'liet JOient m Jxm OiieSoi. De Lotgevallen van een Collier MAANDAG 12 AUGUSTUS 1940 HAARLEM'S DAGBLAD Veelzijdig is het materiaal, dat de Duitsche pioniers voor hun arbeid meevoeren. Een bouw-trein wordt uitgeladen. (Foto Weltbild.) Bijzonderheden over het koopen van maizena, griesmeei en puddingpoeders. De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het dept. van Landbouw en Visscherij maakt bekend, dat met betrekking tot den met „105" genum merde bon van het algemeen distributiebon boekje, welke gedurende het tijdvak van 22 Juli tot en met 8 September a.s. recht geeft op het koopen van maizena, griesmeei of puddingpoe ders, het volgende is bepaald. Aangezien in den handel thans nog een groot aantal pakjes maizena met een inhoud van 225 gram voorradig is, kan goedgekeurd worden, dat tot een nader te bepalen dag deze pakjes worden gekocht tegen afgifte van twee der bovengenoem de met „105" genummerde bonnen. Het betreft hier een bepaalde fabrieksverpakking, In ver band hiermede is bepaald, dat slechts pakjes maizena van 225 gram, welke reeds voor 22 Juli 1940 waren vervaardigd, tegen afgifte van twee bonnen „105" gekocht kunnen worden. Met betrekking tot puddingpoeders is verder bepaald, dat de met „105" genummerde bon recht geeft op het koopen van twee pakjes pudding poeder, waarvan elk ten hoogste 50 gram zetmeel bevat, dan wel drie pakjes puddingpoeder, waar van elk ten hoogste 33 gram zetmeel bevat. Van de samenstelling der puddingpoeders zal dus afhangen, of tegen afgifte van een bon twee of drie pakjes verkocht mogen worden. Het is echter, ongeacht de samenstelling van het pud dingpoeder, verboden, meer dan drie pakjes per bon te verkoopen. Voorts zal op den met „105" genummerde bon inplaats van puddingpoeder ook puddingsaus- poeder gekocht kunnen worden en wel tot een hoeveelheid welke ten hoogste 100 gram zetmeel bevat. Het is echter, ongeacht de samenstelling, verboden meer dan 6 pakjes puddingsauspoeder tegen inlevering van een bon te koopen. In verband met het bovenstaande wordt er de aandacht op gevestigd, dat onder de distributie regeling vallen alle soorten puddingpoeder en puddingsauspoeder, die geheel of ten deele zijn vervaardigd van producten, bereid uit granen, rijst, of tapioca. PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO CENTRALE OP DINSDAG 13 AUGUSTUS 1940. Progr. I Jaarsveld. Van 10.30 n.m.11.30 n.m. Gram.platenconcert voor de Radio Distributie. Progr. II Kootwijk. Progr. III Duitsch Station. Porgr. V idem. 7.008.00 Eigen gramofoonplatenconcert. 1. Ouverture Alceste v. von Gliick, Concertge bouworkest. 2. Faust Salve Dimora v. Gounod, Luigi Fort. 3. Ouv. Fra Diavolo v. Auber, Staatsoperaorlcest Berlijn. 4. Duet uit La Bohème v. Puccini, L. Fort en L. Piccioli. 5. Ouv. Leichte Cavallerie v. von Suppé, Staats- operaorkest, Berlijn. 6. Ged. uit Carmen van Bizet, Jussi Björling. 7. Potp. uit Mignon van Thomas, Soli, Koor, Orkest. 8. Arlesiana-Lamento di Federico van Bizet, Luigi Fort. 9. Tanz der Sylphiden van Berlioz, Concertge bouworkest. 10. Ged. uit Manon van Massenet, Jussi Björling. 11. Hongaarsche Marsch van Berlioz, Concertge bouw orkest. EXAMENS. HOOFDAKTE. Haarlem, 10 Augustus 1940. Geslaagd voor het geheele examen: P. F. Kui per te' Heilo en J. T. Tromp te Alkmaar. Voor gedeelte A: S. K. W. Visser te Amsterdam. Geslaagd voor het examen Fransch L.O. de heer D. J. Scholten, Santpoort. CHRISTELIJK LYCEUM TE HAARLEM. Er zijn aan deze school nog eenige uitgestelde be. slissingen: Bevorderd naar klasse 6 afd. Gymnasium: Hetty Spaling, Wilm de Clercq, Wim Dolleman. Bevorderd naar klasse 5 afd. Gymnasium: Val- borg van Lennep, Joost van der Eist, Ton de Smidt. Bevorderd naar klasse 5 afd. H.B.S. B: Theo Boersma, Jacob Erkelens, Wim Groen. Bevorderd naar klasse 5 afd. H.B.S. A: Grada Breukelaar, Kees Segers. Bevorderd naar klasse 4: Jan Brand. Bevorderd naar klasse 3: Jan van Dijk. PERSONALIA. Geslaagd voor het diploma Engelsche Handels correspondentie de heer A. Valleggia te Zandvoort, leerling van den heer S. C. N. Mos, leeraar Engelsch M.O. te Haarlem Organisaties van maatschappelijke zorg sluiten zich aaneen. Naar gemeld wordt heeft de Nederlandsche Vereeniging voor Armenzorg en Weldadigheid hel initiatief genomen om te komen tot een nauwere aaneensluiting en samenwerking van de vele instel lingen en lichamen op het gebied der Maatschappe lijke zorg, Onder de huidige omstandigheden zien ook deze instellingen zich geplaatst voor velerlei nieuwe, gemeenschappelijke problemen en moei lijkheden. Bij de behandeling daarvan kan een cen traal punt ongetwijfeld een nuttige functie ver richten. Dit centrale punt was reeds aanwezig in de Nederlandsche vereeniging voor armenzorg en wel dadigheid, welke o.a. ten doel heeft, een band te leggen tusschen alle lichamen en personen, die zich bewegen op het terrein van het maatschappelijk steunwezen. Het was dus niet noodig een nieuwe organisatie op te richten. T m einde echter het representatief karakter dezer vereeniging duidelijker tot uitdrukking te brengen hebben in een der besturende colleges, de z.g. commissie voor algemeene zaken, vertegen woordigers van verschillende organisaties op het gebied der maatschappelijke zorg zitting genomen. Deze commissie bestaat thans uit rnr, A. J. A. A. baron van Heemstra, te Arnhem (voorzitter van het Nationaal fonds voor bijzondere nooden); mr. dr. W. G. A. van Sonsbeeck, te Maastricht (voor zitter van de Algemeene armen - commissiemr. H. M. L. H. Sark, te Wassenaar (secretaris van den Armenraad te 's-Gravenhage); mr. J. Everts, te Amsterdam (secretaris der federatie van diaconieën in Ned. Herv. Kerk); L. Hoejenbos te 's-Graven- hagen (directeur van den gemeentelijken dienst voor maatschappelijk hulpbetoon te 's-Gravenhage); dr. J. W. Noteboom' te Scheveningen (namens de centrale diaconale conferentie der Gereformeerde kerk); prof. dr. J. B. Slotemaker de Bruine, te Wassenaar (voorzitter van den centralen bond van inwendige zending en Chr. philantropische instel lingen); F. N. V. Quant te 's-Gravenhage (presi dent van den hoofdraad yan de vereeniging van H. Vincentius van Paulo in Nederland); mr. dr. F. M. G. van Walsem te Rotterdam (directeur van den gemeentelijken dienst voor. Maatschappelijk Hulp betoon te Rotterdam), die tevens het dagelijksch bestuur der Nederlandsche Vereeniging voor ar menzorg en weldadigheid vormen en voorts rector W. A. E. Bokeloh, te 's-Gravenhage (generaal-com- missaris der R.K. parochiale armbesturen in Ne derland) mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen te Haar lem (voorzitter van de Nederlandsche vereeniging tot bevordering van arbeid van onvolwaardigen); J. D. Hefting, arts te 's-Gravenhage (voorzitter van de Nederlandsche centrale vereeniging ter bestrij ding van de tuberculose); mr. H. de Bie, te Rotter dam (voorzitter van den Nederlandschen bond tot kinderbescherming); mevr. W. Bijvoet van Haaren, te Tilburg (presidente van de R.K. internationale vereeniging tot bescherming van meisjes); jkvr. J. J. Mackay, te Utrecht (namens de federatie van Chr. vereenigingen van en voor vrouwen en meis jes) en mr. P. de Prez, te 's-Gravenhage, secretaris. Met enkele organisaties, welke zich op andere takken der maatschappelijke zorg bewegen, wordt nog overleg gepleegd. (A.N.P.) VOOR DE KINDEREN Hij nam den man op zijn schouder, den professor bij den arm en zette het op een loo- pen. Achter zich hoorde hij het woedende gebrul van de twee Touaregs en hij rende blindelings de gang in.met zijn last. Eindelijk zag hij een lichtstreep en ten laatste zeeg hij hijgend op den grond in de buitenlucht neer. Zouden ze Krent hebben gegrepen? pre velde hij angstig. Doch op hetzelfde moment trad Krent met de kostbare kist ongedeerd en lachend naar buiten. De groeten van thuis. Yan de mogelijkheid, om brieven naar de Nederlandsche jeugd in de Ostmark te schrijven, wordt een druk gebruik gemaakt. (Foto Pax Holland.) Ned. Journalistenkring te Utrecht bijeen. R.-K. journalisten „en bloc" tot de N. J. K. toegetreden. Öe Nederlandsche Journalistenkring heeft Za terdag j.l. te Utrecht in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen een algemeene vergadering ge houden, welke zeer druk bezocht was. Zij had te beslissen over een voorstel betreffende vereeniging Unet de Roomsch-Katholieke journalis- tenvei'eeniging. Met algemeene instemming werd dit voorstel aanvaard. De Roomsch-Katholieke journalistenvereeniging, die te gelijker tijd in hetzelfde gebouw was bijeen gekomen, keurde eveneens een voorstel van haar bestuur goed, waarbij werd uitgesproken, dat de R. K. J. V. zich vereenigt met den Ned. Journalisten kring, zoodat dientengevolge de leden van de R. K. J. V. en bloc tot den N. J. K. toetreden. Vervolgens werd de gëdachtenwisseling aan de orde gesteld over de actie van en het voorstel door den Raad van Voorlichting der Nederlandsche Pers aan den Ned. Journalistenkring gedaan. Dit voor stel omvatte benoeming van twee leden van den raad van voorlichting, resp. tot voorzitter en vice- voorzitter van den N. J. K. en benoemin^van twee andere door dien raad aan te wijzen journalisten tot bestuurslid, terwijl de zittende bestuursleden van den N. J. K. gehandhaafd zouden worden. Volgens dit voorstel zou voorts aan den nieuwen voorzitter de bevoegdheid worden verleend de statuten aan den nieuwen tijd aan te passen, na overleg met het bestuur. Het beleid van het bestuur in de besproken zaak «werd verdedigd door mr. M. Rooy Jr., lid van de delegatie van den N. J. K. in de contactcommissie, waarvan de vereeniging de Nederlandsche Dagblad pers eveneens deel uitmaakt. De beraadslagingen werden afgesloten met de aanneming van een motie, waarin de N. J. K. zijn vertrouwen uitsprak in het bestuur en het verzoekt te gaan in de richting van een persraad, waarvan de leden worden benoemd door en uit de organi saties van directeuren en journalisten in Nederland, zijnde de vereeniging de Nederlandsche Dagblad pers en de Nederlandsche Journalistenkring, zulks in overleg met de bevoegde autoriteiten. De voorsteller van de motie had verklaard, dat dit laatste in ruimen zin bedoeld is. Den raad van Voorlichting uit te sluiten werd geenszins bedoeld. De vergadering, die om 3 uur was begonnen en zich van den ernst der besprekingen overtuigd toonde, eindigde tegen 7 uur. (A. N. P.) Twee slachtoffers van het water. Jeugdige Rotterdammers verdronken. Tijdens het afgeloopen weekeinde hebben zich te Rotterdam twee verdrinkingsgevallen voor gedaan. Zaterdag is in de Koningshaven de 3- jarige E. Nootenboom te water geraakt. Na 20 minuten dreggen gelukte het de rivierpolitie het kind uit het water te halen, doch de levensgees ten bleken toen geweken te zijn. Zondagmiddag is de 5-jarige Frans van der Garderen in de Nieuwe Maas. nabij de Feyenoord- kade verdronken. Het personeel van de rivier politie heeft het lijkje later opgedregd. Met den wagen er op uit in Uttendorf. Jonj Holland in Oslmarksche omgeving. (Foto Pax Holland.) POLITIE SPORTVEREENIGING „HAARLEM". De jaarlijksche zeskampen voor athletiek en voet bal om den Tenckinck- en Rembrandt-wisselbeker voor leden van bovengenoemde vereeniging zulle! worden gehouden op Woensdag 14 Augustus, des na middags half vier, op het gemeentelijk sportterrein aan de Mr. Jan Gerritszlaan te Haarlem-Noord. Voor deze wedstrijden zijn door eenige met dei vereeniging sympathiseerende personen fraaie prij zen ter beschikking gesteld. De jaarlijksche zwemwedstrijden om den Dobber- wisselbeker tusschen de politiesportvereenigingec Velsen en Haarlem zullen dit jaar te Haarlem wor den gehouden op Maandag 19 Augustus, des na middags half vier in de zweminrichting aan d Houtvaart. De Politie Sportvereeniging Haarlem is houdste van den Dobber-wisselbeker, die het vorig jaar t! Velsen voor het eerst werd verzwommen en doe Haarlem gewonnen met 48 tegen 47 punten. DR. N. P. VAN SPANJE OVERLEDEN. In den ouderdom van 81 jaar is te Amster dam overleden dr. N. P. van Spanje, otud-genees heer-directeur van het onze Lieve Vrouwen- Gasthuis te Amsterdam. N. Z. H. Vervoeropbrengst gedurende de maand Juli 1940 was f 319.077, tegen f 310.128 in Juli van het vorig jaar. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN. Inlichtingen aan het Bureau van Politie. Sme- destraat te Haarlem, uitsluitend tusschen 11 13 uur. Autoped: v. Duin, Oranjestraat 134. Notitie boekje: Iterson, Tramremise Soendaplein. Bad pak met handdoek; Helderman. Voorzorgstraat38. Bril: Jansen, Zocherstraat 82. Kerkboekje: Kos. Burgwal 31 rood. Doos inh melkfilters: v. Hes- ster, Thorbeckestraat 51. Etui met vulpotlood: v,d Veldt, Korte Houtstraat 3 B rood. Geldstuk: Hart- mans, Leidschestraat 78. Gulden: v. Heteren, Kle verlaan 261 en Vershalen, Westerstraat 8. Hond' Nijssen. Scheepmakersdijk 23. Groenendalerhond: Staphorst, Papentorenvest 19 rood Hond: Asyl Ridderstraat 11. Heerenpolshorloge: Reintjem Lakenkooperstraat 12. Regenjas: Jonk, Jan Gij- zenkade 141. Ketting met slot: Hooges. Leidsche straat 96 B. Rijwielpomp: Kol, Thomsonlaan 41 Uniformpet: Kars, Kloosterstraat 52 rood. Por- temonnaie met geld en sleuteltje: Boogai Molukkenstraat 15. Portemonnaie m.i.: Kemps Dennenstraat 8. Portemonnaie met bonnen: v.d Westen, Schreveliusstraat 8. Portemonnaie: Bos man. Oranjestraat 110. Portemonnaie m.i.: Gelot Pieter v. d. Doesstraat 5 EL, Amsterdam (WD. Por temonnaie met rijwielplaatje: Hoogervorst. Vaart straat 5. Rijwielplaatje: Koster. Rozemarijnstee! 16. Tasch m.i.: Kors, Gouwstraat 9 NORMAN FRAZER. (Nadruk verboden). 16) Zijn jas en vest, die over de vloer slingerden, had hij uitgetrokken, maar de rest van zijn kleeding- stukken, zijn schoenen incluis, had hij nog aan. Finney pakte eerst het colbert op en onderzocht, dit; hij vond er echter niets anders in dan een leege flacon omtrent de voormalige inhoud waarvan hij nauwelijks twijfel koesterde een tabakszak, een pijp en een doosje lucifers. Daarop hield hij zich met het vest bezig: dit bleek slechts een bagageregu te bevatten, afgegeven in Derby, waar Hollins, in de overtuiging dat hij daar verstandig aan deed, zijn koffertje had afge geven, waarin het pak zat, dat hij te Bristol voor een nieuw verwisseld had. Finney legde het vest terzijde en begon thans het lichaam aan een inspectie te onderwerpen. In de broekzakken van den doode zat alleen een paar pond in zilver- en kopergeld, een sleutelbos en wat kleine gebruiksvoorwerpen. Maar toen hij het lichaam omgedraaid had merkte hij, dat Hollins' pantalon een diepe achterzak had en hieruit vischte hij een canvas zakje op, dat de bewaarplaats bleek van twee vijf-pondsbiljetten, acht en twintig pond in kleinere coupures, benevens van eenige pa pieren, die toonden, dat Hollins driehonderd pond op de gemeentelijke spaarbank in Bradford had staan. „Je zou zoo zeggen", concludeerde Finney, „dat Bill er wat je noemt, goed bij zat". Het geld en de papieren schoof hij weer in het zakje en liet dit laatste naar een veilige bergplaats in zijn eigen kleeren verhuizen. Hij was niet zoo buitengewoon verrast door wat hij had gevonden; hij herinnerde zich Hollins' opmerking, in dc dron ken loslippigheid van gisteravond, dat ,»het kolos saal was" cn hij veronderstelde, dat er op Hollins' lichaam nog wel meer te vinden zou zijn. Al gauw had hij het te pakken en de ontdekking bracht een ernstige uitdrukking op zijn gezicht en deed hem geruim en tijd in diepe overdenkingen verzinken. Op de hoogte als.hij was van het doen en.laten van lieden, wier levensweg hen naar verre en avontuurlijke kusten had gevoerd, begreep Finney, dat, als Hollins ook iets van groote waarde bij zich droeg, hij dit in een gordel rondom zijn middel op zijn bloote lichaam zou hebben. Hij zocht naar zoo'n gordel en het resultaat strookte geheel met zijn verwachtingen. Vlug maakte hij de gesp los en trok de gordel weg. Het was een gladde riem met een tasch aan den rechterkant bevestigd uit die tasch bracht Hinney het snoer diamanten te voorschijn. Toen hij ze in zijn handen hield, wist hij, dat dit de prijs was waarvoor Hollins met Lloyd had gestreden en dat met hun geschiedenis, wat die ook zijn mocht, moord verbonden was. Finney was een scherpzinnig sluw, koel, en be rekend man. Hij was soldaat geweest en na met een loffelijken staat van dienst het leger verlaten te hebben, was hij bij de politie gekomen» waar hij eveneens de tevredenheid van zijn superieuren had geoogst. Zijn eerlijkheid, zijn ijver, het zorg vuldig betrachten van zijn plicht en zijn betrouw baarheid bezorgden hem het baantje als nachtwaker bij de glasfabriek, toen hij door een ongeluk van zijn been beroofd werd. Ook hier werd hij gewaardeerd door. zijn werk gevers, die hem na drie en een half jaar kenden als een nauwgezet employé, op wien zij ten volle konden vertrouwen. Voor hen, die hem slechts in laatstgenoemde hoedanigheid kenden, leek mr. Stafford Finney geen slechte eigenschappen te be zitten: zij waren niet op de hoogte van het feit. dat hij een groote ondeugd had een vrijwel on stilbare hebzucht. Finney was er met doortrapte listigheid in geslaagd al jaren een dubbel leven te leiden; hij stond bij iedereen in de stad bekend als de betrouwbare, respectabele nachtwaker van de glasfabriek, maar niemand wist dat hij daar naast een woekeraar was, met de roofzucht van een haai en de meedoogenloosheid van een tijger. Hij gebruikte een slecht betaalde, half-verhongerde klerk als strooman en door hem perste hij links en rechts de kleine handelsmenschen, die in zijn klauwen vielen, hun laatste penny af. Een dergelijk sujet was het, bij wien de diaman ten thans terechtkwamen en met zijn veelzijdige en gewiekste ervaring kon hij hun waarde beter schat ten dan Hollins en Lloyd. Hij had de krantenbe richten gelezen over den geheimzinnigen keten van moorden in Zuid-Devonshire, over de verdwijning van de twee gevangenisbewaarders en het vjnden van Lloyd's lichaam, maar nergens werd ook maar met een .enkel word gerept van diamanten» dus concludeerde hij dat het bestaan van het hals snoer zoowel aan de autoriteiten, als aan de pers onbekend moest zijn. Finney was er de man niet naar om iets van waarde, dat in zijn handen viel, prijs té geven. Hei toeval had hem een fortuin in den schoot geworpen en dat zou hij zich niet gemakkelijk laten ont futselen! Hij was niet bang, dat men Hollins bij hem zou zoeken hij was er absoluut zeker van dat niemand den ex-cipier aan het station of in de buitenwijken van de stad, waardoor hij hem had meegenomen, herkend of hem, vergezeld door Fin ney zelf, in de omgeving van de glasfabriek ge zien had. Het waren belangrijker dingen, waaraan hij op het oogenblik te denken had. Het eerste was hoe onmiddellijk de diamanten in veiligheid te brengen. Finney had, onder een anderen naam, een bankrekening te Leeds, tien mijlen ver, bij een oude, gevestigde firma, welke hem beschouwde als een achtenswaardig heer.met- één-been, die zijn geld in huizen belegd had. Zijn bankiers hielden diverse dingen vor hem onder hun berusting en Finney besloot, dat ook de diamanten in een zorgvuldig verzegeld pakje aan onbescheiden blikken onttrokken, den volgenden dag bij hen gedeponeerd zouden wor den. Voor het moment rolde hij ze in een oud flanellen hemd en legde ze in een speciale berg plaats, die hij vaker voor dergelijke doeleinden ge bruikte en waar het zeer onwaarschijnlijk was dat een ander dan hij ze zou vinden. Dat was dat maar wat moest hij met Hollins' lichaam beginnen? Mei zijn karakteristieke, koele onbewogenheid, verliet hij de slaapkamer, deed de deur weer op slot en begon zijn ontbijt klaar te maken. Terwijl Finney at en dronk, zette hij zich aan het overwegen van de vraag hoe zich van het lichaam te ontdoen. Eerst dacht hij erover om naar het politiebureau te gaan, den inspecteur te vertellen, dat Hollins laat in den avond bij hem was gekomen om onderdak en plotseling in zijn slaap, gestorven was. Maar na een oogenblik be sefte hij, dat deze oplossing vele minder plezierige consequenties met zich mee zou brengen. Er zou den hem allerlei vragen gesteld worden; er zou een gerechtelijk onderzoek naar de doodsoorzaak plaats vinden; hij zou van de directie van de fabriek ongetwijfeld een geducht standje krijgen, dat hij op hun terrein iemand onderdak had verschaft, die er niets te maken had en het feit, dat hij kon be weren, dat hij niet wist» dat Hollins wegens moord gezocht werd, zou in dit opzicht geen excuus vor men. Wat moest hij dan doen? Het was onmogelijk om een doode voor onbepaalden tijd in huis te houden 't stoffelijk overschot van Hollins moest uiter lijk binnen vier en twintig uur begraven worden. Maar waar en hoe? Toen kwam het idee bij hem op het lichaam in de rivier te gooien. Die was siechts een paar meter van zijn huis verwijderd doch hij herinnerde zich dat lijken, die in de rivier geworpen worden» de gewoonte hebben, op ongelegen oogenblikken aan de oppervlakte te verschijnen en als er een gewicht aan bevestigd was, zou dit aanleiding geven tot het instellen van een verre van ge- wenscht onderzoek. Bovendien, als ze eenmaal be gonnen te speuren, wist je nooit vooruit waar ze ■indigen zouden. Hij stond op van zijn ontbijt, nog steeds in het onzekere over de oplossing van het nijpende probleem en slechts overtuigd van één ding dat hij Hollins' lichaam moest zien kwijt te raken. Toen hij een pijp opgestoken had en in een grooten stoel was gaan zitten om de zaak tot een definitief einde te brengen, flitste het eensklaps door zijn geest, dat als Hollins' lichaam ontdekt werd als er lastige vragen gesteld zouden worden eq hij met de zaak in verband werd gebracht, de verden king van moord op hem zou komen te rusten, hoe wel ten onrechte. Niemand zou hem echter ge- looven, wat hij ook mocht zeggen de poging om het lichaam van een doode te laten verdwijnen was op zichzelf bezwarend genoeg om den verdach te aan de galg te helpen. Neen. hij mo^st een op lossing vinden, die iedere mogelijkheid uitslod dat het lichaam te voorschijn kwam. Terwijl zijn hersens koortsachtig werkten, liep hij zijn huisje uit, sloot de voordeur en c een rondgang over de fabrieksterreinen om, d wandelend, verder na te denken. En eensklaps stond hij tegenover het antwoord van zijn vraag. Hij was in zijn overpeinzingen ver diept» zonder het te merken, dicht bij een van di groote ovens gekomen, waaruit glasblazers het ge smolten glas haalden en toen hij in het gloeien! spel der ziedende vlammenzee staarde, die dos de gaten zichtbaar ws, wist hij wat hem te doe! stond. Er was een eenzaam uur in den nacM tusschen het opkomen van de eene ploeg en hel gaan van de andere, als hij in dien tijd Hollto' lichaam in dien kuil van vloebaar vuur kon werper dan zou er zelfs geen nagel van overblijven, Hij herinnerde zich het lot van een werkman, die it een van de ovens gevallen was en van wien gee* spoor teruggevonden was, toen het gesmolten gk' was afgekoeld. Finney had nu de oplossing van zijn probleeit gevonden. Hollins en alles wat op en aan hem wa.' behalve het geld en de steenen zouden dezer zelfden nacht in dezen vurigen afgrond verdwij nen, En de nachtwaker verloor geen tijd om aar de voorbereidingen van zijn" duivelsch plan te be ginnen. Hij hinkte de stad in en keerde eet uurtje later terug met een groote, stevige zai Daarin pakte hij. werkend met gesloten deuren ei ramen, in den loop van den middag, den doodö man met al zijn toebehooren. Tegen middernacü slaagde hij er in ondanks zijn invaliditeit b tat hij groote spierkracht den last op zijn rui 'e laden, het terrein er mee over te steken B op een plank te klimmen die naast een openinf in het metselwerk boven den oven leidde. Hij ba lanceerde op den rand hiervan, klaar om zijn lad •n de gloeiende massa gesmolten glas een meter >f vijf beneden hem, te werpen toen een harde. °rbaasde stem lijf het duist' vnlaae de still' erscheurde» zijn ntstelde ooren bereikte. „Hallo Finney! Wat voor den duivel voer jij daar uit?" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6