Bonnen die thans geldig zijn „Achter de Wolken schijnt de Zon". Voordracht-Avond Het Onvergankelijke VADEMECUM Vademecum van Haarlem's Dagblad Zangconcours De verduistering AGENDA. MAX ND AG 23 SEPTEMBER '194Ö HA A RE EM'S DAGBEXD" S Verwoeste schepen in verschillende havensteden herinneren nog aan de uit werking der Duitsche bombardementen tijdens de oorlogsdagen. (Foto Weltbild.) (tIN/T IN UTTEEEN^j HET TOONEEL Een decor- en meubelshow in den Stadsschouwburg. In mijn artikel over „Het komende tooneelsei- zoen" schreef ik o.a., dat de tooneelgezelschappen in dezen tijd, wilden ze financieel rondkomen, het allereerst moesten vinden in bezuinigingen in de decors en het meubilair. Het vervoer van decors en tooneelmeubelen brengt zoo veel kosten voor de gezelschappen mede, dat het in dezen tijd zelfs ruïneus mag worden genoemd. Daarom zal het noodig zijn dat men zich in de verschillende theaters behelpt met de decors en de requisieten, welke ter plaatse aanwezig zijn. Maar dan is het ook noodig, dat de provincie schouwburgen goede decors en meubelen bézitten. Dat heeft de heer H. Deinum, de directeur van onzen schouwburg, volkomen begrepen en hij heeft daarom hierin financieel gesteund door den pachter, den heer Ph. A. Deinum in de zomer maanden verschillende decors laten vernieuwen en meubelen doen aanmaken. Het resultaat hebben wij Zaterdagmiddag op een „middagvoorstelling zonder tooneelspel" voor genoodigden in het bijzonder besturen van dilettanten-tooneelvereeni- gingen, de schouwburgcommissie, wethouders en de pers mogen zien. En nu kunnen wij dadelijk zeggen, dat het ver rassend is, wat er met eigen personeel in onzen schouwburg is gepresteerd. Niet minder dan drie geheel vernieuwde-decors is ons stadstheater thans rijk en met de aanwending van „appliques" dat zijn afneembare bovenstuk ken is dit getal zelfs met eenvoudige middelen telkens uit te breiden. Wij zagen een deftige heerenkamer met eiken houten lambriseering en effen grijs behang, een zeer fraaie, stemmingsvolle oud-Engelsche kamer, die zoowel in -een jachtslot als landhuis kan dienen en een modern salon beige van kleur waarin de nieuwe zwart-witte meubelen een verrassend mooi effect maken. De kleuren van deze decors zijn zoo neutraal mogelijk gehouden, zoodat de ver schillende dames-toiletten en dit is van veel belang op het tooneel er nooit „tegen zullen vloeken". Al deze decors munten uit door distinctie. Ze zijn zoo sober mogelijk gehouden en daarom juist voornaam. En ook wat de meubelen betreft, zal ons stads theater voortaan de vergelijking met alle provin- ciesrhouwburgen schitterend kunnen doorstaan. Be halve een ameublement style Lodewijk XV, dat werd aangekocht, is alles in den schouwburg door het personeel zelf vervaardigd of door andere stof feering geheel vernieuwd. Een grijs-groene chester field en crapauds, leeren fauteuils en bruin-witte stijlvolle fantasie-meubelen met dressoir en kastjes vormen een smaakvolle aankleeding van deze verschillende decors en het mag gezegd wor den. dat de gezelschappen in onzen Stadsschouw burg thans alles zullen vinden, wat zij voor süikken, welke geen uitzonderlijke eischen stellen, noodig mochten hebben. Dat de directie van onzen schouwburg deze ver nieuwingen heeft uitgevoerd in dezen zorgelijken tijd kan niet genoeg worden geprezen, want men vergete vooral niet, dat dit zonder steun van de gemeente is geschied en dus financieel geheel dooi den pachter is gedragen. Voor een groot deel is dit te danken aan de energie en den kunstzin van den tegenwoordigen directeur, den heer Herman Dei num, maar het zou toch niet mogelijk geweest zijn zonder de bereidwilligheid van den heer Ph. A. Deinum, die den schouwburg heeft gepacht. En ook willen wij hier de namen noemen van den tooneelmeester, den heer Voskuilen, den requi- siteur, den heer Knol en den electricien. den heer Stroes, die zooals de heer Deinum in zijn cau serie met warme waardeering meedeelde geheel hun tijd en niet te vergeten hun talent in deze zomermaanden hebben gegeven om deze verbete ringen mogelijk te maken. Laten wij hopen, dat al deze moeite beloond moge worden met trouw bezoek van het publiek in de komende maanden en wij weer eens van een intens tooneelleven in Haarlem zullen kunnen «preken. J. B. SCHUIL. Ludamus speelt een revue De R;K. Tooneelvereeniging Ludamus viert haar tweede lustrum en heeft dit jubileumseizoen Zondagmiddag in den Stadsschouwburg ingezet met de opvoering van een revue, die zij den toe- passelijken tittel heeft gegeven van „Achter de wolken schijnt de zon". Deze revue heeft bij de stampvolle zaal een verdiend groot succes gehad. Zij was dan ook alleraardigst, vooral na de pauze, toen wij zelfs van een voor dilettanten uitstekende revue konden spreken. De eerste helft zou door bekorting hier en daar en ook door wat vlotter tempo vooral in de parlandi nog kunnen winnen. Zoo is het begin de volle Jan Plezier, die de auto in dezen dis tributietij d vervangt heel goed gevonden, maar het effect gaat een weinig verloren, doordat de grappen met het paard te veel worden uit gesponnen. De Familie Stastok past zeer zeker in een Haarlemsche revue in den jare 1940, maar het verhaal van Keesje, het diakenhuismannetje hoe goed ook gedaan door Wim Schoonderbeek is voor een revue te lang. Ook de sketches zouden door bekorting kunnen winnen. Maar welk een werk is er overigens van deze revue gemaakt! Zij is vol variatie en doet het dank zij ook de vele actueele grappen dan ook uitstekend op het tooneel. Ben Bunders en Wim Vlntges zijn twee komieken, die het klappen van de zweep kennen. Nell van Bruggen is een aller- charmantste soubrette, die ook zooals in de finale bleek goed weet te zeggen. De sketches waren grappig en werden in den juisten revue-toon gespeeld. Er waren frissche balletten en er werd vooral door mej. Sehuilda met entrain en in fraaie costuums gedanst. De zang klonk zuiver en frisch en werd door het versterkte orkest van Jan Nibbering met schwung begeleid. Vooral het gedeelte na de pauze mocht er zijn. Toen zat er gang in het geheel en werden wij verrast door eenige door den heer Jan Kraak man knap geschilderde doeken. Zoo was het Anno 1940-Ballet voor dat machinedoek werkelijk een vondst. En hoe goed was dit ook van aan kleeding en uitvoering. De ziel van deze revue was wel Ben Bunders, die niet alleen een groot deel van den tekst en de muziek heeft gemaakt, maar ook bijna aldoor als één der twee compères, als den boekhouder in de sketch „De vrije dag" en als chansonnier op de planken was. Hij imiteerde Willy Walden soms zoo sterk vooral in de sketch dat je zou gaan gelooyen dezen komiek op de planken te zien. Een goed geslaagd nummer was ook „De Clair- voyante" door Bep Lambert gezongen in een fan tastisch décor. Maar het beste van de revue was voor het slot bewaard. Dat was de finale, waarin aan de Vredeskoningin den vrede werd afgesmeekt. Zel den zagen wij van dilettanten een zoo groot op gezette revue-finale in een zoo goede omlijsting. Het klopte alles als een bus, het was uitstekend van groepeering, de zang met de heldere solo stem van mevrouw L. Engelenberg als de Vredes koningin klonk opgewekt en beschaafd en het aardige slotrefrein „Achter de wolken schijnt de zon" was zoo meesleepend, dat heel de zaal het meezong. Een slot, dat pakte, zoodat het publiek in een alleropgewektste stemming den schouwburg ver liet. J. B. SCHUIL. Charlotte Kohier „Het Onvergankelijke" heeft Charlotte Kohier haar programma, dat zij Zaterdagavond in onzen Stadsschouwburg voordroeg, genoemd. Het „on vergankelijke". dat is het Nederlandsche vers, waarin de dichter gezongen heeft van de Schoon heid, den Arbeid, de Liefde, het Geloof en het Vaderland, van waarden dus. die van alle tijden zijn. Wij zijn Charlotte Kohier dankbaar, dat zij dit programma gaf, juist nu, in dezen tijd, nu wij allen gevoeliger hiervoor zijn dan anders. In een interview heeft Charlotte Kohier ver klaard, dat het zeggen van verzen van een kun stenares meer vergt dan een voordracht zooals Marathondans of Carrière. Maar niet alleen aan de kunstenai-es, ook aan de hoorders stelt zoo'n avond veel hoogere eischen, want ook zij hebben zich telkens weer bij elk nieuw vers in te stellen op een anderen dichter. Van het concentratiever mogen van de hoorders wordt het hoogste ge vraagd, vooral omdat vele verzen hun natuurlijk onbekend zijn. Hoe spoedig dwaalt men niet af bij het luisteren naar vooral lyrische poëzie, die de spanning mist der dramatiek. Dat ondanks dit de zeer goed bezette zaal heel den avond in diepe aandacht en de grootste stilte heeft geluisterd is wel een bewijs, hoe Charlotte Köhler ook met deze verzen het publiek in haar ban had. Aan het slot ontlaadde zich de door den inhoud der verzen gestegen spanning in een ovatie die maar niet eindigen wilde en waar voor de kunstenares telkens weer terug moest keeren. In schoonheid had zij het „onverganke lijke" tot ons gebracht. Wie Charlotte Köhler vroeger ook in verzen heeft gehoord, zal het Zaterdagavond niet ontgaan zijn, dat de actrice hoe langer hoe meer terug wijkt voor de kunstenares, die louter de interme diaire wil zijn tusschen den dichter en het publiek. Vroeger hoorde men in verzen allereerst Charlotte Köhler, daarna pas den dichter; thans is de dichter hoofdzaak en is zij het zeer gevoelige instrument, dat hem tot ons brengt. Wel is het steeds een aparte vreugde om naar haar te zien tijdens haar voordracht, omdat haar gezicht zoo expressief is en zij plastisch en mimisch hoe sober thans ook de sfeer van het gedicht geeft. Nog steeds is voor haar de inhoud van grooter belang dan de vorm en het rhythme. maar hoe zeer heeft haar voordracht zich in deze jaren verinnigd. Vooral trof ons dit itv de zuiver lyrische verzen, die wel het grootste deel van het programma dat uitmuntte door de gestileerdheid van de keuze der gedichten vormde. In het begin had zij nog even moeite er geheel „in'' te komen, wat wel voornamelijk zijn oorzaak vond in de rumoerigheid van het te laat. komend publiek. Maar zoodra de zaal rustig was. was zij zich zelf geheel meester en prachtig beheerscht. droeg zij in lichten toon „Werking der Muziek" van Winkler Prins voor. Feilloos wist zij zich tel- kens met elk nieuw gedicht „om te schakelen" en ons in de sfeer en den gedachtengang van den dichter te brengen. Met welk een gezonden humor droeg zij het bekende „Akkerleven" van Poot voor, hoe zuiver gaf zij onmiddellijk daarop de menge ling van fantasie en werkelijkheid in „Het Ledi kant" van Aart van der Leeuw, en hoe zwaar van ernst klonk daarna „De Zaaier" van Guido Gezelle. In de cyclus „De Liefde" die prachtig inzette met de zoo gevoelig voorgedragen „ballade" van den onbekenden dichter, belefden wij vreugde van de gedichten van Hooft hoe fijn-geestig bijvoor beeld was het „Reine liefde can niet vergaan" waarop het publiek spontaan met applaus reageer de. Welk een mooie climax was er in „Liefdes uur' van Boutens en een meesterstuk van voordracht werd de zeer mooie weemoedige Ballade van Frankrijk" van Weremeus Buning. Het programma na de pauze was aan het Ge loof en het Vaderland gewijd. Van sterke kracht was de voordracht van het zoo menschelijke „Wie boven al zijn God bemindt" van Bredero, van groote innigheid Ego Flos van Gezelle. Over de wat naieve voordracht van Jan Prins' „De Bruid" verwonderde ik mij, maar strak en stoer klonk daarna „Polderland" van Marsman. Een aardige afwisseling bracht de „allergeestigst voorgedragen Boutade van de Genestet, waarop het kortste, maar op dezen avond misschien wel meest ont roerende gedicht „Holland" van Marsman volgde, zoo treffend ook door de twee slotregels: laat mij één avond in de plassen blinken, daarna mag ik verdampen als een wolk, nu Marsman pas van ons is heengegaan! Het Geuzenvendel van Hemkes en Potgieters's Holland sloten het programma af. Het waren niet de mooiste gedichten, maar ze deden bijzondere snaren trillen in ons gemoed en het was geen won der dat het publiek na dit aangrijpende slot als één man opstond en minuten lang Charlotte Köhler toejuichte. J. B. SCHUIL. Ten gerieve van onze abonnés hebben wij een uitgegeven, met de distributie- en over heidsmaatregelen in een register, op- bergmap en productie-index, in weke- lijksche afleveringen. Het onmisbaar dossier voor eiken zaken man en elke huismoeder is bijgehouden van den dag af dat de vele instructies en maatregelen werden getroffen en in de kranten gepubliceerd. Met kennis van zaken zijn deze kennis gevingen gerubriceerd en direct na te slaan. Geen vragen meer, voor navraag geen geloop, geen kostbaren tijd verspild en ten slotte nog verkeerd ingelicht. „HAARLEM'S DAGBLAD" deed het werk voor U. Wie van orde houdt en gaarne „de boel netjes voor elkaar heeft", zal verrukt zijn met het Een PROEFEXEMPLAAR ligt ter inzage aan onze bureaux Groote Houtstraat 93 en Soendaplein 37. De Inteekenprijs bedraagt ƒ5.75 voor 52 wekelijksche afleveringen van 1 Juli 1940 af en verder gratis thuis te bezorgen, met opberg- band en index. R.K. Bond van Zangvereenigingen in N. en Z. Holland. De jaarlijksche zangwedstrijd van den R.K. Bond van Zangvereenigingen in N. en Z.-Holland is ditmaal te Haarlem gehouden. Deze is een bijzonder succes geworden, want zonder onderscheid kwamen al de 18 deelnemende koren uitstekend voorbereid op het podium en voerden koorwerken uit waarvan een belangrijk deel behoorde tot het beste onzer koorlitteratuur. De meeste deelnemers kwamen uit het noorden onzer provincie, hoewel ook Den Haag, Naaldwijk, Dordrecht vertegenwoordigd waren. Allen waren opgetogen over de acoustiek onzer Concertgebouw-zaal, en bij vele deelhebbers droeg die meewerkende factor zeer bij tot het verkrijgen van het prachtige klankgeheel dat wij dezen dag zoo vele malen mochten bewonderen. Na de openingsrede, tijdens de ontvangst der deelhebbers uitgesproken door den HoogEerw. Heer F. B. J. M. Fibbry, Plebaan der Kathedrale kerk te Haarlem, ving om één uur de wedstrijd aan, aan gekondigd door den Bondsvoorzitter den heer J. A. Spigt uit Hoogkarspel. Het Haarl. koor St. Caecilia, dat onder A. Bak een bijzonder mooie weergave schonk van Gounod's .Super flumina babylonis" (dit koor organiseerde den wedstrijd) werd door hem begroet op hartelijke wijze, en tevens huldigde hij den directeur, die zijn 50e concours meemaakte, met bloemen. Door ambtsverbintenis was Zijne Hoogw. Exc. Mgr. J. P. Huibers, bisschop van Haarlem, verhin derd, het concours bij te wonen. Het is niet doenlijk, het programma van dezen dag op den voet te volgen, hoewel er in alle afdee- lingen, ook de laagste, veelal voortreffelijk werk werd geboden, Zoo zong het vrouwenkoor „St. Caecilia" te Haarlem in mooi gestabiliseerden klank en heel muzikaal zijn twee koorwerken. Evenzoo deed „Lactare", Amstelveen, dat echter het slot van 't verplichte werk, waar de maatverwisseling be gint, minder gelukkig weergaf. In de 2e afd. gem. koren gaf „Beverwijk's a Cappellakoor" een voor treffelijke en klankrijke, daarbij muzikale weergave van het verplicht koor onder Leo Pielage. Bij een wisseling van het toongeslacht, in de slotstrofe, weifelde het koor, wat voor den directeur aanleiding wei-d, af te breken en van verdere mededinging af te zien. Een minder scrupuleus leider had wellicht nog getracht, weer in 't gareel te komen. Pielage liet dit m.i. zeer terecht na. Voor het koor en zijn leider was er in de zaal algemeene deelneming. Het koor uit Hillegom „Cantate et jubilate", onder mej. Hogervorst, zong dit werk zonder weifelen, maar zong Arcadelt's werk te zwaarwichtig, te breed. In de le afd. gem. koren zong „Inter Nos", IJmuiden onder L. Tervoort twee oude werken in het middel-Nederlandsch van J. Wintelroy, in den stijl van Jannequin's muziek gehouden, gecompo neerd te Den Bosch in den oorlogstijd die tachtig jaren zou duren en waarvan juist de eerste vier jaren waren gepasseerd. Terecht zong hij: Al is den tijd nu doloreus, De Mey staet scoon en groene." Bons 7 Geldig van 23 tot en met 29 September. Recht gevend op: Totaal 2000 gram brood of 2500 gram roggebrood. tOFfIE EN THEE Bon 73 uit het Algem. Distributieboekje Geldig: Van 31 Aug. tot en met 27 Sept. Recht gevend op: 1/2 pond koffie of 1/2 ons thee. .UIKER Bon 72 uit het Algem. Distributieboekje Geldig: Van 31 Aug. tot Vrijdag 27 Sept Recht gevend op: 1 K.G suiker. WEELWAREN Bon 71 uit het Algem. Distributieboekje Geldig: Tot en met 4 October. Recht gevend op: 1/2 pond tarwebloem of tarwemeel of boekweitmeel of rogge bloem of roggemeel of zelfrijzend bak meel. GRUTTERSWAREN Bon 41 uit het Algem. Distributieboekje Geldig: Tot en met 4 October. Recht gevend op: 250 gram rijst of rijste- meel of rijstebloem. Bon 54 uit het Algem. Distributieboekje. Geldig: Tot en met 4 October. Recht gevend op: 250 gram havermout of havervlokken, of gort, of grutten. Bon 28 uit het Algem. Distributie boekje. Geldig van 9 Sept tot 1 November Recht gevend op: 100 gram maizena 01 griesmeel of puddingpoeder. Bon 15 uit het Algem. Distributieboekje Geldig van 9 Sept tot 1 November Recht gevend op: 100 gram macaroni of vermicelli of spaghetti VLEESCH EN VLEESCHWAREN Bon 01 vleesch van de Vleeschkaart geeft van 23 tot en met 29 September recht op 100 gram rund-, kalfs- of varkensvleesch of ongesmolten vet. Bon „01, worst of vleeschwaren" geeft recht op 75150 gram vleeschwaren. BOTER EN VETTEN Bon 05 tot en met 12 van de Boterkaart. Geldig: Tot en met 18 October. Recht gevend op: 1/2 pond boter. Bon 05-06-07 van de Vetkaart. Geldig: Tol en met 18 October. Recht gevend op. 1/2 pond margarine of boter Bon 08 van de Vetkaart. Geldig: Tot en met 18 October. Recht gevend op. 1/2 pond boter of 1/2 pond gesmolten spijsvet Bons 09-10-11-12 van de Vetkaart. Recht gevend op. 1/2 pond boter met een reductie van 10 cent per half pond ZEEP Bon 115 (Geldig tot 25 Sept.) Recht gevend op 150 gram toiletzeep of 120 gram huishoudzeep of 200 gr. zachte zeep of 250 gram zeeppoeder of 125 gram zeepvlokken of 250 gram zelfwerkende waschmiddelen of 200 gr vloeibare zeep. SCHEERZEEP Bon 116. (Geldig tot 31 December Recht gevend op: 50 gram scheerzeep of 1 tube scheercrême of l pol scheerzeep. HONDENBROOD Bon 5 (Geldig tot 1 October) Recht gevend op: Groep 1 en 2. 10 K.G. Groep 3: 8 K.G. Groep 4: 5 K.G. Groep 5: 4 K.G. Groep 6: 3 K.G. Hondenbrood wordt alleen verstrekt voor groote rashonden of ingeval men meer dan één hond heeft. KATTENBROOD Bon 5 (Geldig tot 1 October). Recht gevend op: 11/2 K.G. Kattenbrood wordt alleen verstrekt voor raskatten. PETROLEUM (alleen voor hen, die uitsluitend op petro leum kunnen koken). Zegel „Periode 6" Geldig: Tot en met 3 November. Recht gevend op: 2 liter. De klank was kloek en ferm, de uitvoering voor treffelijk. Er waren ook mannenkoren, waarvan dat onder leiding van onzen oud-stadgenoot Anton Smit (St. Caecilia, Den Haag) een zeer muzikalen indruk maakte, zoowel in „Domine Salvam fac" van Loots als in Psalm 22 van J. Vollaerts S. J. De uitspraak was echter niet zoo goed als van het Beverwijksche koor „Onze Gezellen", mede onder L. Tervoort. Ook het Haagsche koor „Spoordijk" onder Schuurmans was zeer het aanhooren waard. Een dameskoor uit Naaldwijk (Arti et religioni) muntte in een veel- eischend werk van Lotti uit door bijzonder goede opvatting en fraaien weiverzorgden klank. Met het koor „St. Theresia" uit Wervershoof (onder R. M. Moeskops) werd de hoogere afdee- ling ingeluid op alleszins voortreffelijke wijze. Ver plicht werk was „Caelestis urbs Jerusalem" van Alphons Diepenbrock, een compositie waarin de uit beelding van het woord geschiedt niet slechts in de schoone lijnen van het rnelos, maar vooral ook in de warme, de brandende kleuren der harmonieën. En in dezelfde stabiliteit van den koorklank waar mede dit werk werd vertolkt, hoorden wij ook het onvolprezen „Hodie, Christus natus est" van dien anderen grooten Nederlander uit wiens school een maal Bach zou voortkomen: Jan Pieterszoon Swee- linck. Maar uit het Noprden onzer provincie zou ook nog het koor „Zang en Vriendschap" (Hoogwoud) ons komen vergasten op een even voortreffelijke weergave van dit werk van Diepenbroek. Jammer dat het armetierige Ersatz-werk van Schaf stall, dat kerkmuziek wil zijn en daarvoor bromstemmen gebruikt, een zwakke schakel was in dien keten van onvolprezen werken, die door de koren der hoogere afdeelingen werden gezongen. Het koor uit Dordrecht had prachtige stemmen, doch de koor klank was verre van stabiel. Prachtig daarentegen was weer het koor uit Wervershoof, waarvan thans het vrouwenkoor werken zong van Bern. Zweers en Theo v. d. Bijl. Voor deze weergave hebben we slechts dit ééne woord: superieur. Het was van den K. R. O. een goede gedachte^ enkele der best geslaagde uitvoeringen vast te leg gen op het eboniet, om die daarna in de program ma's dier jmroepvereeniging in te lasschen. De wedstrijd op dezen eersten dag nam ruim vijf uren in beslag, maar ook de verst wonende koren waren nog in de gelegenheid, den uitslag te ver nemen, die door de leden der jury (de heeren Theo v. d. Bijl en P. Kallenbach, toonkunstenaren resp. te Amsterdam en te 's Hertogenbosch) was bekend gemaakt. Hij moge hier volgen. 4e afd. gem. koren: Con Amore, Westwoud, 2041 (dit laatste cijfer is de behaalde prijs); Cantica Nova, Berkel, 213—1. 2e afd. vrouw.k.: St. Caecilia, Haarlem 2041; Lactare, Amstelveel 1732. 2e afd. gem. k.: Cantate et jub., Hillegom 2101; 3e afd. mann.k.: Amsterdam-Noord 1702. 2e idem: Spoorwijk, Den Haag 1722: Onze Ge zellen, Beverwijk, 208—1; St. Caecilia, Den Haag 222—1. le afd. vrouw.k.: Arti et relig., Naaldwijk 212—1. le afd. gem. k.: Inter Nos, IJmuiden-Oost 219—1. afd. uitm. gem. k.: St. Theresia, Wervershoof 1962; R.K. gem. koor, Dordrecht 2131; Zang en Vriendschap, Hoogwoud 2161. Afd. uitm. vrouw.k.: St. Theresia, Wervershoof 223—1. Eere afd. vrouw.k.: Cantate et jub.. Den Haag 167—3. Zondag a.s. volgt de tweede en laatste wedstrijd dag, eveneens in de groote zaal van het Concert gebouw. G. J. KALT. FAMILIE-VEETE. Zaterdagavond ongeveer negen uur werd de politie te Haarlem te hulp geroepen omdat in de Slamatstraat een vechtpartij plaats had tusschen twee families, die wel meer ongenoegen met elkaar hebben. Thans waren van elke familie een zoon slaags geraakt. Eén der vaders trok partij voor zijn zoon; hij deed dit met behulp van een ijzeren pijp, waarmee hij den anderen vechters baas zulk een slag op het hoofd gaf, dat deze bloedend gewond werd. De jongen werd ter plaatse door leden van den Ongevallendienst ver bonden en de vader werd ter kalmeering naar het politiebureau aan de Smedestraat gebracht. De politie stelt een onderzoek in. Tentoonstelling werken Kees Verwey. Geopend door den heer H. F. Boot. Zaterdagmiddag werd de tentoonstelling van wer ken van Kees Verwey in het Frans Hals Museunl in tegenwoordigheid van vele belangstellenden, on der wie waren de heer G. D. Gratama, directeur van het Frans Hals Museum, mr. dr. P. J. Witteman lid van Ged. Staten van Noord-Holland en Lode wijk van Deyssel, door den heer H. F. Boot geopend. (Bericht van verhindering was ingekomen van mr. dr. A. Baron Röell, commissaris van de provincid Noord-Holland en den burgemeester van Haarlem, dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk.) De heer Boot herinnerde er aan, dat aan Kathe dralen, meesterwerken van bouwkunst, door op eenvolgende geslachten wordt gebouwd. Be schouwt men de kunst als een tempel, dan is het zelfde er op van toepassing. Ook in de kunst wer ken opeenvolgende geslachten aan bouw en in standhouding, zij bouwen voort op de kracht en de schoonheid, die door vorige geslachten werden ge realiseerd. Er zijn twee groepen van kunstenaars: zij die geheel eenzaam hun kunst volbrengen en zij die, meer bescheiden, leerlingen om zich heen verza melen. De schilder C. Verwey, staat met beide beenen in deze twee groepen: hij geeft goede leiding aan zijn leerlingen, maar naar sprekers meening is het zelf schilderen toch wel het voornaamste bij hem. Hij heeft zeer moeilijke oogenblikken in zijn leven doorgemaakt, maar nu, als veertigjarig man, is hij nog jong en levendig en hij heeft veel plezier in zijn vak. Hij zal zeker moedig vooi-waarts gaan op het doornig pad der kunst; zijn vrienden zien de toekomst voor hem vol vertrouwen tegemoet. Hierna sprak de heer Boot nog een woord van welkom en dank tot Mari Andriessen, die vertegen woordigd is op deze expositie doo».een fraaie in zending portretbusten. De heer Verwey dankte voor de hem in deze zaal en nog eenige kleinere kabinetten verleende gast vrijheid en sprak ook woorden van dank tot den heer Boot, die zijn leermeester geweest is. De taak van den kunstenaar te Haarlem is het typisch Haarlemsche weer te geven; merkwaardig is vooral 't Haarlemsche licht, dat half van de zee en half van het land is. Spr. eindigde met den wensch, dat hij zoolang zal mogen leven, dat het hem moge gelukken, een waarlijk kunstwerk te scheppen. Hierna bezichtigden de aanwezigen de tentoon stelling. BLOEMBOLLENCULTUUR. De 193e algemeene vergadering van de Alge meene Vereeniging voor Bloembollencultuur zal, onvoorziene omstandigheden voorbehouden, in December worden gehouden. Aan de orde wordt o.a. gesteld de verkiezing van eer. voorzitter en van twee leden van het hoofdbestuur in de vacaturen, die ontstaan zullen op 1 Januari 1941 door de perio dieke aftreding van de heeren dr. A. J. Verhage, P. F. Seignette en G. van de Marei. Zon onder 19.37 uur Zon op 7.28 Tusschen deze belde tijdstippen moet verduisterd worden. SPOORBAAN AMSTERDAM—ROTTERDAM GESTOORD. Zondagmorgen is eenige storing in het spoor wegverkeer ontstaan op de spoorbaan Amsterdam- Rotterdam, n.l. tusschen Lisse en Hillegom. Oorzaak was een defect aan de baan. En trad eenige stag natie in en verschillende treinen moesten worden omgeleid. Heden: MAANDAG 23 SEPTEMBER. Rembrandt Theater „Zuster Angelica", 2.30 5 en 7 uur. Palace: „Het Spookschip", 2, 5 en 7 uur. Luxor Theater: „De nacht der beslissing", 2.30, 6 tot 9.30 uur doorloopend. Frans Hals Theater: „De blanke vrouw van den Maharadja", 2.30 en 7 uur. DINSDAG 24 SEPTEMBER. Groote Kerk: Orgelbespeling van 78 uur. Bioscoopvoorstellingen des middags en des avond»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 10