»MK$ €J
De Lotgevallen van een Collier
VmM J
NEKKIE-RAF
H A ARLE M'S DAGBEAD
S< ■- v
Bij den oogst op het Zeeuwsche platteland. De kinderen van de daglooners mogen
op het veld de aren komen „lezen". Jong Zeeland aan den arbeid.
(Foto Pax Holland.)
Het postverdrag van Buenos Aires.
Ruimere opvatting inzake drukwerken en
monsters.
De bepalingen van het op 23 Mei 1939 te Buenos
Aires gesloten algemeen postverdrag -en de gelijk
tijdig aldaar gesloten overeenkomsten zijn thans in
werking getreden, als gevolg daarvan zijn de vol
gende wijzigingen in de P. T. T.-voorwaarden en
tarieven van kracht geworden.
a. Binnenlandsch verkeer.
In het binnenlandsch verkeer worden allereerst
eenige faciliteiten ten bate van het gedachtenver-
keer met en voor blinden ingevoerd. Zoo is het
maximum gewicht voor braille drukwerken ver
hoogd van 5 tot 7 K.G. Voorts mogen clichés met
teekens in blindenschrift op den voet van en tegen
het zeer lage tarief voor braille drukwerken wor
den verzonden. Hetzelfde geldt voor gramofoonpla-
ten (z.g. sprekende boeken), uitsluitend ten behoeve
van blinden, mits verzonden door of gericht aan
een officieel erkend blindeninstituut.
In de tweede plaats worden inzake de verzending
van drukwerken eenige ruimere bepalingen van
kracht en wel ten aanzien van formulieren In ge
bruik bij bibliotheken voor het aanvragen of uit
leen en van boeken. Deze formulieren kunnen
voortaan als drukwerken woï^en verzonden, mits
zij geen andere vermeldingen bevatten dan de titels
der werken, het aantal gevraagde, resp. verzonden
exemplaren, de namen der schrijvers en uitgevers,
de nummers van den catalogus, het aantal lees-
■dagen, de naam-van den aanvrager en andere korte
aanwijzingen, betrekking hebbende op de betref
fende boekwerken.
Op als drukwerk verzonden platen zijn voortaan
evenals thans reeds op foto's een zeer beknopte toe
lichtende beschrijving en andere korte aanduidin
gen, op deze betrekking hebbende, toegelaten.
Voor monsters zijn er o.a. de volgende nieuwe
bepalingen. Hierop mag een korte aanwijzing voor
komen betreffende den fabrikant en den leveran
cier of betreffende den persoon, voor wien het
monster is bestemd. Voor verzending van monsters
in luchtdichte verpakking zijn, zoowel voor het
binnenland als het internationaal verkeer, thans
eenvormige regels vastgesteld. Onder luchtdichte
gesloten verpakking mogen worden verzonden
monsters, bevattende industrieele of landbouwpro
ducten, die in een door de fabriek gesloten verpak
king worden ter post bezorgd of zijn verzegeld door
een in het land van herkomst gevestigde controle
instantie.
a. Bultenlandsch verkeer.
Als meest opvallende noviteit zij hier genoemd,
dat mededeeling van adreswijziging voortaan
ook in het internationaal verkeer door
middel van een, in de Fransche en Nederlandsche
taal gesteld formulier zal kunnen geschieden. Deze
formulieren kunnen voorloopig alleen naar Duitsch-
land worden gezonden. De prijs der internationale
adreswijzigingsformulieren zal 2% cent per stuk
bedragen.
Inzake de verzending van drukwerk worden de
hierboven onder „binnenlandsch verkeer" vermelde
bepalingen ook voor het verkeer met het buitenland
-voorloopig alleen Duitschland van kracht.
Tevens mogen in dit verkeer de thans reeds op de
bestel- en inteekenbiljetten van boekwerken toe
gelaten bijvoegingen ook op biljetten tot aanbie
dingen van boekwerken enz. Worden gebruikt.
Schoolcorrespondentie met het buitenland kan,
cok indien de inhoud actueel en persoonlijk is, en
mits deze correspondentie wordt verzonden door en
aan hoofden van onderwijsinrichtingen, tegen het
goedkoope tarief voor akten worden verzonden, mits
deze zendingen overigens aan de voor akten ge
stelde bepalingen voldoen. Echter voorloopig alleen
naar Duitschland, omdat alleen naar dit land ver
zending van akten is toegelaten.
Voor pakketten (voorloopig alleen naar Duitsch-,
land) zonder aangegeven waarde is de verplichting
tot verzegeling, welke reeds voor de meeste landen,
o.m. Duitschland, was opgeheven, thans algemeen
vervallen. In elk pakket mag hetzij een factuur,
hetzij een borderel, bericht van verzending of bewijs
van aflevering worden opgenomen, mits deze bij
lagen open worden bijgesloten, uitsluitend op den
inhoud betrekking hebben en alleen gewone op
gaven van een dergelijk stuk bevatten.
c. Tariefwijzigingen.
De andere tariefwijzigingen betreffen alle het
internationaal verkeer.
Identiteitskaarten kosten voortaan 30 cent, ant
woordcoupons 15 cent per stuk.
Het expresserecht wordt voor briefpostzendingen,
ook voor doosjes met aangegeven waarde verlaagd
tot 20 cent.
Het minimum recht voor doosjes met aangegeven
waarde wordt gebracht op 40 cent (tot en met 200
gram) en voorts 10 cent voor elke 50 gram meer.
Voor postpakketten is de bestaande tariefschaal
van 1 t/m. 5 K.G. in het buitenlandsch verkeer ge
splitst in tweeën, n.l. van 1 t/m. 3 K.G. en 3 t/m. 5
K.G. De nieuwe tarieven zullen gaandeweg worden
bekend gemaakt.
Couranten, tijdschriften en landkaarten kunnen,
ook de anderen dan de uitgevers of hun lastheb
bers, in het verkeer met sommige landen thans
alleen Duitschland worden verzonden tegen het
verlaagd drukwerktarief van l'/2 cent per 50 gram.
De positie van den journalist.
Naar het A.N.P. van bevqegde zijde verneemt,
is het niet onwaarschijnlijk dat binnenkort een
verordening zal verschijnen, welke de positie van
den journalist zal regelen.
AANGETEEKENDE ZENDING JUWEELEN NIET
AANGEKOMEN.
Bij de Amsterdamsche politie is aangifte ge
daan van het feit, dat een zending juweelen met
een waar-de van f 500, welke in Januari in dit jaar
aangeteekend .naar Japan was gezonden, aldaar le
dig is aangekomen.
„NEDERLAND, MIJN NEDERLAND!"
„Nederland, mijn Nederland" is de titel* van
een bij Scheltens en Giltay te Amsterdam ver
schenen brochure van Nico C. Vos, voorzien van
een woord ter inleiding van mr. J. Linthorst
Homan, die den schrijver hulde brengt voor de
algemeene strekking van zijn betoog en zijn
warm vaderlandsch gevoel.
Het Nederlandsche volk, zoo zegt de heer Vos,
moet zich nuchter realiseer en, dat de verhou
dingen in Europa gewijzigd zijn; de omwente
ling in dit werelddeel is niet alleen een van wa
pengeweld, maar tevens van den geest.
Wat willen wij? vraagt hij: „een nieuwe Ne
derlandsche nationale eenheid, met open oog-
voor dat, wat waarlijk Nederlandsch was in het
oude, maar ook met open oog voor datgene in het
nieuwe, dat goed is en in den Nederlandschen
bodem groeikracht zal kunnen bezitten". Da'ar-
toe is noodig, behalve werkelijkheidszin, een
hechte en eendrachtig-nationale samenwerking
van allen voor allen, een tot dienen bereid ge
meenschapsbesef. Een samenbinding van het
Nederlandsche volk in één enkele, alle geledin
gen der bevoïging omvattende, organisatie zal
daartoe noodzakelijk zijn. Het uitbannen van de
werkloosheid is wellicht een der voornaamste ta
ken, die ter hand te nemen zijn.
Een geordend arbeidsproces 'is noodig waarin
weer kome arbeid en arbeidsvreugde voor een
ieder. Men zal de volkswelvaart dienen te be
vorderen op de basis van een rechtvaardige be
looning naar gelang van arbeidsprestatie en men
dient te aanvaarden de pensoengerechtigdheid
van iederen Nederlander op een nader vast te
stellen leeftijd. Verder moet het vraagstuk van
invaliditeitspensioen en pensioen bij verdere
arbeïdsonmogelijkheid tevens doeltreffend wor
den geregeld. Dé landbouw moet worden ver
sterkt door een doeltreffende ordening van het
grondgebruik en een loonend prijspeil. Daarbij
dienen de voortbrenging en verdeeling van de stof
felijke goederen doelbewust te worden geregeld.
Tenslotte kan de te vormen organisatie medewer
ken aan 'n doelbewuste opvoeding van de jeugd in
nationalen zin, onder eerbiediging van de
geestelijke verscheidenheid van ons volk. Vor
ming van een. alle groepeeringen overkoe
pelende, Nederlandsche 'jeugdbeweging is een
eerste vereischte.
Dit wat betreft de vraag: wat willen wij? De
vraag: Wien willen wij? beantwoordt de
.schrijver door het Nederlandsche volk op te wek
ken, aan de Nederlandsche Unie zijn vertrou
wen te schenken.
Burgemeester van Hoogland eervol
ontslagen.
Aan den beer L. O. U. I. S. Grippeling is met
ingang van 1 September a.s. eervol ontslag ver
leend als burgermeester der gemeente Hoogland.
PERSONALIA.
Bij de te 's-Gravenhage gehouden examens voor
diploma coupeuse slaagden mevr. G. Rusman
Cf te, mej. R. Lamens en mej. B. v. Doorn, allen
leerlingen der Modevakschool te Haarlem en
Heemstede. Dir. J. v. Doom.
Bommen op Nederland gevallen.
Geen ongelukken of schade.
In den nacht op Dinsdag zijn twee bommen ge
vallen in weideland onder de gemeente Tie-
tjerksteradeel. Er is geen schade aangericht.
In Harderwijk vielen tien bommen: er hadden
geen persoonlijke ongelukken plaats.
DE WETHOUDER VOOR ONDERWIJS.
De Wethouder voor onderwijs te Haarlem zal
deze week zijn spreekuur houden op Vrijdag
van half één tot half twee.
mmi
EIIICMTIN
PURMEREND 20 Augustus 1940.
Boter 1708 K.G. 1,38—1,45 per K.G.
Vette koeien 450 0,800,90 per K.G. matig. Gelde
koeien 242 140230 per stuk, matig. Melk koeien
140 22340 per stuk, matig. Stieren 115 0,600,75
per K.G., matig. Paarden 11 160250 per stuk,
matig. Vette kalveren 43 0,600,95 per K.G., matig.
Graskalveren 56 4080 per stuk, matig. Nuchtere
kalveren voor de slacht 249 1018 per stuk, vlug.
Nuchter kalveren voor de fokkerij 1625 per stuk,
vlug. Magere varkens 26 2646 per stuk, matig.
Biggen 93 1424 per stuk, matig. Schapen 864
2255 per stuk, vlug. Bokken 100 416 per stuk,
vlug, Lammeren 784 714 per stuk, goed. Kip
eieren 5.005.50 per 100 st. Eendeneieren 3,40 per
100 st. Noord Hollandsche Blauwen (kuikens) 1300
0,600,70 per K.G. Oude kippen en hanen (wit en
rood) 0,500,57% per K.G. Oude kippen en hanen
(blauw) 0,600,65 per K.G. Konijnen 0,502,00
per stuk. Eenden 3200 0,250,65 per stuk. Duiven
0,40 per paar, Jonge hanen (wit en rood) 1600 0,55
—0,75 per K.G.
COÖPERATIEVE CENTRALE EIERVEILING
PURMEREND G.A.
Aanvoer 45000 eendeneieren f 3,25f 3,50. 50.000
kippeneieren f 4f 5.
VOOR DE KINDEREN
Vlug krabbelt hij onder Raf uit en
rent den hoek van het huis om. En
juist zit Raf weer goed en wel over
eind of hij kijkt in het lachende ge
zicht van mijnheer Klinknagel, den
smid. Deze is hulpvaardig toe-
gelooper» om mijnheer Raf weer op
de been te helpen. O, o, o, wat moet
de smid inwendig lachenom dat
oliedomme gezicht van onzen giraf.
En dat malle kachelpïjpje staat recht
overeind naast hem. Om te gillen van
het lachen is het.
Gauw krabbelde Ral weer op de
been. Het wordt warempel al donker.
Hij moet heusch voortmaken. Zoo
meteen moet hij optreden en hij
heeft nog geen handschoenen. Dus
gauw voortgemaakt naar den hand
schoenenwinkel. Maar Reintje, die
om den hoek heengluurt, laat onzen
vriend niet met rust. Hij zal weer
achter mijnheer Raf aangaan. Hij
moet en zal weten, wat die slimmerd
in zijn schild voert. Dus daar gaat hij
weer voorzichtig op zijn teenen
achter Raf aan.
Een beetje wild en zwaar, stampend
met zijn hoeven, komt hij bij den
handschoenenmijnheer. Hij heeft ook
zoo'n haast omdat hij nog zoo heel
veel doen moet. Maar mijnheer
Vingerknoop schrikt zich een hoedje.
Wat is dat voor een klant? O, hij ziet
het al, het is mijnheer Raf Langnek.
Maar.maardat kachelpijpje?
Wat moet dat op zijn hoofd!
„Mijnheer Vingerknoop," zegt Raf
poeslief, „ik had graag van U een
paar handschoenen."
Vergadering Leeraren in de
Lich. Opvoeding.
Resolutie aangenomen.
De Verëeniging van leeraren in de LichamelijS
Opvoeding in Nederland heeft in Den Haag
vergadering gehouden.
De voorzitter, de heer J. M. Korpershoek, c,._.
de vergadering met een inleidend woord, waarinl
blijkens het A.N.P. achtereenvolgens de vol
gende drie agendapunten behandelde:
1. De lichamelijke opvoeding in de scholen vot
gewoon- en uitgebreid lager onderwijs, opleiding;
nijverheids en kweekscholen;
2. De maatschappelijke waardeeripg van
leerkracht voor de lichamelijk opvoeding;
3. De toekomstige taak van sportleiders gevorm
bij den opbouwdienst.
Nadat namens een groep jongere werklooze ci
lega's door dr. Miedema een werkprogramma y
behandeld, werd de volgende resolutie van het bj
stuur goedgekeurd:
1. De lichamelijke opvoeding moet in voldoe:
den omvang verplicht worden aan alle scholen Vi
gewoon lager onderwijs en in handen worden g
steld van vakonderwijzers voor de lichamelijk
opvoeding. Voldoende hulpmiddelen moeten vo:
alle scholen voor gewoon lager onderwijs aanwes
zijn of verstrekt worden. Te groote soberheid
dezen is een ernstig gevaar voor de resultaten e
de continuïteit van het onderwijs.
2. Hetzelfde moet geschieden in alle schok
voor uitgebreid lager onderwijs. De eisch van vai
onderwijs is hier zoo mogelijk nog klemmender, or
door het feit, dat noch voor de onderwijzersbevoegc
heid, noch voor de bevoegdheid voor vak J, ar
de candidaten eischen worden gesteld in verban
met het onderwijs in lichaamsoefening aan leerlij
gen van de leeftijden, waarop zij deze soort schok
bezoeken.
3. Hetzelfde moet geschieden in alle 1
scholen, opleidingsscholen voor bewaarschoolondsi
wjjzeressen en andere opleidingsinrichtingen, i
alle nijverheidsscholen, ambachtsscholen, micltk!
baar technische scholen en dergelijke inrichting
van onderwijs.
4. Uitbreiding van het onderwijs in lichaam;
oefeningen op middelbare scholen en gymnasia.
5. Waar niet direct in alle scholen voor gewoc
lager onderwijs aanstelling van vakonderwijs
mogelijk mocht zijn, door den geringen omvang dj
betrokken scholen of het geringe aantal ter plaats
is de aanstelling van vakonderwijzers, die aan S
scholen in een bepaald rayon, een groep gemeente
een groep openbare of'en bijbzondere scholen:
combinatie de lessen geven en zoo een volledig
werkkring vinden, dus de aanstelling van district
vakonderwijzers, de aangewezen weg.
6. Waar ook dan nog de lichamelijke opvoedir
wegens een tijdelijk tekort aan vakonderwijze
voorloopig in handen van klasse-onderwijzers zc
moeten worden gesteld, is de meest gewenscb'.
overgangsmaatregel: het aanstellen van district vai
onderwijzers, die zelf een beperkte schooltas
hebben en verder door de betrokken klasse-onde
wijzer in hun rayön of district een voorlichten:
en ïnstrueêrende taak hebben. Waar noodig, kus
nen zij geheel met de voorlichtende en construes
rende taak belast worden. Het aantal hun toevti
trouwde scholen dient, zal deze functie effects
uitgeoefend worden, niet te groot te zijn. Dit alls
is slechts als overgangsmaatregel van tijdelijks
aard aan te bevelen, daar op den duur in de s
slechts goede resultaten zijn te bereiken door 1
onderwijs in handen te leggen van zelfstandige bs
voegden; dit geldt ook voor de lichamelijke o:
voeding.
7. In alle schooltypen moet de lichamelijke o:
voeding zuiver paedagogiscli gericht zijn en k;
alleen in handen worden gesteld van opvoeders die!
school-onderwijs-bevoegdheid hebben. Sportleide
vereenigings-leiders en dergelijke krachten kom-
hier niet in aanmerking. De lichamelijke opvoedt
is in haar geheel uitsluitend schooltaak en kan di
geen andere instantie behartigd worden of era:
worden overgedragen. Indien tot aanstelling w
speciale inspecteurs voor de lichamelijke opvoedii
zou worden overgegaan, behooren die uit de kring:
der paedagogisch- -en vakkundig geschoolden g
kozen te worden.
8. Ook aan de lichamelijke opvoeding van i
universitaire jeugd moet door de universiteiten
noodige aandacht worden geschonken.
9. Gelet op de groote, deels fundeerende g
gögische waarde en beteekenis der lichameliji
opvoeding» is de maatschappelijke waardeering, z#
als deze o.a. tot uitdrukking komt in de salaris
ring van gymnastiekleraren, niet lager te steils
dan van opvoeders, die andere onderwijs-gedeellt
tot beroepstaak hebben. Waar een achterstel
van den leeraar voor de lichamelijke opvoed;:
nog bestaat, zooals bij het middelbaar en gymp
siaal onderwijs, moet deze verdwijnen en pis:
maken voor een gelijkstelling.
10. Zoo deze maatregelen worden genomes
zal de werkloosheid, die thans onder de jonge:
gymnastiekonderwijzers onbegrijpelijker^
heerscht, worden opgeheven en verdere opleidr
van leerkrachten voor de lichamelijke opvoedt
noodzakelijk zijn. Het opheffen van bestaande wei!
loosheid, waar maar eenigszins mogelijk, is vc
plicht, een plicht wiens vervulling tevens de nood:
kelijke en onvermijdelijke vervulling der plichten:
zake de lichamelijke opvoeding van de schooljelll
mogelijk maakt. Hier worden twee maatschappf
lijke belangen tegelijkertijd gediend.
door
NORMAN FRAZER.
24)
(Nadruk verboden).
„Dat zou ik ook zoo zeggen", meende mr.
Bexendale. „Laten we naar beneden gaan".
Mr. Claye, een man van tact en doorzicht, drong
zich niet verder aan miss O'Connor op. Hij groette
haar beleefd toen zij de „Athlone" verlieten en
nogmaals in Westland Row, de plaats waar de
booten in Kingstown aanleggen, waar hij en zijn
reisgenoot en miss O'Connor plotseling opgenomen
werden in een samengeklonterde menigte reizigers,
kruiers en auto's. Mr. Claye wist twee dingen
absoluut zeker in de eerste plaats dat miss
O'Connor krampachtig op haar groene tasch zou
passen; ten tweede dat ze in North wall zou ver
schijnen om haar bagage te halen. En aan zijn
zekerheid omtrent een derde punt ontbrak weinig,
namelijk dat ze den nacht zou doorbrengen in het
hotel dat hij haar gerecommandeerd had.
In deze veronderstelling bleek hij gelijk te heb
ben. De auto die hem en Ninian Bexendale van
Westland Row naar Northwall bracht, werd voor
afgegaan door een andere waarin miss O'Connor
gezeten was. En miss O'Connor had juist een kamer
in het hotel besproken, toen mr. Claye en mr.
Bexendale daar aankwamen ze zagen haar naam
in hel register achter no. 19. Even later prijkten
hun namen achter de nummers 20 en 21, of juister
gezegd, de namen, waaronder zij op deze expeditie
waren uitgetogen en waarvan de initialen op hun
valliezen waren aangebracht: dr. Herbert Mere
dith en Frank Somerville, hulpprediker.
De beide heeren, die hun respectievelijke kamers
hadden opgezocht om zich te verfrisschen, ontmoet
ten elkaar weer in de eetzaal en besloten den
besten maaltijd te bestellen, dien de keuken van
het hotel hun verschaffen kon. Terwijl ze zich aan
het inderdaad voortreffelijke diner te goed deden,
trad miss O'Connor binnen; ze zette zich aan een
tafeltje in hun buurt en begunstigde den oudste,
yan het tweetal met een buiging en een glimlach,
die hij beantwoordde met den beleefden ernst,
welke van een man van zijn positie verwacht kon
worden. De samenzweerders constateerden, dat miss
O'Connor, hoewel ze haar mantelpak verwisseld
had voor een gekleede japon, nog steeds de groene
tasch aan haar middel had hangen en dat de stalen
ketting, waaraan zij wisten, dat deze was bevestigd,
bedekt was door een zijden sein tuur.
Mr. Claye was zeer verheugd toen hij dit op
merkte en hij vertrouwde de reden van zijn blijd
schap aan Ninian toe, toen ze zich na het eten in
een rustig hoekje van de rookzaal hadden geïnstal
leerd.
„Het eenige waarvoor ik bang was, nadat we
vancde boot kwamen", legde hij uit, „was, dat ze
haar tasch bij de hoteldirectie in bewaring zou
geven en die in de brandkast zou laten wegsluiten
Ze moeten dat eigenlijk van overheidswege verbie
den als ik bedenk wat ik voor schitterende vang
sten had kunnen doen. als er in de slaapkamers van
de meeste hotels niet zoo'n verwenscht papier hing
om de gasten te waarschuwen geen dingen van
waarde onder hun berusting te houden, dan kan ik
me de haren wel uit het hoofd trekken! Maar nu
houdt ze de tasch vannacht ook bij zich".
„Hoe weet je dat?", vroeg Ninian Bexendale. „Ze
kan haar toch nog best in bewaring geven".
„Dat doet ze nu niet meer", zei mr. Claye met
beslistheid „Als het. in haar bedoeling had gelegen
de tasch in de safe te laten opbergen, had ze die
voor het diner in het kantoor afgegeven.
Maar sommige menschen, vooral vrouwen, zijn
zoo wantrouwend en tegelijk zoo rotsvast overtuigd,
dat niemand beter voor hun bezïttirigen kan zor
gen dan zijzelf, dat ze van pure eigengereidheid
de grootste risico's loopen. Ik ken dat soort. Je kunt
van mij aannemen dat ze gaat slapen met de ket
ting om haar nachtpak en de tasch er aan".
„En hoe wil je de tasch dan in handen krijgen!",
informeerde Ninian. „Ik moet beknnen dat ik het
nog niet zie".
„We krijgen het ding. dat is het voornaamste",
klonk het met snorkend zelfbewustzijn. „En hoor
nu goed jij hebt ook een klein rolletje in het
drama en je moet zoo behoedzaam te werk gaan
als het maar kan".
„Je kunt ten volle op me vertrouwen, Dick", was
het gretig bescheid.
„St! geen namen, anders kan ik niet op je
vertrouwen", waarschuwde de ander. „Luister nu
de boot van Holyhead naar Northwall komt tegen
negen uur de rivier op en aangezien het mooi
weer is, zal ze precies op tijd zijn. Direct na aan
komst beginnen ze de bagage uit te laden en bren
gen die naar het station, hier naast het hotel. Ze
zetten de koffers op een breede toonbank in de
bagageruimte, zoodat iedere reiziger zijn eigendom
gemakkelijk kan vinden. Soms gaat het gauw, soms
duurt het wat langer, dat hangt van de drukte af.
Tegen negenen ga jij naar het station. Je steekt
een sigaar aan, slentert wat heen en weer met het
air van een onschuldigen jongen hulpprediker, die
er genoegen in schept passagiers, die van de boot
komen en zich bij de bagage verdringen, gade te
slagn. Je houdt een oogje in het zeil en als je onze
vriendin in de gaten krijkt. ga je zenuwachtig en
verlegen naar haar toe en vraag of je haar be
hulpzaam kunt zijn bij het zoeken naar haar kof
fers, waarvan je oudere vriend je verteld heeft.
Je treuzelt extra lang en loopt als een echt on
handige groene jongen heen en weer te dazen vóór
je ze eindelijk vindt, want je moet haar daar zoo
lang mogelijk zien te houden. Als de bagage dan
terecht is laat je die door een witkiel naar het
hotel brengen; jij komt naar de rookzaal en wacht
op mij. Begrepen?"
„Volkomen", was het antwoord. „Ik zal mijn rol
spelen als een geboren acteur",
„We hebben nu nog een uurtje den tijd", eindigde
mr. Claye, „laten we een wandeling langs de haven
maken".
Terwijl dé nobele heerschappen de voorgestelde
Avandeling maakten, zat miss O'Connor in de een
zaamheid van den salon van het hotel en peinsde
na over een probleem, dat haar in verwarring bracht-
Ze bevond zich, met een waarde van vijftigduizend
pond bij zich, onder vreemden in een vreemd hotel
en ze was zich bewust, dat ze, als ze haar ge
zond verstand gebruikte en de vereischte voorzich
tigheid betrachtte, haar schat aan de hoede van de
hoteldirectie moest toevertrouwen. Gelijk de
menschkundige mr. Claye terecht had vermoed, had
ze er echter de voorkeur aan gegeven, evenals de
meeste vrouwen in dit geval zouden doen, het
kleinood niet uit haar handen te laten gaan en
sedert ze het hotel binnengekomen was en haar
kamer had gezien, had ze naai* argumenten gezocht
om de diamanten bij zich te houden. In de eerste
plaats hield ze zichzelf voor, zou het wel heel toe
vallig, om niet te' zeggen onwaarschijnlijk, zijn, als
dieven juist vannacht aan dit hotel een bezoek
zouden brengen en ten tweede was haar kamer
voorzien van een stevig slot en een niet-minder
stevigen grendel. Maar ten derde en dit was het
beslissende motief, wist behalve haar notaris, die
op dit oogenblik ver weg en boven iedere verden
king was geen sterveling ter wereld, dat ze
diamanten bij zich droeg en dus zou niemand het in
zijn hoofd halen te pogen iets te stelen, waarvan het
bestaan hem niet bekend was. Dus was het eind
van het lied dat de tasch niet in de hotelsafe werd
gedeponeerd.
Om vijf minuten voor negen begaf miss O'Connor
zich naar haar kamer, trok de lange reismantel
waartegen mr. Claye zoo'n antipathie koesterde,
weer aan en ging naar het station om haar ver
miste bagage te zoeken. Terwijl het geluid van
haar voetstappen langzaam over de dikke gang-
loöper wegstierf, stak mr. Claye zijn hoofd dooi
de deur van de aangrenzende kamer en nog vóór
miss O'Connor de trap af was, stond mr. Claye bij
haar deur. Hij betastte den knop de deur ging
gemakkelijk open mr. Claye trad vrijmoedig bin
nen.
„Ik wist, dat ze de deur open zou laten", sprak
hij grinnikend tot zichzelf. „Waarom ook niet? De
diamanten heeft ze bij zich en in haar eerwaarde
buren stelt ze een onbegrensd vertrouwen. Voor
uit".
Hij had inmiddels de deur gesloten en draaide het
licht aan.
Mr. Claye's voorbereidende maatregelen waren
eenvoudig genoeg. Hij onderzocht het slot en den
sleutel en trok er de neus voor op,
Aan den grendel schonk hij meer aandacht. Daarop
haalde hij uit zijn vestzak een schroevendraaier met
een fijnen punt en werkte de schroeven, waarmee
de grendelplaat aan de deur bevestigd was. Bin
nen luttele oogenblikken was elke s.broei' zoodanig
losgemaakt dat door een zachten druk buiten op de
deur de grendel het zou opgeven. Doch zoo op het
oog scheen deze afsluiting volkomen vast te zit
ten.
De ongenoqde bezoeker stak het schroeven-
draaiertje weer in zijn zak en zette koers naar heti
bed. De dekens waren opgeslagen; op het kus
sen lag miss O'Connor's nachtpak. Mr. Claye bi
keek dit kleedingstuk met groote nauwkeurigh
voor hij het aanraakte hij wilde zich goed
het geheugen prenten hoe het opgevouwen was. Ti
slotte haalde hij het nachtpak voorzichtig uit eltó
en streek de rechter- en daarna de linkermoa
glad.
„Slaapt ze op haar rechter- of op haar linkera)
peinsde hij. En daar het voor een oningewijde B
tuurlijk onmogelijk was deze vraag te beantwo:
den. luidde zijn conclusie: „We zullen het zeks
maar voor het onzekere nemen".
Hij haalde een medicijnfleschje uit de binne
zak van zijn vest en na behoedzaam de kurk
af te hebben gedaan, sprenkelde hij een paar dn?
pels van den inhoud ervan op elke mouw. Dasr
liet hij ook wat van de vloeistof op de kanten gs
neering van voren vallen en vervolgens nog f
paar druppels op het kussen en langs den rs
van het laken, waarmee de slaapster hoogstvermü
delijk in aanraking zou komen.
„Een beetje kennis van chemie", overwoog B
Claye, terwijl hij het fleschje weer dichtkurktei
opborg, „komt altijd wel te pas".
Daarop legden zijn behendige vingers het nac!
pak in de oorspronkelijke plooien en deponeer:
het weer op het kussen. Hij scheen zeer void#
over het werk zijner handen, boog zich voorover'
snoof even aan kussen, laken'en nachthemd. Er«'
niets'van een verdachte geur te bespeuren en eye
min ook maar een vlekje op het linnengoed zie!
baar. Niemand zou op het idee kunnen komen c
er iets met het bed gebeurd was.
Claye wierp nog eens een blik om zich hef
opende zachtjes de deui en stapte bedaard weer D2
zijn eigen kamer Daar aangekomen nam hij
slok uit zijn flacon en veegde zijn voorhoofd af
„Het is zoo veilig als het maar kan, oordeelt
hij.
Hij draaide het licht uit en, achter de even f
opende deur van zijn kamer staande luisterde 1
om het geluid van bewegende voeten op de trap#
het einde van de gang op te vangen. Vijf minuts
gingen voorbij tien minuten, een kwartier
toen hoorde hij lichte voetstappen geaccompagnee
door ettelijke zware. Miss O'Connor ging naar h«
kamer, begeleid door een kamermeisje en een P#
witkielen, die de vermiste koffers droegen.
(Wordt vervolgd)!