rnrr^AzuN
Soact m Spel j
Theorie en practijk in de
voetbalrechtspraak
DONDERDAG 31 OCTOBER 1940
HAARLEM'S DAGBLAD
8
Jill»'» ««Illlifc
I.I.!.: ii:.s irr j, 11i iüüll^
Voetbal
Wat een goed scheidsrechter
wel en niet zal doen
Het begrip voor het feit, dat er tusschen de
theorie en de practische toepassing van het voetbal
reglement een groot verschil bestaat, maakt van
een gewoon scheidsrechter dikwijls een uitstekend
arbiter. De regels dient men als richtlijnen te
zien. Er zijn natuurlijk richtlijnen, die uitsluitend
zijn aangegeven om als grens of als beperking van
het geheel te dienen, zooals de duur van een wed
strijd, de afmetingen van het terrein en de doel
palen, de aftrap, het ingooien, het aantal spelers,
enz.
Maar zeer veel andere regels moeten uiterst
soepel worden toegepast, wil men het verloop van
de match en het logisch verband in het spel niet
nadeelig beïnvloeden.
Een goed scheidsrechter, d.w.z. een fluitist, die
het spel aanvoelt, de situaties overziet en uit er
varing weet te beoordeelen, welke overtredingen
naar de letter van het regelement hij niet moet
straffen en welke beslissingen naar den geest
daarvan aan bizondere omstandigheden moeten
worden aangepast, zal steeds voor een vlot verloop
van den strijd en voor het „onder appèl houden"
van de spelers kunnen zorg dragen. Het een hangt
met het andere ten nauwste samen; het be
straffen van futiliteiten in een belangrijken en
enerveerenden kamp werkt prikkelend op de spelers
die daar door uit hun concentratie en hun even
wicht worden gebracht.
Laat ons eens een greep doen uit de vele voor
beelden van „naar de letter" van het reglement,
te nemen beslissingen, die door het-publiek meestal
als juist worden gekwalificeerd, doch die dit in
feite niet zijn. Daar is dan allereerst de speler die zich
omdraait en daarbij den bal tegen zijn met 't lichaam
meezwaaienden arm of hand krijgt. „Hands", roepen
de toeschouwers en de tegenstanders appèlleeren,
waarop maar al te vaak het fluitje ten onrechte
klinkt.
Dan is er de speler, die „gehaakt" wordt; maar
desondanks in het bezit van den bal blijft. Gaat het
fluitje, dan wordt daardoor de overtredende partij
bevoordeeld. Een derde veel voorkomend geval,
heeft betrekking op den buitenspelregel; via den
linkervleugel belandt de bal bij den middenvoor,
die het net weet te vinden, op het moment, dat
de rechtsbuiten ergens bij de hoekvlag en der
halve niet hinderlijk buitenspel staat. Hoe dik
wijls wordt het geldige doelpunt dan toch geannu
leerd?
Tenslotte de in de hittte van den stijd begane,
niet moedwillige, overtreding, zooals een lichte duw
in den rug in den verst van het doel verwijderden
hoek van het strafschopgebied. Indien de arbiter
naar de letter van het reglement straft, dan geeft
hij een penalty, die de match beslissend kan be
ïnvloeden: straft hij naar de ernst van de overtre
ding en dus naar den geest van het reglement,
dan geeft hij den vrijen schbp op den rand van
het. beruchte gebied.
Een traditie werd deze week te Amsterdam hersteld, toen in „De Zon" een
collectie oude meesters geveild werd. Een Wilhelm Truebner komt onder den
hamer.
(Foto Pax Holland.)
Twee doelpunten bij
V.S.V.Xerxes.
Geldig of niet
Voor den scheidsrechter is het niet altijd gemak
kelijk in een bepaald geval een beslissirg te nemen.
Onze medewerker Criticus heeft in zijn beschou
wing over den wedstrijd V.S.V.Xerxes een der
gelijk geval naar voren gebracht. De bedoelde si
tuatie deed zich toevallig bij beide doelen voor en
beide malen was een goal het gevolg. Juist omdat
het resultaat van de match er dus niet door werd
beïnvloed, is het een goede gelegenheid om er hier
iets dieper op in te gaan.
Wij willen daarbij op den voorgrond stellen, dat
noch de spelers, noch de toeschouwers, noch wij
iets aan te merken hadden op de wijze, waarop Van
der Kuyl aan de eene zijde en kort daarop Kok aan
der1 anderen kant het doelpunt scoorde.
Men weet, dat het niet geoorloofd is, naar den bal
te trappen, die in het bezit van den doelverdedi-
ger is. Als de keeper het leer dus klemvast heeft
of met zijn lichaam op den bal ligt. mag hij niet
met den voet worden aangevallen. Dat alles is lo
gisch en volkomen juist. Maar hoe ging het nu Zon
dag jl. toe? De Xerxes-doelman stopte een zeer
hard schot van Sterk, kon echter .den bal niet in
zijn macht houden en het leder rolde langs de doel
lijn, alvorens de keeper, zich languit werpend, er
in slaagde, zijn linkerhard boven op den stillig-
eenden bal te leggen. Onmiddellijk liep Van der
Kuyl toe en trapte den bal in het net. Hetzelfde
gebeurde een kwartier later, toen Kok een fout
van Michel benutte.
Het wil ons voorkomen, dat men de theorie te
ver voert en de practijk geweld aandoet, indien
men zou verlangen, dat een aldus gescoord doel
punt ongeldig zou worden verklaard. Want waar
blijft dan de grens van het begrip klemvast hebben
of in het bezit van den bal zijn? Men kan toch on
mogelijk van den scheidsrechter vergen, dat hij
in dat onderdeel van een seconde constateert, of
de keeper zijn hand boven of op het leder heeft
of mogelijk er nog slechts naar grijpt. Te minder
logisch lijkt ons het betoog van den theoreticus
wanneer blijkt, dat het op bovenstaande wijze ge
scoorde doelpunt wel geldig zou zijn, als de kee
per zijn hand in plaats van op den bal, tegen of
achter het leder hield.
Zoo verder theoretiseerende, zou tenslotte een
fotografisch apparaat op de doellijn en een ver
grootglas voor den arbiter noodzakelijk zijn. De
bekende scheidsrechter Ch. Boeree, wien wij dit
geval voorlegden, was het volkomen met onze mee-
nling eens, zoodat Van der Kuyl en Kok zich kun
nen blijven verheugen, een geldig doelpunt te heb
ben gescoord.
GOEDE OEFEWEDSTRIJD VAN DE POLITIE.
Het Haarlemsche politie-voetbalelftal speelde
Woensdagmiddag een oefenwedstrijd tegen een
sterk elftal van de voetbalclub Haarlem. Nadat
Braafhart voor de politie een goed doelpunt had
gemaakt, kwam Haarlem onder leiding van Vree
ken los. Koning en Groeneveld brachten voor de
rust den stand op 21.
In de tweede helft werd doelman Vermeer danig
op de proef gesteld, maar hij wist voorloopig stand
te houden, tofilat Groeneveld er 31 van maakte.
Bij de twee volgende doelpunten van Kamminga en
Koning maakte Vermeer fouten. Braafhart zag nog
eenmaal kans om te scoren uit een corner van
Bultje. Even nadat Koning den stand op 62 had
gebracht, kwam het einde.
Handbal
HET PROGRAMMA VOOR ZONDAG.
In de eerste klasse hebben de damesploegen van
Rapiditas en Concordia beide een thuiswedstrijd
aan de van Oosten de Bruynstraat. De zwart-witte
dames kunnen het tegen Vriendschap ongetwijfeld
tot een overwinning brengen, hetgeen na de 10
nederlaag van Zondag j.L tegen A. D. A. ook nood
zakelijk is, willen zij tot de kopgroep blijven be-
hooren.
Coneordia krijgt in Simson een gelijkwaardige
tegenpartij en kan, mits de rood-witten nu eens
voltallig verschijnen, een overwinning behalen.
Ook de Rapiditas-heeren zullen na hun fraaie
overwinning op D. O. S. wel kans zien Vriendschap
met een nederlaag naar huis te sturen, waardoor
de zwart-witten hun positie op de ranglijst zeer
zouden verbeteren.
In de tweede klasse belooft de dames wedstrijd
B. G. V.O. S. S. zeer spannend te worden en een
uitslag valt hier moeilijk te voorspellen.
De S. S. H.-dames en -heeren krijgen Vooruit
op bezoek, waartegen zij het waarsohynlijk nog wel
niet tot een overwinning zullen kunnen brengen
De Rapiditas-reserves ontvangen Vriendschap II
en het zou ons verwonderen, wanneer de thuis
club twee punten niet in Haarlem zou weten te
houden.
De Zandvoortsohe heeren gaan in Aalsmeer tegen
Olympia II een zwaren wedstrijd tegemoet, doch
gezien de verrichtingen van O. S. S. gedurende de
laatste twee weken, achten wij een overwinning
niet uitgesloten.
Concordia II is tegen Aalsmeer II tot een over
winning in staat, al zal de nog jonge Concordia-
voorhoede het tegen de stugge Aalsmeer-verdedi-
ging niet gemakkelijk krijgen.
vastgesteld:
le klasse Dames:
RapiditaisVri endschap
11.15
uur
ConcordiaSimson
2.30
uur
TurnoA. D. A.
11.30
uur
ZeeburgNiloc
2.30
uur
le klasse Heeren:
RapiditasVriendschap
10
uur
AalsmeerD. O. S.
10.45
uur
OlympiaV ooruit
10.45
uur
Kr. en Vlugh.—A. H. C.
11.45
uur
NilocLijnden
2
uur
2e klasse Dames:
B. G. V.—O. S. S.
2.30
uur
S. S. H.Vooruit
10
uur
Rapiditas IIVriendschap II
9.15
uur
2e klasse Heeren:
S. S. H.—Vooruit II
11.15
uur
Olympia IIO. S. S.
9.30
urn-
Concordia IIAalsmeer II
3.30
uur
(Adv. Ingez. Med.)
Boksen
Boksclub „De Ring" heeft nieuw
oefenlokaal.
Sedert we vorige week over de boksclub „De
Ring" en haar uitstekend geoutilleerde trainings
lokaal aan den Burgwal schreven, kwam ons ter
oore, dat deze oefengelegenheid niet meer beschik
baar is. Het bestuur is er echter in geslaagd te be
reiken, dat voortaan in de bovenzaal van Stoop's
Bad te Overveen de oefeningen kunnen worden
gehouden. Derhalve een geluk bij een ongeluk!
CONFERENTIE OVER HET KATHOLICISME
Te beginnen met a.s. Zondag, 3 November, zul
len er in de Kathedrale Kerk aan de Leidschevaart
op zes achtereenvolgende Zondagmiddagen confe
renties worden gehouden over het katholicisme. Als
conferencier zal optreden de professor in de Wijs
begeerte aan het Philosophicum van Warmond P.
Heskes, die juist een dezer dagen benoemd werd
tot rector der Mariastichting te Haarlem. Zoowel
katholieken als niet-katholieken worden tot het bij
wonen van deze causeries uitgenoodigd. Zij begin
nen om drie uur.
HAARLEMSCH CABARET- EN REVl'E-
GEZELSCHAP.
Zondag 3 November a.s. zal door het Haarlemsch
Cabaret- en Revuegezelschap in het gebouw „St.
Bavo" de eerste opvoering plaats vinden van de
Cabaret-Revue „Met volle zeilen.... vooruit!", sa
mengesteld door Martin van Delden. Medewerkers
zijn o.a.: Lou Marti, Jan van Tongeren, Peddy
Stone, Eva de Lange, Nellie v. d. Veldt, „The two
Paris-sisters", Frans Eykhof, „The Korslev-Acro-
baten" enz.
Het muzikale gedeelte wordt verzorgd door „The
Marinucci's".
De voorstelling begint om 3 uur.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Inlichtingen aan het Bureau van Politie, Smede-
straat te Haarlem, uitsluitend tusschen 11 en 13 u.
Boodschappenboekje, Hoogeboom, Kamperstraat
50: broche. Belastingkantoor, Klein Heiligland 84;
idem, idem, idem: distributiebonnen, de Boer. Pre
sident Steijnstraat 71; boek. Bureau van Politie,
Smedestraat: broek m. sloof. J. Siebelï-g, Vaart
straat 7 zw., doos m. i„ Schaap. Ben Viljoenstraat
46: horloge. Prins, v. Zeggelenstraat 25; horloge,
Oomen, Nieuwe Gracht 9: regenjas, B. J. Banhorn,
Begijnesteeg 1; winterjas, Schoorl, Anthoniestraat
1; portemonnaie m. i., M. Bosch, van Loostraat 14;
portemonnaie, W. Lammers, Rijksstraatweg 485;
passer, Lebbirg, Croessenstraat 32 te Overveen;
portemonnaie, N. v. Geijtenbeek, Lange Annastraat
33; ring, Rozenhart, Leidschevaart 568; rijwielbe-
lastingmerk, de Graaf, Zijlweg 46 rood; rijwielbe-
lastingmerk, Kraak, Potgieterstraat 36; schortje, v.
d. Broek, Karolingenstraat 27; zak m. i., de Mooy,
Burgwal 55.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO
CENTRALE OP VRIJDAG 1 NOVEMBER
Progr. 1: Jaarsveld. Na sluiting der zenders
gramofoonplatenconcert voor de Radio Centra
les tot 11.00 uur.
Progr. 2: Kootwijk. Idem.
Progr. 3: Duitsch station.
Progr. 5: Idem.
7.008.00 Eigen gramofoonplatenconcert. 7.30
Distr ibutiepraa t j e.
.Muzikale Beroepen". 1. Tiroler Holzhacker-
buab'n, Acc. Melodiker; 2. Mannequin's Parade,
L. P. A. Band; 3. Pullman Porter Sam, Krakajax;
4. Een goeie zeeman, Bob Scholte; 5. Beim Dorfs-
barbier, Jean Steurs; 6. De Olieman, Louis Davids;
7. Umbrella Man, Organ, danceband, me; 8. The
Gondoliers, Reginald Dixon; 9. Fragm. uit Der
Vogelhandler, Sol., Koor en Orkest; 10. Ouv. Dich
ter und Bauer, Berl. Philharmoniker; 11. Aufzug
der Stadtwache, Ens. Pierre Palla; 12. In a clock-
maker's shop, Black Diamonds Band; 13. Die
Schmiede im Walde, Dajos Bela; 14. Lied v. d.
slangenbezweerder, Johnny and Jones; 15. Choir
Boy, Joe Petersen; 16. Der Barbier von Bagdad, H.
E. Qroh; 17. A sailor's adventures, Int. Nov. Orch.
BAAS BOVEN BAAS.
Jack Dickson was slim, de „verdedigingsclub"
was slimmer, maar
't Gebeurde in Amerika, waar zoals je weet erg
veel milionnairs en nog veel meer bedriegelijke
rovers en misdadigers zijn. Minstens tweemaal op
een dag gebeurt het daar. dat een bank springt,
niet met een harde knal, maar heel stilletjes. Dan
is de directeur er met de kas van door en de men
sen kunnen naar hun geld fluiten. Ze hebben
eenvoudig niets meer, behalve het nakijken.
Nu dan: in Amerika, ik geloof, dat 't in Chicago
was. gebeurde 't eens, dai een bankdirecteur stil
letjes een millioen dollar uit de kas had ontvreemd,
zooals dat met een fatsoenlijk woord heet. Kalmpjes
nam hij een spoorkaartje voor de nachttrein naar
New York en reisde lachend de wijde wereld in.
Maar nauwelijks had hij de slaapwagen betreden,
of hij kreeg al „nieuws van huis".
Dat ging zo: „Hebt u nog een bed vrij?", vroeg
Jack Dickson aan den conducteur van de slaap
wagen. De conducteur knikte. Dickson trad binnen,
greep een stuk zeep om z'n handen te wassen,
enschrok zich een ongeluk! Vlak boven de
handdoek was een lat aangebracht waarop in
blauwe letters de woorden stonden: „Was uw
handen niet in onschuld. Men is u op 't spoor!"
Dodelijk verschrikt wierp de bankdirecteur zich
met drijfnatte handen op z'n bed. En.... op zijn
hoofdkussen was een papier geprikt, met de woor
den: „Zouden uw klanten, wier geld u hebt ge
stolen, nu ook zo rustig kunnen slapen?"
En toen hij doodsbleek van z'n bed overeind vloog
en de dekens wegrukte, voelde hij onder het laken
inplaats van een matras een harde plank. Daarop
stond geschreven: „In de gevangenis ligt u nog veel
harder!"
Je begrijpt, dat Jack Dickson de volgende morgen
meer dood dan levend uit de slaapwagen te voor
schijn kwam.
De kellner overhandigde hem de spijskaart. Met
rode inkt stond dwars over de gerechten geschre
ven: „Keer berouwvol naar Chicago terug. U
bent ontdekt en uw spoor wordt gevolgd".
Jack Dickson bestelde een kop koffie en dronk
hem bevend en rillend uit. Enop de bodem
van de kop las hij: „Uw signalement is naar alle
stations geseind".
De bankdirecteur sprong zonder verder te eten
of te drinken op, en vroeg de rekening. Onder het
bedrag stond een stempel waarop hij las: „Zo ver
kwist u het geld van andere mensen!"
Nog steeds bevend over al zijn leden kwam Dick
son in de coupé terug en de trein stopte. Om die
ellendige gedachten te verzetten kocht hij een
boek. Maar nauwelijks had hij 't opgeslagen of er
viel een rood strookje uit met de woorden: „Leest
u liever het wetboek van strafrecht".
En toen de conducteur de coupé binnenkwam
om de kaartjes te controleren, las Jack Dickson
op de achterkant van zijn kaartje de waarschuwing:
„Keer terug! U moet het zelf weten. Aan 't volgende
station wacht u reeds de politie!"
De bankdirecteur sprong de trein uit en vluchtte
een bos in. Voor de ingang van het bos stond een
bord, waaarop met reusachtige letters: „De politie
zal u ook hier wel vinden!"
In zijn wanhoop vluchtte Jack Dickson een
boom in. Maar zelfs in de hoogste top hing nog
een bordje: Klauter maar gerust omhoog! De tak
ken zijn sterk. Weldra wordt u eraan opgehan
gen."
Toen hij dat zag liet Jack Dickson zich met
een plof uit de boom vallen, holde veertien dagen
en veertien nachten door tot hij in Chicago was,
legde het gestolen millioen weer in de kas en ging
aan zijn bureau zitten of er niets gebeurd was.
Een paar weken later had de eerste algemene
vergadering plaats van een gloednieuwe maatschap
pij met een zonderlinge naam, de „verdedigings
club".
Toen alle leden op him plaatsen zaten, nam
de voorzitter het woord en sprak: „Waarde mede
leden van de verdedigingsclub, reeds na de eerste
maanden van zijn bestaan heeft onze maatschappij
een groot succes geboekt. Sedert vier weken zijn in
Chicago geen gevallen van verduistering meer voor
gekomen en geen enkele bankdirecteur is er met
de kas van door gegaan.
We hebben dit succes te danken aan ons geëerd
medelid den heer Bob Williams, die het geniale
idee heeft gehad, met toestemming van de spoor
wegen overal kleine waarschuwingsbordjes, pa
piertjes en opschriften te laten aanbrengen, die de
boeven zo zenuwachtig hebben gemaakt, dat het
gesteel en geroof van onze gelden nu wel voor
goed uit zal zijn. We kunnen nu voortaan weer
rustig ons geld aan de banken toevertrouwen.
En mag ik nu den heer Bob Williams verzoeken,
verantwoording af te leggen over de som van 1
millioen dollar, die hij voor de onkosten heeft ge
bruikt?"
Er kwam echter geen antwoord. De heer Bob
Williams was afwezig en op zijn plaats stond de
kas van de club.
De kas was leeg. Op de bodem lag een briefje,
waarop stond: „Een uitzondering bevestigt de
regel. Dit millioen heb ik meegenomen!"
DE AANHOUDER WINT.
Broertje (die al een uur in z'n bedje ligt en
niet slapen kan): „Moeder, moeder!"
Moeder: „Nu moet je stil zijn, hoor!"
Broertje: „Ja maar, ik heb zo'n dorst".
Moeder: „Je hebt al zo veel gedronken, nu moet
je gaan slapen"
Broertje: ..Hè, lieve Moeder, brengt u me eerst
nog een beetje water".
Moeder: „Nee. nee. nee. Als je nu niet stil bent,
kom ik met de mattenklopper hoor!'
Broertje: „Och, als u dan tóch komt, brengt u
dan een beetje water mee?"
EIGENAARDIGHEDEN VAN GROTE
MANNEN.
Men zegt wel eens, dat niemand groot is in de
ogen van zijn kamerdienaar. Nu, dit kan ik me
best indenken: immers de mensen, die 't dichtst
bij ons leven zien het best onze kleine tekort
komingen en zo gaat het met grote mannen
natuurlijk ook. Wil ik je eens enkele eigenaardig
heden van grote mannen vertellen? Luister dan
maar:
Keizer Augustus was vreselijk bang voor on
weer. Als er zwaar weer kwam opzetten, vluchtte
hij onmiddellijk naar de diepste kelder van zijn
paleis en wikkelde zijn hoofd in een deken om
maar niets te horen.
De grote humanist Desiderius Erasmus kreeg
koude rillingen, als hij een vis zag.
Frederik de Grote had een afschuw van nieuwe
uniformen en andere kledingstukken. Als hij voor
't eerst een nieuwe wapenrok moest aantrekken,
viel hij bijna flauw van ellende.
De componist Mozart liep hard weg als hij een
trompet of een hoorn hoorde weerklinken.
Carlysle, de Engelse filosoof, heeft van zijn prille
jeugd tot zijn dood nooit een voet in een winkel
durven zetten.
Guy de Maupassant, een bekend Frans schrijver,
had een vreselijke angst voor open deuren.
Als Napoleon diep in gedachten verzonken was,
sneed hij met zijn zakmes de armleuningen van
zijn stoel kapot.
De dichter Lenau kon alleen maar werken als
hij zó hevig met z'n ene been slingerde, dat de
houten vloer tenslotte helemaal was uit gehold.
Milton, de blinde dichter, verborg zijn hoofd in
een kussen, anders kan hij niets goeds bedenken.
EVENTJES NADENKEN!
Wie wandelt het vlugste?
Een vraag: als je in een rijdende trein gaat lopen,
verplaats je je dan sneller dan de trein zelf?
Denk hier eens goed over na en kijk dan naar
't antwoord, dat hieronder volgt:
Als je loopt in de richting, die de trein volgt,
luidt het antwoord: ja. Als je echter in tegenge
stelde richting loopt, verplaats je je langzamer dan
de trein zelf.
Ik zal je dit ook bewijzen. Stel je eens voor, dat
twee mensen, A. en B. tegenlijk in de trein stappen,
in de laatste coupé. Nu vertrekt de trein; A. blijft
zitten waar hij zat, maar B. wandelt de hele trein
door tot de voorste coupé toe. De trein stopt en
beide stappen uit. B. is nu veel meer naar voren
op het perron dan A. Hy heeft dus precies zoveel
meter méér afgelegd dan de trein lang is.
Ik ga je nu nóg meer vertellen: De aarde ver
plaatst zich ook, en als de trein rijdt in dezelfde
richting als de draaiing der aarde, dan beweegt
de trein zich dus sneller door de wereldruimte dan
de aarde zelf.
Als jij nu door de trein wandelt van de laatste
tot de eerste coupé, verplaats je je sneller dan de
trein èn sneller dan de aarde.
En als er, gedurende je wandeling, een vlieg op
je gezicht komt zitten en die wandelt in dezelfde
richting van je oor tot je neus, dan verplaatst zij
zich het snelst van allemaal ten opzichte van de
wereldruimte. Zij wandelt mee met de aarde, met
de trein met jou, en dan nog een eindje op eigen
houtje!
Leuk idee hè?
DE HAMSTERAAR EN DE KAASJES.
Mijnheer Ludovicus is een rashamsteraar. Toen
we nog geen distributie hadden liep hij de hele
dag te slepen met een reus van een boodschappen
tas.
En wie zal zegggen wat hij allemaal op zijn
zolder en in zijn kelder heeft? Nou ja, dat is nog
het ergste niet. Veel erger, ja ergerlijker is, dat
mijnheer Ludovicus zelfs nu nog probeert te
hamsteren. Als je goed oplet, kun je hem in alle
grote comestibleszaken zien opduiken. Hij vraagt
dan eerst niets, maar sluipt om alle wachtende men
sen heen om alle vakken af te speuren en als de
mensen uit de winkel zijn vraagt hij fluisterend:
„Zeg, heb je niet wat goeds voor mij? Een ham
metje zonder bon, een stuk spek of zoiets?"
Maar het antwoord is onveranderlijk hetzelfde:
„Alléén op bon zoveel, mijnheer Ludovicus, en dat
weet u zo langzamerhand wel!"
Sobs zucht mijnheer Ludovicus hoorbaar en
jammert: „Maar is er dan niets meer zonder
bon?"
„O ja, mijnheer! kaas (1 pond), mar dat hebt
u vanmorgen al gehad, koek, bruine bonen...."
Mijnheer Ludovicus echter begint nog zwaarder
te zuchten. Dat wéét hij allemaal wel, maar wat
hij bedoelt met „iets lekkers voor mij" is: een har
tigheid je, maar dan zonder bon. Want al zijn bonnen
zijn natuurlijk al lag in hartigheidjes omgezet!
Eens op een dag was mijnheer Ludovicus bij een
melkhandel en hij meende daar een reuze slag te
slaan. Voor het raam stonden drie prachtige, kogel
ronde Edammertjes, met vuurrode korst.
Mijnheer Ludovicus watertandde en hij fluisterde
tegen den melkslijter: „Zeg eens, wat moet u heb
ben voor die drie kaasjes? Zeg het maar, ik koop
ze onmiddellijk, wat ze ook kosten! Die zijn toch
zeker zonder bon?"
„Ja, mijnheer, zonder bon, maar....
„Wat maar? Als ik ze nu dubbel betaal! Nou
mag ik ze meenemen?"
„Als u er bepaald op staat!, zei de man en er
speelde een bijna onmerkbaar glimlachje om zijn
mond, „nu dan
En mijnheer CUdovicus nam de drie vette, glim
mende kaasjes mee naar huis. De melkslijter vroeg
zich af hoe lang het nu wel zou duren voor hij den
hamsteraar terug zag.
Het duurde precies tien minuten. Toen stond
mijnheer Ludovicus weer in de winkel, ziedend
van woede. Hij schold den baas uit voor alles wat
lelijk was en de kaasjes keilde hij alle drie achter
elkaar over de grond.
't Klonk dof. Ze warenvan hout!
Eigen schuld mijnheer Ludovicus. Geen behoor
lijk mens zal medelijden met hem hebben, want hij
probeert elke dag zijn land te benadelen en dat is
het ergste wat je doen kunt.
IK WEET WAT LEUKS!
Er was eens een boerenknecht, die door zyn baas
werd uitgestuurd om appels te plukken "in een
boomgaard, aan de overkant van een sloot. Hij
moest binnen een half uur terug zijn, maar
de dichtst bijliggende brug was een half uur
lopen.
Wat moest hij doen? Weten jullie het niet?
Luister dan: Hij maakte een plan en liet dat in
duigen vallen. Toen zocht hij spijkers op laag water
en met die spijkers timmerde hij de duigen aan
elkaar tot een bruggetje. Vervolgens legde hij het
bruggetje over de rivier en liep eroverheen.
Maar toen hij in de boomgaard kwam, had hij
nog geen ladder om bij de bomen te klimmen.
Toen lachte hij zich een aap en die stuurde hij de
bomen in om appels te plukken.
Zoo vervulde de slimme knecht zijn opdracht!
POSTZECELRUBRIEK
AANVULLING III. ITALIë.
Bij de 2000ste herdenking van de geboortedag
van den dichter Horatius in 1936 verscheen een
serie zegels, welke afbeeldingen dragen die be
trekking hebben op enkele van zijn bekende ge
dichten en ook van het Kapitool te Rome uit zijn
tijd.
Op de eerste twee zegels staan schapen onder
een vruchtboom en een bloeiende boom in de
weide, voorstellend de vruchtbaarheid en lente.
Op alle zegels staat:
BIMILLENARIO ORAZIANO
S I N
(is Dantevereeniging)
De waarden zijn 10 ct. (groen) 20 ct. (karmijn)
30 ct. (d. bruin) 50 ct. (violet) 75 ct. (karmijn)
1 L. 25 en 1 L. (blauw) 1.75 L. en 1 L. (karmijn)
2.50 L. en 1 L. (blauwgrijs) Groote 45 x 28 mm.
Voor dit doel verschenen ook nog vliegzegels
met afbeeldingen van .vliegtuigen boven land
schappen en dezelfde onderschriften als de vo
rige serie. De waarden zijn 25 ct. (groen) 50 ct.
(d. bruin) 60 ct. (karmijn) 1 en 1 L. (violet) 5 en
2 L. (blauwgrijs). Grootte 45 x 28 mm. Zie voor
de plaatsing der zegels onderstaand schetsje.
1936 2000 j. HORATIUS.
30
50
1.75
1 L.
1 L 25
2.50 L.
75
1 L.
1 L.
Rustenburgerlaan 29.