ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1940 HAARLEM'S DAGBLAD Hoe druk het in de jachthaven van de Loosdrechtsche plassen was bij het begin van het tweede gedeelte der Hollandweek, aan welke zeilwedstrijden meer dan 140 vaartuigen deelnamen. (Foto Pax Holland). CRICKET. ZONDAG HAARLEM-ROOD EN WIT. Returnmateh aan den Schoterweg. Haarlem heeft in dit seizoen al twee innings nederlagen geleden. Eén er van was op 8 Juli tegen Rood en Wit op het terrein aan de Spanjaardslaan, toen de thuisclub een heel gemakkelijke overwin ning behaalde, wat zij vooral dankte aan het slechte spel van Haarlem, waarop Abendanon met zijn 9 voor 43 een gunstige uitzondering maakte. Sinds dien zijn de wegen van deze beide clubs wel zeer uiteen geloopen. Rood en Wit, die twee driepunts overwinningen heeft behaald, heeft een uitstekende kans op het kampioenschap, terwijl Haarlem weer zit in het hoekje, waar de slagen vallen. En nu moet ze morgen op het terrein aan den Schoterweg de returnmatch tegen Rood. en Wit spelen. Lettende op bovengenoemde situatie zal men dus licht ge neigd zijn, ook nu een overwinning voor de bezoe kers te voorspellen, al zal het er nu wel niet één van drie punten zijn., Toch zijn we daar nog zoo zeker niet van, nu het zulk een belangrijke plaat selijke ontmoeting betreft. Niemand had immers ook bij de eerste ontmoeting een innings-overwinning voor Rood en Wit durven voorspellen. We zullen dus maar rustig het resultaat afwachten. Sparta, wier naam in de voetbalwereld altijd zulle een vermaarden klank had, maar die op cricket- gebied niet veel tot stand brengt, is er j.l. Zondag in geslaagd, haar eerste overwinning te behalen en nog wel een met innings. Dat werd trouwens wel tijd, want nog steeds had zij niet alleen nog geen enkel punt behaald, maar bovendien moest zij wegens een irningsnederlaag nog een punt inhalen. Doch nu bezit zij dan toch onverwacht twee punten, zoodat zij nog kans krijgt, een weinig naar boven te komen. Dat zou H. B. S., die morgen op Spangen komt spelen, wel eens kunnen ondervinden. Het programma luidt als volgt: AFDEELING WEST NOORD I. Eet-ste klasse: HaarlemRood en Wit A. C. C.—V. V. V. Heracles-V. R. A. AFDEELING WEST ZUID I. SpartaH. B. S. H. C. C. I—V. O. C. Hermes-D. V. S.—H. C. C. II Tweede klasse: V. R. A. 2Kampong A. C. C. 2—Rood en Wit 2 C. V. H.—U. V. V. Derde klasse: V. V. V. 3—Olympia V. R. A. 3—A. C. C. 3 BOWLING- EN BATTING GEMIDDELDEN. (Tot en met 4 Augustus). Haarlem. Bowlen (minimum 20 overs). Batten: Inn. N.O. H.S. R. Gem. P. C. Hagenaar 8 0 70 195 24.371/2 W. Kramer 9 2 55 154 22.— P A. Lammers v. Bueren 8 0 61 134 16.75 L. J. Sodderland 7 4 14 42 14.— P. Ligtenstein 8 2 41 78 13.— A. van der Togt 8 1 29 79 11.29 H Hackenitz 7 0 29 64 9.14 R. Kramer a) 4 0 16 27 6.75 M. Gobets 6 2 21 26 6.50 A. Berendsen 7 1 22 29 4.83 C. Bultman 6 0 11 23 3.83 H. de Haan a) 3 0 6 8 2.67 O. M. R,. W. Gem. O. Abendanon 91 7/8 14 298 31 9.61 P. de Lugt 26 3/4 3f 82 6 13.66 A. Maas 20 5 71 3 23.66 A. v. d. Bergh 62 4/8 7 301 12 25.08 Verder bowlden: W. Peschar 17 2 82 2 41.— Drs. J. Voogd 4 0 10 1 10.— H Boereé 14 0 57 5 11.40 J. Elsinger 6 1/4 0 44 4 11 Drs. B. Kleefstra 2 0 6 0 0.— P. de Ruig 10 2 44 3 14.66 P. Groeneveld 5 0 11 0 0.— V Har log 1 4/8 0 8 1 8.— Batten (minimum 5 innings) Inn. N.O. H.S. R. Geni. )rs. B. Kleefstra 9 0 75 172 19.11 I. Healey 5 0 24 56 11.20 Hartog 9 4 18 51 10.20 Kruyt 7 0 36 61 3.71 W. Pesehar 9 1 21 69 8.63 O Abendanon 8 2 17 47 7.83 H. Boeree 9 1 19 40 5.— A. v. d. Bergh 6 1 8 21 4.20 Drs. J, Voogd 8 1 21 22 3.14 J. Elsinger 6 2 3 5 1.25 Verder batten nog. P. Goossens 1 0 15 15 15.— P. de Ruig 2 0 16 19 9.50 P. de Lugt 4 0 13 29 7.25 P. Groeneveld 1 0 6 6 6.— A Maas 4 0 5 11 2.75 J. de Boer 2 0 2 2 1.— Rood en Wit. P. Everard 1 0 6 6 6.— J. Klein de Groot 1 0 0 0 0.— Bowlen: O. M. R. W. Gem. L. J. Sodderland 127 1/8 31 278 42 6.62 P. C. Hagenaar 105 7/8 24 263 30 8.77 A. Berendsen 20 6 53 7 7.57 A. van der Togt 39 5/8 4 139 13 10.69 W. Kramer 2 0 18 0 a) Deze beide spelers kunnen tot de vhste kern van Rood en Wit I worden gerekend: vandaar dat zij in de algemeene lijst zijn opgenomen. VOETBAL. KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND. De mogelijkheid bestaat, dat de beslissing om trent het kampioenschap van Nederland pas op Zon dag 18 Augustus valt, want drie van de vier clubs, die morgen op het veld komen, hebben nog een kans op den titel. Morgen worden namelijk gespeeld de wedstrijden JulianaFeijenoord en HeraclesG. V. A. V. Laatstgenoemde schijnt toch niet de sterk ste vertegenwoordigster van het Noorden te zijn, want in zulk een belangrijk tournooi is een resultaat van twee punten uit zeven wedstrijden toch wel heel abnormaal. Het kan ook zijn, dat morgen al de beslissing valt, namelijk wanneer Juliana en He racles verliezen; dan zou Feijenoord voor de vijfde maal kampioen van Nederland zijn. Maar een neder laag van Heracles achten we zoo goed als uitge sloten. Als dus morgen Feijenoord en Heracles winnen, dan moeten zij toevallig de volgende week in Rot terdam tegen elkaar uitmaken, wie de gelukkige is OOM CHRIS EN DE NATUURKUNDE. Maar Tante werd het slachtoffer van kwajongensstreken met vuur, water en andere griezeligheden. ONZE Oom Chris, die er altijd op uit is de mensen leerzaam te vermaken, bekleedt het ernstige beroep van physicus. Soms stelt hij de natuurwetenschap echter ook in dienst van tovenarij en kunstenmakerij. Onder zijn leiding lieten mijn zuster, mijn broer en ik eens het opperhoofd van een drakenfamilie 1000 M. hoog stijgen, doordat we steeds het snoer van het voorafgaande gedrocht aan de kop van het volgende bonden. Op een zoele zomeravond probeerden wij in de tuin een vuurpijl met een klein valscherm te laten stijgen, hetgeen niet ge heel volgens voorschrift gelukte. Wel berekende Oom Chris volgens nauwkeurige weging van het geheel en van de bestanddelen vooruit, dat de vuurpijl in steil parabolische opgang 249Jd M. hoogte zou moeten bereiken. Maar het sissende vuurwerk wTas blijkbaar mathematisch te onvol maakt, om deze berekening te volgen. Veeleer ontsnapte het denkelijk door de ongewone schermbelasting aan een kant eenvoudig door een open venster in de keuken, waar Tante en het meisje rustig aan het werk waren. En daar werd het knetteren van de vuurpijl, die langs het keukenplafond raasde, al door gillend hulpgeroep overstemd. Oom Chris, die wat bleek geworden was, snelde met een emmer water uit de pomp toe, terwijl wij kinderen langs de ons korter toeschijnende weg door het andere venster probeerden binnen te ko men. Op dj smalle vensterbank verdrongen we elkaar echter zodanig, dat wij pas na Oom het toneel te zien kregen. De slotscène kon in zover gelukkig genoemd worden dat de vuurpijl met brandend valscherm in de gootsteen was neerge vallen en daar sissend onschadelijk geworden was. Dat belette Tante helaas niet, een noch korte noch vermakelijke preek over het ongepaste van natuur wetenschappelijke experimenten in het algemeen en het levensgevaarlijke van de door haar echt genoot gedane in het bijzonder af te steken. Het treurig gevolg van een langdurige onderbreking van onze physische onderzoekingen. Eerst dit jaar gelukte het ons weer, onzen lie ven Oom voor gemeenschappelijke arbeid in dienst van onze lievelingswetenschap bereid te vinden. Op een der laatste vacantiedagen nodigde hij mijn zuster, mijn broer en mij in zijn landhuisje uit, waar Tante en hij de zomer doorbrengen, om in, vredige stilte de voor stadsmenschen zoo nodige zenuwrust te zoeken. Wij kwamen, uitgerust met propellers, opwind- bare metalen kevers, p iepvarkentjes van gummi cn dergelijk natuurkundig gerei. Evenwel gelukte het ons ondanks het prachtige weer de hele dag niet, in Oom Chris de drang tot onderzoek te wek ken, die hem altijd bezield had vóór het noodlottig avontuur met de vuurpijl. Tegen de avond ging Tante haar binnen, om voor het eten te zorgen. Ons zusje volgde haar bereidwillig, maar niet na ons eerst danig om onze „kouwelijkheid" uitgelachen te hebben, zij die een dun zomerjurkje droeg en geen kousen aan had. Tevergeefs deed mijn broer Hans nu het aan lokkelijk voorstel om tussen wrijfvlak en wijsvin ger gehouden lucifers zóó af te schieten, dat ze opvlammend zo ver mogelijk wegvlogen. Oom Chris wees zulk een prijsschieten verontwaardigd van de hand, waarschijnlijk wegens brandgevaar en zeer zeker met het oog op Tante. Zijn belangstelling ontwaakte eerst toen mijn broer een wit poeder uit een kleine enveloppe uit strooide op een glazen bakje, dat hij van de thee tafel had genomen. Op dit tovermiddel, dat in aanraking gebracht met water, ja, zelfs al met een vochtige hand, onuitwischbare vlekken maakte, was Hans zeer trots. Want hij had daarmee den dader van een serie diefstallen uit onze zolderver dieping ontmaskerd; een geval van misdaad, waar Mils onze buurman een privé-detective, geen raad mee wist. Mijn broer bestrooide nl. op een avond een door mij als lokaas uitgelegd blikken horloge, dat op goud geleek, met het niet in het oog lopen de poeder. De volgende morgen bemerkten wij groene vlekken aan een hand, die ons tot hulp toe gestoken werdaan de hand van onzen „de tective"! Oom Chris leerde ons, dat men voor chemische onderzoekingen nooit de hele voorraad mocht op maken; hij nam zowat de helft en kreeg tot zijn verrassing al met enige waterdruppels de groene oplossing. Op dit ogenblik meenden wij de stem van Tante te horen, hetgeen Hans aanleiding gaf zijn tovermiddel in het gras te verstoppen. Hglaas vergaten wij de rest op het glazen schoteltje! Oom was nu zodanig in de stemming, dat hij ons een kunstje met water of zoals hij het noem de, een „hydro- en aeromechanische proef" liet zien. Hij nam een der waterglazen van de tuinta fel, die met een mooi zeildoeks kleedje er over al gedekt stond voor het eten, vulde het uit de karaf tot aan de, rand en legde er een klein notitie-pa piertje op, dat Hans hem met vooruitziende blik al aam-eikte. „Zeker wilt u nu oompjelief", ver onderstelde Hans, „het glas met de opening naar beneden omkeren. Wij weten al lang, dat het pa- pierdekje* door de luchtdruk van buiten zoo sterk tegen het glas aangedrukt wordt, dat het zelfs een 10 M. hoge waterzuil in luchtdichte vaten dra gen kan". Intussen had Oom werkelijk het glas omgekeerd. Maar hij wachtte het einde van de wijze redene ring en het doorweken van het papier niet af, doch zette het omgekeerde v.olle glas op de rand van de tafel. Toen trok hij het gladde papier voor zichtig tussen het tafelzeil en het daarboven ge houden glas uit. Nu stond het vat met vloeistof zo maar met de opening naar beneden op tafel, zoals wij het tot nu alleen bij lege glazen voor mogelijk gehouden hadden. Ik lichtte het een beetje op, wat merkwaardig moeilijk ging, en dadelijk klokte de hele last er uit, waaraan ik slechts door een snelle zijsprong ontsnapte. Nu ging Oom Chris, zichtbaar in zijn nopjes over onze verbazing, het huis in, om, daar hij trek had, naar het eten te informeren. En snel hadden wij de proef herhaald, het volle glas voor het bord van onze zuster omgekeerd en ook de lege glazen netjes met de openingen naar beneden gezet, zo dat men ze van het volle werkelijk niet onder scheiden kon, tenminste.... zolang men het niet optilde. Deze hoogst interessante proef echter zou mijn zuster niets vermoedend volbrengen! „Ben benieuwd", opperde ik, „of ze in de koele avondwind nog zal pochen over haar gehard zijn, als er een flinke kwart liter koud water over haar blote benen stroomt!" Om haar met zekerheid naar de te besproeien plaats te lokken, schoven wij voor het volle glas haar lievelingszetel Tante's armstoel, die ook het voordeel had, op het beslissende mo ment, het opzij wegkomen te bemoeilijken. Verder lieten we de tafel iets in de gewenste richting hellen, door aan de tegenovergestelde kant eenige platte steentjes onder de poot te leggen. Daar kwamen ze al aan: de argeloze aanstichter van ons plan voorop, zus met de soepterrien, en Tante. Deze laatste had zich, denkelijk uit angst voor kouvatten, waar ze heel gevoelig voor was, verkleed en zelfs een lichtgrijzen blijkbaar nieuwe japon aangetrokken. Met ongewone vriendelijkheid geleidden wij haar naar haar vaste plaats naast Oom en onze zuster naar de armstoel aan het lager gelegen „voeten eind" van de tafel. Maar Tante miste haar eigen troonzetel, en ofschoon wij ons haastten nog een kussen ter vervanging aan te dragen, helaas had zij zich al op de ongeluksplaats neergezet, die wij onze zuster hadden toegedacht. Verder maakte ze er aanmerking op, dat de glazenbakjes niet onder de glazen stonden, pakte het dichtstbijzijnde van de theetafel op, ongelukkig ons vergeten chemisch proefbordje, en wilde onze volle hoge badkuip er op zetten! Snel greep ik toe, om, het zo kunstig ge vulde drinkglas op- het gladde wasdoek verschui vend, het met het mijne te verwisselen. Maar Tante was mij, die door de schrik niet handig genoeg was, met een „dank je wel!" vóór, beurde het glas op ennatuurkunde en schei kunde triomfeerden over haar vijandin! Onze ver metelste verwachtingen overtreffend, stroomde de volle inhoud van het voor leeg gehouden drinkglas over de scheef naar de grond hellende tafel, in de oorsprrkelijk verlangde nu te laat verwenste richting! Het hierdoor geheel overdonderde slachtoffer werd door de armstoel, ofschoon zij hem omstoot te en het glas op de grond liet vallen, niet slechts zolang het water stroomde, vastgehouden, maar tenslotte nog achterover ten val gebracht. Wij had den alleen niet juist vooruit berekend dat de na tuurkundige waterspoeling met de rest van ons dievenpoeder op het bakje een scheikundige groene verbinding aanging, en zich in plaats van over de blote benen van onze zuster, over de nieuwe japon van onze eerbiedwaardige Tante uitstortte. Nauwelijks hadden wij haar, die gelukkig onge deerd gebleven was, weer overeind geholpen, of zij begon zich al te uiten over het tot niets die nen der natuurwetenschap en haar discipelen, op een manier die in de geheele omtrek te horen was. Een kleine pauze werd alleen veroorzaakt door een aanval van zwakte, wgaraan zij ten prooi was bij de beschouwing van haar werkelijk hoogst op vallend veranderde japon. Terwijl het bovenstuk de lichtgrijze kleur grotendeels bewaard had bood de rok zo maar ineens het schouwspel van een tij ger- of pantervel; alleen waren de vlakken don kergroen en kleverig. Deze versieringen bleken overigens wasecht te zijn en zouden zelfs mooier van kleur worden, inplaats van te verdwijnen. Toen al dat verschrikkelijks goed tot Tante door drong, de vernielde japon, de gebroken glazen, de verwrikte armstoel en het gesnuif tegenover haar, ging ze begrijpelijkerwijze tot persoonlijke verwij ten en uitvallen over. Nu kwam het er op aan, koelbloedig te handelen. Ik haalde mijn horloge uit mijn zak, keek er eerst nadenkend op toen be weerde ik plots, dat wij ogenblikkelijk naar de trein moesten, wilden onze ouders thuis zich niet over ons ongerust maken en trok mijn broer en zuster met me mee. Wat wij onderweg uit de verte nog vernamen deed vermoeden, dat wij bij verdere experimenten van de leidraad van Oom Chris zouden moeten af zien. En dit vermoeden is helaas tot nu toe uit gekomen! Dr. K. H. SCHWARTZ. HET VYü.' I'ERKERKTOURNOOI. Ook dit jaar neemt Stormvogels weer deel aan het Westerkerktournooi. In een halve compe titie zal zij met Spartaan, H. V. C. en Water graafsmeer uitmaken, wie voor een jaar in het bezit van den f raaien wissel prijs komt. Zondag a.s. spelen de Vogels tegen Water graafsmeer en den Zondag daarop tegen H.V.C. en Spartaan. SCHAKEN. HET WITTE PAARD. De returnwedstrijd om den beker van „Hel Witte Paard" tusschen „St. Bavo" (Haarlem) en ,,He' Witte Paard" is eveneens in een overwinning vooi de bekerhoudster geëindigd. Zoo is dus na twee wedstrijden, de beker wederom voor een jaar in he bezit van „Het Witte Paard". De gedetailleerde uitslag luidt: St. Bavo, Haarlem: Het Witte Waard: F. PutsA. v. Kesteren i/2V* Th. v. Osch—B. Walker i/21/2 W. BoerC. v. Soest 01 L. SchreursJ. de Lange 10 F. FictorJ. Reeuwijk 10 C. Weber—A. Klein 0—1 Th. VogelsN. Hoogland 01 G MathotP. v. Deyzen 01 WATERPOLO. (Dames). .NereusH. D. Z. 13 (Heeren). Zian IIIZwip 41 Zian IIZijl 62 G. Z. V.—Vest 1—0 A. Z. II—Dolfijn II 4—0 Nereus IIZwet (Zwet niet opgekomen). Het jacht van Bob Maas krijgt de finishing touch bij de toebereidselen voor het tweede ge deelte van de Hollandweek op de Loosdrechtsche Plassen. (Foto Pa.x Holland). POSTZECELRUBRIEK 1935 Porto met opdruk 10gr. 15 20 20 gr. 25 gr. op op op op op 2 zl. 2 zl. 1 zl. 5 zl. 40 gr. 30 50 5 op 40 gr. op 40 gr. op 3 zl. Opdruk Doplata 10 gr. 20 25 op 1 zl. op 1 zl. op 1 zl. Rouwz. Pilsudski 5 gr. 15 25 45 1 zl. POLEN (POLSKA) Aanvulling I. Bij de vorige artikeltjes van dit land waren we gekomen tot 1935 en hiervan waren twee Port- zegels met opdrukken van 15 en 25 groszy de laatst behandelde zegels. Volledigheidshalve moe ten we hier andere opdrukken aan toevoegen, zo dat wij nu de gehele serie behandelen, met de twee al eerder genoemde zegels. De zegels zijn uit gevoerd in het portzegeltype adelaar met schild van 1934'38 met opdrukken; 10 gr. op 2 zloty. 15 gr. op 2 zl. 20 gr. op 5 zl. 25 gr. op 40 gr. 30 gr. op 40 gr. 50 gr. op 40 gr. 5 gr. op 3 zl. allen bruin, grootte 28 x 32 mm. Met opdrukken Doplata 10. 20 of 25 gr. op fran keerzegels met de beeltenis van Moscicki versche nen de 10 gr. op 1 zl., 20 gr. op 1 zl. 25 gr. op 1 zl. (allen zwart). Grootte 28 x 32 mm Bij het overlijden van Maarschalk Pilsudski verscheen in 1935 een rouwserie met zijn afbeel ding. De zegels zijn uitgevoerd in zwart met rouwrand, in de waarden 5 gr., 15 gr.. 25 gr.. 45 gr. en 1 zloty. Grootte 32 x 35 mm. volgens schetsje. Rustenburgerlaan 23 OPLOSSING HUNNEBEDRAADSEL. De oplossing van het hunnebedraadsel luidt: Waarom is een hond Toch zoo gezond' Die er niet op gevat is Zegt: „Omdat zyn neus zoo nat is" Doch iemand, die logica leert, Zegt terstond: ,,'t is juist omgekeerd". 8 DE NIEUWE NED. VOETBALBOND Nadere mededeelingen van den heer Karei Lotsy. - Naar het A.N.P. van den heer K. J. J. Lotsy (die in opdracht van den N.V.B. de nieuwe com- petitieindeeling ontwerpt) verneemt, is het nooit de bedoeling geweest van den N.V.B.dat de af- deelingen der gefusionneerae bonden zullen blij ven bestaan. De nieuwe N.V.B. is één groote bond met zijn verschillende onderaf deelingen. Ten aanzien van de competitie-indeeling, /elke thans wordt samengesteld, kan worden medege deeld, dat de oude Noordelijke afdeeling geen uit breiding zal ondergaan door toevoeging van nieuwe elftallen. Geheel anders is dat natuurlijk gesteld in de andere afdeelingen, zooals in het Oosten, het Zuiden en het Westen. In den loop van de volgende week zullen be sprekingen worden gehouden met de geweste lijke vertegenwoordigers, waarna de heer Lotsy zijn voorstel betreffende de nieuwe indeeling aan het hoofdbestuur van den N.V.B. ter goed keuring zal voorleggen op Zaterdag 17 Augustus. Ten aanzien van de nieuwe indeeling merkte de heer Lotsy in strijd met hetgeen reeds eerder werd gepubliceerd, op, dat hij persoonlijk zeer veel voelt voor de instelling van een hoofdklasse, hetgeen evenwel nog niet wil zeggen, dat deze in de nieuwe competitie-indeeling reeds zal worden opgenomen, Dit is immers een aangelegenheid van het hoofdbestuur. Dat heeft ten aanzien hiervan nog geen enkel besluit genomen, evenmin voor wat betreft de instelling van een gewone of een noodcompetitie. „Het lijkt mij bovendien praematuur, nu reeds over deze inderdaad zeer belangrijke kwestie voor den nieuwen N.V.B. met nadere mededeelingen te komen. Wat ik doe is zuiver informatorisch werk, om te komen tot een geheel afgerond voor stel, waarover het hoofdbestuur zich zal kun nen uitspreken. Zoo lang dit nog niet is ge schied, zal men rustig moeten afwachten", zoo eindigde de heer Lotsy. WIELRIJDEN Wals wint in het Stadion. Vrijdagavond hadden in het Olympisch Stadion le Amsterdam de laatste avondwedstrijden van dit seizoen plaats. De eerste rit van den wedstrijd met motorgang- making voor beroepsrijders bracht een gemakke lijke overwinning voqr Wals. In den tweeden rit I wist Bakker zich terstond op de eerste plaats te werken. Deze positie stond hij niet meer af, ondanks eenige energieke pogingen van Schulte. In den derden en laatsten rit bracht de start reeds terstond de beslising. Wals werkte zich bij den start van de laatste plaats op fraaie wijze op naar de tweede, daai'bij vrij spoedig een energieken aanval wagend op den aan den kop rijdenden Van Am sterdam, die het tempo op den duur niet kon vol- houden en moest zwichten. Schulte was Wals ge volgd en deed op zijn beurt nu een poging om zijn rivaal van den kop te verdringen, hetgeen hem evenwel niet gelukte. Kennelijk was hij nog niet geheel uitgerust van den' tweeden rit, waarin hij zich eveneens nog al flink had ingespannen. Wals behaalde hiermede een fraaie overwinning door de beide ritten, waarin hij startte, op overtui gende wijze te winnen. PAARDEBLOEM-PLUISJES Witte watte-pluisjes zweven Langzaam, langzaam nader Drijven over groene wei, Lichtjes aan mijn raam voorbij. Duizenden tegader. Witte watte-pluisjes vliegen Door de wind gedreven, Waar naar toe? Ik weet het niet! Heel, heel ver nog in 't verschiet Blijven pluisjes zweven In de groene weide zie ik, Wiegend met hun topjes, Bossen dikke stelen staan Neigen, van hun glans ontdaan. Droef de kale kopjes. Zou ik treuren om 't verlies van Gouden bloemensterren? Neen, want al die zaadjes teder Brengen straks de bloemen weder Dicht nabij of verre! MARIE MICHON. Z'N EEREWOORD. De kinderen hebben den tuin opgeruimd. Dat is in 't voorjaar zoo nu en dan dringend noodig. Va der kijkt het na en ziet, dat alles in orde is: alleen ligt er een leeg groenteblik in den tuin van de bu ren gesmeten. „Mevrouw hiernaast1', een oude keurige dame, zou nooit zooiets doen. Vader vindt 't verdacht en vraagt streng: „Zeg Piet, heb jij dat blik in den tuin hiernaast gegooid?" Piet fronst 't voorhoofd en zegt: „Nee, Vader". „Heb je 't werkelijk niet gedaan?" „Echt niet, Vader. Op m'n serewoord", zegt Piet. Vader weet, dat Piet z'n eerewoord niet mis bruikt. Als hij dat zegt, spreekt hij vast de waar heid. Maar 't onderzoek is nog niet afgeloopen, want Vader moet en zal weten, wie die slordigheid dan wél op z'n geweten heeft. „Weet je misschien, wie dat blik in den tuin ge gooid heeft?" vraagt Vader. Piet bedenkt zich een oogenblik. Dan knikt hij plechtig: „Ja, ik weet het, maar ik heb m'n eere woord gegeven, dat ik 't niet zou verraden". Ai! Dat wordt lastig! Maar Vader is slim. „Goed", zegt hij met een fijn lachje. „Je eere woord mag je natuurlijk niet breken. Je hebt 't ze-' ker aan Hans gegeven?" „Neen", zegt Piet plechtig, „aan Wim!" GRAPJES. Wedstrijd. Mevrouw (na een reisje terugkomend): „En, Emma, zijn de kinderen zoet geweest?" Erna: „Ja mevrouw, ze waren werkelijk erg zoet. Alleen gisteren hebben ze vreeselijk gevochten". Mevrouw: „Maar waarom dan?" Emma: „Ze konden 't er niet over eens worden, wie 't zoetste geweest was!" Steek onder water. Een schrijver vroeg eens aan een van zijn vrien den: ,Hoe is mijn nieuwste boek je bevallen?" „Ik heb 't zelf niet gelezen", antwoordde deze. Maar mijn broér had 't in zijn zak toen hij laatst op jacht was en toen heeft dat boek zijn leven ge red". „Zijn leven gered? Hoezoo dan?" „Ja, zie je, een vriend van hem schoot per onge luk zijn kant uit en de kogel drong in het boek, maar kon onmogelijk verder komen dan tot het derde hoofdstuk'" Ook een troost! Juffrouw op schoei. „Zoo, zoo Kareltje, dus jij hebt twee zusjes tegelijk gekregen! Dat is leuk, maar maken ze geen vreeselijk lawaai?" Kareitjes: „O nee juffrouw, dat valt best mee. Da eene schreeuwt altijd zoo hard, dat je de andere heelemaal niet hoortl"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 12