Kookt aardappelen
in de schil!
Een man verdween...
WO ENS D A'G 18 SEPTEMBER 194(5
HA ARC EM'S DAGBEAT5
De Voedingsraad adviseert:
Voedzamer en voordeeliger
's GRAVENHAGE, 17 September. De aard
appel is in ons land terecht een bij uitstek popu
lair voedingsmiddel. Door zijn neutralen smaak
leent hij zich bijzonder om bij zeer uiteenloopende
soorten groenten, vleesch en visch te worden ge
nuttigd en dat wel in allerlei verschillende vor
men: gekookt, gesmoord, gebakken, als puree, enz.,
enz. Wat dit betreft bestaat dan ook nauwelijks
behoefte aan voorlichting over het gebruik van' den
aardappel.
Wel ontbreekt het echter bij velen aan de juiste
kennis omtrent de voedingswaarde en daardoor
laat de bereidingswijze van dit in alle kringen ge
bruikte voedingsmiddel nogal eens te wenschen
over. Dat het ons zetmeel levert, is algemeen be
kend, al was het alleen door het bestaan van
aardappelmeel. Dat de aardappel daarenboven
voor ons de leverancier is van een uitnemende
soort eiwit is minder bekend. Evenmin geeft men
zich er in den regel rekenschap van, dat we er
een belangrijke bron van vitamines en van mine
ralen in hebben te zien.
In percenten uitgedrukt is het eiwitgehalte van
een aardappel zeker niet hoog: het bedraagt
slechts 2 pet., maar wie bij zijn midddagmaal een
pond aardappelen nuttigt, krijgt daramede dan
toch evenveel eiwit naar binnen als bij het ge
bruiken van een half ons vleesch.
Wat de mineralen betreft, waardeeren we de
niet onbelangrijke hoeveelheden kalk, phosphor,
ijzer en ook de sporen jodium, terwijl van de
vitamines die in de b-groep en het in den winter
zoo waardevolle vitamine c, recht hebben op
onze bijzondere aandacht.
De tot dusver gebruikelijke kookmethode
(schillen en 's nachts in het water laten staan,
dan opzetten in ruim water) berust echter op
een miskenning van al deze waardevolle voe
dingsfactoren.
Bij het schillen gaan vitamines, mineralen en
eiwit in bijzondere mate verloren en vanzelfspre
kend ook zetmeel; men kan veilig zeggen, dat met
de schil 20 pet. van het in de aardappelen aan
wezige vitamine c wordt weggeworpen. Laat men
de geschilde aardappels vervolgens in water staan
en zet men ze dan in ruim water op, dan stijgt
het verlies tot 60 pet. terwijl bij koken in de
schil ten hoogste 20 pet. verloren gaat. Een soort
gelijk verlies lijden wij op het gehalte aan b-
vitamines en aan mineralen. Bovendien staat de
geschilde aardappel nog tijdens het koken zetmeel
en eiwit aan het kookwater af, zoodat men een
in elk opzicht belangrijk in waarde verminderd
product op tafel brengt.
Waarom stellen wjj den aardappel aan dit
waardeverlies bloot?
Eigenlijk valt hiervoor geen andere reden
aan te voeren,, dan dat de sleur het nu eenmaal
zoo wil. Wie de proef heeft genomen met
het koken van den aardappel in de schil,
prijst den pittigen smaak van het op deze wijze
verkregen gerecht en hij wil niet meer terug
naar de oude en „flauwe" bereidingswijze.
Wie wel de voordeelen wenscht van het koken
in de schil, maar de schil zelf niet wil nuttigen,
kan natuurlijk een tusschenweg bewandelen, door
de gekookte aardappelen op het bord te pellen.
De practijk leert échter, dat men ook den smaak
van de schil al spoedig leert waardeeren.
Ondernemende huisvrouwen zullen dan ook niet
nalaten een proef met deze bereidingswijze te
nemen en een mogelijk op vooroordeel berustenden
tegenstand der huisgenooten met tact weten te
overwinnen door zelf het goede voorbeeld te geven.
Men kieze hierbij aardappelen van ongeveer ge
lijke grootte. Deze worden goed afgeborsteld, ge-
wasschen en zoo noodig gepit. Daarna worden ze
opgezet met een bodempje kokend water en een
half uur in een goed gesloten pan gekookt. De
aardappelen zijn dan gaar en het water is verkookt
Na even te zijn omgeschud komen de aardappelen
in hun gebarsten schil smakelijk kruimig op tafel.
Het gebruik van zout is bij deze kookmethode
overbodig de ziltige smaak van den aardappel zelf,
die niet door afkoken is verloren gegaan, doet
niemand naar keukenzout verlangen. Ook in
stamppot laten de ongeschilde aardappelen zich
uitstekend gebruiken.
Gebakken aardappelen vormen ongetwijfeld een
zeer smakelijk gerecht, dat wij niemand willen
misgunnen. Alleen moet er aan worden herinnerd,
dat bij het bakken van de in plakjes gesnedene,
vitamine c verloren gaat. Trouwens dit verlies
treed reeds in bij het bewaren van gekookte
aardappelen op kamertemperatuur. Ook opwar
men, het maken van puree en de bereiding van
aardappelen in de hooikist oefenen in dit opzicht
een nadeeligen invloed uit.
In het algemeen verdient het dus aanbeveling
de aardappelen in de schil en zoo kort mogelijk
voor het nuttigen te koken. Door een juiste be
paling van de voor den maaltijd benoodigde hoe
veelheden vermij de men liefst het ontstaan van
restjes, welke bij het bewaren en verwerken on
vermijdelijk weer aan voedingswaarde zullen ver
liezen.
De huisvrouw, die er in slaagt haar gezinsleden
te winnen voor het toepassen van deze grond
regels, bewijst daarmede een niet te onderschat
ten dienst aan de gezondheid van haar huisge
zin.
Bovendien bereikt ze voor haar huishoudbeurs
een zeer belangrijk voordeel. Veronderstel, dat
haar gezin uit zes personen bestaat en dat ze
daarvoor een wintervoorraad van 7 mud pleegt op
te doen. Door de aardappelen in de schil te ge-
bx-uiken, kan ze thans ruimschoots volstaan met
6 mud. Wij zouden het voordeel ook zoo kunnen
uitdrukken dat de ongeschilde aardappel het ge
zin in staat stelt om iedere week een dag gratis
aardappelen te kunnen eten. (A.N.P.)
Hoog Militair Gerechtshof.
Militair tot vijf jaar gevangenisstraf
veroordeeld.
Inlichtingen omtrent de Grebbelinie aan
buitenstaander verstrekt.
Wegens het als militair opzettelijk bekend
maken van de opstelling der Grebbelinie, in Januari
j.L aan een bezoeker van een restaurant te Utrecht,
welke gegevens, naar hij meende, aan Engeland
zouden worden doorgegeven, werd de dienstplich
tige soldaat M.A. P. door het Hoog Militair Ge
rechtshof veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf
met ontslag uit den dienst en met ontzegging van
de bevoegdheid om bij de gewapende macht te
dienen.
De advocaat-fiscaal had bevestiging van het von
nis van den krijgsraad te 'sGravenhage (drie jaar
gevangenisstraf met ontslag en ontzetting) ge
ëischt.
Soldaat verliet zijn post.
Twee jaar gevangenisstraf gerequireerd.
In een militaire stelling bij Woudenberg had de
25-jarige dienstplichtige soldaat J. B.. op 13 Mei j.l.
terwijl hij belast was met het aandragen van mu
nitie, tijdens het gevecht zijn post verlaten, omdat
hij zijn voet had bezeerd. De jongeman was op de
vlucht gegaan en had een kilometer geloopen, toen
hij een roodekruis-auto ontmoette. Deze bracht
hem naar een verplegingspost te Houten, waar zijn
voet werd behandeld.
Intusschen waren zijn kameraden in de stelling
zeer verontwaardigd, dat B. zonder toestemming
was weggeloopen.
Toen bleek, dat B. aldus zijn plicht in oorlogsge
vaar had verzaakt, werd een vervolging tegen hem
ingesteld.
De krijgsraad veroordeelde hem tot 2yz jaar ge
vangenisstraf.
Dinsdag had de man zich in hooger beroep voor
het Hoog Militair Gerechtshof te verantwoorden.
De president keurde het gepleegde feit scherp af
en gaf te kennen, dat beklaagde die van plan
was een wandeling van twee kilometer te onder
nemen om zich onder medische behandeling te stel
len zeer goed op zijn post had kunnen blijven,
hetzij om munitie aan te dragen, hetzij om ander
werk te doen. Blijkbaar begreep beklaagde niet, dat'
zijn ernstig plichtsverzuim met den dood had kun
nen worden gestraft.
Beklaagde verontschuldigde zich met de mede-
deeling, dat hij zenuwachtig was geweest en dat hij
wel het plan had, na behandeld te zijn, naar zijn
post terug te keeren.
De auditeur-militair achtte het gepleegde feit zeer
ernstig en noemde den beklaagde een slecht sol
daat. In tijden van gevecht wordt van den man het
uiterste gevorderd, doch deze man ging ervan door
en liet zijn kameraden in den steek.
Spr. zag geen aanleiding voor een aanmerkelijke
vermindering van de door den krijgsraad opgelegde
straf en requireerde een gevangenisstraf voor den
tijd van twee jaren.
SOLDAAT OVERVIEL BIOSCOOP-DIRECTEUR.
Tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Het Hoog Militair Gerechtshof veroordeelde den
26-jarigen soldaat-ziekenverpleger J. K., die in den
nacht van 19 op 20 November j.l. den bioscoop
directeur Van der W. in diens woning te Tilburg
op hoogst ernstige wijze met een zware ijzeren
staaf had geslagen, wegens poging tot moord tot
drie jaar gevangenisstraf, met aftrek van preven
tief en met ontslag uit den militairen dienst, over
eenkomstig het vonnis van den krijgsraad te
's Gravenhage.
De advocaat-fiscaal had verhooging van de straf
tot vijf jaar gevorderd.
Echtelijk drama berecht.
Tegen man twee jaar gevangenisstraf geëischt.
Voor de Rotterdamsche rechtbank heeft Dins
dag terecht gestaan de 39-jarige straatmaker J. S.
te Rotterdam, die op 25 Maart tegen middernacht
op Katendrecht eenige schoten uit een revolver op
zijn vrouw had gelost, waardoor deze in den buik
werd getroffen en ernstig werd gewond.
Verdachte verklaarde zich niets meer te kunnen
herinneren. De 33-jarige vrouw van verdachte ver
klaarde, dat zij tegen den zin van haar man een
dancing had bezocht. Op den bewusten avond be
vond zij zich weer in de dancing, toen haar man
binnen kwam. Zij liep onmiddellijk naar buiten en
haar man volgde haar. Onder de woorden: „Het zit
er bij je in en het zal er wel in blijven", schoot hij
haar vervolgens in den buik.
Zij kon de vlucht nemen en terwijl zij wegliep
vuurde de man nog tweemaal op haar.
Getuige ontkende, dat haar man de bedoeling
zou hebben gehad haar te dooden, doch uit het ver
hoor bleek, dat hij haar eenige malen heeft be
dreigd.
De Officier van Justitie eischte twee jaren ge
vangenisstraf.
Het nationaal-socialisme is vrij van
haatgevoelens.
De Persdienst van de N.S.B. .ohrijft ons onder
bovenstaand opschrift:
„Onder „Laatste Nieuws" verscheen in „Het Na
tionale Dagblad" van 14 dezer een kort berichtje
waarin werd vermeld, dat de moeder en de zuster
van den op zoo tragische wijze om het leven ge
komen W.A.-man Peter Ton, tezamen met het
W.A.-verdel „Peter Ton" een verzoekschrift heb
ben ingediend aan den hoofdcommissaris van poli
tie te 's-Gravenhage om de agenten, die zich ter
zake van het gebeuren in arrest bevinden, in vrij
heid te stellen en het uiterste te verrichten om
hen met clementie te doen berechten.
Dit sobere berichtje roept ons onwillekeurig de
dagen van 1014 Mei voor den geest. In die da
gen werden duizenden Nationaal-Socialisten op de
meest verschrikkelijke wijze behandeld; een acht
tal van hen werd vermoord en onder hun bezittin
gen werd ontzettend huis gehouden. Doch op den
dag van hun vrijlating hebben allen elkaar plech
tig beloofd zich te onthouden van elke persoon
lijke wraak op diegenen, die hun al dat leed had
den aangedaan. Het was niet toevallig dat deze af
spraken onafhankelijk van elkaar werden gemaakt
in de oude gevangenis te Hoorn, in de oude cava-
lerie-kazerne in Amsterdam, in „Filmstad" en in
het K.L.M.-gebouw in Den Haag en op zoovele an
dere plaatsen. Het was de geest van het nationaal-
socialisme, de door den misleiden volksgenoot on
begrepen fel brandende liefde voor ons volk die
den nationaal-socialisten bij ingeving hun houding
na de vrijlating voorschreef. Nationaal-socialisme
is de drang om een nieuw volk te vormen niet
alleen met de kameraden maar ook met de ver
blinden, die jarenlang geloof hebben gehecht aan
de wanvoorstellingen die onverantwoordelijke
leidslieden aan het volk als de waarheid voorhiel
den. Ook zij behooren tot het volk.
Gedisciplineerd is de houding geweest van de
mishandelde nationaal-socialisten na 15 Mei. Zij
zetten met verdubbelde energie hun arbeid voort
voor een nieuw Nederland, hecht verbonden met
de andere Germaansche volken, waar de arbeid,
vrij van Joodsche overheersching, de plaats zal in
nemen,- die tot dusverre aan het kapitalisme was
ingeruimd.
Het v o i k ging boven het persoonlijk belang.
Deze zelfde geest vervulde een moeder, die haar
éénigen zoon verloor door de gevolgen van een ja
renlange ophitsingscampagne. Deze geest vervulde
een zuster die haar eenigen broer verloor. En deze
geest vervulde ook het vendel-„Peter Ton" dat een
goed kameraad zag vallen in de schemering van 'n
nieuwen dag.
Het Nationaal-Socialisme strijdt vóór het volk.
Het is daarom grootmoedig tegenover de misleide
volksgenooten en zonder wraakgevoelens. Het
weet, dat de ware schuldigen in Londen zitten."
MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER
TOONKUNST.
Met ingang van 1 September j.l. is tot leeraar in
het Hobo-spel aan de Toonkunst-school te Haarlem
benoemd de heer Haakon Stotijn, hoboïst aan het
Concertgebouw-orkest te Amsterdam.
VOOR DE KINDEREN
NEKKIE-RAF
Nu krijgt Raf opeens den vos ln
de gaten. Woest wordt hij op den ver
rader. Raf rollen haast de oogen uit
zijn hoofd. O, hij kan den vos wel
verscheuren! En hij begint te schreeu
wen tegen hem en dat alles in het
deftige gezelschap van den koning
en zijn ministers. Die weten gewoon
niet, waar die fijne mynheer die taal
vandaan haalt. En het nachtegaaltje
zingt en springt om tureluursch van
te worden. En geheel overstuur zakt
Raf eindelijk ineen op den rand van
de balustrade.
Plotseling springt koning Nobel
woedend op. Brullend roept hij„Wat
gebeurt hier toch? Vos, kom hier! Jij
weet er meer van. Vertel op en wel
onmiddellijk!" De vos kijkt zegevie
rend naar den koning en begint te
vertellen. Maar het nachtegaaltje,
dat het hoogste lied zit uit te zingen
boven op den hoed van Raf, mag wel
oppassen. Want Raf wil hem pakken
en als hij hem te pakken heeft, nu,
dan is hij $jn leven niet zeker.
Maar dat ziet juist heer Zwarthals,
één van de ministers. Hij wenkt de
agenten, allemaal jonge, sterke leeu
wen en katten. Een hevig gevecht
ontstaat tusschen Raf en de ordebe
waarders. Maar het eind van het lied
is, dat Raf geboeid wordt overgeleverd
aan den koning. Die laat hem opslui
ten in de gevangenis. En vos zegt
tegen nachtegaaltje: „Daar gaat de
pronker met een andex-mans veeren.
Wel goed voor hem!"
Kabelballons boven Nederlam
Op vele plaatsen schade aangericht
AMSTERDAM 17 September (A. N. P.) D«
den straffen wind uit Westelijke richtingen zij
vandaag verscheidene Engelsche kabelballons,
van hun bases waren losgerukt, naar Nederlat
afgedreven en'hebben op verschillende plaatse
aan hoogspanningsnetten, telefoonnetten enz. sohac
aangericht.
In de Zaanstreek hebben twee
ballons eenige draden van de electrische bovenlej
ding der spoorlijn AmsterdamAlkmaar verniel
Gedurende 2Ve uur was het treinverkeer met AD:
maar gedeeltelijk gestagneerd en moest over enk;
spoor worden geleid. Een dak van eën woonhui
aan den Beukenweg te Wormerveer werd eveneen
beschadigd. De tweede ballon rukte op den hoek va
den HoogendijkProvincialen Weg te Zaanda:
een bordje uit den grond, terwijl in de buurt van i
Czaar Peterstraat verscheidene antennes het moes
ten ontgelden. Ook het telegraaf- en telefoonverkes
langs de spoorwegen tusschen Zaandam en Pur
merend werd gestoord. Om kwart voor tien is hs
gevaarte in de Midden-Beemster nabij Spijkerbcn
neergekomen en onschadelijk gemaakt.
Om elf uur 's morgens kwam een Engelse!;
kabelballon over het IJselmeer uit de richting Vo
lendam op het stadje Hoorn aangedreven. De ballot
welke zeer laag was en af en toe het water raakt
rukte, boven land gekomen, een paal van het eleo
trische net uit den grond en kwam vervolgens b
het veilinggebouw in de gemeente Blokker nee
Het omhulsel werd naar Hoorn overgebracht.
Ook de dienst der N. Z. H. T. M. tusschen Moiai
kendam en Edam is hedenmorgen gestremd gewee
en moest tijdelijk met bussen worden onderhoude
Een Engelsche ballon had namelijk eenige draai
van het bovennet vernield, waardoor kortsluitii
ontstond, het gevaarte vloog in brand en ging gehes
in vlammen op.
Behalve Noord-Holland heeft ook Friesland va
verscheidene ballons bezoek gehad.
's Ochtends om kwart over zeven kwam uit d
richting van het IJselmeer een kabelballon aan
dryven, die ten Noorden van Lemmer passeerdf
Door den neerhangenden kabel werd het electri
sche net zoodanig vernield, dat Lemmer en omstre
ken plotseling van stroom verstoken waren. Ooi
boven Joure en Heerenveen zijn kabelballons waar
genomen, die alle in Noordoostelijke richtic
verdwenen.
Ook zijn er verscheidene telefoon- en telegraa!
draden langs de spoorlijn vernield.
Om half twaalf kwam er nog een ballon uit d
richting van het IJselmeer gedreven, die enkel
telefoonpalen uit den grond rukte, het pas hersteld!
electrische net opnieuw ontredderde om vervolgen
bij Spannenburg zijn tocht te beëindigen. Om 12.05
werd er opnieuw een gesignaleerd, die recht op d
haven aandreef. Deze was gelukkig zoo laag, dal
hij achter den niewen Meerdijk bleef haken. Vet
volgens gleed hij over den dijk heen en kwau
terecht op een rijnaak, die in de Werkhaven laz
Daar is men er in geslaagd, den ballon onschadeliji
te maken.
Te Leeuwarden werden door eenige ballons pan
nen van de daken gerukt, antennes vernield, licht
leidingen beschadigd en vensterruiten verbrijzeld
In het diaconessenhuis sneuvelde een tiental ramen
Aan den Noordersingel slingerde de kabel van era
der ballons zich rond een scheepsmast, waardooi
deze in drie stukken knapte. Ook werden in dil
gedeelte van de stad draden van de radio-distribu
tie centrales vernield, waardoor een deel da
luisteraars van muziek verstoken werd. Tusschai
Heerenveen en Akkrum werd een kabel van hel
hoogspanningsnet van het provinciaal electriciteits
bedrijf beschadigd, ten gevolge waarvan het zuide
lijke deel van de provincie Friesland zonder strooi
kwam. Door omzetting slaagde men er na eenige
tijd in de stroomlevering gedeeltelijk te herstellei
Uit Roden in Drente wordt gemeld, dat een kabel
ballon eenige schade aan het electrische net hee!
aangericht, terwijl te Wijhe er een is neergekome
in een boomgaard langs den weg ZwolleDevente;
waarbij aan eenige fruitboomen schade werd i
gericht.
Tenslotte vertoonde zich ook boven Den Haag ea
kabelballon, welk door een vliegtuig werd neer
geschoten.
CHAUFFEUR STAK ZIJN ZWAGER DOOD.
Een gevangenisstraf van een jaar geëischt.
Voor de Rotterdamsche rechtbank heeft Dins
dag terecht gestaan de 43-jarige chauffeur J. K. ti
Rotterdam, die op Zondag 9 Juni, na een woorden
wisseling met zijn zwager den 38-jarigen J. G. Uin
zijn woning aan de Brederodestraat te Rotterdam,
dezen op straat zoodanig met een mes heeft gesto
ken, dat de man enkele oogenblikken later overleed
De verslagene was met zijn vrouw en drie kin
deren bij zijn zwager op bezoek geweest, had e*
ruzie gekregen en was het huis uitgeloopen. Late:
liep hij weer terug en schopte eenige malen tegen
de deur van de woning van den zwager. K. was
naar buiten gekomen en in groote woede had hj
zijn zwager met een broodmes eenige steken toe
gebracht. U. zakte ineen en was vrijwel op slag
dood.
De Officier van Justitie eischte tegen K. een.jaar
gevangenisstraf met aftrek van de preventieve
hechtenis.
door LESLIE FORD.
6)
Ik moest weer naar George kijken. Zijn gezicht
was in de schaduw van Cecily's hoofd, maar toen hij
zich vooroverboog naar het vuur, zag ik het beter.
Er lag een zonderling glimlachje op dat mij plotse
ling trof als een slag in het gezicht. Pas op dat
oogenblik drong de volle beteekenis van het feit dat
Steve Grant nog in leven was, tot mij door. Het eer
ste verbijsterende oogenblik toen ik ontdekte dat
hij niet dood was, had ik alleen gedacht aan de
noodlottige gevolgen voor Cecily, en was ik blind
gev/eest voor al het andere.
Als Steve niet dood was, wie was dan de ver
brande man geweest die in zijn plaats begraven
en beweend was? Daar moest George nu ook aan
zitten denken. Als het waar was wat ik hem in de
hut had hooren zeggen, dan moest hij hierover zelfs
al eerder nagedacht hebben. „Dus je bent niet dood?
Ik had al eens eerder over die mogelijkheid ge
dacht", had hij gezegd. Als dat waar was, dan
moest hij ook verder doorgedacht hebben; hij kon
onmogelijk op dat punt zijn blijven staan. En hoe
ver zou hij nu willen gaan? Hoe je het ook bekeek,
Steve Grant was volkomen aan de genade van
George overgeleverd, en dat kon enkel beteekenen:
aan hetgeen George's belangen paste. Dat moest
het zijn waarover hij rustig in de schaduw van
Cecily gezeten, flauwtjes glimlachend zat na te den
ken.
Joe Anders gooide de resten van zijn bord met
een beslist gebaar in het vuur en sprong overeind.
„Ik ga toch even naar den boschwachter toe, me
vrouw Chapman", zei hij kortaf. „Er lijkt me
hier iets niet in orde. Ik moet weten wat er aan de
hand is.Ga je mee Bill?"
Bill stond in een oogenblik met een van vreugde
stralend gezicht op de beenen. „Reken maar!" riep
hij uitGa mee, Ciss. Zullen we doen wie
er het eerst is?"
Het was of mijn hart stilstond. Cecily lachte vroo-
lijk; toen sprong ze als de wind overeind en holden
ze als veulens het pad langs.
Gerge was bezig een sigaret aan te steken. Hij
hield de lucifer in zijn vingers tot hij zich brand
de en wierp hem toen met een raadselachtig geslo
ten blik in het vuur.
Joe keek rond en vroeg aan mij: „Hebt u ook geen
zin om mee te gaan, mevrouw Latham?"
Ik stond op en zei moeilijk: „Ja graag".
„En u, mevrouw Chapman?"
Ze schudde het hoofd. „Nee, ik blijf hier."
George had zich niet verroerd. Hij leunde op zijn
elleboog en keek den rook van zijn sigaret na, tot die
zich vermengde met de dunne bleeke rookkolom van
het kampvuur.
Joe en ik liepen vlug voort op het smalle pad. De
maan stond al boven de bergen, en haar licht werd
helderder naarmate het laatste restje daglicht doofde.
Ik vond het plotseling koud en het gelach en gehijg
van de kinderen die buiten adem bij de eerste boo-
men waren blijven wachten, klonk mij schel en on
werkelijk in de ooren, alsof ze niet het recht hadden
hier te lachen.
En er was geen enkel middel om hen tegen te
houden: om hen te beletten die laatste korte helling
naar de hut op te klauteren!
Joe en ik liepen zwijgend voort. Cecily en Bill
wachtten tot wij vlak bij hen waren en hol
den weer vooruit. Ik versnelde mijn pas. Onder de
boomen was 't donkerder; het licht van Joe's elec
trische lantaarn danste voor mijn voeten. Ik hoorde
Bill roepen: „Spring, Cecily!" en hoorde het ge
plas van water. Ik liep nog harder. Toen zag ik
twee slanke gestalten boven aan de helling bij de
omheining: ik sprong over de beek en rende naar
boven.
Cecily en Bill stonden nog op het erf. Het ver
bleekte gewei van een Wapiti stak spookachtig uit
den gevel naar voren. De zaag naast den houtstapel
was weg, de deur was dicht en met een zwaar hang
slot gesloten. Een kringetje haver op den grond bij
de plaats waar Molly vastgebonden geweest was.
Steve Grant was weg, en het was doodstil om de
kleine hut in het bosch.
IV.
Mijn slaapzak kwam me dien nacht voor als een
dwangbuis. Ik wrong me in allerlei bochten, lag
naar de oneindigheid van den helderen nachtelijken
hemel te kijken en trachtte een oplossing te vinden
voor menschelijkerwijs onverzoenlijke feiten. En als
ik daarin niet slaagde, trachtte ik alles van me af
te zetten om te slapen, hetgeen me nog veel min
der lukte. De stem die ik bij de hut gehoord had, de
man waar mevrouw Chapman over gesproken had
zij pasten niet bij een man die zich voor Sam
Graham liet doorgaan, die uit een brandende auto
naast den weg verdwenen was om een ander in zijn
plaats achter te laten, noch met den man die dezen
avond opnieuw in de wildernis was weggevlucht.
Een smolle rookkolom steeg nog omhoog van het
kampvuur en dreef langzaam naar de donkere den-
nenbosschen tegen de berghellingen. Lang nadat al
le anderen waren gaan slapen, zaten Cecily en
George nog naast het vuur te praten, met de ruggen
naar ons toe. Mevrouw Chapman ademde met
hoorbaar snurken in haar tent; Joe, Bill, en de
kok lagen er achter in diepen slaap. Ik kon nog
steeds den slaap niet vatten. De stemmen der pra
ters woeien in vlagen naar mijn slaapzak over, ge
mengd met rook, als de zwakke bries een oogenblik
aanwakkerde; die van George onduidelijk, maar zeer
dringend; Cecily's helder en vérdragend.
Ik had vroeger dikwijls genoeg vóór luistervink
gespeeld, maar dan was het altijd eenigszins te
rechtvaardigen. Dit was enkel domme nieuwsgierig
heid, en de eenige verontschuldiging was, dat ik het
wel moest hooren, als ik niet in mijn slaapzak wilde
smoren.
Ik hoorde Cecily zeggen, blijkbaar in antwoord
op iets wat ik niet verstaan had: „Je hebt toch be
loofd, daar niet meer over te praten, vóór we in
New-York terug waren. Dat weet je toch?"
„Maar ik kan zoolang niet wachten, Cecily. Je
weet dat ik van je houd. Ik heb al jaren lang ge
wacht, je bent het nu eenmaal waard om op te
wachten. Maar zoo kan het toch niet doorgaan, Ce
cily. Kan je het me nu niet zeggen? Steve komt im
mers nooit terug. Je kunt toch niet altijd om hem
blijven treuren. Hy is dood. Ik weet wel dat je nooit
zooveel om mij zult geven als je om hem gedaan
hebt, maar als je een huis en kinderen had, zou je
hem eerder kunnen vergeten."
„Misschien wel", zei Cecily langzaam. Na een
lange stilte ging zij voort: „Er is niemand anders,
George het is enkel dat ik zoo weinig naar trou
wen verlang. Misschien hadden vader en jij gelijk,
door me dat over Steve te vertellen, maar weet
je, ik had daai'voor albesloten, met je te trou
wen, maar daarna kon ik het onmogelijk meer aan
je zeggen. Het is vreemd maar het heeft in mij iets
veranderd; of het nu waar was of niet. En ik heb
het nooit echt kunnen gelooven Steve was zoo
niet."
„Maar als je wist dat hij zoo was, zou dat dan ver
schil voor je maken? Je zou de oude mevrouw Stuy-
vesant kunnen vragen. Ik heb je verteld wat ze ge
zegd heeft: „Ik heb ook wel eens gegokt, en altijd
verloren. Hij heeft nu eens goed gegokt. Ik ben blij
dat ik hem dat geld geleend heb, al wist ik het zelf
ook niet. Ik heb het nu terug, en ik wil er niets meer
over hooren! Het was werkelijk reusachtig, zooals
ze het opvatte."
„Zooiets was niets voor Steve", zei ze rustig. „Zoo
iets kon hij niet doen".
Er was een lange stilte. Ik hield mijn adem in. Zou
hij haar nu gaan vertellen dat Steve Grant leefde,
dat hij dezen zelfden avond hier geweest was, en
geweten had dat zij er was? Hij moest het zeker
overwogen hebben, te oordeelen naar de lange pau
ze voordat hij sprak. Misschien vond hij
het al te gevaarlijk, en was hij bang dat Cecily's
trouw zoo groot zou zijn dat die zelfs dezen schok
zou kunnen verdragen. Of misschien meende hij
enkel dat het niet het geschikte oogenblik was. In
elk geval zei hij alleen: „Het is al te laat. Je moet
eigenlijk al slapen."
Hij stond op en stak zijn hand uit om haar over
eind te helpen. Een oogenblik stonden zij tegenover
elkaar in het maanlicht.
„Misschien zul je er later anders over denken".
Zooals George het zei, klonk het niet als een be
dreiging, maar het hield de mogelijkheid in er een te
woi-den, nu ik wist dat hü de macht had Steve in
een heel ander licht te toonen, zoodra hij dat ver
koos.
Cecily bleef nog staan. Zij bleef stil naar George
opkijken; haar haren glinsterden in het zachte licht
der maan met een weerglans van antiek zilver.
„Het spijt me zoo, George", zei ze vriendelijk.
„Ik wilde dat ik dat gevoel niet had. Maar het is nu
eenmaal zoo". Hij nam haar hand en hield die een
oogenblik tegen zijn lippen. „Ga nu met de looppas
naar bed, lieve meid. Ik zal het vuur nog dooven".
Ik hoorde hoe Cecily de ritssluiting van haat
slaapzak opentrok, zich in den zak wurmde en <fe
sluiting weer dichttrok. Pas veel later hoorde ik
aan haar gelijkmatige ademhaling dat ze eindelijk
ingeslapen was. George zat nog steeds bij het vuui.
Eindelijk hoorde ik hem opstaan en met zijn voê'.
het vuur uiteenschoppen. Ik begreep dat hij tot ea
besluit gekomen was, want hij trapte met een beslis»
gebaar de laatste gloeiende houtspaanders uit en lie?
met vasten tred naar zijn slaapplaats aan den an
deren kant van de tent.
Toen wij den volgenden morgen aan den Zuid-oos
telijken arm van het Yellows ton e-meer op het
bootje zaten te wachten dat ons zou komen ophalen,
had ik voor het gedrag van Steve Grant nog sleeci
geen, ook maar eenigszins logische verklaring kun
nen vinden. Hier in de helderheid van een volkomen
andere omgeving schenen mij de vijftien kilometer
die ons scheidden van de blokhut in het bosch aü
evenzooveel jaren die terugreikten naar een wilden
fantastischen droom.
Voor ons uit strekte de ruwe houten aanlegsteig#
zich in het kalme blauwe water uit. Een flauw?
lichtpaarse nevel hing om de afgeronde toppen vaa
de Absarokas. die aan den horizin tegen een on-
bewolkten hemel, zoo blauw en puur als vlasbloe
sem, afstaken. Een paar trompetzwanen zeilden sta
tig over de saffierblauwe baai. Dit alles was veel te
liefelijk, te vredig en sereen om een deel van een
dreigende werkelijkheid te kunnen zyn.
.(Wordt vervolgd)j