AB'S AVONTUREN
Een man verdween...
DINSDAG 1 OCTOBER 1940
HA'ARE EM'S DAGBEAP
A
De duinen.
Het grootste deel is eigendom van den Staat en
de waterleidingen.
De totale oppervlakte der duinen is in Noord-
Holland 16.000 HA. en in Zuid-Holland 5.500 H.A.,
tezamen dus 21.500 H.A. Daarvan behooren: aan
den staat 5700 H.A.. aan waterleidingen 8270 H.A.,
aan de gemeenten en polders 550 H.A., aan bouw
maatschappijen 2700 H_A. en aan particulieren
4280 H.A.
Dat Wil dus zeggen dat 67.5% der duinen in
deze beide provincies in het bezit van het rijk,
de waterleidingen, de gemeenten en polders is.
De bouwmaatschappijen hebben 12.5% in eigen
dom. terwijl dan nog 20% op naam staat van
particulieren.
De grootste particuliere duinbezitters worden ge
vonden in Noord-Holland, hun bezit beslaat 4130
H.A., tegen slechts 150 H.A. in Zuid-Holland.
Deze gegevens ontleenen wij aan het rapport der
Staatscommissie voor de drinkwatervoorziening in
het Westen des lands.
De commissie maakt de volgende opmerkingen:
De Staat heeft uitgebreide duinterreinen gebracht
onder het Staatsboschbeheer. Deze terreinen worden
voor een belangrijk gedeelte als natuurmonumenten
In stand gehouden; op het overige gedeelte vindt
op groote schaal boschaanplant plaats. Daardoor blij
ven deze gebieden niet alleen voor de Nederland-
sche gemeenschap behouden, maar zij zijn nog
steeds in waarde en schoonheid vooruit. De overige
Staatsduinen zijn in beheer bij verschillende depar
tementen die er verschillende bestemmingen aan
geven, die in sommige gevallen het behoud van het
natuurschoon en van den waterrijkdom niet ten
goede komen, hetgeen o.a. geldt voor de vaak op
groote schaal toegelaten afzanding.
Ook de beheerswijze van de waterleidingbedrijven
loopt zeer uiteen. Over het algemeen kan gezegd
worden, dat de bedrijven er steeds zooveel mogelijk
voor zorgdragen hun terreinen in goeden staat te
houden, hetgeen meestal gepaard gaat met een stre
ven een ongecontroleerden toeloop van het publiek
zooveel mogelijk tegen te gaan.
Het Provinciaal Waterleidingbedrijf in Noord-
Holland voert het beheer over ruim 4000 H.A. duin
gebied dat aan deze provincie toebehoort. Een ge
deelte dezer terreinen is thans voor waterwinning
in gebruik; het overige is voor uitbreiding der wa
terwinning bestemd. Dit gebied is gedeeltelijk in cul
tuur gebracht. Met het aanleggen van nieuwe be
plantingen wordt nog steeds voortgegaan, terwijl
onlangs een 3.9 H.A. groot duinmeer is voltooid. Toe
gang wordt verleend aan houders van kaarten, die
tegen een kleine geldelijke vergoeding verkrijgbaar
gesteld worden. Dit geheele gebied blijft dus als een
aan natuurschoon rijk recreatieoord voor de ge
meenschap behouden.
Ook de waterleidingbedrijven van Amsterdam en
's-Gravenhage hebben uitgebreide duingebieden
(respectievelijk 3000 en 1300 H.A.) onder hun be
heer, waar eveneens bebossehing plaats vindt. Ook
tot deze terreinen wordt toegang verleend aan hou
ders van kaarten.
De waterleiding van Haarlem heeft slechts de be
schikking over een klein duinterrein, ter grootte van
ongeveer 50 H.A., dat in erfpacht verkregen is. „De
nadeelige invloed van de wateronttrekking heeft
zich echter sterk over de omliggende duinterreirien
doen gelden."
Het particuliere duinbezit is, vooral in Noord-
Holland, zeer belangrijk. In totaal zijn ruim 5200
H.A. duinterrein in particuliere handen (4130 H.A.
in Noord-Holland, 150 H.A. in Zuid-Holland). „Het
lot van deze terreinen zoo schrijft de commissie
grootendeels gelegen in het dichtbevolkte gedeelte
van ons land, baart veel zorg. Ongeacht het tegen
woordige beheer dreigt steeds het gevaar, dat na
overlijden van den eigenaar tot verkoop moet wor
den overgegaan waarna verkaveling soms het eind
is. Ook noodzaken de hooge lasten, die aan het bezit
van landgoederen zijn verbonden, den eigenaar soms
tot verkoop, waardoor de kans groot is, dat de ter
reinen in ongewenschte handen overgaan.
De aan bouwmaatschappijen en diverse N.V. met
uiteenloopende exploitatiedoeleinden, behoorende
duinterreinen (tezamen 3330 H.A. of 8% van het
totale duinbezit) worden maar al te vaak bedreigd
door een exploitatievorm, die ernstig nadeel voor de
schoonheid van het landschap inhoudt. Gelukkig zijn
er onder deze categorie ondernemingen onder welker
beheer tot heden een ongestoord voortbestaan van
het duinlandschap gehandhaafd werd, waarbij o.a.
gedacht wordt aan het Zwanewater.
VAKOPLEIDING IN DEN TEXTIELHANDEL.
Donderdagavond a.s. zal in de katechismus-
kamer van de kerk van het H. Hart aan den Kle
verparkweg te Haarlem de cursus tot opleiding
voor het manufacturenbrevet officieel geopend
worden. Deze cursus gaat uit van de Katholieke
Stichting voor de vakopleiding in den textiel-
detailhandel.
KAPPERSVAKSCHOOL.
De lessen van de Centrale Vakschool voor Kap
pers te Haarlem nemen weder een aanvang.
Donderdag 3 October a.s. wordt de cursus
1940—'41 geopend.
Zoolang de bepalingen voor verduistering
en het verbod om na tien uur op straat te mogen
zijn gelden, wordt de cursus niet des avonds,
maar op de Donderdagmiddagen gehouden.
De reddingshaken aan de bruggen.
Zijn reeds wit geschilderd.
In ons nummer van Zaterdag hebben we. mede
op verzoek van den heer A. J. Meijerink, de
aandacht gevestigd op de wenschelijkheid. de
reddingshaken aan de brugleuningen te Haar
lem wit te laten schilderen, opdat ze 's avonds
in de duisternis gemakkelijker gevonden kun
nen worden. Ir. M. H. Maas. directeur van
Openbare Werken, verklaarde genegen te zijn.
de haken wit te laten schilderen.
De heer Meijerink kwam ons vanmorgen
mededeelen dat de heer Maas niet alleen woord
heeft gehouden maar ook zeer snel heeft ge
handeld, want er waren reeds eenige haken
van een witte kleur voorzien.
In hetzelfde stukje van Zaterdag werd mede
gedeeld, dat we geen bevestiging van het ge
rucht hadden kunnen krijgen, dat er Donderdag
avond iemand in de Leidschevaart gevallen
zou zijn.
Dit bleek ons nu juist te zijn. Donderdagavond
negen uur geraakte een zestigjarige man met
zijn fiets ter hoogte van de Emmabrug te water.
Een paar jongens maakten zich verdienstelijk
om den reddingshaak van de brug te halen, maar
inmiddels was mevrouw B. Hoeken-Baas, wo
nende aan de Leidschevaart bij het Emmaplein.
op het hulpgeroep reeds toegesneld. Het red
dingswerk was wegens den hoogen walkant niet
gemakkelijk, vooral niet in de duisternis. Me
vrouw Hoeben stelde echter alles in het werk
op hulp te bieden. Plat op haar buik liggend boog
zij zich ver over den walkant heen en na een
paar minuten mocht het haar gelukken, den pols
van den drenkeling- te grijpen. Een jongeman
lichtte met een zaklantaarn bij, waarna de man
met vereende krachten op den wal werd getrok
ken. Ook eenige leden van den Ongevallen-
dienst waren intusschen gekomen, zoodat de
drenkeling op de gebruikelijke wijze ver-zorgd
kon worden; in eenige dekens van mevrouw Hoe
ken gewikkeld werd hij naar de woning van fa
milieleden in de Schreveliusstraat gebracht.
Hulde aan mevrouw Hoeben en bovengehoem-
den onbekenden jongeman, die op deze kordate
wijze een menschenleven gered hebben.
AANBESTEDING
HAARLEM Maandag.
Hedenmorgen heeft de directeur van openbare
werken te Haarlem ten Stadhuize in het openbaar
aanbesteed het maken van rioleeringen in de Presi
dent Steynstraat e. o., uit te voeren in werkver
schaffing.
Er werd ingeschreven als volgt;
Fa. A. Schorel, Haarlem f 52682 (f 50), A. J. De
Later Oegstgeest f 43.500 (f 50); H. C. Heemskerk.
Leiden f 57.600 (f 45); L. P. v. d. Geer, Leiden
f 58.100 (f 50); De Moei en Hermes N.V. te Alk
maar f 63.800 (f 125).
De tusschen haakjes geplaatste bedragen vormen
de voorgeschreven vergoeding.
Collecle Exe
iir; ie- en
Sl. Nicoïaas-
B. en W. van Haarlem hebben goedgevonden, dat
de Onderafdeeling „Excursie" van de Excursie- en
Sint Nicolaas vereeniging „Haarlem" langs de hui
den collecteert ten bate van het kind.
De opbrengst van deze collecte is speciaal be
stemd om de kinderen een genotvolle cn leerzame
excursie tc verschaffen.
Deze collecte wordt gehouden van heden af tot 31
December 1940.
WEINIG BELOVENDE JONGEN.
Een vijftienjarige jongen, die Vrijdag uit de
ouderlijke woning te Haarlem was weggeloopen,
werd door de politie aangehouden. Hij bekende
Zaterdagavond van de Botermarkt hoek Gier
straat een rijwiel gestolen en daarna verstopt
te hebben. De politie heeft het opgespoord en
in beslag genomen. De politie stelt een nader on
derzoek in, want de jongen heeft waarschijnlijk
nog meer op zijn geweten.
ONZE VOEDING IN TIJDEN VAN
SCII.4ARSCHTE.
Over dit onderwerp hield de arts Y. Hettema
op 29 Sept. jJL een voordracht voor de afd. Haar
lem e.o. van de Nederlandsche Vereeniging voor
Natuurgeneeswijze in het gebouw „De Nijver
heid" aan den Jansweg. De zaal was goed bezet
met circa 60 leden en genoodigden. Spreker wees
er op, hoezeer de omstandigheden van dezen tijd
er meer dan ooit toe nopen, dat men zich reken
schap geeft van de samenstelling en bereiding
van zijn voedsel. Doet men dit in den zin, als
voorgestaan door moderne voedingkundigen, dan
blijkt dat voor onvoldoende voeding als gevolg
van rantsoeneering geen vrees behoeft te bestaan.
Alle publicaties van tegenwoordig gaan vrijwel
in de richting welke in de kringen der Ned. Ver
een. voor Natuurgeneeswijze reeds een 12-tal
jaren werd verkondigd en volgt men die richting,
dan blijkt dat de rantsoenen der verschillende
voedingsmiddelen ruimschoots voldoende zijn.
Spr. toonde dit met voorbeelden duidelijk aan
en wees in dit verband op de vorderingen, welke
de wetenschap der menschelijke voeding in de
laatste 25 jaren heeft gemaakt, vooral dank zij de
kennis welke verkregen werd ten aanzien van de
beteekenis der vitaminen. Houdt men zich aan
den stelregel van Ragnard Berg, om aan aard
appelen zesmaal zooveel aan gewicht te nuttigen
als aan al het andere voedsel tezamen, en worden
de voedingsmiddelen op de juiste wijze bereid,
dan zal men zich daarbij zeer wel bevinden. Wat
onder juiste bereiding is te verstaan werd door
spr. uitvoerig toegelicht. Ook over de methoden
van conserveering. de voor- en nadeelen daar
van, werden nuttige en behartigingswaardige
mededeelingen gedaan.
Dat e.e.a. met veel belangstelling werd gevolgd
bleek wel uit de na afloop van de voordracht ge
stelde vragen. Bij de beantwoording daarvan had
spr. gelegenheid op enkele punten nog eens dieper
in te gaan.
POSTZEGELS KOOPEN IN HET DONKER. Ten behoeve van het publiek
hebben de Posterijen te Arnhem den practischen maatregel getroffen, om de
plaats der postzegel-automaten met witte merkteekens aan te geven.
(Foto Pax Holland.)
De Haarlemsche Volksuniversiteit.
We ontvingen het programma van de Haar
lemsche Volksuniversiteit voor den cursus 1940/41
(vóór de Kerstvacantie). Door de omstandigheden
is het programma beperkt. De cursussen zijn zoo
veel mogelijk op Zaterdagmiddag geplaatst. Indien
mocht blijken, dat dit voor de leden en de com
missies op onoverkomelijke moeilijkheden stuit en
de omstandigheden mochten verbeteren, zullen na
de Kerstvacantie weer meer avondcursussen ge
houden worden.
Er zullen vóór de Kerstvacantie zes luister
cursussen gehouden worden n.L:
Belangrijke momenten uit de ontwikkeling der
beeldhouwkunst. (Met lichtbeelden en excursie
naar de Academie van Beeldende Kunsten te
's Gravenhage) door dr. A. van der Boom, te
Haarlem.
Wijsgeerige problemen, door dr. H. J. Pos, te
Haarlem.
Hoofdmomenten uit de geschiedenis der wereld
letterkunde (Grieksche tragedie, Dante, Goethe).
Godsdienstige vragen, nu, door ds. G. J. Waar
denburg, te Haarlem.
De schatten van de Stadsbibliotheek en hoe ze
te gebruiken, door den heer P. V. de Witt, te Haar
lem.
Oud-Haarlem (Met lichtbeelden en excursie naar
VOOR DE KINDEREN
Hij maakte een prachtige salto, die
hem de beste acrobaat niet beter had
kunnen nadoen.
„O!" dacht de arme Ab, „als ïk nu
maar niet te hard neerkom! MiSr
schien kom ik wel weer in het water
terecht ofmisschien kom ik weer
aan mijn luchtvisch te hangen."
Maar Ab kon niet weten, dat dit
alles niet zou gebeuren.
Op datzelfde oogenblik vloog hij
met een hevig gekraak door het rie
ten dak van een schildwachthuisje.
De twee soldaten, die hier rustig op
post stonden, zagen tot hun verwon
dering twee zwarte beenen boven het
dakje van hun huisje uitsteken. Zij
begrepen er eerst niets van, maar veel
minder begrepen zij waar dit per
soontje vandaan kwam.
Tot hun groote ergernis zagen zij
dat dit kleine kereltje het dak van
hun huisje op een ernstige manier
had beschadigd. Spoedig hadden zij
hem te pakken. Maar op al hun vra
gen kan Ab natuurlijk geen ant
woord geven, want de Chineesche
taal had hij op school nog niet ge
leerd.
„Hij is zeer gevaarlijk." zeiden de
twee mannen tegen elkaar, „en hij
moet mee naar den mandarijn.
Zoo stapte Ab met even groote
stappen tusschen de twee Chineesche
soldaten in.
het Stadsarchief, Jansstraat) door dr. C. Spoelder,
te Haarlem.
Wat de Werlccursussen betreft: bij genoegzame
deelneming zal op Zaterdagmidddag nog een ver
volgcursus Engelsche taal worden georganiseerd.
Op Donderdagavond 24 October van 7.309 uur
(op 23 October is het lichte maan) zal in de Aula
van de H.B.S. A voor de leden en hun introdusés
een lezing met filmvertooning worden gehouden:
„Perpetuum mobile").
NED. KATH. VAKBOND VOOR DEN
TEXTIEL-DET AIL HANDEL.
De jaarvergadering van St. Willibrordus, den
Ned Katholieken Vakbond voor den Textiel-detail-
handel werd dezer dagen te Haarlem gehouden in
een der zalen van het Gemeentelijk Concertge
bouw.
De Bondsvoorzitter, de heer Kempkes gaf een
duidelijk overzicht over het afgeloopen jaar. Felle
slagen beroerden ons land in al zijn geledingen.
Nochtans waren wij, zeide spr., hierdoor niet ter
neergeslagen, maar beseften ten volle de moei
lijkheden, die ons nog zouden wachten.
Alles kwam, zoo sprak hij, niet geheel onvoor
bereid. Moeilijke jaren van harden arbeid met ver
deeld succes, liggen achter ons en thans wacht
ons een groote taak n.l. mede te werken als een
onderdeel in het groote geheel, belichaamd in de
corporatieve gedachte.
Sociaal gevoel, gemeenschapszin en saamhoorig-
heid moeten onze groote drijfveeren zijn naar een
nieuwe en betere orde.
Samenwerking met onze twee zuster-organisa-
ties in federatief verband, is reeds een feit ge
worden. In het raam der F.M.T.O. is plaats voor
allen, waartoe dan ook onze bond „St. Willibror
dus" behoort, met behoud van eigen zelfstandig
heid.
Van horizontale organisaties zullen wij moeten
komen tot een verticale, waarin allen van hoog tot
laag, van klein tot groot, zijn ondergebracht.
Dit ideaal geve ons kracht om te bouwen aan een
nieuwe toekomst, waarin voor allen die werken
willen plaats zal zijn.
Loonende arbeid voor ieder onzer, zoowel voor
werkgever als werknemer, geve ons de zoo hoog-
noodige rust en vrede.
Hierna werden de verschillende agendapunten
afgewerkt.
Na de lunch bij Brinkmann aan de Groote
Markt werd de vergadering vortgezet:
Hierbij waren aanwezig, enkele bestuurderen
van Zuster-organisaties, Middenstandsbond alsmede
de heer Kamerbeek, chef van den inlichting en voor
lichtingsdienst van het Rijksbureau voor Textiel.
Laatstgenoemde had de vergadering eenige be
langrijke mededeelingen te doen en gaf antwoord
op vele vragen.
Om half vijf sloot de bondsvoorzitter de ver
gadering.
Hierna vereenigden de deelnemers zich aan een
diner in Café-restaurant Brinkmann.
EXAMENS.
Academische opleiding.
Voor het cand.ex. geneeskunde (tweede gedeelte)
geslaagd aan de Gem. universiteit te Amsterdam, de
dames C. H. Ubbens, C. L. Klimp. C. V. Tan en de
heeren: J. F. Nijman. K. C. Korff. W. J. P. Wijer
mans, E. J. Elzinga, H. van den Hombergh, J. H.
M. Egberts.
Geslaagd voor het cand.ex. rechten: mej. A. Potma
en de heeren R. F. Zoetmulder, A. M. Lubbers en
J. L. van Aoeldoorn.
door LESLIE FORD.
17)
„Hoor eens beste", zei mijn vriendin, terwijl ze
zich op haar gemak in de kussens nestelde, „ik hoop
maar dat je niet een van die vreeselijke menschen
bent, die altijd overal willen uitstappen om over
rotsen en watervallen te klauteren. Ik weet zeker
dat we van den weg af alles even goed kun
nen zien. Veel zal er trouwens wel niet te zien
zijn.. Behalve Natuur, bedoel ik".
En zoo ratelde ze door, over alles en nog wat.
over menschen die ik kende en niet kende: en
toen we tegen donker bij het Meerhotel terug
kwamen, liep mijn hoofd om en viel ik volkomen
uitgeput in den salon neer. Na een poosje kwam
de chasseur, met wien ik klaarblijkelijk op bui
tengewoon goeden voet moest staan, met een ge
heimzinnig lachje op mij toe.
Hij boog zich over me heen en fluisterde: „Ze
zyn in aantocht".
„Wie?" vroeg ik.
„U weet wel!"
Hij gaf me geen vriendschappelijk duwtje, maar
het scheelde niet veel.
„O, lieve hemel!" dacht ik en sprong snel op.
Door de deuren heen zag ik de groote roode auto
in een stofwolk de binnenplaats oprijden. Ik
greep mijn tasch en haastte mij naar mijn kamer;
ik kon niet, zelfs niet afgescheiden van wat er ge
beurd was. de eerste zijn, die hen feliciteerde. Ik
draaide het licht niet aan. Het halfduister en de
stilte waren een weldaad, na alles wat ik dien
middag ondergaan had; ik ging in een stoel zitten
en sloot de oogen.
Plotseling schrok ik op. Ik hoorde vlugge stap
pen in de gang die snel luider werden tot ze
bij Cecily's deur naast de mijne stilhielden Ik
hoorde de deur openen en hard dichtslaan en het
jammerende gepiep van veeren, toen zc zichzelf
op het bed liet vallen,
ik stond op en liep naar de deur tusschen onze
kamers, waarachter ik een zwak geluid hoorde
van hevig gesmoord snikken. Aarzelend bleef ik
staan met de hand aan den knop. Toen kon ik het
niet langer aanhooren het was al te hartver
scheurend. Ik ging de donkere kamer binnen; bij
het flauwe licht van buiten zag ik haar op bed
liggen met het hoofd in de kussens,, een zielig
hoopje ellende.
Ik legde een hand op haar trillenden, schokken-
den schouder. „Cecily, lieverd; wat is er?"
Ze schudde stormachtig het hoofd. „Niets!"
Haar stem klonk zeker niet wanhopig of innig
verdrietig; wel verstikt door snikken, maar het
was eer woede en verslagenheid.
„Ik wou met George trouwen, maar ze
ze hebben ons niet uit dat dat vervloekte park
willen laten!"
Ze hief het hoofd niet op en ik was er blij
om. want ik stond te grinniken als een idioot.
Wat zou ik graag de gezichten van George en van
den beminnelijken zelfbewusten Ridley gezien
hebben! Die zouden nu vast druk bezig zijn met
telegrafeeren aan invloedrijke kennissen in Wash
ington om het halve personeel van Yellowstone
te doen ontslaan.
Ik keek vlug op: de tusschendeur naar de zit
kamer was opengegaan en in de verlichte opening
zag ik een oude dame staan in een onmogelijk
rose en groen gebloemd negligé.
„Bedoel je dus dat het huwelijk niet doorge
gaan is?" vroeg ik.
Cecily schudde opnieuw het hoofd. „Neen! Ze
wilden ons niet door den uitgang laten!"
Mevrouw Chapman sloot onhoorbaar de deur en
ik hoorde den rieten stoel kraken, toen zij er in
neerviel. En ik begreep dat zij hetzelfde, bijna
verlammende gevoel van opluchting moest gevoe
len, als ik den vorigen dag gehad had, toen we
aan wal gestapt waren en ik achterom gezien had
over het meer naar de nevelige blauwe bergen in
de richting van Doorlaat.
En met even weinig profetisch inzicht als ik!
Want juist twee uur later struikelde mevrouw
Ridley over het doode lichaam van George Pel-
ham, dat met een schot in het voorhoofd in het
dennebosch lag, geen vijftig meter verwijderd
van het woonwagenkamp.
X.
Maar' toen ik daar bij Cecily in de onverlichte
kamer zat, had George nog twee uur te leven.
Hij werd gedood om tien minuten voor half elf.
Zijn zuster vond hem om half twaalf. Het uur
van zijn dood stond duidelijk vast. De houtvester
zelf had in zijn woning het schot gehoord, en her
innerde zich dat hij daarna naar de klok op zijn
schrijftafel gekeken had. Ook menschen in de
woonwagens hadden het gehoord, maar hadden
gemeend dat het een onwillige auto was. De hout
vester had het wel als een schot herkend, maar
had gemeend dat het bestemd was voor een beer
die al eenige dagen door het kamp stroopte en die
dien morgen ter dood veroordeeld was, omdat hij
gevaarlijk geworden was en een vrouw vrijwel
den arm van het lichaam gescheurd had.
Maar die beer was al een uur eerder doodge
schoten achter de gouvernements-eetzaal, toen de
houtvester naar den Oostelijken ingang geweest
was om een heerschap over te nemen, dat met
bijna vierhonderd forellen achter in zijn auto was
aangehouden, op weg naar de vischmavkt van
Cody. En wat George betreft, niemand scheen te
weten waar hij geweest was, nadat hij met Ridley
en Cecily van hun vergeefsche reis was terugge
keerd, en voordat mevrouw Ridley hem vond.
Toen mevrouw Chapman de deur achter Cecily
en mij gesloten had, was het tegen achten ge
weest. Cecily ging rechtop zitten, trok de voeten
onder zich op en streek de natte krullen uit haar
oogen. Haar woede was gemakkelijk genoeg te
begrijpen. Ik veronderstel dat niets in staat is
een vrouw, hetzij jong of oud. woedender te ma
ken dan het feit dat zij verhinderd wordt, iets te
doen waarvan zij in haar hart weet dat het dwaas
is. maar dat zij met geweld wil doorzetten, omdat
zij trotsch is en omdat haar trots ondragelijk ge
kwetst is. Cecily moest in haar hart wel gevoeld
hebben dat zij heethoofdig en al te impulsief ge
weest was. ondanks haar uiterlijke kalmte toen
zij de zitkamer van haar grootmoeder had ver
laten. Misschien had ze zelfs niet welbewust
terug willen slaan en de menschen wonden die
haar het meest gekwetst hadden; Steve In de
eerste plaats natuurlijk, maar ook haar groot
moeder, voor wat zij meende haar lage ver
raad, daaruit bestaande, dat zij hem alsof er niets
gebeurd was, begroet had.
Zij zat met brandende oogen en een beleedigd
gezicht aan het voeteneind van haar bed. „Groot
moeder denkt zeker dat ze George en mij kan
blijven beletten, te trouwen, maar dat kan ze
niet!" zei ze stormachtig. „Ik heb hem altijd
slecht behandeld, omdat ik nooit had kunnen ge-
looven dat dat Steve zoo kon zijn. Hij is altijd
aardig voor me geweest en hij heeft me vroeger
nog niet de helft gezegd van wat hij vermoedde,
omdat hij me niet nog ongelukkiger wilde maken
dan ik al was. Ik ben gèk geweest; gèk dat ik
me heb opgegeten van verdriet over een man
die genoeg van me had en die niet eens den moed
had. me dat te vertellen!"
„Maar lieveling!" zei ik. ,Weet je dat wel
zeker?"
„Zeker?" herhaalde ze. „Hoe zou ik niet zeker
zijn, na alles wat er gebeurd is? Grootmoeder
weet het alleen maar niet. Luister. Al een paar
maanden te voren had Steve telkens allerzonder
lingst gedaan. Hij was ongelukkig en moedeloos.
Hij zei steeds maar. dat ik niet moest meenen.
dat ik met hem moest trouwen alleen maar om
dat ik dat nu beloofd had: en meer zulke dingen.
Ik moest niet denken dat het zou zijn alsof ik
hem in den steek liet. enzoPvoort. Ik dacht dat
hij bedoelde: omdat hij zoo ziek geweest was. en
dat hij daar gevoelig over 'was want ik was
dol op hem! O, O, Grace, je hebt er geen idee
van!"
Haar lippen trilden: ze perste ze op elkaar als
een boos kind dat vast besloten is. niet te gaan
huilen.
„En toen dien Zondag dat hij naar ons toe ge
komen was. Ik had hem in geen week gezien.
George was tweemaal geweest: hij had gezegd
dat Steve niet meer heelemaal normaal was.
En toen kwam hij en zei och, hij zei al die
dingen opnieuw. Ik probeerde hem te doen inzien
dat ik hem niet alleen maar wilde trouwen omdat
ik medelijden met hem had. en toen werd ik
werd ik nijdig. Ik zei dat als hij er dan zoo over
dacht, och, je weet wel wat je dan allemaal
zegt, zonder dat je het meent!"
Ze draaide haar hoofd weg en knipperde met
haar lange wimpers om haar tranen terug te
houden.
„Hij ging weg. En den volgenden morgen dacht
ik dat dat hij opzettelijk tegen dien paal ge
reden was, omdat -wel, allereerst omdat ik zoo
zeker wist dat ik gelijk gehad had; en dat het
dom geweest was, mijn geduld te verliezen en
dat het dus allemaal miin schuld geweest was".
„Zou ie niet denken, dat ie misschien tóch ge
lijk gehad had en dat dan de reden was, waar
om hij het beter vond. stilletjes te verdwijnen?"
vroeg ik vriendelijk.
„Nee", zei ze botweg. Bij tijden was ze toch wel
een echte afstammelinge van de oude onverzette
lijke oude dame uit de kamer naast ons. Haar
onpen schoten alweer vuur door haar tranen heen.
..Nee. vast niet. Niet als dat John Brice geweest
is die verbrand is.
En als hij on de beurs gokte met geld van een
klant en probeerde het te doen voorkomen of Brice
het deed. Mijnheer Ridley zegt, dat het er uitziet
of het een gemeene vooraf beraamde moord was,
en ik ben bang dat hll gelijk heeft".
..Onzin!", zei ik ronduit.
Ze sloeg haar slanke beenen over den rand van
het bed. Het treurende hunkerende meisje, de Ce
cily die zoo innig van Stêve gehouden had, begon
weer te voorschijn te komen: maar nog verborgen
onder het koele uiterlijk van een Cecily die aan
niemand wilde toonen, hoe gekwetst zij was. „Je
bent nrecies grootmoeder", zei ze effen. Ze stond
op. stak het licht aan en begon haar neus te poe
deren.
„Ik zou anders meenen dat je eerder naar mij
kunt luisteren dan naar Ridley ik zou zoo
zeggen dat die in dit geval wel heel erg een
pleiter voor eigen zaak is".
„Daar vergis je je in. Grace", zei ze. „Hij trachtte
ons nog over te halen, vandaag niet naar Gardiner
te gaan".
(Wordt vervolgd)»