mm 1/1250-ste seeonde... Menschen in Amsterdam FLITSEN De zaak van den betwisten baby nadert haar ontknooping. DONDERDA G 8 AUGUSTUS 1940 HAARLE M'S DAGBLAD 3 tijd tegenwoordig. Mondjesmaat van alles zoo wat. hè? En dan krijge we tot overmaat van ramp morge nog visite: me zwager en z'n vrouw. Ze komme toch morge, niet?" Dit tot den pakjes- dragenden man. die juist weer een paar pakje#s .omwisselde" en weer iets rooder werd. En zon der het antwoord af te wachten ging de magere voort: ..Wat mot je doen, hè? Asse ze zegge: we komme de volgende week Zondag 's bij jullie, we hebbe mekaar in zoo lang niet gezien ze wone in Bussum, ziet u dan ken je toch niet zegge néé? 'n Mensch moet voor z'n familie wat over hebben, hi hi! Niet dat het geen aardige mensche benne. daar niet van. Me schoonzuster is 'n beetje astrantig maar anders 'n best mensch en 'n puike huisvrouw, nou! Daar kenne 'n heeleboel van die mederne vrouwe 'n puntje an zuige. Je mag bij d'r thuis komme, 's morges. 's middags en 's aves. 't Is altijd even netjes bij d'r." Hier liet de man een pakje vallen en moest zich in allerlei bochten wringen (voor zoover dat voor iemand van zijn omvang mogelijk was) om het op te rapen zonder nog meer pakjes te ver liezen. Toen hij weer in rechten stand teruggekeerd was. was hij pioenrood. Maar hij zei nog steeds geen woord. De juffrouw daarentegen vervolgde haar woor denstroom: ,,Nou me zwager Ls 'n lobbes van 'n vent. As die maar op tijd zijn bikkesement krijgt en zoo nou en dan 's 'n rookertje, vindt-ie het al lang goed. Maar z'n éte mot-ie op tijd hebbe. daar istie fel op. Astie van z'n werrek komt en 't etc is niet klaar. nou. dan kan 't wel 's effe spoke! En 't ken toch best 's voorkomme dat je as vrouw zijnde befobbeld effe 'n booschap heb gedaan en 'n oogenblikkie met 'n buurvrouw 'n praatje heb gemaakt. Dat ken-ie maar niet begrijpe Maar anders 'n goedzak van 'n kerel, 'n echte lobbes. En nou me osselappies; een pond en niet te vet!" Dit laatste tot den slager, want de juffrouw had onder haar „gesprek" door terdege opgelet, dat haar beurt niet voorbij zou gaan. De slager woog het vleesch af. pakte het in en kreeg zijn geld. „Zeg", zei de juffrouw tot. haar echtgenoot, „m'n tasch is al zoo vol. Neem jij dat kleine pak- kie d'r nou nog bij. We benne zóó thuis". De man die. als gezegd, nog geen woord ge sproken had. werd nu vermiljoen-rood en stond duidelijk-merkbaar „op springen". En hij uitte plotseling zijn „te stijf geperst," gemoed door één woord, zoo krachtig, zoo blijkbaar echt gemeend, maar tegelijkertijd helaas zoo profaan, dat ik het in deze kolommen niet kan laten afdrukken De juffrouw schrok merkbaar, stopte het pakje vleesch toch in de boodschappentasch, zei niets meer en verliet toen snel „de kleine slager", ge volgd door den nu opgeluchten man-met-de- pakjes. J. C. E. Lijk van pasgeboren kindje gevonden. Vrouw te Zutfen gearresteerd. Bij de Kerkhofgracht aan den weg naar Warns- veld te Zutphen hebben eenige dagen geleden kinderen, die daar speelden, een doos gevonden met het in verregaanden staat van ontbinding ver- keerend lijkje van een pasgeboren kind. Na een uitgebreid onderzoek heeft de recherche mejuffrouw H. aldaar aangehouden. Zij zal ter beschikking van de justitie worden gesteld. 'A.N.P.) DL HOLLANDSCHE BRAND- EN LEVENSVER ZEKERING SOCIËTEIT VAN 1808 N.V. Het verliessaldo over 1939 bedraagt f 123.236. Be sloten is dit af te schrijven van de rekening Reserve Koersverschil op Effecten. Het koersverlies op effecten heeft over 1939 f 213,362 bedragen. De ba lans per 31 December 1939 luidt: Effectenrekening 973.326.it8 Depositorekening u/g 505.687.50 Bankiers 29.539,74 Kassa- en Girorekening 14.298,17 Interest, nog te ontvangen6.763,25 Kantoormeubilair i, Diverse Debiteuren 43.861.80 Saldo Winst- en Verliesrekening 123.286.49 1.696.764,43 Aandeelenkapitaal J 1.000.000,— Reservefonds 430.000. Reserve Koersverschil op Effecten.. 180.212.29 Reserve Pensioenfonds 7.866.26 Reserve Loopend Risico 34.964.69 Ongelikwideerde Schaden 21.830.64 Diverse Crediteuren 21.890.55 1.696.764,43 Huisbal 4. Vraagt of het zoo mag, daarbij een geluid ver wekkende, of een goede rentrein door de hal davert. 5. Zucht: goed, ik zal er mee ophouden en pro beert nog even de kunst om den bal achter zijn rug te vangen. 6. Vlucht haastig naar zijn kamer als de bal met luid geratel alle treden af- dendert. NIEUWE SERIE No. 69 1. Oefent zich gedwongen door den regen, binnens huis met een hockeybal tegen een muur. tot moe der vraagt, met dat lawaai op te houden. 2. Informeert, wat ze zei en gaat intusschen door. 3. Gaat naar het portaal om te discussiëeren, in tusschen een balanceer- kunst oefenende. Hoe snel het leven ook is, toch bestaat er een middel om het vast te houden Gelukkig zijn de menschen, die er een liefhebberij als fotografeeren op na houden dat houdt herinneringen vast... dat geeft een ongekende rijkdom voor later; de oude beelden uit het snelvliedende leven blijven voor altijd bij U. De Zeiss Ikon CO NT A X - de camera voor Uw leven. Met de Contax kunt U onbelemmerd fotografeeren. De onverwoestbare meta len spleetsluiter geeft belichtingstijden tot 1/1250 sec., de lichtsterke objectie ven 1:1.5 en 1:2 maken U haast onafhankelijk van het licht; afstand schatten is overbodig, daar het beeld venster een afstandsmeter bevat en bij model III zelfs een foto-electrische belichtingsmeter ingebouwd is. Laat U zich deze camera door Uw fotohandelaar eens toonen, of vraagt Contax-prospecti bij ZEISS IKON N.V. Heerengracht 489 Amsterdam. (Adv. Ingez. Med.) Nieuwe pleidooien voor de Haagsche Rechtbank. In een kort geding van bijzonderen aard en uitzonderlijk langen duur, n.l. tusschen de families S. en Van der W., begint het einde in zicht te komen. Men zal zich herinneren, dat op 10 Mei des .morgens in de kraamvrouwenkliniek Bethlehem aan de Princessegraeht te 's-Gravenhage een bom insloeg, waardoor enkele kinderen, die in zaal 9 verpleegd werden, werden gedood. De overige zuigelingen werden aangereikt aan toegeschoten helpers. Mevr. S., die in de intact gebleven zaal 8 werd verpleegd, heeft een kind, waarvan zij meende, dat het het hare was, aan een helper door het raam aan de voorzijde aangereikt, die het naar den schuilkelder van de eerste Nederlandsche Levensverzekering Maatschappij heeft gebracht. Later heeft zij haar kind daar niet meer terugge vonden en daar zij overtuigd was, dat het nog leefde, heeft zij een rondgang met een der zusters gemaakt langs de moeders, die in de kliniek ver pleegd werden en die nog wel in het bezit waren van haai' kind. In het kind, dat mevrouw Van der ff. uit de inrichting had medegebracht, herkende zy het hare, doch mevrouw Van der W. hield voi, dat zij haar eigen kind had. Als bewijs werd o.m. aangevoerd, dat zij dit kind niet in de schuilkelder van de Eerste Nederlandsche, doch in die van een ander gebouw aan de Princessegraeht, n.l. no. 6a, in ontvangst had genomen. De familie S. meent echter, dat de waarschijnlijkheid er voor pleit, dat het kind, dat op zaal 9 verpleegd werd, is gedood, doch dat haar eigen kind, dat op zaal 8 lag en naar buiten gereikt is, nog in leven is. KORT GEDING. Daarom heeft de familie S. van den president van de Haagsche rechtbank, mr, A. S. Rueb, in kort geding afgifte gevraagd van het kind, dat de familie Van der W. thans onder zich heeft. Op 15 Juni hadden de eerste pleidooien plaats, op 19 Juni werd getuigenverhoor gelast, dat op 19 Juni plaats had en later gelastte de president deskundigenonderzoek naar de bloedgroepen en vingerafdrukken. De rapporten van de deskundigen zijn eenige dagen geleden ingediend, doch het onderzoek heeft geen positief resultaat opgeleverd. De omstreden zuigeling kan het kind van de vier onderzochte ouders zijn. Woensdagochtend zijn nogmaals pleidooien ge houden in deze zaak. Mr. S. van Oven, de procureur voor de eischende partij, betoogde, dat alle patiënten, ook mevrouw S... na den bominval begrijpelijkerwijze zenuw achtig waren. Doch vast staat, dat mevr. S. haar kind door het raam naar buiten heeft gegeven; dit kind moet dus nog in leven zijn. Spr. zeide, dat er niet aan getwijfeld kan worden, dat het kind, dat thans onder de berusting van de familie Van der W. is, hetzelfde kind moet zijn. In elk geval staat vast, dat dit kind nooit het kind van mevr. Van der W. is, daar haar kind gedood moet zijn; van de vier. op zaal 9 verpleegde jongens zijn er twee terecht en er zijn in het puin van die zaal twee kinderlijkjes gevonden.. Verschillende voor werpen uit het goed van mevr. Van der W. zijn gevonden op de plaats, waar een der kinderlijkjes is gevonden. Pleiter achtte het niet twijfelachtig, dat het kind van mevr. Van der W. overleden is. Doch de waarschijnlijkheid, achtte pleiter niet vol doende: verschillende getuigen hebben het kind herkend als dat van mevr. S en anderen hebben ontkend, dat het kind van mevr. Van der W. is. Het vlekje op den neus, waarover de meest verschil lende verklaringen zijn afgelegd, geeft geen zeker heid. ZEER KLEINE AANWIJZING. zijn. De heer Smalhout kan met eischer meegaan, als deze betoogt, dat een der patiënten een verkeerde baby als de hare behoudt, doch betwist, dat het bewijs geleverd is, dat deze patiente mevr. Van der W. is. Het tweede kinderlijkje kan ook van een andere zaal dan zaal 8 of 9 afkomstig zijn. Uit het feit, dat de kousenzak in het puin gevon den is, volgt niet, dat het wiegje van het kindje-Van der W. naar beneden geslagen is. Er bestaat geen verschil tusschen partijen, dat mevr. Van der W. hetzelfde kind heeft, dat zij uit den schuilkelder van Princessegraeht 6a heeft meegenomen. Vast staat, dat het kindje-S. naar den schuilkelder van de Eerste Nederlandsche gebracht is. Hoe verklaart men nu, dat het kindje-S., dat naar dien schuilkelder gebracht is. terecht is gekomen in den kelder van Princesse graeht 6a? Hier is een hiaat in het systeem van eischeres. Als hier geen bewijs van geleverd wordt, dan is het totaal onmogelijk, dat het kindje, waar ever het geschil loopt, het kindje-S. is. Wat de herkenningen betreft, zij, die het kindje als dat van Van der W. herkennen, geven allen redenen van wetenschap en noemen objectieve herkennings teekenen. Dit is niet het geval met hen, die het als dat van S. herkennen. Het staat onomstootelijk vast, dat het kindje Van der W. voor den bom inslag een krom beentje en een vlekje van zilver nitraat boven de oogen had en dat deze kenmerken ook na den bominslag door de omstreden baby werden getoond. Voorts bestreed pleiter enkele getuigenverklaringen en concludeerde, dat van die verklaringen weinig overblijft ten voordeele van de eischende partij. Voorts betoogde spreker aan de hand van een grafiek, dat de gewichtstoename ook in het voordeel van gedaagde pleit. Tenslotte vroeg spreker in geval van twijfel de vordering af te wijzen, daar de familie Van der W. het kindje reeds drie maanden onder zich heeft en eischers zich in die drie maanden hebben moeten In Amsterdam ziin menschen beneden en boven de maat, menschen met een overhemd maat 14 en met 1614, en 't is merkwaardig maar ook in de ver zameling menschen, die men de maatschappij noemt, doet zich de natuurwet gelden dat wanneer twee ongelijke krachten tegenover elkaar komen te staan er iets gebeuren moet om 't evenwicht te herstel len. Zoo kwam in het verdachtenbankje van den Amsterdamschen politierechter een meneer (men spreekt dan meer van een man) met de overhemd- maat 16'/2» een bokser van heb-ik-jou-daar, en voor het getuigenhekje verscheen een meneer (men spreekt dan neutraal over persoon) met de over- hemdmaat 14. Daar was dus een speling tusschen dien man en dien persoon, en inderdaad, de weeg schaal was doorgeslagen, en de man had den per soon een wat-je-kou verkocht. Wanneer de na tuurlijke weegschaal in evenwicht wordt gebracht beteekent dat echter wel eens dat de geestelijke weegschaal verstoord wordt. Nou moest de rechter met heel veel passen en meten het geestelijke ge rechtelijke weegschaaltje weer in evenwicht bren gen. De Officier dacht dat twee rijksdaalders, van het gewicht van den zwaren bokser afgenomen, de schaal van den lichtgewicht zoodanig zouden doen rijzen dat het evenwicht hersteld zou zijn. Maar de rechter keek eens door zijn oogharen, probeerde in gedachten een paar andere gewichten, klopte tegen het gerechtelijke schaaltje om te kijken of het nog zuiver aangaf, haalde voorzichtig van des boksers schaal het gewicht van één gulden zilver af en schoof achterover in zijn stoel om te zien of het zoo in orde was. Nog eenmaal verhief de zwaarge wicht zich in zijn volle lengte, waarbij zijn breede schaduw de groene tafel verdonkerde. Zou er pro test komen? Ja, neen, ja, neen. Een zucht, de man draaide zich zonder een woord te zeggen om en ver liet de zaal. De rechter glimlachte; de schaaltjes hingen weer gelijk. Zoo was het slot van deze geschiedenis van twee Amsterdamsche menschen, en wanneer de persoon met het overhemd 14 zich voortaan nou alleen maar bemoeit met menschen, die dezelfde maat over hemd hebben, en de man met maat I6V2 alleen nog maar maatgenooten ontmoet blijft dit het slot en komt er geen vervolg. En dat is te hopen, want er schuilt tragiek in geschiedenissen als deze. en tra giek is nou niet iets, waar je naar verlangen moet. De tragiek zat 'm in hel noodlottige. De bokser kwam bij den niet-bokser in den winkel. Iemand passeerde waarschijnlijk (de incarnatie van hel noodlot) en de winkelier groette den klant-bokser met een wuifhand, en nu komt het de winkelier zou tot. op dit fatale oogenblik gezegd hebben: „Zoo. kennen jullie elkaar, hebben jullie samen gezeten". Het heeft 'm in dat woord „Gezeten" gezeten. Men weet dat wellicht niet allemaal, maar in dit verband is er in Amsterdam voor dat woord „ge zeten" slechts één uitlegging; dat beteekent niet zit ten in de bioscoop of op een terras, maar in de ge vangenis. En geen wonder dat de bokser daar kwaad om werd, want hij had nooit in de gevange nis gezeten. De winkelier zei 't iets ander gezegd te hebben: „Kennen jullie elkaar, hebben jullie wel eens bij elkaar gezeten?" En inderdaad, wanneer men het overigens uiterlijk minimale verschil beziet tusschen dat „samen gezeten" en „bij elkaar geze ten" kan daar inwendig een enorm onderscheid in zitten. „Samen zitten" laten we het daar over eens zijn, dat kan hier alleen op de gevangenis slaan, maar „Hebben jullie wel eens bij elkaar gezeten?" dat kan toch ook slaan op een cafétje of zooiets. Zou het noodlot deze tweeslachtige zinsformu- leering in den mond des winkeliers gelegd hebben om zijn spel te spelen? De politierechter vond in ieder geval dat de bokser zijn handen thuis moest houden, het spel van het noodlot is nu eenmaal niet iets wat bij de Wet erkend is. „Wanneer uw handen uitschieten komen ze veel te hard aan" vond de rechter. En daarop volgde een voor diepe denkers heel interessant antwoord van den bokser. „Dat kan niet, edelachtbare, dat mijn klap te hard aan komt, zoo iemand als deze man geef ik geen te harden klap, dat is iets wat ik niet zeggen kan, zoo iets voel je of je voelt het niet, edelachtbare, maar een grootere man krijgt een stevigen klap en een minder stevige een kleineren, en deze maar een tik je. Dat zit in je, zooiets voel je, edelachtbare". Ziehier de bevestiging van mijn evenwichts theorie; deze man heeft voor ieder mensch een pas- s?nden klap, niet te hard niet te zacht, precies goed. Het gaat er zoo'n mensch alleen om het verloren na tuurlijke evenwicht tusschen een postuur met maat overhemd 14 en één met maat 16'2 te herstellen. Maar. hersteld natuurlijk evenwicht beteekent vaak: gestoord geestelijk evenwicht. En dan moet de rechter er weer aan te pas komen en het geestelijke evenwicht herstellen. En als dit weer hersteld is danZoo ziet men hier een treffende illustratie van de wisselwerking tusschen natuur en geest, waarover geleerden zich het hoofd breken. Am sterdam zit vol diepzinnigheden en de Amsterdam sche mensch vol stof tol denken. verzoenen met den bestaanden toestand. Zou het kindje nu weggenomen worden, dan zou het kunnen zijn, dat het later weer moet worden teruggegeven. PI. meende echter, dat de vordering niet voor toe wijzing vatbaar is. Na re- en dupliek bepaalde de president de uit spraak op Woensdag 14 Augustus. LANGS DE STRAAT Het verlossende woord. Ergens op een plein in nieuw-Amsterdam woont de kleine slager of, nauwkeuriger gezegd: daar is een slagerswinkel en die heet „de kleine slager". Want de slager die er achter de toonbank staat, is heusch zoo klein niet. Integendeel: hij is van een formidabelen omvang. Hij past precies in de open ruimte tusschen die toonbank en den eenen muur van zijn kleinen winkel. Hij heeft het heel druk, die slager, vooral op Zaterdagavond. Althans op dien Zaterdagavond waarop ik mijeen mensch heeft soms van die rare bevliegingen door hem een ons lever worst deed afwegen, maakte hij uitstekende Ik ben blij dat ik die leverworst gekocht heb. niet alleen omdat zij zoo goed was en culinair genoegen verschafte, maar ook omdat ik op deze wijze ongezocht het een en ander te hooren kreeg van een lange, magere, Amsterdamsche juffrouw van middelbaren leeftijd, die veel op het hart had. Zij betrad den winkel „de kleine slager", gevolgd door haar echtgenoot, die voor den slager, wat omvang betreft, weinig onder deed en een groot aantal pakjes droeg of beter gezegd: met groote moeite vasthield. De juffrouw drong langs eenige wachtenden heen. plaatste een al flink gevulde boodschappen tasch met een smak op de toonbank en zei op gebiedenden toon: „Een pond osselappen; niet te vet." Een andere juffrouw, die tot de verdrongenen behoorde, merkte bescheiden op: „Ik ben vóór u!" „O", zei de magere, „was u vóór? Neem me niet kwalijk. Gaat u gerust uw gang hoor. Slager, help u asjeblieft deze juffrouw eerst. Wij hebben de tijd. wat jij man? We kenne best wachte. Je leert.tegenwoordig wel geduld oefene en in de rij staan, hi hi!" En toen. met een waarschuwenden blik naar haar pakjesdragenden echtgenoot: „Laat je pak- kies niet valle!" De man frommelde wat aan de pakjes, werd iets rooder in het gelaat, maar zei niets. Terwijl de dikke slager de voorgangsters van de juffrouw (want er waren er méér) aan vleesch- waren hielp, nam en behield de magere juffrouw het woord en vulde den kleinen winkel met haar luid en hoog orgaan. „Ja mensch". zei ze, zonder zich bepaald tot iemand in het bijzonder te richten, ,,'t is me 'n Tenslotte betoogde mr. Van Oven, dat in het des kundigenrapport, althans ten aanzien van de vin gerafdrukken, een zeer kleine aanwijzing ten gunste van eischeres te vinden is. Mr. ir. H. Smalhout, de procureur van de familie Van der W., bracht den president dank voor de groote nauwgezetheid en het buitengewone geduld, waarmede de verhooren zijn afgenomen. Aan te kortkomingen in het onderzoek zal de partij, die het geding verliest, dit nooit kunnen wijten. Het deskundigenonderzoek achtte pleiter vergeefsche moeite en oponthoud; het resultaa1 is, dat alle be trokken partijen de ouders van het kind kunnen De Nederlandsche Unie heeft Dinsdagavond te 's-Gravenhage haar eerste openbare vergadering gehouden. In de groote zaal van het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen was geen plaats onbezet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5