Sptvd itt 't Falck Hansen verbetert wereldrecord. Muziekavond op Huize Kareol. Schilderijen en Teekemngen DONDERDAG 22 'AUGUSTUS '1940 HAARLEM'S DAGBLAD Groep deelnemers aan het kindcr-vacantie-tennistournanient „Duinwijk" te Santpoort. In het midden vooraan de heer en mevrouw H. Goldberg, die deze wedstrijden organiseerden. Over bowlers, die 500 wickets in eerste klasse cricket namen Posthuma aan de spatsEngering verschalkte den beroemden 3. C. SchroderGezonde rivaliteit tusschen elf. tallen van dezelfde vereeniging Veel animo onder de jongeren Tactiek en berekening bij een wielerwedstrijd op den weg. Onlangs hebben we, ter gelegenheid van het feit, dat de Schiedamsche cricketer Jan Offer man zijn 5000 runs in eerste klasse wedstrijden had voltooid, de namen vermeld van de twaalf spelers, die deze bizondere prestatie hebben ge leverd. Wat 5000 runs is voor een batsman, dat is 500 wickets voor een bowler, althans in Nederlandsch cricket. Weliswaar zullen velen het met ons eens zijn, dat het gemakkelijker is 10 runs te maken dan om één wicket te nemen, maar daar staat tegenover, dat men slechts één keer „uit" kan gaan, terwijl men als bowler een minder goeden bal door een „voltreffer" kan laten volgen. Zeker is echter, dat een bowler heel wat in zijn mars moet hebben om in een seizoen 50 slachtoffers te maken en een dergelijke uitblinker zou dus min stens tien jaar aan eerste klasse cricket moeten deelnemen om de 500 te bereiken. Tot nu toe zijn er 19 spelers geweest, die het zoover hebben gebracht, te weten: Posthuma, Rincker. Hisgen, Van den Berg, Coops, Jansen, van Renterghem, C. Feith, Sodderland, Terwiel, East, Schmeink, J. Grootmeyer, Fokker, Healey Sr.. Maas. Engering, Van Booven en Eigeman. Zooals men ziet, zijn er daarbij vijf, die ook dit seizoen ftóg' geregeld spelen, n.l. Jansen, Sodder land. Terwiel. Grootmeyer en Maas. De fastbowler Rincker, wiens snelheid en accu ratesse nog steeds niet door een Nederlandschen bowler werden geëvenaard, veroverde verreweg de meeste wickets (1735*. maar hij zag ook het groot ste aantal runs U4398) op zich slaan. Met een gemiddelde van 8.30 staat hij derde op de eere- lijst, terwijl C. J. Posthuma met 1526 wickets voor 11255 runs en een gemiddelde van 7.37 op de eerste plaats troont. Beiden zijn dus ver over de 1000 gekomen en hun prestatie is feitelijk drie keer zoo goed als van de overige 500-wicketnemers. Sod derland is de 900 al gepasseerd en men kan dus redelijkerwijze verwachten, dat hij binnen twee of drie jaar eveneens in de vier cijfers komt, mits hij zijn vorm kan handhaven. Hisgen, Feith, Van Booven en Rincker behoor den ook tot de spelers, die 5000 of meer runs scoorden, zoodat men hen met recht als allroun- ders van groote klasse kan beschouwen. Dat de cricketers er een eer in stellen om een dergelijke mijlpaal te bereiken, blijkt uit de er varingen van den H.D V.S.-speler Engering, die aan het eind van seizoen 1936 in totaal 495 wickets had veroverd. De drie volgende jaren speelde hij niet of nauwelijk in het eerste elftal, maar dezen zomer zag hij de kans schoon om de 500 vol te maken en dat is hem dan ook tegen Sparta gelukt. In een van de eerste wedstrijden, die hij voor de Schiedamsche club speelde, kreeg hij de moeilijke opdracht om zijn ballen op den geroutineerden J. C. Schroder te moeten los laten. Het onverwachte geschiedde, want reeds dadelijk werd de veteraan door den jongeling gebowld en Schroder was de eerste om dit succes op de juiste waarde te schatten. Bij het verlaten van de mat schudde hij Engering de hand met de opmerking, dat in den loop der jaren velejonge bowlers ge tracht hadden zijn wicket te nemen, maar dat het slechts weinigen was gelukt en dan nog pas na langdurige pogingen Dat bij cricket alles mogelijk is. hebben de spe lers van Rood en Wit. IV Zaterdag j.l. ondervon den. Zij moesten in een uitwedstrijd tegen C.V.H., II uitkomen, een elftal, dat eenige weken tevoren tegen den kampioen Rood en Wit III 150 runs had gescoord. Men was dus weder op een hoog totaal voorbereid, maar de innings van C.V.H, leverde ditmaal niet meer dan 13 punten op. In 7 1 '2 overs had het geheele team een beurt ge had en de mannen van „het vierde" waren op deze prestatie niet weinig trotsch. Zelfs meenden zij daaruit te kunnen concludeeren, dat niet „het derde", doch hun team het kampioenschap had verdiend Of dit Inderdaad zoo is. willen we in het midden laten: wij voor ons zien in bovenstaande resultaten slechts de waarheid van het gezegde: cricket blijft cricket. Overigens is deze gezonde rivaliteit tusschen de leden van dezelfde vereeniging toe te juichen, daarin toch ligt het bewijs van een bloeiend club leven en animo voor de sport. Dat kan men ook opmaken uit het feit, dat zoovele adspiranten en juniores met volle aandacht de wedstrijden van de hoogere elftallen volgen en op deskundige ■wijze den loop van het spel in een eigen scoring- boek noteeren We hebben eeigen tijd geleden in deze rubriek geschreven over de gebruikelijke fout van ama teur-wielrenners om bij klassements-baanwed- strijden te trachten, in het begin van de race ge heel alleen een ronde uit te loopen, een poging, die uiteraard tot mislukking is gedoemd. Het zijn echter niet alleen deze enthousiaste amateurs, die tactische fouten maken, ook er varen beroepsrijders maken zich daaraan schul dig. zij het dan ook op geheel verschillende ma nier. Bij het wereldkampioenschap op den weg. dat in 1938 op het Cauberg-circuit werd verreden, meende de favoriet Bartali niet beter te kunnen doen dan rustig achter in het groote peloton te blijven hangen om op die wijze althans de eerste honderd kilometer zonder onnoodige krachtsver spilling door te komen. Hij achtte deze tactiek des temeer voor de hand liggend, omdat de drie an dere Italianen van hun „chef d'équipe" opdracht hadden gekregen, Bartali allen steun te verleenen. Laatstgenoemde „las" de race echter verkeerd; hij kreeg in het door hem aanvaarde tempo tenslot te zulk een achterstand op de koploopers, dat het voor hem met het' steeds weer op zijn weg komende Cauberg-obstakel ondoenlijk was, de leidende groep in te halen. Pogingen van zijn teamgehooten om hem „op het voorste peloton te trekken" mislukten eveneens en twee van de drie Italianen, die aanvankelijk goed in de race lagen, verspeelden daarmede hun kansen. In den strijd om het nationale Kampioenschap te Zandvoort namen sterke en ervaren rijders als Schulte, Bellenaars. Van Amsterdam e.a. een zelfde afwachtende houding aan, oordeelende, dat de eerste honderd- kilometers in een race van groot formaat nimmer de beslissing kunnen bren gen, althans niet op een circuit. Od een betrek kelijk licht^geacciden'teerd parcours als het Zand- voortsche kan een van uit de achterhoede opge zette en gedurende- een belangrijk aantal kilo meters volgehouden aanval derhalve het rijden van twee of meer ronden in een zeer hoog tempo alleen slagen, als de totaal af te leggen afstand een goed stuk boven de 225 of 250 kilometer ligt. In een dergelijk geval immers zal een renner, die het in de laatste kilometers van een snelle en herhaalde demarrage moet hebben om „los voor" te komen, daartoe in het algemeen niet meer de kracht en het doorzettingsvermogen vinden. Daarvoor is de reeds afgelegde afstand te groot geweest; in Zandvoort echter, waar Motké deze tactiek met succes kon toepassen, was de af stand dat niet. Piet van Nek, die ook in 1938 op den Cauberg zijn beste troeven in de laatste 80 van de 270 kilometers uitspeelde, heeft dat ook ditmaal ingezien en we zijn er van overtuigd, dat wanneer de rit 30 kilometer langer zou zijn ge weest, Van Nek als overwinnaar uit den strijd zou zijn gekomen. Dan had de demarrage van Motké Waarschijnlijk geen rol meer gespeeld. Zeilen Zeilwedstrijden van de Haarlemsclie Jachtclub. De Haarlemsche Jachtclub organiseert Zondag 1 September op het Noorder Buiten Spaarne en de Mooie Hel te Haarlem nationale zeilwedstrijden. De volgende klassen kunnen deelnemen: 12 voets jollen klasse A en B, Olympiajollen, 12 M2. sharpie, klasse, 16 M2. B. M. klasse, Drakenklasse, Valken klasse en Pampusklasse (met en zonder bijzeilen). Alle klassen zeilen twee wedstrijden. Voetbal Om den Zilveren Molen van Groenendaal, H.F.C. maakfe een nog onge- trainden indruk. Verdiende 41 overwinning voor E.D.O. Op het R.C.H.-terrein is gisteravond het voetbal seizoen officieus geopend met den aanvangswed- strijd om den Zilveren Molen van Groenendaal, tusschen H.F.C. en E.D.O., die verdiend met 41 door E.D.O. gewonnen werd. Weliswaar was het na het verstrijken der eerste helft 11. doch het technisch overwicht door E.D.O. aan den dag ge legd was van dien aard, dat een overwinning in het verschiet lag. De spelopbouw van de Rood zwarten was belangrijk beter dan van de H.F.C.ers. die meerëmdieels een nog ongetrainden indruk maakten. Al spoedig had E.D.O. de leiding toen rechtsbin nen Schildwacht op knappe wijze een goeden voor zet van linksbuiten Nolet inkopte. Wel hield het overwicht van E.D.O. aan, doch na een kwartier maakte Drijver handig gelijk, toen hij een atge- pasten voorzet van Kammeijer benutte. Hoepel E.D.O. daarna wel de beste kansen kreeg, bleef het tot de rust gelijk, dank zij ook uitstekend werk van doelman Andriessen. Reeds spoedig na de hervatting was het opnieuw Schildwacht die met een goed, doch wel houdbaar schot scoorde waarna E.D.O. geruïmen tijd sterk in de meerderheid bleef, doch een opmerkelijke improductiviteit toonde. In de voorhoede, die meermalen aardig spel liet zien, waren het Nolet en J. Schildwacht, die het meeste gevaar veroor zaakten, daarentegen was middenvoor P. Schild wacht al zeer onfortuinlijk met schieten Nadat eerst E.D.O. geluk had toen een fout van Zandstra voor H.F.C. zonder succes bleef, was het toch P. Schildwacht, die kort voor het einde nummer drie scoorde, waarna hij een halve minuut later na een snelle doorbraak ten vierden male in 't HFC-doel schoot. Onder een plotseling opgekomen felle stort bui werden vervolgens de laatste minuten uitge speeld. Het einde bracht dus een 41 zege voor E.D.O. Hedenavond wordt eveneens op het R.C.H.-ter rein de wedstrijd HaarlemR.C.H. gespeeld. Aan vang half acht. Waterpolo Beslissing waterpolodag U. Z. C. D. W. R. en H. P. C. naar Utrecht. Op Zaterdag 24 Aug. zullen de eerste zevental len van DWR en HPC naar Utrecht vertrekken voor het spelen van de finale van den waterpolo dag. Voorronden H. P. C.-tournooi. Haarlem en V. Z. V. plaatsen zich in de finale. Woensdagavond vonden in de zwemvijvers te Groenendaal de voorronden plaats van het HPC- tournooi afdeeling B. Bij de loting werd vastgesteld dat HPC 2 tegen Haarlem 1 en HVGB 1 tegen VZV 1 zou spelen. De HPC-reserves verloren hun wedstrijd tegen Haarlem 1 en de HVGB'ers dolven het onderspit tegen de Velsenaren. In de finale tijdens de wedstrijden van Zondag a.s. zullen dus Haarlem 1 en VZV 1 tegen elkaar uitkomen voor den eersten prijs van afdeeling B. H.P.C. 2—HAARLEM 1 1—4. De temperatuur van het water was zeer laag ter wijl bovendien een ware stortbui het spel niet ver aangenaamde. Van mooi spel was dan ook geen' sprake. Haarlem trad direct flink op en was spoe dig in den aanval. Door G. van Goor nam zij de leiding uit een diagonaal schot waartegen De Rid der van HPC niet was opgewassen. Overigens werd voor de rust niet meer gescoord. Na de rust nam Haarlem opnieuw het spel in handen en kon Bais met een backhandbal den stand verhoogen 'tot 20. Hierna slaagde De Bruyn van HPC er in een te gendoelpunt te maken. (21). HPC zette vervolgens alles op den aanval. Suc ces kwam echter aan den anderen kant omdat Gielen geheel vrij kwam en op gemakkelijke wijze den 9tand tot 31 verhoogde. Tenslotte was het Van Hemsbergen die den eindstand op 41 in het voordeel van Haarlem bracht. H.V.G.B. 1—V.Z.V. 1 1—5, In dezen wedstrijd was VZV verre de sterkste. Desondanks slaagde HVGB er in direct een 10 voorsprong te nemen. Toen was het ook afgeloo- pen en nam VZV het spel geheel in handen. Uit slordig wegwerken van doelman Ten Cate kon VZV door Swier gelijk maken. Het was wederom Swier die den stand op 21 voor VZV bracht. Swier was eveneens de maker van het volgende doelpunt. (13). VZV vond tenslotte nog tweemaal het net en zoo eindigde deze wedstrijd in een 51 overwinning voor VZV. Wielrijden Falck Hansen. KOPENHAGEN 21 Augustus (A. N. P.) De Deensche sprintkampioen Willy Falck Hansen slaagde er met succes in het oude, van 1904 datee- rende wereldrecord over 1000 M. staande start met tandemgangmaking te breken. Op de Kopenhaag- sche Ordrupbaan reed hij in een nieuwen recordtijd van 1 minuut 5 seconden. Daardoor verbeterde hij het oude record met 3,5 seconde. Als gangmakers fungeerde Nielsen en Petersen, alsmede Meyer en Danholt. JUBILEÜMWEDSTRIJD VAN EXCELSIOR. De H.R.C. Excelsior organiseert Zondag een Lustrumwedstrijd ter eere van het 5-jarig bestaan. Op 28 Aug. zal er een feestvergadering plaats vin den waar de prijzen zullen worden uitgereikt. Alle deelnemers öde hun wedstrijd uitrijden ont vangen een prijs. De A- en B-ltl. r.den 100 K.M.; de C-kl. 60 K.M., de Juniores 40 K.M., de veteranen 20 K.M., de tou- risten (heeren) 6 K.M., de touristen (dames) 6 Kilometer. z HAARLEMSCHE RECHTBANK UITSPRAKEN. De dame te Heemskerk, die er van verdacht wordt kwitanties, uitgeschreven door een tabaks handelaar te Amsterdam, vervalscht te hebben ten einde daardoor te suggereeren dat haar echtgenoot bepaalde vorderingen van den tabakshandelaar reeds voldaan had, werd heden door de Arr.-redht- bank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden. De chef van een filiaal van een groot kruide- niersbedrijf in ons land, te Oostzaan, die 16.00 pond suiker aan de klanten had afgegeven zonder dat daarvoor bons ontvangen werden, is heden door de Arr.-rechtbank te Haarlem ontslagen van rechtsvervolging. De rechtbank kwam tot de con clusie dat het feit niet strafbaar is. De chauffeur uit Krommenie, die op 17 Juli 1939 met zijn vrachtwagen op den weg langs de Nauer- nasche vaart in Assendelft uit de bocht gevlogen is, waardoor een tuinman ernstig gewond werd, zoodat de chauffeur verdacht wordt van het ver oorzaken van ernstig lichamelijk letsel, werd he den door de Arr.-rechtbank te Haarlem veroor deeld tot een voorw. gevangenisstraf van 1 maand en een geldboete van f 15 subs. 9 dagen. PERSONALIA. Bij de examens van de Alg. Ned. Mode-vakschool- Vereeniging te Haarlem slaagden voor het diploma costumïère de dames A. te Hoeve, J. J. M. de Bruin, A. H. Reemer, E. T. Timmers, A. M. v. d. Raadt. J. F. Servaas en H. M. Janssen uit Haarlem. C. Sluiters en T. IJff, beiden te Beverwijk, alle leer lingen van mevr. H. de Braai. De heer Y. Faber te Haarlem is benoemd tot examinator te Utrecht voor de examens in anatomie en leestvormen, op 27 en 28 Augustus. NIEUWE HAARLEMSCHE KUNSTKRING. Het seizoen 19401941 van bovengenoemden Kring zal geopend worden met een middag- in- plaats zooals gebruikelijk, met een avondvoorstel ling. De verduisteringsmaatregelen en de verduiste ring zelf zijn oorzaak dat het bestuur heeft be sloten als proef op Zondag 15 September des mid dags om half drie het seizoen te openen met een voorstelling door het gezelschap „Het Nederl. Tooneel", directeur Cor van der Lugt Melsert, Gegeven zal worden het geestige blijspel, „Over schotje" van Dario en daarin treden zoowel mevr. als de heer van der Lugt Melsert op, zoodat een goede en aantrekkelijke voorstelling te wachten is. SPREEKBEURTEN DR. H. COLIJN. Dr. H. Colijn zal Donderdagmiddag 29 Augustus a.s. op het Be Quick-terrein aan.den Heereweg te Groningen als spreker optreden in een meeting, die vanwege het provinciaal comité der A. R. partij zal worden georganiseerd. D.r, Colijn zal het woord voeren over: „Nederlands toekomst". Vrijdagmiddag 30 Augustus zal hij te Assen op treden voor het provinciaal comité van A. R.-kies- vereenigingen in Drente. Dinsdag 3 September spreekt hij in Zeeland en Woensdlg 28 Augustus op het IJsclubterrein te Leeuwarden. (A-.N.P.) 6 UN/T IN IITÏÏRII MUZIEK. In de ruime waranda, waardoor de groote ont vangzaal uitzicht'geeft op het prachtig aangelegde park van Huize Kareol, zat het-*muziekgezelschap opgesteld, welks diensten dezen avond welwillend waren aangeboden aan onze herstellende militairen. Uitgenoodigd door adjudant Van Elk konden wij vooraf een wandeling maken langs de waterpartijen en door de groene dreven, die als schijnen aangelegd om van de huidige bewoners van Kareol weer valide mannen te maken. Onder het hoog geboomte, als in een wijden koepel, schalden thans de blijde klanken eener Feest-ouverture. In de zaal zaten, in hun sportieve kleeding, de dankbare luisteraars. Met opmerkelijke belangstelling volgden zij de ver richtingen der „Haarlemsche Muziekkapel". En hoewel Gerard Quax, die zich met het goed verloop van 't geheel had belast, zich in zijn programma wat eenzijdig had georiënteerd, had'hij toch gezorgd dat er bij de muziek der blazers ook een frisch ge zongen lied voor mannenstemmen kon opklinken. Niet steeds was er een geheel uitgezongen strofe, vele malen slechts een karakteristieke begeleiding, die de muzikanten „naslaan" noemen en daarbij was het een vreugde, in de glundere gezichten te zien van deze gezonde Hollandsche jongens, die zich inzonderheid dezen avond al bijzonder behaaglijk voelden, en elkaar terug te vinden in een lied. Voor de luisteraars was er geen reden tot beklag want de muziek van Strauss is hun even lief als die eener „Leichte Cavallerie". En sinds lang heeft onze volks-elymologie langs onnaspeurbare wegen het Heiden-Röslein (zooals zij in „Erika" wordt be zongen), omgetooverd tot een fiksche Hollandsche „Blonde Mien". Tja, daar was vreugde onder de soldaten. Want zij zijn hier om te herstellen. Dan past een blij gezongen lied. En de muzikanten, die zich nog geen oogenblik rust hadden gegund, sloegen maar weer opnieuw hun bladen om. Er klonk dan een „Landler", een „Wanderschafts-Walzer", en alles in een prettig en pittig rythme, en bovenal, ja vóór alles in een opmerkelijk correcte zuiverheid van intonatie. De kapel is niet sterk in getal, maar des te meer aandacht trekt haar bijzonder goed samenspel, waarin het slagwerk zoomin als het hout of het koper elkaar iets toegeven. Toch moest en zou er voor de muzikanten een moment van verpoozing zijn. Niet echter voor allen, want op 't onverwachtst ontpopte zich wachtmeester Buisonnier, dien wij tot nu slechts als opmerkzaam luisteraar hadden gezien, als een virtuoos in het bespelen der accordeon. Ik weet niet of er onder de herstellenden ook Hol landsche Jantjes waren. Maar ik vermoed van wel Want onder hen is de vereering voor dit nobel instrument groot. En die vereering was'er. Er kwam slechts een einde aan met de beëindiging van het programma. En met lofwaardigen ijver zette Haarl Muziekkapel het zijne voort. Totdat tenslotte de taptoe klonk, in den vorm van een dankwoord, dat adjudant Van Elk richtte tot de mannen van Haarl Muziekkapel, die zich, in den plensenden regen, een tocht hadden getroost naar Huize Kareol en zijn gasten, wetend, daar een mooi werk te doen. G. J. KALT, door Herman Moerkerkj De door ons reeds aangekondigde tentoonstel ling in de kunstzalen Leffelaar doet in een aantal, deels vrij groote, schilderijen den schilder en in een overweldigend groot aantal kleine teekenin- gen en schetsen den teekenaar Moerkerk kennen. Op de reeks der hier en daar vrij doorgevoerde ontwerpschetsen voor den Hildebrand-optochfc wezen wij reeds; in de bovenzaal zal men den Haarlemschen kunstenaar in de rol zien van den illustrator-journalist, in welk emplooi hij hier te lande haast geen rivalen heeft die hem in han digheid, vlotte aanduiding en speelsche kleurig heid evenaren. In de beste der schilderijen zal men iets van de te roemen qualiteiten van den illustrator, in de interessantste kleine teekeningen veel van die van den schilder vinden. Moerkerk behoort niet en wenscht niet te behooren tot die meesters, wier meesterschap zich „in der Be- schrankung zeigt". Hij is integendeel een wande lende (meest fietsende) oppositie tegen die wijs heid. die te vaak te onpas herhaald werd om eeuwig waar te blijven. De veelkantige bewege lijkheid van het leven heeft hem meer gegrepen dan de voor velen verborgen diepzinnigheid ervan en op zijn beurt greep hij het leven, waar hij het maar vinden kon. Begiftigd met een bewonde- renswaardigen arbeidslust zal hij geen moment voorbij kunnen laten gaan, zonder iets van het dagelijksch leven in zijn greep te vatten terwijl zijn uitgebreide kundigheden zijn intuïtie te hulp komen, wanneer het er om gaat zooals bij de Hildebrand-evocaties aan een niet aanwezig doch gedroomd gebeuren vorm te geven. Men kan zich een kunstenaar als Moerkerk moeilijk voorstellen terwijl hij op inspiratie zit te wachten. Menschen en dingen dringen zich aan hem op en hij doorziet ze. liefst in hun ongewild bizarre verschijningen en het „Kip, ik heb je", het geen zijn wapenspreuk zou kunnen worden, zoo de geestelijke adel nog aan eenige spreuk be hoefte had, doorflitst zijn brein. Niet slechts ge- wenscht, doch practisch niet genoeg te waardee- ren zijn aldus aangelegde kunstenaarsnaturen, die niet alleen illustratief maar tevens geestig, scherp en diep voelend. Meesterlijk in dat opzicht zijn Moerkerk's transposities van een paar por tretjes op de bovenzaal. Dat van een Monseigneur, dirigent van de Sixtijnsche kapel, is schitterend, broos als een etsje van Mose Bianchi in de spin ragachtige fijnheid der lijntjes en dat andere, peinzende kopje van Alfons Diepenbrock, dat niets van de geest-geworden materie in dien dichter- musicus verloren heeft laten gaan Minder glad moest het den teekenaar zitten datzelfde in Ein stein's kop, in der haast op het Haagsche station geteekend, te treffen of het spiritueele uit Max Reger's kop af te zonderen van diens uitgesproken weldoorvoedheid. De bezoeker zal de honderd en zooveel uitge stalde teekeningen en aquarellen niet voortdu- rend met eenzelfde belangstelling kunnen bekij ken en zijn bezoek moeten herhalen. Misschien had een kleiner quantum den exposant, artistiek gesproken, meer in het zonnetje gezet. Men kan zich er echter gemakkelijk indenken, dat hij na zijn groote schilderijen van de Bossche Markt, de Markt in Lissabon en de Markt in Funchal te hebben opgehangen, plezier in het markten ge kregen heeft. Genoemde schilderijen in de benedenzaal geven, naar het mij voorkomt, een goed beeld van den zich, al schilderend, ontspannenden, zich geluk kig voelenden harden werker die Moerkerk is. Iets van de blijheid, de kleurigheid, het entrain ook waarmee ze ontstonden moge op den be schouwer. later op den bezitter overgaan. En den schilder de waardeering doen geworden, die Haar lem hem in veel opzichten schuldig is. J. H. DE BOIS. Ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van het Koloniaal In stituut te Amsterdam is in de groote hal van het Instituut een spe ciale gamelan-, wa jang- en dans-voor- stelling gegeven. Tij dens de explicatie van het wajang-spel. (Foto Pax Holland.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 8