RENNIE as
Melkvoorziening kent vele problemen
Over de samenvoeging van
Heemstede en Bennebroek.
FLITSEN
11
fl
1 i M
Vooral in het Westen des lands
MAANDAG 4 NOVEMBER '1940
HXÏR'EE M'S D A 0BEAD'
3
Het afwijzende praeadvies
van B. en W. van Heemstede.
Wat zal de raad doen?
Wij hebben cenige dagen geleden reeds medege
deeld hoe men in gemeentekringen te Heemstede
denkt over de plannen tot samenvoering van de
gemeenten Heemstede en Bennebroek.
A.s. Donderdag komt de gemeenteraad van
Heemstede bijeen om zich over deze aangelegen
heid uit te spreken.
B. en W. hebben een nota aan de leden van den
raad gezonden waarin het college verklaart, dat
het in de voorgestelde samenvoeging geen enkel nut
ziet, evenmin een algemeen belang.
B. en W. schrijven o.a.:
„Onze gemeente bevindt zich in een uitzonderlijke
positie. Zij gééft woonplaats aan velen, die hun
werkkring elders hebben, en aan velen, die hun
laatste levensjaren in een rustige omgeving willen
slijten. Aan onze gemeente is de taak opgelegd om
in het algemeen belang te voorzien in een goede
woongelegenheid voor hen, die na drukken werk
tijd rust behoeven.
Ongetwijfeld eischt dit gemeentebeheer belang
rijke offers om aan de behoeften van deze bewo
ners te voldoen, zooals onderhoud van het wandel
bosch, aanleg en onderhoud van plantsoenen, ruime
wegenaanleg, onderwijs enz-, enz. Mede door goede
samenwerking met Haarlem is Heemstede er in
geslaagd dit doel te bereiken. Ontegenzeggelijk is
het gemeentebeheer van Bennebroek (een meer
landelijke gemeente) qp gansch andere leest ge
schoeid, en zou samenvoeging van die gemeente
met Heemstede daaraan een volkomen ander ka
rakter geven met daaraan verbonden onvermijde
lijke kosten. Zoodra de samenvoeging tot stand
zou komen, zou een grooter grondgebied dezelfde
verzorging verlangen. De aandrang van de ingeze
tenen van het toegevoegde gebied zou onvermijde
lijk daartoe leiden, hoewel de behoefte daaraan
vooralsnog niet bestaat.
Nog nimmer is aangetoond, dat dit soort van sa
menvoegingen van gemeenten in het belang is ge
weest van de ingezetenen van de samengevoegde
gemeenten, terwijl in het algemeen te beheerskos
ten na de samenvoeging in belangrijke mate zijn
gestegen. Wij kunnen dan ook geen enkel belang
zien in de samenvoeging van deze beide gemeen
ten, daar zoowel Bennebroek als Heemstede in alle
opzichten zelfstandig of door samenwerking voldoen
aan de behoeften der ingezetenen.
Wij hebben ervaren dat de overgang van een
plattelandsgemeente tot een forensengemeente zoo
belangrijk ingrijpt in de positie van de oorspronke
lijke bevolking, dat wij er voor terugschrikken om
de aan ons voorgelegde plannen te steunen. Het is
ons n.l. bij den groei onzer eigen gemeente gebleken
dat de huren enorm zijn gestegen, dat dp werkge
legenheid afnam, omdat cultuurgrond bouwterrein
werd, dat de eerste levensbehoeften in prijs stegen,
terwijl daarentegen de loonen, speciaal in de bloem
bollenteelt zeer laag bleven, zoodat de oorspronke
lijke bewoners van de verandering 'in den aard dei-
gemeente niets dan last hebben ondervonden. Wij
vreezen dan ook dat de samenvoeging door de be
woners van de plattelandsgemeente Bennebroek in
afzienbaren tijd diep zal worden betreurd.
Ten aanzien van Heemstede hebben wij de vrees
reeds uitgesproken, dat de algemeene lasten niet
onbelangrijk zullen stijgen. Van het standpunt van
beide gemeenten bezien, komt het ons niet gewensch
voor om de voorgestelde samenvoeging aan te be
velen. Wij achten deze eerder verderfelijk.
De financieele commissie uit den raad kan zich
in meerderheid met het standpunt van B. en W.
vereenigen.
WELKE BESLISSING ZAL DE
RAAD NEMEN?
Een onzer correspondenten te Heemstede schrijft:
Zal de Raad zich met het prae-advies van B. en
W. vereenigen?
Uit informaties uit raadskringen blijkt ons, dat
dit wèl waarschijnlijk doch nog geenszins zeker is.
Zooals B. en W. mededeelen kan de meerderheid
van de Financiëele Commissie zich met dat advies
vereenigen. Met andere raadscommissies is blijk
baar geen overleg gepleegd.
Wij vernemen verder, dat de meerderheid van
de Financiëele Commissie, dich zich met het stand
punt van B. en W. accoord heeft verklaard, een
zoogenaamd „kleinst-mogelijke" meerderheid is, dat
wil zeggen dat zij bestaat uit drie tegen twee. En
daar de voorzitter van de commissie de wethouder
van financiën is, van wien natuurlijk kan worden
aangenomen dat hij het standpunt van B. en W.
deelt, moeten er onder de vier raadsleden twee
voor- en twee tegenstanders van de samenvoeging
zijn. Afgaande op deze verhouding is het dus nog
onzeker hoe de gemeenteraad zal adviseeren.
Verschillende raadsleden achten het uitgangspunt
van den Secretaris-Generaal, dat door samenvoe
ging van gemeenten levenskrachtiger eenheden ge
vormd kunnen worden, een gezond principe. Som
migen achten dit van zooveel belang dat zij alleen
reeds daarom zich ook voor de samenvoeging van
Heemstede en Bennebroek zullen uitspreken. Maar
andere raadsleden, die de juistheid van dit prin
cipe in het algemeen wel onderschrijven, meenen
eerder een verzwakking dan een versterking tot
stand gebracht zal worden.
Den door B. en W. in het prae-advies ontwikkelden
gedachtengang achten zij volkomen juist en ook zij
blijken overtuigd, dat de kosten van het bestuurs
apparaat door deze samenvoeging sterk zouden
stijgen inplaats van te dalen, wat toch het uitgangs
punt van den Secretaris-Generaal is geweest. In
het algemeen trouwens blijkt men in raadskringen
van oordeel te zfin, dat een samenvoeging van
Heemstede en Bennebroek niet past in het kader
van de vele andere samenvoegingen die men voor
Noord-Holland en later ook voor andere provincies
voornemens is' door te voeren. In de missive van
den Secretaris-Generaal wordt immers gesproken
over het combineeren van noodlijdende of steun
behoevende gemeenten met andere, die financiëel
sterker zijn. Tot deze laatste kan men Heemstede
rekenen, maar de rangschikking van Bennebroek
onder de noodlijdende of steunbehoevende gemeen
ten acht men geheel onjuist.
De Bennebróeker gemeentebegrooting sluit over
het loopende jaar met een batig saldo niettegen
staande uit het werkloosheids-subsidiefonds niet
meer dan twaalfhonderd gulden wordt ontvangen.
In gemeente- en werkloosheids-subsidiefonds teza
men droeg de Bennebróeker bevolking over het
laatste jaar, waarvan de gegevens bekend zijn,
36.000 méér bij, dan uit deze beide fondsen aan de
gemeente werd uitgekeerd. Dat wil zeggen dat
Bennebroek via'deze fondsen met een bedrag van
ongeveer 12 per hoofd bijdroeg aan de huishou
ding van gemeenten, die inderdaad financiëel zwak
zijn. Hier blijkt wel uit, dat Bennebroek niet in één
adem met noodlijdende gemeenten genoemd mag
worden en dat het geen plaats is, die het thans of
in de naaste toekomst noodig zal hebben om door
een „rijkere" gemeente onder haar hoede genomen
te worden.
Het eenige lichtpunt, dat men in een samenvoe
ging blijkt te zien, is de uitbreiding van Heemstede
met een landelijk deel, en enkele raadsleden ach
ten dit van grrot belang voor de ontwikkeling van
Heemstede als forensenplaats. Ook op de zienswijze
van één-of meer leden van de Financiëele Commis
sie moet déze overweging van invloed zijn geweest.
Van andere zijde wordt deze opvatting nogal „spe
culatief" gevonden, en het valt niet te ontkennen,
dat er voorloopig van een sterke toeneming van het
aantal forensen wel niet veel zal komen. In ieder
geval zou deze toeneming toch veel te laat komen
om een onmiddellijk uit de samenvoeging dreigende
belastingverhooging overbodig te kunnen maken.
Tenslotte vernemen wij nog, dat in de Financiëele
Commissie door één van de voorstanders der sa
menvoeging het voorbehoud is gemaakt, dat deze
maatregel ook de instemming van Bennebroek zou
behoeven, daar hij een annexatie tegen den zin der
kleinste gemeente ongewenscht acht.
OOK B. EN W. VAN BENNEBROEK
ADVISEEREN AFWIJZEND.
Naar ons bij informatie te Bennebroek bleek
staan B. en W. van die gemeente afwijzend tegen
over een vereeniging van Heemstede en Benne
broek.
Bennebroek, zoo zeggen B. en W„ heeft nooit
eenigen steun van het Rijk noodig gehad; de ge-
meentefinanciën zijn zeer gezond, de begrooting
kon en kan steeds sluitend gemaakt worden. De
bevolkingsaanwas is zeer normaal, er bestaat veel
trek naar Bennebroek, dat een gezond dorp is met
een eigen leven en in geen enkel opzicht behoefte
heeft aan samensmelting met een andere ge
meente.
Wel wordt gezegd, dat een vereeniging met Heem
stede lagere belastingen ten gevolge zal hebben,
maar daartegenover zullen weer hoogere huren en
hoogere tarieven voor electriciteit staan, zoo oor-
deelen B. en W. van Bennebroek.
Dinsdag 12 November a.s. zullen in een zitting
van den Raad van Bennebroek de plannen tot ver
eeniging van Bennebroek en Heemstede besproken
worden.
KLAGENDE
MAGEN
met brandende pijnen van overtollig maag
zuur na iederen maaltijd, hebben aan Rennie
een weldadig en dadelijk verzachtend middel.
Rennies zijn smakelijk, gemakkelijk in te
nemen en ze helpen dadelijk.
1.27 en 0.41. incl. verh. O.B., bij alle Apoth. en Drog.
(Adv. Ingez. Med.)
Coornliert-herdenking te Gouda.
GOUDA. 2 Nov. De leden van de maatschap
pij der Nederlandsche Letterkunde hebben Za
terdagmiddag deelgenomen aan een Coornhert-
herdenking in de Sint Janskerk te Gouda. Het
was een bedevaart naar het graf van Coornhert,
den grooten 16e-eeuwschen denker, aan welke
bedevaart deelnamen de leden van het Coorn-
hert-coipité, de hoogleeraren en de gemeentelijke
autoriteiten.
Zij namen plaats in het koor der kerk voor de
eenvoudige zerk, waarin het bekende grafschrift
van Coornhert's vriend Spieghel is gebeiteld.
Het graf was sober versierd.
Op deze plaats droeg mej. Waldie van Eek
eenige verzen van Coornhert voor. Met groote
aandacht werd het voorgedragene aangehoord.
Vervolgens sprak prof. dr. C. G. N. de Vooys.
Na deze herdenking begaven allen zich naar de
Oosthaven 51. waar in het huis, thans eigendom
en bewoond door den waarnemend burgemeester
mr. H. P. C. M. de Witt Wijnen, de door den
beeldhouwer Theo van Reyn te Haarlem naar de
gravure van Goltzius, den vriend van Coornhert,
ontworpen en in zandsteen uitgevoerde gedenk
steen ter blijvende herinnering aan Coornhert's
leven en werken, is geplaatst.
Na een kort woord van den voorzitter van het
comité, mr. A. A. J. Rijksepen, verrichtte mevrouw
M. Jamesvan der Hoop, Gouda's eerste -burge
res, de onthullingsplechtigheid. Tenslotte werd
de zorg voor den gedenksteen overgedragen aan
het gemeentebestuur van Gouda, welke zorg door
den waarnemend burgemeester met een woord
van dank en waardeering werd aanvaard.
ONWETTIG STEUN GETROKKEN
Op het politiebureau aan de Pieter Aertzstraat te
Amsterdam bevindt zich een 66-jarige man, die ze
ven jaar lang steun getrokken,had, terwijl hij over
een vrij behoorlijk kapitaaltje beschikte. Deze man
had steun aangevraagd als armlastige, doch bij
ambtenaren van den steun rees allengs het vermoe
den, dat de man wel degelijk over eenig geld be
schikte. Dit vermoeden bestond reeds lang, doch
steeds waren geen voldoende bewijzen aanwezig.
Woensdagavond is de man echter naar het politie
bureau opgebracht, Bij een huiszoeking, welke te
zelfdertijd gehouden werd, kwam vast te staan, dat
hier inderdaad van eenig kapitaal sprake was. In
een gat dat in den muur gehakt was, vond men geld,
evenals in de bekleeding van de canapé, in een
bloempot en in ander huisraad. Ruim zesduizend
gulden aan geld had de man op deze wijze verborgen
gehouden. Het kapitaal, dat hij in zijn woning ver
borgen had, moet omstreeks negenduizend gulden
bedragen hebben, temeer daar hijzelf toegaf met
wedden eenig geld verloren te hebben. De man is
thans voorloopig voorgeleid.
Verduistering en ongevallen.
Donderdagavond is de 36-jarige mej. G. van N
uit Bols ward uit het hotel te Sneek, waar zij in
betrekking was vertrokken en daar niet terugge
keerd. Daar zij den nacht wel meer bij familie
doorbracht wekte dit geen kwaad vermoeden, doch
toen zij Vrijdags niet terugkeerde, begon men een
ongeluk te vreezen. In den loop van den dag is
het lijk van de vermiste uit het water opgehaald.
Blijkbaar is zij fietsend te water geraakt.
Te Rotterdam is Zaterdagavond de 46-jarige L.
J. door de duisternis misleid in de Zaagmolenkade
geloopen. Ofschoon de man spoedig door een voor
bijganger op het droge werd gebracht bleek hij,
toen een geneesheer arriveerde, reeds overleden te
zijn.
Bovendien werden te Rotterdam door de rivier
politie twee lijken geborgen, onderscheidenlijk van
den 23-jarigen W. A. v. B. en den 45-jarigen H. C.
H., die eveneens blijkbaar ten gevolge van de duis
ternis den weg bijster zijn geraakt.
In Amsterdam zijn in den nacht van Zaterdag
op Zondag niet minder dan 18 gevallen bekend ge
raakt van ongevallen, waar bij de betrokkenen in
het water terecht kwamen.
In drie gevallen kon de redding geen baat meer
brengen. Een 25-jarige vrouw, een 39-jarige man
en een 23-jarige verpleegster zijn verdronken.
Tenslotte wordt nog uit Smilde gemeld, dat al
daar een 26-jarige arbeider met zijn fiets de Drent-
sohe Hoofdvaart is ingereden, toen men hem na
eenigen tijd op het droge bracht, overleden bleek
te zijn.
Oude man voor het Feldgericlit te
Almelo.
Kapotte revolver niet ingeleverd, maar in het
water gegooid.
ALMELO, 1 November. Voor het Duitsche
Feldgericht, dat zitting hield in het paleis
justitie te Almelo, heeft zich te verantwoorden ge
had de 76-jarige inwoner van Almelo A. J. van
der H., wien ten laste was gelegd, dat hij in de
maand Mei in strijd met de desbetreffende verorde
ningen een trommelrevolver met munitie niet heeft
ingeleverd doch in het kanaal heeft gegooid.
Op desbetreffende vragen van den president, ma
joor Gabius, deelde verdachte mede, dat hij vroeger
in dienst is geweest bij een chemische fabriek te
Almelo en thans leeft van zijn pensioen en de
ouderdomsrente. Het huisje dat hij bewoont is zijn
eigendom. Verdachte verklaarde den Roomsch-
Katholieken godsdienst te belijden en niet te behoo-
ren tot eenige politieke richting. Hij hdd zich nim
mer met politiek ingelaten en was den Duitschers
niet vijandig gezind. „Ik leef met niemand in
vijandschap", aldus verklaarde verdachte, die werd
bijgestaan door een tolk.
De president ging hierna over tot de behande
ling van het feit, waarvoor Van der H. zich had
te verantwoorden.
Reeds jaren had verdachte de trommelrevolver
en ook eenige munitie in zijn bezit. De veer van
het wapen was kapot, waardoor het onbruikbaar
was.
De president merkte op, dat verdachte destijd:
heeft verklaard, dat hij het wapen nog niet zoo
heel lang geleden had geprobeerd, waarop verdachte
verklaarde, dat dit al vele jaren geleden was. Als
mijn dochter niet had gezegd, dat ze in de krant
had gelezen dat de wapens moesten worden inge
leverd en wanneer niet aan deze vordering werd
voldaan er strenge straffen zouden worden gegeven,
had het ding, aldus verdachte, nog steeds op de
zelfde plaats in de kast gelegen. Niemand wist dai
ik een wapen had en om aan de straf te ontkomen
heb ik het, nadat men dochter zeide, dat de wapens
moesten worden ingeleverd, in het kanaal gegooid.
Mijn dochter had mij dit aangeraden.
De president vroeg verdachte nog wat hij met het
wapen wilde doen.
Verdachte: Ik had er heelemaal geen belang bij
Ilc zou er ook niet aan gedacht hebben, als mijn
dochter er niet over had gesproken.
Als getuige werd vervolgens gehoord L. uit Al
melo, die verklaarde, dat verdachte aan hem had
verteld, dat hij een revolver in het kanaal had ge
gooid. Getuige had het weer aan een ander verteld.
Op een desbetreffende vraag van den president
deelde getuige mede, dat verdachte in zijn om
geving gunstig bekend stond en voor zoover ge
tuige wist nimmer aan politiek heeft gedaan.
De openbare aanklager achtte verdachte schuldig
doch vond dit een mild geval, daar verdachte geen
kwade bedoelingen heeft gehad. Hij heeft het
wapen in het kanaal gegooid om de straf te ont-
loopen.
De openbare aanklager wees er op, dat in andere
gevallen gevangenisstraf, ja zelfs de doodstraf kan
worden opgelegd. Mede rekening houdende met
verdachtes leeftijd vorderde de openbare aanklager
30 gulden boete.
Na raadkamer deed het Feldgericht bij monde
van den president uitspraak en veroordeelde ver
dachte, rekening houdende met de omstandigheden
tot 15 gulden boete, die vex-dachte in drie termijnen
mag voldoen. (A.N.P.)
Denk om uw legitima
tiebewijs. Nu in het
heele land de legitima
tieplicht van kracht
geworden is, ziet de
politie streng toe. Ook
de schilder, die de witte
strepen trekt voor de
donkere avonduren,
ontkomt niet aan de
controle.
(Foto Pax Holland).
NIEUWE SERIE No. 144
Vensterconversatie
1. Doet het raam
open en roept Kees
je om even te ko
men.
2. Is zoo druk in ge
sprek dat hij familie
niet hoort roepen,
dat hij het raam
dicht moet doen.
3. Praat nog gerui-
men tijd door, voor
hij vader's barsehe
stemverheffing op
merkt.
4. Informeert wat er
is en verstaat moe
der niet, omdat
Keesje juist wat te
gen hem roept.
5. Vermaant Keesje
dat. hij door zijn ge
schreeuw niet kan
hooren, wat zijn
moeder zegt.
6. Bewerkt stilte, 7. Schuift raam heel
lang genoeg om te langzaam dicht ter-
vernemen, dat moe- wijl hij Keesje de
der wil dat hij het situatie uitlegt,
raam sluit.
8. Hoort een hard
woord van vader,
schuift snel het
laatste spleetje
dicht en wuift
Keesje ten afscheid
toe.
Aanvoer van elders noodig
's-GRAVENHAGE, 2 Nov. Een der vraag
stukken, welke in den laatsten tijd in het brand
punt der belangstelling staan, is wel de melk
voorziening van het Westen van ons land met de
daarmede samenhangende vraagstukken, zooals
de prijsregeling, het beschikbaar zijn van vol
doende hoeveelheden enz. Hoezeer dit laatste een
vraagstuk is waaraan de volle aandacht moet
worden besteed, wordt wel geïllustreerd door de
cijfers der consumptie in het z.g. „wettelijke ge
bied", d.w.z. het gebied waarin de algemeene ver
eeniging voor melkvoorziening regelend optreedt.
Dit gebied ligt ongeveer achter de lijn Beverwijk-
Zaandam-Hilversum-Amersfoort-Utrecht-Dor-
drecht-Hellevoetsluis, en omvat ongeveer 3 1/2
millioen inwoners. Per jaar wordt in dit gebied
ongeveer verbruikt 425 millioen liter melk voor de
consumptie, 50 millioen liter voor melkproducten
(waarmede hier niet bedoeld boter en kaas) en 15
millioen liter voor melkbrood. Vooral door de
jongste maatregelen, zooals het terugbrengen van
het vetgehalte en de prijsverhooging, is deze
kwestie zeer actueel geworden, daar het publiek
een verkeerden indruk van deze maatregelen
krijgt.
In dit verband vond het A.N.P. den voorzitter
van de Algemeene Vereeniging voor Melkvoorzie
ning, dc heer G. J. Blink, bereid een overzicht te
geven van het werk en de bedoelingen van de
A. V. M., uiteraard zonder in uitgebreide techni
sche beschouwingen te vervallen, hetgeen niet
mogelijk is in klein bestek door de veelomvattende
bijzonderheden van deze materie.
De heer Blink stelde op den voorgrond, dat het
doel van de A. V. M. is de opbouw in samenwer
king met de consumptie melkcentrale van een be
hoorlijk productie- en distributieapparaat. Door
de controle, welke door de A. V. M. en de C. M. C.
wordt uitgeoefend op veehouders en melkhande
laren is de kwaliteit van de melk in de laatste?
jaren zeer verbeterd en men kan zeggen, dat het
publiek thans melk koopt, die kwalitatief en hy
giënisch op een zoo hoog peil staat als thans
mogelijk is, tegen een prijs welke economisch vol
komen is verantwoord.
Het is duidelijk dat de A. V. M. bij het begin
van haar werkzaamheden slechts kon uitgaan
van den bestaanden toestand, waardoor het niet
mogelijk was binnen een half jaar of een jaar tot
ec-n idealen toestand te komen.
De melkvoorziening immers is een zeer inge
wikkeld vraagstuk, dat tot vQor betrekkelijk kor
ten tijd een stiefkind was van het publiek. Rede-
neerende „melk is melk", kocht men dit artikel
v;aar men het goedkoopst terecht kon. Wel be
stond er een toezicht, doch dit was zeer globaal
en strekte slechts om de ergste uitwassen te voor
komen.
De A. V. M., welke uit den crisisnood is gebo
ren, vond dus tweeërlei arbeid, n.l. crisiswerk: de
regeling van de prijzen, en opbouwende arbeid:
het brengen van de melk op hooger peil. Dank zij
de ordenende bevoegdheid kon de A. V. M. in
beide opzichten zeer goed werk doen, waarvan de
resultaten duidelijk zichtbaar zijn. Aan de boe
ren wordt een premie gegeven voor melk van
betere kwaliteit, waarbij gelet wordt op zindelijk
heid, gezondheidstoestand van den veestapel, enz.
Iedere boer, die is aangesloten, is verplicht mede
te werken aan de T.B.C.-bestrijding, waarbij we
derom een premie wordt gegeven indien deze
resultaat heeft. Deze arbeid werd ook uitgestrekt
tot den melkhandel, waar eischen werden gesteld,
inzake materiaal, de verzorging daarvan, de win
kels, de bewaring van melk, koelgelegenheid, enz.
Ook op dit gebied is in de jaren die achter ons
liggen een enorme verbetering te constateeren.
Een zeer belangrijke vraag is echter: hoe komen
wij aan een voldoende hoeveelheid melk. In nor
male tijden is dit al een moeilijk probleem. In den
zomer wordt meer melk geproduceerd dan in den
winter. De consumptie gaat echter door. zoodat
ook in den winter een voldoende hoeveelheid be
schikbaar moet zijn. Wanneer dan ook een boer
zijn productie 's winters handhaaft, wordt hem
hiervoor een premie toegekend. Het zou natuur
lijk mogelijk zijn in andere districten groote hoe
veelheden melk aan te koopen, doch dit ontmoet
weer groote bezwaren, o.a. voor de industrieën in
die districten. Bovendien komen de momenteel
zeer hooge vervoerskosten hierbij in het geding,
zoodat het voordeeliger is een premie toe te ken
nen. Desondanks is thans de productie in het
„wettelijk gebied" niet voldoende voor de con
sumptie, zoodat het noodzakelijk is bij te koopen
in andere streken van ons land. De bevolking van
dit gebied, waarin o.a. Amsterdam, Haarlem, Den
Haag, Utrecht en Rotterdam liggen, is zoo groot,
dat de productie niet in de behoefte kan voorzien.
Met den aankoop en aanvoer zijn hooge kosten
gemoeid, vandaar de hoogere prijzen in vergelij
king met elders, welke dus niet te wijten zijn aan
den tusschenhandel, zooals oppervlakkige beoor
deelaars dikwijls meenen. Integendeel. Ook de
tusschenhandel maakt moeilijke tijden door in
verband met de op het oogenblik sterk gestegen
kosten.
Dit alles zijn moeilijkheden, waarvan het groote
publiek weinig beseft, doch de arbeid die in het
belang der volksgezondheid op dit terrein is ver
richt, geeft de beste waarborgen voor de toekomst.
De A. V. M., in April 1938 opgericht, tezamen met
de Consumptie Melk Centrale, heeft de controle
op ongeveer 12.000 boeren en 8.000 melkhandela
ren. Deze krijgen waardevolle adviezen voor hun
bedrijven, terwijl zeer veel wordt gedaan op het
gebied van onderwijs (cursussen in melkhygiëne,
e.d.). Wat betreft de bestrijding der T.B.C. kan
worden gezegd dat ook op dit gebied goede resul
taten zijn bereikt. De arbeid, die drie jaar geleden
is begonnen, is thans zoover gevorderd, dat mag
worden aangenomen dit gevaar over een jaar of
vijf practisch onder den duim te hebben.
Dit alles betreft de regeling in het z.g. „wette
lijke gebied". Daarbuiten zijn op enkele plaatsen
ook vereenigingen opgericht, doch deze werken
zelfstandig, hoewel zij contact houden met de
A. V M.
De komende regeling, waarbij het vetgehalte
van de melk wordt teruggebracht tot 2.5 pCt.,
schept voor het bedrijf nieuwe moeilijkheden.
Met de belangen van de verschillende bedrijfs
groepen moet rekening worden gehouden, zoodat
geen belangen onnoodig worden geschaad. Hoe
wel niet te voorkomen zal zijn, dat bedrijven zich
op een anderen voet moeten instellen. Gezien
echter in het licht van hetgeen door de A. V. M.
reeds werd bereikt, mag vol vertrouwen de door
voering van dezen maatregel worden tegemoet-
gezien.
doOitfH
(Adv. Ingez. Med.)
Dc Van der Hoogt-prijs voor
Clara Eggink.
In de jaarlijksche vergadering van de Maat
schappij der Nederlandsche Letterkunde, on
der voorzitterschap van mr. M. Nïjhoff, is ge
stemd over de toekenning van den jaarlij ka
uitgeloofden prijs van aanmoediging, genaamd
„Lucie B. en C. W. van der Hoogtprijs".
Deze prijs is voor dit jaar toegekend aan me
vrouw Clara Eggink, voor haar verzenbundel
„Het Schiereiland".
PRIMA WASCHMIDDEL BESTOND VOOR I
95% UIT KRIJT EN KEUKENZOUT.
De provinciale keuringsdienst van waren in Gro
ningen heeft bij eenige grossiers en talrijke winke
liers groote partijen, in totaal meer dan zeven
duizend pakken, van een zoogenaamd waschmiddel
in beslag genomen, dat voor 95% bestond uit krijt
en keukenzout. De fabrikant verkocht deze on
deugdelijke waar onder de misleidende mededee-
ling, dat het een prima waschmiddel, dat men
evengoed kon gebruiken als zeeppoedei^en dat het
zelfreinigend was, doch dat een en ander niet op
de verpakking mocht worden vermeld, omdat het
dan onder de distributie zou vallen.