POSTZECELRUBRIEK
VRIJDAG 30 AUGUSTUS 1940
HSA'RCEST'S DAGBCAD
8
H.D.' Vertelling
DE OUDE MELODIE.
B. ANDREAS.
f ILD klonken de tonen van de Neger-
band door de zaal. Het was vol in het
restaurant. De verhitte zwarte koppen
met 'blinkende tanden van de bandleden
slaken scherp af tegen het smetteloos wit van hun
smoking-jasjes. De saxophonist ontlokte roerende
tonen aan zijn instrument, de drummer voerde een
knappe solo uit. Het aangeboren gevoel voor
rythme, van de negers kwam ook nu weer sterk
tot uiting.
Aan een der tafeltjes, verscholen in een hoekje
achter een paar palmen zat een eenzame vrouwen
figuur. Men kon ongetwijfeld zien dat zij knap was
geweest, masr het leven was niet ongemerkt aan
haar voorbijgegaan.
Door de microfoon werd een nieuw nummer aan
gekondigd door den band-leider: een potpourri van
oude Schlagers. Dergelijke show-nummers hadden
altijd een eclatant succes en het publiek toonde
dan ook veel interesse. Zelfs de eenzame vrouw
aan het tafeltje in den hoek toonde nu meer be
langstelling. En na eenige voor haar minder be
kende nummers zat ze zelfs geboeid te luisteren.
De band speelde nu de „Destiny-Waltz", twintig
jaar geleden een nummer dat insloeg. En ineens
was Marcelle Dupin terug in haar jeugdjaren', toen
haar vader deze wals dagelijks placht te spelen.
Zij zag zichzelf weer als jong meisje, onbezorgd
de toekomst tegemoet ziende, met een sterke nei
ging voor het tooneel. Kind van goeden huize, haar
ouders bewoonden een groot buitenhuis te Z., was
haar vader, een deftige bankier, er aanvankelijk
zeer tegen gekant, dat zijn eenige dochter aan het
tooneel zou gaan. Maar Marcelle zette door en het
werd 'n debacle, want tot belangrijke rollen bracht
zij het niet. Daarna was zij voor de film gaan spe
len, want er was een regisseur geweest die wat in
haar zag. Daar had zij triomfen gevierd en Mar
celle had haar weg gevonden. Veel goeds en ook
veel teleurstellingen waren haar deel geweest tij
dens haar filmloopbaan en nu, bij de herinnering
aan haar vader, bij het hooren van de haar zoo
bekende melodie zag zij haar leven als in een film,
waarin zij zëlf de hoofdrol speelde, aan zich voor
bij trekken. Zij zag zich weer als kind ravotten in
den grooten tuin tezamen met haar broertjes en
ook met Jules Verhoeff, den eenigen zoon van hun
buren.
Sedert hun kinderjaren hadden Jules en Mar
celle vriendschap gesloten, maar hij was later naar
In'ddë gegaan en zij had hem totaal uit het oog ver
loren.
Toen de muziek zweeg, zat ze daar nog steeds
droomverloren voor zich uit te staren met haar ge
dachten in het verleden verdiept.
Zij voelde zich oud en verlaten: ze was nu veer
tig jaar en voor een filmdiva dus reeds oud. Jon
gere sterren zouden haar weldra overtroeven. Ook
in de filmwereld is het niet alles goud wat er
blinkt.
Marcelle was zoo in gedachten verzonken, dat ze
niet had bemerkt dat een heer het restaurant was
binnengekomen en haar tafeltje was genaderd.
Plotseling sprak hij haar aan. Zij keek op, kon
haar oogen haast niet gelooven. Jules Verhoeff
stond voor haar!
Ze waren al gauw in een geanimeerd gesprek
gewikkeld. Jules was met verlof uit Indië over en
wilde nu getrouwd terugkeeren. Ze haalden jeugd
herinneringen op en Marcelle biechtte eerlijk op,
dat ze juist bij het hooren van die wals aan hem
had moeten denken. De jaren vielen weg, hun
vriendschap bloeide weer op en misschien nog iets
meer.
Jules verzocht den bandleider de „Destiny-Waltz"
nog eens te spelen. Er blonk iets in Marcelle's
oogen, dat een belofte voor de toekomst inhield,
toen ze Jules aanzag bij het hooren van de voor
hen beiden zoo bekende oude melodie....
De Rijkscommissaris in Twente.
Belangstelling in zout- en textielindustrie.
BOEKELO, 30 Augustus (A.N.P.) Ter voort
zetting van zijn inspectietochten door ons land,
bracht de Rijksccommissaris Donderdag een be
zoek aan Twente. In Deventer, aan de grens van
de provincie Overijssel werd de Rijkscommissaris
begroet door den gevolmachtigde voor de provincie,
Gauhauptstellenleiter dr. Schreuder aan den ingang
van de gemeente Hengelo door de Duitsche kolonie
en het personeel en de leerlingen van de Duitsche
school. Ongeveer 250 kinderen zongen den Rijks
commissaris een lied toe, waarna eenige leerlin
gen den hoogen bezoeker bloemen aanboden.
Daarna reed men naar de bedrijven der Neder-
landsche zoutindustrie, waar de directeur ir. G. de
Haas, een begroetingswoord sprak. Hij gaf den
Rijkscommissaris en den hem vergezellenden
heeren een overzicht van de positie der Nederland-
sche zoutindustrie.
De rijkscommissaris dankte voor de begroeting
en verklaarde dat hij en ook zijn medewerkers
groote belangstelling hebben voor de constructie, de
positie en de ontwikkeling der Nederlandsche zout
industrie.
„Voor zoover het in den, ons door Engeland op
gedrongen, totalen oorlog mogelijk is, zullen wij er
toe medewerken", aldus de Rijkscommissaris, „dat
allen, die in de bedrijven leiding geven, en vooral
ook de arbeiders, er een verzekerde levenspositie
vinden".
De Rijkscommissaris besloot met den leider der
Nederlandsche zoutindustrie en het personeel veel
succes toe te wenschen. Hierna werden de fabrieken
te .Boekelo bezichtigd. Van Boekelo ging de tocht
naar Enschedé, waar in hotel Graaff de lunch
werd gebruikt.
Het volgende bezoek gold de textielfabrieken
der N.V. van Heek en Co. aan den Lagen Bothof.
Hier hadden de leidende figuren uit de Twentsche
Textielindustrie zich vereenigd en werd het woord
gevoerd door den heer A. H. Ledeboer, voorzitter
der Fabrikantenvereeniging, die den Rijkscommis
saris dank bracht voor zijn bezoek. Spr. verklaarde
dat de Nederlandsche textielindustrie de belang
stelling van den Rijkscommissaris zeer op prijs
stelde.
Hij schetste in het kort de ontwikkeling der
Nederlandsche textielindustrie en wees er verder
op, dat de Twentsche textielindustrie goed gefun
deerd is en ook in moeilijke dagen da taak heeft
vol te houden en door te zetten.
De Rijkscommissaris dankte hierop voor de be
groeting en het overzicht van den toestand der in
dustrie.
Spreker zeide: De toestand eischt van ons allen,
de noodzakelijke aanpassing en invoeging in d-
nieuwe verhoudingen. Hij besloot met de verwach
ting uit te spreken, dat de reorganisatie in het
De ouderv/etsche potkachel is weer in eere ge
komen en de vraag naar dit getrouwe verwarmings
apparaat stijgt met den dag. De smeden hebben
bij de reparatiewerkzaamheden de handen vol
(Foto Pax-Holland)
nieuwe economische kader uiteindelijk tot grooten
bloei zal leiden en dat de arbeiders ten volle deel
zullen hebben aan de resultaten.
Hierna volgde een rondgang door de fabriek,
waarbij de Rijkscommissaris herhaaldelijk infor
meerde naar de sociale omstandigheden waaronder
de arbeiders werken. Tenslotte maakten de hooge
bezoekers en de hem vergezellenden een rondrit
door de arbeiderswijken van Enschedé.
Vervolgens ging de tocht naar Oldenzaal, waar
een bezoek gebracht werd aan de fabrieken der
firma H. P. Gelderman. De heer Gelderman be
groette de gasten, waarna 'n rondgang volgde. Van
hier ging het naar Bad Boekelo, waar de Rijkscom
missaris met zijn gevolg den avond en nacht door
bracht.
WEEK-ABONNEMENTEN
dienen uiterlijk Woensdags avonds
betaald te zijn, daar de bezorgers op
Donderdag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE.
De voormalige Ned. Zee- en
Landmacht.
Bezoldiging en verzorging van het personeel.
In het Verordeningenblad is opgenomen een
verordening van den Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied nopens maatregelen
ten aanzien van de bezoldiging van militair en
burgerlijk personeel der voormalige Nederlandsche
zee- en landmacht.
Hierbij wordt het hoofd van het afwikkelings
bureau van het departement van Defensie ge
machtigd, na verkregen instemming van den
secretaris-generaal van het departement van
Financiën en, voor zooveel noodig, van den se
cretaris-generaal van het departement van Bin-
nenlandsche Zaken, voorzieningen te treffen no
pens de bezoldiging, het wachtgeld en het pen
sioen van het militaire personeel van de voor
malige Nederlandsche zee- en landmacht en
nopens de verzorging van hun nabestaanden.
Voorts wordt het hoofd van het Afwikkelings
bureau gemachtigd voorzieningen te treffen no
pens de schadeloosstelling van in dienst der voor
malige Nederlandsche zee- en landmacht gebezig
de burgerwerkkrachten, die in en door dien dienst
lichamelijk letsel hebben bekomen, zoomede no
pens de verzorging van hun nabestaanden.
Op grond van bovengenoemde verordening
heeft het hoofd van het afwikkelingsbureau het
volgende bepaald:
Artikel 1.
(1). In artikel 72 van de Bevorderingswet voor
de Landmacht 1902 worden na het eerste lid de
volgende vier leden ingevoegd:
(2.) Indien een officier, die op non-activiteit is
gesteld op grond van het bepaalde bij artikel 70,
onder 2, 3, 4, 5, of inkomsten geniet of gaat
genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf,
ter hand genomen met ingang van of na den dag,
waarop de non-activiteit is ingegaan, wordt, in
dien de non-activiteits-bezoldiging, vermeerderd
met de aldus over eenig kalenderjaar verkregen
inkomsten, zou overschrijden, het bedrag van de
activiteits-bezoldiging met het bedrag dier over
schrijding verminderd.
(3.) Het In het tweede lid bepaalde vindt over
eenkomstige toepassing ten aanzien van inkom
sten, verkregen uit of in verband met arbeid of
bedrijf, welke geacht moet worden te zijn ter
hand genomen gedurende verlof, voorafgaande
aan de non-activiteit.
(4.) Wanneer een op non-activiteit gesteld of
ficier inkomsten geniet uit of in verband met ar
beid of bedrijf, ter hand genomen voor den dag,
waarop de non-activiteit, c.q. het verlof, bedoeld
in het tweede en derde lid, is ingegaan en deze
inkomsten zijn vermeerderd, zijn ten aahzien van
de vermeerdering de bepalingen van dit artikel
van overeenkomstige toepassing.
(5). Een vermindering, als in het tweede, derde
en vierde lid bedoeld, wordt voorloopïg maande
lijks en definitief na afloop van het kalenderjaar
vastgesteld.
Artikel 2.
De voor militairen beneden den- rang van offi
cier gestelde minimum-pensioengrondslag, be
doeld in het 6de lid van artikel 14 der pensioen
wet voor de zeemacht in het 6de lid van artikel
14 der pensioenwet voor de landmacht, in het
5de lid van artikel 14 der pensioenwet voor het
//BOUVY'^^a/, vtö „zcntf&oi'dceetrf&ccH 7.25-f
(Adv. Ingez. Med.)
personeel der Koninklijke Marinereserve en in het
6de lid van artikel 14 der pensioenwet voor het
reservepersoneel der landmacht wordt, indien het
recht op pensioen berust op het bepaalde in punt
2 van artikel 2 der hierboven aangehaalde wetten,
dan wel in artikel 2 der Pensioenwet voor de vrij
willigers bij den landstorm, voor de militairen
of de gewezen militairen beneden den rang van
officier, die op of na 1 April 1939 in werkelijken
dienst zijn gekomen. ge.steld op niet minder dan
een duizend gulden.
Artikel 3.
(1). Aan de op of na 1 April 1939 te werk ge
stelde burgerwerkkrachten, wier diensten ten
behoeve van den Nederlandschen militairen dipnst
werden gevorderd, wordt, indien zij in en door
of gedeeltelijk in en door de van ben gevorderde
diensten arbeidsongeschikt zijn geworden, ten
laste van het rijk een schadeloosstelling toegekend
naar dezelfde regelen en maatstaven als die,
waarop krachtens de landmacht voor dienstplich
tigen der landmacht recht bestaat op toekenning
van invaliditeitspensioen.
f2.) De in de artikelen 36 en 37 der voormelde
wet nader aangegeven betrekkingen van vorenbe
doelde burgerwerkkrachten, die ten gevolge van
een der oorzaken, als in de voorgaande alinea
nader aangeduid, het leven hebben verloren of
komen te overlijden, wordt, mede ten laste van
het rijk, een schadeloosstelling toegekend naar
dezelfde regelen en maatstaven als die waarop
krachtens de pensioenwet voor de landmacht
voor de nagelaten betrekkingen van dienstplich
tigen recht op toekenning van pensioen bestaat.
(3.) De bepalingen der hiervoren meer aange
haalde wet, alsmede de uitvoeringsbepalingen dier
wet, zijn in daartoe leidend geval ten deze van
overeenkomstige toepassing, zulks met inacht
neming van het bepaalde in artikel 2.
Artikel 4.
Dit besluit treedt heden in werking, voor zoover
betreft de artikelen 2 en 3 met terugwerkende
kracht tot 1 April 1939.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO
CENTRALE OP ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1940.
Progr. I. Jaarsveld. Van 10.30 n.m.11.30 n.m.
Gram.platenconcert voor de Radio Distributie.
Progr. II Kootwijk.
Progr. III. Duitsch station.
Progr. V. Idem.
7.008.00 Eigen gramofoonplatenconcert. Ge.
varieerd programma.
1. Radetzky Mai'sch, Groot Orkest. 2. Mr. Paga-
nini, Mills Brothers. 3. Them there eyes, Q. du Hot
Cl. de France. 4. De voetbalmatch, Louis Davids.
5. Komm im Traum, Meistersextet. 6. Morgen-
stïmmung v. Grieg, Operaork. Parijs. 7. Siciliana
uit Caveleria Rusticana, Jussï Björling. 8. 2e Hong.
Rhapsodie v. Lïszt, Staatskapel Berlijn. 9. Schlafe
mein Geliebter, Zarah Leander. 10. It's raining
sunbeams, Deanna Durbin. 11. What goes up must
come down, Bob Crosby. 12. Een goeie zeeman, Bob
Scholte. 13. Georgia Medley, Nat Gonella. 14,
I dream of Jeanie, Maxine Sullivan. 15. Ninepins
in the sky, Lew Stone en D. Alt. 16. Onder moeder's
parapluie, Johnny and Jones. 17. My prayer-If I
didn't care -Wishing, Charly Kunz.
DE JEUGDWERKKAMPEN.
In liet bericht in ons nummer van Donderdag:
„groote belangstelling voor de Jeugdwerkkampen"
stond vermeld, dat de belangstelling voor deze
kampen ook blijkt uit het feit, dat de op 7 Septem
ber beginnende kampen reeds geheel vol zijn.
Men maakt er ons opmerkzaam op, dat dat had
moeten zijn: de op 7 September afloopende kam
pen zijn geheel vol. Voor de gegadigden voor de
binnenkort beginnende kampperiode is het raad
zaam, zich zoo spoedig mogelijk op te geven, om
teleurstelling te voorkomen.
Ineke en Dieneke en de logétjes.
Fransje is nu al een hele tijd bij Dieneke te lo
geren en de beide meisjes kunnen reusachtig met
elkaar opschieten. Dit komt omdat Frans zo vro
lijk en opgewekt is en altijd vol grappen zit.
„Je kunt reuzeschik met haar hebben", zegt
Dieneke tegen Ineke „altijd weet ze wat leuks en
gezelligs". „Maar", als ze ziet. dat Ineke's gezicht
een beetje betrekt „maar jij bent en blijft toch
m'n échte vriendin!"
En dan lacht Ineke alweer. Toch zou 'f. beslist
weieens een beetje gekibbel hebben gegeven, als
Ineke niet zooveel werk had met haar lieven
kleinen Kees. 's Morgens wast ze hem en kleedt
hem aan, maar al lang voor die tijd gluurt hij
tussen de spijltjes van zijn ledikantje door en
roept: „Inie, torn! Inie, torn nou!"
Als moeder hem niet stevig vastgebonden had,
was hij zeker al eens uit bed geklauterd en lelijk
op z'n kleine dikke neus gevallen!
Ineke vindt 't een heerlijk werk om voor Kees
te zorgen. Ze poetst z'n tandjes met een heel
zacht borsteltje en daar moet hij altijd hard om
lachen, want het kriebelt zo, zegt hij. En ook
maakt ze de nageltjes van zijn dikke knuistjes
schoon en kamt zijn kuifje met water plat. Maar
dat duurt nooit lang. Na tien minuten staan de
blonde haren weer recht op z'n' hoofdje. En aan
Kees zit in een hoekje van de kamer te slapen.
tafel snijdt Ineke zijn boterhammen in blokjes
en bindt z'n slab voor. Ook is ze begonnen aan
een tweede blousje voor Kees maar dat schiet niet
hard op, want Kees zelf haalt haar telkens van
't werk af.
„Inie tom mee bloempjes plukken" zegt hij dan
of „Inie. wat moet Keesie nou doen?" En dan
sjouwt Ineke maar weer goedig achter hem aan
om hem te vermaken en leuke dingen voor hem
te bedenken.
„Moeder?" zegt Ineke eens.
„Ja, kind?"
„Ik begrijp niet. wat moeders met zes of zeven
kinderen moeten beginnen. Worden die niet
doodmoe, als ze zo de hele dag rond moeten vlie
gen?"
Moeder moet erom lachen en zegt: „Welnee, die
doen het anders. Ten eerste hebben ze nooit zes
van die kleintjes tegelijk en ten tweede hebben
ze veel te veel te doen om met de kinderen te spe
len. Ze geven ze een speelgoedje en zeggen: „Zie
zo en nu stil hoor!"
Ineke peinst. „En helpt dat?" vraagt ze. „Soms
wel. soms niet" zegt moeder. Nu, dat middel zal
Ineke toch ook eens proberen! Ze geeft Kees,
die naast haar stoel staat en vragend tot haar
opkijkt, zijn mooie bal in de hand en zegt: „Zie
zo, en nu stil hoor!"
En dan loopt ze haastig de deur uit. naar
Dieneke.
De heide meisjes komen haar al op straat te
gemoet. „We hebben een reuzeplan! zegt Dieneke.
„We gaan met Vader en Moeder fietsen en nu
komen we vragen of jij ook meemag met Keesje.
„Fietsen, zelf?" roept Ineke blij.
,.Ja, om de beurt" legt Fransje uit.
„O, dat is leuk!"
Ineke en Dieneke hebben ieder een fiets en
kunnen er al heel aardig op rijden, zo om het
plantsoentje heen en twee straten ver in de
buurt. Maar lange einden door het drukke ver
keer mogen ze nog niet.
„Ik ga op mijn fiets en jij op de jouwe en
Fransje bij Vader achterop en Keesje in 't mandje
bij mams" zegt Dieneke. „En over een uurtje mag
Frans op mijn fiets en ik bij Vader. En dan weer
over een uurtje Frans op jouw fiets en jij bij
Vader. En je moeder past op broertje! Eenig hè?"
„Dol!" vindt Ineke „en weet Moeder 't al?"
„Ja, 't was een verrassing voor jou en Kees. Ga
maar gauw je boterhammen halen!"
Als Ineke thuiskomt, is haar moeder al druk
bezig met het smeren van dunne sneetjes brood.
Twee met kaas en twee met jam en dan nog voor
elk een dikke appel. „Zou Kees dat allemaal op
eten?" weifelt Ineke, terwijl ze een blik werpt op
haar kleine vriendje. Dan schrikt ze opeens. Kees
zit in een hoek van de kamer met z'n hoofdje
tegen de muur te slapen en er hangen nog traan
tjes aan z'n wimpers.
„O Moeder, wat is er gebeurd?" vraagt Ineke.
„Hij huilde, omdat je zo opeens weg was en
toen heb ik 'm maar eens stilletjes laten
schreeuwen. Die jongeheer is zó vreselijk verwend.
Hij moet maar eens voelen, dat hij niet altijd z'n
zinnetje krijgt!"
„Hè Moes!" zegt Ineke en ze wil bij Kees neer
knielen om hem wakker te maken. Maar Moeder
vindt 't beter, hem nog een beetje te laten slapen,
dan wordt hij straks op de fiets niet zoo gauw
moe. En Ineke moet toegeven, dat zo'n uurtje rust
wel prettig is, als je gewend bent, de hele dag
achter zo'n kleine dwingeland aan te lopen!
Wat een heerlijke tocht wordt dat! Ze fietsen
langs smalle bospaden, waar de meisjes terdege
moeten opletten, dat ze het stuur recht houden,
dwars over de hei, die volop in bloei staat en dan
weer midden door de korenvelden vol prachtig
graan, waarvan 't meeste al in schoven staat.
Vooral Fransje, het grotestadskind, geniet vol
op. Ze roept maar telkens: „O, wat is 't hier
heerlijk! kijk toch eens wat mooi!" En als ze
na een poos zelf op de fiets mag. stuift ze ju
belend en zingend ver voor de anderen uit een
heuvel af. Gelukkig maar, dat Frans uitstekend
fietsen kan; beter nog dan Ineke en Dieneke. Na
een paar uur zegt Dieneke's Vader: „En nu heb
ik een plan. Wie raadt, wat het is?"
„Picniccen!" roepen ze allemaal tegelijk en
Keesje gilt boven alles uit: „Keesie ook!" hoewel
hij stellig niet begrijpt, waar 't over gaat. Al gauw
hebben ze een heerlijk plekje in 't bos gevonden
en nu wordt er een zeil op de grond uitgespreid,
de bekertjes komen uit de rugzakken en Mammie
schenkt heerlijke melk uit de veldflessen.
..Ik heb nog nooit zó heerlijk gegeten als hier
in 't bos!" roept Dieneke.
„En ik eet tweemaal zoveel als thuis" beweert
Fransje. Alleen Kees zegt niets. Hij heeft z'n bo
terhammetje op en z'n kroesje leeg en is tegen
Ineke's schouder in slaap gevallen.
„Hoe moet dat nu straks?" zegt Mammie be
zorgd.
„O mevrouw, dat hindert niets" weet Ineke te
vertellen, ,,'t is zo'n doezebol, die Kees! Hij valt
telkens in slaap, maar na een half uurtje of zo
wordt hij vanzelf weer wakker, helemaal fris!" En
ze streelt zacht zijn blonde kuif. „Nu" zegt vader
„dan stel ik voor, hier nog een poosje te blijven.
Zullen we Kees op een mantel leggen? Dan kun
nen jullie wat spelen. Maar Ineke is niet te be
wegen haar troetelkind te verlaten. Dus gaan
Dieneke en Fransje samen de hei op om een
grote bos van die beeldige paarse bloemetjes te
plukken.
Ineke zit intussen maar heel stil met Keesje
in haar armen en ze denkt: „Wat een schat is hij
toch! Kon hij maar altijd bij me blijven!"
Als de meisjes terugkomen, hebben ze de groot
ste pret. Allebei hebben ze zich van top tot teen
met hei versierd. Een kransje om het hoofd,
plukjes hei op hun jurk en hei-armbandjes om
de polsen. Die hebben ze gemaakt met een draad,
die Fransje bij zich had.
„Maar 't grootste boeket is voor Moeder" roept
Frans „als ik straks weer naar huis ga. En daar
schrikken ze allemaal van.
„Naar huis?" roept Dieneke. „Naar Rotterdam?"
„Ja, want ik moet toch ook naar school?"
Ja daar is niets tegen in te brengen, straks is
de vacantie om; Ineke en Dieneke moeten weer
hard aan 't leren en Fransje ook.
„Bah!" zegt Dieneke, maar Mammie zegt: „Dat
meen je niet!"
„Nee ik meen 't niet. maar ik vind het erg, dat
Frans alweer weggaat!"
Ineke zegt niets, Ze drukt Keesje tegen zich aan
en denkt: „Fijn zeg, dat jij nog niet naar school
hoeft!"
EEN GOED BEGIN!
Augustus is voorbij gegaan
Vol sport en spel, vol vrinden,
Vol lustige vacantiejool!
Wie dacht er zelfs nog aan de school?
'k Wist haar niet meer te vinden!
Maar voor je 't weet luidt weer de bel
En roept de arbeid binnen
Mijn boeken zijn al fijn gekaft,
Mijn moe is blij, mijn Bello blaft
Nu ik weer ga beginnen.
En wat ik doe, doe ik kordaat!
Ik zal niet zeuren, klagen.
'k Ga aan het werk met forse slag,
'k Zal stevig ploet'ren dag bij dag;
Mijn eigen pakje dragen.
Wij kind'ren moeten dapper zijn,
Aanpakken vol vertrouwen
Wij willen in de nieuwe tijd
Met vreugde en met taaie vlijt
Ons Neerland helpen bouwen!
MARIE MIOHON.
Pret voor een regendag!
Hoe je kunt maken dat niemand zich
verveelt.
Gelukkig, dat het niet altijd mooi stralend zo
merweer is! Alles zou even droog worden en er
zou geen bloem meer bloeien! Als 't regent is
buiten spelen geen pretje al is een wandeling
in de regen heel gezond! en dus moeten we
ons thuis zien te vermaken.
Dit is helemaal niet moeilijk, als we wat ge
zellige spelletjes hebben opgeschreven, waarmee
we in zoo'n geval de tijd prettig hunnen verdrij
ven.
Hier volgt weer wat nieuws.
Spelletjes.
die niet veel voorbereiding eisen. Eerst een loop
spelletje, dat een beetje lijkt op stoelendans, maar
toch weer anders is; je zou het aardappeldans
kunnen noemen. Leg een aantal flink grote
aardappels op de grond, één minder dan 't aan
tal spelers. Deze dansen er op de gewone manier
omheen en als muziek zwijgt, moet elk een
aardappel pakken. Wie er geen heeft is „af"
en mag niet meer mee doen.
Als je geen piano of orgel hebt, kun je dit ook
heel goed bij de radio doen. Een gaat bij het
toestel staan en draait telkens op een onverwacht
ogenblik 't knopje om, zodat de muziek opeens
zwijgt.
En nu om uit te rusten een zitspelletje. Iedere
speler schrijft vier woorden op een papiertje en
geeft het door aan zijn buurman. Deze moet
hier dan een plaatje bij tekenen en het omvou
wen, zodat alleen het plaatje zichtbaar is en de
volgende speler moet er weer onderschrijven,
wat het voorstelt. Zoo krijg je de gekste dingen:
je kunt er veel schik mee hebben.
Ook 'n erg leuk spelletje is het volgende: ver
zamel van te voren een aantal gekleurde platen,
bijv. omslagen van een tijdschrift, van een bloe-
mencatalogus. enz. Uit elke plaat knip je nu 6 tot
8 kleine stukjes van verschillende grootte.
Schud deze stukjes door elkaar en spreid ze uit
om ze te vex-kopen.
Geef nu aan iedere speler een plaat vol ga
ten en 12 of 16 fiches. De speler koopt die stuk
jes, die in zijn plaat passen, naar hij tenminste
gelooft en betaalt 1 fiche. Past het stukje, dan
mag hij het houden, past het niet, dan geeft hij
't terug, doch is zijn fiche kwijt.
Degene, die het goedkoopst zijn plaat „heel"
krijgt, heeft 't spelletje gewonnen.
DE VERBORGEN EDELSTENEN.
Hier zijn de verborgen edelstenen, die in de
vorige Jeugdrubriek gezocht moesten worden:
Safier, topaas, diamant, robijn en karbonkel.
PRIJSVRAAG. - m
Nu de uitgave van de Zomerzegels verlengd is,
lijkt het ons wel wenselijk om ten behoeve van
het gebruik dezer zegels een prijsvraag uit te schrij
ven en het mooie doel te steunen. Deze prijsvraag
is in de eerste plaats bedoeld voor de leden der
postzegelrubriek en in de tweede plaats ook voor an
dere postzegelverzamelaars tot en met de leeftijd
van 16 jaar. Ook anderen kunnen meedoen, al is
het dan ook maar alleen om het gebruik van de
zomerzegels aan te wakkeren. Er worden verschil
lende prijzen in postzegels beschikbaar gesteld.
Voorwaarden tot deelname aan de prijsvraag zijn:
1. Oplossingen inzenden op briefkaart of brief,
voor 10 Sept. 1940.
2. Briefkaarten gefrankeerd met minstens één zo-
merzegel van 2l/s cent als verplicht zegel en verder
bijfrankeren. Brieven met één zomerzegel van 2V»
en één van 3 ct. Meerdere zomerzegels mogen na
tuurlijk ook opgeplakt worden, doch let wel op, dat
alles voldoende gefrankeerd wordt. Briefkaarten
stad met 4 ct„ buiten de stad 5 ct. Brieven stad 5 ct.
daarbuiten 7Va ct.
3. Alle oplossingen moeten voorzien zijn van vol
ledige naam en adres en leeftijd van de inzenders
en worden ingewacht aan Postzegelrubriek Haar
lem's Dagblad, Rustenburgerlaan 23.
N.B. Ongefrankeerde ixxzendingen dingen niet
mee naar de prijzen.
POSTZEGEL-PRIJSVRAAG
1. Op welke Nederl. zegel of zegels staat een
wapen?
2. Wanneer kwamen de eerste weldadigheidsze
gels uit, waar en waarvoor?
3. Op welke serie herdenkingszegels zijn verschil
lende Koningen afgebeeld, en hoe heten zij?
4. Op welke zegel staat een Oranjeboom?
5. Welke wapens staan er op de eerste wapen-
kinderzegels in 1925?
6. Op welke serie zegels staan sportafbeeldingen
en welke?
7. Op welke zegels staat een schilder afgebeeld?
8. Welke zegel vertoont een landkaart van Ne
derland?
9. Wanneer verschenen de eerste zomerzegels en
welke personen komen daarop voor?
10. Wie staat er op de 2y2 ct. van de zomerzegels
van 1940 en wat was hij?
GRAPJES.
't Gehoorzame kind» I
Moeder; „Lieve jongen, men moet nooit iets tot
morgen uitstellen'dat men heden doen kan!"
Kareltje: „O fijn, moeder, dan zullen we maar
direct de rest van de koekjes opeten!"
Verstrooid.
Kindermeisje: „O, mijnheer de professor komt U
toch vlug! Wies je heeft een naald ingeslikt!"
Professor: „Kom je me om zoo'n kleinigheid sto
ren? Vraag maar gauw aan mijn vrouw een andere
naald".
Gezond beroep.
„Vader, waarom hangen de worsten in de rook?"
„Wel natuurlijk omdat ze dan veel langer goed-
blijven".
„O, maar dan leven schoorsteenvegers zeker
wel langer dan gewone mensen!"
Ongelukkig vooi'beeld.
Grootmoeder probeert met alle macht, Liesje
te bewegen naar bed te gaan. „Zie je kindje" zegt
ze tenslotte „je bent nu zeven jaar en moet dus
om zeven uur naar bed. Als je acht jaar bent. mag
je tot acht uur opblijven. Als je negen jaar bent,
tot, negen. En zo steeds een beetje langer.
„Grootmoe" zegt Liesje na heel diep te hebben
nagedacht „dan gaat u zeker helemaal niet meer
naar bedl"