IÉ
Een man verdween...
VRTTDA'G Ü'CTÖBEK TOÖ
HKÏHCEM'S 'A'GBB'A'
Commissaris-generaal Dr. Fiscliböck
bezocht Noord-Brabant.
Bezichtiging van verschillende fabrieken.
De Commissaris-Generaal voor Financiën en
Economie, dr. H. Fisehböck heeft gisteren verge
zeld van een aantal van zijn naaste medewerkers
een autotocht door Noord-Brabant gemaakt en
daarbij vooral een bezoek gebracht aan de groote
industriecentra, welke deze provincie haar eigen
karakter geven, met name de tabaks- de textiel en
de schoenenindustrie in Eindhoven, Tilburg' en in
de Langstraat. De Commissaris-Generaal maakte
deze excursie in de eerste plaats om persoonlijk
met deze toonaangevende industriecentra kennis te
maken en in de tweede plaats om met de directies
van de fabrieken, die hij op dezen tocht bezocht,
van gedachten te wisselen over de problemen,
waarvoor zij zich door de gewijzigde omstan
digheden thans zien geplaatst. Dr. Fisehböck be
zocht allereerst de textielschool in Tilburg, waar
hij door den directeur van dit zoo modern inge
richte instituut, ir. H. Handels, werd rondgeleid
en waarbij hij een overzichtelijk beeld kreeg van
de textielindustrie en alles wat daarmede samen
hangt. Na dit bezoek dat in verband met den be
schikbaren tijd slechts kort kon zijn, reed het ge
zelschap naar de bekende „Aabe"-wolfabriek, even
eens in Tilburg, een onderneming, welke zoowel
door haar outillage als werkwijze een zeer modern
bedrijf is. De directeur en eigenaar, de heer A. van
den Bergh leidde den Commissaris-Generaal in
het groote gebouwencomplex rond. Dr. Fischböc^
had daarbij de gelegenheid zich met verschillende
arbeiders te onderhouder)' en hun te vragen naar de
omstandigheden, waaronder wij werkten, met name
loonen, arbeidstijden, sociale voorzieningen enz.
Met den directeur besprak de Commissaris-Ge
neraal verschillende problemen, vooral ten aanzien
van de grondstoffenvoorzïening, waarbij b'leek, dat
het bedrijf voorloopig kan doordraaien zonder dat
zich op dit terrein moeilijkheden van eenjgen om
vang zullen voordoen.
In Oisterwijk bezocht de Commissaris-Generaal
de bekende sigarenfabriek „De Huifkar", waar hij
met groote belangstelling dit typisoh handwerkers-
bedrijf aanschouwde, niet sigarenmakers praatte en
met den directeur, den 'lieer Hamers van gedachten
wisselde over productie- en afzetmogelijkheden'.
De groote sigaretten- en sigarenfabriek van
Mignot en de Block in Eindhoven was het volgende
doel van de rejs. Ook hier vertoefde dr. Fisehböck
langen tijd tusschen de op volle toeren werkende,
sigaretten-produceerende machines en andere, even
moderne installaties. Met den directeur, den heer
Mignot Sr. en diens zoon onderhield dr. Fisehböck
zich over verschillende onderwerpen, waarbij voor
al de organisatie an het tabakverwerkende bedrijf
in ons land een belangrijk punt vormde.
In Waalwijk tenslotte heeft dr. Fisehböck de
schoenenfabriek „Timtur" bezichtigd. De direc
teur, de heer Raming, lichtte den Commissaris-Ge
neraal voor en leidde zijn hoogen gast in het fa
brieksgebouw rond.
Tot de heeren, die dr. Fiscliböck op deze excursie
vergezelde, behoorden ook regierungsrat dr. Heine-
mann, hoofd van de afdeeling „Gewerbliche Wirt-
Bchaft" van het generaal-commissariaat voor fi
nanciën en economie en de heeren dr. Maly en ir.
Nimtzoh van het bureau, dat onlangs te 's-Gra-
venhage is gevestigd en dat tot taak heeft voor
Duitsehe opdrachten aan de Nederlandsche in
dustrie te zorgen en op zijn beurt die opdrachten
aani Nederlandsche fabrieken door te geven voor
zoover dat mogelijk is.
(A.N.P.)
Belangrijke naaldendiefstal
opgehelderd.
Drie personen in arrest.
De centrale recherche van het hoofdbureau
van politie te Amstei-dam is er in de afgeloopen
dagen in geslaagd een belangrijken diefstal van
naalden uit het centraal magazijn voor militaire
kleeding en uitrusting in de Sarphatistraat aldaar
op te lossen.
Voor ruim duizend gulden aan stik- en perme-
naaliden was daar gestolen. Thans is deze geheele
partij in beslag genomen en is de zaak geheel op
gehelderd. Een employé bleek nl. het grootste deel
van de naalden te hebben gestolen.
Twee employés van het magazijn hebben dezen
diefstal op hun geweten en zijn dan ook inmiddels
gearresteerd. De derde man, die iin deze zaak be
trokken is, is een postbode, de vader van een der
beide anderen. Deze postbode heeft de partij ver
kocht. althans voor het grootste deel, want een
gedeelte er van was in den Amstel gegooid en is
door de politie gevonden. Hij had de naalden af
geleverd aan een bona fide-koopman, die in de
meeniing verkeerde, althans dat was hem door den
postbode verteld, dat deze de naalden bad gekre
gen van iemand, die hem geld moest, betalen en
hem implaats van het geld de goederen had ge
geven. Tegenover de politie hield hij vol, dat hij
de buit had gekregen op een veiling. Hij had daar
nl. een kistje met oude rommel gekocht en daarin
bij nader onderzoek de nieuwe naalden aangetrof
fen. Deze verhaaltjes waren echter niet in staat
de recherche op een dwaalspoor te brengen.
Leerstoel in het Nat.-Socialisme.
Donderdag is, naar „Het Nat. Dagblad meldt, te
Leiden de oprichtingsacte gepasseerd van de „Ne
derlandsche Slichting tot Bevordering van de Stu
die van het Nationaal-Socialïsme". Haar doel om
vat o.m. het vestigen aan de Leidsche universiteit
vain één of imeer leerstoelen in het nation,aal-socia-
lisme of één zijner onderdeelen.
FAILLISSEMENTEN.
Opgegeven door afd. Handelsinformaties
v. d. Graaf en Co. N.V. Amsterdam.
Uitgesproken: 2 Oct. M. Griffioen, timmerman,
wonende te Amsterdam, Rustenburgerstraat 121.
R. C. Mr. H. J. Hütschler. Cur. Mi-. H. la Croix,
Frederiksplein 36, Amsterdam.
Vernietigd: 23 Sept. E. F. Norden, Amsterdam.
(Uitgesproken 4-9-1940). 25 Sept. J. Eichelsheim,
Amsterdam. (Uitgesproken 3T-7-1940
Opgeheven wegenis gebrek aan actief: 30 Sept.
J. Brussee, Oegstgeest. H. Piersma Hzn., kruide
nier, Balk, 1 Oct. L. Timmermans, rijwielhande
laar, Breda.
Gedeponeerde uitdeelingslijsten21 Sept. St.
Banken, Leeuwen^Beneden. Geëindigd door het'
verbindend worden der eenige uitdeelingslijst.
Uitk. 0,811 pCt.
Dr. W. G. HARRENSTEIN.
Dr. W. G. Harrenstein, em. predikant van de
Geref. kerk van Santpoort en laatstelijk leger- en
vlootpredikant in alg. dienst ontving een beroep
van de Geref. kerk van Weesp.
TUKT
EICICfiriN
MARKTBERICHTEN VAN BARNEVELD.
Donderdag 3 October.
Pluimveemarkt.
Oude kippen per K.G. 4552; oude hainen 0.70
1.50: jonge hanen per K.G. 6075: N.H. Blauwen
per K.G. 6505; jonge henen 0.701.40; idbiven
per paar 2025, tamme eenden 2040; wilde een
den (in jachttijd) 5065 ganzen 1.802.20; kalkoe
nen per K.G. 6075, tamme konijnen 1.252.50;
wilde konijnen 7590, hazen (in jachttijd) 1.50
3.00; jonge patrijzen 3040; fazanten (in jacht
tijd) 0.901.10, oude patrijzen 6070. Aanvoer
32.000. Handel stug.
Eiermarkt
Witte eieren 7.307.50, gemengde eieren 7.40
7.60; bruine eieren 7.507.70; kleine eieren 5.30
5.60; eendeneieren 5.005.40; kleine eendeneieren
4.005.00. Aanvoer 681.000. Handel vlug.
Veemarkt.
Zeugen f 50f 60, dr. zeugen f 55f 80, schram
men f 20f 25; biggen f 7f 12, zware varkens
2931 ets. per pond; mestkalveren 915 ets. per
pond, vette kalveren f 5f 9. Handel: redelijk.
Predikant verduisterde collecte
gelden.
Een jaar gevangenisstraf geëischt.
De arr. rechtbank te Amsterdam heeft Don
derdag de strafzaak behandeld tegen een predi
kant uit een dorpje aan den rand van het Gooi,
die voor een zeer pijnlijke zaak terecht stond.
De 61-jarige predikant had zich nl. te verant
woorden wegens verduisteringen, gepleegd ten
nadeele van het weduwen- en weezenfonds
van emeritus-predikanten, een reeks collectegel
den, die niet waren afgedragen en in de tweede
plaats een deel der gelden bestemd voor ver
bouwing van de kleuterschool en het vereeni-
gingslokaal der diaconie.
Het was een pijnlijke zaak, die zich in de klei
ne gemeente heeft afgespeeld en waaromheen
het gerucht dat men den dominee kwijt
wilde.
De president-kerkvoogd van de Ned.-Herv.
Gemeente kreeg begin van dit jaar een brief
van een advocaat waarin werd aangedrongen
op de betaling van f 478,65, het restant der ver-
bouwingskosten ad f 4000 van de kleuterschool
en het vereenigingsgebouw. De kerkvoogd ver
baasde zich over dit epistel des te meer, daar
het heele bedrag (f 4000) door een rijke dame
aan den predikant was gegeven.
De kerkvoogd toog naar den dominee en na
een minder vriendelijk .onderhoud gaf ver
dachte toe, dat hij f 478.65 niet had betaald,
maar een ongedekte chèque had afgegeven. Het
geld had hij ten eigen bate aangewend. Nauw
keurig stelde men toen een onderzoek in naar
het financieel beheer van den predikant, en het
bleek, dat hij een reeks van jaren de collecte
gelden voor het weduwen- en weezenfonds ook
niet had afgedragen. Die gelden beliepen een
bedrag van ruim f 725. Voor deze som was dus
de pensioenraad der Ned. Herv. Kerk of de
Bond van Nederlandsche predikanten bena
deeld.
Hoe bent u, als man van ontwikkeling, die het
ambt van predikant bekleedde tot deze daad ge
komen, wilde de president mr. Dons, weten.
Verdachte gaf toe dat hij wat te royaal geleefd
had wat mr. Dons de opmerking ont
lokte, dat dominee het financieel be
heer dan beter aan iemand anders had
kunnen overlaten. U bent steeds, een slecht fi
nancier geweest en dat is op zichzelf geen
schande, maar dan kunt u beter het beheer
niet op u nemen.
De penningmeester van den Bond van Neder
landsche predikanten verklaarde o.a. dat de
collectegelden wel eens meer laat binnen kwa
men, maar van verdachte was in jaren niets
gekomen.
Het reclasseeringsrapport concludeerde tot
een voorwaardelijke straf.
De officier van justitie requireerde tegen den
bejaarden predikant een gevangenisstraf van
een jaar met ontzegging om het beroep van
predikant uit te oefenen.
De verdediger drong op de uiterste clementie
aan.
Tijdens de veemarkt, welke Donderdag te Schagen werd gehouden, had een
tentoonstelling plaats van geregistreerde schapen uit het Noordelijk deel dei-
provincie Noord-Holland. Een overzicht.
iFoto Pax Holland.)
Aanstellen en bevorderen Van
ambtenaren.
Naar het A.N.P. van bevoegde zijde verneemt,
moet er binnenkort rekening mede worden gehou
den, dat Nederlandsche autoriteiten en publiek
rechtelijke lichamen geen personen meer tot amb
tenaren benoemen, op arbeidscontract aanstellen of
bevorderen mogen, die geheel of gedeeltelijk van
Joodsche -afkomst zijn of wier echtgenooten ge
heel of gedeeltelijk van Joodsche afkomst zijn.
NED. VROUWEN
ELECTRICITEITS V EREENIGING.
Programma voor October.
De afd. Haarlem van de Ned. Vrouwen Electrici-
teitsvereen. heeft voor October het volgende pro
gramma opgemaakt.
Dinsdagmiddag 8 October 2 uuV, Lido, Plein,
Haarlem. Lezing door mevr. A. Wolthers Arnoldi
uit Utrecht over: „25 jaar geleden en thans". Na de
pauze zal mevr. A. Roers Siemens spreken over
„Gezelligheid in de huiskamer, medé door middel
van het klaarmaken van lekkere hapjes".
Dinsdag '29 October, Lido, Plein. Lezing met de
monstratie door mej. C. v. d. Schalk uit Arnhem
over: „De vrouw en haar huis en de electriciteit".
VOOR DE KINDEREN
AB'S AVONTUREN
Oho had den vreemden indringer
eerst van alle kanten bekeken. Zelfs
had hij gewezen naar het hoofd van
Ab. Hij had het natuurlijk erg vreemd
gevonden, dat Ab geen staart aan
zijn hoofd had hangen. Maar toen de
eerste schrik voorbij was, keek hij Ab
al wat vriendelijker aan. Door allerlei
gebaren beduidde Ab nu, dat hij was
gevlucht uit het dakraam. Oho be
greep alles heel goed en trok hem
mee naar een klein huisje, dat ver
scholen lag onder dichtbegroeide
boomen.
De schildwacht, die voor het huisje
heen en weer kuierde, en dan weer
eens stilstond, draaide zich eens om,
teneinde de cel aan de buitenzijde te
inspecteeren. Doch toen zijn blikken
langs het dak gleden, schrok hij .he
vig, want het dakraam stond open
en.. ..daar stak zoowaar een stuk
van een ladder naar biiiten! Er was
geen twijfel aan: de vogel was zeker
gevlogen
Zoo vlug als hij maar kon maakte
hij de ijzeren deur open en rende
naar binnen. Ja, daar stond een lad
der, die door het openstaand dak
raam uitstak. Vlug keek hij het lo
kaaitje rond natuurlijk, die jongen
was gevluchtMaar dan moest hij
toch nog op het dak zijn.
De winterkleedinghulp.
Hoe de een den ander kan helpen.
Het Rijksbureau voor de distributie van tex
tielproducten d-oor den handel, in samenwerking
met het departement van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart, tracht een zoo rechtvaardig mogelijke
verdeeling van kleeding en textielproducten te be
vorderen. Daarbij wordt ook gedacht aan landge-
nooten, die alles hebben verloren, of die door de
omstandigheden moeite hebben zelf de noodzake
lijke kleeding en dekking aan te schaffen. Dit is de
reden, waarom voorgeschreven werd, dat men al
leen een winterjas of wintermantel kan koopen,
irdien daarvoor goede 'bovenkleeding (oostuum,
winterjas of wintermantel) of een wollen deken
wordt ingeleverd.
Dé leiders van de plaatselijke distributiediensten
zullen gaarne inlichtingen verstrekken over de'
wijze, Waarop de goederen kunnen worden inge
leverd.
De winter staat, voor de deur. Vele getroffen of
behoeftige landgenooten zijn niet in staat de nood-;
zakelijke kleeding en dekking te koopen. Het de
partement en het rijksbureau hopen' dan ook, dat
er velen zullen zijn, die meer zullen inleveren, dam
voor het koopen van een winterjas of -mantel noo
dig is. Hoe meer men geeft, des te beter 'helpt men
zijn medeburgers. Laat de huisvrouw de kleerkast
eens nazien en de dekens tellen. Zonder twijfel zal
blijken, dat er veel gemist kan worden, zonder zelf
schade te lijden.
(A.N.P.)
Distributie van papier.
Alle verwerkers en alle handelaren moeten
verzoek tot inschrijving indienen.
De secretaris-genitaal, waarnemend hoofd van
het departement van Handel, Nijverheid en'Scheep
vaart maakt bekend, dat maatregelen zullen wor
den getroffen op het gebied van de distributie van
alle soorten papier en carton, waaronder stroo-
carton, in rollen en vellen.
Deze maatregelen zullen worden uitgevoerd door
het rijksbureau voor papier, gevestigd Schotersin
gel 9 te Haarlem. Directeur van genoemd bureau is
mr. F. H. A. de Graaff.
Er zal een beschikking in de Nederlandsche
Staatscourant worden geplaatst, waarin onder meer
aan alle verwerkers aan en alle handelaren in
papier als bovenbedoeld, voor zoover zij blijkens
hun jaarbalansen in de jaren 1938 en 1939 over een
gemiddelden voorraad papier van minstens 5.000
K.G. beschikten, de verplichting wordt opgelegd bij
genoemd rijksbureau een verzoek tot inschrijving
in te dienen. Hetzelfde geldt voor alle importeurs
en agenten in papier, ongeacht de voorraden, waar
over deze beschikken of beschikten.
Het rijksbureau zal te zijner tijd bij inwilliging
van de ingekomen verzoeken tot inschrijving, ver
gunning tot voortzetting van de bedrijven verlee-
nen. Er wordt op gewezen, dat een beperking van
de aflevering van papier niet zal behoeven te ge- j
schieden, terwijl naar zich laat aanzien, evenmin
maatregelen zullen worden genomen tot regeling
van de levering van papier aan het publiek.
Ter bespoediging is thans reeds de gelegenheid
tot inschrijving bij het rijksbureau voor papier
opengesteld. Den belanghebbenden wordt dan ook
aangeraden, zich onverwijld met een verzoek tot
inschrijving tot dit bureau te wenden.
20)
door LESLIE FORD.
Ik vermoed dat het daardoor kwam dat we een
kwartier later het schot niet hoorden. De dans
muziek schetterde in de danszaal en een radio
brulde op een paar meter afstand van ons tafel
tje het laatste nieuws uit. We bleven daar tot
over elven zitten, en we liepen een oogenblik
naar de danszaal terug om Bill goedendag te
wuiven. Monty en hij waren kennelijk aan het
kibbelen om een klein blond geval met schitte
rende oogen die er geweldig veel pret over had.
Lisa zag ik niet, evenmin dc Winston's; ze wa
ren vermoedelijk naar hun woonwagen terugge
gaan. Ik kon het plezier van al die' jongelui op
dat oogenblik maar matig apprecieeren, als ik
dacht aan Lisa's vader die met een boek over
planten in 2ijn hotelkamer zat te wachten, of aan
Cecily die in de hare haar wanhopigen strijd streed
tusschen trots en hoop.
Een oogenblik dacht ik er aan, den kolonel te
vertellen over de Ridley's, maar ik deed het niet.
Ik was beslist niet in de stemming voor de goe
dige verdraagzaamheid, waarmee hij neerziet
op mijn passie voor de moeilijkheden van anderen.
Dus wandelden we zwijgend over den grasberm
van den weg naar het hotel terug.
Ik had juist beweerd: „Ze mochten hier wel
eens voor straatverlichting zorgen", toen de kolo
nel plotseling stilstond en zijn hand op mijn arm
legde. In de smaye lichte streep van den weg
kwam een vrouw als dronken uit de schaduw van
de boomen rennen. Ze liep eerst den eenen kant
op, toen den anderen; daarna bleef ze weer stil
staan en rende weer terug in het duister van de
boomen. Plotseling klonk door de stilte van den
nacht een hartverscheurende kreet. Het geluid
weergalmde tusschen de boomen, en het klonk zoo
beangstigend dat het mij koud langs den rug
liep. Nog eenige malen herhaalde zich het merg-
doordringende gegil.
De kolonel rende vooruit over den stolfigen
weg en ik draafde hem, struikelend over de diepe
wagensporen, achterna. Toen bleef hij even plot
seling staan als hij weggesprongen was, en in de
glimpen van het maanlicht tusschen de boomen
zag ik de vrouw staan, duidelijk genoeg om haar
te herkennen, zelfs voordat ik haar stem her
kende.
Wankelend wees ze naar de boomen. Ik zag een
gelen lichtvlek over de donkere gestalte van een
man die met het gelaat omhoog op den grond lag.
Een streep van half geronnen bloed liep van een gat
in zijn voorhoofd over de saamgekoekte dennen
naalden.
„Het is jnijn broer", fluisterde mevrouw Ridley.
„Het is George. Hij is dood. Hij ze hebben hem
doodgeschoten".
Er was een afgrijselijk oogenblik van doodsche
stilte. Toen begon het levendig te worden in het
woonwagenkamp. Er kwam lawaai van dravende
voeten en schreeuwende stemmen en van alle
kanten, als een zwerm bijen, kwamen er men-
schen aanloopen. Sommige nog gekleed, andere
in mantel of kamerjassen; vrouwen met hun
haren in kruipennen, mannen met slaperige
oogen.
Ik leunde achterover tegen een boom. De stem
van den kolonel drong tot mij door als in een
benauwden droom.
„Achteruit allemaal!" bulderde hij 'bars.
Een vrouw gilde en viel flauw. Iemand zei: „Daar
komen de parkwachters".
Ik keek rond. Verschillende lichten van zak
lantaarns schenen kriskras tusschen de stammen
door; in hun licht zag ik twee lange olijfgroene
gestalten uit de richting van het woonwagen
kamp komen aanrennen. De eene was Dutch de
districtshoutvester, de andere Steve Grant. Ze
drongen den troep verbaasd starende kijkers op
zij en bleven plotseling stilstaan.
Ik zag een trek van opluchting op Steve's ge
zicht, toen kolonel Primrose met een snelle be
weging van zijn hand het "licïTt van zijn lantaarn
op hem richtte. Als hij al eenige emotie of schok
van verrassing of afgrijzen ondervond bij het zien
van den man daar voor zich op den grond den
man dien hij des morgens met zooveel hoonende
bitterheid den vriend en makker van zijn jon
gensjaren genoemd had dan liet hij daar niets
van merken. Als het een. doode grizzly geweest
was, had hij misschien nog meer ontroering ge
toond, dacht ik. Maar nee, daarmee deed ik hem
toch onrecht: de smalle lijnen om zijn mond, de
spanning van zijn lichaam bewezen dat hij wel
degelijk ontroerd was. Daarom behoefde hij nog
niet sentimenteel te doen over het feit dat de
dood zijn rekening voor hem vereffend had.
Ik keek rond naar de anderen. Het eenige tra
gische van het oogenblik was eigenlijk de bevende
gestalte van mevrouw Ridley, die wezenloos voor
zich uit staarde. Ik herinnerde me weer haar
woorden: „Ik ik zal wat doen", en ik dacht on
middellijk: „Dat is al te eenvoudig. Dat zou zij
nooit zoo hebben kunnen doen". Het half gestolde
bloed bewees ook wel dat George al dood geweest
moest zijn, voordat wij haar wankelend uit het
bosch haddenzien komen. Maar toch niet lang:
daarvoor drupte het bloed nog te snel, en viel de
hand te slap neer, toen de houtvester deze opge
licht had.
„Maak dat jullie wegkomt allemaal!" zei
Dutch kortaf. „Ga terug naar jullie kamp. En
geen souvenirs oprapen alsjeblieft".
Ik zag dat een vrouw iets op den grond liet
vallen, toen zij achteruit liep. Steve raapte het
tusschen duim en vinger op, en gaf het aan
Dutch. Het was een soort broche of clip, met
bleeke saffieren en kleine diamantjes bezet; er
kleefde bloed aan, waarin dennennaalden vastge
plakt zaten. Ik zag hoe mevrouw Ridley er naar
keek en zag haar onderkaak trillen. Haar hand ging
langs haar donkeren mantel omhoog en haar
vingers tastten langs de halsopening van haar
japon. Z(j bevochtigde haar grauwe lippen, en
sloot de oogen om een plotgelingen zinneloozen
angst te verbergen.
Ik keek naar den kolonel en zag uit de manier
waarop hij schijnbaar niet naar haar keek, dat geen
beweging van haar hem ontgaan was, en dat hij
ook begrepen had dat die met bloed bevlekte clip
haar toebehoorde.
De houtvester legde het ding voorzichtig op den
grond en veegde zijn hand aan den kant van zijn
broek af. „We hebben hier allereerst licht noodig",
zei hij.
„Zal ik de dienstauto halen?" vroeg Steve.
Dutch knikte. „Beng mijn fototoestel mee en
de lampen uit de bovenste la in mijn kamer. Tele
foneer naar het hoofdkwartier in Mammoth. En
maak voort".
Ik hoorde Steve in den looppas wegloopen. De
laatste kampeerders verdwenen in de richting van
het kamp. Dutch wendde zich tot kolonel Prim
rose en zei: „Dit ,is meer werk voor u, kolonel.
Ik stel voor dat u dit overneemt. Ik zou hier niet
graag iets aan bederven ter wille van hem".
Hij wees in de richting, waarin Steve verdwenen
was. „De chef zei dat ik me tot u moest wen
den, als we in de knoei zaten. Als we nu niet in
de knoei zitten dan weet ik het niet".
Hij keek den weg af in de richting van het
restaurant. De zoetelijke melodie van „Yellow
stone, Yellowstone, luchten zoo blauw, vrienden
zou trouw" klonk zachtjes door der. stillen nacht.
Hij richtte zich op.
„Het is bij twaalven. Zoo dadelijk komen al die
kinderen naar buiten zweVmen. Ik zal er even
heen gaan en een mannetje op post zetten om ze
te beletten, hierheen te komen". Hij liep met
lange passen den weg af.
Kolonel Primrose, op één knie gehurkt naast
het lichaam van George, keek op naar mevrouw
Ridley.
„Waar kwam u vandaan?" vroeg hij rustig.
Zij staarde hem stom aan. Haar lippen bewo
gen geluidloos. Ze wees met een vaag gebaar in
de richting van de boomen. -
„Waar was u geweest, mevrouw Ridley?"
Ze maakte een vlugge verschrikte beweging
met het hoofd. „Ik ik kwam van het hotel",
zei ze ademloos.
„Niet uit den woonwagen van de Winstons,
mevrouw Ridley?" Zijn stem klonk plotseling
snijdend scherp. ,Laat ik u een goeden raad
geven. Vertel de waarheid. Daar komt u op den
duur het verste mee. U was dus in den woonwagen,
nietwaar?"
Mevrouw Ridley knikte stom.
De kolonel stond op. „Mevrouw Latham, breng
haar daar weer heen, en houd haar daar tot ik
kom".
Mevrouw Ridley week achteruit. „Nee!" riep ze.
..Ze ze zijn allemaal naar bed. Ze slapen al.
Ik ik zal naar het hotel gaan".
Ik keek den kolonel aan, en zag dat hij de be-
teekenis van dat „allemaal" begrepen had. En ik
wist ook dat hij dacht als hij dat al niet eer
der bedacht had dat het vreemd was dat de
Winstons niet met de andere woonwag'enzwervers
naar buiten waren komen loopen. Ik vond het
heel vreemd en zelfs verontrustend ernstiger dan
ik mezelf durfde bekennen.
„Uitstekend", zei hij kort. „Ga met haar mee. 1
mevrouw Latham. Als Buck terug is, zeg dan dat
ik hem noodig heb".
Sergeant Buck was nog niet terug. Ik keek
buiten adem rond letterlijk buiten adèm van
het. afwisselend voorthollen en dan weer treuze
len naast mevrouw Ridley over den donkeren
oneffen weg, De hal was leeg, op een paar irri
teerend vroolijke liftjongens na. Het nieuws over
George was kennelijk nog niet tot hier doorge
drongen.
Ik draafde achter mevrouw Ridley aan, die
maar voortholde door de gang. Waarom zij zoo'n
haast had om haar man te ontmoeten, kon ik me
niet begrijpen. En zij zelf blijkbaar evenmin, want
halfweg het trapje bleef zij plotseling staan.
Ik haalde haar in en greep haar arm. Zij beef
de zoo heftig dat ik haar stevig vastgreep om
te trachten haar te kalmeeren. Haar gezicht was
zoo grauw als stopverf.
Zij deed een wanhopige poging om zich te be-
heerschen. „Mijn man zal vreeselijk teleur-
gesteld zijn!"
Zij zocht naar woorden, die haar angst voor j
hetgeen haar te wachten stond moesten verber
gen. Het was wel een bittere kritiek op haar
huwelijk op hun leven dat haar hevigste
emotie, nadat zij zoo juist over het lichaam van
haar vermoorden broer was gevallen, haar ver
lammende angst om haar eigen man te ontmoe
ten moest zijn.
„Ik zei: „Waarom zou u niet vannacht by mij op
mijn kamer blijven? het hem morgenochtend
vertellen?"
(Wordt vervolgd.),