Sptvd itt 't
Falck Hansen verbetert
wereldrecord.
Muziekavond op
Huize Kareol.
Schilderijen en Teekemngen
DONDERDAG 22 'AUGUSTUS '1940 HAARLEM'S DAGBLAD
Groep deelnemers aan het kindcr-vacantie-tennistournanient „Duinwijk" te
Santpoort. In het midden vooraan de heer en mevrouw H. Goldberg, die deze
wedstrijden organiseerden.
Over bowlers, die 500 wickets in eerste klasse cricket
namen Posthuma aan de spatsEngering verschalkte den
beroemden 3. C. SchroderGezonde rivaliteit tusschen elf.
tallen van dezelfde vereeniging Veel animo onder de
jongeren Tactiek en berekening bij een wielerwedstrijd op
den weg.
Onlangs hebben we, ter gelegenheid van het
feit, dat de Schiedamsche cricketer Jan Offer
man zijn 5000 runs in eerste klasse wedstrijden
had voltooid, de namen vermeld van de twaalf
spelers, die deze bizondere prestatie hebben ge
leverd.
Wat 5000 runs is voor een batsman, dat is 500
wickets voor een bowler, althans in Nederlandsch
cricket. Weliswaar zullen velen het met ons eens
zijn, dat het gemakkelijker is 10 runs te maken
dan om één wicket te nemen, maar daar staat
tegenover, dat men slechts één keer „uit" kan
gaan, terwijl men als bowler een minder goeden
bal door een „voltreffer" kan laten volgen. Zeker
is echter, dat een bowler heel wat in zijn mars
moet hebben om in een seizoen 50 slachtoffers te
maken en een dergelijke uitblinker zou dus min
stens tien jaar aan eerste klasse cricket moeten
deelnemen om de 500 te bereiken.
Tot nu toe zijn er 19 spelers geweest, die het
zoover hebben gebracht, te weten: Posthuma,
Rincker. Hisgen, Van den Berg, Coops, Jansen,
van Renterghem, C. Feith, Sodderland, Terwiel,
East, Schmeink, J. Grootmeyer, Fokker, Healey
Sr.. Maas. Engering, Van Booven en Eigeman.
Zooals men ziet, zijn er daarbij vijf, die ook dit
seizoen ftóg' geregeld spelen, n.l. Jansen, Sodder
land. Terwiel. Grootmeyer en Maas.
De fastbowler Rincker, wiens snelheid en accu
ratesse nog steeds niet door een Nederlandschen
bowler werden geëvenaard, veroverde verreweg de
meeste wickets (1735*. maar hij zag ook het groot
ste aantal runs U4398) op zich slaan. Met een
gemiddelde van 8.30 staat hij derde op de eere-
lijst, terwijl C. J. Posthuma met 1526 wickets voor
11255 runs en een gemiddelde van 7.37 op de eerste
plaats troont. Beiden zijn dus ver over de 1000
gekomen en hun prestatie is feitelijk drie keer zoo
goed als van de overige 500-wicketnemers. Sod
derland is de 900 al gepasseerd en men kan dus
redelijkerwijze verwachten, dat hij binnen twee
of drie jaar eveneens in de vier cijfers komt, mits
hij zijn vorm kan handhaven.
Hisgen, Feith, Van Booven en Rincker behoor
den ook tot de spelers, die 5000 of meer runs
scoorden, zoodat men hen met recht als allroun-
ders van groote klasse kan beschouwen.
Dat de cricketers er een eer in stellen om een
dergelijke mijlpaal te bereiken, blijkt uit de er
varingen van den H.D V.S.-speler Engering, die
aan het eind van seizoen 1936 in totaal 495
wickets had veroverd. De drie volgende jaren
speelde hij niet of nauwelijk in het eerste elftal,
maar dezen zomer zag hij de kans schoon om de
500 vol te maken en dat is hem dan ook tegen
Sparta gelukt. In een van de eerste wedstrijden,
die hij voor de Schiedamsche club speelde, kreeg
hij de moeilijke opdracht om zijn ballen op den
geroutineerden J. C. Schroder te moeten los laten.
Het onverwachte geschiedde, want reeds dadelijk
werd de veteraan door den jongeling gebowld en
Schroder was de eerste om dit succes op de juiste
waarde te schatten. Bij het verlaten van de mat
schudde hij Engering de hand met de opmerking,
dat in den loop der jaren velejonge bowlers ge
tracht hadden zijn wicket te nemen, maar dat het
slechts weinigen was gelukt en dan nog pas na
langdurige pogingen
Dat bij cricket alles mogelijk is. hebben de spe
lers van Rood en Wit. IV Zaterdag j.l. ondervon
den. Zij moesten in een uitwedstrijd tegen C.V.H.,
II uitkomen, een elftal, dat eenige weken tevoren
tegen den kampioen Rood en Wit III 150 runs
had gescoord. Men was dus weder op een hoog
totaal voorbereid, maar de innings van C.V.H,
leverde ditmaal niet meer dan 13 punten op. In
7 1 '2 overs had het geheele team een beurt ge
had en de mannen van „het vierde" waren op
deze prestatie niet weinig trotsch. Zelfs meenden
zij daaruit te kunnen concludeeren, dat niet „het
derde", doch hun team het kampioenschap had
verdiend Of dit Inderdaad zoo is. willen we in het
midden laten: wij voor ons zien in bovenstaande
resultaten slechts de waarheid van het gezegde:
cricket blijft cricket.
Overigens is deze gezonde rivaliteit tusschen de
leden van dezelfde vereeniging toe te juichen,
daarin toch ligt het bewijs van een bloeiend club
leven en animo voor de sport. Dat kan men ook
opmaken uit het feit, dat zoovele adspiranten en
juniores met volle aandacht de wedstrijden van
de hoogere elftallen volgen en op deskundige
■wijze den loop van het spel in een eigen scoring-
boek noteeren
We hebben eeigen tijd geleden in deze rubriek
geschreven over de gebruikelijke fout van ama
teur-wielrenners om bij klassements-baanwed-
strijden te trachten, in het begin van de race ge
heel alleen een ronde uit te loopen, een poging,
die uiteraard tot mislukking is gedoemd.
Het zijn echter niet alleen deze enthousiaste
amateurs, die tactische fouten maken, ook er
varen beroepsrijders maken zich daaraan schul
dig. zij het dan ook op geheel verschillende ma
nier. Bij het wereldkampioenschap op den weg.
dat in 1938 op het Cauberg-circuit werd verreden,
meende de favoriet Bartali niet beter te kunnen
doen dan rustig achter in het groote peloton te
blijven hangen om op die wijze althans de eerste
honderd kilometer zonder onnoodige krachtsver
spilling door te komen. Hij achtte deze tactiek des
temeer voor de hand liggend, omdat de drie an
dere Italianen van hun „chef d'équipe" opdracht
hadden gekregen, Bartali allen steun te verleenen.
Laatstgenoemde „las" de race echter verkeerd; hij
kreeg in het door hem aanvaarde tempo tenslot
te zulk een achterstand op de koploopers, dat
het voor hem met het' steeds weer op zijn weg
komende Cauberg-obstakel ondoenlijk was, de
leidende groep in te halen. Pogingen van zijn
teamgehooten om hem „op het voorste peloton te
trekken" mislukten eveneens en twee van de drie
Italianen, die aanvankelijk goed in de race lagen,
verspeelden daarmede hun kansen.
In den strijd om het nationale Kampioenschap
te Zandvoort namen sterke en ervaren rijders als
Schulte, Bellenaars. Van Amsterdam e.a. een
zelfde afwachtende houding aan, oordeelende,
dat de eerste honderd- kilometers in een race van
groot formaat nimmer de beslissing kunnen bren
gen, althans niet op een circuit. Od een betrek
kelijk licht^geacciden'teerd parcours als het Zand-
voortsche kan een van uit de achterhoede opge
zette en gedurende- een belangrijk aantal kilo
meters volgehouden aanval derhalve het rijden
van twee of meer ronden in een zeer hoog tempo
alleen slagen, als de totaal af te leggen
afstand een goed stuk boven de 225 of 250
kilometer ligt. In een dergelijk geval immers zal
een renner, die het in de laatste kilometers van
een snelle en herhaalde demarrage moet hebben
om „los voor" te komen, daartoe in het algemeen
niet meer de kracht en het doorzettingsvermogen
vinden. Daarvoor is de reeds afgelegde afstand te
groot geweest; in Zandvoort echter, waar Motké
deze tactiek met succes kon toepassen, was de af
stand dat niet. Piet van Nek, die ook in 1938 op
den Cauberg zijn beste troeven in de laatste 80
van de 270 kilometers uitspeelde, heeft dat ook
ditmaal ingezien en we zijn er van overtuigd, dat
wanneer de rit 30 kilometer langer zou zijn ge
weest, Van Nek als overwinnaar uit den strijd zou
zijn gekomen. Dan had de demarrage van Motké
Waarschijnlijk geen rol meer gespeeld.
Zeilen
Zeilwedstrijden van de Haarlemsclie
Jachtclub.
De Haarlemsche Jachtclub organiseert Zondag 1
September op het Noorder Buiten Spaarne en de
Mooie Hel te Haarlem nationale zeilwedstrijden.
De volgende klassen kunnen deelnemen: 12 voets
jollen klasse A en B, Olympiajollen, 12 M2. sharpie,
klasse, 16 M2. B. M. klasse, Drakenklasse, Valken
klasse en Pampusklasse (met en zonder bijzeilen).
Alle klassen zeilen twee wedstrijden.
Voetbal
Om den Zilveren Molen van Groenendaal,
H.F.C. maakfe een nog onge-
trainden indruk.
Verdiende 41 overwinning
voor E.D.O.
Op het R.C.H.-terrein is gisteravond het voetbal
seizoen officieus geopend met den aanvangswed-
strijd om den Zilveren Molen van Groenendaal,
tusschen H.F.C. en E.D.O., die verdiend met 41
door E.D.O. gewonnen werd. Weliswaar was het
na het verstrijken der eerste helft 11. doch het
technisch overwicht door E.D.O. aan den dag ge
legd was van dien aard, dat een overwinning in
het verschiet lag. De spelopbouw van de Rood
zwarten was belangrijk beter dan van de H.F.C.ers.
die meerëmdieels een nog ongetrainden indruk
maakten.
Al spoedig had E.D.O. de leiding toen rechtsbin
nen Schildwacht op knappe wijze een goeden voor
zet van linksbuiten Nolet inkopte. Wel hield het
overwicht van E.D.O. aan, doch na een kwartier
maakte Drijver handig gelijk, toen hij een atge-
pasten voorzet van Kammeijer benutte.
Hoepel E.D.O. daarna wel de beste kansen kreeg,
bleef het tot de rust gelijk, dank zij ook uitstekend
werk van doelman Andriessen.
Reeds spoedig na de hervatting was het opnieuw
Schildwacht die met een goed, doch wel houdbaar
schot scoorde waarna E.D.O. geruïmen tijd sterk
in de meerderheid bleef, doch een opmerkelijke
improductiviteit toonde. In de voorhoede, die
meermalen aardig spel liet zien, waren het Nolet
en J. Schildwacht, die het meeste gevaar veroor
zaakten, daarentegen was middenvoor P. Schild
wacht al zeer onfortuinlijk met schieten Nadat
eerst E.D.O. geluk had toen een fout van Zandstra
voor H.F.C. zonder succes bleef, was het toch P.
Schildwacht, die kort voor het einde nummer drie
scoorde, waarna hij een halve minuut later na een
snelle doorbraak ten vierden male in 't HFC-doel
schoot. Onder een plotseling opgekomen felle stort
bui werden vervolgens de laatste minuten uitge
speeld. Het einde bracht dus een 41 zege voor
E.D.O.
Hedenavond wordt eveneens op het R.C.H.-ter
rein de wedstrijd HaarlemR.C.H. gespeeld. Aan
vang half acht.
Waterpolo
Beslissing waterpolodag U. Z. C.
D. W. R. en H. P. C. naar Utrecht.
Op Zaterdag 24 Aug. zullen de eerste zevental
len van DWR en HPC naar Utrecht vertrekken
voor het spelen van de finale van den waterpolo
dag.
Voorronden H. P. C.-tournooi.
Haarlem en V. Z. V. plaatsen zich in de finale.
Woensdagavond vonden in de zwemvijvers te
Groenendaal de voorronden plaats van het HPC-
tournooi afdeeling B. Bij de loting werd vastgesteld
dat HPC 2 tegen Haarlem 1 en HVGB 1 tegen
VZV 1 zou spelen. De HPC-reserves verloren hun
wedstrijd tegen Haarlem 1 en de HVGB'ers dolven
het onderspit tegen de Velsenaren. In de finale
tijdens de wedstrijden van Zondag a.s. zullen dus
Haarlem 1 en VZV 1 tegen elkaar uitkomen voor
den eersten prijs van afdeeling B.
H.P.C. 2—HAARLEM 1 1—4.
De temperatuur van het water was zeer laag ter
wijl bovendien een ware stortbui het spel niet ver
aangenaamde. Van mooi spel was dan ook geen'
sprake. Haarlem trad direct flink op en was spoe
dig in den aanval. Door G. van Goor nam zij de
leiding uit een diagonaal schot waartegen De Rid
der van HPC niet was opgewassen. Overigens werd
voor de rust niet meer gescoord. Na de rust nam
Haarlem opnieuw het spel in handen en kon Bais
met een backhandbal den stand verhoogen 'tot 20.
Hierna slaagde De Bruyn van HPC er in een te
gendoelpunt te maken. (21).
HPC zette vervolgens alles op den aanval. Suc
ces kwam echter aan den anderen kant omdat
Gielen geheel vrij kwam en op gemakkelijke wijze
den 9tand tot 31 verhoogde. Tenslotte was het
Van Hemsbergen die den eindstand op 41 in het
voordeel van Haarlem bracht.
H.V.G.B. 1—V.Z.V. 1 1—5,
In dezen wedstrijd was VZV verre de sterkste.
Desondanks slaagde HVGB er in direct een 10
voorsprong te nemen. Toen was het ook afgeloo-
pen en nam VZV het spel geheel in handen. Uit
slordig wegwerken van doelman Ten Cate kon
VZV door Swier gelijk maken. Het was wederom
Swier die den stand op 21 voor VZV bracht.
Swier was eveneens de maker van het volgende
doelpunt. (13).
VZV vond tenslotte nog tweemaal het net en zoo
eindigde deze wedstrijd in een 51 overwinning
voor VZV.
Wielrijden
Falck Hansen.
KOPENHAGEN 21 Augustus (A. N. P.) De
Deensche sprintkampioen Willy Falck Hansen
slaagde er met succes in het oude, van 1904 datee-
rende wereldrecord over 1000 M. staande start met
tandemgangmaking te breken. Op de Kopenhaag-
sche Ordrupbaan reed hij in een nieuwen recordtijd
van 1 minuut 5 seconden. Daardoor verbeterde hij
het oude record met 3,5 seconde. Als gangmakers
fungeerde Nielsen en Petersen, alsmede Meyer en
Danholt.
JUBILEÜMWEDSTRIJD VAN EXCELSIOR.
De H.R.C. Excelsior organiseert Zondag een
Lustrumwedstrijd ter eere van het 5-jarig bestaan.
Op 28 Aug. zal er een feestvergadering plaats vin
den waar de prijzen zullen worden uitgereikt.
Alle deelnemers öde hun wedstrijd uitrijden ont
vangen een prijs.
De A- en B-ltl. r.den 100 K.M.; de C-kl. 60 K.M.,
de Juniores 40 K.M., de veteranen 20 K.M., de tou-
risten (heeren) 6 K.M., de touristen (dames) 6
Kilometer. z
HAARLEMSCHE RECHTBANK
UITSPRAKEN.
De dame te Heemskerk, die er van verdacht
wordt kwitanties, uitgeschreven door een tabaks
handelaar te Amsterdam, vervalscht te hebben ten
einde daardoor te suggereeren dat haar echtgenoot
bepaalde vorderingen van den tabakshandelaar
reeds voldaan had, werd heden door de Arr.-redht-
bank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6
maanden.
De chef van een filiaal van een groot kruide-
niersbedrijf in ons land, te Oostzaan, die 16.00
pond suiker aan de klanten had afgegeven zonder
dat daarvoor bons ontvangen werden, is heden
door de Arr.-rechtbank te Haarlem ontslagen van
rechtsvervolging. De rechtbank kwam tot de con
clusie dat het feit niet strafbaar is.
De chauffeur uit Krommenie, die op 17 Juli 1939
met zijn vrachtwagen op den weg langs de Nauer-
nasche vaart in Assendelft uit de bocht gevlogen
is, waardoor een tuinman ernstig gewond werd,
zoodat de chauffeur verdacht wordt van het ver
oorzaken van ernstig lichamelijk letsel, werd he
den door de Arr.-rechtbank te Haarlem veroor
deeld tot een voorw. gevangenisstraf van 1 maand
en een geldboete van f 15 subs. 9 dagen.
PERSONALIA.
Bij de examens van de Alg. Ned. Mode-vakschool-
Vereeniging te Haarlem slaagden voor het diploma
costumïère de dames A. te Hoeve, J. J. M. de
Bruin, A. H. Reemer, E. T. Timmers, A. M. v. d.
Raadt. J. F. Servaas en H. M. Janssen uit Haarlem.
C. Sluiters en T. IJff, beiden te Beverwijk, alle leer
lingen van mevr. H. de Braai.
De heer Y. Faber te Haarlem is benoemd tot
examinator te Utrecht voor de examens in anatomie
en leestvormen, op 27 en 28 Augustus.
NIEUWE HAARLEMSCHE KUNSTKRING.
Het seizoen 19401941 van bovengenoemden
Kring zal geopend worden met een middag- in-
plaats zooals gebruikelijk, met een avondvoorstel
ling. De verduisteringsmaatregelen en de verduiste
ring zelf zijn oorzaak dat het bestuur heeft be
sloten als proef op Zondag 15 September des mid
dags om half drie het seizoen te openen met een
voorstelling door het gezelschap „Het Nederl.
Tooneel", directeur Cor van der Lugt Melsert,
Gegeven zal worden het geestige blijspel, „Over
schotje" van Dario en daarin treden zoowel mevr.
als de heer van der Lugt Melsert op, zoodat een
goede en aantrekkelijke voorstelling te wachten
is.
SPREEKBEURTEN DR. H. COLIJN.
Dr. H. Colijn zal Donderdagmiddag 29 Augustus
a.s. op het Be Quick-terrein aan.den Heereweg te
Groningen als spreker optreden in een meeting, die
vanwege het provinciaal comité der A. R. partij
zal worden georganiseerd. D.r, Colijn zal het woord
voeren over: „Nederlands toekomst".
Vrijdagmiddag 30 Augustus zal hij te Assen op
treden voor het provinciaal comité van A. R.-kies-
vereenigingen in Drente.
Dinsdag 3 September spreekt hij in Zeeland en
Woensdlg 28 Augustus op het IJsclubterrein te
Leeuwarden.
(A-.N.P.)
6
UN/T IN IITÏÏRII
MUZIEK.
In de ruime waranda, waardoor de groote ont
vangzaal uitzicht'geeft op het prachtig aangelegde
park van Huize Kareol, zat het-*muziekgezelschap
opgesteld, welks diensten dezen avond welwillend
waren aangeboden aan onze herstellende militairen.
Uitgenoodigd door adjudant Van Elk konden wij
vooraf een wandeling maken langs de waterpartijen
en door de groene dreven, die als schijnen aangelegd
om van de huidige bewoners van Kareol weer
valide mannen te maken. Onder het hoog geboomte,
als in een wijden koepel, schalden thans de blijde
klanken eener Feest-ouverture. In de zaal zaten, in
hun sportieve kleeding, de dankbare luisteraars.
Met opmerkelijke belangstelling volgden zij de ver
richtingen der „Haarlemsche Muziekkapel". En
hoewel Gerard Quax, die zich met het goed verloop
van 't geheel had belast, zich in zijn programma wat
eenzijdig had georiënteerd, had'hij toch gezorgd dat
er bij de muziek der blazers ook een frisch ge
zongen lied voor mannenstemmen kon opklinken.
Niet steeds was er een geheel uitgezongen strofe,
vele malen slechts een karakteristieke begeleiding,
die de muzikanten „naslaan" noemen en daarbij
was het een vreugde, in de glundere gezichten te
zien van deze gezonde Hollandsche jongens, die zich
inzonderheid dezen avond al bijzonder behaaglijk
voelden, en elkaar terug te vinden in een lied.
Voor de luisteraars was er geen reden tot beklag
want de muziek van Strauss is hun even lief als die
eener „Leichte Cavallerie". En sinds lang heeft onze
volks-elymologie langs onnaspeurbare wegen het
Heiden-Röslein (zooals zij in „Erika" wordt be
zongen), omgetooverd tot een fiksche Hollandsche
„Blonde Mien".
Tja, daar was vreugde onder de soldaten. Want
zij zijn hier om te herstellen. Dan past een blij
gezongen lied. En de muzikanten, die zich nog
geen oogenblik rust hadden gegund, sloegen maar
weer opnieuw hun bladen om. Er klonk dan een
„Landler", een „Wanderschafts-Walzer", en alles
in een prettig en pittig rythme, en bovenal, ja vóór
alles in een opmerkelijk correcte zuiverheid van
intonatie. De kapel is niet sterk in getal, maar des te
meer aandacht trekt haar bijzonder goed samenspel,
waarin het slagwerk zoomin als het hout of het
koper elkaar iets toegeven.
Toch moest en zou er voor de muzikanten een
moment van verpoozing zijn.
Niet echter voor allen, want op 't onverwachtst
ontpopte zich wachtmeester Buisonnier, dien wij tot
nu slechts als opmerkzaam luisteraar hadden gezien,
als een virtuoos in het bespelen der accordeon. Ik
weet niet of er onder de herstellenden ook Hol
landsche Jantjes waren. Maar ik vermoed van wel
Want onder hen is de vereering voor dit nobel
instrument groot. En die vereering was'er. Er kwam
slechts een einde aan met de beëindiging van het
programma. En met lofwaardigen ijver zette Haarl
Muziekkapel het zijne voort. Totdat tenslotte de
taptoe klonk, in den vorm van een dankwoord, dat
adjudant Van Elk richtte tot de mannen van Haarl
Muziekkapel, die zich, in den plensenden regen, een
tocht hadden getroost naar Huize Kareol en zijn
gasten, wetend, daar een mooi werk te doen.
G. J. KALT,
door Herman Moerkerkj
De door ons reeds aangekondigde tentoonstel
ling in de kunstzalen Leffelaar doet in een aantal,
deels vrij groote, schilderijen den schilder en in
een overweldigend groot aantal kleine teekenin-
gen en schetsen den teekenaar Moerkerk kennen.
Op de reeks der hier en daar vrij doorgevoerde
ontwerpschetsen voor den Hildebrand-optochfc
wezen wij reeds; in de bovenzaal zal men den
Haarlemschen kunstenaar in de rol zien van den
illustrator-journalist, in welk emplooi hij hier te
lande haast geen rivalen heeft die hem in han
digheid, vlotte aanduiding en speelsche kleurig
heid evenaren. In de beste der schilderijen zal
men iets van de te roemen qualiteiten van den
illustrator, in de interessantste kleine teekeningen
veel van die van den schilder vinden. Moerkerk
behoort niet en wenscht niet te behooren tot die
meesters, wier meesterschap zich „in der Be-
schrankung zeigt". Hij is integendeel een wande
lende (meest fietsende) oppositie tegen die wijs
heid. die te vaak te onpas herhaald werd om
eeuwig waar te blijven. De veelkantige bewege
lijkheid van het leven heeft hem meer gegrepen
dan de voor velen verborgen diepzinnigheid ervan
en op zijn beurt greep hij het leven, waar hij het
maar vinden kon. Begiftigd met een bewonde-
renswaardigen arbeidslust zal hij geen moment
voorbij kunnen laten gaan, zonder iets van het
dagelijksch leven in zijn greep te vatten terwijl
zijn uitgebreide kundigheden zijn intuïtie te hulp
komen, wanneer het er om gaat zooals bij de
Hildebrand-evocaties aan een niet aanwezig
doch gedroomd gebeuren vorm te geven.
Men kan zich een kunstenaar als Moerkerk
moeilijk voorstellen terwijl hij op inspiratie zit te
wachten. Menschen en dingen dringen zich aan
hem op en hij doorziet ze. liefst in hun ongewild
bizarre verschijningen en het „Kip, ik heb je", het
geen zijn wapenspreuk zou kunnen worden, zoo
de geestelijke adel nog aan eenige spreuk be
hoefte had, doorflitst zijn brein. Niet slechts ge-
wenscht, doch practisch niet genoeg te waardee-
ren zijn aldus aangelegde kunstenaarsnaturen,
die niet alleen illustratief maar tevens geestig,
scherp en diep voelend. Meesterlijk in dat opzicht
zijn Moerkerk's transposities van een paar por
tretjes op de bovenzaal. Dat van een Monseigneur,
dirigent van de Sixtijnsche kapel, is schitterend,
broos als een etsje van Mose Bianchi in de spin
ragachtige fijnheid der lijntjes en dat andere,
peinzende kopje van Alfons Diepenbrock, dat niets
van de geest-geworden materie in dien dichter-
musicus verloren heeft laten gaan Minder glad
moest het den teekenaar zitten datzelfde in Ein
stein's kop, in der haast op het Haagsche station
geteekend, te treffen of het spiritueele uit Max
Reger's kop af te zonderen van diens uitgesproken
weldoorvoedheid.
De bezoeker zal de honderd en zooveel uitge
stalde teekeningen en aquarellen niet voortdu-
rend met eenzelfde belangstelling kunnen bekij
ken en zijn bezoek moeten herhalen. Misschien
had een kleiner quantum den exposant, artistiek
gesproken, meer in het zonnetje gezet. Men kan
zich er echter gemakkelijk indenken, dat hij na
zijn groote schilderijen van de Bossche Markt, de
Markt in Lissabon en de Markt in Funchal te
hebben opgehangen, plezier in het markten ge
kregen heeft.
Genoemde schilderijen in de benedenzaal geven,
naar het mij voorkomt, een goed beeld van den
zich, al schilderend, ontspannenden, zich geluk
kig voelenden harden werker die Moerkerk is.
Iets van de blijheid, de kleurigheid, het entrain
ook waarmee ze ontstonden moge op den be
schouwer. later op den bezitter overgaan. En den
schilder de waardeering doen geworden, die Haar
lem hem in veel opzichten schuldig is.
J. H. DE BOIS.
Ter gelegenheid van
het 30-jarig bestaan
van het Koloniaal In
stituut te Amsterdam
is in de groote hal van
het Instituut een spe
ciale gamelan-, wa
jang- en dans-voor-
stelling gegeven. Tij
dens de explicatie van
het wajang-spel.
(Foto Pax Holland.)