De Wereldoorlog en
de oorlog van nu.
oorlog werd en ditmaal niet.
Het menu van den dag.
ONS KNIPPATROON.
r
T
31
i
«11
i'
ll!
i.
jij
VRIJDAG 26 JULI 1940
HAAELE M'S DAGBLAD
6
Beschouwing van
Generaal Paul Hasse. VVaarom het toen een stelling-
Duitschlands moderne militaire voorbereiding.
ZEER vaak hoort men de vraag stellen hoe het
toch mogelijk is geweest dat de wereldoor
log, ondanks 4V2 jaar van allerzwaarsten
strijd en het offer van ongeveer 3 millioen
dooden aan geallieerde zijde, in een stellingoorlog is
ontaard en ondanks tallooze heldhaftige doorbraak
pogingen niet tot een duidelijke beslissing op het
slagveld heeft geleid. De tegenwoordige oorlog im
mers heeft van den veldtocht in Polen af, een tempo
en een beweging vertoond, welke in de volgende ope
raties tegen Noorwegen, Nederland, België en zelfs
tegen de groote mogendheid Frankrijk en haar goed
geschoolde en dappere weermacht ondanks de Ma-
ginotlinie en de modernste vestingen, nog van dag
tot dag toenamen.
Op deze vragen geeft een artike van de hand van
den generaal der artillerie Paul Hasse, dat wij
aantroffen in de Westfalische Landes-Zeitung een
zeer belangwekkend antwoord. Deze militaire auto
riteit staat allereerst stil bij de oorlogsvoorbereidin
gen in de jaren voor 1914. In eindelooze debatten
werd toenmaals om iedere militaire begrooting in
den Rijksdag geworsteld. Niet echter in den Rijksdag
alleen. Uit vrees voor dit lichaam waagde men het
vaak zelfs niet positieven steun te geven aan de
door de bekwaamste vaklieden als absoluut noodza
kelijk beschouwde eischen. Als een juist oordeelend
man als Ludendorff. als chef van een operatie-
afdeeling van den grooten generalen staf, met
alle enerige, die hem eigen was, zijn overtuiging
trachtte te doen zegevieren, dat Duitschland drie
legercorpsen ontbraken voor de veilige uitvoering
van het Schlieffen-plan, was het resultaat dat een
zoo ongemakkelijk figuur uit den generalen staf
werd „weggeprezen" en voor den frontdienst werd
bestemd.
VERKEERDE ZUINIGHEID, DIE
DE WIJSHEID BEDROOG.
Onze bevolking, aldus generaal Hasse, was zoo
groot, dat zelfs deze drie legercorpsen bij lange
niet alle voor den oorlog geschikte jonge menschen
voor de vervulling van hun wettelijken dienst
plicht zouden hebben opgeëischt. De algemeene
dienstplicht bestond slechts op papier. Inderdaad
werd ieder jaar een groot aantal gezonde en
sterke jonge menschen „vrijgeloot", dat wil zeggen
van den dienstplicht ontheven, Precies als op het
aantal manschappen werd bezuinigd op het aantal
onderofficieren en officieren, die toch in geval van
oorlog voor de bezetting van althans een deel der
leidende plaatsen in de reserve- en landweer
formaties zoo dringend noodig waren. De promotie-
en bezoldigingsverhoudingen van beide legergi-oepen
waren uitermate krap. Er waren kort voor den
wereldoorlog tijden, waarin een luitenant 18 jaren
diende om kapitein, een kapitein. 12 jaren om
majoor te worden. En ook de generaals waren te
oiV. hoewel toegegeven njoet worden, dat deze rang
slechts door officieren bereikt placht te worden, die
in den loop van hun diensttijd op grond van
bijzonder goede prestaties er reeds jaren voor waren
voorbestemd.
Boven het toelaatbare uit werd bespaard in me
nig opzicht, op het paardenvoeder, op de bewape
ning, op proefnemingen op groote schaal .met
nieuwe wapenen of verbeterde modellen en nood-
lottigerwijs op speciaal alle min of meer technische
troepen, op de artillerie? de pioniers, de berichten-
troepen, de ballon- en de vliegtuigformaties. En dat
alles in een rijk land!
Geheel onvoldoende echter waren de voorbe
reidende werkzaamheden geweest, welke de voeding
en verzorging van het volk en de weermacht in een
wellicht toch langen oorlog betroffen. Op een zoo
langen oorlog had niemand gerekend. Maar reeds
na nauwelijks eenjaar. nadat tot dan toe, vaak let
terlijk verkwistend met vele voorraden, bijvoor
beeld met levensmiddelen en genotmiddelen en wol
was omgesprongen, bleek dat Duitschland geblok
keerd was, uit het buitenland nog slechts weinig
waren kon verkrijgen en dat daardoor het land en
zijn weermacht zich op den duur niet zouden kun
nen voeden en ook de bewapening en de toerus
ting niet op het absoluut noodzakelijke peil zouden
kunnen worden gehandhaafd. Na twee jaren begon
het gebrek duidelijk aan iedere huisdeur te kloppen.
Dit deed afbreuk aan de vaderlandsliefde, maakte
opstandig en leverde vele te voren goedgezinden
over aan de demagogie der linksche partijen. Zoo
kwam het tenslotte tot de revolutie en daarmede
tot de ineenstorting.
Ondanks al deze gebreken was de kracht, waar
mede de Duitsche legers uit den wereldoorlóg zich
op den vijand wierpen, zeker niet geringer, dan die
van het tegenwoordiger leger. Wie terugdenkt aan
de overrompeling van de sterke vesting Luik door
Ludendorff persoonlijk, aan het stormachtige voort
trekken der Duitsche legers tot nabij het Kanaal
en tot aan de Marne, wie terugdenkt aan de iederen,
adg opnieuw verrassende overwinnings-berïchten
uit den nazomer van 1914, zal dat moeten toegeven.
Toen bestonden er nog geen gemotoriseerde afdee-
lingen en de infanterie bracht haar geweldige
marschprestaties tot stand met zware ransels, jas
en tent op den rug!!
NU GING HET ANDERS!
Hoe anders ging het nu! Er was geen sprake meer
van parlementairen strijd of van naijver onder de
autoriteiten. Eén man besliste en wat voor een man!
Ook heden echter moet men er zich rekenschap
van geven, dat de reusachtige successen, het tempo
en de duurzaamheid niet alleen aan de onbaatzuch
tige en onvermoeibare dapperheid van de prachtige,
tot in het geringste onderdeel op elkander inge
stelde en met elkaar vergroeide' troepen en hun
zeer goede leiding gedurende den oorlog te danken
zijn, maar dat zij slechts mogelijk zijn géworden
door den vooruitzienden blik en het voorbereiden
de werk van den Führer in de 6'/a jaar, die aan den
oorlog voorafgingen.
De mogendheden, die in den wereldoorlog had
den gewonnen, Engeland en Frankrijk, waren inge
slapen op de lauweren, die zij veroverd hadden met
de goedkoope hulp van Amerika. Dit is niets nieuws
in de geschiedenis. Tal van groote rijken zijn groot
geworden door enkele groote persoonlijkheden en
vervallen, omdat de volgende generaties klein kort
zichtig waren. Ook Pruisen verkeerde na het tijd
perk van den Grooten Koning in dit gevaar. Pre
cies zooals destijds in Pruisen hadden de leidende
mannen der plutocratische staten geloofd, dat zooals
de wereldoorlog verliep ook de toekomstige oor-,
log zou verloopen. Men behoefde dus slechts eenj
Maginotlinie te bouwen aan de Duitsche grens, dan
stond het vast, dat men het Duitsche Rijk. zelfs als
het bewapend was, weer door een hongerblokkade
op de knieën zou kunnen krijgen. Want de wereld
oorlog had bewezen, dat zelfs veldversterkingen niet
te doorbreken zijn. De Maginotlinie moest dus als
onneembaar worden beschouwd. Daarmede, aldus
^generaal Hasse, hadden zich de levensmoede de
mocratieën getroost.
WAARSCHUWENDE STEMMEN VAN
DE 01'DERENMAAR DE MOTOR
WERD INGSCIIAKELD.
Voor Duitschland echter zoo betoogt Paul
Hasse stond in Adolf Hitler een leider op met
een wijdheid en klaarheid van vooruitzien en tege
lijk met een energie en stoutmoedigheid, zooals
slechts het genie bezit en welke hem in staat stel
den uit dit vooruitzien ook de laatste consequenties
te trekken. De Führer was een van de weinige
menschen ter wereld, zoo niet de eenige die vroeg
tijdig inz.ag dat met den motor een nieuw tijdperk
in de krijgskunst begon en dat dat volk in den vol
genden oorlog zou zegevieren, dat in staat was den
motor en de daardoor bereikbare snelheid van be
weging eerder en beter uit te buiten dan zijn tegen
standers. Het is Hitier zeer zeker niet gemakkelijk
gemaakt, dit inzicht in daden om te zetten. De
techniek van den bouw van allerhande motorrijtui
gen en van vliegtuigen was in het Rijk weinig ont
wikkeld, omdat de kleine Rijksweer noch pantser
wagens, noch vliegtuigen mocht bezitten en omdat
het verarmde land zelf voor auto's en reisvliegtuigen
slechts weinig gebruiksmogelijkheid had. Daarmede
hing de stand van den motórenbouw samen. De
eerste motoren voor jachtvliegtuigen moesten uit
Amerika betrokken worden en met de zoo kostbare
deviezen worden betaald, omdat wij er zelf geen
zoo goede en tot groote prestaties geschikte konden
vervaardigen.
Toen kwamen de waarschuwende stemmen los,
niet het minst uit de rijen van de oudere officieren.
Zij wezen er niet ten onrechte op dat pantser-
eskaders veel ijzer vereischen. dat in Duitschland
schaarsch is, en evenals het luchtwapen veel rubber,
olie en brandstof, welke zoo goed als geheel uit
het buitenland moesten worden betrokken. Waar
zou men hen vandaan moeten halen in geval van
een oorlog, die natuurlijk weer een blokkade mede
zou brengen. Het paard was een betrouwbaar mid
del ter versnelde voortbeweging. Het was in toerei
kend aantal in het land aanwezig, vond vrijwel
steeds zijn voedsel op het oorlogsterrein zelve en
kwam op wegen, die door weersinvloeden of be
schadigingen voor motorrijtuigen vaak onbegaan
baar zouden zijn nog steeds voorwaarts.
Deze waarschuwingen konden intusschen een man
als de Führer en zijn voor het luchtwapen zeer des
kundigen paladijn Hermann Goering, nadat zij een
maar 't doel als juist beoordeeld hadden, er niet van
afhouden den weg naar dit doel te banen. De bouw
van auto's van allerlei soort werd gepropageerd. De
wegen in het geheele rijk werden verbeterd de
prachtige autobanen werden aangelegd de auto-
raeesport werd ontwikkeld, de goedkoope volkswa
gen gebouwd, de export van auto's werd bevorderd.
In verbluffend korten tijd waren de Duitsche
racewagens de beste ter wereld, werd aan Duit
sche auto's door het buitenland de voorkeur gege
ven. Precies zoo ging 't met den vliegtuigbouw.
Duitsche verkeersvliegtuigen golden spoedig als de
betrouwbaarste ter wereld, Duitsche jagers werden
de snelste ter wereld. De productie van kunstrubber
en benzine uit steenkool maakte voortgang. De
voorraadvorming. die voor de levensmiddelen reeds
begonnen was. werd uitgebreid tot rubber, benzine,
olie en ijzer. De politieke en economische betrek
kingen met de nabuurlanden Rusland en Roemenië
werden uitgebreid, verbeterd en beveiligd. Tegelij
kertijd werden bij de uitbreiding van de weermacht
het luchtwapen en de snelle troepen bijzonder be
dacht, totdat Duitschland's weermacht met deze
twee wapens met 'n geweldigen voorsprong voor
alle andere staten ter wereld aan de spits mar
cheerde.
DE NIEUWE TACTIEK.
Nadat dit resultaat, ondanks de bestaande, onge
looflijke moeilijkheden was bereikt, kon niet alleen,
maar moest een nieuwe tactiek gevonden worden,
welke de snelheid, de onvermoeibaarheid en de
vreeselijke zenuwsloopende werking der beide ge
motoriseerde wapens in de lucht en op de aarde
volledig Uitbuitte. Dat deze tactiek ondersteund kon
worden door infanteriedivisies, die sneller waren,
dan die uit den wereldoorlog, sprak van zelf. Dit
werd bereikt, doordat men de infanteristen ont
lastte van al hun bepakking, iets wat in den bewe
gingsoorlog van 1914 nog voor absoluut onmogelijk
werd gehouden. Natuurlijk kon deze nieuwe tactiek
der snelheid slechts uitgebuit worden door leiders
die snel denken en handelen kunnen, die snel, be
weeglijk en jong zijn.
Zoo werd de nieuwe Duitsche tactiek een tactiek
van bliksemsnelle verrassingen, der diep in de ge
vechtszone zich een weg banende gepantserde pijlen,
van het de lucht beheerschende ver in het vijan
delijke land vernietigend en zenuwsloopend inwer
kende luchtwapen, dat de verdedigingslinie van den
vijand, de artillerie en reserveopstellingen, de
opmarsch- en terugtochtwegen van den vijand ver
nielde en daarmede .den vijand zelf verlamde en
aan de andere wapenen de inbraak in en de voor
onmogelijk gehouden doorbraak door de linies be-
lanagrijk vergemakkelijkte.
Door deze doorbraakplaatsen boorden zich dan
de eindelooze eskaders der snelle troepen, met een
snelheid en onvermoeidbaarheid, die het den tegen
standers in zoovele gevallen totaal onmogelijk
maakten, nieuwe weerstand te bieden. Door een
geniale leiding systematisch bestuurd, ontstonden
zoo uit de doorbraken de diepe omvattingen, daar
uit weer de omsingelingen op groote schaal en
daaruit weer de nauwe insluitingen en de verplet
tering der afgesneden vijandelijke groepen door de
infanteriedivisies. Zoo greep de eene volmaakte ver
nietigingsslag na de andere plaats. En in elke van
deze geweldige oorlogshandelingen boden zich kan
sen voor moedige en ondernemingslustige officieren,
onderofficieren, en afzonderlijke strijders voor het
verrichten van heldendaden, die het onmogelijke
mogelijk maakten.
Zoo heeft deze oorlog, aldus besluit generaal
Hasse, dank zij de geniale leiding van den Führer
door de doelbewuste ontwikkeling en aanwending
van den motor een geheel nieuwe tactiek en state-
gie geboren doen worden. Ook zij zal niet eeuwig
blijven. Nieuwe strijdmiddelen zullen er komen en
daarmede nieuwe strijdmethoden. Overwinnaar zal
steeds hij zijn, die ze het eerst ontdekt en er alle
mogelijkheden van uitbuit.
VOOR DE VROUW
GEBREIDE BLOUSE.
Voor dit prettige kleedingstuk hebben we 250
gr. 4 draads wol noodig en pennen no. 3. Het
model is in maat 42 en van lichtblauwe wol.
Voor het voorpand zetten we 78 st. op en breien
een boord van 18 toeren, 1 r. verdraaid. 1 a. Te
ruggaande wordt de aver, verdraaid. Nu breien
we 20 toeren een pen recht, een pen aver, en gaan
vervolgens zoo door maar nu meerderen we om
de 4 toeren voor en achter een steek, tot 102 st.
Als we 70 toeren boven den boord hebben, kanten
we voor het armsgat 16 st. af <8-4-2-2). Als we
36 toeren boven het armsgat hebben, beginnen
we met den hals, waarvoor we het werk in tweeën
deelen. Dan kanten we van het midden af eerst
5, dan 4, dan 3. dan 1 steek af. Nu breien we nog
door, tot het heele armsgat 50 toeren hoog is,
waarna we den schouder schuin opbreien. d.w.z.
van den hals af eerst 18. dan 12. dan 6 st.
Voor het achterpand zetten we eveneens 78 st.
op en breien dit eerst als het voorpand. Na 28
toeren boven den boord, meerderen we nu om de
4 toeren tot 94 st. en kanten voor het armsgat
12 st. af (6-2-2-2). Als we 25 toeren boven het
armsgat hebben, splitsen we het werk in tweeën
voor het splitje achter, dat later met een patent
sluiting gesloten wordt. We breien elke helft af
zonderlijk door, tot we weer 50 toeren boven het
armsgat hebben, kanten de steken voor den hals
af en breien den schouder op als boven. De hals
heeft dus echter geen uitsnijding.
De mouw beginnen we aan den kop en zetten
32 st. op. Nu merderen we om de 4 toeren voor en
achter een steek, tot we 60 st. hebben, en dan
zetten we voor en achter nog 10 st. op en met
deze 80 st. breien we 8 toeren.
Nu minderen we voor en achter om de 4 toeren
een steek, en na 28 toeren maken we de mouw
nauwer door om den toer over te halen en te
minderen met 14 st. er tusschen. Nu minderen
we af. tot we voor den boord nog 48 st. over heb
ben en breien dan een boordje als onder van 12
toeren.
De kraag breien we ook 1 r. verdraaid, 1 a;
deze wordt in twee stukken gebreid. We zetten
48 st. op en meerderen aan één kant om de 2
toeren een steek, tot 53 st. We kanten na 24 toe
ren af.
De blouse wordt op de machine in elkaar ge
stikt, met plooitjes op de mouw. De kraag wordt
versierd met dik gedraaid koord en datzelfde
koord wordt dubbel gelegd, zoodat het lijkt of de
blouse twee zakjes heeft.
SP.—TH.
Rijst met tomaten en geraspte kaas.
Kropsla.
Vruchtenbroodjes.
Rijst met tomaten en geraspte kaas: 3 d.L. rijst.
12 tomaten, 40 gr. boter. 1 ons geraspte kaas,
zout en peper.
Wasch de rijst, zet ze op met tweemaal zooveel
water als rijst, kook ze zes minuten voor en laat
ze in de hooikist gaar worden.
Overgiet intusschen de tomaten met kokend
water, haal het velletje eraf, snijd ze in plakken
en bak ze in een deel van de boter. Leg ze daar
na laag om laag met de rijst in een beboterden
vuurvasten schotel, strooi de kaas ertusschen
schenk het vocht uit de koekepan erover en strooi
er paneermeel met kaas vermengd overheen. Leg
er een paar klontjes boter op, en zet de schotel in
den oven, of laat hem een kwartiertje op,een
vuurvast plaatje bovenop het gas staan.
Vruchtenbroodjes. 12 dunne sneedjes oud. brood
zonder korst. 1/2 pond vruchten, als frambozen
en bessen of boschbessen of stoof pruimpjes of
moesappelen, boter om te bakken, suiker en zoet
stoftabletjes, 2 1/2 d.L. melk, 1 ei.
Klop het ei met wat suiker, voeg er de melk
bij en laat het brood in dit mengsel weeken.
Stoof intusschen de vruchten met zoo min mo
gelijk water, maak ze op smaak af met suiker
of zoetstof, en stapel het goed heet op de warme
wentelteefjes. Presenteer het gerecht dadelijk.
LEUKE STRANDSCHOENTJES
die we zelf in een wipje
kunnen vervaardigen!
Deze week een leuk werkje voor handige vin
gers. We maken een paar „espadrilles" van touw.
die aan het strand goede diensten zullen bewijzen.
Eerst de zool. We leggen zooals de teekening
te zien geeft het touw in den vereischten
vorm en naaien het met dun boekbinderstouw
stevig door en door vast. Wilt u een dubbele zool
hebben, dan kan dat natuurlijk ook. U legt het
touw nog eens precies in den vorm van de reeds
genaaide zool er bovenop, doch overdwars en
naait dit eveneens stevig vast.
We hebben nu een zeer sterke zool met een
„randje" aan de punt. Dit staat geestig.
Het bovenwerk haken we vervolgens van dun
ner koord, b.v. gekleurd, evenals het hakkebandje,
waar we later een koord of stevige band door-'
halen voor het vastmaken van het schoentje.
Alvorens we het hakkebandje bevestigen, voeren
we het zooltje met gekleurd linnen in de tint
van het bovenstuk. Het zou u niet meevallen met
bloote voeten direct op het touw te loopen! Ten
slotte werke we het schoentje af door om den
heelen buitenkant een vlecht van dik touw te
naaien. Het hakje wordt precies gemaakt als de
zool, desgewenscht dubbel dik.
Leuk idee, vindt u niet?
A102
Aardig middagjaponnetje van effen of bedrukte
zijde of van linnen. Ingehaalde zijstukken en glad,
spitstoeloopend middenstuk, twee baans rok met
gedeeltelijk opgestikte plooien. Garneering van
afstekend materiaal aan zakjes en mouwen. Een
bijzonder flatteus model.
Benoodigde stof 3 M. 90 cM. breed.
Patroon in maat 42, prijs 26 ct.: het is van
Maandag af gedurende een week verkrijgbaar bij
de bureaux van dit blad Groote Houtstraat 93
en Soendaplein 37.
Wij moeten op de kleintjes passen
Wij gooien niets meer weg een heerlijk excuus
voor bewaarzieke menschen om aan deze eigen
schap toe te geven maar daarbij in dezen tijd wel
een zeer verstandige maatregel. Alle mogelijke
kleinigheden kunnen immers nog uitstekend te pas
komen, van eindjes touw tot halfversleten linnen
knoopjes aan toe.
In een tijd, dat er overvloed van alles is, kijken
wij in de keuken meestal zoo nauw niet: hebben
wij wat teveel maizena in de pudding gedaan, ook
niet erg, dan doen wij er nog wat melk bij onder
het koken. Is de draad wol tekort om een koord
te draaien voor het broekje van kleinen broer, wat
doet het er toe, we nemen een ander kluwentje.
Dit zijn kleinigheden, maar nu alles ons in beperk
te hoeveelheden is toegewezen, is het zaak om met
verdubbelde aandacht te zorgen-, dat er niets on-
noodig wordt verspild.
In kookboeken en recepten lezen wij van afge
streken eetlepels, een rekbaar begrip, want de
eene eetlepel kan gemakkelijk een paar gram ver
schillen met de andere. Nu het ook in de keuken
mondjesmaat moet toegaan, is het goed om deze
maten eens en voor altijd vast te leggen: wij ne
men onzen eetlepel, dien wij geregeld voor derge
lijke maten gebruiken en wegen zijn inhoud van
de verschillende ingrediënten nauwkeurig na op
een brievenweger. Hebben wij zoo'n wegertje, dat
op grammen nauwkeurig werkt, niet, dan nemen
wij de hoeveelheid tienmaal zoo groot, wegen dit
af op de huishoudweegschaal en berekenen daar
van een tiende gedeelte. Als wij hiervan nu een
duidelijk lijstje opmaken dat ophangen op de keu
kenkast of aan den binnenkant van een kastdeur,
dan kunnen wij met éen oogopslag zien hoe de
verhoudingen in onze eigen huishouding zijn.
Het afstrijken van den lepel moet met een mes
of den houten steel van een lepel gedaan word'en:
een krom voorwerp als de steel van een vork of
iets dergelijks diept de hoeveelheid in den lepel
uit, en dan kan men van de maat natuurlijk niet
meer op aan.
Ouderwetsche recepten werken zelfs wel met
kopjes als maat, en ook huisvrouwen die niet zoo
erg veel verstand van koken hebben, kunnen en
thousiast over een uitstekend recept praten en er
dan zoo nonchalan-tweg maten invoegen, die naar
niets lijken: een beetje suiker, een kopje rijst, een
lepeltje kaneel, en meer van dergelijke vage aan
duidingen.
Nu zijn er heel gemakkelijke maatbekers in den
handel, die een zuivere aanwijzing geven van alle
mogelijke maten, maar wie toch met kopjes wil
omspringen, kan het beste een speciaal kopje daar
voor bestemmen en ook van deze maat een lijstje
maken van de verschillende artikelen die er voor
in aanmerking komen. En dan moet ze maar ho
pen, dat aan het betreffende kopje een lang leven
beschoren is, anders moet ze weer van voren af
aan beginnen.
Maar niet alleen in de keuken zijn wij aan ma
ten gebonden, ook de naaidoos kan zoo'n lijstje van
maten best gebruiken.
Wij moeten elastiek in een kinderblouse rijgen:
hoe lang moest dat ook weer zijn? Aan het uitge
rekte stuk kunnen wij het niet zien, dus doen wij
het op de gis en nemen gemakkelijk óf teveel óf
te weinig.
Er is een band noodig voor een kleedingstuk. of
wij moeten een speciale lengte van draad hebben,
al die kleinigheden vergeten wij, zoodra wij het
werk gedaan hebben, en daarom is het goed om
ook de naaidoos aan den binnenkant van zoo'n
lijstje te voorzien. Daardoor zullen wij nooit te
genvallers hebben, tegenvallers die ons in een tijd
als deze erg in verlegenheid kunnen brengen.
Al deze kleinigheden behooren tot de goede or
ganisatie van onze huishouding, zij zijn niet inge
wikkeld. integendeel, wanneer zij eenmaal zy'n
vastgesteld, kunnen wij er niet anders dan gemak
van hebben, en ook dat is een belangrijke factor
in een tijd van minder hulp, van meer voorschrif
ten en van beperkte hoeveelheden. E. E. J.-P.
VOOR VRIJE UREN.
Nu gaan we lampekappen maken!
AAR we onzen cursus Leerarbeid in ver
band met de tijdsomstandigheden voor-
loopig zullen staken, omdat we voor
deze liefhebberij zijn aangewezen op'bui-
lenlandsche producten, wil ik u hiervoor inplaats
eenige moderne lampekappen leeren maken. We
kunnen hierbij van goedkoope en voor de hand
liggende materialen gebruik maker-, terwijl het van
uw eigen smaak en vindingrijkheid afhangt om
er iets werkelijk .aparts" van te maken.
Ik denk allereerst aan de nog altijd zich hand
havende plissékappen. Willen we het verfomfaaide
exemplaar van uw schemerlampje vandaag samen
eens gaan vernieuwen?
De keuze van het materiaal hangt af van het
materiaal van het voetje. Is het eenvoudig, bijv.
van hout dan kunnen wij het papier voor het kapje
heel gemakkelijk zelf maken. Voor een kap op een
mooie glazen of plateel pul neemt u boekbiniders-
linner; dit is een geprepareerd weefsel, dat ook
voor grootere kappen voldoende stevig is. De na-
tureltint staat bijna overal goed bij en schijnt zeer
warm door. In een uitgesproken modern interieur
zou men tenslotte van het zacht-blauwe doorzich
tige materiaal waarop technische teekeningen wel
vervaardigd worden, gebruik kunnen maken. Het
in den handel zijnde lampekappenpapier of per
kament moet ik u voor plooikappen ontraden, daar
het te stijf is. Dit is voor strakke kappen, die ik u
t.z.t in een ander artikel zal leeren vervaardigen.
Daar jve ons eerste exemplaar natuurlijk goed
koop willen maken, leer ik u dus eerst even hoe
u het papier moet prepareeren-, U neemt eenige
vellen dun goedkoop teekenpapier en haalt bij den
drogist een fleschje gekookte lijnolie, een fleschje
terpentijn en een klein fleschje siccatief. Een kopje
doet u halfvol lijnolie, daarbij een kwart terpen
tijn en een theelepeltje siccatief. Dit laatste be
vordert het drogen. Nu maakt u van een oud
lapje een dotje, doopt dit in het omgeroerde meng
sel en wrijft de vellen teekenpapier aan weers
zijden goed er mee in. Vooral niet meer olie op
brengen dan het papier kan opnemen. Gebruik een
onderlaag van eenige kranten en droog de vellen
op een warme plaats, bijv. buiten- in de zon.
Hebt u decoratieve talenten, dan kunt u d«
vellen van te voren met waterverf beschilderen*
waarvoor u een langgerekt motief moet kiezen*
daar het effect door het plooien natuurlijk verkort
wordt.
Hoeveel papier hebt u noodig? 1
Voor een kapje van 25 c.M. hoogte heeft men
een baan van 1.50 M. lengte noodig, voor een kap
van 30 c.M. hoogte een baan van 1.75 en voor één
van 32 c.M. een baan van 2 M. Er komen dus twee
of drie naden in een kap.
Het plooien:
Laten we zeggen dat we een kap van 25 c.M.
maken. U knipt, dan één of meer stroken van 25
c.M. breed en trekt op den achterkant twee dunne
potloodlijnen, waar volgens uw oude kapje de gaat
jes moeten komen. (Meestal staan deze gaatjes op
V/2 en 6 c.M. van den bovenkant).
Nu slaat u deze strook precies dubbel, zoodat u
in het midden een vouw krijgt. Links en rechts
van deze vouw zet u langs boven- en onderrand
stipjes met een scherp gepunt potlood op afstan
den van l'A c.M. (Voor een grootere kap is een
breede plooi mooier en neemt men dus 2 of 2 1/2
c.M.) Met een vouwbeen of een lijnentrekker trekt
u de lijnen evenwijdig aan de vouw. Met synde-
ticon plakt u de strooken aan elkaar, de plaknaad
mag niet breeder worden dan 1 c.M. Vervolgens
wordt de kap volgens de ingedrukte lijnen geplis-
seerd. Met een holpijp 4 m.M. of revolvertang wor
den volgens de bovenste lijn halve gaatjes en vol
gens de tweede lijn heele gaatjes geknipt. (Zia
schets). Met de eerste rust de ka.i op den draad-
vorm, door de tweede rij wordt het koordje ge
haald. Nu aan elkaar plakken en klaar zijn we!
Gerekt tronen
Wilt u een extra mooi kapje maken, dan kiest
u één of meer smalle lintjes in de tinten van: uw
lampevoet en naait deze met een grooten rijgsteek
langs boven en onderrand. Dit gebeurt vóór het
plisseeren en wel zóó, dat aan den voorkant juist
op de vouw een klein steekje komt en aan den
achterkant een groote steek. U houdt hierbij den
achterkant van het werk voor u. Een kapje voor
een groen gemberpotje is bijzonder fijn, wanneer
men twee tinten groen lint neemt en die gedeel
telijk over elkaar laat vallen. Ook bandfluweel
voldoet goed.
Het maken van een hangkapje voor indirect
licht zal nu ook geen geheimen meer hebben. Al
leen komt hierin onderaan nog een rij gaatjes
waardoor een koordje geregen wordt om het kapje
dicht te trekken. Bovenin komt een ring. waaraan
drie kleine ringetjes gesoldeerd zijn om de ophang-
koorden te bevestigen.
Het is zeer gemakkelijk een paar kapjes van
verduisteringspapier te maken. Dit. behoeft dan
natuurlijk niet geprepareerd te worden. Men kan
ze wat gezelliger maken, door er met dekkende
waterverf een fleurig motief op te schilderen.
MARGOT VAN CAPELLE-VAN BUUREN.
WEEK ABONNEMENTEN
dienen uiterlijk Wo e n sd a gs avonds
betaald te zijn, daar de bezorgers op
Donderdaa moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE