Bonnen die thans geldig zijn
„Achter de Wolken
schijnt de Zon".
Voordracht-Avond
Het Onvergankelijke
VADEMECUM
Vademecum van
Haarlem's Dagblad
Zangconcours
De verduistering
AGENDA.
MAX ND AG 23 SEPTEMBER '194Ö
HA A RE EM'S DAGBEXD"
S
Verwoeste schepen in verschillende havensteden herinneren nog aan de uit
werking der Duitsche bombardementen tijdens de oorlogsdagen.
(Foto Weltbild.)
(tIN/T IN UTTEEEN^j
HET TOONEEL
Een decor- en meubelshow
in den Stadsschouwburg.
In mijn artikel over „Het komende tooneelsei-
zoen" schreef ik o.a., dat de tooneelgezelschappen
in dezen tijd, wilden ze financieel rondkomen, het
allereerst moesten vinden in bezuinigingen in de
decors en het meubilair. Het vervoer van decors en
tooneelmeubelen brengt zoo veel kosten voor de
gezelschappen mede, dat het in dezen tijd zelfs
ruïneus mag worden genoemd. Daarom zal het
noodig zijn dat men zich in de verschillende theaters
behelpt met de decors en de requisieten, welke ter
plaatse aanwezig zijn.
Maar dan is het ook noodig, dat de provincie
schouwburgen goede decors en meubelen bézitten.
Dat heeft de heer H. Deinum, de directeur van
onzen schouwburg, volkomen begrepen en hij heeft
daarom hierin financieel gesteund door den
pachter, den heer Ph. A. Deinum in de zomer
maanden verschillende decors laten vernieuwen
en meubelen doen aanmaken. Het resultaat hebben
wij Zaterdagmiddag op een „middagvoorstelling
zonder tooneelspel" voor genoodigden in het
bijzonder besturen van dilettanten-tooneelvereeni-
gingen, de schouwburgcommissie, wethouders en
de pers mogen zien.
En nu kunnen wij dadelijk zeggen, dat het ver
rassend is, wat er met eigen personeel in onzen
schouwburg is gepresteerd.
Niet minder dan drie geheel vernieuwde-decors is
ons stadstheater thans rijk en met de aanwending
van „appliques" dat zijn afneembare bovenstuk
ken is dit getal zelfs met eenvoudige middelen
telkens uit te breiden.
Wij zagen een deftige heerenkamer met eiken
houten lambriseering en effen grijs behang, een
zeer fraaie, stemmingsvolle oud-Engelsche kamer,
die zoowel in -een jachtslot als landhuis kan dienen
en een modern salon beige van kleur waarin
de nieuwe zwart-witte meubelen een verrassend
mooi effect maken. De kleuren van deze decors zijn
zoo neutraal mogelijk gehouden, zoodat de ver
schillende dames-toiletten en dit is van veel
belang op het tooneel er nooit „tegen zullen
vloeken". Al deze decors munten uit door distinctie.
Ze zijn zoo sober mogelijk gehouden en daarom
juist voornaam.
En ook wat de meubelen betreft, zal ons stads
theater voortaan de vergelijking met alle provin-
ciesrhouwburgen schitterend kunnen doorstaan. Be
halve een ameublement style Lodewijk XV, dat
werd aangekocht, is alles in den schouwburg door
het personeel zelf vervaardigd of door andere stof
feering geheel vernieuwd. Een grijs-groene chester
field en crapauds, leeren fauteuils en bruin-witte
stijlvolle fantasie-meubelen met dressoir en
kastjes vormen een smaakvolle aankleeding van
deze verschillende decors en het mag gezegd wor
den. dat de gezelschappen in onzen Stadsschouw
burg thans alles zullen vinden, wat zij voor süikken,
welke geen uitzonderlijke eischen stellen, noodig
mochten hebben.
Dat de directie van onzen schouwburg deze ver
nieuwingen heeft uitgevoerd in dezen zorgelijken
tijd kan niet genoeg worden geprezen, want men
vergete vooral niet, dat dit zonder steun van de
gemeente is geschied en dus financieel geheel dooi
den pachter is gedragen. Voor een groot deel is dit
te danken aan de energie en den kunstzin van den
tegenwoordigen directeur, den heer Herman Dei
num, maar het zou toch niet mogelijk geweest zijn
zonder de bereidwilligheid van den heer Ph. A.
Deinum, die den schouwburg heeft gepacht.
En ook willen wij hier de namen noemen van
den tooneelmeester, den heer Voskuilen, den requi-
siteur, den heer Knol en den electricien. den heer
Stroes, die zooals de heer Deinum in zijn cau
serie met warme waardeering meedeelde geheel
hun tijd en niet te vergeten hun talent in deze
zomermaanden hebben gegeven om deze verbete
ringen mogelijk te maken.
Laten wij hopen, dat al deze moeite beloond
moge worden met trouw bezoek van het publiek
in de komende maanden en wij weer eens van een
intens tooneelleven in Haarlem zullen kunnen
«preken.
J. B. SCHUIL.
Ludamus speelt een revue
De R;K. Tooneelvereeniging Ludamus viert
haar tweede lustrum en heeft dit jubileumseizoen
Zondagmiddag in den Stadsschouwburg ingezet
met de opvoering van een revue, die zij den toe-
passelijken tittel heeft gegeven van „Achter de
wolken schijnt de zon".
Deze revue heeft bij de stampvolle zaal een
verdiend groot succes gehad. Zij was dan ook
alleraardigst, vooral na de pauze, toen wij zelfs
van een voor dilettanten uitstekende revue
konden spreken.
De eerste helft zou door bekorting hier en daar
en ook door wat vlotter tempo vooral in de
parlandi nog kunnen winnen. Zoo is het begin
de volle Jan Plezier, die de auto in dezen dis
tributietij d vervangt heel goed gevonden,
maar het effect gaat een weinig verloren, doordat
de grappen met het paard te veel worden uit
gesponnen. De Familie Stastok past zeer zeker in
een Haarlemsche revue in den jare 1940, maar het
verhaal van Keesje, het diakenhuismannetje
hoe goed ook gedaan door Wim Schoonderbeek
is voor een revue te lang. Ook de sketches zouden
door bekorting kunnen winnen.
Maar welk een werk is er overigens van deze
revue gemaakt! Zij is vol variatie en doet het
dank zij ook de vele actueele grappen dan ook
uitstekend op het tooneel. Ben Bunders en Wim
Vlntges zijn twee komieken, die het klappen van
de zweep kennen. Nell van Bruggen is een aller-
charmantste soubrette, die ook zooals in de
finale bleek goed weet te zeggen.
De sketches waren grappig en werden in den
juisten revue-toon gespeeld. Er waren frissche
balletten en er werd vooral door mej. Sehuilda
met entrain en in fraaie costuums gedanst.
De zang klonk zuiver en frisch en werd door
het versterkte orkest van Jan Nibbering met
schwung begeleid.
Vooral het gedeelte na de pauze mocht er zijn.
Toen zat er gang in het geheel en werden wij
verrast door eenige door den heer Jan Kraak
man knap geschilderde doeken. Zoo was het
Anno 1940-Ballet voor dat machinedoek werkelijk
een vondst. En hoe goed was dit ook van aan
kleeding en uitvoering.
De ziel van deze revue was wel Ben Bunders,
die niet alleen een groot deel van den tekst en
de muziek heeft gemaakt, maar ook bijna aldoor
als één der twee compères, als den boekhouder in
de sketch „De vrije dag" en als chansonnier op de
planken was. Hij imiteerde Willy Walden soms
zoo sterk vooral in de sketch dat je zou gaan
gelooyen dezen komiek op de planken te zien.
Een goed geslaagd nummer was ook „De Clair-
voyante" door Bep Lambert gezongen in een fan
tastisch décor.
Maar het beste van de revue was voor het slot
bewaard. Dat was de finale, waarin aan de
Vredeskoningin den vrede werd afgesmeekt. Zel
den zagen wij van dilettanten een zoo groot op
gezette revue-finale in een zoo goede omlijsting.
Het klopte alles als een bus, het was uitstekend
van groepeering, de zang met de heldere solo
stem van mevrouw L. Engelenberg als de Vredes
koningin klonk opgewekt en beschaafd en het
aardige slotrefrein „Achter de wolken schijnt de
zon" was zoo meesleepend, dat heel de zaal het
meezong.
Een slot, dat pakte, zoodat het publiek in een
alleropgewektste stemming den schouwburg ver
liet.
J. B. SCHUIL.
Charlotte Kohier
„Het Onvergankelijke" heeft Charlotte Kohier
haar programma, dat zij Zaterdagavond in onzen
Stadsschouwburg voordroeg, genoemd. Het „on
vergankelijke". dat is het Nederlandsche vers,
waarin de dichter gezongen heeft van de Schoon
heid, den Arbeid, de Liefde, het Geloof en het
Vaderland, van waarden dus. die van alle tijden
zijn. Wij zijn Charlotte Kohier dankbaar, dat zij
dit programma gaf, juist nu, in dezen tijd, nu wij
allen gevoeliger hiervoor zijn dan anders.
In een interview heeft Charlotte Kohier ver
klaard, dat het zeggen van verzen van een kun
stenares meer vergt dan een voordracht zooals
Marathondans of Carrière. Maar niet alleen aan
de kunstenai-es, ook aan de hoorders stelt zoo'n
avond veel hoogere eischen, want ook zij hebben
zich telkens weer bij elk nieuw vers in te stellen
op een anderen dichter. Van het concentratiever
mogen van de hoorders wordt het hoogste ge
vraagd, vooral omdat vele verzen hun natuurlijk
onbekend zijn. Hoe spoedig dwaalt men niet af
bij het luisteren naar vooral lyrische poëzie,
die de spanning mist der dramatiek.
Dat ondanks dit de zeer goed bezette zaal heel
den avond in diepe aandacht en de grootste stilte
heeft geluisterd is wel een bewijs, hoe Charlotte
Köhler ook met deze verzen het publiek in haar
ban had. Aan het slot ontlaadde zich de door
den inhoud der verzen gestegen spanning in
een ovatie die maar niet eindigen wilde en waar
voor de kunstenares telkens weer terug moest
keeren. In schoonheid had zij het „onverganke
lijke" tot ons gebracht.
Wie Charlotte Köhler vroeger ook in verzen
heeft gehoord, zal het Zaterdagavond niet ontgaan
zijn, dat de actrice hoe langer hoe meer terug
wijkt voor de kunstenares, die louter de interme
diaire wil zijn tusschen den dichter en het publiek.
Vroeger hoorde men in verzen allereerst Charlotte
Köhler, daarna pas den dichter; thans is de dichter
hoofdzaak en is zij het zeer gevoelige instrument,
dat hem tot ons brengt. Wel is het steeds een
aparte vreugde om naar haar te zien tijdens haar
voordracht, omdat haar gezicht zoo expressief is
en zij plastisch en mimisch hoe sober thans ook
de sfeer van het gedicht geeft. Nog steeds is voor
haar de inhoud van grooter belang dan de vorm en
het rhythme. maar hoe zeer heeft haar voordracht
zich in deze jaren verinnigd. Vooral trof ons dit
itv de zuiver lyrische verzen, die wel het grootste
deel van het programma dat uitmuntte door de
gestileerdheid van de keuze der gedichten
vormde.
In het begin had zij nog even moeite er geheel
„in'' te komen, wat wel voornamelijk zijn oorzaak
vond in de rumoerigheid van het te laat. komend
publiek. Maar zoodra de zaal rustig was. was zij
zich zelf geheel meester en prachtig beheerscht.
droeg zij in lichten toon „Werking der Muziek"
van Winkler Prins voor. Feilloos wist zij zich tel-
kens met elk nieuw gedicht „om te schakelen" en
ons in de sfeer en den gedachtengang van den
dichter te brengen. Met welk een gezonden humor
droeg zij het bekende „Akkerleven" van Poot voor,
hoe zuiver gaf zij onmiddellijk daarop de menge
ling van fantasie en werkelijkheid in „Het Ledi
kant" van Aart van der Leeuw, en hoe zwaar van
ernst klonk daarna „De Zaaier" van Guido Gezelle.
In de cyclus „De Liefde" die prachtig inzette
met de zoo gevoelig voorgedragen „ballade" van
den onbekenden dichter, belefden wij vreugde van
de gedichten van Hooft hoe fijn-geestig bijvoor
beeld was het „Reine liefde can niet vergaan"
waarop het publiek spontaan met applaus reageer
de. Welk een mooie climax was er in „Liefdes uur'
van Boutens en een meesterstuk van voordracht
werd de zeer mooie weemoedige Ballade van
Frankrijk" van Weremeus Buning.
Het programma na de pauze was aan het Ge
loof en het Vaderland gewijd. Van sterke kracht
was de voordracht van het zoo menschelijke „Wie
boven al zijn God bemindt" van Bredero, van
groote innigheid Ego Flos van Gezelle. Over de
wat naieve voordracht van Jan Prins' „De Bruid"
verwonderde ik mij, maar strak en stoer klonk
daarna „Polderland" van Marsman. Een aardige
afwisseling bracht de „allergeestigst voorgedragen
Boutade van de Genestet, waarop het kortste,
maar op dezen avond misschien wel meest ont
roerende gedicht „Holland" van Marsman volgde,
zoo treffend ook door de twee slotregels:
laat mij één avond in de plassen blinken,
daarna mag ik verdampen als een wolk,
nu Marsman pas van ons is heengegaan!
Het Geuzenvendel van Hemkes en Potgieters's
Holland sloten het programma af. Het waren niet
de mooiste gedichten, maar ze deden bijzondere
snaren trillen in ons gemoed en het was geen won
der dat het publiek na dit aangrijpende slot als
één man opstond en minuten lang Charlotte
Köhler toejuichte.
J. B. SCHUIL.
Ten gerieve van onze abonnés hebben
wij een
uitgegeven, met de distributie- en over
heidsmaatregelen in een register, op-
bergmap en productie-index, in weke-
lijksche afleveringen.
Het onmisbaar dossier voor eiken zaken
man en elke huismoeder is bijgehouden
van den dag af dat de vele instructies
en maatregelen werden getroffen en in
de kranten gepubliceerd.
Met kennis van zaken zijn deze kennis
gevingen gerubriceerd en direct na te
slaan. Geen vragen meer, voor navraag
geen geloop, geen kostbaren tijd verspild
en ten slotte nog verkeerd ingelicht.
„HAARLEM'S DAGBLAD" deed het werk
voor U. Wie van orde houdt en gaarne
„de boel netjes voor elkaar heeft", zal
verrukt zijn met het
Een PROEFEXEMPLAAR ligt ter
inzage aan onze bureaux Groote
Houtstraat 93 en Soendaplein 37.
De Inteekenprijs bedraagt ƒ5.75
voor 52 wekelijksche afleveringen
van 1 Juli 1940 af en verder gratis
thuis te bezorgen, met opberg-
band en index.
R.K. Bond van Zangvereenigingen
in N. en Z. Holland.
De jaarlijksche zangwedstrijd van den R.K. Bond
van Zangvereenigingen in N. en Z.-Holland is
ditmaal te Haarlem gehouden. Deze is een bijzonder
succes geworden, want zonder onderscheid kwamen
al de 18 deelnemende koren uitstekend voorbereid
op het podium en voerden koorwerken uit waarvan
een belangrijk deel behoorde tot het beste onzer
koorlitteratuur. De meeste deelnemers kwamen uit
het noorden onzer provincie, hoewel ook Den Haag,
Naaldwijk, Dordrecht vertegenwoordigd waren.
Allen waren opgetogen over de acoustiek onzer
Concertgebouw-zaal, en bij vele deelhebbers droeg
die meewerkende factor zeer bij tot het verkrijgen
van het prachtige klankgeheel dat wij dezen dag
zoo vele malen mochten bewonderen.
Na de openingsrede, tijdens de ontvangst der
deelhebbers uitgesproken door den HoogEerw. Heer
F. B. J. M. Fibbry, Plebaan der Kathedrale kerk te
Haarlem, ving om één uur de wedstrijd aan, aan
gekondigd door den Bondsvoorzitter den heer J. A.
Spigt uit Hoogkarspel.
Het Haarl. koor St. Caecilia, dat onder A. Bak
een bijzonder mooie weergave schonk van Gounod's
.Super flumina babylonis" (dit koor organiseerde
den wedstrijd) werd door hem begroet op hartelijke
wijze, en tevens huldigde hij den directeur, die zijn
50e concours meemaakte, met bloemen.
Door ambtsverbintenis was Zijne Hoogw. Exc.
Mgr. J. P. Huibers, bisschop van Haarlem, verhin
derd, het concours bij te wonen.
Het is niet doenlijk, het programma van dezen
dag op den voet te volgen, hoewel er in alle afdee-
lingen, ook de laagste, veelal voortreffelijk werk
werd geboden, Zoo zong het vrouwenkoor „St.
Caecilia" te Haarlem in mooi gestabiliseerden klank
en heel muzikaal zijn twee koorwerken. Evenzoo
deed „Lactare", Amstelveen, dat echter het slot van
't verplichte werk, waar de maatverwisseling be
gint, minder gelukkig weergaf. In de 2e afd. gem.
koren gaf „Beverwijk's a Cappellakoor" een voor
treffelijke en klankrijke, daarbij muzikale weergave
van het verplicht koor onder Leo Pielage. Bij een
wisseling van het toongeslacht, in de slotstrofe,
weifelde het koor, wat voor den directeur aanleiding
wei-d, af te breken en van verdere mededinging af
te zien. Een minder scrupuleus leider had wellicht
nog getracht, weer in 't gareel te komen. Pielage
liet dit m.i. zeer terecht na. Voor het koor en zijn
leider was er in de zaal algemeene deelneming. Het
koor uit Hillegom „Cantate et jubilate", onder mej.
Hogervorst, zong dit werk zonder weifelen, maar
zong Arcadelt's werk te zwaarwichtig, te breed.
In de le afd. gem. koren zong „Inter Nos",
IJmuiden onder L. Tervoort twee oude werken in
het middel-Nederlandsch van J. Wintelroy, in den
stijl van Jannequin's muziek gehouden, gecompo
neerd te Den Bosch in den oorlogstijd die tachtig
jaren zou duren en waarvan juist de eerste vier
jaren waren gepasseerd. Terecht zong hij:
Al is den tijd nu doloreus,
De Mey staet scoon en groene."
Bons 7
Geldig van 23 tot en met 29 September.
Recht gevend op: Totaal 2000 gram brood
of 2500 gram roggebrood.
tOFfIE EN THEE
Bon 73 uit het Algem. Distributieboekje
Geldig: Van 31 Aug. tot en met 27 Sept.
Recht gevend op: 1/2 pond koffie of 1/2
ons thee.
.UIKER
Bon 72 uit het Algem. Distributieboekje
Geldig: Van 31 Aug. tot Vrijdag 27 Sept
Recht gevend op: 1 K.G suiker.
WEELWAREN
Bon 71 uit het Algem. Distributieboekje
Geldig: Tot en met 4 October.
Recht gevend op: 1/2 pond tarwebloem
of tarwemeel of boekweitmeel of rogge
bloem of roggemeel of zelfrijzend bak
meel.
GRUTTERSWAREN
Bon 41 uit het Algem. Distributieboekje
Geldig: Tot en met 4 October.
Recht gevend op: 250 gram rijst of rijste-
meel of rijstebloem.
Bon 54 uit het Algem. Distributieboekje.
Geldig: Tot en met 4 October.
Recht gevend op: 250 gram havermout of
havervlokken, of gort, of grutten.
Bon 28 uit het Algem. Distributie boekje.
Geldig van 9 Sept tot 1 November
Recht gevend op: 100 gram maizena 01
griesmeel of puddingpoeder.
Bon 15 uit het Algem. Distributieboekje
Geldig van 9 Sept tot 1 November
Recht gevend op: 100 gram macaroni of
vermicelli of spaghetti
VLEESCH EN VLEESCHWAREN
Bon 01 vleesch van de Vleeschkaart geeft
van 23 tot en met 29 September recht op
100 gram rund-, kalfs- of varkensvleesch
of ongesmolten vet.
Bon „01, worst of vleeschwaren" geeft
recht op 75150 gram vleeschwaren.
BOTER EN VETTEN
Bon 05 tot en met 12 van de Boterkaart.
Geldig: Tot en met 18 October.
Recht gevend op: 1/2 pond boter.
Bon 05-06-07 van de Vetkaart.
Geldig: Tol en met 18 October.
Recht gevend op. 1/2 pond margarine of
boter
Bon 08 van de Vetkaart.
Geldig: Tot en met 18 October.
Recht gevend op. 1/2 pond boter of 1/2
pond gesmolten spijsvet
Bons 09-10-11-12 van de Vetkaart.
Recht gevend op. 1/2 pond boter met een
reductie van 10 cent per half pond
ZEEP
Bon 115 (Geldig tot 25 Sept.)
Recht gevend op
150 gram toiletzeep of
120 gram huishoudzeep of
200 gr. zachte zeep of
250 gram zeeppoeder of
125 gram zeepvlokken of
250 gram zelfwerkende waschmiddelen of
200 gr vloeibare zeep.
SCHEERZEEP
Bon 116. (Geldig tot 31 December
Recht gevend op:
50 gram scheerzeep of 1 tube scheercrême
of l pol scheerzeep.
HONDENBROOD
Bon 5 (Geldig tot 1 October)
Recht gevend op:
Groep 1 en 2. 10 K.G.
Groep 3: 8 K.G.
Groep 4: 5 K.G.
Groep 5: 4 K.G.
Groep 6: 3 K.G.
Hondenbrood wordt alleen verstrekt voor
groote rashonden of ingeval men meer dan
één hond heeft.
KATTENBROOD
Bon 5 (Geldig tot 1 October).
Recht gevend op: 11/2 K.G.
Kattenbrood wordt alleen verstrekt voor
raskatten.
PETROLEUM
(alleen voor hen, die uitsluitend op petro
leum kunnen koken). Zegel „Periode 6"
Geldig: Tot en met 3 November.
Recht gevend op: 2 liter.
De klank was kloek en ferm, de uitvoering voor
treffelijk.
Er waren ook mannenkoren, waarvan dat onder
leiding van onzen oud-stadgenoot Anton Smit (St.
Caecilia, Den Haag) een zeer muzikalen indruk
maakte, zoowel in „Domine Salvam fac" van Loots
als in Psalm 22 van J. Vollaerts S. J. De uitspraak
was echter niet zoo goed als van het Beverwijksche
koor „Onze Gezellen", mede onder L. Tervoort. Ook
het Haagsche koor „Spoordijk" onder Schuurmans
was zeer het aanhooren waard. Een dameskoor uit
Naaldwijk (Arti et religioni) muntte in een veel-
eischend werk van Lotti uit door bijzonder goede
opvatting en fraaien weiverzorgden klank.
Met het koor „St. Theresia" uit Wervershoof
(onder R. M. Moeskops) werd de hoogere afdee-
ling ingeluid op alleszins voortreffelijke wijze. Ver
plicht werk was „Caelestis urbs Jerusalem" van
Alphons Diepenbrock, een compositie waarin de uit
beelding van het woord geschiedt niet slechts in de
schoone lijnen van het rnelos, maar vooral ook in
de warme, de brandende kleuren der harmonieën.
En in dezelfde stabiliteit van den koorklank waar
mede dit werk werd vertolkt, hoorden wij ook het
onvolprezen „Hodie, Christus natus est" van dien
anderen grooten Nederlander uit wiens school een
maal Bach zou voortkomen: Jan Pieterszoon Swee-
linck.
Maar uit het Noprden onzer provincie zou ook
nog het koor „Zang en Vriendschap" (Hoogwoud)
ons komen vergasten op een even voortreffelijke
weergave van dit werk van Diepenbroek. Jammer
dat het armetierige Ersatz-werk van Schaf stall,
dat kerkmuziek wil zijn en daarvoor bromstemmen
gebruikt, een zwakke schakel was in dien keten
van onvolprezen werken, die door de koren der
hoogere afdeelingen werden gezongen. Het koor uit
Dordrecht had prachtige stemmen, doch de koor
klank was verre van stabiel. Prachtig daarentegen
was weer het koor uit Wervershoof, waarvan thans
het vrouwenkoor werken zong van Bern. Zweers en
Theo v. d. Bijl. Voor deze weergave hebben we
slechts dit ééne woord: superieur.
Het was van den K. R. O. een goede gedachte^
enkele der best geslaagde uitvoeringen vast te leg
gen op het eboniet, om die daarna in de program
ma's dier jmroepvereeniging in te lasschen.
De wedstrijd op dezen eersten dag nam ruim vijf
uren in beslag, maar ook de verst wonende koren
waren nog in de gelegenheid, den uitslag te ver
nemen, die door de leden der jury (de heeren Theo
v. d. Bijl en P. Kallenbach, toonkunstenaren resp.
te Amsterdam en te 's Hertogenbosch) was bekend
gemaakt. Hij moge hier volgen.
4e afd. gem. koren: Con Amore, Westwoud, 2041
(dit laatste cijfer is de behaalde prijs); Cantica
Nova, Berkel, 213—1.
2e afd. vrouw.k.: St. Caecilia, Haarlem 2041;
Lactare, Amstelveel 1732.
2e afd. gem. k.: Cantate et jub., Hillegom 2101;
3e afd. mann.k.: Amsterdam-Noord 1702.
2e idem: Spoorwijk, Den Haag 1722: Onze Ge
zellen, Beverwijk, 208—1; St. Caecilia, Den Haag
222—1.
le afd. vrouw.k.: Arti et relig., Naaldwijk 212—1.
le afd. gem. k.: Inter Nos, IJmuiden-Oost 219—1.
afd. uitm. gem. k.: St. Theresia, Wervershoof
1962; R.K. gem. koor, Dordrecht 2131; Zang en
Vriendschap, Hoogwoud 2161.
Afd. uitm. vrouw.k.: St. Theresia, Wervershoof
223—1.
Eere afd. vrouw.k.: Cantate et jub.. Den Haag
167—3.
Zondag a.s. volgt de tweede en laatste wedstrijd
dag, eveneens in de groote zaal van het Concert
gebouw.
G. J. KALT.
FAMILIE-VEETE.
Zaterdagavond ongeveer negen uur werd de
politie te Haarlem te hulp geroepen omdat in de
Slamatstraat een vechtpartij plaats had tusschen
twee families, die wel meer ongenoegen met
elkaar hebben. Thans waren van elke familie een
zoon slaags geraakt. Eén der vaders trok partij
voor zijn zoon; hij deed dit met behulp van een
ijzeren pijp, waarmee hij den anderen vechters
baas zulk een slag op het hoofd gaf, dat deze
bloedend gewond werd. De jongen werd ter
plaatse door leden van den Ongevallendienst ver
bonden en de vader werd ter kalmeering naar het
politiebureau aan de Smedestraat gebracht. De
politie stelt een onderzoek in.
Tentoonstelling werken
Kees Verwey.
Geopend door den heer H. F. Boot.
Zaterdagmiddag werd de tentoonstelling van wer
ken van Kees Verwey in het Frans Hals Museunl
in tegenwoordigheid van vele belangstellenden, on
der wie waren de heer G. D. Gratama, directeur
van het Frans Hals Museum, mr. dr. P. J. Witteman
lid van Ged. Staten van Noord-Holland en Lode
wijk van Deyssel, door den heer H. F. Boot geopend.
(Bericht van verhindering was ingekomen van mr.
dr. A. Baron Röell, commissaris van de provincid
Noord-Holland en den burgemeester van Haarlem,
dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk.)
De heer Boot herinnerde er aan, dat aan Kathe
dralen, meesterwerken van bouwkunst, door op
eenvolgende geslachten wordt gebouwd. Be
schouwt men de kunst als een tempel, dan is het
zelfde er op van toepassing. Ook in de kunst wer
ken opeenvolgende geslachten aan bouw en in
standhouding, zij bouwen voort op de kracht en de
schoonheid, die door vorige geslachten werden ge
realiseerd.
Er zijn twee groepen van kunstenaars: zij die
geheel eenzaam hun kunst volbrengen en zij die,
meer bescheiden, leerlingen om zich heen verza
melen.
De schilder C. Verwey, staat met beide beenen
in deze twee groepen: hij geeft goede leiding aan
zijn leerlingen, maar naar sprekers meening is het
zelf schilderen toch wel het voornaamste bij hem.
Hij heeft zeer moeilijke oogenblikken in zijn leven
doorgemaakt, maar nu, als veertigjarig man, is hij
nog jong en levendig en hij heeft veel plezier in
zijn vak. Hij zal zeker moedig vooi-waarts gaan op
het doornig pad der kunst; zijn vrienden zien de
toekomst voor hem vol vertrouwen tegemoet.
Hierna sprak de heer Boot nog een woord van
welkom en dank tot Mari Andriessen, die vertegen
woordigd is op deze expositie doo».een fraaie in
zending portretbusten.
De heer Verwey dankte voor de hem in deze zaal
en nog eenige kleinere kabinetten verleende gast
vrijheid en sprak ook woorden van dank tot den
heer Boot, die zijn leermeester geweest is. De taak
van den kunstenaar te Haarlem is het typisch
Haarlemsche weer te geven; merkwaardig is vooral
't Haarlemsche licht, dat half van de zee en half
van het land is. Spr. eindigde met den wensch,
dat hij zoolang zal mogen leven, dat het hem moge
gelukken, een waarlijk kunstwerk te scheppen.
Hierna bezichtigden de aanwezigen de tentoon
stelling.
BLOEMBOLLENCULTUUR.
De 193e algemeene vergadering van de Alge
meene Vereeniging voor Bloembollencultuur zal,
onvoorziene omstandigheden voorbehouden, in
December worden gehouden. Aan de orde wordt
o.a. gesteld de verkiezing van eer. voorzitter en van
twee leden van het hoofdbestuur in de vacaturen,
die ontstaan zullen op 1 Januari 1941 door de perio
dieke aftreding van de heeren dr. A. J. Verhage,
P. F. Seignette en G. van de Marei.
Zon onder 19.37 uur
Zon op 7.28
Tusschen deze belde tijdstippen
moet verduisterd worden.
SPOORBAAN AMSTERDAM—ROTTERDAM
GESTOORD.
Zondagmorgen is eenige storing in het spoor
wegverkeer ontstaan op de spoorbaan Amsterdam-
Rotterdam, n.l. tusschen Lisse en Hillegom. Oorzaak
was een defect aan de baan. En trad eenige stag
natie in en verschillende treinen moesten worden
omgeleid.
Heden:
MAANDAG 23 SEPTEMBER.
Rembrandt Theater „Zuster Angelica", 2.30 5
en 7 uur.
Palace: „Het Spookschip", 2, 5 en 7 uur.
Luxor Theater: „De nacht der beslissing", 2.30,
6 tot 9.30 uur doorloopend.
Frans Hals Theater: „De blanke vrouw van den
Maharadja", 2.30 en 7 uur.
DINSDAG 24 SEPTEMBER.
Groote Kerk: Orgelbespeling van 78 uur.
Bioscoopvoorstellingen des middags en des avond»