De Lotgevallen van een Collier
Over het bewaren van
levensmiddelen.
Het menu van den dag.
NEKKIE-RAF
ONS KNIPPATROON
ZATERDAG 57 AUGUSTUS 1940
HAARLE M'S D A' G B E A D'
VOOR DE VROUW
Bewaren van levensmiddelen, dat is op het oogen-
blik een brandend vraagstuk voor menigeen, en het
gebeurt vaak genoeg dat twee of drie vrouwen die
elkaar toevallig ontmoeten, in minder dan geen tijd
met elkaar ervaringen of meeningen op dit gebied
uitwisselen. Dit betreft lang niet altijd het aanleg
gen van ongeoorloofde voorraden: nu er nog zooveel
vruchten goedkoop te krijgen zijn, is het zeer ver
standig om die te laten voorgaan boven meel- of
grutterswaren als dessert bijvoorbeeld. Zoo komt het
dus dat de huisvrouw, die haar bons alle inwisselt
een klein voorraadje maakt, dat haar straks in de
"wintermaanden zeer goed zal te pas komen, w
neer er weinig vruchten zullen zijn en de honger
grooter is dan nu.
Een paar eenvoudige raadgevingen, die voor allen
voorraad gelden, wil ik hier laten volgen:
le. Gebruik altijd het oudste het eerst en vul den
voorraad van achter af eventueel met nieuw aan.
2e. Laat zulke voorraadregelingen niet aan perso
neel over, waarmee ik geen wantrouwen wil zaaien,
maar alleen dit bedoel: het is uw voorraad, en het
is niet van uw dienstmeisje of wie dan ook, te ver
gen dat zij er evenveel hart voor heeft als u zelf.
Controleer en regel dien voorraad dus zelf, het kost
wat meer tijd en werk, maar het geeft veel voldoe
ning wanneer alles dan ook goed geregeld is.
3e. Bewaar waren in gemalen vorm (gemeden
rijst, griesmeel) e. d. niet in zakjes, evenmin als
zware korrels zooals boonen en rijst, dat geeft op den
duur allemaal rommel, de zakjes scheuren en er
gaat veel verloren. Glazen of steenen potten, blikjes,
en dan behoorlijk voorzien van een etiket met den
naam erop, zijn veel beter hiervoor.
4e. Hang gezouten levensmiddelen zooals gerookt
spek, ham, rookvleesch en dergelijke niet in de
kelder, omdat de ietwat vochtige atmosfeer pekel
aan de levensmiddelen zou onttrekken.
Hang ze in een katoenen zakje op een koele,
donkere plaats, bijvoorbeeld in een diepe kast; het
zakje dient alleen voor het weren van vliegen.
4e. Reken dat u er wat werk voor over moet
hebben om een voorraadje levensmiddelen goed te
houden; inmaak heeft altijd controle noodig, en_wie
deze moeite er niet voor over heeft, doet beter er
niet aan te beginnen, want dan komt er vrij zeker
niet veel van terecht.
Zoo bereikte ons de vraag van een abonnée of zij.
met het oog op een vacantie buiten de stad, niet een
inmaak kon toepassen, die geen nazorg vraagt.
Maar zelfs steriliseeren vereischt de eerste weken
wat zorg, omdat de flesschen weer open kunnen
gaan en de inmaak in zout moet in den eersten tijd
ook goed gecontroleerd worden, teneinde schimmel
vorming te vporkomen.
Dus dan maar niet uitgaan. Dat zou wel een erg
drastische maatregel zijn, die toch nóg wel te om
zeilen is, want allicht heeft men wel een familie
lid of goede vriendin die eens een paar maal wil
gaan kijken, en voor wie dan ook alles goed en han
dig bij elkaar gezet kan worden om het begin van
narigheid te Voorkomen.
De voeding zal een zeer belangrijk onderdeel van
ons huishouden uitmaken in den komenden winter,
dat is wel zeker, maar een vernieuwde geest met
frissche energie na een goeden vacantietijd is toch
altijd van nog meer waarde, en het zou dan ook
dom zijn, om voor het eerste thuis te blijven. Bo
vendien is de hulpvaardigheid in de laatste maan
den eerder toe-, dan afgenomen.
Tenslotte vroag deze abonnée ook nog of zij
kaas bewaren kan door ze met 'n laagje paraffine te
bedekken. Inderdaad kan dat, maar het is toch zaak
om ze geregeld, om de twee dagen om te keeren.
En hoedt u voor de muizen, ze knagen er een keurig
rond gaatje in, hollen de kaas uit, en als u er dan
zelf van wilt gebruiken, is er niets dan een leege
korst over, een zoogenaamd muizenkaasje!
E. E. J.—P.
Knakworstjes, gesmoorde komkommers, ge
bakken aardappelen, gemalen rijst met gestoofde
versche pruimen.
Gesmoorde komkommers.
Schil de komkommers, snijd de bittere punten
er af, schep het zaad er uit en wasch ze. Verdeel
ze in nette blokjes en kook deze voorzichtig gaar
in weinig water met zout. Ze zijn gaar als ze
doorschijnend zijn. Schep ze uit het water en
smoor ze in een pikant sausje van wat kook
water, Maggi aroma, een scheutje azijn en wat
peper. Bind Ce saus desgewenscht na met wat
sago.
Bak de gekookte of rauwe aardappelen in
boter of olie, warm vlug de knakworstjes en doe
alles op een verwarmden schotel op.
Gemalen rijst met pruimen.
1 L. melk, 80 gram gemalen rijst, 50 gr. suiker
of zoetstof, die daarmee gelijk staat, wat zout,
1 pond versche pruimen.
Breng de melk met het zout aan de kook,
strooi de rijst er roerende in, laat ze vijf minuten
doorkoken en voeg de suiker er aan toe.
Doe dit in een vlakom als het wat afgekoeld is.
Ontpit de pruimen, snijd ze in de helft, zet ze
op met weinig water en kook ze vlug zacht. Voeg
er suiker naar smaak bij en leg de pruimen op de
rijstepap.
WIE HANDWERKT ER MEE?
Leuke slabbetjes, die weinig of niets
kosten!
Weinig of niets kosten deze vroolijke slabbetjes,
omdat wij ze breien van restjes waschechte brei
katoen in allerlei gezellige kleurtjes. Zij zullen
zich dan prachtig in de wasch houden en dage
lijks een genot voor het oog zijn, omdat zoo'n
slabbetje er altijd even keurig uitziet en toch
niet gestreken hoeft te worden ook, als wij ze
na het spoelen maar netjes in het model trekken
en even „plakken".
Hebt u wellicht een halve knot lichtblauwe
breikatoen over en bijv. ongeveer 10 gram
oranje en een even kleine hoeveelheid wit van
hetzelfde materiaal? Dan kunt u hieruit het ge-
heele jolige drietal van de foto maken en wij
verzekeren het u reeds bij voorbaat met succes,
want het is een zeer eenvoudig en prettig werkje,
dat ook een klein breistertje graag opgedragen
krijgt!
Voor het slabbetje met de drie molens zetten
wij 44 steken op, op aluminium naalden no. 3. In
heen en weer gaande toeren breien wij eerst 5
nld. recht,waarna wij overgaan in den tricotsteek
(recht aan de goede en averecht aan de verkeer
de zijde van het werk breien)echter, de eerste
en de laatste steek worden aan de verkeerde zijde
recht gebreid. Wanneer het werkje 75 nld telt
worden de middelste 8 st. afgekant en het slab
betje verder in twee gedeelten gebreid. Aan
weerszijden van het halsuitsnijdinkje wordt nu
als volgt gewerkt: bij de le. 2e en 3e naald de
twee buitenste steken samen-breien, 4e nld,over-
breien, 5e nld. weer 2 st. samen-breien. 6e en 7e
nld. overbreien, 8e als 5e nld., 9e en 10e nld.
overbreien, 11e als 5e nld. Wij zullen dan nog 12
st. over hebben, welke doorgebreid worden tot
het werk totaal 90 nld. telt. In vier keeren wor
den de 12 st. van ieder schoudertje met 3 stuks
tegelijk afgekant, terwijl we hiertusschen tel
kens een naald overbreien, en we beginnen aan
de buitenzijde van het werk, dus naar het
halsje toe. Eerst worden deze stukjes netjes te
ruggeslagen naar de achterzijde en tegenge-
zoomd, waarna met de breinaald door alle langs
de zijkanten liggende averechte steken aan de
goede zijde wordt gestoken, zoodat er 45 lusjes
op komen te staan. Deze worden nu 4 nld. recht
gebreid, terwijl aan de schouderzijde bij elke
naald de twee buitenste steken samengebreid
worden. In de 5e nld worden deze allen weer af
gekant, waarna het reepje met stiksteekjes vast
genaaid wordt voor het middengedeelte, terwijl
de uiteinden als sluiting dienen. De drie molen
tjes kunnen nu opgemaasd worden; de romp er
van bestaat uit oranje en hun wieken uit witte
steekjes. De wieken sluiten steeds aan bij elk
volgend molenrompje, zooals ook het werktee-
keningetje dit laat zien. De schuine kruisjes
hierop zijn als wit, de rechte kruisjes als oranje
bedoeld.
Het pretentielooze slabbetje met de kleine kla
verblaadjes heeft een vorm aangenomen afwij
kend van zijn beide buurtjes. Wij zetten ervoor
op 20 st. en breien deze meteen in den tricotsteek
(zie slab I)Om den vorm te krijgen moeten wij
steeds meerderen door aan het begin en eind
van de naald om beurten één of twee steken erbij
op te zetten, hetgeen dan telkens met één naald
overgebreid wordt. Wij gaan zoo door tot wij 60
st. op de naal-d hebben gekregen, welke nu zonder
meer doorgebreid worden tot het werk 62 nld.
hoog is. Voor de halsuitsnijding worden daarna
de middelste 12 st. afgekant, zoodat het slab
betje in twee deelen verder gebreid wordt. Op
dezelfde wijze als bij het eerste slabbetje wordt
nu in de komende naalden weggeminderd, zoodat
hier tenslotte 18 st. aan iedere zijde overblijven,
welke doorgebreid worden tot en met de 88e nld.
Te beginnen aan de halszijde kanten wij, met
één naald overbreien er tusschen, in deze volg
orde de steken af3, 3, 4, 4 en 4 st. Daarna leg
gen wij dit uiteinde met een klein omslagje tegen
de achterzijde, om het zoo vast te zoomen. Het
kleine witte picotje wordt nu langs de buitenzijde
gehaakt en -bestaat uit 5 losse en 1 vaste. Onder
het haken vouwen wij de zelfkant van het brei
werk een weinig om, welke daarna met den flanel
steek vastgezet wordt. De bescheiden klaver
blaadjes in oranje kunnen nu uitge
strooid worden; zij bestaan uit steeds 3 maas
steekjes, welke horizontaal 9 en verticaal 17
breisteken, van elkaar verwijderd staan. Voor
ieder blaadje wordt keurig netjes aan- en afge
hecht. Als sluiting dienen bij dit slabbetje
twee 35 c.M. lange reepjes, welke, wij in stokjes
van de witte breikatoen haken.
En dan rest ons nog het slabbetje met Moeder
de Gans en één van haar kiekens, waarvoor wij
50 st. opzetten. Deze worden eerst geheel in den
piquésteek gebreid (.2 nld. 1 recht, 1 averecht en
dan bij de volgende 2 nld 1 st. verspringend
Van de 13e nld. af worden aan weerszijden de 7
buitenste steken in den piquésteek gehouden,
terwijl de 36 binnensteken in den tricotsteek ge
breid worden (zie slab I)In de 61e naald kan
ten wij de middelste 10 st. af, zoodat het wérk
\anzelf gesplitst is. Ieder schouderdeeltje breien
wij gewoon door, terwijl aan de halszijde ge
minderd wordt als bij het eerste slabbetje staat
aangegeven. Tenslotte resten dan nog 14 steken,
welke 6 nld. doorgebreid worden en daarna, te
beginnen aan de armzijde, in 1 x 2 en 4 x 3 st.
worden afgekant, dit met een naald overbreien er
tusschen. En nu komt ons oude vertrouwde spij
kerklosje er aan te pas om het halskoord op te
breien. Wij „punniken" dit op 6 spijkertjes on
geveer 30 c.m. lang, waarna het langs de hals
uitsnijding wordt genaaid. De kleine uiteinden
behoeven slechts in een eenvoudigen knoop vast-
gestrikt te worden. Na de afgeschuinde schouder
stukjes tegengezoomd te hebben, kunnen de leuke
motiefjes aangebracht worden; pooten, snavels,
enz. borduren wij in oranje- en de overige
VOOR DE KINDEREN
Eindelijk neemt Langnek een kloek
besluit en stapt den winkel binnen.
Buigend geeft mijnheer Puntneus
de hoedenman een stoel. Beleefd
vraagt hij dan wat mijnheer Raf ver
langt. En Reinaard kijkt door de
deurruit en houdt zijn hand aan zijn
oor om iets te verstaan. Maar Raf is
zoo met zichzelf ingenomen, dat hij
Reinaard niet ziet. Met een voorname
en deftige stem bestelt hij een hoed.
Een zwarte moet het zijn.
Haastig zoekt mijnheer eenige hoe
den bij elkaar. Maar geen enkele past
Raf, want alle blijven hem bovenop
zijn horentjes staan. Wanhopig grijpt
Puntneus naar zijn hoofd. Wat moet
hij doen met dezen moeilijken klant?
Ook Reinaard kan zijn oogen niet
gelooven. Waarvoor heeft die wijs
neus noodig hoeden te passen? Hij
kan zijn nieuwsgierigheid niet meer
bedwingen. Raf kijkt nog eens in den
spiegel en bedenkt dan wat anders.
Verwaand keert hij zich tot mijn
heer Puntneus en zegt„Maak mij
zoo'n hoogen hoed, die zal mij wel
passen." En hierbij wijst Raf hoe
hoog hij bedoelde. „En vanavond
klaar," laat hij er nog achter volgen.
Mijnheer Puntneus, die toch al tuure-
luursch is geworden van al dat pas
sen, valt van schrik achterover op
den grond. Ook Reinaard begint aan
het verstand van Raf te twijfelen.
Als dat zoo doorgaat, zal ik hem nog
naar het ziekenhuis moeten bren
gen, denkt hij.
WANDELJAPON.
Moderne japon met tusschenbaan over de geha
lengte. Inplaats van de weergegeven combinatie
men ook een effen japon nemen met bedrukte ti
schenbaan. Vlot kleeden de halflange mouwen u
binnenwaartsche plooi en flatteus is de halsuita
ding in puntvorm.
Het patroon is in maat 52, prijs 26 cents. Het
van Maandag af gedurende een week verkrijgbj
bij de bureaux van dit blad Gr. Houtstraat 93
Soendaplein 37.
lichaamsdeelen in witte maassteekjes. Dan n
op de 2e rij piquésteken, na het opzetsel,tl
rijtje witte- en op de 3e rij oranje maassteekji
waarna ook dit slabbetje klaar is, op zijn kwast;
dan na, die van telkens twee dubbele drai
blauwe katoen geknoopt worden.
NORA HAN,',
GRETNA GREEN IS NIET MEE
Duizend paartjes per jaar werden er
den echt verbonden.
Een eigenaardig bureau van den Burgerlijk
Stand, het romantische Gretna Green is thans a
den oorlog ten offer gevallen.
Nergens in Europa was het trouwen zoo genu
kelijk als in Gretna Green, het kleine dorpje a
de Schotsch-EngeJsche grens. Men huwde in f
smidse, het altaar was een oud aambeeld en i
de geestelijke, die het paar in den echt verboi
fungeerde de smid zelf, die door een oeroud p
vilege, dat op Gretna Green rustte, een vermof
heeft verdiend,
In deze romantische atmosfeer hebben tal van:
mantische bruiloften plaats gevonden, waarvan
meeste echter een zeer on-romantisch einde nam
Volgens een oude Schotsche wet kon, men in
smidse van Gretna Green zonder eenige fora:
liteit in het huwelijk treden: In 1900 werd
oude wet opnieuw door den smid ontdekt en ve
tig jaar lang liet de regeering het bloeiende t
drijf bestaan. Op alle uren van den dag en c
nacht was het „bureau" geopend en alleen op \f
toon van een pas en tegen betaling van 1 pc
sterling, kregen jongelui van allerlei soort hier
gelegenheid, een jong meisje tegen den zin v
haar familie wettig aan zich te binden.
Tallooze gevallen van bigamie zijn door Gret
Green mogelijk gemaakt, het gebruik van valse
passen was aan de orde van den dag en heel r
tranen zijn vergoten door meisjes, die al te go<
geloovig den een of anderen avonturier nas
Gretna Green waren gevolgd. De echt roma
tische, sympathieke gevallen waren onder de H
per jaar zeer in de minderheid.
Gretna Green had langzamerhand een i
naam gekregen en daarom is 't maar goed, datt
thans gesloten is.
NORMAN FRAZER.
(Nadruk verboden).
21)
Hij keek niet naar het étalageraam toen hij
binnentrad maar als hij dat gedaan had, zou
den zijn oogen voor misschien deii duizendsten
keer gevallen zijn op de daar tegen den chocolade
bruinen achtergrond prijkende vergulde letters:
RICHARD CLAYE,
KAPPER EN IN TABAK EN SIGAREN.
Ninian liep den onaanzienlijken winkel door.
Achter de toonbank bewaakte een jongedame,
wier helblonde haren het effect van peroxyde on
weersprekelijk demonstreerden, een eenigszins
schamele voorraad tabak, pijpen en sigaretten, en
met niet meer dan 'n kort knikje naar deze juffrouw
duwde de bezoeker de deur open van den achter
den winkel gelegen kapperssalon. Deze was niet
minder armetierig dan het rookartikelen-etablis
sement. De inventaris bestond uit versleten
pluche stoelen langs drie zijden van het vertrek
geplaatst, twee gebarsten marmeren waschtafels
met spiegels en toiletbenoodigdheden en een ge
lijk aantal in niet te besten staat verkeerende
seheerstoelen. De muren waren versierd met re
clameplaten van sigaretten, beeltenissen van be
roemde paarden en jockey's en affiches van ver
schillende theaters en variétés in de stad.
Er waren twee menschen in den salon, toen
Ninian Bexendale binnenstapte. De eene, iemand
van een jaar of dertig met een bleek gezicht, had
zijn kappersjas uitgedaan en maakte zich voor ver
trek gereed door zijn ietwat groen geworden zwarte
colbert af te schuieren. De andere, een ontegen
zeggelijk knap man van voor in de veertig, ge
heel gekleed, met een glad-geschoren gezicht, don
ker haar dat bij de slapen krulde, een paar vlugge
beweeglijke oogen, stond, tegen den schoorsteen
mantel geleund, zijn nagels schoon te maken. Hij
keek op van zijn bezigheid en ontmoette Ninian
Bexendal's vragenden blik, die veelbeteeke
nend op hem gevestigd was.
„En", zei hij, „hoe gaat het er mee?"
„Best, hoe is het met jou?", antwoordde Ninian.
„Klaar voor vandaag?"
„Zoo ongeveer", antwoordde de ander, terwijl
hij zijn nagelschaartje in zijn vestzak stopte.
„Ik had vanavond niets te doen", hernam Ninian
onverschillig. „Ik dacht dat je misschien zin had
in een partytje biljart".
„Uitstekend, mijn jongen. Ik moet even mijn kas
opmaken en sluiten; ik ben direct tot je dienst",
verklaarde mr, Claye, opgewekt den sigarenwinkel
binnenloopend. „Ga zoo lang zitten daar is de
Evening Post".
Ninian ging in de verschoten fluweelen fauteuil
zitten, pakte de krant op en nam kennis van het
laatste nieuws over de rennen. De bleeke man trok
zijn jas aan, pakte zijn tasch, zei op een tammen
toon: „Goedenavond meneer" en liep naar de tus-
schendeur. Een zwak gerinkel van geld klonk in
den winkel en stierf weg; toen kwam de jonge
dame met hét,kanariegele haar binnen, zette haar
hoed op, trok 'haar mantel aan voor een der spie
gels en ging ook heen; de eigenaar verscheen op
nieuw, geldstukken rammelend in zijn broekzak.
„Zeventien shillings en een halve penny", zei hij
met een grinnik tegen Ninian. „Een winstgevend
zaakje, mijn zoon, vind je niet voordat je het
weet ben je millionnair!"
„In ieder geval kom je er mee uit, Dick", meende
Ninian Bexendale.
„Alles bij elkaar", legde mr. Claye uit, terwijl
hij zijn daagsche plunje verwisselde voor een
goed zittend tweed costuum, „heb ik het loon voor
het meisje er uit, van den bediende en de belas
ting. Ik betaal de huur".
„En die luxe kun je je best permitteeren", ver
klaarde Ninian, „ik zou maar niet klagen".
„Ik klaag nooit als ik geld moet uitgeven om
zaken te kunnen doen, mijn jongen. De kost gaat
nu eenmaal voor de baat uit. Maar ik ben bang,
dat we dit spelletje niet al te lang meer kunnen
volhouden. Als de ordelievende burgers het in de
gaten kregen, dat de luitjes, die hier binnenwande
len voor een doosje sigaretten of om zich te laten
scheren, in werkelijkheid komen voor 'n gokje of om
dingetjes te slijten, die ze nergens anders kwijt
kunnen zonder het met de politie aan den stok te
krijgen, dan ben ik wat je noemt zuur. En tenslotte
weet je nooit, hoe de een of ander zijn mond
voorbijpraat".
„Er is wel een manier om uit de moeilijkheid te
raken", deelde Ninian hoopvol mee. „Kom mee
ben je klaar?"
Mr. Clay zette een bolhoed op, nam een para-
pluie met een zilveren knop en na zijn vriend
den winkel te hebben uitgelaten, sloot hij de deur
en stopte den sleutel in zijn zak.
„Dezelfde gelegenheid?", vroeg hij.
„Ja", antwoordde Ninian. „Maar geen biljart. Ik
moet een rustig gesprek met je hebben ik heb
het mooiste zaakje op het, oog, waar je ooit van
gehoord hebt. Wacht tot we een hoekje voor ons
zelf hebben".
Mr. Claye liet geen verbazing of ongeduld blij
ken hij neuriede een vroolijk deuntje, terwijl ze
de straat inliepen, deze overstaken en een café
binnengingen aan den overkant. Pas toen hij en
zijn jonge vriend in een rustig hoekje van een
verlaten biljartkamer gezeten waren met glazen
voor en sigaren in hun mond. kwam hij op Ninian's
geheimzinnige aankondiging terug.
„En?", vroeg hij. „Voor den dag er mee, mijn
zoon. Waar gaat het over?"
„Het gaat om vijftigduizend pond waarde aan
diamanten", klonk het prompt.
„Dat", vond mr. Claye, na een bedachtzamen
slok van zijn whisky en soda te hebben genomen,
„is een geschiedenis waar ik graag wat meer van
wil hooren. Ik ben een en al aandacht".
Ninian deed zijn verhaal op een alleszins sug-
'gestieve wijze en het resultaat was, dat, toen hij
zweeg, mr. Claye, die al dien tijd een prijzens
waardig stilzwijgen had in acht genomen en na
gelaten had, ook maar een enkele vraag te stel
len, van alle details nauwkeurig op de hoogte
„Reuze-idee van je, mijn jongen", prees hij.
„Laten we nu eens nagaan hoe de zaken precies
staan. Als de dame in kwestie verlangend is om
naar Ierland terug te keeren mogen we het als
vaststaand aannemen, dat ze zoo spoedig mogelijk
zal vertrekken. Het eerste wat we dus moeten
doen is een oogje op haar te houden, zoodat we
weten wanneer ze gaat".
„Daarvoor kan ik zorgen", zei Ninian.
„Maar vergeet dan vooral niet wat daarvan
afhangt", zei mr. Claye. „Als ze er vandoor gaat
zonder dat wij het weten, hebben we het nakijken.
En ten tweede moeten we, als zij gaat, met haar
meereizen".
„Verdraaid, hoe moeten we dat aanleggen!",
riep Ninian. „Ze kent mij immers!".
„Als je dat aan mij overlaat, mijn jongen,
dan zal ik je gezicht en heele voorkomen zoo ver
anderen, dat je eigen moeder je niet zou herken
nen", stelde mr. Claye hem gerust. „Ik zal je wat
vertellen, mijn jongen we zullen er een geeste
lijke met vacantie van maken. Dat aardige snor
retje van je moet opgeofferd worden, want je moet
voor een onschuldige, jonge hulpprediker door
gaan. Ik ben een geestelijke op leeftijd. Laat de
kleeren, boorden en de rest maar aan mij over
ik zal wel zorgen, dat je er piekfijn uitziet en
ik zelf dito".
„O, dat vertrouw ik je wel toe", verklaarde
Ninian. „Maar hoe krijg je de steenen te pakken,
Dick hoe denk je dat te doen?"
„Ben je ooit wel eens naar Ierland gereisd?",
informeerde mr. Richard Claye.
„Tweemaal", was het antwoord. „Een keer
naar de Leopardstown-races en eenmaal naar de
paarden-tentoonstelling in Dublin".
„Dan weet je evengoed als ik", hernam mr. Claye,
dat er twee manieren zijn om naar dat altijd groene
land te komen de eene is met den gewonen
sneltrein, over Hollyhead en Kingstown, de andere
met de express, via Hollyhead en North Wall. Nu is
het zoo vast als een huis, dat de dame naar Holly
head reist over Leeds dat is de vlugste en ge,-
makkelijkste route. Wat we moeten probeeren uit
te vinden is gaat ze met den gewonen trein
of met de express, met den dag- of nachttrein of
met de dag- of nachtexpress? Dus jij moet zien
gewaar te worden welke verbinding ze neemt, hoe
laat en welke dag ze op reis gaat. Ze zal vermoe
delijk den dag tevoren je eerbiedwaardigen vader
een bezoek brengen en hem alle mogelijke bij
zonderheden vertellen vrouwen flappen er bij
zulke gelegenheden altijd alles uit en jij moet
er voor zorgen, dat je alles afluistert.
Dan moet je regelrecht hierheen komen, je ver
mommen en dan zullen wij haar met ons tw«
op het station van de Londen and North Weste
opwachten en haar niet uit het oog verliezen
we de diamanten te pakken hebben".
„En hoe denk je dat voor elkaar te krijgen'
wilde Ninian weten. „Je moet bedenken, dat ze
met een metalen ketting aan haar lichaam
maakt".
„Tijdens een treinreis of een bootreis voos
als de reis 's nachts plaats vindt", zei hij vol
vertrouwen, „doen zich heel wat kansen voor, c
ik heusch niet onbenut zal laten. Wacht en
toe, mijn zoon. Het eerste wat jij nu moet doefi
met me mee naar huis komen, zoodat ik je de ffli
kan nemen. De kleeren zullen dan klaar lig.
je ze noodig hebt en dal kan, zooals je weet, alb<
gauw zijn".
In de verborgenheid van mr. Claye's kamer
veiligheidshalve gekozen in een rustige achten
straat werden Ninian's maten zorgvuldig
genomen en genoteerd en daarna nam zijn vrie
hem nog eens goed op.
„Je moet doorgaan voor een jong geei
die met vacantie is", lichte hij nader in, ten
komend op zijn straks uiteengezet plan. „Je nv
een Norfolk-jas dragen van heel donker gr'
kleur met een van achteren sluitende boord
een zwarten stroohoed, die je, zooals geestelijk
dat doen, met een elastiek aan je jas bevesü
Je draagt je horloge in de borstzak van je NorfoT
jas, zoodat een stukje gouden ketting zichtbaarI
Dat hoort zoo. Wat. mijzelf betreft, daar hoef je]
het hoofd niet over te breken; het is niet de eerj
maal dat ik in deze transformatie optreed".
Drie weken later, toen mr. Claye 's avonds zj
winkel sloot, werd hem een telegram tf
zorgd. Het bevatte slechts vijf woorden. „Ktj
met den volgenden trein. Bexendale".
Mr. Claye wandelde naar het station en wachl
zijn bondgenoot op het perron. Ninian stapte j
nam hem apart en fluisterde in zijn oor:
„Het is in orde. Ze vertrekt morgenochtend vrej
uit Castleford en nèemt hier den trein van Sj
naar Dublin. Via Hollyhead en Kingstown. En
heeft het moois in haar groene tasch, die
een ketting aan haar ceintuur bevestigd is.
(Wordt vervolgd).