en stichtingen- Indien de vereeniging geen BOSCH Vordering van onroerende goederen voor de Duitsche Weermacht Opgave van ver FLITSEN FIETSLICHT MAANDAG 23 SEPTEMBER 1940 HAARLEM'S DAGBLAD Bepalingen inzake de schadevergoeding Onttrekking slechts tijdelijk 's GRAVEN HAGE, 21 September. Het ver ordeningenblad bevat een verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffende ingebruiknemening van be bouwde en onbebouwde onroerende goederen ten behoeve van de Duitsche weermacht. Hierbij wordt bepaald: Artikel 1. (1). Bebouwde en onbebouwde grond- erven met al hetgeen' zich, als onroerend goed door bestemming, daarop bevindt en daartoe behoort (inventar), worden, indien noodig, door de Duit sche weermacht door middel van vordering in ge bruik genomen. (2.) Door het bloot feit der vordering gaat het recht op het uitsluitend gebruik van het on roerend goed over op de Duitsche weermacht. Artikel 2. Een onroerend goed wordt geacht gevorderd te zijn, wanneer het vorderingsbewijs volgens het aan de verordening toegevoegde model, afgegeven is aan de Nederlandsche ge meente, binnen welker gebied het onroerend goed ligt. Door deze Nederlandsche gemeente moet van de vordering onverwijld mededeeling worden ge daan aan den eigenaar van het onroerend goed, alsmede aan hem, die tot het onmiddellijk gebruik daarvan gerechtigd is. Artikel 3. (1). De Duitsche weermacht kan voor de ingebruikneming van een onroerend goed aan hem, die tot het onmiddellijk gebruik daarvan gerechtigd is, schadeloosstelling verleenen. Deze schadeloosstelling bedraagt jaarlijks: a. voor grond- erven, welke voor landbouwdoeleinden worden gebruikt, het bedrag der jaarlijksche pachtwaarde; b. voor andere gronderven, twee derde deel van het bedrag der jaarlijksche huurwaarde; c. voor al het geen zich, als onroerend goed door bestemming op het onroerend goed bevindt en daartoe be hoort (inventar) 6 pet. van zijn waarde als roerend goed. (2.) Als jaarlijksche pachtwaarde wordt aan genomen het bedrag, dat binnen de grenzen der redelijkheid voor het gevorderde gronderf jaarlijks wordt betaald of verkregen kan worden. (3.) Als jaarlijksche huurwaarde en als waarde als roerend goed wordt aangenomen de waarde, die door den dienst der belastingen als zoodanig ambtelijk is of wordt vastgesteld. (4.) Met bodemschade, oogstderving, bemoei lijking in de uitoefening van het bedrijf, gederfde winst uit de exploitatie van bebouwde gronderven en waardevermindering van gronderven ten ge volge van het gebruik wordt bij het vaststellen der schadeloosstelling geen rekening gehouden. PACHT- OF HUURWAARDE. Artikel 4. (1.) Bij de vaststelling der pacht waarde moet het bevoegde pachtbureau worden gehoord, ten einde advies uit te brengen. De „Wehrmachtsbezirksverwaltung" is aan dit advies niet gebonden; zij stelt de schadeloosstelling naar eigen goeddunken vast. (2). Bij de vaststelling der huurwaarde of der waarde als roerend goed moet van de bescheiden welke zich onder de onder het departement van Financiën ressorteerende diensten bevinden, wor den uitgegaan. Is uit bedoelde bescheiden de waarde der gevorderde goederen niet vast te stel len of is daaruit deze waarde ook niet door verge lijking met de waarde van goederen van soortge lijken aard of ligging noch door bepaling van het evenredig gedeelte der waarde eener zaak, die slechts gedeeltelijk is gevorderd, vast te stellen, zonder op moeilijkheden van grooteren aard te stuiten, dan bepaalt de „Wehrmachtsbezirksver waltung" naar zijn goeddunken het bedrag der schadeloosstelling. (3). De pachtbureaux en de onder het depar tement van Financiën ressorteerende diensten zijn verplicht over de waarde van een gevorderd goed inlichtingen te verschaffen aan instanties der Duitsche weermacht. Artikel 5. Bedraagt de schadeloosstelling, als bedoeld in de artikelen 3 en 4 minder dan de pacht, de huur of eenigerlei andere vergoeding, welke hij, die tot het onmiddellijk gebruik verschuldigd is, dan wordt het bedrag dier vergoeding voor den duur der vordering verminderd tot het bedrag der schadeloosstelling. Wordt in het geheel geen scha deloosstelling toegekend, dan vervalt de verplich ting tot het betalen dezer vergoeding. Artikel 6. (1). Hij, die aanspraak maakt op schadeloosstselling, dient bij den burgemeeter een verzoek tot schadeloosstelling, volgens het aan de verordening toegevoegde model, in. Dit verzoek dient vergezeld te gaan yan de voor het vaststellen van de waarde noodzakelijke be scheiden. (2) De gemeente stelt, lettende op artikel 3 en artikel 4, lid 1 en 2, voor zooveel mogelijk de waarde van het gevorderde goed vast en legt het verzoek met bijlagen en eventueel vergezeld van de door haar vastgestelde waarde aan de voor haar bevoegde „Wehrmachtbezirksverwaltung" voor. UITBETALING. Artikel 7 (1). De gemeenten kunnen maande lijks de helft van het per maand verschuldigde bedrag der op den voet van de artikelen 3 en 4 vastgestelde schadevergoedng uitbetalen aan den in artikel 3 bedoelde gerechtigde,, voordat de hoegrootheid der te verleenen schadeloosstelling door de „Wehrmachtbezirksverwaltung" is goedge keurd. (2). Het uiteindelijke bedrag der schadeloosstel ling wordt door de „Wehrmachtbezirksverwaltung" bepaald. Zij maakt de dienovereenkomstig uit te keeren bedragen maandelijks over aan de gemeen ten, ten verdere uitbetaling aan de gerechtigden. (3). Hij die volgens artikel 3 recht op schade loosstelling heeft, evenals een gemeente, die be talingen, als in lid 1 bedoeld, heeft ver richt, kan binnen twee weken, nadat de be slissing van de „Wehrmachtbezirksverwaltung" hem of haar is medegedeeld de beslissing van den hoofd intendant (chef-intendant) bij den weermachtbe velhebber in Nederland inroepen. (4) Wanneer de gemeente, op de wijze als in lid 1 bedoeld, aan den gerechtigde meer uitbetaald heeft dan hem volgens de vaststelling van de „Wehrmachtbezirksverwaltung" of volgens de be slissing van den hoofdintendant (chef-intendant) bij den weermachtbevelhebber in Nederland toekomt, dan kan zij de aan den gerechtigde uitbetaalde scha deloosstelling alleen dan terugvorderen, wanneer laatstgenoemde bij het ontvangen der schadeloos stelling wist, of ten gevolge van grove onachtzaam heid er niet mede bekend was, dat hem een zoo danig bedrag in het geheel niet of althans voor •en deel niet toekwam, Voor zoover een gemeente dientengevolg in een mate, die de grenzen der bil lijkheid overschrijdt, schade lijdt, wordt deze door het Rijk der Nederlanden gedragen. UITZONDERINGEN. Artikel 8. De artikelen 3, 4 en 6 van deze ver ordening zijn niet van toepassing op: 1). Gronderven van Nederlandsche regeerings- organen en bureaux, met inbegrip van de opstallen en al hetgeen zich, als onroerend goed der bestem ming, op een en ander bevindt en daartoe behoort (inventar). 2). Alle versterkings- en verdedigingswerken en vlieghaveninstallaties der vroègere Nederlandsche zee- en landmacht, ook al zijn d§ze niet het eigen dom van het Rijk der Nederlanden. 3). Gronderven met inbegrip van de gebouwen en al hetgeen zich, als onroerend goed door bestem ming, op of in een en ander bevindt en daartoe behoort (inventar), welker eigenaren zich buiten het bezette Nederlandsche gebied bevinden, tenzij de hoofdintendant (chefrintendant) bij den weer machtbevelhebber in Nederland in een bepaald ge val het toekennen van schadeloosstelling toestaat. Artikel 9. Deze verordening is niet van toepas sing op: 1). Gebouwen met inbegrip van al hetgeen zich als onroerend goed door bestemming, daarin bevindt en daartoe behoort (inventar), die volgens de verordening No. 50/1940 van den Rijkscommis saris voor he' bezette Nederlandsche gebied ge vorderd worden. 2). Bebouwde en onbebouwde gronderven met al hetgeen zich, als onroerend goed door bestem ming, daarop of daarin bevindt en daartoe behoort (inventar), die vanwege de Duitsche weermacht gehuurd of gepacht zijn. Artikel 10. Geen schadeloosstelling wordt toe gekend voor het gebruik van 29 Mei 1940 door de Duitsche weermacht van onroerende goederen, met inbegrip van al hetgeen zich, als onroerend goed door bestemming, op of in een en ander bevindt en daartoe behoort (inventar). Artikel 11. Deze verordening sluit een schade loosstelling van den betrokkene door het Rijk der Nederlanden niet uit. Artikel 12. Deze verordening treedt in werking op den dag harer afkondiging. Slechts tijdelijk onttrokken. 's GRAVENHAGE, 21 Sept. De verordening van den Rijkscommissaris betreffende de ingebruik neming van bebouwde en onbebouwde erven voor doeleinden van de Duitsche weermacht, sluit den kring der verordeningen, waarbij de vergoedingen voor verrichtingen ten behoeve van de Duitsche weermacht worden geregeld. In tegenstelling tot de z.g. R-verrichtingen-veror- dening (nr. 49/40), gaat deze verordening er van uit, dat de weermacht erven slechts voor tijdelijk gebruik noodig heeft, en niet voorgoed aan den eigendom behoeft te onttrekken. De vordering van een zoodanig erf geschiedt door schriftelijke mede deeling aan de gemeente, waarin het erf gelegen is, welke gemeente den eigenaar en den directen ge bruiker hiervan onverwijld in kennis moet stellen. Voor het in gebruik nemen kan de weermacht een schadevergoeding betalen en wel aan den tot direct gebruik van het erf gerechtigde. Deze schadeloosstelling bedraagt voor landbouw gronden het bedrag van de jaarlijksche pachtwaarde voor andere gronden tweederde deel van de jaar lijksche huurwaarde, en voor alles wat zich op het erf bevindt zes procent van de waarde. De waarde wordt volgens een vrij oordeel, echter na raadple ging van Nederlandsche instanties, zooals de pacht bureaux en belastinginstanties, vastgesteld. Hij die aanspraak maakt op de schadeloosstelling moet het verzoek daartoe bij den burgemeester van de ge meente, waarin het erf is gelegen, indienen. De ge meente kan als voorschot maandelijks de helft van het waarschijnlijk per maand als schadevergoeding uit te betalen bedrag beschikbaar stellen. Is de schadevergoeding lager dan een vergoeding (pacht, huur, enz.), welke de tot direct gebruik ge rechtigde voor het gebruik van het erf betalen moet, dan wordt deze vergoeding verminderd tot het be drag van de door de weermacht betaalde schade loosstelling. Geen schadeloosstelling wordt betaald voor het in gebruik nemen van erven van Nederlandsche re- geeringsorganen en Nederlandsche regeeringsinstan- ties, van versterkings-, verdedigings- en vlieghaven installaties der vroegere Nederlandsche zee- en landmacht, alsmede van erven, waarvan de eigenaar zich buiten het bezette Nederlandsche gebied be vindt. In het laatste geval kan de chef-intendant bij wijze van uitzondering een billijke schadeloosstel ling toestaan. Natuurlijk geldt deze verorde ning niet voor verrichtingen, welke als inkwartie ring vallen onder de verordening nr. 50/1940, als mede in gevallen waarin de Duitsche weermacht volgens privaatrechtelijke overeenkomst gehuurd of gepacht heeft. Een schadeloosstelling wordt slechts verleend voor ingebruiknemingen na den 29sten Mei 1940. Een verdere schadeloosstelling van de betrok kenen door Nederlandsche instanties wordt door deze verordening niet uitgesloten. (A.N.P.) economisch doel heeft 's-GRAVENHAGE, 21 Sept. Het Verorde ningenblad bevat een verordening van den Rijks commissaris voor het bezette Nederlandsche ge bied, houdende bepalingen ter verkrijging van een overzicht (Erfassung) van vereenigingen van personen en stichtingen zonder economisch doel. Hierin is bepaald: ARTIKEL 1. 1. Alle vereenigingen van personen (vereeni gingen, bonden, organisaties en soortgelijke in stellingen), alsmede alle stichtingen in het bezette Nederlandsche gebied, zonder economisch doel, moeten binnen 20 dagen na het in werking treden van deze verordening worden opgegeven bij den bevoegden procureur-geaieraal, fungeerend direc teur van politie. 2. Bevoegd is de procureur-generaal, fungee rend directeur van politie, binnen wiens rechts gebied de vereeniging van personen of de stich ting is gevestigd. Wanneer er geen pdaats van vestiging is, dan wordt de bevoegdheid bepaald naar de plaats, waar het bestuur wordt uitge oefend. Is ook deze niet aan te wijzen, dan geldt de plaats, waar hij, die op den voet van artikel 3 tot aanmelding gehouden is, zijn woonplaats of zijn gewoon verblijf heeft. ARTIKEL 2. 1. Een vereeniging van personen wordt geacht geen economisch doel na te streven, wanneer haar doel niet in de eerste plaats gericht is op het verkrijgen van op geld waardeerbare voor- deelen ten behoeve van de vereeniging of van haar leden. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toe passing op de in artikel 1 genoemde stichtingen. ARTIKE L 3. Het bestuur van de vereeniging van personen of van de stichting of, bij onstentenis daarvan, hij, die met de dagelijksche leiding is belast, is tot het doen der opgave gehouden. Ontbreekt ook laatstbedoelde dan dient de opgave te ge schieden door dengeen, die de belangen van de vereeniging of stichting waarneemt, hetzij krach tens een hem van overheidswege gegeven op dracht (bijvoorbeeld als liquidateur)hetzij krachtens eenige andere lastgeving. ARTIKEL 4. (1) De opgave geschiedt door het indienen van een ingevulde vragenlijst en van een vermo gensstaat. De indiening dezer stukken geschiedt in duplo. Twee exemplaren der statuten dienen te worden bijgevoegd. (2) Zij, die tot het doen der opgave gehouden zijn, moeten tijdig aan de in artikel 1 genoemde instantie een verzoek om toezending van de be- noodigde formulieren indienen, een en ander onder nauwkeurige opgave, op welke der in het eerste lid van artikel l genoemde organisaties dit verzoek betrekking heeft. ARTIKEL 5. (1) Tot nader order mag' over bestanddeelen van het vermogen van de in het eerste lid van artikel 1 genoemde vereenigingen slechts worden beschikt, voor zoover dit voor de loopende zaken en voor het vereenigingsloven noodzakelijk is. Boven en behalve voornoemde rechtshandelingen mogen geen rechtshandelingen worden verricht of verklaringen worden afgegeven, waardoor op eenigerlei wijze over bestanddeelen van het ver mogen wordt beschikt of verplichtingen daartegen in het leven worden geroepen. (2) Het eerste lid is van overeenkomstige toe passing op stichtingen zonder economisch doel. (3) Rechtshandelingen, in strijd met de bepa lingen van het eerste of tweede lid verricht, zijn van onwaarde. ARTIKEL 6. (1) Personen, als in artikel 3 bedoeld, die de op gave niet tijdig doen, of die bij de opgave onware of onvolledige gegevens verstrekken, worden ge straft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar en met geldboete van ten hoogste twee dui zend gulden of met een dezer straffen. (2) met gelijke straffen wordt gestraft hij die in strijd handelt met de bepalingen van artikel 5. (3) Handelingen, als bedoeld in lid 1 en 2, zijn misdrijven. ARTIKEL 7. De bepalingen van de verordening no. 24/1940 blijven van kracht. ARTIKEL 8. Deze verordening treedt in werking op den dag harer afkondiging. MEVR. ANS STROINK LEERARES AAN HET AMSTERDAMSCH CONSERVATORIUM. In de vacature-mevr. Ria Focke heeft het be stuur van het Amsterdamsche Conservatorium benoemd tot leerares voor bijvak zang mevrouw Ans Stroink te Haarlem. VOOR DEN KRIJGSRAAD. De persdienst van de N.S.B. meldt, dat van den auditeur-militair in den Haag bericht is ont vangen, dat de klachten tegen den kapitein die in den nacht van 13 op 14 Mei j.l. te Alkmaar ver schillende vrouwelijke leden der N.S.B. heeft ge dwongen zich geheel of nagenoeg geheel te ont- kleeden, naar den krijgsraad zijn verwezen en dat het voor-onderzoek door den officier-commis saris nagenoeg is voltooid. (A.N.P.) NIEUWE SERIE No. 108 1. Als moeder, in vroeger dagen, van haar winkel uitstapje terugkwam, was het uitstappen altijd een probleem. 2. Na vergeefsche pogin gen om alles tegelijk er uit te halen, placht zij de pakjes op de bank te zetten en eerst zelf uit te stappen. 3. Gaat naar het andere portier en ontdekt dat dit aan den binnenkant ge sloten is. 4. Keert terug en slaagt er in alle pakjes te grij pen, behalve één, dat op den vloer is gegleden. 5. Duikt naar dit pakje, daarbij de meeste andere weer verliezend en leelijk klem rakend tusschen stuurwiel en bank. 6. Weet zich tenslotte te bevrijden en moeizaam naar de voordeur te strompelen. De opheffing der burgerwachten. Uitreiking van herinneringskruisen niet geoorloofd. Het A.N.P. meldt: In een brief aan de burge meesters schrijft de secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van binnenlandsche zaken, dat van de zijde der Duitsche autoriteiten er zijn aandacht op gevestigd is, dat door het be stuur eener voormalige burgerwacht zou zijn be sloten, aan de vroegere leden medailles (herinne ringskruisen) uit te reiken. Onder verwijzing naai zij n brieven waarin aan de burgemeesters werd medegedeeld, dat de burgerwachten haar werk zaamheden onmiddellijk moesten beëindigen en tot ontbinding overgaan, merkt de secretaris generaal op, dat deze mededeeling zoo moet wor den verstaan, dat ook het uitreiken van medailles als hierboven vermeld achterwege dient te blijven. Aan het bovenstaande behoort streng de hand te worden gehouden. Een arm vol prachtige oogst voor de suiker campagne, welke weer voor de deur staat en waarvoor de eerste pluk in de Haarlemmermeer een aanvang heeft genomen. (Foto Pax Holland.) I PT OP HET MERK ROTODYN LET OP HET MERK ROTODYN Verkrijgbaar bij den Erkenden Rijwielhandel. (Adv. Ingez. Med.) Nederlandsche Houtimport Mij. opgericht. Ten overstaan van notaris mr. H. C. Ittmann te Haarlem is opgericht de Nederlandsche Hout import Maatschappij „Nehim" N.V., gevestigd te Amsterdam, ten doel hebbende den houtharfdel in den ruimsten zin des woords en als importeur grossier voortzettende den verkoop „over boord" en „uit de loods" van gezaagd naaldhout en kist hout, zooals tot heden gedreven door de Hout handel v.h. P. Rot Czn. N.V. te Westzaan. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt f 1 millioen. Oprichters zijn de Houthandel P. Rot Czn. N.V. te Westzaan, de heer C. Rot te Hilversum en de heeren K. Rot, W. J. Rot en J. Rot allen te Bloe- mendaal, J. H. Telkamp te Utrecht en P. C. Rot Kzn. te Westzaan. Als directeuren treden op de H.H. K. Rot en W. J. Rot voornoemd, terwijl als commissaris zal fun- geeren de heer J. H. Telkamp. De verklaring van geen bezwaar zal ten spoedigste worden aange- Voorts werden ten overstaan van voornoemden notaris gewijzigd de statuten der Houthandel v.h. P. Rot Czn. N.V. te Westzaan. Het maatschappe lijk kapitaal wordt daarbij uitgebreid tot nomi naal f 1.5 millioen, waarvan geplaatst is f 463.000. De aandeelen zullen, inplaats van op naam, voortaan aan toonder luiden. Zoodra voor deze wijziging de verklaring van geen bezwaar is ver kregen, treedt de heer C. Rot te Hilversum af als directeur. De directie der vennootschap zal dan gevoerd worden door de heeren K. Rot en W. J. Rot, beiden te Bloemendaal. Als commissarissen zullen optreden de heeren C. Rot te Hilversum, J. Rot te Bloemendaal en J. H. Telkamp te Utrecht. Deze N.V. zal in den vervolge hoofdzakelijk werk zaam zijn als importeur-detaillist, balkenzagerij en schaverij. DE VOORRAAD VOOR HET KOMENDE JAAR. De bietenoogst is begonnen en binnenkort worden ze weer bij honderdduizenden tegelijk in de fabrieken ver werkt. De eerste oogst wordt in de Haarlemmermeer verzameld. (Foto Pax Holland.), Dank aan de Oostmark. AMSTERDAM, 21 September. (A.N.P.) Wij ontvangen den volgenden oproep: „Uit de vele pers- en radioberichten, uit verha len en reisbeschrijvingen van hen, welke uw kin deren in de Oostmark bezocht hebben en vooral uit de brieven van uw kinderen zelf, hebt gij zon der uitzondering kunnen constateeren hoe liefderijk uw kinderen zijn opgenomen en verzorgd, ja zelfs in vele gevallen zijn verwand. Bij vele ouders is dan ook de vraag opgekomen op welke wijze zij uitdrukking konden geven aan hun dankbaarheid jegens de Öostmaksche pleeg ouders. Afgaande op de wijze, waarop de Öost maksche bevolking gehoor heeft gegeven aan den oproep van den gouwleider der Oostmark om eeni ge duizenden Nederlandsche kinderen gedurende eenige maanden als gast op te nemen, mogen wij niet verwachten, dat zij persoonlijke, geschenken zullen aanvaarden. Waar nu het „winterhulpwerk" de bijzondere belangstelling en sympathie heeft van het Duitsche volk, zouden wy, als dank voor hetgeen onze kinderen in de Oostmark hebben ge noten, eveneens daartoe een steentje kunnen bij dragen door het storten van een bedrag op de giro- rekwening no. 82093 ien name van den heer C. J. Verschuur, Stationsplein no. 66 Den Haag. De totale opbrengst van deze stortingen zullen worden overgemaakt aan den gouwleider der Oost mark Oppérdonau ten behoeve van het Winter hulpwerk in deze gouw. Het storten der bijdra gen dat 31 October a.s. eindigt, zal in de bladen worden verantwoord. In de overtuiging, dat wij hiermede handelen in den geest van vele dankbare ouders: C. J. Ver schuur, Stationsplein no. 66 Den Haag, W. Holtz- apfel, de la Reijweg no. 11, Den Haag. VIJF EN VIJFTIG JAAR GETROUWD. Het echtpaar J. van Tongeren—P. Verhoeven, Zijlweg 129, zal op 7 October a.s. 55 jaar getrouwd zijn. Heden zijn de bruidsdagen ingegaan. Da man is 76, de vrouw 73 jaar oud.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5