'liet
JOtmt m 3-ati OUeM.
De Lotgevallen van een Collier
WOO S D A G 31 JUUT 1940
HAAR I. E M'S H A"
G B E A D
4'
De taak vau het K. V. V. to Haarlem
iu dezen tijd.
Nog veel belangrijk aanvullend werk
te doen.
HAARLEM, Woensdag.
Bij velen heeft de meening post gevat, dat bij
het eindigen van den oorlog eigenlijk ook de taak
van het korps Vrouwelijke Vrijwilligers was afge-
loopen. Dat dit een volkomen onjuiste meening is
heeft de presidente van het Korps mevrouw J. van
Nispenvan Wely Donderdagmiddag in een pers
conferentie op het bureau van het K.V.V. ten
stadhuize nader uiteengezet. Integendeel, de geest
van hulpvaardigheid op maatschappelijk gebied,
die het korps bezielt is thans meer dan ooit door
gedrongen tot alle leden. Dat neemt echter niet
weg. dat er nog steeds hulpvaardige vrouwen en
meisjes noodig zijn. voor wie nog een uitgestrekt
arbeidsterrein braak ligt. Het K.V.V vervangt
geen gesalarieerde arbeidskrachten doch heeft
een aanvullende taak. die echter ook in de toe
komst van zeer groot nut kan zijn. Het gemeen
schapsgevoel, dat nu meer dan ooit moet worden
aangekweekt is mede een der motieven, die het
voortbestaan van het K.V.V. alleszins rechtvaar
digen. Dat de vrouwelijke vrijwilligers ook thans
veel practisch werk doen bleek uit de mededee-
lingen van de leidster van den huishoudelijken
dienst, dat 25 kinderen uit Rotterdam een maand
in het Doopsgezinde Weeshuis zullen worden ver
pleegd waarbij het K.V.V. ook de kleeding der
kinderen zal verzorgen. Natuurlijk is hier zoowel
voor den socialen als huishoudelijken dienst zeer
veel werk mee gemoeid. Donderdagmorgen 1 Au
gustus te 10 uur zullen de eerste kinderen te
Haarlem arriveeren. Een andere taak, die het
K.V.V. op het oogenblik met zeer veel animo ter
hand neemt is het verzorgen van een achttal
dames uit de getroffen gebieden, die in een daar
voor belangeloos beschikbaar gestelde villa te
Aerdenhout een welverdiende vacantie genieten.
IDe Sociale Dienst belast zich voorts met de hulp
verleening aan oorlogsslachtoffers. De Haarlem-
sche gezinnen, die door de Engelsche bomaanval
len werden getroffen, werden voorzien van het
allernoodigste huisraad. Ook voor Rotterdam is
reeds zeer veel gedaan. Dekens en ander huisraad
heeft het Korps echter niet meer in voldr?nde
mate voorhanden zoodat aanvulling van den voor
raad zeer gewenscht. is. Men kan zich daartoe aan
het bureau van het K.V.V. ten Stadhuize, ingang
Zijlstraat vervoegen. Ongeveer 75 gezinnen, ook
uit Den Helder en Rotterdam, werden op deze
wijze reeds geholpen.
Bijzonder belangrijk is ook de taak van den
ordonnance-dienst, die nog steeds de onmisbare
schakel vormt waardoor alle diensten naar be-
hooren kunnen functionneeren. Het voortbestaan
van het K.V.V. is dus ook in dezen tijd zeer ge
wenscht. Zij. die zich tot dit gemeenschapswerk
voelen aangetrokken aarzelen niet zich onverwijld
aan te melden.
LEGER DES HEILS.
Ceramslraat 4, Haarlem-Noord.
A.s. Donderdag 8 uur n.m. zal in bovengenoemde
corpszaal het welkom plaats vinden van de nieuw
benoemde Officieren, Majoor Boekhout en Adju-
dante Fleg.
STRAND TUSSCHEN HOEK VAN HOLLAND
EN MONSTER LEVENSGEVAARLIJK.
De Duitsche autoriteiten deelen mede, dat het
strand tusschen Hoek van Holland en Monster
levensgevaarlijk is wegens de aanwezigheid en het
aanspoelen van mijnen. (A.N.P.)
door
NORMAN FRAZER.
(Nadruk verboden).
6)
„Jij gaat voor", vervolgde hij; „als je in de straat
bent, loop dan langs den stilsten weg dien je vin
den kunt naar Devonport. Denk er om, dat mijn
oogen onafgebroken op je gevestigd zullen zijn.
Ik kom vlak achter je aan".
Lindsay mompelde een ongearticuleerde vloek,
doch gehoorzaamde en aanvaardde den steelschen
tocht door een labyrint van stegen en zijstraten.
Zoo, met den Hindoe achter zich slenterend, ging
hij voort, tot zij beiden in Devonport waren aange
land, temidden van een menigte zeelieden, marine
matrozen en hun roezemoezige aanhang.
„Dezen kant op", gaf Lal Das plotseling een ge
fluisterde instructie. „Rechtsom volg mij het
gangetje door en vergeet niet, zooals ik je eerder
heb gezegd, dat ik oogen in mijn achterhoofd
heb!"
Lindsay draaide snel zijwaarts. De Hindoe was
in een donkere opening gestapt, waar zelfs niet het
flauwste schijnsel van een lantaarn of lamp
schemerde en die onweerstaanbaar de gedachte
wekte aan een hinderlaag misschien wel aan
moord. Toen de lichte kleeren van Lal Das in de
duisternis verdwenen, bleef Lindsay staan.
„Waar gaan wij naar toe?", vroeg hij ruw.
„Naar mijn kamer, waar niemand ons kan storen.
Het is een rustig plekje. Daar kunnen wij onze
verdere plannen bespreken. Kom mee".
„Als er een valstrik is", klonk het dreigende
wederwoord, „reken er dan maar op dat ik niet
zonder verdedigingsmiddelen ben. Lal Das. Ik ben
een kwaje om mee te beginnen.
„Kom je?", vroeg Lal Das met een haast trei
terende bedaardheid, „of sta je hier liever kost-
FAILLISSEMENTEN.
De Arrondissements-Rechtbank te Haarlem heeft
op Dinsdag 30 Juli de volgende faillissementen uit
gesproken 1. J. Groen, kweeker, destijds wonende
te Sint-Pancras, thans wonende te Haarlem, Eem-
straat 5.
Curator rar. F. J. D. Theyyse te Haarlem.
Rechter-Commissaris mr. E. H. F. W. van
Schaeck Mathon te Haarlem.
2. De Naaml. Vennootschap Maatschappij tot
Exploitatie en Administratie van Onroerende Goe
deren „Loots", gevestigd te Heemstede.
Curator mr. W. G. J. Veenhoven te Haarlem.
Rechter-Commissaris mr. S. J. Pit te Haarlem.
3. P. A. van Dam, koopman en kapper, wonende
te Haarlem, Smedestraat 21.
Curator Mr. L. Ali Cohen te Haarlem.
Rechter-Commissaris mr. E. H. F. W. van
Schaeck Mathon te Haarlem.
Op grond van verzet werd vernietigd het faillis
sement van Jan Bóoda, musicus, wonende te Haar
lem.
Curator mr. F. van der Goot, te Haarlem.
Door het verbindend worden der uitdeelingslijst
zijn geëindigd de faillissementen van:
1. J. W. Wolters, wonende te Heemstede.
Curator mr. T. A. M. A. van Löben Seis te
Haarlem;
2. J. Feyer, expediteur, wonende te Zaandam.
Curator mr. H. H. Riepma te Edam.
3. P. J. de Bree, thans wonende te Soestdijk.
Curator mr. J. Hoog te Haarlem.
277
Krent zette zijn schoenen op den grond en
kroop heel voorzichtig op handen en voeten
in de richting van den Dikke. Deze hoorde ge
ritsel in zijn buurt en werd opmerkzaam. Al
heel gauw kreeg hij Krent in de gaten.
baren tijd te verknoeien? Dat is niet zonder risico,
zou ik zeggen!. Ik wil den heelen weg wel vlak
vóór je loopen, hoor. Je mag je pistool of mes vlak
in mijn rug houden als je dat wilt, totdat wij in
mijn kamer zijn. Kom!"
„Vooruit dan maar", gromde Lindsay, „maar
denk er aan, geen kunsten alsjeblieft!"
De Hindoe gleed verder door de donkere gang,
met Lindsay direct achter zich aan, tot zij in een
kleine vierkante ruimte kwamen, spaarzaam ver
licht door het zwakke glimmeren van een kaars
achter een raam in een hoek. De zeeman keek rond
en naar zijn gelaatsuitdrukking te oordeelen,
scheen de omgeving hem niet bijster aan te staan.
Zijn rechterhand omklemde vaster het gevest, dat
uit de schede aan zijn gordel stak.
Hij stond vlak achter Lal Das, toen deze een
deur opende, maar inplaats van den Hindoe te
volgen, bleef hij aarzelend op den drempel staan.
„Strijk een lucifer af en laat eens kijken in
wat voor hol ik terechtkom", verzocht hij. „Ik mag
op onbekende plaatsen altijd graag een beetje voor
mij uitzien".
Lal Das was hem onmiddellijk ter wille. Hij
stak een lucifer aan en wees naar een deur aan
den rechterkant van de nauwe doorgang, waarin zij
stonden.
„Dat is mijn kamer", zei hij, „kom binnen".
Lindsay bleef nog treuzelen.
„Hoe weet ik, dat daar geen dozijn van jouw
landslui verdekt staan opgesteld, klaar om mij om
zeep te brengen?" vroeg hij. „Luister, Lal Das; jij
gaat je kamer in en steekt het licht aan en ik
zal door het raam kijken om mij te vergewissen
dat het daar zuivere koffie is. Ik zeg maar: voor
zichtigheid is de moeder van de porseleinkast!"
„Ga dan maar bij het raam staan", stemde Lal
Das toe, terwijl hij zijn deur open deed. „Jij bent
anders knapjes achterdochtig".
Lindsay hield zijn gezicht tegen de vuile venster
ruiten gedrukt, toen Lal Das in de kamer een kaars
aanstak. De zeeman merkte niets verdachts op,
de kamer was armoedig, smerig, ongezellig: er
waren geen meubels waarachter iemand zich kon
verbergen. In het midden stond een tafel; niet ver
EXAMENS.
Academische opleiding.
Geslaagd voor het propaed. examen voor civiel-
ingenieur H. Ferwerda en A. C. Krijn. Haarlem;
voor het propaed. examen voor werktuigkundig
ingenieur H. Vreedenburg, te Haarlem.
Hoofdakte.
Haarlem 30 Juli. Geëxamineerd 8 candidaten.
Geslaagd voor het geheele examen: Mej. W.
Tolsma te Amsterdam; mej. E. G. Tijssen te Am
stelveen; J. Bouman te Westzaan; J. R. Goossens
te Haarlem.
Voor gedeelte B: Mej. A. Schoorl te Amsterdam;
mej. L. M. Smits te Amsterdam; mej. C. A. T. M.
Snijders te Amsterdam
Fransch M.O. A.
Geslaagd de heer A. J. M. Janssen te Velsen.
Fransch L.O.
Geslaagd mej. A. A. M. Gloudemans te Haarlem
en de heer !B. Dunnebier te IJmuiden.
Staatsexamen.
Staatsexamen ter toelating tot de universitei
ten (art. 12 der hooger-onderwijswet)Geslaagd
voor diploma A: geen. Voor diploma B: mej. B.
Quartero.
Handenarbeid.
Haarlem 30 Juli, Geëx. 14 vrouwelijke candida
ten. Geslaagd: J. G. Krab. Utrecht; H, Berkemeier,
A. Groenewold, A. W. de Hoop, A, de Jongh, A. H.
de Waal Malefijt, C. J. van Lent, R. M. A. M, Or-
chudesch, A. Peeters, alle Amsterdam; M. C. Paar.
Uitgeest; J. van Riessen, Bloemendaal; J. E.
Schendsiok, Bloemendaal; C. A van der Kroon,
Amsterdam.
Aan de Chr. M.U.L.O.-school „Dreefschool" met
3-jarigen cursus te Haarlem, zijn geslaagd voor
diploma B: Hans Harte], Jan de Vries, Liza Hack,
Marie Binsbergen, Gerard v. d. Raad, Wim Schoen
makers.
Voor diploma A: Kees Serné, Miep Leffelaar,
Jeanne Peper, Peter v. Woerden, Corrie Rozendaal,
Aty Kooy. Jan v. Wijk, Anny Guldemond, Boy
Lieneman, Jan Toeset, Hans Buré, Janny Dijkstra,
Kees de Ruiter, Rein Kuit, Jo Binsbergen, Sietske
v. d. Meer. Tonnv Funke, Bram Lettinga, Wulfert
Flooren. Fokke Dijkstra, Steven Meyerink, Jo
Pronk, Jan Kleyn, Hermien v. Asten. Annie Antonie,
Lyda Woeldei-s, Jan Gleysteen, Ben Uylenburg.
Han Vetter, Wim Hopman, Kitty Vermeer.
J. PRIOR OVERLEDEN.
In den leeftijd van 51 jaar is te Hilversum
plotseling overleden de heer J. Prior te Amster
dam. De heer Prior was op de effectenbeurs een
zeer populaire figuur. Hij stond bekend als een
vlotte en coulante zakenman, die het beursvak
tot in de puntjes beheerschte.
PERSONEELE BELASTING VAN LICHTE
ZIJSPANCOMBINATIES.
De K.N.M.V. meldt:
Voor de toepassing van de wet op de personeele
belasting inzake motorrijwielen onder de 60 K.G.
dient het gewicht van een zijspan bij het vast
stellen van het gewicht van het motorrijwiel
buiten aanmerking te blijven, zoodat. voor een
motorrijwiel met een gewicht van minder dan 60
K.G., waaraan een zijspan is bevestigd, geen
personeele belasting is verschuldigd.
VOOR DE KINDEREN
273
Deze nam de prop uit den mond van den
Dikke en sneed met zijn zakmes de koorden
los. De Dikke bleef nog in dezelfde houding
om geen achterdocht te wekken, in geval de
mannen wakker mochten worden.
daar vandaan een stoel; in een hoek was een bed
geplaatst. Lindsay was tevreden. Hij glipte de
voordeur in, ging de kamer binnen en zette het
kistje op de tafel.
„Laten we de blinden dichtdoen", stelde hij
voor, met een hoofdbeweging in de richting van het
raam. „Het is niet noodig dat iemand ziet wat wij
doen".
„Zeker", viel Lal Das hem bij. „En we zullen de
deur ook sluiten".
„Wat gaan wij nu eerst doen?" bromde Lindsay.
„Ons overtuigen dat het met ons eigendom in
orde is", antwoordde de Hindoe. „De uitdrager
had de springveer niet ontdekt; hij zat zijn kop er
over te breken, waar die wel uithing. En loeh
is het maar kinderspel als je het maar weet!
Daar!"
Hij had, terwijl hij sprak, met zijn lenige handen
langs de doos getast. Plotseling klonk een scherpe
klik en uit den bodem trok hij een ondiep laatje,
eigenlijk meer een klein blad.
Lindsay's oogen glinsterden, zijn mond viel open
in een verrast hijgen van vreugde in het
laatje flonkerde en sprankelde 'n halssnoer of band
van prachtige diamanten van het zuiverste water,
waarvan de schittering de zwakke stralen van het
kaarslicht ving en in een dansend vonkenspel
terugkaatste.
„Verdraaid veilig en wel!", stiet hij uit. Hij
haalde zijn ruwe roode zakdoek te voorschijn en
wreef het zweet van zijn voorhoofd.
„Ze zijn er allemaal", zei de Hindoe, opkijkende
van zijn onderzoek. „63 totaal; dat klopt toch?"
„Het collier bestond uit 63 steenen", bevesigde
Lindsay met langzamen nadruk; „21 voor elk van
ons. Nu Stefano in de doos zit, telt hij niet mee,
vind ik. Dat maakt dus zoowat 32 de man, voor
jou en voor mij. En wat zullen we er mee
doen?"
„Laat dat maar aan mij over", was Lal Das'
bescheid. „We moeten ze zoo goed mogelijk van de
hand doen. Laten we de steenen opbergen en het
kistje vernietigen. Als dat er niet meer is, bestaat
er geen schakel meer tusschen ons en dien uit
drager!"
Aanvaring tusschen logger en
trawler.
Raad voor de Scheepvaart behandelt
de kwestie.
De Raad voor de Scheepvaart behandelde in zijn
zitting de aanvaring tusschen den motorlogger „Ma-
grietha Maria" KW 29 en den stoomtrawler „Glo
ria" IJM 37 op 11 Maart jl. te IJmuiden.
De „Magrietha Maria" is een 135 bruto register-
ton metend schip van de maatschappij „Kennemer-
land".
De „Gloria" werd gesleept door de sleepboot
„Avenir". Dë schipper van deze sleepboot cn de
schipper van de KW 29 werden als getuige ge
hoord.
De aanvaring was geschied in de Haringhaven te
IJmuiden. Over het gebeurde verklaarde de schip
per van de „Magrietha Maria" .dat het schip om
twee uur 's middags van de Haringhaven naar de
Visschershaven wilde varen. In de bocht nabij de
bunkerplaats lag de IJM 37. De KW 29 liep een
aardige vaart. De IJM 37 wilde van den wal weg.
Om ongelukken te voorkomen zette de schipper den
motor stop en trok hij aan de fluit. Deze gaf echter
geen geluid. De motor werd op achteruit gezet doch
de aanvaring kon niet voorkomen worden.
De schipper van de „Avenir" zeide, dat hij de
„Gloria" eveneens naar de Visschershaven moest
brengen. Er lagen bij de bunkerplaats verschillende
schepen. De IJM 37 had zelf geen stoom en kon
niet manoeuvreeren. Er was slechts een wachtsman
lan boord. Het kostte nog al wat moeite om de IJM
37 bij de bunkerplaats weg te krijgen. Toen het schip
vrij was wilde ik aldus de getuige overste
ken naar mijn vaarwater. Ik gaf daarvoor de noo-
dige seinen. De waterstand was zeer laag en plotse
ling merkte ik, dat de trawler en de sleepboot aan
den grond „zogen". Goed manoeuvreeren was daar
door niet mogelijk. De schipper had de KW 29 wel
zien naderen aanvankelijk dacht hij ruimschoots
voor dezen logger om te kunnen komen, maar door
het aan den grond loopen mislukte dit en werd de
aanvaring veroorzaakt.
Op een vraag van een der leden van den Raad
aan den schipper van de KW 29 hoe het kwam, dat
zijn schip zoo ver doorgeloopen was 200 Meter
nadat hij den motor op achteruit had gezet ant
woordde hij, dat de motor niet geheel in orde was
en zeker niet op volle kracht achteruit liep. Het
schip was eenigen tijd opgelegd geweest.
De inspecteur-generaal voor de scheepvaart, de
heer P. S. van 't Haaff, meende, dat de schuld van
deze aanvaring te wijten is aan de onoplettendheid
van de beide schippers. De schipper van de sleep
boot had kunnen weten, dat ter plaatse het water
ondiep is en de bodem kon zuigen. De vaart van
de KW was veel te groot geweest, waardoor het
schip niet tijdig kon stoppen.
De Raad zal later uitspraak doen.
(A.N.P.)
Naar eenheid van het tooneel.
Onder leiding van de NOK.
's-GRAVENHAGE, 30 Juli. Onder presidium
van twee der drie initiatiefnemers van de N OK.
de heeren ir. Hein von Essen en Ben van Eyssel-
steyn, heeft een groote vergadering te Amsterdam
plaats gehad van tooneel-directeuren, regisseurs
en tooneelspelers uit het geheele land.
De heer van Eysselsteyn, die de vergadering
leidde, heette de ruim 250 aanwezige tooneel-
kunstenaars welkom en gaf een beeld van de
groote organisatie der N.O.K. (Algemeene Neder-
landsche Organisatie van Kunstenaars) in haar
verschillende af deelingen en vakgroepen, waarbij
ir. Hein von Essen commentaar gaf omtrent de
cultureele en sociale bedoeling en de werkwijze
van het geheel.
Tot alg. hoofdbestuursleden van de N.O.T. (Ne-
derlandsche Organisatie van Tooneelkunstenaars)
werden benoemd: Joan Remmelts, voorzitter;
Kommer Kleyn. vice-voorzitter; Hans van Meer-
ten. secretaris-penningmeester; Dirk Verbeek. Ko
Arnoldi, Herman Bouber. Anton Burgdorfer.
Richard Flink, Gor Hermus en Hetty Beck.
Daarna werd overgegaan tot voorloopige benoe
ming van de leden der verschillende vakgroeps
besturen, die der directeuren, der regisseurs, der
tooneelspelers, der tooneeldecorateurs en -archi
tecten, enz.
Verscheidene dramaturgen en tooneelcompo-
nisten gaven zich gedurende de vergadering op
om den grondslag te vormen voor nieuwe vak
groepen.
In den namiddag hield het nieuwe alg. hoofd
bestuur der N.O.T. in bijzijn van genoemde hee
ren reeds haar eerste vergadering en werd het
dagelijksch bestuur gekozen om zoo spoedig mo
gelijk de werkzaamheden aan te vatten. Eveneens
had een eerste bijeenkomst van de vakgroep
directeuren plaats. (A.N.P.)
DE VIJFDE KINDERVACANTIETREIN NAAR
DE OSTMARK.
De vijfde kindervacantietrein naar de Ost-
mark is Dinsdag om 12.24 uur van het Arnhem-
sche station vertrokken. Uit Arnhem en omge
ving gingen 305 kinderen mee. terwijl de trein
op' de verdere reis nog troepen kinderen zal op
nemen, zoodat in totaal 812 kinderen naar de
Ostmark gaan.
Aan het station was groote belangstelling,
vooral van de zijde van de ouders. De burgemees
ter van Arnhem, de heer H. P. J. Bloemers was
bij het afscheid aanwezig.
Er heerschte een opgewekte stemming (A.N.P
„Laten we ze eerst eens een posje bekijken",
drong Lindsay. Hij kwam naast Lal Das, boog zich
over de tafel en staarde in verrukking naar de
juweelen.
„Wat schitteren die dingen!", riep hij uit. „Veel
geld moeten die waard zijn; ik wou dat we ze al
verpatst hadden!"
„Dat komt wel", temperde Lal Das zijn opwin
ding. Hij haalde een zakje te voorschijn en liet
daarin langzaam het halssieraad glijden ter
wijl hij dat deed, telde hij de steenen nog eens
na.
Lindsay keek toe, half achter hem staande en
een plotselinge aanvechting schoot door dc gedach
ten van den zeeman. Zijn blik bleef rusten op den
rug en de schouders van Lal Das, slank, tenger:
naar hem toegewend met dat ondefinieerbaar-
lenige, dat aan breekbaarheid doet denken. Hoe
gemakkelijk was het, zijn mes te drijven door de
dunnen kleeren en de bruine huid eronder, in het
hart van den Hindoe. Het werk van een seconde
zou het zijnzijn vingers gleden behoedzaam
naar het mes in zijn gordel
Vijftien, zestien, zeventien, achttien", telde
Das, op een toon van welbehagen. Negentien,
twintig, een en twintig, twee en...." Het mes flitste
door de lucht en drong, gedreven door den ster
ken arm van den zeeman, in het lichaam van den
Hindoe. Lal Das liet een dof gekreun hooren en
zonk ineen op de tafel, hij bedekte de glinsterende
steenen en sloeg tegen het kistje met de koperen
hoeken.
Lindsay deed een paar stappen achteruit, met
ingehouden adem. Zijn oogen in starre gefasci
neerde verschrikking, waren als aan het lichaam
gehecht. Ten laatste, met een lange zucht, bewoog
hij zich, met een poging om zich uit de gruwelijke
betoovering te bevrijden. Hij kon het zich nauwe
lijks in werkelijkheid voorstellen, dat hij zoojuist
een man gedood had, tegen wien hij een paar
minuten tevoren nog had gesproken.
Toen ontwaakte hij eensklaps tot een koorts
achtige energie. Hij griste het zakje uit de vingers
van den dooden man en stopte snel de rest van de
Onrechtmatig ontslag van arbeiders.
Verschillende zaken door Amsterdamschen
Kantonrechter behandeld.
De plaatsvervangende Amsterdamsche kan
tonrechter mr. Klaver, heeft Dinsdag een zaak
behandeld tegen een hoedenfabrikant. die op 12,
13 en 20 Juni respectievelijk den magazijnbe
diende G-, de stikster H. en den kantoor- en
magazijnbediende f. had ontslagen, zulks in
strijd met de afgekondigde bepalingen van het
departement van sociale zaken.
De hoedenfabriek was tijdens den oorlog ge
sloten geweest, doch naderhand was zeer veel
vraag ontstaan, zoodat extra personeel moest
worden aangenomen. Tot deze categorie behoor
den ook de werknemers waarvoor de zaak han
delde. De magazijn- en kantoorbediende F. was
op staanden voet ontslagen, omdat hij weiger
de hem opgedragen werk te verrichten. Overi
gens had hij reeds zelf ontslag genomen, daar
het werk hem niet beviel. De beide anderen wa
ren ontslagen omdat zij volgens den werkgever
niet geschikt voor hun werk waren. Hij stelde
zich op het standpunt, dat zij bij hem proef
werkten en hij dus niet aan de bepalingen ge
bonden was. Zij waren bovendien allen einde Mei
of begin Juni in dienst getreden.
Toen de arbeidsinspectie den werkgever op de
bepalingen attent had gemaakt heeft hij advie
zen ingewonnen bij ambtenaren van dezen
dienst. Deze adviezen waren weinig concreet ge-
weest, zoodat de werkgever als leek de ware
strekking der bepalingen niet had kunnen be
grijpen. Wel had hij zich bereid verklaard, ook
toen hij de vergunningen voor de ontslagen had
gekregen, alle betalingen, waartoe hij ver
plicht was te doen. Uit alles bleek, dat hij vol
komen te goeder trouw was geweest.
De kantonrechter motiveerde zijn vonnis uit
voerig. Inzake F. achtte hij een dringende reden
tot ontslag, het weigeren om opgedragen arbeid
uit te voeren, aanwezig, weshalve hij de verdachte
in dit geval vrijsprak.
Voor beide andere gevallen bestond aldus
het vonnis deze dringende reden niet. Deze
ontslagen waren derhalve onrechtmatig, al twij
felde de rechter met aan den goeden trouw van
verdachte. Mr. Klaver veroordeelde den werkge
ver tot tweemaal f 5 boete, subs, drie dagen
hechtenis. Voor bijzondere voorwaarden achtte
hij geen reden aanwezig, aangezien verdachte
duidelijk zijn bereidheid om schadevergoeding
aan de ontslagenen te betalen, had doen blij
ken.
Ook in de middagzitting van den Kantonrech
ter zijn enkele zaken over het onrechtmatig ont
slag behandeld.
Een andere zaak betrof een boekhouder van
een technisch bureau, wien ten laste was gelegd,
dat hij op 15 Juni een monteur had ontslagen
zonder daartoe vergunning te hebben van de ar
beidsinspectie. De boekhouder verklaarde, dat de
monteur in de plaats was gekomen van een vas
ten monteur, die gemobiliseerd was. Toen deze
gedemobiliseerd werd. meende hij den plaatsver-'
vanger te kunnen ontslaan. Bovendien stond
deze plaatsvervanger niet in vasten dienst, daar
hij, aldus de boekhouder, niet gebonden was aan
vaste werktijden. Er werd echter wel voor hem
geplakt. Een gezagverhouding ontbrak. De mon
teur als getuige gehoord, sprak dit tegen. Hij
had twee en twintig en een half jaar bij het
technisch bureau gewerkt, laatstelijk als chef
monteur. Bij een reorganisatie was hij ontslagen,
doch 9 September 1939 weer aangesteld. Wel
werkte hij nadien inplaats van tegen een week
loon tegen een uurloon, doch van vrijheid van
handelen was geen sprake, daar hij zich iederen
morgen om acht uur moest melden en pas om
half zes vrij was. hetgeen op een prikklok werd
gecontroleerd. Hem was bovendien gesuggereerd,
dat hij na de mobilisatie ook in dienst kon blij
ven.
Tot een eisch of een vonnis is het in deze
zaak niet gekomen, daar de dagvaarding den
boekhouder als leider der N.V. noemde, h'etgeen
niet het geval was en de dagvaarding derhalve
nietig werd verklaard.
Een derde zaak was tegen den commissiehan
delaar in muziekinstrumenten W. Zijn zaken
waren door de mobilisatie en den oorlog dusda
nig achteruitgegaan, dat hij op 31 Mei in over
leg met zijn personeel besloot de zaken te liqui
deeren en derhalve ook den kantoonbediende
v. d. S. ontsloeg.
Door het besluit van 10 Juni was hij echter
verplicht den kantoorbediende wederom in
dienst te nemen, waarop hij een vergunning voor
ontslag aan de arbeidsinspectie aanvroeg. Deze
vergunning werd hem op 26 Juni niet verleend,
Hij heeft hierop den bediende weer in dienst ge
nomen, echter in overleg met de arbeidsinspec
tie tegen een salaris van f 45, in plaats van:
oorspronkelijk f 60, de bediende zou twee uur
per dag minder behoeven te werken. Het salaris
over de maand Juni werd hem niet uitbetaald.
De kantonrechter veroordeelde den verdachte
tot f 7.50 subs, vijf dagen hechtenis.
Baby door trein overreden en
gedood.
Naast een onbewaakten overweg in de Looner-
straat te Assen, is Dinsdagmiddag het bijna twee
jarig zoontje van de familie T„ dat daar speelde,
door den van Rolde komenden personentrein van
ie Noord-Ooster Lokaal Spoorweg Mij. overreden,
De machinist bemerkte het ongeluk niet en reed
loor naar het station Assen. Het kindje werd deer-
-ik verminkt en op slag gedood. (A.N.P.)
steenen er in. Na dat gedaan te hebben, bond hij
het zakje dicht en propte het in zijn zak. Daarna
haastte hij zich naar de deur, maar op den drem
pel keek hij nog eens om. Het mes! Dat moest
hij daar niet laten en 't kistje met de koperen
hoeken evenmin. Dat waren schakels in een keten
die niet gesmeed mocht worden....
Met moeite enmet afgewende oogen trok hij
het mes uit de wond. Nu was het kistje aan de
beurt. Het stond open op tafel met het laatje, dat
de bodem vormde, uitgetrokken. Hij schoof het
weer op zijn plaast, en gooide het mes in het
kistje. Toen stopte hij het kistje onder zijn jas en
ging ten tweede male naar de deur.
HOOFDSTUK IV
De hut op de hel.
Er waren slechts weinig menschen in de bar,
waar Lindsay binnen ging en niemand lette bij
zonder op hem. Hij zag er uit als een aan lager wal
geraakte zeeman, een type dat in deze omgeving
niets ongewoons had. En zoo de andere bezoekers
zich al een oogenblik afvroegen, waarom hij zijn
jas wat stijf tegen zijn lichaam gedrukt hield, dan
lag direct de verklaring voor de hand, dat de man
er geen overhemd onder aan had en zich schaamde
over zijn armoede. En Lindsay van zijn kant schonk
evenmin aandacht aan de menschen om hem heen.
Hij wierp een blik op de klok boven de blinkende
rij grazen op het buffet en terwijl de bediende
hem een glas bier inschonk, stelde hij vast dat het
half elf was. Hij goot de helft in één teug door zijn
keel. Hij was verbaasd dat hij woorden had kun
nen vinden om de drank te kunnen bestellen
zijn mond scheen hem zoo droog als perkament
Hij dronk de rest van het bier op en voelde zich i
wat beter: hij stond op het punt een tweede glas
te bestellen, maar bedacht, dat er nog veel van zijn
krachten zou worden gevergd en hij verstandif
deed zijn hoofd koel te houden.
(Wordt vervolgd).