De beschieting van de „Laz 11" Kapitein de Graaf vertelt Aardappelvoorziening wordt geregeld Maatregelen voor wielrijders FLITSEN l Een nieuwe winterjas voor een oude. DONDERDAG 26 SEPTEMBER 194Ö H'A ARE EM'S DAG BE AD' 3 Leververbod opgelegd aan telers in de omgeving van Rotterdam en Amsterdam Op naleving der bepalingen wordt streng gelet Steeds óp de uiterste rechterzijde van den weg NIEUWE SERIE No. 111 Overschoenen 1. Moeder vindt dat ze hoognoodig wat orde moet brengen in de over schoenen van het gezin. 4. Informeert of iemand eenig idee heeft van wie deze twee paar overschoe nen zijn. 2. Haalt ze alle tevoor schijn en zet de bekende weer terug, waaronder de al te bekende kapotte van vader. 3. Ontdekt verscheidene die te klein zijn geworden voor de kinderen en be sluit die weg te geven. 5. Ontdekt nog een paar dat niet bij elkaar past en neemt aan dat Jantje met een even ongelijk paar uit is. 6. Houdt tenslotte een en kele overschoen, com pleet met gat, over en heeft tenslotte dus toch nog iets om weg te gooien. (Men zie eerst pag. 1). Het A.N.P. meldt d.d. 2b September uit 's Gra- ienhage omtrent de beschieting van de LAZ 11 fog: I „Hier volgt een verhaal van een Nederlandschen leeman, een man uit een stuk, een rondborstigen terel, zooals ons vaderland er reeds zoovelen aeeft voortgebracht. Zijn naam is Meindert Cor. jelis de Graaf, zijn leeftijd 50 jaren en hij woont je Rotterdam. Kapitein de Graaf vaart sinds «enigen tijd op een Nederlandsch Roode Kruis- jchip. Men kent deze schepen. Zij kruisen dag en ttacht langs de kusten en op de open zee op zoek naar in noodverkeerende menschen, naar veron gelukte zeelieden en vliegers, onverschillig van yelke nationaliteit. Hun bemanningen verrichten een menschlievend werk, waaraan groote gevaren zijn verbonden. Maar zij trotseeren deze gevaren, wetende dat jiaar aanwezigheid noodig is, dat dan hier dan daar armzalige schipbreukelingen hulpeloos ronddob beren of verongelukte vliegers den horizon af turen nar een reddingbrengend schip. Kapitein de Graaf voer Zaterdag voor de tweede maal met too'n reddingbrengend schip het zeegat uit. Dit iraartuig is gedoopt „LAZ 11" en is de vroegere jeesleeper van Smit en Co. „Indus". De beman ning bestond uit 18 personen. Zij was vol goeden jnoed en verheugde zich bij voorbaat op het goede tverk, dat zij straks wellicht zou kunnen doen. Het heeft niet zoo mogen zijn. Een Engelsch oor logsschip plegde op het kleine vaartuig met zijn dappere bemanning een laffen overval. Hier volgt dan het relaas van gezagvoerder de Graaf zooals hij dat een verslaggever van het A. N. P. vertelde. Het is een triest verhaal, van een in cident, dat een schril beeld geeft van de oorlogs methode, die zekere individuen in dezen oorlog joepassen. In den nacht van 22 op 23 September zoo be. gon kapitein de Graaf bevond ik mij met de „LAZ 11" op 51 graden 55 minuten Noorder preedte en 3 graden 31 minuten Oosterlengte, d.i. ongeveer 15 zeemijlen bewesten Goeree. De nacht was helder en het schip lag in het licht van de maan. De windkracht was 6 en onze koers Oost-Noord-Oost. Om drie uur 's nachts zagen zagen wij oranje- jroode lichtkogels in de lucht. Zij werden in de richting van ons schip afgevuurd. ROODE-KRUIS VERLICHTING HELPT NIET. 1 Hierop deed ik direct de Roode-Kruislichten ont steken. Ook gaf ik signalen op de stoomfluit Natuurlijk dachten wij, dat men aan boord van het andere schip wel zou weten, dat wij volkomen onschuldig waren en dat ons vaartuig een Roode- Kruisschip was. Tot onzen grooten schrik echter loste de oor logsbodem .eenige seconden later een salvo. De projectielen kwamen vóór ons schip in het water terecht. Direct daarop volgde een tweede salvo en dezen keer vielen de granaten achter ons vaartuig in het water. Het derde salvo, dat onmiddellijk jna het tweede werd afgevuurd, sloeg midscheeps in ien beschadigde niet alleen het dek, maar ver oorzaakte een ketelexplosie, terwijl tot overmaat 'van ramp het roer buiten werking werd gesteld. 'Ook de scheepsverlichting viel uit. Onder deze [omstandigheden besloot ik, dat wij het schip on middellijk zouden verlaten. Ik gaf opdracht de stuurboord-sloep te strijken. Bij het vieren van de sloep, dat in volslagen duisterns moest gebeuren, is door onbekende oorzaak de voorste takel uitge pikt, waardoor de geheele bemanning het meerendeel der equipage was in de sloep gegaan 'in hcet water viel. De sloep sloeg vol water en ihet zag er voor ons allen niet best uit. Aan boord bevond zich echter nog de eerste machinist Groeneveld. Deze dappere behield zijn tegenwoordigheid van geest en wierp ons een vang lijn toe, waardoor wij de sloep, waaraan wij ons hadden vastgegrepen, langszij van het schip konden brengen. Op deze wijze slaagden wij erin, weer aan boord van het schip te komen. Ik hield onmiddellijk appel en nam den toestand van het schip op. De beschieting van het schip zoo ging de kapi tein verder had ongeveer 10 minuten geduurd. De aanvallende oorlogsbodem was door niemand van ons verkend. Alleen het mondingsvuur hadden we kunnen waarnemen. Een granaat was aan bak boordzijde in het dek ingeslagen en had groote schade in de kombuis en in de proviandkamer aan gericht. Andere treffers hadden een ketel vernietigd, waardoor zich heete stoom over het geheele schip verspreidde, terwijl verder door den eersten stoomdruk kolen en gruis aan dek waren geslingerd. Een ander projectiel had het stuurgerei volkomen onbruikbaar gemaakt. Tengevolge van de ravage in het ketelruim had de tremmer C. Hermsen zware brandwonden gekregen, waaraan hij, zooals bekend is, eenige uren later is bezweken. Ook de tweede machinist W. A. Cassee, die zich tijdens den aanval in de machinekamer bevond, was met. brandwanden overdekt, evenals ten slotte de tweede stuurman M, van Duyn, die in het logies, dat naast het ketelruim is gelegen, uitrustte. Bij het omslaan van de reddingboot waren zes opvarenden in de diepte verdwenen. Het was hun althans niet gelukt de vanglijn te grijpen of zich aan de sloep vast te houden. Het waren de tweede machinist J. Maarseveen, de matrozen D. Rood, M. L. Grutterswijk en W. van Leeuwen en de stokers J. W. Koster en A. Sweers. Pogingen om hen te redden werden zeer bemoei lijkt doordat het schip volkomen onmanoeuvreer- baar was. Zij hadden dan ook helaas geen resultaat. S. O. s. Direct heb ik verbinding met radip-Scheveningen gezocht en spoedig gekregen. Ik vroeg onmiddellijk hulp. Omstreeks 10 uur Maandagochtend verscheen bo ven het schip een landvliegtuig. Het was geen Duitsch toestel, dit vliegtuig cirkelde op een hoogte van circa 200 meter driemaal rond het schip. De vlieger seinde met een morselamp de letter P, waar op ik het internationale noodsein N. C. heesch en bovendien een tweede roodekruisvlag. Ook seinde ik eenige malen met een Nedinscolamp „S. O. S." en tenslotte het woord „Position", om te kennen te geven, dat ik mijn positie wenschte te bepalen. Hierop seinde de vlieger „can't help you", waarna hij in Westelijke richting verdween. Later het was inmiddels 11 uur geworden naderden eenige Duitsche watervliegtuigen, die voox-tdurende in onze nabijheid zijn gebleven. Naar ik later hoorde zoo vertelde kapitein de Graaf had een dezer vliegtuigen een dokter aan boord, maar vanwege den hoogen golfslag durfde de piloot niet op het water neer te strijken. 's Middags om 3 uur kwam het L A Z-schip 46 langszij, dat een half uur later een sleepverbinding tot stand bracht en ons in de richting van Hoek van Holland versleepte. Twee uren later naderde een Duitsch marinevliegtuig, dat een dokter en een verpleger afgaf, die zich onmiddellijk met de ver zorging van de gewonden bezig hielden. Het schip nam het sleepen van de L A Z 46 over en bracht ons om 8 uur 's avonds te Hoek van Holland binnen. Een half uur eerder had de dokter het overlijden Van den tremmer Hermsen gemeld. EEN MOEDIG MACHINIST. Kapitein De Graaf was vol lof over het moedige gedrag en het beleidvol optreden van den eerste- machinist D. Groeneveld. Onder levensgevaarlijke omstandigheden en ter wijl de anderen zich reeds in de reddingboot be gaven, daalde hij af in het ketelruim, waar Herm sen zich bevond en welk ruim vol heete stoom stond. Hij drong door tot de plaats, waar de trem- met met zware brandwonden overdekt lag en bracht hem aan dek. Helaas mocht deze dappere daad niet meer helpen. Voorts was het Groeneveld, die de verbinding met de omgeslagen reddingboot tot stand bracht, waardoor vele opvarenden, die anders zeker zouden zijn omgekomen, konden wor den gered. Tenslotte was het weer Groeneveld, die alle zorgen besteedde aan de eerste hulp der ge wonden. Op bijzonder lofwaardige wijze heeft hij deze slachtoffers bijgestaan. Kapitein De Graaf was door het zeer betreurens waardig incident, dat zeer zeker een laffe overval genoemd moet worden, allerminst verslagen. Hij houdt van de zee, waarop hij reeds 35 jaar heeft rondgezwalkt en van het menschlievende werk, dat in deze oorlogsdagen op zee verricht kan worden. Hij verzekerde dan ook oprecht, dat hij, evenals zijn bemanning, ook de drie gewonden, die in het gemeenteziekenhuis te 's Gravenhage zijn opgeno men en die het gelukkig goed maken, zoo spoedig' mogelijk met de gerepareerde „LAZ 11" of met een ander Roode-Kruis vaartuig opnieuw zal gaan uitvaren." Gevolmachtigde voor de stad Amsterdam. De Rijkscommissaris heeft Senator dr. Böhmker, burgemeester van Lübeck, tot zijn gevolmachtigde voor de stad Amsterdam benoemd, meldt de „Deut sche Zeitung'. De Oberbürgemeister van Lübeck heeft dr. Böhmker hiervoor verlof van zijnfuncties van Lü beck gegeven. Dr. Böhmker is zijn werkzaamheden te Amster dam reeds begonnen. Hij behoort tot de frontsolda ten uit den wereldoorlog en van den jongsten strijd in Polen. Hij stond ook in het Westen, waar hij werd gewond. Het rijksbureau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd deelt het volgende mede: Het is gebleken, dat ondanks de herhaalde gerust stellende mededeelingen door de overheid inzake de aardappelvoorziening gedaan, er toch weer steeds opnieuw ongerustheid bij de bevolking ontslaat. Er wordt daarom nogmaals met nadruk verklaard, dat de overheid volstrekt geen plannen heeft om tot distributie van aardappelen over te gaan. Inmiddels heeft deze ongerustheid belangrijke nadeelen ten gevolge. Door de groote vraag van het publiek wordt de handel ernstig ontwricht en kan af en toe in sommige plaatsen niet dagelijks voldoende aan de vraag worden voldaan. Dit heeft dan weer toenemende ongerustheid bij de bevolking ten ge volge. Verder worden op het oogenblik door parti culieren op onoordeelkundige wijze en op vol strekt ongeschikte plaatsen aardappelen opgeslagen. Het gevaar is zeer groot, dat een groot deel van deze voorraden zal bederven. Hierdoor worden niet alleen de eigenaren van deze aardappelen benadeeld, maar bovendien zou op den langen duur de aardappel positie ten gevolge hiervan veel ongustiger kunnen worden. Het publiek wordt daarom nogmaals met na druk verzocht, niet meer aardappelen op te doen dan voor geregeld gebruik noodig is. Inmiddels worden door de overheid maatregelen voorbereid om een bij voortduring goede aardappel voorziening te waarborgen. Het afleveren van aard appelen door de telers en het verhandelen van aard- Speciale comité's worden gevormd. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, maakt het volgende bekend: Iedere houder of houdster van een textielkaart kan tegen inlevering van een heerencostuum, een wollen deken, een wintel-mantel of een winter jas (dames, heeren of kinder) bij een daarvoor ter plaatse aan te wijzen kleeding-comité onder overgave van bon A der textielkaart een bewijs in ontvangst nemen, waarop de winkelier gerech tigd is een winterjas, wintermantel of de stof daarvoor bestemd, af te leveren, terwijl de win kelier bij deze levering, behalve het inleverings- bewijs, tevens de bon AA van de textielkaart in ontvangst moet nemen. De inlevering van de ge noemde textielgoederen dient te geschieden vóór 13 October a.s. Het in te leveren kleedingstuk moet in goeden staat verkeeren ter beoordeeling van het kleeding- comité, hetwelk de eisch kan stellen, dat het kleedingstuk chemisch gereingid is. Meerdere be drijven zijn bereid gevonden deze bewerking tot dit doel tegen speciale tarieven uit te voeren. Bovenbedoeld comité zal onverwijld worden be noemd door den leider van den plaatselijken distri- buitedienst eventueel in overleg met het gemeente bestuur. Van dit comité zullen één of meer textiel handelaren lid moeten zijn om deskundig advies te geven. In de grootere plaatsen kan de leider van den plaatselijken distributiedienst in overleg met den burgemester een vereeniging, stichting of comité aanwijzen, welke voor dit werk het mest geschikt is. Wanneer de goederen bij het kleedingcomité ter plaatse ingeleverd zijn, zal dit comité de be schikbare kleeding gratis uitreiken na 13 Octo ber a.s. aan dat deel der bevolking, dat hieraan de meeste behoefte heeft. Degene, die een ge bruikt kleedingstuk ontvangt, moet daarvoor de bonnen A en AA van de textielkaart inleveren bij dit comité, terwijl de geheele regeling onder controle staat van den leider van den plaatselijken distributiedienst, die van het centraal distributie kantoor hierover nog nadere instructies heeft ons- vangen. (A.N.P. WEEK-ABONNEMENTEN dienen uiterlijk Woensdags avonds betaald te zijn, daar de bezorgers op Donderdag moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE. appelen "wordt onder toezicht gesteld van de Neder- landsche Akkerbouw-Centrale en de provinciale voedselcommissarissen. Dit toezicht dient om onder alle omstandigheden, ook bij eventueele groote vervoersmoeilijkheden, de consumptie in het geheele land voortdurend tegen redelijke prijzen van de noodige aardappelen te kunnen voorzien. Daarom ook worden de voorraden in de buurt van de groote steden vastgelegd. In afwachting van deze regeling, welke zeer binnenkort in werking zal treden, is inmiddels door de Nederlandsche Akkerbouw-Centrale bepaald, dat sinds Woensdag o.a. het afleveren door de telers van alle soorten aardappelen uit den Haarlemmermeerpolder, de IJpolders, de WU- kermeer-, Spaarndammer- en Houtrakpolders, van het eiland IJsselmonde en het vasteland van Zuid-Holland is verboden. Deze maatregel is uitsluitend genomen om een einde te maken aan de wilde jacht naar aardappelen, welke de inwoners van Amsterdam en Rotterdam sinds enkele dagen in de omgeving van die steden hielden. Inmiddels zal voortdurend gezorgd worden voor ruimen aanvoer van aardappelen van elders naar de groote steden. De overheid vertrouwt, dat het publiek zoo verstandig zal zijn, de aankoopen tot normalen omvang te beperken. Mocht dit niet het geval blijken te zijn, dan zal de aflevering aan particulieren noodgedwongen worden beperkt, ter wijl desnoods de voorraden van particulieren in beslag zullen worden genomen. (A. N. P.) 's-GRAVENHAGE, 25 Sept. (A.N.P.) De com missaris-generaal voor openbare veiligheid voor het bezette Nederlandsche gebied maakt in opdracht van den Rijkscommissaris bekend: Zooals in de couranten reeds is medegedeeld, kan een nieuwe ordening voor het wegverkeer in Ne derland tegemoet worden gezien. Talrijke ongeval len, welke zich in den laatsten tijd hebben voorge daan en die zeker voor het meerendeel door wiel rijders veroorzaakt werden, maken het noodig, voor het rijwielverkeer nu reeds eenige dringende maat- regelen te nemen in afwachting van de definitieve wettelijke regeling, maatregelen welker strenge na- koming gewaarborgd is doordat de politieorganenj verscherpte bepalingen in acht zullen nemen. 1. De wielrijder heeft zich, zooals ieder, die deel neemt aan het openbaar verkeer op den weg, zóó te gedragen, dat het verkeer niet in gevaar kan worden gebracht; hij moet verder ervoor zorg dra gen, dat een ander niet benadeeld of meer dan de omstandigheden onvermijdelijk maken gehinderd wordt. 2. Wielrijders moeten steeds de uiterste rech terzijde van den weg berijden. De politie heeft in 't bijzonder te letten op de meest strikte na koming van deze bepaling. 3. Wielrijders mogen in beginsel, zooals dit in ge meentelijke politieverordeningen van de meeste grootere steden in Nederland reeds is voorgeschre ven, slechts met tweeën naast elkaar rijden. Bij in halen echter mag slechts afzonderlijk gereden wor den. Bestendig rijden naast een voertuig, in 't bij zonder naast een tram, zoomede het zich vasthou den aan voertuigen is verboden. 4. Wielrijders, die van richting veranderen of die in dezelfde richting verder willen gaan, moe ten dit aan andere deelnemers aan het verkeer tijdig en duidelijk kenbaar maken. Dit ontslaat niet van dc geboden zorgvuldigheid. Wanneer wielrijders van rijwielpaden of langs den weg loopende strooken de richting van den rijweg inslaan, dienen zij in 't bijzonder op het overige verkeer te letten. 5. Wielrijders moeten van rijwielpaden wanneer deze in goed berijdbaren toestand verkeeren, ook gebruik maken. Wielrijders, die deze algemeene richtlijnen, welke aan het reeds geldende Nederlandsche recht ontleend zijn, niet volgen, worden aan een strenge bestraffing onderworpen. Bij wielrijders, van wie de leider der groep tegen de verkeerstucht en discipline zondigt, kan op bevel der politiebeambten in daartoe aangewezen gevallen op den weg de lucht uit de banden genomen worden. Verwacht wordt, dat de wielrijders, door de be palingen van het wegverkeer goed in acht nemen, rekening houden met het feit, dat dat verkeer door den oorlogstooestand reeds bijzonder gespannen is. Bijzonder oplettend diene men te zijn tegenover de voertuigen en voertuigcolonnes der Duitsche weer macht. Speciaal zij er de aandacht op gevestigd, dat aan colonnes voertuigen der weermacht natuurlijk in ieder geval voorrang moet worden verleend. Met te groote snelheid gereden. Nadere bijzonderheden omtrent het auto-ongeluk te Oudesluis. Omtrent het auto-ongeluk dat gisternacht ongeveer twaalf uur te Oudesluis is gebeurd, bij welk ongeluk de drie inzittenden verdronken, ver nemen wij van het A.N.P. nog het volgende: De auto kwam uit Schagen, waar de eigenaar, de ongeveer 28-jarige V. uit Alkmaar, met zijn vriend, de 30-jarige W., eveneens uit Alkmaar, kermis had gevierd. Op dit feest hadden zij kennis met de 24- jarige mej. B. uit Wieringerwaard en het tweetal besloot het meisje naar huis te brengen. Er werd met een zeer groote snelheid gereden en ook toen men met de verduisterde auto op den voor den bestuurder onbekenden weg kwam werd deze snelheid niet verminderd. Het gevolg was, dat de scherpe bocht in den weg niet werd opgemerkt zoodat de auto rechtuit in een diepe en breede sloot reed en onder het water verdween. Op dit zeer stille weggedeelte zag niemand het ongeluk. Een half uur later kwamen eenige fietsers voorbij die een der wielen van de auto boven het water zagen uitsteken. Hulp kwam echter te laat; de drie inzittenden waren verdronken. EXAMENS. Academische opleiding. Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Amsterdam voor het doet. ex. geneeskunde: de heer F. J. van Duinen. Bevorderd tot doctor in de wis- en na tuurkunde op proefschrift getiteld „Het weten schappelijke onderzoek van fungicieden", de heer K. Hartsuyker, geb. te Amsterdam. Geslaagd voor cand.-ex. wis- en natuurkunde (f) de heer B. S. J. Wöstmann; voor doet. ex. scheikunde de heer Ph. Turfreyer en voor doet. ex. natuurkunde de heer Ph. Schuurmans. Aan de Leidsche Universiteit is geslaagd voor het cand.examen geneeskunde de heer E. van der Wall, te Haarlem. De enorme grijpers doen hun werk op de terreinen van de suiker fabriek te Halfweg, waar de campagne begint. Huizenhoog groeien er de bietenstapels. (Foto Pax Holland.) Viruly, de bekende aviateur-schrijver, maakte Woensdag op de locomotief een tocht van Amsterdam naar Enschedé. Onder leiding van den „meester" smeert Viruly vóór het vertrek van het Centraal Station het ijzeren paard. (Foto Pax Holland.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5