H.D.* Vertelling CRAMA DONDERDAG 5 "SEPTEMBER "134Ö HA'ARL'EM'S DX'GBEAD Van dik hout zaagt men planken, en dat er heel wat zijn bewijst bovenstaande interessante inzending van de Ned. houtafdeeling op de Najaarsbeurs te Utrecht. (Foto Pax Holland) De Riksja. d o o r CISSY VAN MARXVELDT. TOEN ik den eersten avond bij Frank en Lotti in Overveen logeerde, zei ik: „Weet je, dat Emmy in Wijk aan Zee zit?" Nu is Emmy een oude liefde van Frank, &us zei bij direct opgewekt: „Dan gaan we er eens heen!" „Hoe dan?" „Nog al logisch: eerst met den trein naar Haar lem, dan naar Beverwijk en verder met de bus". Nadat eenige jaren geleden door een ongeval de fiets voor mij onbruikbaar geworden was, had ik het binnenland met een auto doorkruist. Na het auto-looze tijdperk had ik Overveen bereikt per tram, per trein, per „aap". De trein was een ge- Woon vervoermiddel voor mij géwordén, de bus ook, dus nu wilde ik wat anders. Dus zei ik: „Mag het niet met zoo'n moderne taxi, zoo'n riksja, Frank?" „En wie moet er dan trappen?" vroeg hij. „Jij natuurlijk!" „Hè ja", zei Lotti opgewekt. Het resultaat van deze eerste bespreking was een briefkaart aan Emmy, waarop een overdadige riksja geteekend was, waarin een overdadig dikke vrouw zat. Op de fiets, die er voor was gespannen, zat een zeer slanke, sportieve, ver voorover ge bogen jongeman. Die dikke vrouw was ik; die Blanke jongeman was Frank. Het tweede bedrijf was, dat Noortje, de acht tienjarige dochter van Frank en Lotti, thuis kwam en zei: „Oh, tante Cis, ik heb zoo'n heerlijke bak fiets op de Julianalaan gezien! Heelemaal rood geschilderd en hij kost maar twee gulden per dag. Als die niet geschikt is...." Lotti en ik gingen de bakfiets zien. We waren verrukt. Be zag me al door kussens omstuwd daar in tronen. En Frank stuurder Emmy wéér een briefkaart, waarop de bakfiets, waarin een heele dikke dame met een hoed met een pluim en waar voor een nog verder voorover gebogen, slanken jongeman. Natuurlijk was die dikke dame weer ik en die slanke jonge man Frank. Toen gingen we zeuren, Lotti en ik. We hemelden de bakfiets in alle toonaarden op en Frank zei, dat-hij wel goed, maar niet gek was. Maar er kwam een avond, waarop Frank ge heimzinnig verdween. En nadat Lotti eenige kee- ren gezegd had: „Waar zou Frank toch zitten?" kwam hij terug met de onverschillige mededeeling, dat hij voor den volgenden dag een riksja had en dat het weer goed leek. Hij beschreef het als een rieten canapé op wielen, die achter een fiets kon worden gekoppeld. Lotti en ik bleven hem ver stomd aanstaren, want twee weken lang hadden we het woord riksja noch bakfiets in onzen mond durven nemen. „Ja", zei Frank verontwaardigd, „jullie zanik ten zoo, ik heb er nu maar éen eind aangemaakt. Garage Brouwer heeft voor morgen nog een riksja, dus nu gaan we". Het was een stralende avond en we zaten buiten. Frank zei: „Ik trek morgen m'n shorts aan cn een tennishemd met korte mouwen. Hebben jullie ook wat leuks?" „Natuurlijk," zei Lotti. „Maar jij?" zei Frank vinnig tegen mij. „Heb jij een hoed? Een groote hoed? Een lichte jurk? Ik wil een beetje furore met je maken". „Ik heb hier drie weken in lichte jurken en groote hoeden geloopen, maar hij heeft niets ge zien", verzuchtte ik tegen Lotti. „We gaan een beetje vroeg weg", decreteerde Frank, „want ik wil die riksja uitbuiten. We gaan natuurlijk naar Emmy, maar we gaan ook naar Heemstede en naar Zandvoort". En ik zei aarzelend: „Ik hoop im vredesnaam niet, dat ik vannacht nog aankom en zal het zalig vinden, om achter jouw shorts te zitten". Den volgenden dag zond regen en wind en Lotti stond, op met een begin vfen spit. Lotti zei: „Ik kan onmogelijk fietsen dat heele eind. Wat nu?" „Nou, dan ga je óók in de canape", zei Frank. En Lotti verzuchtte: „Geen lichte jurken, geen groote hoedenwat moeten we aan?" ,",Je hebt toch zeker nog wel wat anders?" zei Frank koel en verdween daarmee op weg naar de canapé. De regen dunde, de wind wakkerde aan en Lotti en ik kleeddon ons. Over winterjurken in Juli ging een wollen jasje, ging een bontjas, gingen Russi sche mutsen. „Je lijkt precies Katharina van Rusland", zei Lotti. „En zoo voel Ik me ook", zoi ik. „En hoe zwaar weeg jij?" „Honderd acht", bekende Lotti de slanke. „Honderd vier en twintig", bekende ik. „Dat is twee honderd twee en dertig, gelukkig dat Frank zoo getraind is", zei Lotti. De canapé deed een hoeraatje opgaan op het pleintje. „Er waait een halve storm", zei Frank. „Jullie mag wel een plaid omdoen". „Als je maar weet, dat alles weegt," zei ik. „Voor een paar pond meer of minder draai ilk m'n hand niet om", zei Frank moedig. We zaten in de canapé, Lotti en ik, en keken vorstelijk rond. Vóór hij opstapte, zei Frank nog: „Zeg. we gaan alleen maar naar Wijk aan Zee, vandaag". Nu wès Frank de sportieve, voorover gebogen jongeman, die trapte en trapte en trapte. En ach ter hem zaten een dikke vrouw in bont en een Blanke vrouw in bont, op weg naar Wijk aan Zee. „Gaat het goed, Frank?" vroeg Lotti, toen we Jjuiten de stad waren. i «Dat yirel", zei Frank, „maar je moet niet zoo veel tegen me praten, want ik moet m'n adem spa ren". Nu was Frank getraind: hij roeide, hij zeilde, hij tenniste. Hij trapte dan ook onverwoestbaar voort, maar.... hij zweeg. Totdat ons twee boerenjon gens achterop reden, dip tegen den wind in kreten: „Gaat het goed, zussies?" Nu is het prettig, als je den leeftijd bereikt hebt, waarop het woord „zussie" een onbekend begrip voor je geworden is, om door een flïnken jonge man van tegen de twintig nog zoo amicaal te wor den begroet. Dus zei ik: „Het gaat heerlijk!" Maar Lotti, de diplomate, lachte: „Wil je het misschien ook eens probeeren?" De eene jongeman zei: „Niks hoor!" De andere: „Voor den bakker!" Frank stapte af. Hij veegde z'n gezicht af met z'n poohet. Hij zei niets. De boerenjongen besteeg met een zwierige zwaai het stalen trekdier, terwijl hij opgewekt floot „Du hast Glück bei den Frau'n, Bel Ami". Na een kwartier fluisterde Lotti: „Z'n nek loopt rood aan". „Da's gauw al'" vond ik. De win'd' speelde Frank ver in de voorhoede, alsof hij niet meer bij ons hoorde en de tweede boerenjongen floot tusschen z'n lippen en riep: „Ka' je 't redde, Jan?" En Jam zei stoer: ..Met jou d'r bij nog wel!" Lotti fluisterde: „En z'n nek is al zoo rood aan- geloopen". „Niet op letten!" zei ik Coué-achtig. Bij de pont in Velsen stond Frank laconiek een sigaret te rooken. Bij de pont in Velsen zei de vriend van Jan: „Nou Jan, jij heb je vrijen dag vandaag!" Bij de pont in Velsen floot Jan nog onvermoeid: „Du hast Glück bei dien Frau'n, Bel Ami". En Lotti informeerde lieftallig: „Waar gaan jul lie been?" „Wij moete naar Beverwijk". ..Zou je het no,g kunnen volhouden tot Bever wijk?" „Maar dat wel! Zou jij het niet eens willen pro beeren, Kees?" „Oh, ik laat me niet kennen'', zei de vrij zure Beverwijker. En toen de pont meerde, stapte Kees over, Jan besteeg Kees' fiets en riep: „Verroest, wat is dat zadel van jou een sof!" In Beverwijk scheidden zich onze wegen, nadat Frank kwistiglijk sigaretten en geld*voor potjes bier had uitgedeeld. Voor Frank opstapte, zei hij opgewekt: „Op den weg naar Wijk aan Zee woont nog een Oude liefdie van me. „Wist ik niet eens", merkte Lotti op. die ben ik voorbij gekomen in de meest benijdenswaardige situaties, in sleeën van wagens en nooit heeft ze me weer ontmoet. En ik verzeker je: vandaag zie ik haar en zij mij en ze zal mee- nen, dat ik een chauffeur van Garage Brouwer ben dat stond uitdagend achter op de canapé ge schilderd en ze zal denken: Die heeft het ook ver geschopt in z'n leven". „Wat kan het je schelen", zei Lotti. „Ze ziét tenminste, dat je nog een baan hebt", vond ik. „En wat voor 'm baan", meenid'e Frank. Onze intocht was vorstelijk. We werden gekiekt in alle moelijke standen en met hoera begroet. En toen Emmy, de oude liefde, vol moederlijke innigheid vroeg: „Zeg, Frank, was het niet èrg?" zei deze met z'n gewone flegma: „Erg heelemaal nietheb je een straffe borrel voor me?" Nadat vele malen aan deze invitatie was voldaan merkte Lotti op: „Bij snelverkeer geen alcohol!" En toen aanvaardden we 's middags laat den te rugtocht. De speelsche bries was een bries geworden, diie heelemaal niet meer speelsch was, omdat wij hem nu tegen hadden. Maar Frank begon, nadat hij zoo uitbundig getankt had. vrij opgewekt de te rugreis. Op den weg van Wijk aan Zee naar Be verwijk waar wij onze Russische mutsen diep in cmze oogen moesten drukken, omdat ze anders weg woeien, raakte op een onverklaarbare manier Garage Brouwer heeft het raadsel nimmer kun nen oplossen onze canapé los. De stang, die aan het frame van Frank's fiets gekoppeld was, boorde in dén grond, Lotti en ik duikelden voorover en kregen prompt een bakvisschen-lachbui en fier en onvermoeid zagen we Frank in de verte verdwij nen. We gilden allebei: „Frank! Frank!!" Hij werd een stipje. „Dóét hij het er nu om?" zei ik. „Wel nee", zei Lotti trouw. En toen vielen we van de eene lachbui in de andere. Jongens, die voorbij fietsten, riepen natuurlijk: „Heb-ie je in den steek gelaten, dames?" „Zal ik een bok voor je halen, juffrouw?" en dergelijke opmerkingen. En toen kwam Frank terug. „Zeg. had jullie niet even kunnen roepen?" „We hebben gekrijscht", zei ik, „maar je trok je niets van ons aan". „Ik merkte het pas bij de pont in Velsen", zei Frank, de laconieke. „Maai" ik kan jullie natuur lijk niet thuis brengen, nu. Tk kar. dat ding met een riempje van m'n bagagedrager achter m'n fiets hangen, maar dat houdt jullie nooit. Gelukkig, dat we dicht bij Beverwijk zijn". Lotti nam de plaid, ik nam de kussens, die Emmy moederlijk achter onze ruggen had gestopt en per trein kwamen we thuis. We zaten op den uitkijk naar Frark. Hij kwam een uur na ons aangehobbeld. Hij snauwde: „Nou héb ik toch m'n oude liefde nog gesproken". „Fr> kende ze je nog?" vroeg Lotti. „En ófze zei" en z'n stem klonk moord dadig „ze zei, verdraaid-nog-an-toe, ze zei: Bent u nog vrij, meneer?" {Nadruk verboden), LEVENSLANG TEGEN ROOF OVERVALLERS GEËISCHT. Oude landbouwer door hen doodgeslagen. BEIDE VERDACHTEN ONTKENNEN HARDNEKKIG. Het vorige jaar, in den nacht van 11 op 12 April, is in een buurtschap onder de gemeente Holten een afschuwelijke roofoverval gepleegd, waarvan het bejaarde echtpaar Leetink, dat daar in een zeer afgelegen eenzame boerenhoeve woon de, het slachtoffer is geworden. De vrouw, die 63 jaar is, zat zooals wel eens meer gebeurde, na het middernachtelijk uur nog kousen te breien, haar 73-jarige man lag te bed. Plotseling hoorde zij ge klop aan de deur en toen zij wantrouwend vroeg wie daar was, werd gezegd: „de zoon van den veldwachter, doe eens even open". Buiten komen de werd zij door twee nachtelijke bandieten neer geslagen. De mannen drongen vervolgens het huis binnen en mishandelden den bejaarden landbou wer, die weigerde te zeggen waar zijn geld was, zoo lang met het deksel van een melkbus, dat hij dood bleef. De aanranders waren n.l. van meening dat de boer veel geld in huis had en er warm bij zat. Later bleek echter, dat hij kort te voren 2.000 gulden elders in bewaring had gegeven, zoo dat het bedrag dat de bandieten buit maakten slechts zeven gulden was. De oude vrouw heeft een langdurige verpleging moeten ondergaan en lijdt nog aan hevige schrikaanvallen. Als verdacht van deze misdaad stonden Dins dag voor de ALmelosche rechtbank terecht de Apel- doornsche klompenmaker G. V. en de venter uit Deventer H. T. H. D. Zeventien getuigen a charge en vier getuigen a décharge waren verschenen. De laatsten waren de vrouw en drie kinderen van den verdachte D., die verklaarden dat de man in den bewusten nacht thuis was geweest. Onder de zeventien andere getuigen was de inspecteur van politie te Almelo, de heer A. Koot, die het onder zoek in de woning heeft geleid en die verklaarde, dat in de kamer, waarin de worsteling heeft plaats gehad, alles onder het bloed zat. Hij vond een kous met gaten er in, welke vermoedelijk als masker heeft gediend. Meerdere overtuigingsstuk ken kwamen ter sprake. Omwonende boeren ver telden, dat zij de verdachten meermalen in den omtrek hadden gezien en dat deze met de situatie ter plaatse bekend moesten zijn. Een getuige, die met V. in Veenhuizen was verpleegd, legde be zwarende verklaringen voor dezen af. V. zou ge zegd hebben dat hij te Holten een goeden slag had geslagen. Beide verdachten ontkenden hardnekkig en be tuigden om strijd hun onschuld. V. trad daarbij zoo brutaal op, dat de president hem dreigde de zaal uit te zullen zetten. De officier was van oordeel dat voor zulk een schandelijke en lage misdaad de hoogste straf past. Daarom eischte hij. levenslang tegen beiden. Na het pleidooi van den verdediger, mr. Cohen uit Hengelo, die zeide dat de schuld niet bewezen was en daarom vrijspraak moest volgen, werd de uitspraak bepaald op 10 September. EH KOOP EEN BRIL BIJ (Adv. Ingez. Med.) STADS-BIBLIOTHEEK EN LEESZAAL In de Stads-Bibliotheek en Leeszaal aan het Prinsenhof te Haarlem werden in Augustus uitge leend 5915 boeken (vorig jaar 4423); in het filiaal „Huis te Zaanen" 2518 boeken (vorig jaar 1817). De leeszaal aan het Prinsenhof werd bezocht door 1248 personen (vorig jaar 1012); de krantenzaal door 3383 personen (vorig j^ar 3612). De uit- leening- en leeszaal van de hoofdbibliotheek wa ren wegens schoonmaak twee weken gesloten. De leeszaal van het filiaal „Huis te Zaanen" is nog gesloten. PERSONALIA. Van de Pitmanschool, Berkenrodestraat, slaag den de volgende leerlingen voor het examen machineschrijven: P. Gerbard, J. T. Schiphorst en A. Schras. Voor het practijk-examen machineschrijven: J. L. Kuiper. Voor Stenografie Nederlandsch 100 lettergr. per minuut: J. L. Kuiper. Soldaat voor het Hoog Militair Gerechtshof. Had inlichtingen aan een buitenstaander verschaft. Wegens het als militair opzettelijk bekend maken van inlichtingen omtrent middelen van verdedi ging aan een ander, dan die daarmede uit den aard zijner betrekking beltend mag zijn, had zich Dinsdag voor het Hoog Militair Gerechtshof te 's-Gravenhage een dienstplichtige soldaat te ver antwoorden. Het betroffen inlichtingen over de opstelling van de Grebbelinie, die deze soldaat in Januari te Utrecht aan een restaurantbezoeker meermalen had verstrekt in de veronderstelling, dat deze in lichtingen voor Engeland van belang korden zijn in den strijd tegen Duitschland, voor welk misdrijf de Krijgsraad den soldaat tot drie jaar gevangenis straf had veroordeeld met aftrek van preventief (van 27 Januari tot 23 Mei jl.) en met ontslag uit den dienst en ontzegging van de bevoegdheid om bij de gewapende macht te dienen. Verdachte zei, dat hij niet opzettelijk verraad had gepleegd, doch in,de meening. dat Duitschland onze vijand was, de inlichtingen had gegeven aan iemand, die ze wellicht zou kunnen doorgeven aan Engeland. De president repliceerde hierop, dat Duitschland heelemaal onze vijand niet was en dat het gepleeg de feit in ieder geval als verraad moest worden beschouwd. De advocaat-fiscaal vroeg bevestiging van het vonnis. Mr. Van Everdingen, als raadsman voor ver dachte optredend, achtte zonder den ernst van het feit te willen miskennen dezen jongeman iemand, die de portee van zijn daad niet heeft be grepen. Het psychiatrisch rapport gewaagt ten aan zien van dezen verdachte van neiging tot groot spraak en loslippigheid; iemand, die alle mogelijke dingen verwart. Drie jaren gevangenisstraf zouden hem volgens pleiter volkomen waardeloos maken. Als verzachtende omstandigheid geldt, dat de jon geman geen geld heeft aangenomen en dat de tee- keningen en gegevens nimmer op him bestemming zijn gekomen, nog afgezien van de omstandigheid dat zij reeds op zichzelf vrijwel waardeloos wa ren. Derhalve drong pleiter aan op plaatsing van verdachte in een psychopatengesticht, bijv. voor den tijd van een jaar. De uitspraak van het Hof volgt later. (A. N. P.) EXCURSIE- EN ST. NÏCOLAASVEREENIGING „HAARLEM". Men schrijft ons: Door de Excursie- en St. Nicolaasvereeniging „Haarlem" werd in de Gemeentelijke Concertzaal een goed geslaagd kinderfeest aangeboden aan circa 500 kinderen der leden van beneden den leeftijd van 8 jaar, die wegens hun jeugdigen leeftijd niet aan de excursie naar den „Zoeten Inval" te Halfweg konden deelnemen. Bovendien waren nog 100 kinderen uitgenoodigd, afkomstig uit werklooze gezinnen en door bemid deling van den heer J. F. van Luijken daarvoor aangewezen. Te twee uur werd dit feest door den voorzitttr, den heer J. Steffers geopend, die memoreerde, dat dit feest kon worden gegeven dank zij de mede werking van het college van B. en W., die de commissie toestemming gaf, voor de onder-afdeeling „Excursie" in het laatste kwartaal van 1939 te mogen collecteeren. Door de „Marinucci's" werd al spoedig de opge wekte stemming er in gebracht. De kinderen ge noten van de populaire muziek. Professor Barandini vermaakte hen met zijn aardige goocheltoeren en zijn sprekenden clown August, die allen deed schateren van het lachen. Ook ontbrak het niet aan versnaperingen: de kinderen werden op ijs en koek onthaald. Een woord van dank, mede namens de ouders der kinderen aan bestuur en commissie voor dezen prettigen middag is zeer zeker op zijn plaats. Vooral den voorzitter, den heer J. Steffers, die reeds meer dan twintig jaren voor de jeugd werkt, benevens mevr. Steffers komt een woord van dank toe voor hun bijzondere toewijding. NED. CHRISTEN VROUWENBOND. Op Donderdag 12 September hoopt de afdeeling Haarlem haar jaarlijkschen begroetingsavond te houden in het gebouw der Haarlemsche Jongeman nen Vereeniging in de Lange Margarethastraat 13 te kwart over zeven. Ds. T. de Vey Mestdagh, voorheen te Rotterdam, zal op verzoek van eenige leden een korte toe spraak houden. MARKT WOERDEN. Woensdag, Aanvoer 412 partijen kaas. Met rijksmerk le kw. f 39f 40,50. Met rijksmerk 2e kw. f 37f 38. Handel vlug. FA.W1U.EM VERVORMÉt* VERVEN STOOMEM VA|N oameshoedsn WILHELM!KASTRAAT IA. TEL.:të>8B4 HAARLEM (Adv. Ingez. Med.) Hout-gasgeneratoren trekken op de 43ste Nederlandsche Jaarbeurs te Utrecht begrijpelijkerwijs veel belangstelling. -r -v v {Foto Pax Holland). Van een gewezen buitenverblijf. Herinneringen aan „Bloemoord". Wie op zijn her f stwandeling naar Bloemen- daal Sparrenheuvel nadert, zal „de puist" missen. Misschies weten nog "heel enkele oude Bloemendalers, da; Bloemoord nog een zeer aangenaam gelegen buitenverblijf in het voorste gedeelte van hei dorp Bloemendaal aan den straatweg was. Een advertentie in een oude krant van 2! Septemmber 1853 vertelt, dat makelaar J, p, Lonbar Petri van Bloemendaal dit buiten Zater dag 22 October in Zomerzorg ten overstaan van notaris J. L. ter Hofsteede zal verkoopen. Zj vertelt er ook bij. dat Bloemoord bestaat uiteen net gebouwde Heerenbehuizing, voorzien van ne- gen fraai behangen, zoo beneden als bovenka mers, voorts een koepelkamer (deze droeg di laatste jaren den bijnaam van de puist), groo- ten kelder, keuken en droogzolders, alsmede een sierlijk aangelegden tuin en een overdekt tuin huisje, verder r#og een gebouw met tw Werkmanswoningen, elk voorzien van twee ka mers, een koetshuis met stalling voor vier paar den, een schuur en daarboven een zolder. Een en ander was groot 27 Roe 55 El. Maar daarnaast was nog een welingelicht! bloemkweekerij, moezerij en boomgaard mei koestal voor 8 koeien, groot 88 Roe 92 Et Dan hoorden er nog bij vier stukken weiland aan elkaar met daar langs gelegen vaart en los plaats strekkende van den Bloemendaalschen straatweg tot aan de Delft, groot 4 Bunder, Roe 10 El. Dat was dus zoo in een tijd, dat nor niemand aan de mogelijkheid van een Kin- heimpark dacht. Het Plaatsje naast Sparren- heuvel is dus wel degelijk een buitenplaats ge weest. Genoeg Bloemendalers weten nog wel van a bollevëlden, bloemisterij en het weiland achter Bloemhof. In een echte Bloemendaalsche akte van 18(5 lezen we, dat J. P. St. Martin van Bloemendal! aan Pierre Voüte van-Amsterdam (bewoner va: de Rijp) 16.000 gl. schuldig was. Onderpand wat daartoe een huis, erve en tuin, genaam Blauwsellust, met een wasch-, pak en werkhuii paardenstal en wagenhuis. Dit heele stel gebou wen was geappropieerd tot een blauwselma kerij, staande in de Bloemendaalsche Buur waarbij ook nog een stuk hooi- of weiland mei den opstal achter de blauwmakerij, groot 8(i morgen (ongeveer 2 H.A.) hoorde met een zij tuin (nu nog gedeeltelijk over) en eenige voet« gronds. Mijnheer Saint Martin heeft daar na nog ongeveer vier jaar geleefi Zijn executeurs testamentair verkochte het geheel aan Jan Philip Morell van Haarles voor f 12.000 contant. Daar lezen we bij het transport, dat het heek bezit aan Voorduin grensde. Van dit buita stond het heerenhuis ongeveer ter plaatse waa nu de Openbare Mulo staat. Toen hoorde nog bij een stukje grond van 309 roeden, waard) een bouwverbod rustte. Dit terrein was c Gecommitteerde Raden van de Staten van I land en West-Friesland 6 Juli 1772 in erfpacb gegeven aan wijlen Pieter Braa. Als buren vin den we bekende Bloemendaalsche namen a!i Rouwens, Kops, Hovens, Becke. Eerder vonden we Blauzellust 9 Maart 17? vermeld.Dan transporteeren de executeurs t mentair van Jacob Lambert Marcelis te Am sterdam op den reeds eerder genoemden Jeai Pierre St. Martin te Amsterdam. Voorbij blanwselfabriek, voorbij warmoezerij ei bloementuin met weiland tot aan de Delft a daarvoor in de plaats een deel van het Kinheim park en als restant het Heerenhuis waarvan d puist is geamputeerd. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN. Inlichtingen aan het Bureau van Politie Smedê straat te Haarlem, uitsluitend tusschen 11 en uur. Bril, Putman, Wijde Geldeloozepad 12; Ceintuur, Meijer, Gr. Houtstraat 122; Etui met vulpen e broodbonnen, Vooges, Rijksstraatweg 20; Dames armbandhorloge, v. d. Vosse, A. L. Dyserinckstral 13a; Damesarmbandhorloge, Kamoen, Timorstrai 24; Hondje, Kennel Thornwood, v. 't Hoffstraat SS Textielkaart, portemonnaie met inhoud, regec- pijp, Bureau van Politie, Smedestraat; Zakmes van Vliet, Roosveldstraat 7; Muts, Nicolai, Zui Polderstraat 60 rd.; Portemonnaie met inhoud Steenkist, Fuhrhopstraat 39; Portemonnaie ra. de Groot, Floresstraat 6; Portemonnaie m. i Kort, Gen. Cronjéstraat; Portemonnaie mi, Broersen, Kleverparkweg 71; Portemonnaie m. i Crama, KI. Houtstraat 7; Portemonnaie, Doe, Steenbokstraat 24; Portemonnaie m. i., Brouvvei Vergierdeweg 13:Regenpijpen," Ulderink, Neptu- nusstraat 17; Ring, Kamer, Van 't Hoffstraat 6" riemen, Jacobs, Reigerstraat 109; Rozenkrans. Bouchet, Zijlweg 75; Rozenkrans, Vermeer, Papeü torenvest 19 zw.; Schooltasch m.i., Bruins, doornstraat 33; Electrische waterverwarmer, v, Wonderen, Brouwerlaan 57, Hillegom; Vulpen, Castricum, Previnairestraat 2; Vutpotlood, Scherm horn, Amsterdamschevaart 16 rd. Terug te bekomen: Bankbiljet, Mol Vosmaef straat 54; Broche, Ulshamer, Leeghwaterstraat S 1 paar dameshandschoenen, Hunling, Midenwe 9; 1 Paar dameshandschoenen, Moesker, Schouw tjesplein 3; Halsband met penning, Theel, Langj Annastraat 19: Hond, Lamfers, Lorentzkade 31 Armbandhorloge. Bakker, J. C. v. Oostzanenlaan 2 Heemstede; 3 Honden, Asyl, Ridderstraat 11; F genjas, Waterman, Pieter Kiesstraat 30; Kinder manteltje, v. d. Stoop, molentje in de Heussens straat; Portemonnaie m.i.. Zegwaard, Teunisbloem laan 1, Bentveld; idem idem Bureau van Polili Smedestraaér Ring, Ileenk, Groote Houtstraat 2' Kinderschopje, v. Zanten, Boogstraat 38; Actetas! m.i. Jansen Hendriks, Duivenvoordestraat 27; Vul pen, v. d. Pigge, Gierstraat 3. „Een operettezanger, rlie te jong bleek te zijn." In de operette „Rose Marie" welke op oogenblik in Carré te Amsterdam gaat. trad tflj Vrijdag, Holland's jongste tenor. Willy Albertl op. Hij zong in deze operette het liedje van M' kleinen zwerver ,Jk ben zoo alleen" van Chri» Reumer. De knaap, die volgens zijn zeggen 1' jaar oud was. had met dit liedje veel succes meermalen kreeg hij geschenken uit de zaal. Wie schetst echter de ontsteltenis van den di recteur, Alex Wunnink, toen de politie kwam vertellen, dat Willy nog geen veertien jaar wa5 en dus niet mocht optreden. Hij liet den knaap bij zich komen en deze viel weldra do mand. „Nou dan zit ik er in", was het eenige antwoord dat de 13-jarige den verbaasden directeur gat alvorens hij zijn spullen pakte en verdween. Voor den jongen, die aan het begin van zl1} loopbaan staat, was het allesbehalve prettig Hu verdiende goed en had tevens uitzicht op eeni# aardige contracten. Op 13 October a.s. wordt hij echter veerfclö jaar. Wellicht zal van dien datum af zijn ster opnieuw willen gaan rijzen. Tot dien dag 1 ~"J de politie een oogje in het zeil.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 10