»MK$ €J De Lotgevallen van een Collier VmM J NEKKIE-RAF H A ARLE M'S DAGBEAD S< ■- v Bij den oogst op het Zeeuwsche platteland. De kinderen van de daglooners mogen op het veld de aren komen „lezen". Jong Zeeland aan den arbeid. (Foto Pax Holland.) Het postverdrag van Buenos Aires. Ruimere opvatting inzake drukwerken en monsters. De bepalingen van het op 23 Mei 1939 te Buenos Aires gesloten algemeen postverdrag -en de gelijk tijdig aldaar gesloten overeenkomsten zijn thans in werking getreden, als gevolg daarvan zijn de vol gende wijzigingen in de P. T. T.-voorwaarden en tarieven van kracht geworden. a. Binnenlandsch verkeer. In het binnenlandsch verkeer worden allereerst eenige faciliteiten ten bate van het gedachtenver- keer met en voor blinden ingevoerd. Zoo is het maximum gewicht voor braille drukwerken ver hoogd van 5 tot 7 K.G. Voorts mogen clichés met teekens in blindenschrift op den voet van en tegen het zeer lage tarief voor braille drukwerken wor den verzonden. Hetzelfde geldt voor gramofoonpla- ten (z.g. sprekende boeken), uitsluitend ten behoeve van blinden, mits verzonden door of gericht aan een officieel erkend blindeninstituut. In de tweede plaats worden inzake de verzending van drukwerken eenige ruimere bepalingen van kracht en wel ten aanzien van formulieren In ge bruik bij bibliotheken voor het aanvragen of uit leen en van boeken. Deze formulieren kunnen voortaan als drukwerken woï^en verzonden, mits zij geen andere vermeldingen bevatten dan de titels der werken, het aantal gevraagde, resp. verzonden exemplaren, de namen der schrijvers en uitgevers, de nummers van den catalogus, het aantal lees- ■dagen, de naam-van den aanvrager en andere korte aanwijzingen, betrekking hebbende op de betref fende boekwerken. Op als drukwerk verzonden platen zijn voortaan evenals thans reeds op foto's een zeer beknopte toe lichtende beschrijving en andere korte aanduidin gen, op deze betrekking hebbende, toegelaten. Voor monsters zijn er o.a. de volgende nieuwe bepalingen. Hierop mag een korte aanwijzing voor komen betreffende den fabrikant en den leveran cier of betreffende den persoon, voor wien het monster is bestemd. Voor verzending van monsters in luchtdichte verpakking zijn, zoowel voor het binnenland als het internationaal verkeer, thans eenvormige regels vastgesteld. Onder luchtdichte gesloten verpakking mogen worden verzonden monsters, bevattende industrieele of landbouwpro ducten, die in een door de fabriek gesloten verpak king worden ter post bezorgd of zijn verzegeld door een in het land van herkomst gevestigde controle instantie. a. Bultenlandsch verkeer. Als meest opvallende noviteit zij hier genoemd, dat mededeeling van adreswijziging voortaan ook in het internationaal verkeer door middel van een, in de Fransche en Nederlandsche taal gesteld formulier zal kunnen geschieden. Deze formulieren kunnen voorloopig alleen naar Duitsch- land worden gezonden. De prijs der internationale adreswijzigingsformulieren zal 2% cent per stuk bedragen. Inzake de verzending van drukwerk worden de hierboven onder „binnenlandsch verkeer" vermelde bepalingen ook voor het verkeer met het buitenland -voorloopig alleen Duitschland van kracht. Tevens mogen in dit verkeer de thans reeds op de bestel- en inteekenbiljetten van boekwerken toe gelaten bijvoegingen ook op biljetten tot aanbie dingen van boekwerken enz. Worden gebruikt. Schoolcorrespondentie met het buitenland kan, cok indien de inhoud actueel en persoonlijk is, en mits deze correspondentie wordt verzonden door en aan hoofden van onderwijsinrichtingen, tegen het goedkoope tarief voor akten worden verzonden, mits deze zendingen overigens aan de voor akten ge stelde bepalingen voldoen. Echter voorloopig alleen naar Duitschland, omdat alleen naar dit land ver zending van akten is toegelaten. Voor pakketten (voorloopig alleen naar Duitsch-, land) zonder aangegeven waarde is de verplichting tot verzegeling, welke reeds voor de meeste landen, o.m. Duitschland, was opgeheven, thans algemeen vervallen. In elk pakket mag hetzij een factuur, hetzij een borderel, bericht van verzending of bewijs van aflevering worden opgenomen, mits deze bij lagen open worden bijgesloten, uitsluitend op den inhoud betrekking hebben en alleen gewone op gaven van een dergelijk stuk bevatten. c. Tariefwijzigingen. De andere tariefwijzigingen betreffen alle het internationaal verkeer. Identiteitskaarten kosten voortaan 30 cent, ant woordcoupons 15 cent per stuk. Het expresserecht wordt voor briefpostzendingen, ook voor doosjes met aangegeven waarde verlaagd tot 20 cent. Het minimum recht voor doosjes met aangegeven waarde wordt gebracht op 40 cent (tot en met 200 gram) en voorts 10 cent voor elke 50 gram meer. Voor postpakketten is de bestaande tariefschaal van 1 t/m. 5 K.G. in het buitenlandsch verkeer ge splitst in tweeën, n.l. van 1 t/m. 3 K.G. en 3 t/m. 5 K.G. De nieuwe tarieven zullen gaandeweg worden bekend gemaakt. Couranten, tijdschriften en landkaarten kunnen, ook de anderen dan de uitgevers of hun lastheb bers, in het verkeer met sommige landen thans alleen Duitschland worden verzonden tegen het verlaagd drukwerktarief van l'/2 cent per 50 gram. De positie van den journalist. Naar het A.N.P. van bevqegde zijde verneemt, is het niet onwaarschijnlijk dat binnenkort een verordening zal verschijnen, welke de positie van den journalist zal regelen. AANGETEEKENDE ZENDING JUWEELEN NIET AANGEKOMEN. Bij de Amsterdamsche politie is aangifte ge daan van het feit, dat een zending juweelen met een waar-de van f 500, welke in Januari in dit jaar aangeteekend .naar Japan was gezonden, aldaar le dig is aangekomen. „NEDERLAND, MIJN NEDERLAND!" „Nederland, mijn Nederland" is de titel* van een bij Scheltens en Giltay te Amsterdam ver schenen brochure van Nico C. Vos, voorzien van een woord ter inleiding van mr. J. Linthorst Homan, die den schrijver hulde brengt voor de algemeene strekking van zijn betoog en zijn warm vaderlandsch gevoel. Het Nederlandsche volk, zoo zegt de heer Vos, moet zich nuchter realiseer en, dat de verhou dingen in Europa gewijzigd zijn; de omwente ling in dit werelddeel is niet alleen een van wa pengeweld, maar tevens van den geest. Wat willen wij? vraagt hij: „een nieuwe Ne derlandsche nationale eenheid, met open oog- voor dat, wat waarlijk Nederlandsch was in het oude, maar ook met open oog voor datgene in het nieuwe, dat goed is en in den Nederlandschen bodem groeikracht zal kunnen bezitten". Da'ar- toe is noodig, behalve werkelijkheidszin, een hechte en eendrachtig-nationale samenwerking van allen voor allen, een tot dienen bereid ge meenschapsbesef. Een samenbinding van het Nederlandsche volk in één enkele, alle geledin gen der bevoïging omvattende, organisatie zal daartoe noodzakelijk zijn. Het uitbannen van de werkloosheid is wellicht een der voornaamste ta ken, die ter hand te nemen zijn. Een geordend arbeidsproces 'is noodig waarin weer kome arbeid en arbeidsvreugde voor een ieder. Men zal de volkswelvaart dienen te be vorderen op de basis van een rechtvaardige be looning naar gelang van arbeidsprestatie en men dient te aanvaarden de pensoengerechtigdheid van iederen Nederlander op een nader vast te stellen leeftijd. Verder moet het vraagstuk van invaliditeitspensioen en pensioen bij verdere arbeïdsonmogelijkheid tevens doeltreffend wor den geregeld. Dé landbouw moet worden ver sterkt door een doeltreffende ordening van het grondgebruik en een loonend prijspeil. Daarbij dienen de voortbrenging en verdeeling van de stof felijke goederen doelbewust te worden geregeld. Tenslotte kan de te vormen organisatie medewer ken aan 'n doelbewuste opvoeding van de jeugd in nationalen zin, onder eerbiediging van de geestelijke verscheidenheid van ons volk. Vor ming van een. alle groepeeringen overkoe pelende, Nederlandsche 'jeugdbeweging is een eerste vereischte. Dit wat betreft de vraag: wat willen wij? De vraag: Wien willen wij? beantwoordt de .schrijver door het Nederlandsche volk op te wek ken, aan de Nederlandsche Unie zijn vertrou wen te schenken. Burgemeester van Hoogland eervol ontslagen. Aan den beer L. O. U. I. S. Grippeling is met ingang van 1 September a.s. eervol ontslag ver leend als burgermeester der gemeente Hoogland. PERSONALIA. Bij de te 's-Gravenhage gehouden examens voor diploma coupeuse slaagden mevr. G. Rusman Cf te, mej. R. Lamens en mej. B. v. Doorn, allen leerlingen der Modevakschool te Haarlem en Heemstede. Dir. J. v. Doom. Bommen op Nederland gevallen. Geen ongelukken of schade. In den nacht op Dinsdag zijn twee bommen ge vallen in weideland onder de gemeente Tie- tjerksteradeel. Er is geen schade aangericht. In Harderwijk vielen tien bommen: er hadden geen persoonlijke ongelukken plaats. DE WETHOUDER VOOR ONDERWIJS. De Wethouder voor onderwijs te Haarlem zal deze week zijn spreekuur houden op Vrijdag van half één tot half twee. mmi EIIICMTIN PURMEREND 20 Augustus 1940. Boter 1708 K.G. 1,38—1,45 per K.G. Vette koeien 450 0,800,90 per K.G. matig. Gelde koeien 242 140230 per stuk, matig. Melk koeien 140 22340 per stuk, matig. Stieren 115 0,600,75 per K.G., matig. Paarden 11 160250 per stuk, matig. Vette kalveren 43 0,600,95 per K.G., matig. Graskalveren 56 4080 per stuk, matig. Nuchtere kalveren voor de slacht 249 1018 per stuk, vlug. Nuchter kalveren voor de fokkerij 1625 per stuk, vlug. Magere varkens 26 2646 per stuk, matig. Biggen 93 1424 per stuk, matig. Schapen 864 2255 per stuk, vlug. Bokken 100 416 per stuk, vlug, Lammeren 784 714 per stuk, goed. Kip eieren 5.005.50 per 100 st. Eendeneieren 3,40 per 100 st. Noord Hollandsche Blauwen (kuikens) 1300 0,600,70 per K.G. Oude kippen en hanen (wit en rood) 0,500,57% per K.G. Oude kippen en hanen (blauw) 0,600,65 per K.G. Konijnen 0,502,00 per stuk. Eenden 3200 0,250,65 per stuk. Duiven 0,40 per paar, Jonge hanen (wit en rood) 1600 0,55 —0,75 per K.G. COÖPERATIEVE CENTRALE EIERVEILING PURMEREND G.A. Aanvoer 45000 eendeneieren f 3,25f 3,50. 50.000 kippeneieren f 4f 5. VOOR DE KINDEREN Vlug krabbelt hij onder Raf uit en rent den hoek van het huis om. En juist zit Raf weer goed en wel over eind of hij kijkt in het lachende ge zicht van mijnheer Klinknagel, den smid. Deze is hulpvaardig toe- gelooper» om mijnheer Raf weer op de been te helpen. O, o, o, wat moet de smid inwendig lachenom dat oliedomme gezicht van onzen giraf. En dat malle kachelpïjpje staat recht overeind naast hem. Om te gillen van het lachen is het. Gauw krabbelde Ral weer op de been. Het wordt warempel al donker. Hij moet heusch voortmaken. Zoo meteen moet hij optreden en hij heeft nog geen handschoenen. Dus gauw voortgemaakt naar den hand schoenenwinkel. Maar Reintje, die om den hoek heengluurt, laat onzen vriend niet met rust. Hij zal weer achter mijnheer Raf aangaan. Hij moet en zal weten, wat die slimmerd in zijn schild voert. Dus daar gaat hij weer voorzichtig op zijn teenen achter Raf aan. Een beetje wild en zwaar, stampend met zijn hoeven, komt hij bij den handschoenenmijnheer. Hij heeft ook zoo'n haast omdat hij nog zoo heel veel doen moet. Maar mijnheer Vingerknoop schrikt zich een hoedje. Wat is dat voor een klant? O, hij ziet het al, het is mijnheer Raf Langnek. Maar.maardat kachelpijpje? Wat moet dat op zijn hoofd! „Mijnheer Vingerknoop," zegt Raf poeslief, „ik had graag van U een paar handschoenen." Vergadering Leeraren in de Lich. Opvoeding. Resolutie aangenomen. De Verëeniging van leeraren in de LichamelijS Opvoeding in Nederland heeft in Den Haag vergadering gehouden. De voorzitter, de heer J. M. Korpershoek, c,._. de vergadering met een inleidend woord, waarinl blijkens het A.N.P. achtereenvolgens de vol gende drie agendapunten behandelde: 1. De lichamelijke opvoeding in de scholen vot gewoon- en uitgebreid lager onderwijs, opleiding; nijverheids en kweekscholen; 2. De maatschappelijke waardeeripg van leerkracht voor de lichamelijk opvoeding; 3. De toekomstige taak van sportleiders gevorm bij den opbouwdienst. Nadat namens een groep jongere werklooze ci lega's door dr. Miedema een werkprogramma y behandeld, werd de volgende resolutie van het bj stuur goedgekeurd: 1. De lichamelijke opvoeding moet in voldoe: den omvang verplicht worden aan alle scholen Vi gewoon lager onderwijs en in handen worden g steld van vakonderwijzers voor de lichamelijk opvoeding. Voldoende hulpmiddelen moeten vo: alle scholen voor gewoon lager onderwijs aanwes zijn of verstrekt worden. Te groote soberheid dezen is een ernstig gevaar voor de resultaten e de continuïteit van het onderwijs. 2. Hetzelfde moet geschieden in alle schok voor uitgebreid lager onderwijs. De eisch van vai onderwijs is hier zoo mogelijk nog klemmender, or door het feit, dat noch voor de onderwijzersbevoegc heid, noch voor de bevoegdheid voor vak J, ar de candidaten eischen worden gesteld in verban met het onderwijs in lichaamsoefening aan leerlij gen van de leeftijden, waarop zij deze soort schok bezoeken. 3. Hetzelfde moet geschieden in alle 1 scholen, opleidingsscholen voor bewaarschoolondsi wjjzeressen en andere opleidingsinrichtingen, i alle nijverheidsscholen, ambachtsscholen, micltk! baar technische scholen en dergelijke inrichting van onderwijs. 4. Uitbreiding van het onderwijs in lichaam; oefeningen op middelbare scholen en gymnasia. 5. Waar niet direct in alle scholen voor gewoc lager onderwijs aanstelling van vakonderwijs mogelijk mocht zijn, door den geringen omvang dj betrokken scholen of het geringe aantal ter plaats is de aanstelling van vakonderwijzers, die aan S scholen in een bepaald rayon, een groep gemeente een groep openbare of'en bijbzondere scholen: combinatie de lessen geven en zoo een volledig werkkring vinden, dus de aanstelling van district vakonderwijzers, de aangewezen weg. 6. Waar ook dan nog de lichamelijke opvoedir wegens een tijdelijk tekort aan vakonderwijze voorloopig in handen van klasse-onderwijzers zc moeten worden gesteld, is de meest gewenscb'. overgangsmaatregel: het aanstellen van district vai onderwijzers, die zelf een beperkte schooltas hebben en verder door de betrokken klasse-onde wijzer in hun rayön of district een voorlichten: en ïnstrueêrende taak hebben. Waar noodig, kus nen zij geheel met de voorlichtende en construes rende taak belast worden. Het aantal hun toevti trouwde scholen dient, zal deze functie effects uitgeoefend worden, niet te groot te zijn. Dit alls is slechts als overgangsmaatregel van tijdelijks aard aan te bevelen, daar op den duur in de s slechts goede resultaten zijn te bereiken door 1 onderwijs in handen te leggen van zelfstandige bs voegden; dit geldt ook voor de lichamelijke o: voeding. 7. In alle schooltypen moet de lichamelijke o: voeding zuiver paedagogiscli gericht zijn en k; alleen in handen worden gesteld van opvoeders die! school-onderwijs-bevoegdheid hebben. Sportleide vereenigings-leiders en dergelijke krachten kom- hier niet in aanmerking. De lichamelijke opvoedt is in haar geheel uitsluitend schooltaak en kan di geen andere instantie behartigd worden of era: worden overgedragen. Indien tot aanstelling w speciale inspecteurs voor de lichamelijke opvoedii zou worden overgegaan, behooren die uit de kring: der paedagogisch- -en vakkundig geschoolden g kozen te worden. 8. Ook aan de lichamelijke opvoeding van i universitaire jeugd moet door de universiteiten noodige aandacht worden geschonken. 9. Gelet op de groote, deels fundeerende g gögische waarde en beteekenis der lichameliji opvoeding» is de maatschappelijke waardeering, z# als deze o.a. tot uitdrukking komt in de salaris ring van gymnastiekleraren, niet lager te steils dan van opvoeders, die andere onderwijs-gedeellt tot beroepstaak hebben. Waar een achterstel van den leeraar voor de lichamelijke opvoed;: nog bestaat, zooals bij het middelbaar en gymp siaal onderwijs, moet deze verdwijnen en pis: maken voor een gelijkstelling. 10. Zoo deze maatregelen worden genomes zal de werkloosheid, die thans onder de jonge: gymnastiekonderwijzers onbegrijpelijker^ heerscht, worden opgeheven en verdere opleidr van leerkrachten voor de lichamelijke opvoedt noodzakelijk zijn. Het opheffen van bestaande wei! loosheid, waar maar eenigszins mogelijk, is vc plicht, een plicht wiens vervulling tevens de nood: kelijke en onvermijdelijke vervulling der plichten: zake de lichamelijke opvoeding van de schooljelll mogelijk maakt. Hier worden twee maatschappf lijke belangen tegelijkertijd gediend. door NORMAN FRAZER. 24) (Nadruk verboden). „Dat zou ik ook zoo zeggen", meende mr. Bexendale. „Laten we naar beneden gaan". Mr. Claye, een man van tact en doorzicht, drong zich niet verder aan miss O'Connor op. Hij groette haar beleefd toen zij de „Athlone" verlieten en nogmaals in Westland Row, de plaats waar de booten in Kingstown aanleggen, waar hij en zijn reisgenoot en miss O'Connor plotseling opgenomen werden in een samengeklonterde menigte reizigers, kruiers en auto's. Mr. Claye wist twee dingen absoluut zeker in de eerste plaats dat miss O'Connor krampachtig op haar groene tasch zou passen; ten tweede dat ze in North wall zou ver schijnen om haar bagage te halen. En aan zijn zekerheid omtrent een derde punt ontbrak weinig, namelijk dat ze den nacht zou doorbrengen in het hotel dat hij haar gerecommandeerd had. In deze veronderstelling bleek hij gelijk te heb ben. De auto die hem en Ninian Bexendale van Westland Row naar Northwall bracht, werd voor afgegaan door een andere waarin miss O'Connor gezeten was. En miss O'Connor had juist een kamer in het hotel besproken, toen mr. Claye en mr. Bexendale daar aankwamen ze zagen haar naam in hel register achter no. 19. Even later prijkten hun namen achter de nummers 20 en 21, of juister gezegd, de namen, waaronder zij op deze expeditie waren uitgetogen en waarvan de initialen op hun valliezen waren aangebracht: dr. Herbert Mere dith en Frank Somerville, hulpprediker. De beide heeren, die hun respectievelijke kamers hadden opgezocht om zich te verfrisschen, ontmoet ten elkaar weer in de eetzaal en besloten den besten maaltijd te bestellen, dien de keuken van het hotel hun verschaffen kon. Terwijl ze zich aan het inderdaad voortreffelijke diner te goed deden, trad miss O'Connor binnen; ze zette zich aan een tafeltje in hun buurt en begunstigde den oudste, yan het tweetal met een buiging en een glimlach, die hij beantwoordde met den beleefden ernst, welke van een man van zijn positie verwacht kon worden. De samenzweerders constateerden, dat miss O'Connor, hoewel ze haar mantelpak verwisseld had voor een gekleede japon, nog steeds de groene tasch aan haar middel had hangen en dat de stalen ketting, waaraan zij wisten, dat deze was bevestigd, bedekt was door een zijden sein tuur. Mr. Claye was zeer verheugd toen hij dit op merkte en hij vertrouwde de reden van zijn blijd schap aan Ninian toe, toen ze zich na het eten in een rustig hoekje van de rookzaal hadden geïnstal leerd. „Het eenige waarvoor ik bang was, nadat we vancde boot kwamen", legde hij uit, „was, dat ze haar tasch bij de hoteldirectie in bewaring zou geven en die in de brandkast zou laten wegsluiten Ze moeten dat eigenlijk van overheidswege verbie den als ik bedenk wat ik voor schitterende vang sten had kunnen doen. als er in de slaapkamers van de meeste hotels niet zoo'n verwenscht papier hing om de gasten te waarschuwen geen dingen van waarde onder hun berusting te houden, dan kan ik me de haren wel uit het hoofd trekken! Maar nu houdt ze de tasch vannacht ook bij zich". „Hoe weet je dat?", vroeg Ninian Bexendale. „Ze kan haar toch nog best in bewaring geven". „Dat doet ze nu niet meer", zei mr. Claye met beslistheid „Als het. in haar bedoeling had gelegen de tasch in de safe te laten opbergen, had ze die voor het diner in het kantoor afgegeven. Maar sommige menschen, vooral vrouwen, zijn zoo wantrouwend en tegelijk zoo rotsvast overtuigd, dat niemand beter voor hun bezïttirigen kan zor gen dan zijzelf, dat ze van pure eigengereidheid de grootste risico's loopen. Ik ken dat soort. Je kunt van mij aannemen dat ze gaat slapen met de ket ting om haar nachtpak en de tasch er aan". „En hoe wil je de tasch dan in handen krijgen!", informeerde Ninian. „Ik moet beknnen dat ik het nog niet zie". „We krijgen het ding. dat is het voornaamste", klonk het met snorkend zelfbewustzijn. „En hoor nu goed jij hebt ook een klein rolletje in het drama en je moet zoo behoedzaam te werk gaan als het maar kan". „Je kunt ten volle op me vertrouwen, Dick", was het gretig bescheid. „St! geen namen, anders kan ik niet op je vertrouwen", waarschuwde de ander. „Luister nu de boot van Holyhead naar Northwall komt tegen negen uur de rivier op en aangezien het mooi weer is, zal ze precies op tijd zijn. Direct na aan komst beginnen ze de bagage uit te laden en bren gen die naar het station, hier naast het hotel. Ze zetten de koffers op een breede toonbank in de bagageruimte, zoodat iedere reiziger zijn eigendom gemakkelijk kan vinden. Soms gaat het gauw, soms duurt het wat langer, dat hangt van de drukte af. Tegen negenen ga jij naar het station. Je steekt een sigaar aan, slentert wat heen en weer met het air van een onschuldigen jongen hulpprediker, die er genoegen in schept passagiers, die van de boot komen en zich bij de bagage verdringen, gade te slagn. Je houdt een oogje in het zeil en als je onze vriendin in de gaten krijkt. ga je zenuwachtig en verlegen naar haar toe en vraag of je haar be hulpzaam kunt zijn bij het zoeken naar haar kof fers, waarvan je oudere vriend je verteld heeft. Je treuzelt extra lang en loopt als een echt on handige groene jongen heen en weer te dazen vóór je ze eindelijk vindt, want je moet haar daar zoo lang mogelijk zien te houden. Als de bagage dan terecht is laat je die door een witkiel naar het hotel brengen; jij komt naar de rookzaal en wacht op mij. Begrepen?" „Volkomen", was het antwoord. „Ik zal mijn rol spelen als een geboren acteur", „We hebben nu nog een uurtje den tijd", eindigde mr. Claye, „laten we een wandeling langs de haven maken". Terwijl dé nobele heerschappen de voorgestelde Avandeling maakten, zat miss O'Connor in de een zaamheid van den salon van het hotel en peinsde na over een probleem, dat haar in verwarring bracht- Ze bevond zich, met een waarde van vijftigduizend pond bij zich, onder vreemden in een vreemd hotel en ze was zich bewust, dat ze, als ze haar ge zond verstand gebruikte en de vereischte voorzich tigheid betrachtte, haar schat aan de hoede van de hoteldirectie moest toevertrouwen. Gelijk de menschkundige mr. Claye terecht had vermoed, had ze er echter de voorkeur aan gegeven, evenals de meeste vrouwen in dit geval zouden doen, het kleinood niet uit haar handen te laten gaan en sedert ze het hotel binnengekomen was en haar kamer had gezien, had ze naai* argumenten gezocht om de diamanten bij zich te houden. In de eerste plaats hield ze zichzelf voor, zou het wel heel toe vallig, om niet te' zeggen onwaarschijnlijk, zijn, als dieven juist vannacht aan dit hotel een bezoek zouden brengen en ten tweede was haar kamer voorzien van een stevig slot en een niet-minder stevigen grendel. Maar ten derde en dit was het beslissende motief, wist behalve haar notaris, die op dit oogenblik ver weg en boven iedere verden king was geen sterveling ter wereld, dat ze diamanten bij zich droeg en dus zou niemand het in zijn hoofd halen te pogen iets te stelen, waarvan het bestaan hem niet bekend was. Dus was het eind van het lied dat de tasch niet in de hotelsafe werd gedeponeerd. Om vijf minuten voor negen begaf miss O'Connor zich naar haar kamer, trok de lange reismantel waartegen mr. Claye zoo'n antipathie koesterde, weer aan en ging naar het station om haar ver miste bagage te zoeken. Terwijl het geluid van haar voetstappen langzaam over de dikke gang- loöper wegstierf, stak mr. Claye zijn hoofd dooi de deur van de aangrenzende kamer en nog vóór miss O'Connor de trap af was, stond mr. Claye bij haar deur. Hij betastte den knop de deur ging gemakkelijk open mr. Claye trad vrijmoedig bin nen. „Ik wist, dat ze de deur open zou laten", sprak hij grinnikend tot zichzelf. „Waarom ook niet? De diamanten heeft ze bij zich en in haar eerwaarde buren stelt ze een onbegrensd vertrouwen. Voor uit". Hij had inmiddels de deur gesloten en draaide het licht aan. Mr. Claye's voorbereidende maatregelen waren eenvoudig genoeg. Hij onderzocht het slot en den sleutel en trok er de neus voor op, Aan den grendel schonk hij meer aandacht. Daarop haalde hij uit zijn vestzak een schroevendraaier met een fijnen punt en werkte de schroeven, waarmee de grendelplaat aan de deur bevestigd was. Bin nen luttele oogenblikken was elke s.broei' zoodanig losgemaakt dat door een zachten druk buiten op de deur de grendel het zou opgeven. Doch zoo op het oog scheen deze afsluiting volkomen vast te zit ten. De ongenoqde bezoeker stak het schroeven- draaiertje weer in zijn zak en zette koers naar heti bed. De dekens waren opgeslagen; op het kus sen lag miss O'Connor's nachtpak. Mr. Claye bi keek dit kleedingstuk met groote nauwkeurigh voor hij het aanraakte hij wilde zich goed het geheugen prenten hoe het opgevouwen was. Ti slotte haalde hij het nachtpak voorzichtig uit eltó en streek de rechter- en daarna de linkermoa glad. „Slaapt ze op haar rechter- of op haar linkera) peinsde hij. En daar het voor een oningewijde B tuurlijk onmogelijk was deze vraag te beantwo: den. luidde zijn conclusie: „We zullen het zeks maar voor het onzekere nemen". Hij haalde een medicijnfleschje uit de binne zak van zijn vest en na behoedzaam de kurk af te hebben gedaan, sprenkelde hij een paar dn? pels van den inhoud ervan op elke mouw. Dasr liet hij ook wat van de vloeistof op de kanten gs neering van voren vallen en vervolgens nog f paar druppels op het kussen en langs den rs van het laken, waarmee de slaapster hoogstvermü delijk in aanraking zou komen. „Een beetje kennis van chemie", overwoog B Claye, terwijl hij het fleschje weer dichtkurktei opborg, „komt altijd wel te pas". Daarop legden zijn behendige vingers het nac! pak in de oorspronkelijke plooien en deponeer: het weer op het kussen. Hij scheen zeer void# over het werk zijner handen, boog zich voorover' snoof even aan kussen, laken'en nachthemd. Er«' niets'van een verdachte geur te bespeuren en eye min ook maar een vlekje op het linnengoed zie! baar. Niemand zou op het idee kunnen komen c er iets met het bed gebeurd was. Claye wierp nog eens een blik om zich hef opende zachtjes de deui en stapte bedaard weer D2 zijn eigen kamer Daar aangekomen nam hij slok uit zijn flacon en veegde zijn voorhoofd af „Het is zoo veilig als het maar kan, oordeelt hij. Hij draaide het licht uit en, achter de even f opende deur van zijn kamer staande luisterde 1 om het geluid van bewegende voeten op de trap# het einde van de gang op te vangen. Vijf minuts gingen voorbij tien minuten, een kwartier toen hoorde hij lichte voetstappen geaccompagnee door ettelijke zware. Miss O'Connor ging naar h« kamer, begeleid door een kamermeisje en een P# witkielen, die de vermiste koffers droegen. (Wordt vervolgd)!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6