De Lotgevallen van een Collier
NEKKIE-RAF
WOENSDAG 28 AUGUSTUS 1940
HAAEEEM'S ÖS'GBEÏD
De schoenendistributie.
Blijkens een beschikking van den secretaris
generaal van het departement van handel, nijverheid
en scheepvaart, opgenomen in de Staatscourant, is
de schoenendistributiebeschikking 1940 I gewij
zigd.
Onder schoenen werd volgens den ouden tekst
verstaan, alle soorten schoenen, met inbegrip van
kinderschoenen, laarzen, sportschoenen en pan
toffels met uitzondering van leerloos schoeisel en
zomerschoeisel, en van huispantoffels. Deze uit
zonderingen zijn thans in den tekst vervallen, doch
in een apart besluit opgenomen.
Men kan thans zonder bon de volgende soorten
koopen: leerloos en zomerschoeisel en bovendien
kinderschoenen in de maten 17 tot en met 23,
athletiekschoenen (spikes), raceschoenen voor wiel
renners, korfbalschoenen, cricketschoenen, klomp
sokken en huispantoffels.
Volgens artikel 4 van den ouden tekst kon de
distributiedienst den noodigen bon „slechts afgeven
op vertoon van de distributiestamkaart aan hen,
die ten genoegen van dien dienst aantoonen, dat
zij niet beschikken over een paar schoenen, dat
redelijkerwijze bruikbaar kan worden geacht". De
nieuwe tekst luidt, dat de distributiedienst een
schoenenbon „slechts (zal) afgeven op vertoon van
de distributiestamkaart van dengene, voor wien
de goederen bestemd zijn". Blijkens het nieuwe lid
van artikel 3 kunnen de distributiediensten de
schoenenbonnen uitreiken overeenkomstig door den
secretaris-generaal te geven aanwijzingen. Behalve
met een bon kan men ook schoenen koopen indien
men een schiftelijke vergunning heeft, afgegeven
door den secretaris-generaal of namens dezen door
een daartoe aangewezen ambtenaar.
Hel bij zich dragen van inbrekers
werktuigen strafbaar.
Haagsche politie wil beter tegen dieven kunnen
optreden.
's-GRAV'ENHAGE. De Commissie voor de
strafverordening stelt aan den Haagschen ge
meenteraad voor in de algemeene politie-veror-
dening een nieuw artikel in te voeren, luidende:
„Het is verboden tussehen een half uur na zons
ondergang en een half uur voor zonsopgang op de
openbare straat te vervoeren of bij zich te hebben
inbrekersgereedschap, loopers, valsche sleutels,
touwladders, lantaarns, of eenig ander gereed
schap, voprwerp of middel, dat kan dienen om
zich onrechtmatig den toegang tot een gebouw
of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te
openen of te verbreken, een inbraak te vergemak
kelijken of het maken van sporen te voorkomen".
De toelichting hierbij luidt:
Indien de politie op sti-aat verdachte personen
aantreft in het bezit van inbrekerswerktuigen
e.d. houdt zij deze -ter onderzoek aan en brengt
hen naar een politiebureau. Aangezien poging
tot inbraak echter als regel nimmer bewezen kan
worden, plegen deze lieden vrij uit te gaan. Ter
betere bestrijding van deze soort vermogensdelic
ten is het daarom gewenscht het zich des nachts
op straat bevinden met inbrekerswerktuigen e.d.
reeds op zichzelf strafbaar te stellen. In het bij
zonder is dit van belang, nu te vreezen is, dat in
de huidige economische moeilijke tijdsomstan
digheden en bij het gebrek aan verlichting van
de straat de neiging tot het plegen van deze de
licten zal toenemen.
OOK BOMMEN BIJ MIDDELBURG.
Gisternacht omstreeks 12 uur zijn door een
Engelsch vliegtuig drie zware bommen in de
omgeving van den Noorweg uitgeworpen, die
tot ontploffing kwamen. Een vierde bom viel op
een weiland in dezelfde omgeving en is nog niet
ontploft. Aan de woningen in de buurt en aan een
bloemisterij is vrij veel schade toegebracht, dodh
persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Uit de
weide, waarin de nog" niet ontplofte bom ligt, 'had
de eigenaar juist Maandag zijn vee weggehaald.
Enkele woningen in de omgeving worden thans
ontruimd, om verdere schade bij eventueele ont
ploffing te voorkomen.
FAILLISSEMENTEN.
Faillissementen uitgesproken door de Arrondis-
sements-Rechtbank te Haarlem op Dinsdag 27
Augustus.
1. A. de Nijs, schilder, wonende te Haarlem,
Spionkopstraat 32.
Curator mr. Julius Hoog, alhier.
2. A. Foeth, koopman in metalen, wonende te
Zaandam, Zuiddijk 178.
Curator mr. T. A. M. A. van Löben, Seis, alhier.
3. P. H. van Beelen, expediteur wonende te
Lisse, Gladiolenstraat 18.
Curator mr. F. J. Gerritsen, alhier.
Rechter-Commissarïs mr. E. H. F. W. van
Schaeck Mathon, alhier.
Wegens het verbindendworden der eenige uit-
deelingslijst zijn geëindigd de faillissementen van:
1. J. P. Dijkzeul Sr., destijds landbouwer, wo
nende te Haarlem.
Curator mr. W. Venlet, alhier.
2. De Naamlooze Vennootschap „Bouw en Han
del Maatschappij „Senco IV" gevestigd en kantoor-
houdende te Bennebroek.
De handel tussehen Zweden en
Nederland.
Betaling over de Duitsche clearing
Het voorloopige accoord tussehen Zweden en
Nederland omtrent de hervatting van het goede
renverkeer, hetgeen zal geschieden met tusschen-
schakeling van de Duitsche clearing voor de ver
rekening tussehen de beide genoemde landen, zal
voorloopig een ruil van ten hoogste drie millioen
mark in beide richtingen omvatten, zooals thans
in Zweden is hekend gemaakt, zoo meldt de
N.R.Crt.
Van de gelegenheid tot clearing via Duitsch-
land mag natuurlijk alleen voor nieuwe aankoo-
pen en niet voor oude betalingsverplichtingen ge
bruik worden gemaakt. Genoemd bedrag van 3
millioen mark kan, zoodra het is bereikt, verder
worden verhoogd, voor het geval inmiddels geen
definitieve overeenkomsten tussehen beide landen
zijn gesloten.
De goederentransacties komen rechtstreeks tus
sehen den Nederlandschen en den Zweedschen
handel tot stand, zonder bemoeienis van Duitsche
zijde.
De concentratie in het schoen
makersbedrijf.
Wij ontvangen het volgende bericht van den
Nederlandschen bond van schoenmakerspatroons-
en schoenwinkeliersvereenigingen:
In de nieuwsbladen is een bericht (door het
A.N.P. verstrekt red.) verschenen omtrent een
„toporganisatie" voor de huiden-, leder- en
schoenbranche, het zgn. contactorgaan, waarin
alle bedrijfsgroepen met 16000 beoefenaren zou
den worden ondergebracht teneinde hun gemeen
schappelijke belangen te behartigen.
De Nederlandsche Bond van schoenmakers
patroons en schoenwinkeliersvereenigingen, ver
tegenwoordigend minstens 70 pet. van de geor
ganiseerde schoenmakerspatroons en schoenwin
keliers, is n i e t bij deze toporganisatie aangeslo
ten.
Dientengevolge kunnen de belangrijke groepen
schoenmakerspatroons en schoenwinkeliers niet
worden geacht hierbij aangesloten te zijn, waar
door van de 16000 bedrijfsbeoefenaren minstens
14000 afvallen.
STICHTING NOORD-NEDERLAND—
VLAANDEREN.
Voor de afdeeling Haarlem van de Stichting
Noord-NederlandVlaanderen spreekt Donderdag
avond 27 Augustus in café-restaurant „Dreefzicht"
te Haarlem, dr. August Borms.
Verder treden op Willem de Meyer, propagandist
en leider van de jaarlijksche Vlaamsch-Nationale
Zangfeesten, die Vlaamsche volksliederen zal zin
gen en zijn medewerker Wieske Aei-ts.
Tot veler verrassing is in den Eemnespolder de aanwezigheid van turf in den
bodem geconstateerd. Vele bewoners maken van deze gelegenheid gebruik, om
voor den winter turfjes te steken, die dan voor de woning te drogen worden gezet
(Foto Pax Holland.)
ONTSLAGAANVRAGEN BLOEMBOLLENBEDRIJF
Ter voorkoming van vertraging in de behande
ling wordt aan de kweekers en handelaren in het
bloembollenbedrijf aangeraden, ontslagaanvragen
in te dienen bij het secretariaat van den Bedrijfs-
raad voor genoemd bedrijf aan de Zaanenstraat 18
te Haarlem. Deze ontslagaanvragen moeten geschie
den met gebruikmaking van daartoe bestemde
formulieren, welke in tweevoud moeten worden in
geleverd.
Wuih
zonder
risico met ||tiiU
van Boekelo
Hel hygiënisch bereide £*'o
en verpakte keukenzout l3c<
(Adv. Ingez. Med.)
Voor den inhoUd dezer rubriek stelt de Redactie
zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet ge
plaatst, wordt de kopij den inzender niet terug
gegeven.
Verduisterings-perikelen.
De heer J. v. d. Kerkhof te Arnhem schrijft
ons:
Nu de verduisteringsperiode meer en meer
nadert, hoort en leest men allerwege over het ont
zettend aantal ongelukken dat hiervan onvermij
delijk het gevolg zal zijn. Ook de winkeliers komen
danig in het gedrang omdat voor hen de oplossing
der verduistering niet zoo eenvoudig is en vaak
kostbaar wordt door het aanbrengen van ijzeren
platen of andere metalen voor hun winkelramen
Nergens hoorde of las ik tot op heden over een
VOOR DE KINDEREN
„O, lieve nachtegaaltje, ik kan
heelemaal niet zingen. Dat heb ik zoo
maar gezegd. Wil je me nu helpen?"
En dikke tranen rollen over het ge
zicht van Raf. „Toe, nachtegaaltje,
ga jij in mijn kachelpijpje zitten,
vanavond. En zing dan je mooiste
liedje. Je krijgt dan de helft van het
loon, dat ik zal verdienen. Laat me
niet voor schandaal staan."
Nu, het nachtegaaltje kreeg mede
lijden met den grooten opschepper en
beloofde, te zullen komen vanavond.
Na deze belofte van het nachte
gaaltje is mijnheer Raf weer heele
maal zijn verdriet vergeten. En toen
hij even later op den terugweg mijn
heer Langbeen den ooievaar op één
poot in een sloot zag staan, was hij
zelfs weer grappig. De maan, die hoog
aan den donkeren hemel staat, heeft
het heele gesprek met het nachte
gaaltje gehoord, waarom zij veel pret
heeft.
„Wat een oude schavuit is dat!
Hoor hem een praats hebben tegen
dien ooievaar!"
„Ha, ha, ha, hallo, Langbeen," zegt
Raf, „je moet me eens mee laten
vliegen."
Eerst wilde de ooievaar hard weg-
loopen voor dien praatsmaker. Maar
Raf spreekt zoo lief, dat heer Lang
been hem op zijn rug neemt. Zoo laat
Raf zich, lui als altijd, lekker vlug
naar huis brengfh. Even keek hij om
naar de maan. Wat lacht die van
avond! Is dat om hem?
„Ik zal aan Langbeen vragen, of hij
mij straks naar het concert wil bren
gen. Dat zal deftig staan, zoo denkt
Raf bij zichzelf.
afdoende oplossingterwijl deze m.i. toch voor i
hand ligt.
Wat is n.l. eenvoudiger dan dat de overheid
last dat alle zaken en bedrijven gesloten moeii
zijn bijv. van )/2 of 1 uur voor zonsondergang
zonsopgang en bovendien gebiedt dat niemand zj
tussehen deze tijdsruimte op straat mag bevind?
uitgezonderd dan in zeer drinende gevallen. Om e
deze zooveel mogelijk te beperken, zou men si
steden in wijken kunnen verdeelen en in elke \v-
een of meer dokters, verpleegsters, apotheek, p
litie, brandwachten enz. kunnen doen aanwezig zij
Men moet nu niet direct zeggen: „Dat gaat niei
want met een beetje goeden wil is alles mogelii
Ten eerste kan men daardoor alle werkloozen i
werkeloozen inschakelen omdat het zooveel kon
dag is. Ten tweede zou men 's middags inplaats v<
1 '/2 a - 2 uur te schaften kunnen volstaan a
slechts y2 uur, enkel om een boterhammetje op
eten, omdat men 's avonds zooveel vroeger thuis;
Bovendien is er ook nog de opbouwdienst weli
eveneens een handje zou kunnen helpen.
Wij moeten hier enkel de voordeelen voor oogt
houden en dan stappen we vanzelf over diver
groote en kleine moeilijkheden heen. De voo
deelen zijn ontelbaar. Ik wil er slechts een pi
noemen en wel: Geen of hoegenaamd geen ong
lukken. Alle arbeidsloozen ingeschakeld. Vaö-
zoon en dochter den geheelen' avond in den g
zelligen huiselijken kring. Vroeg naar bed hetga
de gezondheid ten goede komt. Diefstal, inbras
enz. tot een minimum beperkt. Laag verbruik v?
alle mogelijke artikelen. Ik noem slechts kole
gas, electrisch, ijzer hout, kleeding, schoeisel.
Bioscopen, cafés en verdere vermakelijkheid
bedrijven zullen mij tegenwerpen: „Wat moeten
dan beginnen?" Ook hiervoor is m.i. gemakkelij
een oplossing te vinden door alle arbeiders groep
gewijze vrije dagen te geven om deze gelegenheè
overdag te bezoeken. Zouden echter, hier of da
een, of meer bedrijven van overheidswege gestem
moeten worden, dan weegt toch ook dit niet i
tegen de voordeelen welke bereikt kunnenu worde
In het verleden is zooveel en dan nog op een gehe
verkeerde wijze gesteund.
Waar het hier een algemeen belang geldt hoo
ik dat de instanties welke over bovenstaande te lx
slissen hebben omgaand hun plannen kenba
maken, daarbij uitgaande van de gedachte dat h
belang van het geheel uitgaat boven het groep
of persoonlijk belang, zulks ten gerieve van ons n
heele volk.
Wij hebben omtrent bovenstaand stukje het om
deel gevraagd van het Hoofd der Luchtbeschermip
den Commissaris van Politie, die ons het volgen:
mededeelde: Natuurlijk is het noodzakelijk, maf
regelen te treffen tegen de bezwaren, die de va
duistering straks zal veroorzaken, maar men mix
daarbij practisch blijven en wat de heer K. voci
stelt houdt geen rekening met de practijk. Een wijl
verdeeling als hij voorstelt is niet uit te voert
en vrije dagen voor werklieden, om dezen in i
gelegenheid te stellen, diverse gelegenheden te lx
zoeken evenmin.
Inmiddels spreekt het vanzelf, dat de noodlf
maatregelen werkelijk wel voorbereid en overm
gen worden. Het particulier initiatief is hier i
doende. Zoo zullen heel wat werktijden in overea
stemming met de eischen, die de verduistering stó
gebracht worden, door de middagpauze te verka
ten en des avonds vroeger uit te scheiden. Van
meentewege wordt daarenboven, om iets te noeme
nagegaan, welke schooltijden zullen moeten wordt
gehouden, opdat de kinderen bij daglicht naar'hu
kunnen keeren en wanneer de scholen bij daglitl
zullen kunnen worden schoongemaakt.
Veel van wat zij zullen doen is evenwel afhai
kelijk van wat in Den Haag zal worden beslote
Er is n.l. een Commissie werkzaam, wier taak h
is, landelijk richtlijnen voor de verduistering ai
te geven. Zij zal nagaan, in welke mate er nog ve
licht zal kunnen worden, waar da't zal mogen g
schieden en op welke wijze dat zal kunnen 'g
schieden. Op die manier is het dan misschien to:
nog mogelijk, de hoofdwegen zoodanig te markê
ren, dat men er zonder bezwaar zal kunnen ps
seeren.
Intusschen nemen wij hier ter stede ook nt
voortdurend proeven om na te gaan, hoever ma
zou kunnen gaan, hetzij met electrische, hetzij ns
gasverlichting. Ook zal wel iets bepaald ïrtöetE
worden omtrent verlichting, die men in de haa
of aan de kleeding medevoert, want het is natuiE
lijk niet de bedoeling, dat men straks met faktó
langs de straat loopt, die het effect der verduisü
ring te niet doen. Ook dat zal dus nog onder h!
oog gezien moeten worden.
Voor het oogenblik dient echter in de een!
plaats te worden afgewacht, wat de Landelijk
Commissie zal adviseeren.
Bond van Nederlandsche
Onderwijzers.
De heer G. F. Vlekke directeur.
Naar de Tel. meldt is op last van den Commi'
saris van het N.V.V., den heer Woudenberg, i
voorzitter van het hoofdbestuur van den Bond vï
Nederlandsche Onderwijzers, de heer J. P. W.
der Sluys, uit zijn functie ontslagen. In zijn plas!
1 is met ingang van Vrijdag 23 Augustus j.l.
directeur benoemd de heer G. F. Vlekke, lid va
de N.S.B.-fractie der Provinciale Staten van Noord'
Holland.
door
NORMAN FRAZER.
29)
(Nadruk verboden).
„Zeker", was het bescheid; „anders zou ik niet
met dit plan voor den dag gekomen zijn. Ik ben
zooals ik al zei, vast overtuigd, dat Bexendale ons
goede diensfen kan bewijzen om zijn ex-compagnon
op het spoor te komen, als we hem er toe kun
nen krijgen op mijn voorstel in te gaan".
„Er toe kunnen krijgen?" herhaalde miss O'Con
nor, groote oogen van verbazing opzettend. „Hij
zal eieren voor zijn geld hebben te kiezen, die
leelijke rat...."
Er was een driftige fonkeling in de oogen van
zijn overbuur, die sergeant Davidson deed vreezen
dat ze gebruik van haar pas-gekochte rijzweep
overwoog om den jongeman te intimideeren en
daarom viel hij haastig en op gemoedelijken toon
in:
„Als u het aan mij zou willen overlaten, miss
O'Connor, dan geloof ik dat het wel in orde komt.
Ik heb tenslotte wel eenige ondervinding in het om
springen met dergelijke jeugdige wildebrasseri! Na
tuurlijk wordt het onderzoek met alle gebruikelijke
middelen voortgezet, maar daarnaast heb ik bij dat
jongmensch nog een speciale pijl op mijn boog. Hij
blijft onder mijn toezicht en ik geloof vast, dat
een kalme politiek in deze zaak resultaten zal
hebben".
„Goed", stemde miss O'Connor na nog eenig wei
felen toe; „doet u het dan maar zooals u het beste
lijkt, sergeant".
„Ik verondei*stel dat u wel een poosje in Dublin
zult blijven, miss?", informeerde Davidson.
„Ik blijf in ieder geval hier, in dit hotel, lot we
wat meer weten", verzekerde miss O'Connor met
groote beslistheid. „Het brengt weliswaar mijn
plannen op een onplezierige manier in de war maar,
ik denk er niet aan onder deze omstandigheden
weg te gaan".
De sergeant knikte en eindigde zijn maaltijd in
stilte. Eindelijk stond hij op, keek zijn gastvrouw
aan en glimlachte rustig.
„Ik ga nu naar boven om te trachten een beetje
moreele pressie op onzen jongeman uit te oefenen",
deelde hij mee. „Zoo meteen kom ik weer be
neden, om u het resultaat te vertellen".
Hij liep op zijn gemak de trap naar boven op en
opende de deur van de kamer, waar Bexendale
zijn eenzaam ontbijt had gebruikt. De jongeman
keek bepaald opgelucht, toen hij zag dat sergeant
Davidson alleen was.
De detective nam een stoel, stak een sigaar
op en bood Ninan met een aanmoedigend knikje
ook een aan. „Ik heb juist met miss O'Connor een
gesprek over je gehad".
„Ja?", vroeg de jongeman mat. En daarop, met
een benepen stem: „Word ik gearresteerd?"
„Dat", antwoordde de sergeant, ,is natuurlijk in
een geval als dit de normale gang van zaken, maar
miss O'Connor is geneigd barmhartig te zijn".
De oogen van Ninian Bexendale gingen wijd open.
Hij was stomverbaasd dat in miss O'Connor's hart
plaats was voor zoo iets als barmhartigheid
jegens wien dan ook!
„Ja", herhaalde de sergeant, „miss O'Connor is
geneigd genade vóór recht te laten gelden, als ze
eenig teelten van berouw bij je merkt en den wil
om goed te maken wat je misdreven hebt, jonge
man".
De jongeman zou op dit moment miss O'Connor
liever vermoord hebben, dan zijn tekortkomingen
jegens haar goedmaken.
„Mooi", zei sergeant Davidson. „Begrijp goed dat
ik niets zeg over wat eventueel gebeuren kan, maar
als je de assistentie geeft, die ik van je verlang,
kun je er op rekenen, dat je er niet slechter van
wordt".
„Ik zal alles doen meneer, wat u wilt", antwoord
de Ninian, die wel inzag dat hij van een berouw
volle en 'gewillige houding inderdaad slechts voor
deel kon hebben, vol vuur. „Wat verlangt u van
me?"
„Wat ik verlang, komt hierop neer, dat je me
helpt den man te vinden, die miss O'Connor's
diamanten heeft".
Een kwaadaardige trek vloog over het gelaat
van den jongen Bexendale en zijn vingers klem
den zich in elkaar bij de gedachte aan de trouwe
loosheid van zijn medesamenzweerder.
„Aha! Daar zal ik met het grootste plezier be
hulpzaam bij zijn", riep nij uit. „Ik zal hem dubbel
en dwars laten boeten voor zijn gemeenheid om er
op zoo'n slinksche manier van door te gaan. Wat
kan ik doen om u te helpen, meneer?"
„Kijk eens hier", hernam de detective. „Ik voor
mij ben overtuigd dat Claye hier in Dublin is en er
een tijdje zal blijven. Nu wil ik, Bexendale dat jij
stipt volgens mijn orders handelt. Ik zal je hiervan
daan meenemen en je een onderdak bezorgen, waar
je onder mijn persoonlijk toezicht zult staan. En
denk .er goed om, jongeman", er kwam thans een
haast dreigende klank in zijn stem, „dat terwijl jij
je oogen open houdt voor ieder spoor, dat tot de
ontdekking van Claye kan leiden, anderen op jou
letten en dat je, als je dubbel spel probeert te
spelen, binnen het halfuur een arrestantencel van
binnen kunt bekijken met de grendels op de
deur!"
Ninian Bexendale bewoog zenuwachtig op zijn
stoel. Hij had een instinctieve doodsangst voor de
gevangenis; alleen de gedachte eraan deed hem al
huiveren.
„Ik zal mijn uiterste best doen, meneer", was zijn
antwoord, en hij trachtte zooveel mogelijk ernst en
oprechtheid in zijn toon te leggen, „om mij uw
vertrouwen waardig te maken. Maar er is één ding
waarop ik u wel attent mag maken en dat is dat
Claye ongelooflijk handig en sluw is. En hij is ge
vaarlijk ook".
„Gevaarlijk?", herhaalde de detective. „Hoe be
doel je dat?"
„Hij heeft altijd een revolver bij zich", lichtte
de jonge Bexendale in. „En hy is ook niet bang die
te gebruiken, als hij in het nauw gedreven wordt".
„Dan moeten we dienovereenkomstig te werk
gaan", meende Davidson. „Ik wil hem liefst met
zoo min mogelijk opzien en drukte in handen
trachten te krijgen. Nu Bexendale, ik zal je reke
ning betalen; het geld kun je me teruggeven als je
het hebt. Haal je bagage van boven, dan gaan
we. En ik wil je nog wel vertellen, jongeman: of
schoon je voor deze grappenmakerij een aardig
poosje dwangarbeid zou krijgen als de zaak voor
den réchter kwam, zul je, wanneer je helpt de
diamanten op te sporen, niet alleen vrij man zijn,
maar nog een belooning ontvangen op den koop
toe. Allemaal in het vertrouwen dat dit een dure
les voor je geweest is en je je leven betert".
„Daar kunt u op jan, meneer", riep Ninian met
een stem waarin hartgrondige dankbaarheid trilde.
„Ik ben u onnoemelijk veel verschuldigd. En wat
de hotelrekening betreft, ik heb geld om die te be
talen". En hij hield hield een vijf pondbiljet in zijn
hand. Sergeant Davidson nam het biljet, zonder te
informeeren hoe mr, Ninian Bexendale het in zijn
bezit had gekregen en verliet de kamer; de zoo diep
ontroerde jongeman keek naar zijn spiegelbeeld en
grinnikte tegen zichzelf
„Nu zal ik ze allebei wel krijgen", mompelde
hij triomfantelijk. „Claye, die smerige schavuit, in
de eerste plaats. En die slang, die duivelin, nou,
die komt ook wel aan de beurt!"
De sergeant keerde spoedig terug met de voldane
rekening en de mededeeling dat mr. Bxendale's
bagage reeds in een taxi was gezét.
„En om je gevoelens een beetje te ontzien,
jongeman", vervolgde hij, „heb ik den chauffeur ge
zegd naar de hotelingang bij het station te rijden;
dan stappen we in bij de tunnel, zoodat we niet
door de hall van het hotel hoeven. En nu vooruil.
denk goed om alles wat ik je gezegd heb en haal
geen kunsten uit".
„U kunt er op aan, meneer, dat ik niet van plan
ben kunsten uit te halen", beloofde Ninian zoetsap
pig, terwijl hij den detective uit de kamer volgde.
„Ik ben veel te blij dat ik in de gelegenheid gesteld
word mijn misstap weer goed te maken".
„Hm", bromde sergeant Davidson. „Laten we
dan maar gaan en met dat goedmaken beginnen;
dan kunnen we zien wat je er van maakt".
De taxi voerde hen naar Davidson's eigen woning,
waar de detective aan het werk toog om een ver
andering in mr. Bexendalfe's verschijning aan te
brengen, die zelfs den heer Richard Claye eer zou
hebben aangedaan. Binnen een half uur was het
uiterlijk van den jongeman volkomen gemetamor
foseerd en ditmaal zou ook miss O'Connor hem
niet herkend hebben, want de sergeant had er voor
gezorgd, dat de verraderlijke zegelring niet aan zij
vinger prijkte. Hij was eekleed in een sjofel tweed!
hanschpak met aan z'n voeten een paar tweed?
schoenen, die geheel in stijl met het costuum ware?
om zijn hals zat een breede roode doek en zij:
hoofd was bedekt met een oude pet. Davids
had hem, na zijn haar gelijk gemaakt te hebbe
met de oppervlakte van zijn schedel, uitgedost nü
een niet-van-echt te onderscheiden roode pruik t
met een zwarte pleister boven hei linkeroog was i
transformatie compleet. De i' n e Bexendale herkes
zijn eigen gezich' niet en zei tegen zichzelf dat nifi
gemakkelijker zou zijn dan 'm te smeren in dö
vermomming.
'De sergeant scheen eveneens die meening toeg«
daan, want hij haastte zich om zijn jeugdigent!
schermeling aan de Dublinsche politie voor te stó
len door hem voor een uitgebreid aantal agenten ?i
de binnenplaats van het hoofdbureau te laten part
deeren met de belofte van een tweede parade d'
avonds. Toen stuurde hij hem de s'raat op metzii
laatste instructies.
„Je ben een rondslenterende leeglooper". k?'
hij hem uit. „Je boemelt door de stad en geeft!
oogen de kost. Als je hem in de gaten krijgt, de
het me dan direct telefonisch mee, maar prop
je man onderwijl niet uit het oog te verliezen. Was
neer je hulp noodig hebt, kun je den eersten d?
besten agent het insigne laten zien, dat ik Je
geven heb. En denk er om, dat op jouzelf óók W
oogje gehouden wordt!"
Ninian Bexendale wandelde weg om zijn zendifl
te gaan vervullen.
Sergeant Davidson had hem slechts een p£'
shillings in zijn zak gegeven met geen andere ve?
kwikking dan een steenen pijp en een zakje tabs)
daar de luxe van een sigaar of sigaret kwalijk]
overeenstemming zouden zijn met zijn type. 0
was voor een weelderig aangelegd jongmensch s)
Ninian Bexendale geen prettig vooruitzicht, ra»2
bet was in elk geval heter dan in de gevangenis!
zitten, troostte hij zirh.
(Wordt vervolgd)'