Haarlem's Dagblad De Sportbeoefening. Escorte. Cycloon teistert Bombay Japan wenscht handhaving van de vriendschap met Ned. Indië NIEUWE DISTRIBUTIEBONNEN CENTRALE KEUKENS Artikelen enz. 58e JAARGANG No. 17588 Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant- Uitgaven en Algem Drukkerij N.V Bureaux: Groote Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgiro- dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12. Telefoon: Directie 13082, Hoofdred 15054, Redactie 10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724, 14825. Soendaplein 12230. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM Vrijdag 18 October 1940 Abonnementen per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10, per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, losse nummers 6 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regels ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 per regel Regelabonnementstarieven op aanvraag. Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer ƒ0.15 Groentjes rie rubriek. Juist een week geleden heb ik hier onder den titel „Onze Volkskracht" het groote belang van de voorgenomen uitbreiding van het onderwijs in lichamelijke oefening bepleit, waarvan mirstens een half millioen schoolgaande kinderen in ons land nu nog geheel verstoken zijn. Veege teekenen, zooals het buitengewoon groote aantal afkeuringen voor den militairen dienst, werden daarbij te berde gebracht. De wenschelijkheid dat het onderwijs uitsluitend door vakmenschen gegeven zal worden werd naar voren gebracht en mij verstrekte ge gevens gaven aanleiding er de aandacht op te ves tigen dat de beoefening van sport in ons land ook veel te wenschen overlaat. Onder de jeugd is zij volstrekt niet zoo algemeen als velen wel meenen zelfs is gebleken dat slechts 27 pet. van de leer lingen van het M. O. bij eenige sportvereeniging zijn aangesloten en wat volwassenen aangaat die al een maatschappelijke fimctie bekleeden, is de sportbeoefening werkelijk bedroevend schaarsch. Deze beschouwingen hebben een bestuurslid van de H.A.V. „Haarlem", den heer Werner Duiker, aanleiding gegeven tot een ingezonden stuk in ons nummer van gisteren, waarin hij een geestdriftig pleidooi voor meer sportbeoefening heeft gehou den. Hij schreef daarin dat de geheele sportwereld met groote belangstelling de ontwikkeling van het onderwijs in lichamelijke oefening volgt omdat die de onmisbare grondslag vormt van een bloeiend sportleven. En hij voegde daaraan deze passages toe, die ik nog eens naar voren breng omdat zij bijzondere aandacht verdienen: „Wat ons als sportvereenigingsleiders bijzonder treft, is de mededeeling in dit hoofdartikel, dat op de Middelbare scholen slechts ruim een vierde deel der leerlingen lid is van een sportvereeniging. Wan neer wij verder uitgaan van de gedachte, dat een zeer groot aantal jongeren, dat geen middelbare scholen bezoekt eveneens geen lid is van een of andere sportvereeniging, dan heeft dat aan allen die een leidersfunctie in de sportwereld hebben toch wel zeer veel te zeggen. Dan zullen wij allen wel tot het besef moeten komen, dat het met de sport in Nederland lang niet zoo goed is als wij zelf dik wijls meenen. Dan zullen wij ons bewust worden, dat er voor ons allen, op welk terrein der sport we ons ook bewegen, nog een groote en dankbare taak is weggelegd. Hoe verschillend de gevoelens en ambities voor elk onderdeel der sport ook mogen zijn, op één punt moeten alle goede sportleiders elkaar raken en naast elkaar staan; n.l. in den wensch dat alles wat jong en gezond is sport zal gaan beoefenen. In dezen wensch ligt een gemeenschappelijke taak van allen die lei ding geven in de sportwereld om meer dan tot nu toe gezamenlijk te arbeiden aan den uitbouw van de sport in haar geheel. In tegenstelling met wat in de achter ons liggende jaren veelal gebeurde (uitzon deringen daargelaten) n.l. dat de sportleiding in een of anderen tak van sport zich vrijwel uitsluitend be paalde tot, het werken aan den groei van het eigen onderdeel." Wie zich in sportkringen ook maar eenigszins thuis voelt zal de juistheid van deze opmerkingen moeten beamen. In het algemeen, interesseert men er zich inderdaad alleen voor de eigen tak van sportbeoefening en velen zijn zelfs geneigd andere takken van sport, als die in hetzelfde seizoen be oefend worden, eenvoudig als coneurrenten te be schouwen. Dat toont een beperktheid van visie, die de sport uitsluitend in den vorm van een eigen voorkeur l .-orderd wil zien, zich niet bezig houdt met haar algemeene beteekenis voor de volksge meenschap en ook wel weer iets van den „schotjes geest" verraadt die iin den laatsten tijd van zoo vele zijden wordt gehekeld en bestreden. De heer Duiker stelt vast dat het met de sport beoefening niet zoo goed gesteld is „als wij zelf soms meenen" en erkent daarmee dat men ïn sport kringen tot een te optimistische beschouwing over de algemeenheid der sport geneigd is. Ik heb geen overdreven vertrouwen in de beteekenis van statis tieken, die men met voorzichtigheid hanteeren moet, maar ik zou er wel eens willen zien die de aantallen leden van de aangesloten vereenigingen bij de verschillende Nederlamdsche sportbonden vermeldde. En hun totalen. Ik geloof dat die, sa mengeteld, bitter zouden tegenvallen, al zou voet bal een hoog aantal bijdragen. Nu Karei Lotsy als adviseur van het departement van Onderwijs in alle sportzaken optreedt ligt het geven, van een overzicht van den totalen toestand natuurlijk op rijn weg. Wellicht heeft hij daaraan zijn aandacht al gewijd. Een analyse van den huidigen toestand is na tuurlijk niet voldoende maar zij zal alvast kunnen bewerken dat vele oogen opengaan voor den wer- kelijken staat van zaken. En dan zal er een krach tige overtuigende actie noodig zijn om ons volk er van te overtuigen dat de lichamelijke opvoeding naast de geestelijke volle erkenning moet hebben €n dat niemand voor een examen behoeft te zakken i/smdat hjj aan sport doet", maar integendeel veel frisscher, in beter conditie en met beter kansen, deze beproeving kan ondergaan als hij zich niet «onzijdig ontwikkeld heeft en zich niet maanden lang in een muffe kamer opgesloten. Als, om het kort uit te drukken, niet alleen zijn geest maar ook *ijn lichaam in den besten staat verkeert. Sport- overdrijvers vormen een minderheid en zijn meest al menschen die eenvoudig datgene schuwen dat hen zelfoverwinning kost. Als de sport er niet was zouden zij in andere richting hun werk ontloopen. Het is niet de schuld van de sport maar van hen zelf. Maar er zal heel wat actie gevoerd moeten worden om gedachten als deze algemeene erken ning te doen vinden. R. P. TRANSPORTSCHEPEN VAN GIBRALTAR VERTROKKEN. MADRID, 18 October. (D.N.B.) Donderdag avond zijn verscheidene groote transportschepen niet troepen uit Gibraltar vertrokken. Hun be stemming is niet bekend. Amsterdamsche jongelui hebben een escortedienst ingesteld om 's avonds menschen door de ver duisterde straten naar huis te ge leiden.) Goede leidsman, wil mij leiden Langs die enge duistre straat, Waar geen lampen licht verspreiden, 'k Geef u graag een leidsmandaat. Ik ben nooit om tien uur binnen, Als gij niet mijn leidsman zijt, En wat moet ik dan beginnen, Dan word ik nog „voorgeleid". Leid mij mee, heb medelijden, Houd mijn arm maar stevig vast, Dat gaat beter dan gescheiden, Zoo raakt leiden niet in last. Lieve leidsman, kijk eens even, Het is bijna volle maan, Is het niet wat overdreven, Om zoo haastig voort te gaan? Leidsman mag je me graag lijden, Mij al leidend langs den weg, Of voel jij je van ons beiden Als een lijdend voorwerp, zeg? Juffrouw, wil me permitteeren, Dat ik nu met spoed verdwijn, Ik moet zelf, zonder mankeeren, Ook om tien uur binnen zijn. Nu kan 'k u nog veilig groeten, Kijk, hier zijn we bij uw straat, Ik ga weg op vrije voeten, Straks is het misschiente laat. Waarschijnlijk 100 dooden BOMBAY, 17 October. Gisteren heeft hier een cycloon gewoed, die zware schade heeft aangericht. Waarschijnlijk zijn 100 per sonen gedood. De materieele schade wordt op 200.000 pond sterling geschat. (United Press). Betrekkingen hebben door het Pact van Drie allerminst geleden „Onderhandelingen in den meest vriendschappelijken geest" BATAVIA. 18 October (Domei) D.d. 16 October wordt gemeld: De delegaties van Ja pan en Nederlandsch-ïndië hebben vanavond het volgende gemeenschappelijke communiqué gepubliceerd: „De delegaties van Japan en Nederlandsch- Indië hebben van 14 tot 16 October onder voorzitterschap van Ichizo Kobajasji en H. J. van Mook vergaderd in hotel „Selabintanah" te Soekaboemi. In verscheidene vergaderingen en persoonlijke ontmoetingen zijn de algemeene betrekkingen tusschen Japan en Nederlandsch- Indië besproken. In deze besprekingen is volle dige aandacht gewijd aan de uitwerking van het recente pact tusschen Japan, Duitschland en Italië op Nederlandsch-Inaië. In dit opzicht gaf de Japansche delegatie officieel als haar mee ning te kennen dat Japan, in weerwil van het drielandenpact, vurig verlangt de betrekkin gen van vriendschap tusschen Japan en Ne- derlandsch-Indië te handhaven en te bevorde ren, dat deze betrekkingen door het pact aller minst geleden hebben. Alles wat Japan wenscht is een gezamenlijk bestaan en een gezamenlijke welvaart met de naburige landen. Onder de andere punten, welke besproken zijn, stond het petroleumvraag- stuk op den voorgrond. De Nederlandsch-Indi- sche delegatie en het hoofd van het Neder- landsch-Indische bureau voor het mijnwezen, die ook aanwezig was, hebben uitvoerige uiteen zettingen gegeven over den petroleum-toestand in Nederlandsch-Indië. De delegaties zullen de onderhandelingen voortzetten in Batavia, met dien verstande, dat de onderwerpen in hun vol- ledigen omvang in de naaste toekomst besproken zullen worden. De delegaties constateeren met genoegen dat de onderhandelingen in den meest vriendschappelijken geest gevoerd zijn." J VLEESCH No. 5 De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Landbouw en Visscherij deelt mede: Gedurende het tijdvak van Maandag 21 October tot en met Zondag 27 October a.s. geeft elk der vier met „05 vleesch" gemerkte bonnen van de vleesch- kaart recht op het koopen van 100 gram vleesch, been inbegrepen of een rantsoen vleeschwaren. De met „05 worst, vleeschwaren" gemei-kte bon geeft uitsluitend recht op het koopen van een rantsoen vleeschwaren. De bonnen, welke op 27 October a.s. nog niet gebruikt zijn, blijven nog geldig tot en met Zondag 3 November a.s., met dien verstande, dat zij gedurende de week van 28 October tot en met 3 November a.s. niet gebruikt zullen mogen worden voor het betrekken van vleesch of vleesch waren in hotels, restaurants e.d. Het rantsoen vleeschwaren, dat per bon kan wor den gekocht bedraagt 75 gram voor gerookt of ge kookt varkens-, rund-, of kalfsvleesch en voor ge rookte worstsoorten, 100 gram voor gekookte worstsoorten, rolpens en knakworst, 125 gram voor leverartikelen, tongenwost en nierbrood en 150 gram voor bloedworst. BROOD No. 11 Gedurende het tijdvak van Maandag 21 Oc tober tot en met Zondag 27 October a.s. geven de met „11" genummerde bonnen van het nieuwe uit gereikte broodbonnenboekje tezamen recht op het koopen van 2500 gram roggebrood of 2000 gram ander brood. Elk der bonnen geeft derhalve recht op het koopen van 125 gram roggebrood of 100 gram ander brood. De bonnen, welke 27 October nog niet gebruikt zijn, zullen voorts nog geldig zijn tot en met Dins dag 29 October a.s. met dien verstande, dat zij op 28 en 29 October a.s. niet gebruikt zullen mogen worden voor het betrekken van brood in hotels, restaux*ants e.d. ZEEP No. 55 De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart deelt het volgende mede, met betrek king tot de distributie van zeep: Gedurende het tijdvak van Zaterdag 19 October tot en met Dinsdag 12 November a.s. geeft de met „55" genummerde bon van het algemeen distribu tiebonboekje recht op het koopen van 150 gram toiletzeep (nieuwe samenstelling), of 120 gram huishoudzeep of 200 gram zachte zeep, of 250 gram zeeppoeder, of voor zoover voorradig 125 gram zeepvlokken, of 250 gram zelfwerkende waschmiddelen, of 200 gram vloeibare zeep. Voor zoover de verpakking dit toelaat, kan de vei'bruiker desgewenscht gedeelten van boven staande hoeveelheden in combinatie op één bon koopen. Men zal dus b.v. op een bon 60 gram huis houdzeep plus 100 gram zachte zeep kunnen krij gen. Wasscherijen moeten voor de behandeling van de gezinswasch gedurende bovengenoemd tijdvak de met „55" genummerde bon van het algemeen distributiebonboekje van hun clientèle in ontvangst nemen voor het koopen van waschpoeder en wel één bon per acht kilogram droog waschgoed. De wasscherij zal per bon 600 gram waschpoeder kunnen betrekken. Rijkscommissaris spreekt Weensche kunstenaars toe Ontvangst op Oud-Wassenaar 's GRAVENHAGE, 18 October. (A.N.P.) De rijkscommissaris voor de bezette Nederlandsche gebieden, rijksminister Seyss-Inquart, die het initiatief nam om de Weensche Opera en het Weensch Philharmonisch Orkest naar ons land te doen komen, heeft gisterenmiddag in het kasteel Oud-Wassenaar aan zijn oud-stadge- nooten een thee aangeboden. Behalve de leden van de Weensche opera en het Philharmonisch Orkest waren hiervoor uitgenoodigd vooraan staande Duitsche persoonlijkheden en militairen en vertegenwoordigers uit Nederlandsche cultu- reele kringen. Nadat men zich korten tijd onderling had onder houden, nam de rijkscommissaris het woord en zeide het volgende tot de aanwezigen: Het is mij een bijzondere behoefte u hier harte lijk welkom te heeten. Mijn eerste groet geldt mijn Weensche vrienden. Ik begroet ook met bijzondere vreugde de dames en heeren uit Nederlandsche kringen, die in ons midden vertoeven. Toen ik be sloot de Weensche Opera te vragen naar Nederland te komen, was het niet zoo zeer hierom, omdat wij hier in de voorste linies staan, hetgeen men zoo me nigmaal schijnt te vergeten. Het is thans zoo: met de Engelschen spreken wij op het oogenblik niet over kunst en het is trouwens in het algemeen moeilijk met hen daarover te spreken. Wij moeten ons voorstellen hoe de toestand vijf maanden geg leden was. Het was mijn besluit u allen op het ter rein der kunst bijeen te brengen om daarmede te bewijzen, dat er betrekkingen zijn, die uit dezelfde bron stammen en die de menschel ij ke zielen en geesten tezamen kunnen brengen. Daarom heb ik aan onze Weeners gedacht. Ik dank Generalinten- dant Strohm, dat hij zijn instituut ter beschikking heeft gesteld en dank in het bijzonder Generalmu- sik-direktor Knappertsbusch. Ik dank ook de kun stenaressen en kunstenaars uit Weenen, die ons deze avonden en dit kunstgebeuren hebben ge schonken. Het is een bewijs voor den cultureelen wil en de cultureele kracht van het Duitsche volk, dat nu, op een oogenblik, waarop ook wij den beslissen- den strijd strijden, het mogelijk is over de enge vaderlandsche grenzen heen, zulke muziekfeesten te organiseeren. Ik zou bij deze gelegenheid gaarne rijksstadhou der Reichsleiter Baldur von Schirach ervoor danken dat hij zijn befaamde cultureele instelling ter be schikking heeft gesteld. Ik ben als Weener diep onder den indruk dat de Fiihrer juist den jeugd leider van het Duitsche Rijk uit de strijdperiode, naar deze gouw heeft gezonden. Dit is voor de gouw een onderscheiding en legt tevens een verplichting op. Gelijk ook ik overtuigd ben dat partijgenoot Baldur von Schirach doordrongen is van de ver antwoordelijkheid, die de Führer hem opgelegd heeft door hem met de leiding van de rijksgouw te belasten. Ik zal niet uitwijden maar wij allen zijn doordrongen van de kunstzinnige prestaties van den Nederlander, vóór alles van de onvergankelijke waarden van de Hollandsche schilderkunst. Juist echter op het gebied van artistieke uitvoeringen, waarmede wij ons thans bezig houden, namelijk muziekuitvoeringen, weten wij, dat hier een hoog cultuurpeil bereikt is en dat hier de hoogste pres taties verricht worden. Toen ik dan ook het besluit nam, een Weensche kunstweek te arrangeeren, kon ik dit slechts doen in de overtuiging dat er bij u dames en heeren uit Nederland, evenals bij ons menschen zijn, die hecht verbonden zijn met de zedelijke waarden der kunst, die in onze gemeen schappelijke Germaansche basis wortelen Ik meen dat dit van onze zijde een beantwoor ding is van de uitnoodiging, die prof. Snijder tot ons gericht heeft tot gezamenlijken cultureelen ar beid. Wij hebben met deze kunstweek onze bij drage geleverd. Ik ben er zeker van dat deze kunstzinnige belevenis ons tot eikader zal bren gen dar ik overtuigd ben dat wij een gemeen- schappelijken weg kunnen gaan en dat bij een juiste beoordeeling van alle moeilijkheden, wij tot een gemeenschappelijk cultuurleven en een gemeen schappelijke cultuuruitwisseling zullen komen. Generalintandant H. K. Strohm dankte hierna den rijkscommissaris en wees erop hoe gaarne zijn gezelschap aan de uitnoodiging om naar Holland te komen, gehoor had gegeven. Hij ging hierna in op de goede betrekkingen, die reeds bestonden tusschen de Weensche Opera en vooraanstaande cultureele instellingen hier te lan de, in het bijzonder de Wagner-vereeniging noe mend. Verder zeide hij dat het voor de leden van de Weensche Staatsopera een groote gebeurtenis is om hier te mogen vertoeven en dat dit zeker niet zal nalaten uit te stralen op vele andere gebieden, Het mag zeker een unicum in de geschiedenis wor den genoemd dat een volk, dat in een oorlog is ge wikkeld, nog zooveel op cultureel gebied presteert. Juist nu is het dan ook opvallend te zien hoe de menschen zich tot het cultureele leven aangetrok ken voelen en het is daarom ook van zoo groote beteekenis dat de nieuwe rijksstadhouder in Wee nen, Baldur von Schirach, geproclameerd heeft, dat de Weensche Opera, die een der traditierijkste der wereld is, met alle ten dienste staande midde len moet worden uitgebreid, zoodat zij een eevolle plaats zal innemen in het Groot-Duitsche rijk. De Weensche Opera heeft thans reeds zooveel uitnoodigingen ontvangen, dat zij een geheel jaar onderweg zou kunnen zijn om uitvoeringen te brengen. Zij zal dit echter niet kunnen doen daar zij ook in Weenen nog een groote taak te vervul len heeft. Het gezelschap hoopt echter in de toe komst hier nog vele voorstellingen te kunnen ge ven. Spreker legde er den nadruk op. dat de rijks minister ook in Weenen duidelijk heeft bewezen hoezeer hij de kunst is toegedaan en hoezeer ook zijn innerlijk leven met de cultuur verbonden is. Generalintendant Strohm hoopte, dat wat zijn ge zelschap hier geeft, een aangename herinnering zal achterlaten en besloot met de woorden, dat ook de Weensche opera met groote dankbaarheid terug zal denken aan deze dagen, die zij in Nederland mag doorbrengen. Na deze toespraken bleven de genoodigden nog geruimen tijd in een levendig gesprek bijeen. Te Haarlem berekend op 20.000 porties per dag. In ons vorig nummer hebben wij medegedeeld, dat aan de gemeentebesturen in ons land een aan schrijving is gezonden om aan te dringen op het nemen van maatregelen voor de opening van cen- trale keukens in den komenden winter. Er wordt daarin o.a. gezegd: „Het geheele plan moet worden opgevat als een maatregel om een gevaar voor ondervoeding bij een deel der bevolking reeds bij voorbaat te be strijden, Er bestaat n.l. een mogelijkheid, dat juist bij de economisch zwakkeren dezen winter bezwa ren zullen ontstaan bij het verkrijgen van warm voedsel. Daarom is het noodzakelijk dat reeds thans maatregelen worden genomen om een dergelijk ge vaar te voorkomen. Het is dus eenzelfde maatregel als reeds in den oorlog van 1914 tot 1918 werd ge nomen, toen deze keukens eveneens zeer nuttig werk hebben verricht." Naar wy vernemen zijn te Haarlem reeds be sprekingen over deze aangelegenheid gehouden. Daarbij is de wenschelijkheid naar voren gekomen om maatregelen te treffen dat per dag 20.000 por ties verstrekt kunnen worden. Daarvoor zou gebruik gemaakt worden van de bestaande keuken van de St. Vincentiusvereeniging, de bestaande keuken van het St. Elisabeth's Gasthuis (waarin meer gekookt kan worden dan voor het Gasthuis noodig is) ter wijl het dan nog noodig zou zijn drie nieuwe keukens op te richten. De totale capaciteit der keukens zou dan zoo worden dat tweemaal per dag gekookt zou moeten worden, zoodat het eten klaar zou zijn om 's middags 12 uur en om 6 uur. Het is de bedoeling dat het eten uit deze keuken tegen lagen prijs beschikbaar gesteld zal worden. In Rotterdam is het eten in dergelijke keukens in de verstreken maanden voor 10 cents per portie verkocht. Het eten dat in de St. Vïncemtiuskeuken te Haarlem voor kindervoeding bereid wordt kost thans .13 cent per portie. Mogelijk zou zijn dat de gemeente het eten uit de centrale keukens iets goedkooper levert dan de kostende prijs bedraagt. Als ook beter gesitueerden van de keukens ge bruik maken zullen zij iets meer moeten betalen dan de minder gegoeden. De Centrale Keuken werd te Haarlem van ge meentewege geopend in den winter 1916—1917. Den 25en Mei 1917 werd de keuken voor de eerste maal wegens te geringen omzet gesloten om in den vol genden winter weer geopend te worden, thans onder leiding van den heer L. Modoo, die in Septem ber 1917 als wethouder van Haarlem was afge treden. Sindsdien bleef de keuken geopend tot na het einde van den wereldoorlog. De keuken was gevestigd in de Spijskokerij aan de Jacobstraat en gaf, wat den aard van het voedsel betreft, nimmer reden tot klagen. Wel ontstond er eenige wrijving, toen het destijds bestaande plaatselijke Steuncomité een deel van den steun uitgekeerd wensch te te zien in bonnen voor voedsel uit de Centrale Keuken. In den gemeenteraad is hierover nogal wat gedebatteerd. Ook in het voormalige Schoten en in Heemstede heeft de Centrale Keuken gefunctioneerd. In Bloe- mendaal hebben de plannen voor de oprichting van een dergelijke instelling zelfs tot een tweeledig be drijf geleid. De centrale keuken werd gevestigd in De Clercq's Proefstation aan den Kinheimweg. Er werd daar tweemaal per dag gekookt: des middags 12 uur kon men voor zeer matigen prijs we meenen 10 cents per portie eenvoudig voedsel verkrijgen, maar in den namiddag werd een meer gevarieerde maaltijd gereed gemaakt voor hen die met gebrek aan gas of andere stookmiddelen tobden. Natuurlijk kostte dat meer doch er werd een druk gebruik van gemaakt. Hef bombardement op Haarlem Bij het bombardement van Haarlem, in den nacht van Woensdag 2 October, werden 19 gewonden in de ziekenhuizen opgenomen. In de eerste dagen overleden eenige zeer ernstige gewonden, waardoor het doodencijfer tot 27 steeg. Verschillende ge wonden hebben inmiddels het ziekenhuis verlaten, zoodat er nu nog drie verpleegd worden. De toe stand van deze is gelukkig gunstig, een heeft een hoofdwonde, een ander een armfractuur en de derde een dubbele beenfractuur. HEDEN: 8 PAGINA'S Het ernstige autubusungeluk op den onbewaakten overweg Jtusschcn iV.'inssum en Baflo eischte tien slachtoffers. Een foto op de plaats des onheils. .(Foto Pax Holland). R.P.: De Sportbeoefening, pag. 1 P. Gasus: Escorte. pag. 1 Centrale keukens te Haarlem op 20000 porties per dag berekend. pag. 1 Uit de Pers pag. 2 R. P.: Cicerone. pag. 3 Interessante restauratiewerken te Culemborg. pag. 3 Flitsen: Regenweer pag. 3 J. B. Schuil: „Ingeborg". pag. 7 K. de Jong: Musica Antiqua. pag. 7 De Armenzorg van kerkelijke- en particuliere instellingen. pag. 7 Loatste Berichten op pagina 6

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 1