op elkander inge stelde en met elkaar vergroeide' troepen en hun zeer goede leiding gedurende den oorlog te danken zijn, maar dat zij slechts mogelijk zijn géworden door den vooruitzienden blik en het voorbereiden de werk van den Führer in de 6'/a jaar, die aan den oorlog voorafgingen. De mogendheden, die in den wereldoorlog had den gewonnen, Engeland en Frankrijk, waren inge slapen op de lauweren, die zij veroverd hadden met de goedkoope hulp van Amerika. Dit is niets nieuws in de geschiedenis. Tal van groote rijken zijn groot geworden door enkele groote persoonlijkheden en vervallen, omdat de volgende generaties klein kort zichtig waren. Ook Pruisen verkeerde na het tijd perk van den Grooten Koning in dit gevaar. Pre cies zooals destijds in Pruisen hadden de leidende mannen der plutocratische staten geloofd, dat zooals de wereldoorlog verliep ook de toekomstige oor-, log zou verloopen. Men behoefde dus slechts eenj Maginotlinie te bouwen aan de Duitsche grens, dan stond het vast, dat men het Duitsche Rijk. zelfs als het bewapend was, weer door een hongerblokkade op de knieën zou kunnen krijgen. Want de wereld oorlog had bewezen, dat zelfs veldversterkingen niet te doorbreken zijn. De Maginotlinie moest dus als onneembaar worden beschouwd. Daarmede, aldus ^generaal Hasse, hadden zich de levensmoede de mocratieën getroost. WAARSCHUWENDE STEMMEN VAN DE 01'DERENMAAR DE MOTOR WERD INGSCIIAKELD. Voor Duitschland echter zoo betoogt Paul Hasse stond in Adolf Hitler een leider op met een wijdheid en klaarheid van vooruitzien en tege lijk met een energie en stoutmoedigheid, zooals slechts het genie bezit en welke hem in staat stel den uit dit vooruitzien ook de laatste consequenties te trekken. De Führer was een van de weinige menschen ter wereld, zoo niet de eenige die vroeg tijdig inz.ag dat met den motor een nieuw tijdperk in de krijgskunst begon en dat dat volk in den vol genden oorlog zou zegevieren, dat in staat was den motor en de daardoor bereikbare snelheid van be weging eerder en beter uit te buiten dan zijn tegen standers. Het is Hitier zeer zeker niet gemakkelijk gemaakt, dit inzicht in daden om te zetten. De techniek van den bouw van allerhande motorrijtui gen en van vliegtuigen was in het Rijk weinig ont wikkeld, omdat de kleine Rijksweer noch pantser wagens, noch vliegtuigen mocht bezitten en omdat het verarmde land zelf voor auto's en reisvliegtuigen slechts weinig gebruiksmogelijkheid had. Daarmede hing de stand van den motórenbouw samen. De eerste motoren voor jachtvliegtuigen moesten uit Amerika betrokken worden en met de zoo kostbare deviezen worden betaald, omdat wij er zelf geen zoo goede en tot groote prestaties geschikte konden vervaardigen. Toen kwamen de waarschuwende stemmen los, niet het minst uit de rijen van de oudere officieren. Zij wezen er niet ten onrechte op dat pantser- eskaders veel ijzer vereischen. dat in Duitschland schaarsch is, en evenals het luchtwapen veel rubber, olie en brandstof, welke zoo goed als geheel uit het buitenland moesten worden betrokken. Waar zou men hen vandaan moeten halen in geval van een oorlog, die natuurlijk weer een blokkade mede zou brengen. Het paard was een betrouwbaar mid del ter versnelde voortbeweging. Het was in toerei kend aantal in het land aanwezig, vond vrijwel steeds zijn voedsel op het oorlogsterrein zelve en kwam op wegen, die door weersinvloeden of be schadigingen voor motorrijtuigen vaak onbegaan baar zouden zijn nog steeds voorwaarts. Deze waarschuwingen konden intusschen een man als de Führer en zijn voor het luchtwapen zeer des kundigen paladijn Hermann Goering, nadat zij een maar 't doel als juist beoordeeld hadden, er niet van afhouden den weg naar dit doel te banen. De bouw van auto's van allerlei soort werd gepropageerd. De wegen in het geheele rijk werden verbeterd de prachtige autobanen werden aangelegd de auto- raeesport werd ontwikkeld, de goedkoope volkswa gen gebouwd, de export van auto's werd bevorderd. In verbluffend korten tijd waren de Duitsche racewagens de beste ter wereld, werd aan Duit sche auto's door het buitenland de voorkeur gege ven. Precies zoo ging 't met den vliegtuigbouw. Duitsche verkeersvliegtuigen golden spoedig als de betrouwbaarste ter wereld, Duitsche jagers werden de snelste ter wereld. De productie van kunstrubber en benzine uit steenkool maakte voortgang. De voorraadvorming. die voor de levensmiddelen reeds begonnen was. werd uitgebreid tot rubber, benzine, olie en ijzer. De politieke en economische betrek kingen met de nabuurlanden Rusland en Roemenië werden uitgebreid, verbeterd en beveiligd. Tegelij kertijd werden bij de uitbreiding van de weermacht het luchtwapen en de snelle troepen bijzonder be dacht, totdat Duitschland's weermacht met deze twee wapens met 'n geweldigen voorsprong voor alle andere staten ter wereld aan de spits mar cheerde. DE NIEUWE TACTIEK. Nadat dit resultaat, ondanks de bestaande, onge looflijke moeilijkheden was bereikt, kon niet alleen, maar moest een nieuwe tactiek gevonden worden, welke de snelheid, de onvermoeibaarheid en de vreeselijke zenuwsloopende werking der beide ge motoriseerde wapens in de lucht en op de aarde volledig Uitbuitte. Dat deze tactiek ondersteund kon worden door infanteriedivisies, die sneller waren, dan die uit den wereldoorlog, sprak van zelf. Dit werd bereikt, doordat men de infanteristen ont lastte van al hun bepakking, iets wat in den bewe gingsoorlog van 1914 nog voor absoluut onmogelijk werd gehouden. Natuurlijk kon deze nieuwe tactiek der snelheid slechts uitgebuit worden door leiders die snel denken en handelen kunnen, die snel, be weeglijk en jong zijn. Zoo werd de nieuwe Duitsche tactiek een tactiek van bliksemsnelle verrassingen, der diep in de ge vechtszone zich een weg banende gepantserde pijlen, van het de lucht beheerschende ver in het vijan delijke land vernietigend en zenuwsloopend inwer kende luchtwapen, dat de verdedigingslinie van den vijand, de artillerie en reserveopstellingen, de opmarsch- en terugtochtwegen van den vijand ver nielde en daarmede .den vijand zelf verlamde en aan de andere wapenen de inbraak in en de voor onmogelijk gehouden doorbraak door de linies be- lanagrijk vergemakkelijkte. Door deze doorbraakplaatsen boorden zich dan de eindelooze eskaders der snelle troepen, met een snelheid en onvermoeidbaarheid, die het den tegen standers in zoovele gevallen totaal onmogelijk maakten, nieuwe weerstand te bieden. Door een geniale leiding systematisch bestuurd, ontstonden zoo uit de doorbraken de diepe omvattingen, daar uit weer de omsingelingen op groote schaal en daaruit weer de nauwe insluitingen en de verplet tering der afgesneden vijandelijke groepen door de infanteriedivisies. Zoo greep de eene volmaakte ver nietigingsslag na de andere plaats. En in elke van deze geweldige oorlogshandelingen boden zich kan sen voor moedige en ondernemingslustige officieren, onderofficieren, en afzonderlijke strijders voor het verrichten van heldendaden, die het onmogelijke mogelijk maakten. Zoo heeft deze oorlog, aldus besluit generaal Hasse, dank zij de geniale leiding van den Führer door de doelbewuste ontwikkeling en aanwending van den motor een geheel nieuwe tactiek en state- gie geboren doen worden. Ook zij zal niet eeuwig blijven. Nieuwe strijdmiddelen zullen er komen en daarmede nieuwe strijdmethoden. Overwinnaar zal steeds hij zijn, die ze het eerst ontdekt en er alle mogelijkheden van uitbuit. VOOR DE VROUW GEBREIDE BLOUSE. Voor dit prettige kleedingstuk hebben we 250 gr. 4 draads wol noodig en pennen no. 3. Het model is in maat 42 en van lichtblauwe wol. Voor het voorpand zetten we 78 st. op en breien een boord van 18 toeren, 1 r. verdraaid. 1 a. Te ruggaande wordt de aver, verdraaid. Nu breien we 20 toeren een pen recht, een pen aver, en gaan vervolgens zoo door maar nu meerderen we om de 4 toeren voor en achter een steek, tot 102 st. Als we 70 toeren boven den boord hebben, kanten we voor het armsgat 16 st. af <8-4-2-2). Als we 36 toeren boven het armsgat hebben, beginnen we met den hals, waarvoor we het werk in tweeën deelen. Dan kanten we van het midden af eerst 5, dan 4, dan 3. dan 1 steek af. Nu breien we nog door, tot het heele armsgat 50 toeren hoog is, waarna we den schouder schuin opbreien. d.w.z. van den hals af eerst 18. dan 12. dan 6 st. Voor het achterpand zetten we eveneens 78 st. op en breien dit eerst als het voorpand. Na 28 toeren boven den boord, meerderen we nu om de 4 toeren tot 94 st. en kanten voor het armsgat 12 st. af (6-2-2-2). Als we 25 toeren boven het armsgat hebben, splitsen we het werk in tweeën voor het splitje achter, dat later met een patent sluiting gesloten wordt. We breien elke helft af zonderlijk door, tot we weer 50 toeren boven het armsgat hebben, kanten de steken voor den hals af en breien den schouder op als boven. De hals heeft dus echter geen uitsnijding. De mouw beginnen we aan den kop en zetten 32 st. op. Nu merderen we om de 4 toeren voor en achter een steek, tot we 60 st. hebben, en dan zetten we voor en achter nog 10 st. op en met deze 80 st. breien we 8 toeren. Nu minderen we voor en achter om de 4 toeren een steek, en na 28 toeren maken we de mouw nauwer door om den toer over te halen en te minderen met 14 st. er tusschen. Nu minderen we af. tot we voor den boord nog 48 st. over heb ben en breien dan een boordje als onder van 12 toeren. De kraag breien we ook 1 r. verdraaid, 1 a; deze wordt in twee stukken gebreid. We zetten 48 st. op en meerderen aan één kant om de 2 toeren een steek, tot 53 st. We kanten na 24 toe ren af. De blouse wordt op de machine in elkaar ge stikt, met plooitjes op de mouw. De kraag wordt versierd met dik gedraaid koord en datzelfde koord wordt dubbel gelegd, zoodat het lijkt of de blouse twee zakjes heeft. SP.—TH. Rijst met tomaten en geraspte kaas. Kropsla. Vruchtenbroodjes. Rijst met tomaten en geraspte kaas: 3 d.L. rijst. 12 tomaten, 40 gr. boter. 1 ons geraspte kaas, zout en peper. Wasch de rijst, zet ze op met tweemaal zooveel water als rijst, kook ze zes minuten voor en laat ze in de hooikist gaar worden. Overgiet intusschen de tomaten met kokend water, haal het velletje eraf, snijd ze in plakken en bak ze in een deel van de boter. Leg ze daar na laag om laag met de rijst in een beboterden vuurvasten schotel, strooi de kaas ertusschen schenk het vocht uit de koekepan erover en strooi er paneermeel met kaas vermengd overheen. Leg er een paar klontjes boter op, en zet de schotel in den oven, of laat hem een kwartiertje op,een vuurvast plaatje bovenop het gas staan. Vruchtenbroodjes. 12 dunne sneedjes oud. brood zonder korst. 1/2 pond vruchten, als frambozen en bessen of boschbessen of stoof pruimpjes of moesappelen, boter om te bakken, suiker en zoet stoftabletjes, 2 1/2 d.L. melk, 1 ei. Klop het ei met wat suiker, voeg er de melk bij en laat het brood in dit mengsel weeken. Stoof intusschen de vruchten met zoo min mo gelijk water, maak ze op smaak af met suiker of zoetstof, en stapel het goed heet op de warme wentelteefjes. Presenteer het gerecht dadelijk. LEUKE STRANDSCHOENTJES die we zelf in een wipje kunnen vervaardigen! Deze week een leuk werkje voor handige vin gers. We maken een paar „espadrilles" van touw. die aan het strand goede diensten zullen bewijzen. Eerst de zool. We leggen zooals de teekening te zien geeft het touw in den vereischten vorm en naaien het met dun boekbinderstouw stevig door en door vast. Wilt u een dubbele zool hebben, dan kan dat natuurlijk ook. U legt het touw nog eens precies in den vorm van de reeds genaaide zool er bovenop, doch overdwars en naait dit eveneens stevig vast. We hebben nu een zeer sterke zool met een „randje" aan de punt. Dit staat geestig. Het bovenwerk haken we vervolgens van dun ner koord, b.v. gekleurd, evenals het hakkebandje, waar we later een koord of stevige band door-' halen voor het vastmaken van het schoentje. Alvorens we het hakkebandje bevestigen, voeren we het zooltje met gekleurd linnen in de tint van het bovenstuk. Het zou u niet meevallen met bloote voeten direct op het touw te loopen! Ten slotte werke we het schoentje af door om den heelen buitenkant een vlecht van dik touw te naaien. Het hakje wordt precies gemaakt als de zool, desgewenscht dubbel dik. Leuk idee, vindt u niet? A102 Aardig middagjaponnetje van effen of bedrukte zijde of van linnen. Ingehaalde zijstukken en glad, spitstoeloopend middenstuk, twee baans rok met gedeeltelijk opgestikte plooien. Garneering van afstekend materiaal aan zakjes en mouwen. Een bijzonder flatteus model. Benoodigde stof 3 M. 90 cM. breed. Patroon in maat 42, prijs 26 ct.: het is van Maandag af gedurende een week verkrijgbaar bij de bureaux van dit blad Groote Houtstraat 93 en Soendaplein 37. Wij moeten op de kleintjes passen Wij gooien niets meer weg een heerlijk excuus voor bewaarzieke menschen om aan deze eigen schap toe te geven maar daarbij in dezen tijd wel een zeer verstandige maatregel. Alle mogelijke kleinigheden kunnen immers nog uitstekend te pas komen, van eindjes touw tot halfversleten linnen knoopjes aan toe. In een tijd, dat er overvloed van alles is, kijken wij in de keuken meestal zoo nauw niet: hebben wij wat teveel maizena in de pudding gedaan, ook niet erg, dan doen wij er nog wat melk bij onder het koken. Is de draad wol tekort om een koord te draaien voor het broekje van kleinen broer, wat doet het er toe, we nemen een ander kluwentje. Dit zijn kleinigheden, maar nu alles ons in beperk te hoeveelheden is toegewezen, is het zaak om met verdubbelde aandacht te zorgen-, dat er niets on- noodig wordt verspild. In kookboeken en recepten lezen wij van afge streken eetlepels, een rekbaar begrip, want de eene eetlepel kan gemakkelijk een paar gram ver schillen met de andere. Nu het ook in de keuken mondjesmaat moet toegaan, is het goed om deze maten eens en voor altijd vast te leggen: wij ne men onzen eetlepel, dien wij geregeld voor derge lijke maten gebruiken en wegen zijn inhoud van de verschillende ingrediënten nauwkeurig na op een brievenweger. Hebben wij zoo'n wegertje, dat op grammen nauwkeurig werkt, niet, dan nemen wij de hoeveelheid tienmaal zoo groot, wegen dit af op de huishoudweegschaal en berekenen daar van een tiende gedeelte. Als wij hiervan nu een duidelijk lijstje opmaken dat ophangen op de keu kenkast of aan den binnenkant van een kastdeur, dan kunnen wij met éen oogopslag zien hoe de verhoudingen in onze eigen huishouding zijn. Het afstrijken van den lepel moet met een mes of den houten steel van een lepel gedaan word'en: een krom voorwerp als de steel van een vork of iets dergelijks diept de hoeveelheid in den lepel uit, en dan kan men van de maat natuurlijk niet meer op aan. Ouderwetsche recepten werken zelfs wel met kopjes als maat, en ook huisvrouwen die niet zoo erg veel verstand van koken hebben, kunnen en thousiast over een uitstekend recept praten en er dan zoo nonchalan-tweg maten invoegen, die naar niets lijken: een beetje suiker, een kopje rijst, een lepeltje kaneel, en meer van dergelijke vage aan duidingen. Nu zijn er heel gemakkelijke maatbekers in den handel, die een zuivere aanwijzing geven van alle mogelijke maten, maar wie toch met kopjes wil omspringen, kan het beste een speciaal kopje daar voor bestemmen en ook van deze maat een lijstje maken van de verschillende artikelen die er voor in aanmerking komen. En dan moet ze maar ho pen, dat aan het betreffende kopje een lang leven beschoren is, anders moet ze weer van voren af aan beginnen. Maar niet alleen in de keuken zijn wij aan ma ten gebonden, ook de naaidoos kan zoo'n lijstje van maten best gebruiken. Wij moeten elastiek in een kinderblouse rijgen: hoe lang moest dat ook weer zijn? Aan het uitge rekte stuk kunnen wij het niet zien, dus doen wij het op de gis en nemen gemakkelijk óf teveel óf te weinig. Er is een band noodig voor een kleedingstuk. of wij moeten een speciale lengte van draad hebben, al die kleinigheden vergeten wij, zoodra wij het werk gedaan hebben, en daarom is het goed om ook de naaidoos aan den binnenkant van zoo'n lijstje te voorzien. Daardoor zullen wij nooit te genvallers hebben, tegenvallers die ons in een tijd als deze erg in verlegenheid kunnen brengen. Al deze kleinigheden behooren tot de goede or ganisatie van onze huishouding, zij zijn niet inge wikkeld. integendeel, wanneer zij eenmaal zy'n vastgesteld, kunnen wij er niet anders dan gemak van hebben, en ook dat is een belangrijke factor in een tijd van minder hulp, van meer voorschrif ten en van beperkte hoeveelheden. E. E. J.-P. VOOR VRIJE UREN. Nu gaan we lampekappen maken! AAR we onzen cursus Leerarbeid in ver band met de tijdsomstandigheden voor- loopig zullen staken, omdat we voor deze liefhebberij zijn aangewezen op'bui- lenlandsche producten, wil ik u hiervoor inplaats eenige moderne lampekappen leeren maken. We kunnen hierbij van goedkoope en voor de hand liggende materialen gebruik maker-, terwijl het van uw eigen smaak en vindingrijkheid afhangt om er iets werkelijk .aparts" van te maken. Ik denk allereerst aan de nog altijd zich hand havende plissékappen. Willen we het verfomfaaide exemplaar van uw schemerlampje vandaag samen eens gaan vernieuwen? De keuze van het materiaal hangt af van het materiaal van het voetje. Is het eenvoudig, bijv. van hout dan kunnen wij het papier voor het kapje heel gemakkelijk zelf maken. Voor een kap op een mooie glazen of plateel pul neemt u boekbiniders- linner; dit is een geprepareerd weefsel, dat ook voor grootere kappen voldoende stevig is. De na- tureltint staat bijna overal goed bij en schijnt zeer warm door. In een uitgesproken modern interieur zou men tenslotte van het zacht-blauwe doorzich tige materiaal waarop technische teekeningen wel vervaardigd worden, gebruik kunnen maken. Het in den handel zijnde lampekappenpapier of per kament moet ik u voor plooikappen ontraden, daar het te stijf is. Dit is voor strakke kappen, die ik u t.z.t in een ander artikel zal leeren vervaardigen. Daar jve ons eerste exemplaar natuurlijk goed koop willen maken, leer ik u dus eerst even hoe u het papier moet prepareeren-, U neemt eenige vellen dun goedkoop teekenpapier en haalt bij den drogist een fleschje gekookte lijnolie, een fleschje terpentijn en een klein fleschje siccatief. Een kopje doet u halfvol lijnolie, daarbij een kwart terpen tijn en een theelepeltje siccatief. Dit laatste be vordert het drogen. Nu maakt u van een oud lapje een dotje, doopt dit in het omgeroerde meng sel en wrijft de vellen teekenpapier aan weers zijden goed er mee in. Vooral niet meer olie op brengen dan het papier kan opnemen. Gebruik een onderlaag van eenige kranten en droog de vellen op een warme plaats, bijv. buiten- in de zon. Hebt u decoratieve talenten, dan kunt u d« vellen van te voren met waterverf beschilderen* waarvoor u een langgerekt motief moet kiezen* daar het effect door het plooien natuurlijk verkort wordt. Hoeveel papier hebt u noodig? 1 Voor een kapje van 25 c.M. hoogte heeft men een baan van 1.50 M. lengte noodig, voor een kap van 30 c.M. hoogte een baan van 1.75 en voor één van 32 c.M. een baan van 2 M. Er komen dus twee of drie naden in een kap. Het plooien: Laten we zeggen dat we een kap van 25 c.M. maken. U knipt, dan één of meer stroken van 25 c.M. breed en trekt op den achterkant twee dunne potloodlijnen, waar volgens uw oude kapje de gaat jes moeten komen. (Meestal staan deze gaatjes op V/2 en 6 c.M. van den bovenkant). Nu slaat u deze strook precies dubbel, zoodat u in het midden een vouw krijgt. Links en rechts van deze vouw zet u langs boven- en onderrand stipjes met een scherp gepunt potlood op afstan den van l'A c.M. (Voor een grootere kap is een breede plooi mooier en neemt men dus 2 of 2 1/2 c.M.) Met een vouwbeen of een lijnentrekker trekt u de lijnen evenwijdig aan de vouw. Met synde- ticon plakt u de strooken aan elkaar, de plaknaad mag niet breeder worden dan 1 c.M. Vervolgens wordt de kap volgens de ingedrukte lijnen geplis- seerd. Met een holpijp 4 m.M. of revolvertang wor den volgens de bovenste lijn halve gaatjes en vol gens de tweede lijn heele gaatjes geknipt. (Zia schets). Met de eerste rust de ka.i op den draad- vorm, door de tweede rij wordt het koordje ge haald. Nu aan elkaar plakken en klaar zijn we! Gerekt tronen Wilt u een extra mooi kapje maken, dan kiest u één of meer smalle lintjes in de tinten van: uw lampevoet en naait deze met een grooten rijgsteek langs boven en onderrand. Dit gebeurt vóór het plisseeren en wel zóó, dat aan den voorkant juist op de vouw een klein steekje komt en aan den achterkant een groote steek. U houdt hierbij den achterkant van het werk voor u. Een kapje voor een groen gemberpotje is bijzonder fijn, wanneer men twee tinten groen lint neemt en die gedeel telijk over elkaar laat vallen. Ook bandfluweel voldoet goed. Het maken van een hangkapje voor indirect licht zal nu ook geen geheimen meer hebben. Al leen komt hierin onderaan nog een rij gaatjes waardoor een koordje geregen wordt om het kapje dicht te trekken. Bovenin komt een ring. waaraan drie kleine ringetjes gesoldeerd zijn om de ophang- koorden te bevestigen. Het is zeer gemakkelijk een paar kapjes van verduisteringspapier te maken. Dit. behoeft dan natuurlijk niet geprepareerd te worden. Men kan ze wat gezelliger maken, door er met dekkende waterverf een fleurig motief op te schilderen. MARGOT VAN CAPELLE-VAN BUUREN. WEEK ABONNEMENTEN dienen uiterlijk Wo e n sd a gs avonds betaald te zijn, daar de bezorgers op Donderdaa moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 8