Joden in openbaren
dienst
Een man verdween...
Vervreemding van domeinen
AB'S AVONTUREN
M A A N D A 0 7 OCTOBER 1940
HSAREE M'S DAGBEAO
4
In groote hoeveelheden worden thans de appelen op de veiling te 's-Hertegen-
bosch aangevoerd. Met behulp van een sorteermachine worden de kleinere
vruchten van de grootere gescheiden.
(Foto Het Zuiden.)
Geen benoeming of bevordering meer
Mededeeling aan de provinciale
besturen.
's-GRAVENHAGE. 5 October (A.N.P.) De
Secretaris-Generaal van het departement van
Binnenlandsche Zaken heeft d.d. 30 September
in opdracht van den Commissaris-Generaal voor
Bestuur en Justitie aan de Colleges van Ged.
Staten der onderscheidene provincies het volgen
de schrijven gezonden:
1. Ter uitvoering van de vierde verordening
no. 108/40 van den Rijkscommissaris voor het be
zette Nederlandsche gebied, handelende over bij
zondere maatregelen op administratief-rechtelijk
gebied, dient er voor te worden gezorgd, dat de
Nederlandsche bestuursorganen en de openbare
publiekrechtelijke lichamen voortaan géén per
sonen. de geheel of gedeeltelijk van Joodschen
bloede zijn, op arbeidsovereenkomst naar burger
lijk recht in dienst nemen, noch bevorderen.
2. Met de openbare publiekrechtelijke licha
men worden gelijkgesteld alle privaatrechtelijke
lichamen, inrichtingen, stichtingen, waaraan de
staat, een provincie, een gemeente of eenig ander
openbaar lichaam deelneemt.
3. Hij die geheel of gedeeltelijk van Joodschen
bloede is, mag voortaan niet meer in eenigen
ambtelijken werkkring, van welken aard ook,
eere-ambten daaronder begrepen, worden ge
plaatst; ook zal hij niet meer bij het openbaar
of bijzonder onderwijs mogen worden werkzaam
gesteld, behoudens wanneer de betreffende
school uitsluitend door Joodsche scholieren wordt
bezocht. Met plaatsing wordt herbenoeming ge
lijkgesteld.
4. Ter beoordeeling van de vraag of een be
paald persoon al of niet van Joodschen bloede is,
dient als leidende gedragslijn te worden aan
vaard, dat niet als te zijn van Joodschen bloede
behoort te worden beschouwd hij, van wien geen
zijner vier grootouders naar zijn weten lid of tij
delijk lid is geweest van de Joodsche gemeente.
5. Ter aanvulling hiervan heeft de Commis
saris-Generaal voor Bestuur en Justitie voorts
nog medegedeeld, dat van benoeming, aanstel
ling. werkzaamstelling of bevordering als voren
bedoeld, eveneens behooren te worden uitgesloten
alle personen, wier echtgenooten geheel of ge
deeltelijk van Joodschen bloede zijn, en dat
ambtenaren en arbeidscontractanten, die met een
persoon die geheel of gedeeltelijk van Joodschen
bloede is. in het huwelijk treden, terstond van
hun ambt of dienstbetrekking zullen worden ont
heven.
6. Ik heb de eer, uw college te verzoeken, het
vorenstaande terstond ter kennis te brengen van
de besturen der waterschappen, veenschappen en
veenpolders in uw gewest, zoomede van de be
sturen der daarvoor in aanmerking komende pri
vaatrechtelijke lichamen, inrichtingen en stich
tingen. Ik verzoek u voorts daarmede rekening te
houden en te doen houden. Het zal aanbeveling
verdienen, door belanghebbenden een verklaring
te doen afgeven, waaruit blijkt of zij, benevens
hunne echtgenooten, al of niet van Joodschen
bloede zijn in den zin van het vermelde in lid 4.
7. De gemeentebesturen zijn rechtstreeks
door mij ingelicht.
Ten vervolge op bovengenoemd schrijven heeft
de Secretaris-Generaal d.d. 3 October nog het
volgende ter kennis gebracht van de besturen der
provincie:
1. De Commissaris-Generaal voor Bestuur en
Justitie heeft mij opgedragen, hem zoo spoedig
mogelijk een opgave te doen toekomen van alle
personen in dienst van het rijk, een provincie, een
gemeente of een ander publiekrechtelijk lichaam,
die hetzij geheel of gedeeltelijk van Joodschen
bloede zijn, dan wel gehuwd zijn met een persoon,
die geheel of gedeeltelijk van Joodschen bloede is.
2. In deze opgave moeten eveneens worden
vermeld de personen als vorenbedoeld, in het
bestuur of in dienst van privaatrechtelijke licha
men. inrichtingen en stichtingen, waarbij een
provincie, een gemeente of een ander publiek
rechtelijk lichaam betrokken is;'voorts ook het
personeel van de openbare onderwijs- en opvoe
dingsinrichtingen.
3. De betreffende personert behooren te wor
den gerangschikt in de volgende groepen:
le. De ambtenaren in vasten dienst en tijde-
lijken dienst en de arbeidscontractanten met
meer dan twee grootouders van Joodschen bloede:
2e. De ambtenaren in vasten en tijdelijken
dienst en de arbeidscontractanten met twee
grootouders van Joodschen bloede;
3e. De ambtenaren in vasten en tijdelijken
dienst en de arbeidscontractanten, van wie één
der grootouders van Joodschen bloede is;
4e. De echtgenooten van de ambtenaren in
vasten en tijdelijken dienst en van de arbeids
contractanten in dezélfde rangschikking.
4. Voorts moet van alle personen, die in de
opgave voorkomen, worden vermeld de ambts- of
dienst functie, hun woon- en geboorteplaats, zoo
mode hun leeftijd en inkomen, het laatste gespe
cificeerd in het inkomen uit hun ambtelijken of
dienstarbeid en uit hun privévermogen.
tv v -v u, mij de opgave met spoed
door LESLIE FORD.
22)
Mevrouw Chapman ging weer zitten en be
groette hen met een kort knikje. „We weten al
dat Pelham dood is", zei ze. „Doodgeschoten. U
kunt dus van daar of verder gaan. Dit is mijn
heer Anders kolonel Primrose. En u kent
Ik keek eens naar Steve. Ik zag zijn oogen als
het ware onwillekeurig, in de richting van de tus-
schendeur naar Cecily's kamer dwalen, en er ver
scheen een uitdrukking van pijn in, terwijl zijn
kaakspieren zich samentrokken.
De houtvester stak zijn hand in den zak van
zijn tuniek. „Wij zijn bezig dit uit te zoeken, me
vrouw Chapman", zei hij kort. Hij stak zijn hand
naar voren en liet een revolver zien.
Ik hoorde mijn adem hijgen en ik deed mijn best
me in te houden, want het minste geluid was in de
stilte hoorbaar. Mevrouw Chapman keek met een
volkomen kalm en onbewogen gezicht naar den
revolver in den open palm van zijn hand.
„Dat is de revolver van Pelham", zei ze. „Die
heb ik hem een paar dagen geleden afgenomen.
Sinds ik hier ben, heeft hij in die la daar gelegen".
„We hebben hem zoo juist in de boschbessen-
struiken gevonden, op een paar meter afstand van
de plaats waar het lichaam van Pelham gevonden
is", zei de houtvester effen.
„De laatste maal dat ik hem gezien heb, lag hij
op mijn tafel", antwoordde mevrouw Chapman.
„Het is tegen de verordeningen, in het park een
niet verzegeld wapen in uw bezit te hebben, me
vrouw Chapman. U kent de regelen".
„De revolver was onverzegeld, toen die mij werd
overhandigd", zei ze bars. „De tweede revolver van
ons clubje is nog verzegeld".
„Wannneer was het dat u de revolver het laatst
gezien hebt, mtevrouw Chapman?"
„Kan ik me niet herinneren. Gisteravond was hij
er nog. Ik herinner me niet, dat ik hem vanmor-
uiterlijk op 1 November e.k. te willen doen toe
komen. Het zal aanbeveling verdienen, door be
langhebbenden een verklaring te doen afgeven,
waaruit blijkt, of zij, benevens hunne echtgenoo
ten, al of niet van Joodschen bloede zijn in den
zin van het vermelde in lid 4 mijner circulaire
d.d. 30 September.
VERGADERING GEMEENTERAAD HAARLEM.
Er wordt een vergadering van den Raad der
gemeente Haarlem gehouden op Woensdag 9 Oc
tober a.s. des namiddags om 3 uur.
De agenda luidt:
1. Mededeelingen en ingekomen stukken. Ver
zoekschrift van J. N. Mazee als onderwijzer aan
de school voor U.L.O. letter A.
2. Jaarvergadering over 1939 van de Coöp.
Woningbouwvereeniging „Eigen Woning" G.A.
3. Verkoop van grond aan: a. het Kennemer-
plein: le. terzijde van het perceel no. 11, 2e. ter
zijde van het perceel no. 9: b. de Oranjeboom
straat hoek Sterreboschstraat; c. de Phoenix-
straat.
4. Profielwijziging van den Kleverparkweg en
de Brederodestraat.
5. Verordening inzake intrekking van bijzon
dere achtergevelrooilijnen.
6. Beroepschrift inzake de weigering van een
vergunning tot verbouw van het perceel aan den
Spaarndamscheweg no. 74.
7. Verzoekschrift van A. C. van Vollenhoven
inzake aankoop van grond aan de Pleiadenstraat.
8. Verhooging van het ere diet voor de verbou
wing en inrichting van de bijzondere school aan
de Nassaulaan no. 37.
9. Verleenen van medewerking voor de uit
breiding met een 8ste leerjaar van de bijzondere
school aan de Antoniestraat no. 28.
10. Aanschaffing van leermiddelen voor de
bijzondere school aan de Velserstraat 110. 17.
11. Voorloopige vaststelling der bedragen ter
zake van de kosten in 1939, bedoeld in art. 55bis
der L.O. wet 1920.
12. Regeling betreffende de toelating van leer
lingen uit andere gemeenten op de scholen voor
openbaar buitengewoon lager onderwijs.
13. Aanwijzing van den gemeentelijken genees
kundigen- en gezondheidsdienst als een tak van
dienst als bedoeld in art. 252 der Gemeentewet.
14. Vaststelling verordeningen inzake de na
zorg voor de oud-leerlingen van het buitenge
woon lager onderwijs en de zorg voor blinden en
geestelijk of lichamelijk misdeelden.
15. Instellen van beroep tegen het besluit van
Gedeputeerde Staten inzake met-goedkeuring
van de 3c suppletoire begrooting dienst 1940 (wij
zigen aanleg Dreef).
16. Verzoekschriften om ontheffing van en
bezwaarschriften tegen aanslagen schoolgeld.
Benoeming van: a. twee leden van de Commis
sie van toezicht op de Stadsbibliotheek en lees
zaal: b. drie tijdelijke leerkrachten aan de
H.B.S. A met 5-j. cursus; c. een tijdelijken leeraar
aan de le H.B.S. B. met 5-j. cursus; d. een tijde
lijken leeraar aan de 2e H.B.S. B. met 5-j. cursus.
Indien één der leden hierover het woord
verlangt, zal een vergadering met gesloten deu
ren worden gehouden.
VOOR DE KINDEREN
Eindelijk bleef de staart goed han
gen. Nu nog een wit hemd aantrek
ken. Ook dat paste goed. Oho mon
sterde van alle kanten zijn nieuwen
kameraad. Hij was nog niet tevreden.
Hij trok van onder den rommel een
paar Chineesche schoenen en een
kleine ronde muts. De schoenen pas
ten prachtig en de muts stond goed;
alleen kon hij niet heelemaal zijn
blonde pruik bedekken. Toeji alles
klaar was, slopen zij eerst voorzichtig
het huisje uit en renden toen zoo
hard zij konden samen weg, na
gestaard door Klikko,
1 gen gezien heb. Maar daarom kan hij er wel gelegen
hebben".
Mijn oog viel op Steve Grant. Hij had het hoofd
opgericht en staarde recht voor zich uit naar iets
achter mij. Zijn gezicht was plotseling bleek, zijn
oogen stonden bijna wanhopig. Ik wendde het hoofd
om.
Cecily's deur was zoo geluidloos opengegaan, dat
niemand van ons behalve Steve het bemerkt had.
Ze stond daar doodsbleek in de deuropening, nog
witter dan haar wit flanellen ochtendjapon, terwijl
haar verwarde rossige krullen om haar hoofd wijd
uitstonden. Ze zag er knapper uit dan ooit, maar ze
had iets angstwekkends over zich ik zou haast
zeggen iets van een wrekende engel.
De anderen keken plotseling op. Cecily's oogen
waren op het blauw glinsterend staal gericht.
„Mijn grootmoeder vertelt de waarheid niet",
zei ze, heel kalm. „Zij weet dat de revolver hier
vanmorgen niet meer was. Ze heeft hem gister
avond aan Steve Grant gegeven. Ik hoorde haar
zeggen: „Neem dat ding mee, en laat het verzege
len, vóór iemand er een gat mee in George's hoofd
schiet".
De doodsche stilte, die deze laatste woorden on
derstreepte, werd gebroken door de grimmige stem
van haar grootmoeder.
„Dat is niet juist, Cecily. Ik heb gezegd: „Neem
dat vervelende ding mee, en laat het verzegelen,
vóór ik er een gat mee in George's hoofd schiet.
Als je dingen, die je hoort wilt herhalen, doe het
dan ten minste nauwkeurig".
xm.
Wat er ook gezegd kon worden van den blik
semstraal, waarmede Cecily zoo meedoogenloos de
pogingen van haar grootmoeder om Steve los te
maken van George's revolver, verijdeld had, één
ding was maar al te duidelijk. Het had Cecily on
eindig veel meer pijn gedaan dan haar grootmoe
der. Lang nadat ieder weggegaan, en ik naar bed
gegaan was, hoorde ik haar in de kamer naast mij
op haar bed rondwoelen, weer opstaan en rond-
loopen, en weer gaan liggen, tot ik dacht, dat ik
ook gek zou worden. Ik had misschien kunnen be-
En het aangaan van
dadingen inzake domaniale zaken
Het Zaterdag verschenen Verordeningenblad
bevat een verordening van den Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied betref
fende de vervreemding van domeinen en het
aangaan van dadingen over domaniale zaken.
Deze verordening luidt als volgt:
Artikel 1.
(1) In afwijking van het bepaalde in lid 2
tot en met 4 van artikel 1 van de wet van 29
Augustus 1848 (Staatsblad no. 39), zooals deze
wet laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 8
April 1937 (Staatsblad no. 403), kunnen de
daar genoemde onroerende goederen van den
staat door den secretaris-generaal van het de
partement van financiën onder door hem
vast te stellen voorwaarden ondershands wor
den vervreemd.
(2) In afwijking van het bepaalde in arti
kel 1 van de wet svan 22 December 1850
(Staatsblad no. 99'. zooals deze wet is gewij
zigd bij de wet van 21 Juni 1927 (Staatsblad
no. 259 kunnen ten aanzien van rechten op
onroerende goederen, waarbij de staat betrok
ken is, door den secretaris-generaal van het
departement van financiën dadingen worden
aangegaan.
(3) Wanneer de waarde van het te vervreem
den, goed of van de zaak in verschil meer dan
vijftigduizend gulden bedraagt, wordt de goed
keuring van den Rijkscommissaris voor het be
zette Nederlandsche gebied vereischt.
Ariikel 2.
De in artikel 1 bedoelde vervreemding en
dadingen, die onder voorbehoud van eenigerlei
goedkeuring hebben plaats gevonden of zijn
aangegaan en tot nu toe nog geen rechtsgel
digheid hadden verkregen, kunnen overeenkom
stig de in artikel 1 geregelde bevoegdheid door
den Commissaris voor het bezette Nederland
sche gebied of door den secretaris-generaal van
het departement van financiën bekrachtigd wor
den. Door deze bekrachtiging wordt de voor
behouden goedkeuring beschouwd als te zijn
verleend.
Artikel 3.
Deze verordening treedt in werking op den
dag harer afkondiging. ij
Maximum telersprijzcii voor aard
appelen.
Het rijksbureau voor de voedselvoorziening
in oorlogstijd wijst er in aansluiting op de
publicatie van 30 September j.l. betreffende
aardappelprijzen met den meeslen nadruk op,
dat de daarin gepubliceerde maximum telers-
prijzen gelden per 100 K.G. en niet per
hectoliter.
Klikko, de verrader, begreep heel
goed, dat er iets bijzonders met die
twee aan de hand was. En omdat hij
niet kon uitstaan, dat Oho hem niet
eerst geroepen had om hem alles te
vertellen van dien staartloozen jon
gen, zon hij op wraak. Ab en Oho
waren nog niet ver van het huisje
verwijderd, toen zij achter zich snelle
voetstappen hoorden. Toen zij om
keken zagen zij tot hun grooten
schrik twee gewapende soldaten snel
op zich afkomen.
denken, dat het uit verdriet om George was, maar
die gedachte kwam geen oogenblik bij mij op.
Toen ik den volgenden morgen ongeveer klaar
was met ontbijten, kwam ze door onze tusschen-
deur naar binnen. Ze was geheel gekleed, met haar
hoed op en haar geruiten mantel aan. Haar wan
gen tintelden van de koele, scherpe ochtendlucht,
en ik begreep dat ze al een heelen tijd buiten ge
weest moest zijn.
Ze ging op den kant van mijn bed zitten, en zat
naar het kleedje tusschen haar stoffige schoenen
te staren. „Hij is weg", zei ze eindelijk zonder op
kijken.
Ik keek haar verbaasd aan en mijn hart zonk me
in de schoenen. Toen Steve Grant den vorigen
avond met den houtvester en den kolonel was weg
gegaan, was hij, nu ja, niet onder arrest, maar het
scheelde toch niet veel. En in geen geval vrij om te
zeggen: „Ik heb er genoeg van, adio!" en weg te
wandelen. En ik kon ook niet aannemen, dat hij er
weer vandoor gegaan was. Bovendien moest er in
het Gouvernements-hoofdkwartier in Mammoth
een arrestantenlokaal zijn. had iemand mij ver
teld.
„Ik heb zoo'n spijt van gisteravond!" zei ze som
ber. „Ik had het niet moeten zeggen. Ik was het
ook niet van plan geweest. Ik wilde ik wilde
ze" alleen maar kwetsen".
„Daar ben je dan ook uitstekend in geslaagd",
merkte ik op.
„O, niet doen!" Ze wendde snel het hoofd af. „Ik
weet wel, dat ik gemeen was, maar ik had alles
gehoord wat ze over George zeiden, en nou
Ze sprong op en stond een heelen tijd, met haar
rug naar mij toe, uit het raam te kijken. Toen
kwam ze terug en ging weer op het bed zitten.
„Nu ja: maar ik ben vanmorgen naar de hout
vesterij gegaan, om hem te zeggen dat ik het zoo
niet gemeend had. Maar hij was er niet. Er was
niemand behalve Monty. Er is een boschbrand
achter Pelican Cone en daar zijn ze allemaal
heen".
„Ze zullen wel terugkomen", zei ik. Ik was ont
zettend opgelucht. Het had me op dat moment
minder kunnen schelen, als alle 9000 K.M.2. van
Yellowstone kaalgebrand waren, dan als Steve
Nederlandsche Journalisten Kring.
Vanwege het bestuur van den Nederland-
schen Journalistenkring verzoekt men ons het
volgende te willen meedeelen als aanvulling op
het bericht omtrent het referendum, dat dooi
den kring is gehouden.
Bij de stemming over het bestuursvoorstel
tot aanmelding en bloc bij het Verbond-van
Ned. journalisten, zijn 479 geldige stemmen
uitgebracht, zijnde nog geen twee derden van
het aantal leden, dat gerechtigd was tot stem
men.
Van degenen die stemden brachten ruim 71
pet. hun stem uit vóór het bestuursvoorstel,
dat steunde op sociale overwegingen, nadat de
strijd voor een principieel andere persorgani
satie niet langer kon worden voortgezet.
Onder de ..aanmelding en bloc" zullen alleen
begrepen zijn degenen, die na de nog te houden
algemeene vergadering (en) niet uit den kring
zullen zijn getreden.
WEEK-ABONNEMENTEN
dienen uiterlijk Woensdags avonds
betaald te zijn, daar de bezorgers op
Donderdag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE.
De beide mannen beduidden hen,
dat ze halt moesten houden. De twee
soldaten kwamen op hen af en keken
hen streng aan. Toen volgde er een
gesprek tusschen hen en Oho. Ab
begreep er niets van, maar hij vond
het veiliger een beetje meer 'achter
Oho te gaan staan, dan zouden zij
niet zoo zijn aangeplakten staart
zien. Doch de tweede soldaat bekeek
Ab van alle kanten en scheen den
zwarten staart en het blonde haar
erg vreemd te vinden.
gevlucht was, of ergens in arrest zou zitten.
„Maar maar als er eens iets met hem ge
beurde?"
Ik keek haar plotseling beangste gezichtje stom
verbaasd aan, en zette mijn kopje neer.
„Oooh", zei ik.
„Je begrijpt me niet, Grace!" riep ze. „Ik ik
zou het heusch niet kunnen dragen!"
„Nee, ik geloof ook dat ik er niets van begrijp",
zei ik, al doorzag ik haar volkomen. „Gisteravond
deed je je best hem aan den galg te brengen, en
vandaag ben je bang, dat hij asch in zijn oog zal
krijgen. Wat wil je nu eigenlijk, lieverd?"
„Ik weet best wat ik wil", zei ze kalm. Ze
stond op, en bij de deur draaide ze zich om.
„George mag dan in een heeleboel opzichten
niet zoo heel erg bewonderenswaardig geweest
zijn, maar ik geloof toch niet dat, als ik met hem
getrouwd was, ik in twintig jaar nèt zoo als
mevrouw Ridley zou zijn geworden, zooals
grootmoeder zegt. En misschien heeft heeft
Steve hem doodgeschoten. Alleen denk ik dat, als
hij het gedaan had, hij het zoomaar gedaan zou
hebben, zonder het te willen ontkennen". Toen
voegde ze er aarzelend aan toe: „Tenminste als
die geschiedenis met Brice er niet was. Ik weet
niet hoe ik dat moet verklaren".
„Als jij Steve er eens een keer de gelegenheid
toe gaf, zou hij dat misschien kunnen uitleggen",
zei ik geduldig. „Als hij tenminste niet met een
dollen kop het vuur in rent, omdat het hem alle
maal geen steek meer kan schelen".
„Je probeert me bang te maken", zei ze. Ze
draaide zich vlug om en ging naar haar kamer.
Ik geloof dat ik mezelf al even erg aan het schrik
ken gemaakt had, want ik liet mijn ontbijt staan
en trok haastig mijn mantel aan.
De kamers van mevrouw Chapman en van Joe
en Bill waren verlaten, en een kamermeisje was
bezig de bedden op te maken. Beneden in de hal
zag ik mijn zoon, die op het punt stond met veel
drukte door de achterdeur te verdwijnen. Toen hij
me zag, kwam hij op me toe hollen.
„Mams, ik ga met Joe naar Squaw Meer", zei
hij opgewonden. „Daar is het lijk van George heen
Reorganisatie van de inspectie der
1 uchtbescherming.
De secretaris-generaal van het departe
ment van binnenlandsche zaken heeft, in ver
band met de reorganisatie van de Rijksinspectii
voor de bescherming van de bevolking tegei
luchtaanvallen, aan de burgemeesters medege
deeld, dat in overeenstemming met de Duit
sche luchtbeschermingsautoriteit thans aa:
genoemde inspectie vijf territoriale inspecteur*
zijn toegevoegd.
Als zoodanig is thans in functie:
In ressort 2 (Noord-Holland en Utrecht)-
K. Rijpma, Heussensstraat 22 te Haarlert
(Tel. 24916).
De territoriale inspecteurs hebben ieder voo:
hun ressort eenerzijds tot taak persoonlijk con
tact niét de burgemeesters te onderhouden ei
dezen van voorlichting te dienen, terwijl huï
anderzijds de controle op alles, wat de luchtbe
scherming betreft, is opgedragen.
Hel hotel-, cafc-, restaurant- en
pensionbedrijf.
Verplichting zich bij het Rijksbureau te doen
inschrijven.
In het Zaterdag verschenen Verordeningen
blad is een beschikking opgenomen van den
secretaris-generaal van het departement van
Handel,- Nijverheid en Scheepvaart ingevolge
de distributiewet 1939 (hotel-, café, restau
rant- en pension-beschikking 1040 no. 1).
Hierin is bepaald, dat ieder, die het hotel-,
café, restaurant- of pensnonbedrijf uitoefent
verplicht is zich te doen inschrijven bij hei
Rijksbureau voor het hotel-, café-, restaurant
of pensionbedrijf. De secretaris-generaal van
het departement van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart, bepaalt, dat onder het uitoefenen
van het hotel-, café-, restaurant- of pensionbe
drijf wordt verstaan.
Het is voorts een ieder, die niet bij het ge*
noemde rijksbureau is ingeschreven, na afloop'
van een door den secretaris-generaal voor
noemd, vast te stellen termijn verboden het ho
tel-, café, restaurant- of pensionbedrijf uit
te oefenen.
De inschrijving kah worden geweigerd of al
of niet voor bepaalden tijd worden doorgehaald
volgens regelen, door den secretaris-generaal
voornoemd te stellen.
De bij het genoemde Rijksbureau ingeschre
venen zijn verplicht volgens door den secre
taris-generaal voornoemd te stellen regelen bij
te dragen in de kosten, verbonden aan de uit
voering van deze beschikking.
De bij het genoemde Rijksbureau inge
schrevenen zijn verplicht alle opgaven en in-|
lichtingen te verstrekken, welke door af vanwe
ge den secretaris-generaal voornoemd, in ver
band met de distributie van goederen en met
de uitvoering van deze beschikking mochten
worden verlangd.
De voor de uitvoering van deze beschikking
noodige voorsschriften worden door den secreta
ris-generaal voornoemd, vastgesteld en in de
Nederlandsche Staatscourant afgekondigd.
Deze beschikking is in werking getreden op:
den dag harer afkondiging.
Zij wordt onder den titel „Hotel-, café-, res
taurant- en pensionbeschikking 1940 no. 1"
aangehaald. (A.N.P.)
gebracht. Zeg, wie denk jij dat het gedaan heeft",
Ik keek hem verbaasd aan. „Bill".
Zijn gezicht betrok. „De kolonel is er ook naaij
toe".
„Zoo". Ik was een beetje verschrikt en veront-j
waardigd over het enthousiasme, waar mee hij dit
opnam: deze eerste maal dat hij te doen had:
met een gewelddadigen dood op iemand dien hij ge
kend had. Het scheen voor hem niet anders te
zijn dan een detective-verhaaltje uit de radio. Hij
keek me aan.
„Mams, het spijt me. Maar een vent als
hij kon toch immers niet anders verwachten. Hij)
probeerde Steve onmogelijk te maken, en het zoo:
te draaien dat ze Steve voor een oplichter zouden
houden. Joe zegt
„Hoor eens, Bill!" zei ik scherp. „Je moet niet;
zulke dingen zeggen! En vóór alles, liever, ga in
's hemelsnaam niet rondvertellen wat Joe of Lisa'
of Steve of Monty of wie dan ook zegt, of vroe
ger gezegd heeft over George. Dit is een ernstige
zaak. jong! Ga nu maar naar Joe. en blijf weg
als je kunt. De kolonel is een beste kerel, maar!
hij is een politieman. Hij zou zijn eigen groot
moeder zoo noodig aan de galg helpen. Dat zegt
zelfs sergeant Buck".
Bill's gezicht gloorde op. Ik had niet beters
kunnen bedenken om kolonel Primrose in zijn
achting te doen stijgen, merkte ik. Hij begon te
grinniken. „Nou, zoolang hij Cecily er maar niet
voor ophangt, vind ik het best, mams".
„Maar dat zou hij ook doen", zei ik nog, maar
hij was al weg. Ik nam een krant op die iemand
had laten liggen, en ging neerslachtig op een sofa
zitten tegenover één van de groote ramen die uit
zicht geven op het meer. Na eenigen tijd voelde
ik de zitting van de sofa bedenkelijk inzakken.
Ik keek op en zag sergeant Buck's blonde vriendin
mij aanmoedigend toelachen.
„Een heerlijke dag, vindt u ook niet?" merkte
zij op.
„Ja", zei ik.
„Ik heb al eerder verlangd, eens met u te pra
ten. U hebt toch geen bezwaar?" informeerde zil
beleefd
.(Wordt vervolgd.).