AB'S AVONTUREN niiT EIRICWTIN Een man verdween... WOENSDAG 25 SEPTEMBER 194Ö HAARLEM'S DAGBLAD Lcdeneoncerten van dc H. O. V. Het a.s. winterprogramma. Het programma van de Haarlemsche Orkest Vereeniging in het a.s. winterseizoen luidt als volgt, te beginnen met de „Dinsdagserie", welke met het oog op de verduisteringsbepalingen op de Zondagmiddagen vastgesteld is: 13 October, dirigent: Toon Verhey. Solist: Cor de Groot, piano. 10 November, dirigent: Toon Verhey. Solist: Carel v. Leeuwen Boomkamp, violoncel. 15 December dirigent: Marinus Adam. Solist: Willem Noske, viool. 12 Januari dirigent: Marinus Adam. Solist: Theo van der Pas, piano. 9 Maart, dirigent Marinus Adam. Soliste: To van der Sluis, sopraan. 23 Maart, dirigent: Toon Verhey. Solist: Theo Olof, viool. De Vrijdagserie is aldus samengesteld: 1 Novem ber, dirigent: Marinus Adam. Solist: Herman Krebbers, viool. 15^ November, dirigent: Toon Verhey. Soliste: Joanna van Diepenbrock, decla matie. 29 NovembCT, dirigent: Marinus Adam, Solist: George Robert, orgel. 20 December, dirigent Toon Verhey. Solist: George van Renesse, piano. 3 Januari, dirigent: Toon Verhey. Soliste: Olly Folge Fonden, viool. 17 Januari, dirigent: Marinus Adam. Solist: Peter de Kleer, piano. 31 Janari, dirigent: Toon Verhey, Soliste Gerda Pons sopraan 14 Febr. dir.: ToonVerhey. Solist Marinus Flipse, piano. 28 Februari, dirigent: Marinus Adam. Solist: Gijs Beths, viool. 14 Maart, dirigent Marinus Adam. Solist: Roelof Krol, violoncel. Uiteraard zijn ook bij de Vrijdagserie de ver duisteringsbepalingen een ongerief, doch aangezien men slechts over een beperkt aantal Zondagmid dagen beschikt, blijft de Vrijdagserie op de Vrij dagen vastgesteld. Op Zondagmiddagen worden 10 volksconcerten gegeven en wel op 27 October, 3 November, 29 December in 1940, 5, 19, en 26 Januari, 9 en 23 Februari en 30 Maart in 1941. FAILLISSEMENTEN. (Opgegeven door afd. Handelsinformaties v. d. Graaf en Co. N.V., Amsterdam). Uitgesproken: 20 Sept. J. L. Klamer, handelaar in granen enz., Groningen, Parklaan 8. Recht. Comm. Mr. H. J. E. Engelkens, curator Mr. B. F. v. Lonkhuijzen, O. Bo ter ingestraat, Groningen. 23 Sept. Catrina C. J. Schoof, echtgenoote van L. C. Huurman, openbare koopvrouw, wonende te Am sterdam, Valentijnkade 51 I. Recht. Comm. P. F. Swagerman, curatrice mejuffrouw Mr. H. B. Bahl- mann, Prinsengracht 462 a, Amsterdam. 23 Sept. David Sealtiel Jr., kleermaker, wonende te Amsterdam, D. Theronstraat 33 III. Recht. Comm. Mr. W. M. A. Weitjens, -curator Mr. M. van Gelde ren, Keizersgracht 686, Amsterdam. Door de Arrondissements-rechtbank te Haarlem is op Dinsdag 4 September het faillissement uit gesproken van P. Blankert, metselaar, wonende te Haarlemmermeer, Iepenlaan 64. Curator: Mr. J. Varerkamp, te Bloemendaal. Rechter-Commissaris: Mr. C. G. Bijleveld te Haarlem. Door het verbindend worden der eenige uitdee- lingslijst zijn geëindigd de faillissementen van: 1. F. Bersée, bloembollenhandelaar, wonende te Beverwijk, Arerdsweg no. 159. Curator: Mr. L. S. Römelingh te Haarlem. 2. De nalatenschap van. J. B. M. Bakhuys, laat stelijk gewoond hebbende te Zwanenburg, gemeen te Haarlemmermeer. Curatrice: mevr. mr. J. H. G. Schutte-Struick te Heemstede. 3 (Na verzet) de Coöp. Verbruiksvereen. op Christelijken grondslag „Óns Beginsel", gevestigd te Zaandam. Curator: Mr. A. van Leyenhorst te Haarlem. Op 24 September 1940 is in de faillissementen van J. Kos. broodbakker, wonende te Zaandijk, Langedijk 174 en P. Timmers, aannemer, wonende te Haarlem. Delftkade 2. Curator: Mr. W. de Rijke te Haarlem in diens plaats benoemd Mr. J. C. Y. Nieuwenhuys te Haarlem. Op 23 September 1940 is aan de N.V. A. C. van der Schoofs Bloembollenhandel en Kweekerij, ge vestigd te Hillegom voorloopige surséance van be taling verleend. Indiening schuldvorderingen vóór 15 October 1940; stemming accoord 2 November 1940 te 9.45 uur v.m. Bewindvoerder: Mr. F. J. D. Theyse te Haarlem. Jeugdig verzamelaar stal kruisbeeld. UTRECHT, 24 September. (A.N.P.) Na ijverig speuren door de recherche is de politie gisteren overgegaan tot de arrestatie van den dief van het kruisbeeld uit de kathedrale kerk aan de Lange Nieuwstraat alhier. Het is een achttienjarige maga zijnbediende in de Brigittenstraat werkzaam. Hij werd door de politie gistermiddag van zijn werk gehaald en overgebracht naar het bureau van po litie aan de Tolsteegbrug. Hij bekende dat hij het kruis begraven had op het terrein van de sterren wacht, en het corpus had meegenomen. Hij had dit ergens onder de gemeente de Bilt in eer. sloot verstopt. Bovendien kwam door de arrestatie aan het licht, dat de jongeman, die een hartstochtelijk verzamelaar van oudheden is, eenige maanden ge leden uit het Centraal Museum een houten Chris tusbeeldje met gebonden armen had gestolen. Dit beeldje is thans teruggevonden. Het betalingsverkeer met Zweden. Regelingen getroffen. In aansluiting op de publicatie van 12 Augustus jl. maakt het Nederlandsch clearinginstituut het volgende bekend: Wederzijdsche betalingsverplichtingen voortsprui tende uit levering van goederen, ingevoerd in Ne derland. respectievelijk in Zweden, vóór 15 Augus tus 1940 zullen worden afgerekend tusschen het Nederlandsch Clearinginstituut en de Clearing- naemden te Stockholm. Hetzelfde geldt voor voor uitbetalingen voor goederen verricht voor 15 Augustus 1940, welke, doordat de levering niet kan plaats hebben, worden gerestitueerd. Voorts zullen op vorenbedoelde wijze worden verrekend betalin gen wegens de hieronder opgesomde verplichtin gen, alle voor zoover zij vóór 15 Augustus 1940 zijn vervallen. Stortingen hier te lande op grond van deze oude verplichtingen dienen ook verder, overeenkomstig de publicatie van 12 Augustus jl., te geschieden op postrekening no. 2048 (Nederlandsch Clearingin stituut „bijzondere rekening") of op de „bijzondere rekening" van het Nederlandsch Clearinginstituut bij de Nederlandsche Bank N.V. te Amsterdam. Voor deze stortingen is dus geen vergunning van het deviezeninstituut vereischt. Voor zoover reedis stortingen tegen vorenbedoelde oude schulden heb ben plaats gehad, zal door het Nederlamdische Clearinginstituut voor doorzending van advies van storting aan de Clearingnaemden te Stockholm worden zorg gedragen. Nieuwe wederzijdsche verplichtingen wegens: a. invoer van Nederlandsche goederen in Zwe den en van Zweedsche goederen in Nederland na 14 Augustus 1940; b. nevenkosten van het Nederlandsch-Zweedsche goederenverkeer, zooals invoerrechten, zee- en spoorwegvrachten, provisies; c. toezicht- en montagekosten en daarmede ver band houdende loonen, salarissen en voorschotten; d. patentkosten, alsmede, onder voorbehoud van speciaal onderzoek in afzonderlijke gevallen, li centies en soortgelijke ideëele prestaties- (bijv. auteursrechten, filmhuren etc.); e. saldi ontshtaan uit verrekeningen der weder zijdsche administraties van het Nederlandsch- Zweedsche post-, telegraaf- en spoorwegverkeer. zullen voortaan worden afgewikkeld binnen het kader der Nederlandsch-Duitsche en Duitsch- Zweedsche clearing. Voor zoover Nederlandsche importeurs onder de 2 Augustus jl. gepubliceerde regeling reeds van het deviezen instituut een vergunning dan wel een bindende toezegging hebben ontvangen om voor nieuwen goedereninvoer uit Zweden tot storting op de „bijzondere rekening" van het Nederlandsch Clearinginstituut over te gaan, zullen deze impor teurs nader'bericht ontvangen van het clearingin stituut, of de reeds plaats gehad hebbende dan wel toegestane storting, krachtens vorenbedoelde rege ling voor verrekning over de Nederlandsch-Duit sche en Duitsch-Zweedsche clearing in aanmerking komt. Nieuwe aanvragen om vergunningen of bindende toezeggingen om op vorenbedoelde wijze tot stor ting in de Nederlandsch-Duitsche en Duitsch- Zweedsche clearing te mogen overgaan, dienen als tot dusverre te worden gericht tot het deviezen mstituut te 's-Gravenhage, door middel van for mulier B/I, met vermelding bovenaan het formu lier „Zweden". Het deviezen instituut zal deze aan vragen behandelen aan de hand van de voor den invoer van Zweedsche goederen voorziene moge lijkheden. Nederlandsche crediteuren moeten hun vorderin gen, na ontvangst van het bericht van storting van het clearinginstituut indienen door middel van het in de Duitsche clearing gebruikelijke formulier b. in te zenden aan de afdeeling „Zweden" van het Nederlandsch Clearinginstituu t. Voor den export na 14 Augustus 1940 is een vereffeningscertificaat vereischt. Verwezen wordt naar onderstaande mededeeling van het crisis uit voerbureau. Hiermede vervalt voor den export naar Zweden de exportdeviezenverklaring. Formulieren zijn verkrijgbaar bij de Kamers van Koophandel, de banken en het Clearinginstituut. Het Crisis Uitvoer Bureau maakt in aansluiting aan het bovenstaande bekend: Het vereffeningscertificaat kan bij het Crisis Uitvoer Bureau werden aangevraagd op de voor Duïtschland gebruikelijke wijze. D.i. door middel van het gele aanvraagformulier, hetwelk bij den Economischen-Voorlichtingsdienst en de Kamers van Koophandel verkrijgbaar is. Bij deze instellin gen zal binnen enkele dagen een handleiding voor de invulling van het genoemde aanvraagformulier beschikbaar zijn. Voor producten, welke onder een uitvoermono- polie uit hoofde van de landbouw crisiswet vallen, is de afgifte van het vereffeningscertificaat door het Crisis Uitvoer Bureau gedelegeerd aan de des betreffende centrale-monopoliehoudsters. Boven staande regeling brengt geen wijziging in de ver plichting tot het indienen van een verzoek om dis pensatie, resp. uïtvoermachtiging ingevolge de uit- voerverbodenwet en het crisis landbouw .uitvoer- monopoliebesluit 1939. (A.N.P.) H. J. A. Hofland overleden. In den ouderdom van 76 jaar is te Naarden overleden de heer H. J. A. Hofland, een zeer bé kende figuur uit onderwijskringen in ons land. De heer Hofland, die zijn loopbaan begon als onderwijzer te Weesp, heeft aan het einde van de vorige eeuw een handels-instituut geopend in Amsterdam, waar vele personen in den lande, die thans in handelskringen vooraanstaande posities bekleeden. hun opleiding genoten. Dit instituut kan als den voorlooper beschouwd wor den van de M.U.L.O.-scholen. In 1916 ging de school over in andere handen en wijdde de heer Hofman zich aan de M.U.L.O.-examens, die voor al aan hem hun ontstaan te danken hebben en waarbij hij optrad als lid van de regelingscom missie. Voorts was de overledene vele jaren voor zitter van de Nederlandsche vereeniging van in- stituteurs en heeft hij zeer groote bekendheid verworven als administrateur voor de M.U.L.O.- examens, waarvan hij de leidende figuur was. Destijds werd begonnen met 20 candidaten voor de examens en thans zijn er 20.000. Voorts was de heer Hofman lid van het hoofd bestuur van de Vereeniging voor M.U.L.O.-exa- mens, waarvoor hij bedankte, toen hij 70 jaar werd. De vereeniging benoemde hem toen tot eerelid van de vereeniging. De regeering erkende zijn verdiensten door hem te benoemen tot rid der in de orde van Oranje-Nassau. Meer dan 15 kilometer buizen worden verwerkt in de installatie, welke het water in de Apollohal te Amsterdam bevriezen zal tot de kunstijsbaan, welke er in aanleg is. (Foto Pax Holland.) Duiven van buitcnlaiidsche herkomst. Beheer ervan naar commissie-Hornstra overgegaan. Eenigen tijd geleden heeft de Duitsche overheid een bepaling uitgevaardigd, krachtens welke alle zich in het bezette Nederlandsche ge bied bevindende postduiven, welke van een bui- tenlandschen ring zijn voorzien, moeten worden opgesloten i geïnterneerd na vooraf aan de commissie ter behartiging van de belangen van Nederdandsche postduivenhouders (commissie Hornstra, Prinsengracht 407, Amsterdam) te zijn aangegeven. Ofschoon dit voorschrift nog steeds van kracht is, heeft de Duitsche overheid besloten met in gang van 27 Augustus j.l. het beheer van deze duiven-naar evengenoemde commissie over te brengen, met dien verstande, dat bij het sluiten van den vrede over de bestemming van de dui ven zal worden beslist. Mitsdien zullen voortaan alle opgesloten (ge- interneerde) of nog op te sluiten (te internee ren) duiven met een buitenlandschen ring door deze commissie worden geregistreerd en verzorgd. De daaraan verbonden kosten ten bedrage van 2VZ cent per duif per dag komen ten laste van de bezitters dezer duiven. Het verschuldigde bedrag VOOR DE KINDEREN Terwijl hij steeds het touw vast hield van zijn ballon, stond hij voor zichtig op. De wind was wat gaan liggen, maar de golven van het meer zwiepten het bootje nog aardig heen en weer. Het eerste wat hij deed was het touw stevig aan een stok binden. Ziezoo! Nu kon hij zijn ballon niet kwijt raken. Toen ging hij eens wat meer op zijn gemak den motor be kijken. Het was een prachtmotor en hij kon dien best gebruiken voor zijn ballon. Dan had hij een bestuurbaar luchtschip. Wat Ab nu deed, was lang niet goed. Hij schroefde den motor van het bootje af en zou dien nu eens fijn aan zijn luchtvisch maken. Ach, dacht hij, ik heb zoo'n zin in zoo'n luchtreisje, en straks kom ik terug en schroef ik den motor weer netjes aan het bootje. Maar Ab wist niet dat alles anders zou loopen! Het was lang geen gemakkelijk werkje om dien zwaren motor vast te maken aan den staart van den lucht visch. Het mislukte wel tien keer. Maar eindelijk had hij het dan toch zoover gekregen, dat de motor met een stevig touw aan den ballon be vestigd was. Nu even aan het wieltje draaien en eens kijken of de schroef goed werkte. Ja, hoor, alles ging prachtig en Ab was erg tevreden. dient bij driemaandelijksche vooruitbetaling j worden voldaan. De commissie waarborgt eej goede verzorging. Door middel van de vakblade) heeft zij den bezitters van de onder dit voo} schrift vallende duiven verzocht haar ten spcw digste schriftelijk mede te deelen, dat zij mi deze regeling accoord gaan en dienovereenkonj stig zullen handelen. Het vorenstaande heeft alleen op vrijwilll door de bezitters afgegeven duiven van buiteij landsche herkomst betrekking. „Duiven van Duitsche herkomst zullen ter bi schikking van den höheren Nachrichtenführfl bij den Wehrmachtsbefehlshaber in Nederlan worden gesteld. Ingevolge den wensch van deze autoriteit heej de secretaris-generaal wnd. hoofd van het depaii tement van Binnenlandsche Zaken, de hierbovei uiteengezette regeling ter kennis van de burga meesters gebracht, met verzoek door midd| van de gemeentepolitie bij de uitvoering daarvai medewerking te verleenen. (A.N.P.) ANNIE BRUIN 70 JAAR. Dinsdag heeft de bekende Larensche kunsi schilderes mej. Annie Bruin onder zeer grooj belangstelling van de Larensche en BlaricumsclJ schilderskolonie haar 70en verjaardag gevierd.I Reeds vroeg in den morgen werden aan de wa ning van de jubilaresse vele bloemen en tal va gelukwenschen, zoowel schriftelijke als telegrö fische, bezorgd. Ook de vereeniging van beeldend kunstenaars Laren.Blariciun had een fraai bloenj stuk gezonden. Om ongeveer half elf kwam het bestuur deza vereeniging, de heeren jhr. E. Humalda vaj Eysinga, Joh. Meyer en A. Brender a Brandij namens de vereeniging mej. Bruin in haar wonirj die in een bloemhof hei-schapen was, hun gelu» wenschen aanbieden. De heer Humalda van Eysinga voerde het woon en bood namens-de beeldende kunstenaars en a talrijke vrienden de jubilaresse eén envelop md inhoud aan, benevens een album met de name» der schenkers. PURMERENDER MARKTBERICHT. Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 1500 partije: wegende 70.000 K.G. Handel vlug. Hoogste prijs f 3 Kaasmarkt, gewicht 1492. Handel vlug. Klein Boeren 5 f 32,25 per 50 K.G. Volvette 1 f 39 pe 50 K.G. Boter 710 f 1,60—f 1,65 per K.G. Runderen, totaal 730 stuks. Vette koeien 35 (levering). Gelde koeien 218 160260 per stui matig. Melk koeien 120 240340 per stuk, matij Stieren 40 (levering). Paarden 11 100375 per stut stug. Magere varkens 47 2045 per stuk, mati| Biggen 102 816 per stuk, matig. Schapen voo den handel 2500 2534 per stuk. Bokken 91 41 per stuk. Lammeren 2917. Kipeieren 6,256,75 pe 100 st. Noord Hollandsche Blauwen (kuikens) 50 1.001,05 uiterste prijs 1,10. Oude kippen en hane (wit en rood) 50 57V2 uiterste prijs 60. Oude kippe en hanen (blauw) 6570 per K.G. Konijnen 5 2,50 per stuk. Eenden 3900 oudere 42 >/250 per stut; jonge 8085. Duiven 40 per paar. Jonge hanen (wi en rood) 900 7590 per K.G. COÖPERATIEVE CENTRALE EIERVEILING. PURMEREND G A. Kleine eendeneieren f 4,40f 5,40. 45.000 kippeneieren f 6,50f 7. door LESLIE FORD. 12) Ik haalde diep adem. Er was zooveel gebeurd waarvan ze nog niets wist. Ik durfde er niet aan te denken, welke uitwerking het op haar zou heb ben, als ze het zou hooren hetgeen nu ieder oogenblik kon gebeuren Zij stond op en leunde met de vingertoppen op het groene laken van het speeltafeltje. „Goeden nacht, mevrouw Ridley, mijnheer Ridley. Wel be dankt". Beiden stonden op: Ridley op zijn ge mak en zeer voldaan, zijn vrouw meer dan ooit nietig wegkruipend in de schaduw van haar zelf- voldanen man. „Goeden nacht, mevrouw Chapman", zei hij volkomen beminnelijK. „Wij zijn hier allen oud genoeg en wijs genoeg en ervaren genoeg, zou ik meenen om te weten, hoe dwaas en nutte loos het is, als we" trachten een jonge liefde in den weg te staan". Ik sloot uit een soort struivogelpolitiek de oogen. Ik verwachtte, dat de bommen ieder oogenblik zouden losbarsten: de beheersching van mevrouw Chapman was al te geladen. Maar er gebeurde niets, zelfs geen grommend keelgeluid, als zij soms kon uiten in plaats van het scherpe: „Klets!" dat haar meestal het eerst op den tong lag. De deur ging zonder ongelukken dicht en ik' opende de oogen. „Blijf waar je bent", zei mevrouw Chapman kortaf. Zij draaide den sleutel in het slot en keek naar het open bovenlicht. „Zie dat je dat ding eerst sluit." - Ik deed het dicht en ging weer zitten. Ik voelde me zoo ongeveer, als toen ik als kind van zes jaar mijn grootmoeders dierbare soepterrine gebroken had. Bovendien had mijn ongelukkige medeplichtig heid met die telegrammen mijn positie in deze el lendige geschiedenis nog slechter gemaakt. Mevrouw Chapman ging zitten en keek me vast beraden aan: „Wat is er gebeurd? Probeer de feiten niet mooier voor te stellen dan ze zijn. Ik veronder stel, dat je me in dat opzicht nu wel zult kennen". Maar ik mocht er haar niet zoo rauw mee op het lijf vallen. De aanblik, dien zij geboden had, toen zij daar op het kantje van een hartaanval in haar stoel gezeten had, was te vreeselijk geweest om er een herhaling van te wenschen. „Het is veel vreemder, veel verrassender dan u zich kunt voorstellen, mevrouw Chapman", zei ik ernstig. Zij keek me met haar scherpe ijskoude oogen aan, en ik zag de vrees er in vóór zij zich in de mijne boorden. „Ga door". „Het betreft Steve, mevrouw Chapman." Ze staarde me een oogenblik zwijgend aan. „Steve??" Ik knikte. „Hij is niet dood. Hij leeft hier in het park. Cecily heeft hem ontmoet". Zij bleef stil zitten; haar gelaat bleef niets zeggend en niet-begrijpend. „Het is werkelijk waar, mevrouw Chapman", zei ik, terwijl ik mijn stem tot vastheid trachtte te dwingen. „Ik geloof het niet", zei ze bars. „Het spijt me", zei ik „maar het is werkelijk waar. Hij is hier boschwachter in Yellowstone". „Je bent stapelgek. Steve is drie jaar geleden bij een auto-ongeluk omgekomen. En bovendien was hij half verlamd. Hij kan onmogelijk hier boschwachter zijn. Cecily heeft haar verstand verloren." Zij stond kordaat op en stapte op de tusschen- deur naar Cecily's kamer toe. „Mevrouw Chapman!" riep ik .Mijn stem moet meer gezag gehad hebben, dan ik meende dat mo gelijk was, want zij bleef plotseling staan en draai de zich om. „Gaat u zitten! U moet naar me luisteren en be grijpen wat ik zeg. Cecily is niet krankzinnig ge worden. Steve leeft. Hij was de boschwachter daar bij Doorlaat. George herkende hem op een foto, toen zij Zaterdagmiddag op de houtvesterij waren om ons in te schrijven. Hij heeft met hem gesproken in de hut bij Cabin Creek. Ik hoorde hen pra ten. George vertelde hem dat u en Cecily bij de rivier waren: dat was de reden waarom de bosch wachter niet naar ons kwam kijken; waarom hij zoo plotseling verder getrokken was; waarom hij vanmiddag niet met ons meereisde met de motor boot. Er is geen twijfel mogelijk: Cecily heeft te gen hem gesproken en hij tegen haar. Het is onge looflijk, onbegrijpelijk; maar het is een feit". Mevrouw Chapman ging moeilijk zitten, nauwe lijks wetend wat ze deed. Haar adem ging hortend; het bosje viooltjes op haar borst schokte op en neer. „Geef me mijn reukzout uit die la", zei ze. Ik liep naar het tafeltje onder het raam en trok de lade open. Boven op een stapeltje hotel- postpapier lag een donkergroen fleschje met witte kristallen er in. Ik nam het weg en raakte daarbij het koude blauwe staal van George's revolver aan, die, nog steeds ongezegeld, er naast lag en er dreigender dan ooit uitzag. Mevrouw Chapman hield het fleschje aan haar neus en ademde- langzaam in Haar oogen staarden recht vooruit, haar lippen klemden nog steeds op een Het was zoo stil in de kamer, dat ik mijn hor loge op mijn pols hoorde tikken. Na langen (ijd zei ze eindelijk rustig: „Ik geloof het nog steeds niet, Grace". „In dat geval", zei ik, een beetje scherper dan ik wel bedoelde, „zult u er iets aan moeten doen. George telegrafeerde aan den officier van justitie Delaware dat de verbrande man in de auto vermoe delijk John Brice was; en aan Binnenlandsche Zaken dat de wachter in Doorlaat, bekend als Sam Graham, iemand anders was die dezen naam had aangenomen." Zij staarde mij aan en haar gelaat kwam plotse ling weer tot leven. Zij zette het fleschje op tafel en stond op. „Hoor eens, Grace. Ik heb je al eens gezegd, dat Steve Grant de fijnste kerel was dien ik ooit ont moet heb. Ik heb gezegd dat hij niet in staat was iets onridderlijks of oneerlijks of onteerends te doen. Dat zeg ik nóg." Haar stem trilde van hartstochtelijke overtuiging. Zij keek me aan en haar oogen straalden van vast beslotenheid. „Waar is hij nu? Breng hem hier. Ik wil hem dadelijk spreken!" Ik trok mijn mantel aan en zei aarzelend: „Ik zal zien of ik hem kan vinden. Als hij tenminste niet, opnieuw weggevlucht is. Cecily's houding heeft hem weinig keus gelaten". „Zorg dat je hem vindt", zei mevrouw Chapman kortaf. En anders vraag je je vriend den kolonel maar, je te helpen, Dat hoort immers tot zijn vak?" „Hij is maar een amateur, behalve als hij voor de regeering werkt", zei ik en was me er van be wust, dat, al zou het voor het oogenblik nog geen regeeringszaak zijn, het dit zou worden zoodra George's telegram aan het ministerie zijn bestem ming zou bereiken. Ik draaide het slot om en zei met de hand op de knop: „Hij moet hier zoo lang mogelijk buiten blijven anders hebben we geen rustig uur meer". „Ik wil geen rust, ik wil de waarheid. Neem de auto en kom niet terug, vóór je hem gevonden hebt". Het scheen mij zoo, terwijl ik mij door de gang haastte, dat dit bevel heel wat. gemakkelijker ge geven dan uitgevoerd kon worden. In het Yellow stone Park wist ik heg nog steg. Als Steve niet meer in de houtvesterij aan het meer was, kon ik beter het zoeken opgeven, maar ik zou in geen ge val den moed hebben met leege handen bij me vrouw Chapman terug te keeren. Ik liep het trapje af en hield plotseling den pas in, want aan het einde van de gang naast de schrijfkamer zat Ridley in ernstig gesprek met George op de hooggerugde groene sofa. Mijn hart klepperde al even luid als mijn schoenen het op den houten gangvloer deden, toen ik trachtte hen voorbij te komen zonder dat ze mij zagen. George moest nu immers weten, wat ik met de telegram men gedaan had, en hij zou woedend zijn. Hij keek op, tot, ik voorbij liep. Ik glimlachte vriendelijk: ik kom weinig anders doen dan me er brutaal doorheen slaan. Tot mijn verbazing glimlachte hij beminnelijk terug. Ik gluurde naar het teïegraafkantoortje. George moest mij al even brutaal voor den mal houden als ik hem. en dat kon ik niet aannemen. Toen herin nerde ik mij wat het meisje gezegd had over tele grammen wegsturen, vóór zij sloot. Het kantoortje was dicht: alle papieren waren netjes opgeruimd: haar stoel was onbezet. Dus zouden George en ik nog tot den volgenden morgen op vriendschappelij- ken voet blijven; in war er daarna zou gebeuren, wilde ik me niet verdiepen. Er lagen al genoei moeilijkheden voor den boeg en de eerste zou zijn door den groo'en salon te komen, zonder door kolo nel Primrose te worden opgevangen. Maar dit liep wonder boven wonder zonder onge lukken af. De eenigszins ronde gestalte van den ko lonel zat stevig ingekneld tusschen een pijler en eet oleander-tonnetje, als een hert in het nauw, en d< jager was niemand anders dan de Rubensachtt vriendin van zijn lijfwacht en philosophischet vriend mevrouw Pearl. Of ze nog steeds bezij was, hem Jeremiades over haar mannen op te dis schen, weet ik niet, maar hij voelde zich leelijk in de klem en trok een allerongelukkigst gezicht, It had nog nooit het plezier gehad, hem zóó zielig tt zien kijken. Ik knikte hem liefjes toe. Aan ds manier waarop hij zijn oogen scherp op mij richtte, kon ik merken dat, al had ik hem niet voor den gek kunnen houden over mijn naar bed gaan, hij niet verwachtte dat ik zoo midden in den nacht nof naar buiten zou gaan. Ik zag hem achteruit deinzen en ik rende de deur uit. Het was vrij luguber buiten. Eenige verschrikte vleermuizen vlogen om mijn hoofd en in de verte hoorde ik flauwtjes het gehuil van een eenzame coyote. Ik vond de auto en reed weg. Toen ik vooruit schoot over het bruggetje naar de oprij laan, zag ik hem onder de verlichte portiek staan. Ik bedacht me dat ik een betere manier zou moe ten bedenken om hem te ontwijken, als en wan neer ik Steve Grant mee terugbracht; ofschoon ik uit lange ervaring wel wist dat hij natuurlijk al lang precies geraden had. wat ik ging doen. Het is een beetje ontmoedigend, altijd de rol van open boek te moeten vervullen. Ik kon nu bij ieder kruis punt verwachten, door hem te worden opgevangen, zooals het me bij dergelijke gelegenheden ge woonlijk vergaan was. De groote roode auto al even geschikt voor een geheime zending als een brandweer auto schoot vooruit langs het schitterend verlichte hotelI aan mijn linkerhand. Rechts strekte zich zilver* glanzend het groote meer uit. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6