Haarlem's Dagblad
I AciikeCen^
Engelsche
bommen op de hoofdstad.
Vademecum
Acht personen gedood.
Zuurkool.
Tientallen
58e JAARGANG No. 17579
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant-
Uitgaven en Algem Drukkerij N.V Bureaux: Groote
Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgiro-
dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12.
Telefoon: Directie 13082 Hoofdred 15054, Redactie
10600. Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724,
14825 Soendaplein 12230.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
Dinsdag 8 OctoSer 1940
Abonnementen per week 0.25, per maand 1.10,
per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, losse
nummers 6 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regels
ƒ1.75. elke regel meer ƒ0.35 Reclames 0.60 per
regel Regelabonnementstarieven op aanvraag.
Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer
ƒ0.15 Groentjes zie rubriek
Mr. dr. F. A. Bijvoet, de wethouder van
Financiën en Lichtfabrieken van Haarlem, is
toegetreden tot „Nationaal Front", leider Ar
nold Meyer.
HEDEN: 10 PAGINA'S.
R. P.: Vief millioen fietsen, pag. I
Van onzen Seandinavischen corres
pondent: Christiaan van Denemarken
pap. 9
Damrubriek. pag. 7
Flitsen: Onder dek. pag. 3
Voor lange avonden. pag. 5
Laatste Berichten op pagina 8
abonneerden zich reeds op het
HAARLEM'S DAGBLAD
Een kundige gids in alle overheids
maatregelen voor
eiken zakenman,
elke huisvrouw.
Ter inzage op onze kantoren.
Inzage verplicht U tot niets.
Represailles tegen de behandeling
van Duitschers in Ned.-Indië.
's-GRAVENHAGE, 8 October. Het A.N.P. meldt:
Als represaille tegen de behandeling van Duitschers
in Ned.-Indië zijn de Duitsche autoriteiten hier te
lande gisteren begonnen met de gevangenneming
van een aantal personen, die op grond van hun
positie of van hun relaties met Ned.-Indië geacht
kunnen worden voor Indië een begrip te vertegen
woordigen. Hun aantal beloopt ruim 100.
Indien deze tegenmaatregel geen effect heeft, zal
tot de aanhouding van een grooter aantal worden
overgegaan. Onder de aangehoudenen bevinden
zich geen vrouwen.
AMSTERDAM 8 October. Het A. N. P. meldt:
Gisteravond en in den loop van den nacht hebben
Engelsche vliegers wederom de hoofdstad als doel
wit van hun „heldendaden" gekozen. Reeds om 9
uur naderden de eerste toestellen en kwam het
luchtafweergeschut in actie, korten tijd later stegen
ook Duitsche vilegtuigen op, die verschillende ma
len in heftigen strijd met de aanvallers gewikkeld
waren. In de stad hoorde men duidelijk het mitrail-
leurvuur. Op zeer krachtige wijze werden de Engel
sche vliegtuigen beschoten en de burgerbevolking,
opgeschrikt door de zware knallen, samengedrongen
in de huiskamers, vroeg zich met verbijstering af,
of dit het voorspel zou zijn van een aanval, gelijk
aan dien van de vorige week. Zij, die zoo dachten,
bleken helaas den misdadigen opzet der Engelsche
luchthelden goed geraden te hebben. Ondanks het
feit, dat de vliegers der „koninklijke" luchtmacht
ontelbare hoeveelheden lichtfakkels uitwierpen,
waardoor de stad bijwijlen als bij daglicht onder
hen lag en dus militaire en niet-militaire doelen
duidelijk te onderscheiden waren, lieten zij niet na
hun bommen op de woningen van weerlooze bur
gers te werpen, niet minder dan acht personen
vonden hierdoor een verschrikkelijken dood in de
instortende huizen, terwijl talrijke min of meer
ernstig gewonden naar de verschillende ziekenhui
zen moesten worden vervoerd. Dat het aantal
slachtoffers in verhouding tot de groote schade en
het aantal neergeworpen projectielen nog betrek
kelijk gering is, vindt zijn oorzaak in het feit, dat
spoedig luchtalarm was gegeven. Het duurde tot
bijna vier uur in den ochtend, alvorens de aanval
lers zich definitief terugtrokken, nadat zij in de
laatste uren tevergeefs getracht hadden door het
vuur van het afweergeschut heen te breken.
EXPLOSIEVE BOMMEN.
Het ergst was wel de toestand in de omgeving
van de Vechtstraat. Het perceel Vechtstraat 135
was door een voltreffer aan de achterzijde ge
raakt, waardoor het pand vrijwel geheel vernield
werd, en ook de perceelen 131 en 133 dusdanige
schade hadden opgeloopen, dat zij grootendeels wa
ren ingestort. Vier dooden vallen in het eerste pand
te betreuren, terwijl het rondvliegende puin, de
bomscherven en het glas talrijke gewonden veroor-
De Nederlandsché Verkeersfederatie heeft on
langs bekend gemaakt dat de groei van het rijwiel-
gebruik in ons land, die sinds den oorlog weer een
plotselirge toeneming heeft ondervonden, het „ver
zadigingspunt" nog niet heeft bereikt. De rijwiel
industrie moet alle zeilen bijzetten om ook maar
eenigszins aan de vraag te kunnen voldoen en het
oogerblik nadert waarop men kan rekenen op een
fiets per twee inwoners. Misschien lijkt dat nog
niet indrukwekkend genoeg, maar men moet er bij
in overweging nemen dat onder het totaal aantal
inwoners alle kinderen beneden den schoolgaanden
leeftijd, de hoogbejaarden en de invaliden begre
pen zijn, zoodat het percentage fietsen op de voor
wielrijden-geschikte Nederlanders aanzienlijk hoo-
ger dan 50 pet. zal liggen. Nu al moet men aanne
men dat er ongeveer vier millioen fietsen in ons
land zijn. Dat is zeker een indrukwekkend getal,
zelfs voor het „nationaal vervoermiddel bij uit
stek", zooals de geijkte benaming luidt.
Uit de verdere beschouwingen van de Federatie
komt voorts *de meening naar voren dat het
in ons land hapert aan allerlei voorzieningen
op rijwielgebied. Zij somt ze op. Zij spreekt van
een ontstellend gebrek aan parkeergelegenheden
langs den openbaren weg, bij sportterreinen,
schouwburgen, café-terrassen enz., van onvoldoen
de inridhtiing van de bestaande rijwielbergplaatsen
en constateert zelfs dat vrijwel geen enkel huis een
behoorlijke rijwielbergplaats heeft. Verder is zij
van meening dat er veel ontbreekt aan een goeden
„service" voor wielrijders en oefent critiek uit
op het rijwielvervoer. Er zou toch wel een oplossing
te vinden zijn waardoor een autobus een half dozijn
fietsen zou kunnen meenemen in een daarvoor be
stemde ruimte. Dat lijkt een aardige opgave voor
carrosserie-bouwers. Auto-ondernemingen voor
vrachtvervoer zouden zich in de daartoe geëigende
seizoenen op rij wiel ver voeT met speciale wagens
kunnen toeleggen. En het spoorwegtransport van
fietsen is wel omvangrijk, maar onbevredigend in
de uitvoering. De inrichting van stations, bagage
ruimten, trappen en perrons leent er zich maar
gebrekkig voor, evenals dlie van de wagons.
Niet alle door de Nederlandsche Verkeersfede
ratie opgesomde euvelen voelen wij in onze om
geving. De samensteller van het rapport heeft zich
blijkbaar nogal sterk laten beïnvloeden door waar
nemingen in Amsterdam. Hier hebben wij geen
klachten over een bepaald tekort aan rijwielstallin
gen, al zijn ze vaak wel wat onbeholpen van in
richting of te klein. En dat vrijwel geen enkel huis
een behoorlijke rijwielbergplaats zou hebben lijkt
mij een veel te sterke uitspraak. Hier is dat heel
anders gesteld. Maar hier kennen wij ook vrijwel
uitsluitend éengezins-woningen. In Amsterdam met
zijn tallooze bovenhuizen en „woonkazernes" levert
de berging van fietsen natuurlijk velerlei moeilijk
heden op, waarmee we hier niet te kampen heb-,
ben. Het is overigens te verwachten dat de nooden
der tijden de vindingrijkheid op dit gebied wel
zullen aansporen tot nieuwe oplossingen, ook wat
het aantal en de inrichting van rijwielstallingen be
treft. Wij hoorden al van een zeer moderne rijwiel
stalling die in Haarlem in aanbouw is.
Hebben wij dus buiten Amsterdam over de ge
legenheid tot berging niet veel ldachten, met het
vervoer is het anders gesteld en men voelt ook hier
de bezwaren die de Verkeersfederatie er tegen aan
voert. Met verbetering in het autovervoer van fiet
sen zullen we wel moeten wachten tot na den oor
log, want het autovervoer is al zoo beperkt. Maar
dan zou er ook inderdaad wel eens aan onze vier
millioen fietsen gedacht kunnen worden. En zeker
is dat het geval bij de Spoorwegen, die het nooit
erg best gedaan hebben en er nog steeds niet veel
van maken. Dikwijls tot hun eigen nadeel, want er
zijn menschen die op hun vacantietochten maar
wat meer fietsen om zich de narigheid en de kosten
van het spoor-vervoer van hun tweewielers te be
sparen. Iemand vertelde mij dezer dagen dat hij
voor het vervoer van drie fietsen naar Apeldoorn,
afgehaald bij hem thuis ïn Heemstede, f 5.40 had
moeten betalen en later met zijn familieleden de
thuisreis maar liever per fiets gemaakt had. Na
tuurlijk zou het vervoer op de heenreis goedkoo-
per geweest zijn als de familie haar fietsen zelf in
de wagon gebracht had, in Amsterdam en Amers
foort ze telkens weer te voorschijn had gehaald en
in andere treinen overgebracht en tenslotte in
Apeldoorn ze nog eens uit de wagon gewerkt. Maar
zooiets kan men wel van schooljongens maar be
zwaarlijk van oudere menschen venvachten. Intus-
sóhen kostte die terugreis per fiets den Spoorwe
gen drie enkele reizen voor personen plus driemaal
fietsvervoer. Als professor Goudrïaan dit voorbeeld
onder oogen krijgt zal het hem zeker tot nadenken
en allicht want zoo is hij tot handelen bren
gen. Iedereen weet trouwens dat de gebrekMge in-
riohtmg van stations en wagons voor dit vervoer
heel vaak tot beschadiging van fietsen aanleiding
geeft. In het geval dat ik hier noemde bezweek op
de dure heenreis een van de kettingkasten.
Dat er in het algemeen meer „service" voor wiel-
rijdérs zou kunnen zijn zullen allen onderschrijven
die zorg aan hun fietsen besteden en ze zoo lang
mogelijk dienst willen laten doen. Maar zij vormen
een minderheid. Er wordt met fietsen door veel
menschen, niet alleen door de jeugd, zoneloos en
slordig omgesprongen Vijfentwintig jaar geleden
was dat nog heel anders. Blijkbaar is de verklaring,
dat ze in dien tijd zooveel goedkooper zijn gewor
den. Van eenig geregeld onderhoud is bij velen geen
sprake en heel wat fietsen brengen den nacht in de
buitenlucht door, in tuinen of naast huizen, eenvou
dig omdat men er niet aan gedacht heeft ze binnen
te zetten. Dus is er ook niet veel vraag naar een ge-
regelden service geweest. Allicht zal dat nu ver
anderen want men wordt niet alleen tot grooter
zuinigheid genoopt maar bovendien is het niet een
voudig meer aan nieuwe banden te komen en geeft
de verklaring van de Verkeersfederatie dat de
(Er wordt sterk afgeraden, om
zuurkool in eenige hoeveelheid
op te slaan, daar deze niet lang
goed te houden is.)
Er wordt ernstig aangeraden,
Om geen zuurkool op te slaan,
Ook al komt die goed te stade.
Nu we voor den winter staan
En men noemt dan als bezwaren,
Mij als leek niet zoo bekend,
Dat je ze niet kunt bewaren,
Nou, dat is een argument
Er wordt ernstig aangeraden,
Om geen zuurkool op te slaan,
Dat raakt mij niet, noch mijn gade,
Want wij hebben 't niet gedaan.
Er zijn ongetwijfeld menschen,
Die, als appel voor den dorst,
Zich niets liever zullen wensehen,
Dan zuurkool (met spek en worst).
Er wordt ernstig aangeraden,
Om geen zuurkool op te slaan,
Nou, die raad zal mij niet schaden,
Ik heb er een hekel aan.
Smaken, 't is bekend, verschillen,
Zuurkool is voor mij een straf,
Opslaan? Hu, ik kan wel rillen,
Ik sla zuurkool altijd af.
P. GASUS.
rijwielindustrie alle zeilen moet bijzetten om ook
maar eenigszins aan de bestellingen van fietsen te
kunnen voldoen te denken zal men over een jaar
nog zoo gemakkelijk en goedkoop aan een nieuwe
fiets kunnen komen als wij gewend waren? Dat is
maar de vraag. Wie haar overweegt zal er vanzelf
toe komen, zijn karretje beter te onderhouden of te
laten onderhouden. En uit de vraag naar service
zal die moeten groeien, hetgeen hopelijk weer aan
vele handen werk zal verschaffen.
R. P.
Maandag zijn de slachtoffers van den Engelschen bomaanval te Haarlem begraven. De stoet van de zoo tragisch om het leven gekomen familie
Michel, man, vrouw en twee kinderen passeert het verwoeste huis in de Voortingstraat.
(Foto Schimmelpenningh.)
Honderden belangstellenden waren op de begraafplaats aan den Ver giet deweg aanwezig bij de ter aarde bestelling van de familie Michel,
slachtoffers van den Engelschen bomaanval op Haarlem. Bij de vele kransen, die de baren bedekten, waren er drie van den Rijkscommissaris.
(Foto Schimmelpenningh.).
Mr. dr. F. A. Bijvoef toegetreden
tot Nationaal Front.
zaakten. Twee der lijken, die van een onbekende
vrouw en een onbekenden jongen, waren in den
loop van den nacht geborgen en naar het Wilhelmi-
nagasthuis overgebracht. De beide andere slacht
offers bevonden zich toen nog in de huizen en zijn
bij daglicht geborgen. Enkele der gewonden ver-
keeren in levensgevaar. De achter het getroffen
pand liggende huizen in de Eemsstraat ondervon
den eveneens groote materieele schade. De kracht
van de explosie was zoo hevig, dat het puin van
de perceelen in de Vechtstraat over een breedte
van 25 nieter werd weggeslagen. In de tuinen van
de perceelen in de Eemsstraat trof men, tegen de
huizen aan, stukken aan van een veranda, ja zelfs
een trapleer en een deur. Een vijftal woningen in
deze straat waren hierdoor aan de achterzijde vol
komen onbewoonbaar geworden.
Zeer ernstig waren ook de gevolgen van den
bominslag in het perceel Lekstraat 54. Twee men
schen werden daar op slag gedood, terwijl twee
andere ernstige verwondingen opliepen. Het huis
stortte ineen, evenals het belendende perceel, in
haar val de electrische bovenleiding van de tram
meesleurend, waardoor ernstig gevaar ontstond.
Ook hier was de schade aan de omliggende huizen
zeer aanzienlijk.
Het noordelijk deel van de stad heeft eveneens
in de avonduren een waar bombardement te ver
duren gehad. Herhaaldelijk wierpen de Engelsche
piloten hun explosieve lasten uit, en zij troffen
daarbij het perceel Urkstraat 13. hetgeen ver
schrikkelijke gevolgen had. De bom sloeg door het
dak in de huiskamer, waar zich de twee reeds be
jaarde bewoners, de heer en mevrouw Kaman, be
vonden. Beiden werden op slag gedood. Een drietal
kennissen, dat bij hen op bezoek was, ontsnapte
het gevaar wonder boven wonder. Wel werden zij
allen dusdanig gewond, dat zij respectievelijk naar
het Wilhelmina- en het Binnengasthuis moesten
worden overgebracht. Het stoffelijk overschot van
den heer Kaman had men vanochtend vroeg nog
niet kunnen bereiken. De aangrenzende perceelen,
waarin eveneens ouden van dagen wonen, werden
gelukkig voor verwoesting gespaard.
Bovendien werden verschillende bommen in het
water van het Buiten-IJ geworpen, uiteraard zon
der schade aan te richten, terwijl op den weg tus-
schen Schellingwoude en Durgerdam verscheiden
bommen in een weiland vielen. Een bom werd ge
worpen nabij het perceel Buikslotermeerdijk 134.
De hevige'luchtdruk verwoestte het huisje grooten
deels, doch de vier bewoners kwamen er zonder
noemenswaardige verwondingen af. Ook aangren
zende perceelen kregen belangrijke schade.
BRANDBOMMEN.
Behalve explosieve bommen gooiden de Brit-
sche vliegtuigen groote hoeveelheden brandbom
men uit. De omgeving van de P. C. Hooftstraat
en de Alexander Boersstraat had hiervan het ergste
te lijden. In het perceel P. C. Hooftstraat 158 brak
een middelbrand uit, welke echter door de ge
meentelijke brandweer, daarin bijgestaan door de
brandweer van den luchtbeschermingsdienst, spoe
dig werd beheerscht. De derde étage en een ver
trek op de tweede verdieping brandden echter ge
heel uit. De bewoners, die zich te bed bevonden,
hadden wonder boven wonder geen letsel gekre
gen, al kan men zeggen, dat het een haartje heeft
gescheeld. Ook de perceelen P. C. Hooftstraat 161,
Alexander Boersstraat 43 en 39 werden recht
streeks door brandbommen getroffen. Het perceel
in de P. C. Hooftstraat was door een bom getrof
fen, welke dwars door het huis heengeslagen en
via de serre in den tuin terechtgekomen is. Daar
kwam zij tot ontbranding zonder schade aan te
lichten. In het perceel Alexander Boersstraat 43
had een bewoonster van de derde verdieping de
bom in den luchtkoker hooren vallen. Zij wist zich
nog juist bijtijds in veiligheid te stellen, enkele
oogenblikken later brandde haar slaapkamer
heftig. Voorts trof een brandbom een houten bij
gebouw van het Paedologisch Instituut der Vrije
Universiteit in de Vossiusstraat. Met behulp van
een snelbluschapparaat en zand werd de bom spoe
dig onschadelijk gemaakt. Een drietal brandbom
men viel bovendien nog in het Vondelpark, waarbij
een gasbuis werd vernield. Op het Muiderpoort-
station werd eveneens een aanval ondernomen. De
brandbommen misten echter hun doel en konden
door het spoorwegpersoneel onschadelijk gemaakt
worden. Een brandbom welke in de Wagenaar-
straat viel, werd tenslotte door dë wijkbrandweer
gebluscht.
Op een tweetal plaatsen in de stad zijn voorts
personen door granaatscherven getroffen. Zij zijn
naar het Wilhelminagasthuis overgebracht.
Op onzen tocht langs de zoo zwaar geteisterde
plaatsen troffen wij vele inwoners van de hoofd
stad in de grootste schrik en ontsteltenis aan. Men
vroeg zich verbijsterdaf. waartoe dit alles diende,
waarom de Engelsche vliegers thans wederom de
weerlooze bevolking van de hoofdstad hadden uit
gekozen als hun slachtoffer. Hebben de machtheb
bers in Engeland dan geen besef van liet on
noemelijk leed en de ellende, welke zij zaaien over
deze dichtbevolkte woonwijken van Amsterdam?
Het schijnt wel van niet! Vergissingen zijn totaal
uitgesloten. De Engelsche lichtfakkels hingen bo
ven de woonwijken en de piloten moeten de stra
ten nauwkeurig hebben kunnen onderscheiden.
Eens te meer blijkt, dat Engelsche vliegers niets
ontzien in hun strijd voor wat zij „beschaving"
noemen.