31 October:
Nederlandsche
Spaardag
De vreemde Erfenis
AB'S AVONTUREN
WOENSDAG 30 OCTOBER 1940
HAAREEM'S DA'GBEAD'
4
yy
Men schrijft ons:
Het wordt langzamerhand een goede gewoonte
om op den laatsten van Wijnmaand aandacht te
wijden aan en te vragen voor het sparen.
De spaarbanken, aangesloten bij den Nederlamd-
schen Spaarbankbond, wijden him zorgen aan de
propaganda voor het sparen, omdat zij zelf over
tuigd zijn dat het sparen noodig Is. zoowel voor
ieder individueel als voor de gemeenschap in
totaal.
Zij vragen aandacht voor het sparen van de
spaarders in het algemeen en in het bijzonder van
diegenen, die hoewel bij de spaarbank thuishoo
rend. daar nog niet geregeld verschijnen.
In dezen tijd zal echter misschien eerder dan
anders de gedachte opkomen: waarom zal ik
sparen?
WAAROM SPAREN?
Het is al zoo vaak gezegd, maar het kan nochtans
goed zijn hierop opnieuw de aandacht te vestigen,
dat het voor iedereen noodzakelijk is om zooveel
mogelijk geregeld te sparen. Wij beseffen zeer wel,
dat er omstandigheden kunnen zijn, die het sparen
ten eenenmale onmogelijk maken, maar voor de
groote meerderheid blijft het toch altijd een gebie
dende eisch om zich voor het heden behoeftebe
vrediging te ontzeggen, teneinde in de toekomst
meer belangrijke behoeften te kunnen voldoen.
Men zal moeten zorgen een appeltje voor den
dorst te hebben en men zal dus een reserve moeten
kweeken, teneinde daarop, wanneer de nood daar
is, te kunnen terugvallen.
Hoevelen zijn juist nu niet dankbaar dat zij, toen
het getij mee- was, iets opzij hebben gelegd, ten
einde daarop nu een beroep te kunnen doen en niet
afhankelijk te zijn van anderen of hulp te moeten
vragen bij de gemeenschap. En hoevelen betreuren
niet juist nu, dat zij vroeger maar voor den wind
geleefd hebben en zich nooit bedacht hebben, dat
het tij ook wel eens kón keeren.
Door het sparen vermeerdert men zijn weer
standsvermogen en verhoogt men zijn onafhanke
lijkheid.
Het sparen is echter niet alleen een levensbelang
voor het individu op zichzelf, maar het is niet min
der een bestaansvoorwaarde voor de gemeenschap,
waarvan hü deel uitmaakt. Ook deze zal alleen
kunnen bestaan, wanneer door haar leden regel
matig gelden worden overgehouden, welke voor
algemeene doeleinden kunnen worden besteed.
Helaas zal de gemeenschap nu in nog grootere
mate dan vroeger, door belastingverhooging dan
wel op andere wijze genoodzaakt zijn een beroep
te doen op haar leden en aan dit beroep, waarvan
het welslagen afhankelijk is van het sparend ver
mogen dier gemeenschap, zal alleen voldaan kun
nen worden indien iedereen op tijd daarvoor iets
terzijde ligt.
NIET OPPOTTEN.
Het mag ook in dezen tijd nog wel eens extra
worden gezegd dat sparen niet beteekent geld op
potten, want noch het individu noch de gemeen
schap is daarmede gebaat. Het eerste niet, omdat
hij meer gevaar loopt en van zijn geld geen rente
maakt en de tweede niet omdat het geld aan nut
tiger bestemming wordt onttrokken
Tegenwoordig is de neiging om gelden thuis te
bewaren weer aanmerkelijk grooter. En dat, niet
tegenstaande de daaraan verbonden gevaren thans
ook veel grooter zijn Het kan toch niet ontkend
worden dat de kans op brand en diefstal in dezen
bij zonderen tijd is toegenomen.
En wat meent men ermee te bereiken? Veilig
zijn de gelden thuis allerminst en opbrengen doen
zij ook niets. Men heeft er elk moment de beschik
king over. Inderdaad, zoolang het tenminste niet
verongelukt is.
WAAR SPAREN?
Er zijn uiteraard verscheidene mogelijkheden om
te sparen, maar voor velen is het altijd nog het
meest voor de hand liggend om de spaargelden toe
te vertrouwen aan een Spaarbank. Het spreekt
vanzelf dat er in de achter ons liggende maanden
bij de spaarbanken voor zeer verschillende doel
einden veel geld is opgevraagd. De spaarbanken
hebben aan alle redelijke wenschen tot terugbeta
ling zoo spoedig mogelijk gevolg gegeven, zoodat er
hier en daar wel eens meer geld is terugbetaald dan
ingelegd. Verheugend echter is het dat de terug
betalingen per maaand bij de spaarbanken thans
weer zijn gedaald beneden het maandgemiddelde
van de 5 voorafgaande jaren, terwijl de inlagen
wederom regelmatig stijgende zijn.
Vroeger borg men spaargelden vaak in de be
kende oude kous, in een trekpot, of in de linnen
kast. Door schade en schande is men echter wijs
geworden, want maar al te vaak ging dit bezit door
brand of diefstal verloren. Men doet daarom veel
beter, zijn spaarpenningen alleen toe te vertrouwen
aan die instellingen, welke speciaal daarvoor zijn
bestemd. Het zoo menig maal in de pers voorkomen
de bericht: .Kleine spaarders gedupeerd" toont
duidelijk aan, dat voorzichtigheid bij de keuze
echter noodzakelijk is.
Men brenge zijn spaargeld daarom bij een zui
vere spaarbank d. w. z. een instelling van algemeen
Roman van HERBERT STEINMANN.
Bewerkt door
LIZZY VEEN.
(Nadruk verboden).
De stem fluistert verder: De man is een
langen tijd in den werkwagen geweest, daarna
werd het licht uitgedraaid en hij verliet den wa
gen heel voorzichtig. Plotseling duikt in het don
ker een andere man op. Ik kon juist de omtrekken
van beiden herkennen. En daar
Zij huivert ondanks de warme zon. Haar zelf-
beheersching dreigt te verdwijnen. Daar belicht
hij. die uit den wagen kwam. het gezicht van den
ander en verblindt hem met zijn zaklantaarn. In
dit oogenbïik heb ik den tweede herkend, slechts
een oogenbïik. maar ik zag hem heel duidelijk,
voordat de eerste hem neersloeg en verdween.
Brouwers, zeide Hans snel.
Juanita knikt. Ja Brouwers was het. Stil.
Quito.
Met enkele stappen is de meesterschutter van
uit zijn wagen komend, hen genaderd. Hij draagt
reeds zijn onafscheidelijk leeren vest, zijn rij
broek en zijn hooge laarzen. Goeden morgen,
senor Wenger, zegt hij met Ijzige beleefdheid en
zijn donkere oogen monsteren Hans en Juanita.
Hoe lang moet ik op het ontbijt wachten.
Juanita? Wij moeten immers nog repetoeren, als
jeblieft. wees zoo goed naar binnen te gaan
Deemoedig buist het meisje het hoofd. Jawel
Quito, en zonder Hans nog eens aan te zien ver
dwijnt zij in den wagen. De meesterschutter blijft
een oogenbïik voor Hans staan, zijn metalen stem
klinkt beleefd maar koel. Mister Wenger. u bent
mijn chef en ik heb achting voor uw familie. Het
ls zelfs mogelijk, dat u op een goeden dag op mij
zult moeten rekenenmaar bemoeit u zich
niet met dingen noch met vrouwen, die u niet
aangaan. Dan ziet Hans alleen nog zijn leeren
maatschappelijk nut, welke door haar bestuursle
den belangeloos wordt beheerd en waar de gelden
op de meest soliede wijze worden belegd. Als zoo
danig zijn te beschouwen de spaarbanken, aange
sloten bij den Nederlandschen Spaarbankbond en
natuurlijk ook de Rijkspostspaarbank. De Bonds
spaarbanken staan onder regelmatige controle van
den Nederlandschen Spaarbankbond, waarbij er op
wordt toegezien dat het beheer der spaarbanken op
de juiste wijze wordt gevoerd, opdat zij te allen
tijde aan haar verplichtingen zullen kunnen vol
doen.
Deze spaarbanken zijn instellingen, welke met
uitsluiting van elk persoonlijk winstbejag niets
anders ten doel hebben dan de bevordering van
het sparen. Zij zijn de trouwe bewaarders van de
spaargelden der kleine spaarders en waken voor
hun belangen, in het besef, dat sparen is: De bron
van volkskracht
KöLNER RAMMER-SINFONIE-ORCHESTER.
Erich Kraack.
(Foto Archief Ernst Krauss.)
Onder auspiciën van impressario Ernst Krauss
maakt het, in geheel Europa beroemde ..Kölner
Kammer-Sinfonie-Orchester", onder leiding van
Erich Kraack een rondreis door Nederland. Reeds
heeft dit orkest-ensemble, dat uit 16 solisten is
samengesteld en leden van bekende strijkkwartet
ten, met zeer groot succes concerten gegeven te
VOOR DE KINDEREN.
Terwijl het zoeklicht fel de kust
bescheen, kropen twee donkere ge
daanten moeizaam uit het dal om
hoog. Achter een steenen borstwering
lieten zij zich snel voorover vallen.
Fluisterend spraken zij eenlge woor
den tot elkaar. Toen richtte één der
mannen zich op en wees met ultge-
strekten arm naar de helle lichtstra
len, die van uit zee kwamen.
rug. Een oogenbïik wil hij den ander terugroepen
en hem met een trotsch woord op zijn plaats
zetten. Maar dan bedwingt hij zich. Hij voelt, dat
hij kalm en beheerscht over al de dingen moet
nadenken en probeeren er boven te staan. Alleen
op deze manier kan hij de geheimen oplossen en
zijn erfgoed verdedigen. Misschien zal hij op een
dag ook het geheim „Juanita" ontsluieren. Hij
keert zich om. werk wacht op hem. Onder het
loopen schiet hem nog iets te binnen. Ongetwij
feld heeft Brouwers vannacht de belangen van
de Wengers verdedigd, toen hij den indringer ver
raste. Maar waarom heeft hij dan vader Wenger
en Higgens de ware toedracht niet verteld? Waar
om heeft hij niet verteld, dat hij tegen den
grond geslagen werd? Wiens wraak vreest de
brave Brouwers, als hij de waarheid vertelt?
Idioten! Hoe vaak heb Ik jullie al niet ge
zegd. dat je het water niet voor de paardebeenen
moet gooien als jullie de stalgang schrobt.
Bill Bing, beide duimen in den breeden gordel,
zijn cowboyhoed in den nek, marcheert woedend
door de stalgang langs de houten paardenboxen.
Zijn staalgrauwe oogen fonkelen woedend, als hij
naar een aantal mannen kijkt, die bezig zijn met
emmers en bezems. Dat komt er van als men
zich met een stelletje van jullie soort inlaat Geen
van jullie die kan leeren. dat paarden de edelste
dieren zijn, die er op den aardbodem rondstap
pen. Zij hebben meer verstand dan jullie.
Hij keert zich met een zucht tot den ouden
stalknecht Enriquez. die met de handen in de
zakken en kauwend op een stroohalm. grijnzend
toekijkt.
Geen stroo.... geen ruiters, geen mannen
voor een circus, senor Bill, het was beter toen
chef Rudolfo nog leefde.
Bill Bing kijkt terneergeslagen. Geen won
der. bij deze kerels! Allen half verhongerde bede
laars. Het is overal zoo waar wij komen. Hebben
wij hulpmannen noodig, dan komen ze bij troepen
aangerend, verbeelden zich dat er in een circus
geluierd wordt en rennen den volgenden dag
alweer weg. Er komen er nog wel eens een paar
mee. die men gebruiken kan en van die worden
er toch maar een paar goede ruiters, circusmen-
schen, waarop men vertrouwen kan. Het is misère
Heerlen, Stadsschouwburg, Roermond, Theater
Royal, Eindhoven, Philips Schouwburg en Venlo,
Nationaal.
De volgende concerten zullen worden gegeven
in verschillende steden,
30 October te Hilversum, Grand-
theater Gooiland, 31 October te Den Haag, Dili-
gentia, 1 November te Den Bosch, 3 November te
Haarlem, Stadsschouwburg.
De volgende solisten werken aan deze concerten
mede: Gisela Derpsch, sopraan, Beatrice Reichert
(Weenen) cello. Lotte Hellwig—Joslen, viool.
De zangeres Gisela Derpsch is in Duitschland bij
zonder bekend als vertolkster der liederen van Hans
Pfitzner, die met haar samen veel liederavonden
heeft gegeven.
De leider van het orkest studeerde aan het Con
servatorium te Keulen viool bij Bram Eldering en
voor dirigent bij Prof. Herman Abendroth. Erich
Kraack is ook leider van de Bachvereenigmg te
Keulen. Ook de viool-soliste Lotte Hellwig.Tosten
en ook andere leden van het ensemble, b.v. de alt
soliste, zijn uit de school van prof. Eldering.
Beatrice Reichert, de solo-celliste, komt uit
Weenen en was al eerder in Nederland, als soliste
en als lid van het „Wiener Weiss-Quartet", dat jaren
achtereen met zijn kwactètavonden in de grootere
plaatsen van ons land groot succes had.
Het Kölner Kammerorkest heeft zoojuist een
groote rondreis door Zuid-Oost-Europa achter zich
en zal begin November na enkele concerten in
Duitschland een tournée door Italië maken.
In Nederland zal dit orkest werken van Monte
verdi, Joh. Seb. Bach, Joh. Chr. Bach, Vivaldi,
Haydn, Brahms, Mozart en Tschaikowsky ten ge-
hoore brengen.
FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissements-Rechtbank te Haarlem
werden de volgende faillissementen uitgesproken
op Dinsdag 28 October 1940:
Jacob Kasteleyn, aannemer, wonende te Lisse,
Broekweg, Curator Mr. Dr. A. F. H. Schreurs te
Haarlem.
Jac. Spek, winkelier in zuivelproducten, wonen
de te Haarlemmermeer, Badhoevedorp, vroeger te
Amsterdam, 2e Tuindwarsstraat 5, Curator Mr. Dr.
F. A. Bijvoet te Haarlem.
G. van Berneveld, schilder, wonende te Heem
stede, Abr. Kuyperstraat no. 11, Curator Mr. H. E.
Prinsen Geerligs te Haarlem
ALLE-DAG-KERK.
Telkenjare werd door een avonddienst in de
Groote Kerk op 31 October de Kerkhervorming
herdacht.
Nu dit wegens de verduisteringsvoorschriften dit
jaar op die wijze niet mogelijk is. heeft het A. D. K.-
comité besloten op Donderdag 31 October des mid
dags in 't Koor der Groote Kerk een korten her
denkingsdienst te houden. Als spreker hoopt voor
te gaan Ds. W. Spliethoff, en mevrouw Rie Roos-
jenOtt hoopt eenige Hervormingsliederen te
zingen, met orgelbegeleiding door den heer W. H.
Biele.
In de cel stonden Ab en Dib luiste
rend bij de spleet. Afwisselend werd
hun hol verlicht door het dwalende
zoeklicht.
In een wip zat Ab op Dib's rug en
keek hij aandachtig door het gat naar
buiten. Toen ineens gaf hij een
schreeuw „Dib.Dib, ze komen
ze komen!"
Dib viel haast achterover van den
schrik.
„Wie komen er?" bromde hij bijna
nijdig, omdat hij niets kon zien.
„Nou, de mannen van kapitein
Flink, natuurlijk Kijk maar, daar heb
je een motorsloep, die recht hier op
aankomt."
met de bende. Hij onderbreekt zich en verheft
zijn stem.
Hei daar, willen jullie het schoonmaken tot
de middagvoorstelling laten duren. Opschieten of
ik schiet jullie de hakken onder je schoenen weg
Deze bedreiging schijnt een geweldige uitwerking
te hebben, want nu komt er een haastige bewe
ging onder de werklui. Een is er zelfs zoo ijverig,
dat hij over zijn eigen bezem valt, en in zijn val
trekt hij Bill Bing bijna mee. Deze zet hem han
dig op de beenen. Hola, dat ls een beetje al te
ijverig, zegt hij vriendelijk en kijkt in het bruin
gebrande warme gezicht met een slordige snor
Het eene oog van den man is met een zwarte
lap bedekt. Neem mij niet kwalijk. Boss mom
pelt de man.
Het een of ander aan dezen woesten kerel
schijnt Bill Bing te bevallen.
Hoe lang bent u al bij ons, boy?
Veertien dagen Boss, ik kwam in Chevenne
bij u, u hebt mij zelf uitgezocht.
Ja. ik herinner het mij. uw naam?
Mulder, Boss.
Buitengewoon interessante naam, grijnst
Bill, maar dan wordt hij weer ernstig. Het is
mij onverschillig, hoe u zich noemt, hoofdzaak is.
dat u een flinke vent bent Landgenoot?
Neen.
Idioot. Bill kijkt den man nijdig aan.
Waarom ben je niet in'je land gebleven?
Ik meen. dat dat mijn zaak is baas.
Hm, dat hangt zeker samen met het gordijn
voor je oog?
Mogelijk Boss, ik spreek er liever niet over.
Kan ik mij voorstellen. Al lang hier in het
land. Wat geweest?
Een heele tijd baas. Het laatste was ik bor-
denwasscher bij Mulligans in New York.
Bill Bing bekijkt den man geïnteresseerd.
Zoo, bordenwasscher bij Mulligans, zoo. zoo, bij
Mulligans, zoo zooPlotseling verandert zijn
stemming. Ga aan je werk, vooruit, vlug. Woe
dend draait hij zich om en laat den werkman vol
komen bevreemd achter.
O, mr. Bing, waarom schreeuwt u zoo tegen
den armen kerel, wat heeft hij gedaan? vraagt
een zachte meisjesstem aan woedenden Bill.
Gertrude Wenger ls met Higgens binnengeko-
Joh. J. van Schuijlenburg 80 jaar.
De heer Joh. J. van Schuijlenburg, Kloppersingel
109 te Haarlem, een bekend ingezetene, hoopt op
Maandag 4 November zijn 80sten verjaardag te
herdenken; hij is namelijk 4 November 1860 te
Deventer geboren, waar hij na zijn schooljaren in
de zaak van zijn vader behulpzaam was. Het was
toen al hard werken voor hem, want na afloop van
den arbeid ging hij daar naar de Burgeravondschool
waar hij behalve een diploma, o.a. ook een me
daille voor het maken van een ontwerp voor twee
Joh. J. van Schuijlenburg.
(Foto Bosman, Haarlem.)
kantoorgebouwen ontving; verder verwierf hij
prijzen voor handteekenen, boetseeren enz. Zelfs
gebruikte hij nachtelijke uren voor zijn verdere
ontwikkeling. En daar heeft hij veel plezier in
zijn verdere leven van gehad, vooral toen hij de
functie van inspecteur voor de volkshuisvesting
verwierf. Hij deed zich al spoedig kennen als
een groot bestrijder van de bedsteden; hij begreep
dat de menschen, wilden zij goed gezond blijven,
een betere huisvesting met s aapkamertjes moesten
hebben.
Op zijn 22ste jaar was de heer Van Schuijlenburg
reeds opzichter-teekenaar.
In 1883 wist zijn leermeester, ir. W. C. Metzelaar,
gemeente-architect te Deventer hem over te halen
mee te gaan in dienst van het departement van
Justitie. De her Van Schuijlenburg ging studeeren
aan de Technische Hoogeschool te Delft (vroeger-
heette die Polytechnische school). Door zijn avond
werk was hij in staat, voor zijn levensonderhoud
te zorgen en in de kosten van zijn studie te voor
zien. Hier werd o.a. ook Prof. E. Gugel zijn leer
meester, die zijn werk zeer waardeerde. Lang is
hij niet voor het departement van Justitie werk-
Zonder antwoord te geven liet Dib
zijn vriend Ab van zijn rug afglijden.
,Kom mee," zei hij kortaf. „Hier
zullen we wachten bij deze deur."
In gespannen aandacht stonden zij
daar. Toen hief Dib zijn vinger op en
fluisterde „Daardaar komen
zij."
Ja. Ab hoorde het ook. Nu peuter
den zij zeker met een sleutel aan het
slot. Ab kon wel juichen. Zij waren
bevrijd Kapitein Flink was daar met
zijn mannen!
men. De vroegere cowboy grijpt groetend naar
zijn hoed.
Morgen miss Wenger. het spijt mij. dat u het
gehoord hebt. maar het gaat dikwijls niet anders.
Het is een lastig volkje dat wij in elke stad als
hulpwerkmenschen aannemen. Het moet ruw
vangepakt worden, dat gaat nu eenmaal niet
anders.
Bill Bing heeft gelijk, mengt nu Higgens
zich in het gesprek. het gaat meestal niet op
een rustige, beleefde manier, ruw behoort bij
ruw. niet Bill Bing?
Niet iedereen kan zoo zacht en glad zijn. bromt
Bill Bing.
Gertrude ziet de booze blikken, die de mannen
wisselen. Zij vindt ruzie iets vreeselijks Ach.
alstublieft, laat u ons toch uw paarden zien. beste
mr. Bing? vleit zij.
Wilt u mij uw arm geven. mr. Higgens. het
is hier zoo nat.
Gekalmeerd gaan de beide mannen met haar
van box naar box. Nu en dan geven beiden uit
leggingen.
Ach, wat een prachtig paard, roept Gertrude
en staat voor een der boxen stil
Dit is van miss Keele. zegt Bill snel, de
schimmel in deze box trouwens ook.
Het schijnt Higgens niet aangenaam te zijn.
dat de cowboy zich zoo op den voorgrond stelt
Hij helpt Gertrude over een grooten plas.
Zullen we niet liever naar de olifantenstal-
len gaan. miss Wenger. het is hier zoo vreeselijk
nat, het kan niet goed voor uw schoentjes of voor
uw gezondheid zijn, stelt hij voor. Maar Gertrude
heeft hem al losgelaten en is over een plas heen-
gesprongen.
Look outenkele mannen hebben 't ge
roepen, een paar armen gooien eenige emmers
water en het ongeluk wil. dat dit net over Hig
gens' beenen gebeurt.
Ellendige lomperd, kun je niet uitkijken.
Higgens kijkt geërgerd naar den man met de
zwarte snor.
U stond net in den weg. sir. antwoordt de
man en kijkt minachtend met zijn eene oog naar
Higgens. Higgens wordt woedend. Je kunt
straks je geld en je papieren bij de directie komen
halen, roept hij nijdig.
zaam geweest. Zijn laatste en grootste werk was
het met ir. Metzelaar ontwerpen van de Straf
gevangenis en het Huis van Bewaring te Haar
lem; bij de uitvoering daarvan had Van Schuijlen
burg de hoofdleiding. Dit werk werd in 1901 vol
tooid.
Het in werking treden van de Woning- en
Gezondheidswet werd een tweede keerpunt in zijn
werkzaam leven. Op 1 Augustus 1902 trad hij in
functie als Inspecteur van de Volksgezondheid, meer
in het bijzonder belast met de zaken van de
Volkshuisvesting, voor de provincies Groningen
en Drente. Men kan zich tegenwoordig nauwelijks
meer voorstellen, hoe dat eerste werk van uit
voeren der Woningwet was. Wist de Inspecteur
den gang er niet in te brengen, dan kwam die er
zeker niet in. want in de kringen van plaatselijke
besturen en publiek was deze nieuwe wet verre
van populair. Het eerste werk was verkennen,
ontdekken en aanraking zoeken met autoriteiten
om sympathie te wekken.
De ontdekkingstochten leverden vaak verras
send bedroevende resultaten op. Van licht, lucht
en drinkwater bleek de volkshuisvesting gespeend,
Opruimen van onmenschelijke rommel en dien
vervangen door menschwaardige verblijven. Daarbij
het doel, dat de Inspectie moest bereiken. Daarbij
moest gewerkt worden voor uitbreidingsplannen
en behoorlijke bouwverordeningen, met toezicht
op de naleving.
Toen de woningnood zich al sterker deed gevoelen
en er onder hoogen druk gewerkt moest worden,
en later toen de premiebouw een onverwachte
vlucht nam, is er van de Inspectie veel gevor
derd. De spreekuren van Van Schuijlenburg geleken
op die van een wonderdokter; zestig bezoekers
was geen zeldzaamheid.
In 1898 kwam hij te Haarlem. Hier werd hij
hoofdopzichter van de Strafgevangenis. In Alk
maar was hij reeds bestuurslid van de Chr. School:
te Haarlem werd hij bestuurslid van de Groen van
Prinstererschool, eerst penningmeester en later vice-
voorzitter. Ook is hij twee maal ouderling van de
Ger. Kerk geweest. Den laatsten keer slechts ge
durende ongeveer een jaar; dat is nu ruim tien
jaar geleden.
Met de andere bestuursleden heeft de heei
Van Schuijlenburg geijverd*voor de totstandkoming
van de Dr. Bavinck- en de A. E. Mackayschool en
ook eenige kleuterscholen. Verder was hij be
stuurslid van „Rehoböth" (Vereeniging voor Ge
reformeerd voorbereidend L.O.) en commissaris der
Woningstichting „Patrimonium"
Wijlen Mr. L. Lietaert Peerbolte, directeur-
generaal van de Volksgezondheid, schreef in 1926
(toen de heer Van Schuijlenburg eervol ontslag
kreeg met dankbetuiging voor de bewezen diensten)
in het „Tijdschrift voor Volkshuisvesting en
stedenbouw" over hem ongeveer het volgende:
„Ik kan het beeld van Van Schuijlenburg. zooalj
ik dat in den loop der jaren heb leeren zien, niet
beter weergeven dan met deze woorden: eenvou
dige practische zin in dienst van een hart, dat
warm klopte voor de nooden der misdeelden: groote
nauwgezetheid genaard aan groote werkkracht
Groningen en Drente zijn voor hem de stille ge
tuigen en de hondprden, die uit de duisternis van
hokken zijn gekomen in het licht van een zonnige
woning, danken dat voor een groot, zeer groot
deel aan Van Schuijlenburg".
De man. die van zijn 14e tot zijn 66e jaar hard
gewerkt heeft en die ruim 40 jaar het openbaar
belang heeft gediend, zal a.s. Maandag wel on
dervinden. dat nog vele vrienden hem weten te
waardeeren.
Dienstbodenopleiding.
Driemaandeliiksche cursussen in het
Chr. Internaat.
In het Protestantsch Cbristeliik Tnterraat voor
opleiding van dienstmeisies te Haarlem is thans
weer een 3-maandelijksche cursus gaande, waarin
een groep van 40 meisjes is opgenomen Dit inter
naat gaat uit van de Centrale voor Werklozenzorg,
?esticht op initiatief van den Raad van Nederland
sche Kerken voor Practisch Christendom. De meis
jes komen uit vrijwel alle provincies van het land
en volgen het lesprogramma op de Prot Chr. Nij
verheidsschool en al het practische werk. dat daar
aan verbonden is met groote belangstelling en
ijver. Na afloop van den cursus, ongeveer half De
cember hopen zij allen een betrekking als dienst
meisje te vinden om haar eigen brood te kunnen
verdienen en al het geleerde in practijk te kunnen
brengen. In het internaat worden zoowel meisjes
voor dag-en-racht als dagmeisjes opgeleid.
Begin Januari 1941 wordt het internaat dan weer
opengesteld voor een nieuwe groep van 40 meisjes,
Meisjes, die aan dezen cursus willen declnemeo
moeten tusschen 16 en 24 jaar oud zijn. een goede
gezondheid hebben en ernstig van plan zijn na af
loop van den cursus het beroep van dienstmeisje
te kiezen. De opleidingsmaanden in het internaat
zijn een prachtige leerschool voor elk meisje, dat de
grondbeginselen van het huishoudelijk werk op alle
terreinen wil leeren kennen. Op het oogenbïik
wordt bijzondertFaa^dacht besteed aan het betrach
ten van zuinigheid.
Wie nadere inlichtingen wenscht en zich wil op
geven wende zich tot het Secretariaat van Vrouwen
Crisiszorg, Domplein 25 te Utrecht.
MARKT RODEGRAVEN,
(Dinsdag!.
Aangevoerd 161 partijen Goudsche kaas. totaal
7605 stuks, wegende 68445 kg Prijs met R.M. Ie
soort f 41.50. 2e soort f 40.50, zwaardere tot
f 41.50. Handel vlug.
1 De man staat zonder een woord stil.
Bill Bing blijft eveneens staan
Je blijft Muler. zegt hij. Hier in den stal
heb ik te zeggen en ook de Wengers, niemand
anders! Zijn oogen kijken uitdagend naar Hig
gens.
Deze trekt de wenkbrauwen op
Waarom zullen wij over zulke kleinigheden
krakeelen Bing? Mag miss Wenger beslissen of dit
individu kan blijven.
Dit alles is erg pijnlijk voor Gertrude. Maar het
pijnlijkste is. dat twee volwassen mannen haar
beslissing vragen. Ja. alstublieft, laat u hem
'iever blijven, zegt zij eindelijk aarzelend. Mis
schien is hij een arme man die dan niet weet
waar hij heen moet
Hiermede is de zaak beëindigd.
Bill Bing schijnt echter geen lust meer te heb
ben tot een verderen rondgang door zijn stal. Hij
keert zich zonder een woord om en begeeft zich
naar den kant van den stal waar een deur met
een gordijn er voor. toegang tot een kleedkamer
geeft. Er staan twee veldbedden, een tafel, twee
banken, een plank langs den muur en twee
lampjes zonder kap hangen aan de zoldering. Dii
stukje is Bill Bing's huis en tehuis.
Daar is Mulder heen gevlucht nu staat hij bij
de houten tafel en veegt broodkruimels weg. Bifi
Bing staat wijdbeens in de deur en bekijkt den
man.
In orde boy. wü blijven bij elkaar, al ben je
een blauwen Maandag in het circus. Houd je
maar aan den ouden Bill, daar doe je het beste
aan. Overigens, waar heb je tot nu toe geslapen?
Mulder trekt een schuldig gezicht.
Box zes, baas, bij ..Bombay", de anderen
hebben mij altijd weggedrukt
Bil] grijnst Prachtig bed voor zoo'n jongen
kerel vlak naast den ezelhengst ..Bombay"; in
het vervolg kun je hier slapen, ik heb nog een
kooi vrij sedert, hm. sedert Keijen er niet
it.eT is
Zondei ui-n dank /ar den ander af te waen
en draait hij zich om maar dan zegt hij over
zijn schouder:
(Wordt vervolgd)