ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1940
HAARLEM'S DAGBLAD
Hoe druk het in de jachthaven van de Loosdrechtsche plassen was bij het begin
van het tweede gedeelte der Hollandweek, aan welke zeilwedstrijden meer dan
140 vaartuigen deelnamen. (Foto Pax Holland).
CRICKET.
ZONDAG HAARLEM-ROOD EN
WIT.
Returnmateh aan den Schoterweg.
Haarlem heeft in dit seizoen al twee innings
nederlagen geleden. Eén er van was op 8 Juli tegen
Rood en Wit op het terrein aan de Spanjaardslaan,
toen de thuisclub een heel gemakkelijke overwin
ning behaalde, wat zij vooral dankte aan het slechte
spel van Haarlem, waarop Abendanon met zijn 9
voor 43 een gunstige uitzondering maakte. Sinds
dien zijn de wegen van deze beide clubs wel zeer
uiteen geloopen. Rood en Wit, die twee driepunts
overwinningen heeft behaald, heeft een uitstekende
kans op het kampioenschap, terwijl Haarlem weer
zit in het hoekje, waar de slagen vallen. En nu moet
ze morgen op het terrein aan den Schoterweg de
returnmatch tegen Rood. en Wit spelen. Lettende
op bovengenoemde situatie zal men dus licht ge
neigd zijn, ook nu een overwinning voor de bezoe
kers te voorspellen, al zal het er nu wel niet één
van drie punten zijn., Toch zijn we daar nog zoo
zeker niet van, nu het zulk een belangrijke plaat
selijke ontmoeting betreft. Niemand had immers ook
bij de eerste ontmoeting een innings-overwinning
voor Rood en Wit durven voorspellen. We zullen
dus maar rustig het resultaat afwachten.
Sparta, wier naam in de voetbalwereld altijd zulle
een vermaarden klank had, maar die op cricket-
gebied niet veel tot stand brengt, is er j.l. Zondag in
geslaagd, haar eerste overwinning te behalen en nog
wel een met innings. Dat werd trouwens wel tijd,
want nog steeds had zij niet alleen nog geen enkel
punt behaald, maar bovendien moest zij wegens een
irningsnederlaag nog een punt inhalen. Doch nu
bezit zij dan toch onverwacht twee punten, zoodat
zij nog kans krijgt, een weinig naar boven te komen.
Dat zou H. B. S., die morgen op Spangen komt
spelen, wel eens kunnen ondervinden.
Het programma luidt als volgt:
AFDEELING WEST NOORD I.
Eet-ste klasse:
HaarlemRood en Wit
A. C. C.—V. V. V.
Heracles-V. R. A.
AFDEELING WEST ZUID I.
SpartaH. B. S.
H. C. C. I—V. O. C.
Hermes-D. V. S.—H. C. C. II
Tweede klasse:
V. R. A. 2Kampong
A. C. C. 2—Rood en Wit 2
C. V. H.—U. V. V.
Derde klasse:
V. V. V. 3—Olympia
V. R. A. 3—A. C. C. 3
BOWLING- EN BATTING
GEMIDDELDEN.
(Tot en met 4 Augustus).
Haarlem.
Bowlen (minimum 20 overs).
Batten:
Inn. N.O.
H.S.
R.
Gem.
P. C. Hagenaar
8
0
70
195
24.371/2
W. Kramer
9
2
55
154
22.—
P A. Lammers v. Bueren 8
0
61
134
16.75
L. J. Sodderland
7
4
14
42
14.—
P. Ligtenstein
8
2
41
78
13.—
A. van der Togt
8
1
29
79
11.29
H Hackenitz
7
0
29
64
9.14
R. Kramer a)
4
0
16
27
6.75
M. Gobets
6
2
21
26
6.50
A. Berendsen
7
1
22
29
4.83
C. Bultman
6
0
11
23
3.83
H. de Haan a)
3
0
6
8
2.67
O.
M.
R,.
W.
Gem.
O. Abendanon
91 7/8
14
298
31
9.61
P. de Lugt
26 3/4
3f
82
6
13.66
A. Maas
20
5
71
3
23.66
A. v. d. Bergh
62 4/8
7
301
12
25.08
Verder bowlden:
W. Peschar
17
2
82
2
41.—
Drs. J. Voogd
4
0
10
1
10.—
H Boereé
14
0
57
5
11.40
J. Elsinger
6 1/4
0
44
4
11
Drs. B. Kleefstra
2
0
6
0
0.—
P. de Ruig
10
2
44
3
14.66
P. Groeneveld
5
0
11
0
0.—
V Har log
1 4/8
0
8
1
8.—
Batten (minimum 5 innings)
Inn.
N.O.
H.S.
R.
Geni.
)rs. B. Kleefstra
9
0
75
172
19.11
I. Healey
5
0
24
56
11.20
Hartog
9
4
18
51
10.20
Kruyt
7
0
36
61
3.71
W. Pesehar
9
1
21
69
8.63
O Abendanon
8
2
17
47
7.83
H. Boeree
9
1
19
40
5.—
A. v. d. Bergh
6
1
8
21
4.20
Drs. J, Voogd
8
1
21
22
3.14
J. Elsinger
6
2
3
5
1.25
Verder batten nog.
P. Goossens
1
0
15
15
15.—
P. de Ruig
2
0
16
19
9.50
P. de Lugt
4
0
13
29
7.25
P. Groeneveld
1
0
6
6
6.—
A Maas
4
0
5
11
2.75
J. de Boer
2
0
2
2
1.—
Rood
en Wit.
P. Everard
1 0
6
6
6.—
J. Klein de Groot
1 0
0
0
0.—
Bowlen:
O. M.
R.
W.
Gem.
L. J. Sodderland
127 1/8 31
278
42
6.62
P. C. Hagenaar
105 7/8 24
263
30
8.77
A. Berendsen
20 6
53
7
7.57
A. van der Togt
39 5/8 4
139
13
10.69
W. Kramer
2 0
18
0
a) Deze beide spelers kunnen tot de
vhste
kern
van Rood en Wit I worden gerekend: vandaar dat
zij in de algemeene lijst zijn opgenomen.
VOETBAL.
KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND.
De mogelijkheid bestaat, dat de beslissing om
trent het kampioenschap van Nederland pas op Zon
dag 18 Augustus valt, want drie van de vier clubs,
die morgen op het veld komen, hebben nog een kans
op den titel. Morgen worden namelijk gespeeld de
wedstrijden JulianaFeijenoord en HeraclesG.
V. A. V. Laatstgenoemde schijnt toch niet de sterk
ste vertegenwoordigster van het Noorden te zijn,
want in zulk een belangrijk tournooi is een resultaat
van twee punten uit zeven wedstrijden toch wel
heel abnormaal. Het kan ook zijn, dat morgen al de
beslissing valt, namelijk wanneer Juliana en He
racles verliezen; dan zou Feijenoord voor de vijfde
maal kampioen van Nederland zijn. Maar een neder
laag van Heracles achten we zoo goed als uitge
sloten.
Als dus morgen Feijenoord en Heracles winnen,
dan moeten zij toevallig de volgende week in Rot
terdam tegen elkaar uitmaken, wie de gelukkige is
OOM CHRIS EN DE NATUURKUNDE.
Maar Tante werd het slachtoffer van
kwajongensstreken met vuur, water
en andere griezeligheden.
ONZE Oom Chris, die er altijd op uit is de
mensen leerzaam te vermaken, bekleedt
het ernstige beroep van physicus. Soms
stelt hij de natuurwetenschap echter ook
in dienst van tovenarij en kunstenmakerij.
Onder zijn leiding lieten mijn zuster, mijn broer
en ik eens het opperhoofd van een drakenfamilie
1000 M. hoog stijgen, doordat we steeds het snoer
van het voorafgaande gedrocht aan de kop van
het volgende bonden. Op een zoele zomeravond
probeerden wij in de tuin een vuurpijl met een
klein valscherm te laten stijgen, hetgeen niet ge
heel volgens voorschrift gelukte. Wel berekende
Oom Chris volgens nauwkeurige weging van het
geheel en van de bestanddelen vooruit, dat de
vuurpijl in steil parabolische opgang 249Jd M.
hoogte zou moeten bereiken. Maar het sissende
vuurwerk wTas blijkbaar mathematisch te onvol
maakt, om deze berekening te volgen. Veeleer
ontsnapte het denkelijk door de ongewone
schermbelasting aan een kant eenvoudig door
een open venster in de keuken, waar Tante en
het meisje rustig aan het werk waren. En daar
werd het knetteren van de vuurpijl, die langs het
keukenplafond raasde, al door gillend hulpgeroep
overstemd.
Oom Chris, die wat bleek geworden was, snelde
met een emmer water uit de pomp toe, terwijl wij
kinderen langs de ons korter toeschijnende weg
door het andere venster probeerden binnen te ko
men. Op dj smalle vensterbank verdrongen we
elkaar echter zodanig, dat wij pas na Oom het
toneel te zien kregen. De slotscène kon in zover
gelukkig genoemd worden dat de vuurpijl met
brandend valscherm in de gootsteen was neerge
vallen en daar sissend onschadelijk geworden was.
Dat belette Tante helaas niet, een noch korte noch
vermakelijke preek over het ongepaste van natuur
wetenschappelijke experimenten in het algemeen
en het levensgevaarlijke van de door haar echt
genoot gedane in het bijzonder af te steken. Het
treurig gevolg van een langdurige onderbreking
van onze physische onderzoekingen.
Eerst dit jaar gelukte het ons weer, onzen lie
ven Oom voor gemeenschappelijke arbeid in dienst
van onze lievelingswetenschap bereid te vinden.
Op een der laatste vacantiedagen nodigde hij mijn
zuster, mijn broer en mij in zijn landhuisje uit,
waar Tante en hij de zomer doorbrengen, om in,
vredige stilte de voor stadsmenschen zoo nodige
zenuwrust te zoeken.
Wij kwamen, uitgerust met propellers, opwind-
bare metalen kevers, p iepvarkentjes van gummi
cn dergelijk natuurkundig gerei. Evenwel gelukte
het ons ondanks het prachtige weer de hele dag
niet, in Oom Chris de drang tot onderzoek te wek
ken, die hem altijd bezield had vóór het noodlottig
avontuur met de vuurpijl.
Tegen de avond ging Tante haar binnen, om
voor het eten te zorgen. Ons zusje volgde haar
bereidwillig, maar niet na ons eerst danig om onze
„kouwelijkheid" uitgelachen te hebben, zij die een
dun zomerjurkje droeg en geen kousen aan had.
Tevergeefs deed mijn broer Hans nu het aan
lokkelijk voorstel om tussen wrijfvlak en wijsvin
ger gehouden lucifers zóó af te schieten, dat ze
opvlammend zo ver mogelijk wegvlogen. Oom
Chris wees zulk een prijsschieten verontwaardigd
van de hand, waarschijnlijk wegens brandgevaar
en zeer zeker met het oog op Tante.
Zijn belangstelling ontwaakte eerst toen mijn
broer een wit poeder uit een kleine enveloppe uit
strooide op een glazen bakje, dat hij van de thee
tafel had genomen. Op dit tovermiddel, dat in
aanraking gebracht met water, ja, zelfs al met
een vochtige hand, onuitwischbare vlekken maakte,
was Hans zeer trots. Want hij had daarmee den
dader van een serie diefstallen uit onze zolderver
dieping ontmaskerd; een geval van misdaad, waar
Mils onze buurman een privé-detective, geen raad
mee wist. Mijn broer bestrooide nl. op een avond
een door mij als lokaas uitgelegd blikken horloge,
dat op goud geleek, met het niet in het oog lopen
de poeder. De volgende morgen bemerkten wij
groene vlekken aan een hand, die ons tot hulp toe
gestoken werdaan de hand van onzen „de
tective"!
Oom Chris leerde ons, dat men voor chemische
onderzoekingen nooit de hele voorraad mocht op
maken; hij nam zowat de helft en kreeg tot zijn
verrassing al met enige waterdruppels de groene
oplossing. Op dit ogenblik meenden wij de stem
van Tante te horen, hetgeen Hans aanleiding gaf
zijn tovermiddel in het gras te verstoppen. Hglaas
vergaten wij de rest op het glazen schoteltje!
Oom was nu zodanig in de stemming, dat hij
ons een kunstje met water of zoals hij het noem
de, een „hydro- en aeromechanische proef" liet
zien. Hij nam een der waterglazen van de tuinta
fel, die met een mooi zeildoeks kleedje er over al
gedekt stond voor het eten, vulde het uit de karaf
tot aan de, rand en legde er een klein notitie-pa
piertje op, dat Hans hem met vooruitziende blik
al aam-eikte. „Zeker wilt u nu oompjelief", ver
onderstelde Hans, „het glas met de opening naar
beneden omkeren. Wij weten al lang, dat het pa-
pierdekje* door de luchtdruk van buiten zoo sterk
tegen het glas aangedrukt wordt, dat het zelfs
een 10 M. hoge waterzuil in luchtdichte vaten dra
gen kan".
Intussen had Oom werkelijk het glas omgekeerd.
Maar hij wachtte het einde van de wijze redene
ring en het doorweken van het papier niet af,
doch zette het omgekeerde v.olle glas op de rand
van de tafel. Toen trok hij het gladde papier voor
zichtig tussen het tafelzeil en het daarboven ge
houden glas uit. Nu stond het vat met vloeistof zo
maar met de opening naar beneden op tafel, zoals
wij het tot nu alleen bij lege glazen voor mogelijk
gehouden hadden. Ik lichtte het een beetje op, wat
merkwaardig moeilijk ging, en dadelijk klokte de
hele last er uit, waaraan ik slechts door een snelle
zijsprong ontsnapte.
Nu ging Oom Chris, zichtbaar in zijn nopjes over
onze verbazing, het huis in, om, daar hij trek had,
naar het eten te informeren. En snel hadden wij
de proef herhaald, het volle glas voor het bord
van onze zuster omgekeerd en ook de lege glazen
netjes met de openingen naar beneden gezet, zo
dat men ze van het volle werkelijk niet onder
scheiden kon, tenminste.... zolang men het niet
optilde. Deze hoogst interessante proef echter zou
mijn zuster niets vermoedend volbrengen!
„Ben benieuwd", opperde ik, „of ze in de koele
avondwind nog zal pochen over haar gehard zijn,
als er een flinke kwart liter koud water over haar
blote benen stroomt!" Om haar met zekerheid naar
de te besproeien plaats te lokken, schoven wij voor
het volle glas haar lievelingszetel Tante's armstoel,
die ook het voordeel had, op het beslissende mo
ment, het opzij wegkomen te bemoeilijken. Verder
lieten we de tafel iets in de gewenste richting
hellen, door aan de tegenovergestelde kant eenige
platte steentjes onder de poot te leggen.
Daar kwamen ze al aan: de argeloze aanstichter
van ons plan voorop, zus met de soepterrien, en
Tante. Deze laatste had zich, denkelijk uit angst
voor kouvatten, waar ze heel gevoelig voor was,
verkleed en zelfs een lichtgrijzen blijkbaar nieuwe
japon aangetrokken.
Met ongewone vriendelijkheid geleidden wij haar
naar haar vaste plaats naast Oom en onze zuster
naar de armstoel aan het lager gelegen „voeten
eind" van de tafel. Maar Tante miste haar eigen
troonzetel, en ofschoon wij ons haastten nog een
kussen ter vervanging aan te dragen, helaas had
zij zich al op de ongeluksplaats neergezet, die wij
onze zuster hadden toegedacht. Verder maakte ze
er aanmerking op, dat de glazenbakjes niet onder
de glazen stonden, pakte het dichtstbijzijnde van
de theetafel op, ongelukkig ons vergeten chemisch
proefbordje, en wilde onze volle hoge badkuip er op
zetten! Snel greep ik toe, om, het zo kunstig ge
vulde drinkglas op- het gladde wasdoek verschui
vend, het met het mijne te verwisselen.
Maar Tante was mij, die door de schrik niet
handig genoeg was, met een „dank je wel!" vóór,
beurde het glas op ennatuurkunde en schei
kunde triomfeerden over haar vijandin! Onze ver
metelste verwachtingen overtreffend, stroomde de
volle inhoud van het voor leeg gehouden drinkglas
over de scheef naar de grond hellende tafel, in de
oorsprrkelijk verlangde nu te laat verwenste
richting!
Het hierdoor geheel overdonderde slachtoffer
werd door de armstoel, ofschoon zij hem omstoot
te en het glas op de grond liet vallen, niet slechts
zolang het water stroomde, vastgehouden, maar
tenslotte nog achterover ten val gebracht. Wij had
den alleen niet juist vooruit berekend dat de na
tuurkundige waterspoeling met de rest van ons
dievenpoeder op het bakje een scheikundige groene
verbinding aanging, en zich in plaats van over de
blote benen van onze zuster, over de nieuwe japon
van onze eerbiedwaardige Tante uitstortte.
Nauwelijks hadden wij haar, die gelukkig onge
deerd gebleven was, weer overeind geholpen, of
zij begon zich al te uiten over het tot niets die
nen der natuurwetenschap en haar discipelen, op
een manier die in de geheele omtrek te horen was.
Een kleine pauze werd alleen veroorzaakt door
een aanval van zwakte, wgaraan zij ten prooi was
bij de beschouwing van haar werkelijk hoogst op
vallend veranderde japon. Terwijl het bovenstuk
de lichtgrijze kleur grotendeels bewaard had bood
de rok zo maar ineens het schouwspel van een tij
ger- of pantervel; alleen waren de vlakken don
kergroen en kleverig. Deze versieringen bleken
overigens wasecht te zijn en zouden zelfs mooier
van kleur worden, inplaats van te verdwijnen.
Toen al dat verschrikkelijks goed tot Tante door
drong, de vernielde japon, de gebroken glazen, de
verwrikte armstoel en het gesnuif tegenover haar,
ging ze begrijpelijkerwijze tot persoonlijke verwij
ten en uitvallen over. Nu kwam het er op aan,
koelbloedig te handelen. Ik haalde mijn horloge uit
mijn zak, keek er eerst nadenkend op toen be
weerde ik plots, dat wij ogenblikkelijk naar de
trein moesten, wilden onze ouders thuis zich niet
over ons ongerust maken en trok mijn broer en
zuster met me mee.
Wat wij onderweg uit de verte nog vernamen
deed vermoeden, dat wij bij verdere experimenten
van de leidraad van Oom Chris zouden moeten af
zien. En dit vermoeden is helaas tot nu toe uit
gekomen! Dr. K. H. SCHWARTZ.
HET VYü.' I'ERKERKTOURNOOI.
Ook dit jaar neemt Stormvogels weer deel aan
het Westerkerktournooi. In een halve compe
titie zal zij met Spartaan, H. V. C. en Water
graafsmeer uitmaken, wie voor een jaar in het
bezit van den f raaien wissel prijs komt.
Zondag a.s. spelen de Vogels tegen Water
graafsmeer en den Zondag daarop tegen H.V.C.
en Spartaan.
SCHAKEN.
HET WITTE PAARD.
De returnwedstrijd om den beker van „Hel Witte
Paard" tusschen „St. Bavo" (Haarlem) en ,,He'
Witte Paard" is eveneens in een overwinning vooi
de bekerhoudster geëindigd. Zoo is dus na twee
wedstrijden, de beker wederom voor een jaar in he
bezit van „Het Witte Paard".
De gedetailleerde uitslag luidt:
St. Bavo, Haarlem: Het Witte Waard:
F. PutsA. v. Kesteren i/2V*
Th. v. Osch—B. Walker i/21/2
W. BoerC. v. Soest 01
L. SchreursJ. de Lange 10
F. FictorJ. Reeuwijk 10
C. Weber—A. Klein 0—1
Th. VogelsN. Hoogland 01
G MathotP. v. Deyzen 01
WATERPOLO.
(Dames).
.NereusH. D. Z. 13
(Heeren).
Zian IIIZwip 41
Zian IIZijl 62
G. Z. V.—Vest 1—0
A. Z. II—Dolfijn II 4—0
Nereus IIZwet (Zwet niet opgekomen).
Het jacht van Bob Maas krijgt de finishing
touch bij de toebereidselen voor het tweede ge
deelte van de Hollandweek op de Loosdrechtsche
Plassen. (Foto Pa.x Holland).
POSTZECELRUBRIEK
1935 Porto met opdruk
10gr.
15
20
20 gr.
25 gr.
op
op
op
op
op
2 zl.
2 zl.
1 zl.
5 zl.
40 gr.
30
50
5
op
40 gr.
op
40 gr.
op
3 zl.
Opdruk Doplata
10 gr.
20
25
op
1 zl.
op
1 zl.
op
1 zl.
Rouwz. Pilsudski
5 gr.
15
25
45
1 zl.
POLEN (POLSKA)
Aanvulling I.
Bij de vorige artikeltjes van dit land waren we
gekomen tot 1935 en hiervan waren twee Port-
zegels met opdrukken van 15 en 25 groszy de
laatst behandelde zegels. Volledigheidshalve moe
ten we hier andere opdrukken aan toevoegen, zo
dat wij nu de gehele serie behandelen, met de
twee al eerder genoemde zegels. De zegels zijn uit
gevoerd in het portzegeltype adelaar met schild
van 1934'38 met opdrukken; 10 gr. op 2 zloty.
15 gr. op 2 zl. 20 gr. op 5 zl. 25 gr. op 40 gr.
30 gr. op 40 gr. 50 gr. op 40 gr. 5 gr. op
3 zl. allen bruin, grootte 28 x 32 mm.
Met opdrukken Doplata 10. 20 of 25 gr. op fran
keerzegels met de beeltenis van Moscicki versche
nen de 10 gr. op 1 zl., 20 gr. op 1 zl. 25 gr. op 1 zl.
(allen zwart). Grootte 28 x 32 mm
Bij het overlijden van Maarschalk Pilsudski
verscheen in 1935 een rouwserie met zijn afbeel
ding. De zegels zijn uitgevoerd in zwart met
rouwrand, in de waarden 5 gr., 15 gr.. 25 gr.. 45
gr. en 1 zloty. Grootte 32 x 35 mm. volgens
schetsje.
Rustenburgerlaan 23
OPLOSSING HUNNEBEDRAADSEL.
De oplossing van het hunnebedraadsel luidt:
Waarom is een hond
Toch zoo gezond'
Die er niet op gevat is
Zegt: „Omdat zyn neus zoo nat is"
Doch iemand, die logica leert,
Zegt terstond: ,,'t is juist omgekeerd".
8
DE NIEUWE NED. VOETBALBOND
Nadere mededeelingen van den heer
Karei Lotsy. -
Naar het A.N.P. van den heer K. J. J. Lotsy
(die in opdracht van den N.V.B. de nieuwe com-
petitieindeeling ontwerpt) verneemt, is het nooit
de bedoeling geweest van den N.V.B.dat de af-
deelingen der gefusionneerae bonden zullen blij
ven bestaan. De nieuwe N.V.B. is één groote bond
met zijn verschillende onderaf deelingen.
Ten aanzien van de competitie-indeeling, /elke
thans wordt samengesteld, kan worden medege
deeld, dat de oude Noordelijke afdeeling geen uit
breiding zal ondergaan door toevoeging van
nieuwe elftallen. Geheel anders is dat natuurlijk
gesteld in de andere afdeelingen, zooals in het
Oosten, het Zuiden en het Westen.
In den loop van de volgende week zullen be
sprekingen worden gehouden met de geweste
lijke vertegenwoordigers, waarna de heer Lotsy
zijn voorstel betreffende de nieuwe indeeling
aan het hoofdbestuur van den N.V.B. ter goed
keuring zal voorleggen op Zaterdag 17 Augustus.
Ten aanzien van de nieuwe indeeling merkte de
heer Lotsy in strijd met hetgeen reeds eerder
werd gepubliceerd, op, dat hij persoonlijk zeer
veel voelt voor de instelling van een hoofdklasse,
hetgeen evenwel nog niet wil zeggen, dat deze in
de nieuwe competitie-indeeling reeds zal worden
opgenomen, Dit is immers een aangelegenheid
van het hoofdbestuur. Dat heeft ten aanzien
hiervan nog geen enkel besluit genomen, evenmin
voor wat betreft de instelling van een gewone of
een noodcompetitie.
„Het lijkt mij bovendien praematuur, nu reeds
over deze inderdaad zeer belangrijke kwestie voor
den nieuwen N.V.B. met nadere mededeelingen
te komen. Wat ik doe is zuiver informatorisch
werk, om te komen tot een geheel afgerond voor
stel, waarover het hoofdbestuur zich zal kun
nen uitspreken. Zoo lang dit nog niet is ge
schied, zal men rustig moeten afwachten", zoo
eindigde de heer Lotsy.
WIELRIJDEN
Wals wint in het Stadion.
Vrijdagavond hadden in het Olympisch Stadion le
Amsterdam de laatste avondwedstrijden van dit
seizoen plaats.
De eerste rit van den wedstrijd met motorgang-
making voor beroepsrijders bracht een gemakke
lijke overwinning voqr Wals. In den tweeden rit I
wist Bakker zich terstond op de eerste plaats te
werken. Deze positie stond hij niet meer af, ondanks
eenige energieke pogingen van Schulte.
In den derden en laatsten rit bracht de start reeds
terstond de beslising. Wals werkte zich bij den start
van de laatste plaats op fraaie wijze op naar de
tweede, daai'bij vrij spoedig een energieken aanval
wagend op den aan den kop rijdenden Van Am
sterdam, die het tempo op den duur niet kon vol-
houden en moest zwichten. Schulte was Wals ge
volgd en deed op zijn beurt nu een poging om zijn
rivaal van den kop te verdringen, hetgeen hem
evenwel niet gelukte. Kennelijk was hij nog niet
geheel uitgerust van den' tweeden rit, waarin hij
zich eveneens nog al flink had ingespannen.
Wals behaalde hiermede een fraaie overwinning
door de beide ritten, waarin hij startte, op overtui
gende wijze te winnen.
PAARDEBLOEM-PLUISJES
Witte watte-pluisjes zweven
Langzaam, langzaam nader
Drijven over groene wei,
Lichtjes aan mijn raam voorbij.
Duizenden tegader.
Witte watte-pluisjes vliegen
Door de wind gedreven,
Waar naar toe? Ik weet het niet!
Heel, heel ver nog in 't verschiet
Blijven pluisjes zweven
In de groene weide zie ik,
Wiegend met hun topjes,
Bossen dikke stelen staan
Neigen, van hun glans ontdaan.
Droef de kale kopjes.
Zou ik treuren om 't verlies van
Gouden bloemensterren?
Neen, want al die zaadjes teder
Brengen straks de bloemen weder
Dicht nabij of verre!
MARIE MICHON.
Z'N EEREWOORD.
De kinderen hebben den tuin opgeruimd. Dat is
in 't voorjaar zoo nu en dan dringend noodig. Va
der kijkt het na en ziet, dat alles in orde is: alleen
ligt er een leeg groenteblik in den tuin van de bu
ren gesmeten.
„Mevrouw hiernaast1', een oude keurige dame, zou
nooit zooiets doen. Vader vindt 't verdacht en
vraagt streng: „Zeg Piet, heb jij dat blik in den
tuin hiernaast gegooid?"
Piet fronst 't voorhoofd en zegt:
„Nee, Vader".
„Heb je 't werkelijk niet gedaan?"
„Echt niet, Vader. Op m'n serewoord", zegt Piet.
Vader weet, dat Piet z'n eerewoord niet mis
bruikt. Als hij dat zegt, spreekt hij vast de waar
heid. Maar 't onderzoek is nog niet afgeloopen, want
Vader moet en zal weten, wie die slordigheid dan
wél op z'n geweten heeft.
„Weet je misschien, wie dat blik in den tuin ge
gooid heeft?" vraagt Vader.
Piet bedenkt zich een oogenblik. Dan knikt hij
plechtig: „Ja, ik weet het, maar ik heb m'n eere
woord gegeven, dat ik 't niet zou verraden".
Ai! Dat wordt lastig! Maar Vader is slim.
„Goed", zegt hij met een fijn lachje. „Je eere
woord mag je natuurlijk niet breken. Je hebt 't ze-'
ker aan Hans gegeven?"
„Neen", zegt Piet plechtig, „aan Wim!"
GRAPJES.
Wedstrijd.
Mevrouw (na een reisje terugkomend): „En,
Emma, zijn de kinderen zoet geweest?"
Erna: „Ja mevrouw, ze waren werkelijk erg zoet.
Alleen gisteren hebben ze vreeselijk gevochten".
Mevrouw: „Maar waarom dan?"
Emma: „Ze konden 't er niet over eens worden,
wie 't zoetste geweest was!"
Steek onder water.
Een schrijver vroeg eens aan een van zijn vrien
den: ,Hoe is mijn nieuwste boek je bevallen?"
„Ik heb 't zelf niet gelezen", antwoordde deze.
Maar mijn broér had 't in zijn zak toen hij laatst
op jacht was en toen heeft dat boek zijn leven ge
red". „Zijn leven gered? Hoezoo dan?"
„Ja, zie je, een vriend van hem schoot per onge
luk zijn kant uit en de kogel drong in het boek,
maar kon onmogelijk verder komen dan tot het
derde hoofdstuk'"
Ook een troost!
Juffrouw op schoei. „Zoo, zoo Kareltje, dus jij
hebt twee zusjes tegelijk gekregen! Dat is leuk,
maar maken ze geen vreeselijk lawaai?"
Kareitjes: „O nee juffrouw, dat valt best mee. Da
eene schreeuwt altijd zoo hard, dat je de andere
heelemaal niet hoortl"