RENNIE as Melkvoorziening kent vele problemen Over de samenvoeging van Heemstede en Bennebroek. FLITSEN 11 fl 1 i M Vooral in het Westen des lands MAANDAG 4 NOVEMBER '1940 HXÏR'EE M'S D A 0BEAD' 3 Het afwijzende praeadvies van B. en W. van Heemstede. Wat zal de raad doen? Wij hebben cenige dagen geleden reeds medege deeld hoe men in gemeentekringen te Heemstede denkt over de plannen tot samenvoering van de gemeenten Heemstede en Bennebroek. A.s. Donderdag komt de gemeenteraad van Heemstede bijeen om zich over deze aangelegen heid uit te spreken. B. en W. hebben een nota aan de leden van den raad gezonden waarin het college verklaart, dat het in de voorgestelde samenvoeging geen enkel nut ziet, evenmin een algemeen belang. B. en W. schrijven o.a.: „Onze gemeente bevindt zich in een uitzonderlijke positie. Zij gééft woonplaats aan velen, die hun werkkring elders hebben, en aan velen, die hun laatste levensjaren in een rustige omgeving willen slijten. Aan onze gemeente is de taak opgelegd om in het algemeen belang te voorzien in een goede woongelegenheid voor hen, die na drukken werk tijd rust behoeven. Ongetwijfeld eischt dit gemeentebeheer belang rijke offers om aan de behoeften van deze bewo ners te voldoen, zooals onderhoud van het wandel bosch, aanleg en onderhoud van plantsoenen, ruime wegenaanleg, onderwijs enz-, enz. Mede door goede samenwerking met Haarlem is Heemstede er in geslaagd dit doel te bereiken. Ontegenzeggelijk is het gemeentebeheer van Bennebroek (een meer landelijke gemeente) qp gansch andere leest ge schoeid, en zou samenvoeging van die gemeente met Heemstede daaraan een volkomen ander ka rakter geven met daaraan verbonden onvermijde lijke kosten. Zoodra de samenvoeging tot stand zou komen, zou een grooter grondgebied dezelfde verzorging verlangen. De aandrang van de ingeze tenen van het toegevoegde gebied zou onvermijde lijk daartoe leiden, hoewel de behoefte daaraan vooralsnog niet bestaat. Nog nimmer is aangetoond, dat dit soort van sa menvoegingen van gemeenten in het belang is ge weest van de ingezetenen van de samengevoegde gemeenten, terwijl in het algemeen te beheerskos ten na de samenvoeging in belangrijke mate zijn gestegen. Wij kunnen dan ook geen enkel belang zien in de samenvoeging van deze beide gemeen ten, daar zoowel Bennebroek als Heemstede in alle opzichten zelfstandig of door samenwerking voldoen aan de behoeften der ingezetenen. Wij hebben ervaren dat de overgang van een plattelandsgemeente tot een forensengemeente zoo belangrijk ingrijpt in de positie van de oorspronke lijke bevolking, dat wij er voor terugschrikken om de aan ons voorgelegde plannen te steunen. Het is ons n.l. bij den groei onzer eigen gemeente gebleken dat de huren enorm zijn gestegen, dat dp werkge legenheid afnam, omdat cultuurgrond bouwterrein werd, dat de eerste levensbehoeften in prijs stegen, terwijl daarentegen de loonen, speciaal in de bloem bollenteelt zeer laag bleven, zoodat de oorspronke lijke bewoners van de verandering 'in den aard dei- gemeente niets dan last hebben ondervonden. Wij vreezen dan ook dat de samenvoeging door de be woners van de plattelandsgemeente Bennebroek in afzienbaren tijd diep zal worden betreurd. Ten aanzien van Heemstede hebben wij de vrees reeds uitgesproken, dat de algemeene lasten niet onbelangrijk zullen stijgen. Van het standpunt van beide gemeenten bezien, komt het ons niet gewensch voor om de voorgestelde samenvoeging aan te be velen. Wij achten deze eerder verderfelijk. De financieele commissie uit den raad kan zich in meerderheid met het standpunt van B. en W. vereenigen. WELKE BESLISSING ZAL DE RAAD NEMEN? Een onzer correspondenten te Heemstede schrijft: Zal de Raad zich met het prae-advies van B. en W. vereenigen? Uit informaties uit raadskringen blijkt ons, dat dit wèl waarschijnlijk doch nog geenszins zeker is. Zooals B. en W. mededeelen kan de meerderheid van de Financiëele Commissie zich met dat advies vereenigen. Met andere raadscommissies is blijk baar geen overleg gepleegd. Wij vernemen verder, dat de meerderheid van de Financiëele Commissie, dich zich met het stand punt van B. en W. accoord heeft verklaard, een zoogenaamd „kleinst-mogelijke" meerderheid is, dat wil zeggen dat zij bestaat uit drie tegen twee. En daar de voorzitter van de commissie de wethouder van financiën is, van wien natuurlijk kan worden aangenomen dat hij het standpunt van B. en W. deelt, moeten er onder de vier raadsleden twee voor- en twee tegenstanders van de samenvoeging zijn. Afgaande op deze verhouding is het dus nog onzeker hoe de gemeenteraad zal adviseeren. Verschillende raadsleden achten het uitgangspunt van den Secretaris-Generaal, dat door samenvoe ging van gemeenten levenskrachtiger eenheden ge vormd kunnen worden, een gezond principe. Som migen achten dit van zooveel belang dat zij alleen reeds daarom zich ook voor de samenvoeging van Heemstede en Bennebroek zullen uitspreken. Maar andere raadsleden, die de juistheid van dit prin cipe in het algemeen wel onderschrijven, meenen eerder een verzwakking dan een versterking tot stand gebracht zal worden. Den door B. en W. in het prae-advies ontwikkelden gedachtengang achten zij volkomen juist en ook zij blijken overtuigd, dat de kosten van het bestuurs apparaat door deze samenvoeging sterk zouden stijgen inplaats van te dalen, wat toch het uitgangs punt van den Secretaris-Generaal is geweest. In het algemeen trouwens blijkt men in raadskringen van oordeel te zfin, dat een samenvoeging van Heemstede en Bennebroek niet past in het kader van de vele andere samenvoegingen die men voor Noord-Holland en later ook voor andere provincies voornemens is' door te voeren. In de missive van den Secretaris-Generaal wordt immers gesproken over het combineeren van noodlijdende of steun behoevende gemeenten met andere, die financiëel sterker zijn. Tot deze laatste kan men Heemstede rekenen, maar de rangschikking van Bennebroek onder de noodlijdende of steunbehoevende gemeen ten acht men geheel onjuist. De Bennebróeker gemeentebegrooting sluit over het loopende jaar met een batig saldo niettegen staande uit het werkloosheids-subsidiefonds niet meer dan twaalfhonderd gulden wordt ontvangen. In gemeente- en werkloosheids-subsidiefonds teza men droeg de Bennebróeker bevolking over het laatste jaar, waarvan de gegevens bekend zijn, 36.000 méér bij, dan uit deze beide fondsen aan de gemeente werd uitgekeerd. Dat wil zeggen dat Bennebroek via'deze fondsen met een bedrag van ongeveer 12 per hoofd bijdroeg aan de huishou ding van gemeenten, die inderdaad financiëel zwak zijn. Hier blijkt wel uit, dat Bennebroek niet in één adem met noodlijdende gemeenten genoemd mag worden en dat het geen plaats is, die het thans of in de naaste toekomst noodig zal hebben om door een „rijkere" gemeente onder haar hoede genomen te worden. Het eenige lichtpunt, dat men in een samenvoe ging blijkt te zien, is de uitbreiding van Heemstede met een landelijk deel, en enkele raadsleden ach ten dit van grrot belang voor de ontwikkeling van Heemstede als forensenplaats. Ook op de zienswijze van één-of meer leden van de Financiëele Commis sie moet déze overweging van invloed zijn geweest. Van andere zijde wordt deze opvatting nogal „spe culatief" gevonden, en het valt niet te ontkennen, dat er voorloopig van een sterke toeneming van het aantal forensen wel niet veel zal komen. In ieder geval zou deze toeneming toch veel te laat komen om een onmiddellijk uit de samenvoeging dreigende belastingverhooging overbodig te kunnen maken. Tenslotte vernemen wij nog, dat in de Financiëele Commissie door één van de voorstanders der sa menvoeging het voorbehoud is gemaakt, dat deze maatregel ook de instemming van Bennebroek zou behoeven, daar hij een annexatie tegen den zin der kleinste gemeente ongewenscht acht. OOK B. EN W. VAN BENNEBROEK ADVISEEREN AFWIJZEND. Naar ons bij informatie te Bennebroek bleek staan B. en W. van die gemeente afwijzend tegen over een vereeniging van Heemstede en Benne broek. Bennebroek, zoo zeggen B. en W„ heeft nooit eenigen steun van het Rijk noodig gehad; de ge- meentefinanciën zijn zeer gezond, de begrooting kon en kan steeds sluitend gemaakt worden. De bevolkingsaanwas is zeer normaal, er bestaat veel trek naar Bennebroek, dat een gezond dorp is met een eigen leven en in geen enkel opzicht behoefte heeft aan samensmelting met een andere ge meente. Wel wordt gezegd, dat een vereeniging met Heem stede lagere belastingen ten gevolge zal hebben, maar daartegenover zullen weer hoogere huren en hoogere tarieven voor electriciteit staan, zoo oor- deelen B. en W. van Bennebroek. Dinsdag 12 November a.s. zullen in een zitting van den Raad van Bennebroek de plannen tot ver eeniging van Bennebroek en Heemstede besproken worden. KLAGENDE MAGEN met brandende pijnen van overtollig maag zuur na iederen maaltijd, hebben aan Rennie een weldadig en dadelijk verzachtend middel. Rennies zijn smakelijk, gemakkelijk in te nemen en ze helpen dadelijk. 1.27 en 0.41. incl. verh. O.B., bij alle Apoth. en Drog. (Adv. Ingez. Med.) Coornliert-herdenking te Gouda. GOUDA. 2 Nov. De leden van de maatschap pij der Nederlandsche Letterkunde hebben Za terdagmiddag deelgenomen aan een Coornhert- herdenking in de Sint Janskerk te Gouda. Het was een bedevaart naar het graf van Coornhert, den grooten 16e-eeuwschen denker, aan welke bedevaart deelnamen de leden van het Coorn- hert-coipité, de hoogleeraren en de gemeentelijke autoriteiten. Zij namen plaats in het koor der kerk voor de eenvoudige zerk, waarin het bekende grafschrift van Coornhert's vriend Spieghel is gebeiteld. Het graf was sober versierd. Op deze plaats droeg mej. Waldie van Eek eenige verzen van Coornhert voor. Met groote aandacht werd het voorgedragene aangehoord. Vervolgens sprak prof. dr. C. G. N. de Vooys. Na deze herdenking begaven allen zich naar de Oosthaven 51. waar in het huis, thans eigendom en bewoond door den waarnemend burgemeester mr. H. P. C. M. de Witt Wijnen, de door den beeldhouwer Theo van Reyn te Haarlem naar de gravure van Goltzius, den vriend van Coornhert, ontworpen en in zandsteen uitgevoerde gedenk steen ter blijvende herinnering aan Coornhert's leven en werken, is geplaatst. Na een kort woord van den voorzitter van het comité, mr. A. A. J. Rijksepen, verrichtte mevrouw M. Jamesvan der Hoop, Gouda's eerste -burge res, de onthullingsplechtigheid. Tenslotte werd de zorg voor den gedenksteen overgedragen aan het gemeentebestuur van Gouda, welke zorg door den waarnemend burgemeester met een woord van dank en waardeering werd aanvaard. ONWETTIG STEUN GETROKKEN Op het politiebureau aan de Pieter Aertzstraat te Amsterdam bevindt zich een 66-jarige man, die ze ven jaar lang steun getrokken,had, terwijl hij over een vrij behoorlijk kapitaaltje beschikte. Deze man had steun aangevraagd als armlastige, doch bij ambtenaren van den steun rees allengs het vermoe den, dat de man wel degelijk over eenig geld be schikte. Dit vermoeden bestond reeds lang, doch steeds waren geen voldoende bewijzen aanwezig. Woensdagavond is de man echter naar het politie bureau opgebracht, Bij een huiszoeking, welke te zelfdertijd gehouden werd, kwam vast te staan, dat hier inderdaad van eenig kapitaal sprake was. In een gat dat in den muur gehakt was, vond men geld, evenals in de bekleeding van de canapé, in een bloempot en in ander huisraad. Ruim zesduizend gulden aan geld had de man op deze wijze verborgen gehouden. Het kapitaal, dat hij in zijn woning ver borgen had, moet omstreeks negenduizend gulden bedragen hebben, temeer daar hijzelf toegaf met wedden eenig geld verloren te hebben. De man is thans voorloopig voorgeleid. Verduistering en ongevallen. Donderdagavond is de 36-jarige mej. G. van N uit Bols ward uit het hotel te Sneek, waar zij in betrekking was vertrokken en daar niet terugge keerd. Daar zij den nacht wel meer bij familie doorbracht wekte dit geen kwaad vermoeden, doch toen zij Vrijdags niet terugkeerde, begon men een ongeluk te vreezen. In den loop van den dag is het lijk van de vermiste uit het water opgehaald. Blijkbaar is zij fietsend te water geraakt. Te Rotterdam is Zaterdagavond de 46-jarige L. J. door de duisternis misleid in de Zaagmolenkade geloopen. Ofschoon de man spoedig door een voor bijganger op het droge werd gebracht bleek hij, toen een geneesheer arriveerde, reeds overleden te zijn. Bovendien werden te Rotterdam door de rivier politie twee lijken geborgen, onderscheidenlijk van den 23-jarigen W. A. v. B. en den 45-jarigen H. C. H., die eveneens blijkbaar ten gevolge van de duis ternis den weg bijster zijn geraakt. In Amsterdam zijn in den nacht van Zaterdag op Zondag niet minder dan 18 gevallen bekend ge raakt van ongevallen, waar bij de betrokkenen in het water terecht kwamen. In drie gevallen kon de redding geen baat meer brengen. Een 25-jarige vrouw, een 39-jarige man en een 23-jarige verpleegster zijn verdronken. Tenslotte wordt nog uit Smilde gemeld, dat al daar een 26-jarige arbeider met zijn fiets de Drent- sohe Hoofdvaart is ingereden, toen men hem na eenigen tijd op het droge bracht, overleden bleek te zijn. Oude man voor het Feldgericlit te Almelo. Kapotte revolver niet ingeleverd, maar in het water gegooid. ALMELO, 1 November. Voor het Duitsche Feldgericht, dat zitting hield in het paleis justitie te Almelo, heeft zich te verantwoorden ge had de 76-jarige inwoner van Almelo A. J. van der H., wien ten laste was gelegd, dat hij in de maand Mei in strijd met de desbetreffende verorde ningen een trommelrevolver met munitie niet heeft ingeleverd doch in het kanaal heeft gegooid. Op desbetreffende vragen van den president, ma joor Gabius, deelde verdachte mede, dat hij vroeger in dienst is geweest bij een chemische fabriek te Almelo en thans leeft van zijn pensioen en de ouderdomsrente. Het huisje dat hij bewoont is zijn eigendom. Verdachte verklaarde den Roomsch- Katholieken godsdienst te belijden en niet te behoo- ren tot eenige politieke richting. Hij hdd zich nim mer met politiek ingelaten en was den Duitschers niet vijandig gezind. „Ik leef met niemand in vijandschap", aldus verklaarde verdachte, die werd bijgestaan door een tolk. De president ging hierna over tot de behande ling van het feit, waarvoor Van der H. zich had te verantwoorden. Reeds jaren had verdachte de trommelrevolver en ook eenige munitie in zijn bezit. De veer van het wapen was kapot, waardoor het onbruikbaar was. De president merkte op, dat verdachte destijd: heeft verklaard, dat hij het wapen nog niet zoo heel lang geleden had geprobeerd, waarop verdachte verklaarde, dat dit al vele jaren geleden was. Als mijn dochter niet had gezegd, dat ze in de krant had gelezen dat de wapens moesten worden inge leverd en wanneer niet aan deze vordering werd voldaan er strenge straffen zouden worden gegeven, had het ding, aldus verdachte, nog steeds op de zelfde plaats in de kast gelegen. Niemand wist dai ik een wapen had en om aan de straf te ontkomen heb ik het, nadat men dochter zeide, dat de wapens moesten worden ingeleverd, in het kanaal gegooid. Mijn dochter had mij dit aangeraden. De president vroeg verdachte nog wat hij met het wapen wilde doen. Verdachte: Ik had er heelemaal geen belang bij Ilc zou er ook niet aan gedacht hebben, als mijn dochter er niet over had gesproken. Als getuige werd vervolgens gehoord L. uit Al melo, die verklaarde, dat verdachte aan hem had verteld, dat hij een revolver in het kanaal had ge gooid. Getuige had het weer aan een ander verteld. Op een desbetreffende vraag van den president deelde getuige mede, dat verdachte in zijn om geving gunstig bekend stond en voor zoover ge tuige wist nimmer aan politiek heeft gedaan. De openbare aanklager achtte verdachte schuldig doch vond dit een mild geval, daar verdachte geen kwade bedoelingen heeft gehad. Hij heeft het wapen in het kanaal gegooid om de straf te ont- loopen. De openbare aanklager wees er op, dat in andere gevallen gevangenisstraf, ja zelfs de doodstraf kan worden opgelegd. Mede rekening houdende met verdachtes leeftijd vorderde de openbare aanklager 30 gulden boete. Na raadkamer deed het Feldgericht bij monde van den president uitspraak en veroordeelde ver dachte, rekening houdende met de omstandigheden tot 15 gulden boete, die vex-dachte in drie termijnen mag voldoen. (A.N.P.) Denk om uw legitima tiebewijs. Nu in het heele land de legitima tieplicht van kracht geworden is, ziet de politie streng toe. Ook de schilder, die de witte strepen trekt voor de donkere avonduren, ontkomt niet aan de controle. (Foto Pax Holland). NIEUWE SERIE No. 144 Vensterconversatie 1. Doet het raam open en roept Kees je om even te ko men. 2. Is zoo druk in ge sprek dat hij familie niet hoort roepen, dat hij het raam dicht moet doen. 3. Praat nog gerui- men tijd door, voor hij vader's barsehe stemverheffing op merkt. 4. Informeert wat er is en verstaat moe der niet, omdat Keesje juist wat te gen hem roept. 5. Vermaant Keesje dat. hij door zijn ge schreeuw niet kan hooren, wat zijn moeder zegt. 6. Bewerkt stilte, 7. Schuift raam heel lang genoeg om te langzaam dicht ter- vernemen, dat moe- wijl hij Keesje de der wil dat hij het situatie uitlegt, raam sluit. 8. Hoort een hard woord van vader, schuift snel het laatste spleetje dicht en wuift Keesje ten afscheid toe. Aanvoer van elders noodig 's-GRAVENHAGE, 2 Nov. Een der vraag stukken, welke in den laatsten tijd in het brand punt der belangstelling staan, is wel de melk voorziening van het Westen van ons land met de daarmede samenhangende vraagstukken, zooals de prijsregeling, het beschikbaar zijn van vol doende hoeveelheden enz. Hoezeer dit laatste een vraagstuk is waaraan de volle aandacht moet worden besteed, wordt wel geïllustreerd door de cijfers der consumptie in het z.g. „wettelijke ge bied", d.w.z. het gebied waarin de algemeene ver eeniging voor melkvoorziening regelend optreedt. Dit gebied ligt ongeveer achter de lijn Beverwijk- Zaandam-Hilversum-Amersfoort-Utrecht-Dor- drecht-Hellevoetsluis, en omvat ongeveer 3 1/2 millioen inwoners. Per jaar wordt in dit gebied ongeveer verbruikt 425 millioen liter melk voor de consumptie, 50 millioen liter voor melkproducten (waarmede hier niet bedoeld boter en kaas) en 15 millioen liter voor melkbrood. Vooral door de jongste maatregelen, zooals het terugbrengen van het vetgehalte en de prijsverhooging, is deze kwestie zeer actueel geworden, daar het publiek een verkeerden indruk van deze maatregelen krijgt. In dit verband vond het A.N.P. den voorzitter van de Algemeene Vereeniging voor Melkvoorzie ning, dc heer G. J. Blink, bereid een overzicht te geven van het werk en de bedoelingen van de A. V. M., uiteraard zonder in uitgebreide techni sche beschouwingen te vervallen, hetgeen niet mogelijk is in klein bestek door de veelomvattende bijzonderheden van deze materie. De heer Blink stelde op den voorgrond, dat het doel van de A. V. M. is de opbouw in samenwer king met de consumptie melkcentrale van een be hoorlijk productie- en distributieapparaat. Door de controle, welke door de A. V. M. en de C. M. C. wordt uitgeoefend op veehouders en melkhande laren is de kwaliteit van de melk in de laatste? jaren zeer verbeterd en men kan zeggen, dat het publiek thans melk koopt, die kwalitatief en hy giënisch op een zoo hoog peil staat als thans mogelijk is, tegen een prijs welke economisch vol komen is verantwoord. Het is duidelijk dat de A. V. M. bij het begin van haar werkzaamheden slechts kon uitgaan van den bestaanden toestand, waardoor het niet mogelijk was binnen een half jaar of een jaar tot ec-n idealen toestand te komen. De melkvoorziening immers is een zeer inge wikkeld vraagstuk, dat tot vQor betrekkelijk kor ten tijd een stiefkind was van het publiek. Rede- neerende „melk is melk", kocht men dit artikel v;aar men het goedkoopst terecht kon. Wel be stond er een toezicht, doch dit was zeer globaal en strekte slechts om de ergste uitwassen te voor komen. De A. V. M., welke uit den crisisnood is gebo ren, vond dus tweeërlei arbeid, n.l. crisiswerk: de regeling van de prijzen, en opbouwende arbeid: het brengen van de melk op hooger peil. Dank zij de ordenende bevoegdheid kon de A. V. M. in beide opzichten zeer goed werk doen, waarvan de resultaten duidelijk zichtbaar zijn. Aan de boe ren wordt een premie gegeven voor melk van betere kwaliteit, waarbij gelet wordt op zindelijk heid, gezondheidstoestand van den veestapel, enz. Iedere boer, die is aangesloten, is verplicht mede te werken aan de T.B.C.-bestrijding, waarbij we derom een premie wordt gegeven indien deze resultaat heeft. Deze arbeid werd ook uitgestrekt tot den melkhandel, waar eischen werden gesteld, inzake materiaal, de verzorging daarvan, de win kels, de bewaring van melk, koelgelegenheid, enz. Ook op dit gebied is in de jaren die achter ons liggen een enorme verbetering te constateeren. Een zeer belangrijke vraag is echter: hoe komen wij aan een voldoende hoeveelheid melk. In nor male tijden is dit al een moeilijk probleem. In den zomer wordt meer melk geproduceerd dan in den winter. De consumptie gaat echter door. zoodat ook in den winter een voldoende hoeveelheid be schikbaar moet zijn. Wanneer dan ook een boer zijn productie 's winters handhaaft, wordt hem hiervoor een premie toegekend. Het zou natuur lijk mogelijk zijn in andere districten groote hoe veelheden melk aan te koopen, doch dit ontmoet weer groote bezwaren, o.a. voor de industrieën in die districten. Bovendien komen de momenteel zeer hooge vervoerskosten hierbij in het geding, zoodat het voordeeliger is een premie toe te ken nen. Desondanks is thans de productie in het „wettelijk gebied" niet voldoende voor de con sumptie, zoodat het noodzakelijk is bij te koopen in andere streken van ons land. De bevolking van dit gebied, waarin o.a. Amsterdam, Haarlem, Den Haag, Utrecht en Rotterdam liggen, is zoo groot, dat de productie niet in de behoefte kan voorzien. Met den aankoop en aanvoer zijn hooge kosten gemoeid, vandaar de hoogere prijzen in vergelij king met elders, welke dus niet te wijten zijn aan den tusschenhandel, zooals oppervlakkige beoor deelaars dikwijls meenen. Integendeel. Ook de tusschenhandel maakt moeilijke tijden door in verband met de op het oogenblik sterk gestegen kosten. Dit alles zijn moeilijkheden, waarvan het groote publiek weinig beseft, doch de arbeid die in het belang der volksgezondheid op dit terrein is ver richt, geeft de beste waarborgen voor de toekomst. De A. V. M., in April 1938 opgericht, tezamen met de Consumptie Melk Centrale, heeft de controle op ongeveer 12.000 boeren en 8.000 melkhandela ren. Deze krijgen waardevolle adviezen voor hun bedrijven, terwijl zeer veel wordt gedaan op het gebied van onderwijs (cursussen in melkhygiëne, e.d.). Wat betreft de bestrijding der T.B.C. kan worden gezegd dat ook op dit gebied goede resul taten zijn bereikt. De arbeid, die drie jaar geleden is begonnen, is thans zoover gevorderd, dat mag worden aangenomen dit gevaar over een jaar of vijf practisch onder den duim te hebben. Dit alles betreft de regeling in het z.g. „wette lijke gebied". Daarbuiten zijn op enkele plaatsen ook vereenigingen opgericht, doch deze werken zelfstandig, hoewel zij contact houden met de A. V M. De komende regeling, waarbij het vetgehalte van de melk wordt teruggebracht tot 2.5 pCt., schept voor het bedrijf nieuwe moeilijkheden. Met de belangen van de verschillende bedrijfs groepen moet rekening worden gehouden, zoodat geen belangen onnoodig worden geschaad. Hoe wel niet te voorkomen zal zijn, dat bedrijven zich op een anderen voet moeten instellen. Gezien echter in het licht van hetgeen door de A. V. M. reeds werd bereikt, mag vol vertrouwen de door voering van dezen maatregel worden tegemoet- gezien. doOitfH (Adv. Ingez. Med.) Dc Van der Hoogt-prijs voor Clara Eggink. In de jaarlijksche vergadering van de Maat schappij der Nederlandsche Letterkunde, on der voorzitterschap van mr. M. Nïjhoff, is ge stemd over de toekenning van den jaarlij ka uitgeloofden prijs van aanmoediging, genaamd „Lucie B. en C. W. van der Hoogtprijs". Deze prijs is voor dit jaar toegekend aan me vrouw Clara Eggink, voor haar verzenbundel „Het Schiereiland". PRIMA WASCHMIDDEL BESTOND VOOR I 95% UIT KRIJT EN KEUKENZOUT. De provinciale keuringsdienst van waren in Gro ningen heeft bij eenige grossiers en talrijke winke liers groote partijen, in totaal meer dan zeven duizend pakken, van een zoogenaamd waschmiddel in beslag genomen, dat voor 95% bestond uit krijt en keukenzout. De fabrikant verkocht deze on deugdelijke waar onder de misleidende mededee- ling, dat het een prima waschmiddel, dat men evengoed kon gebruiken als zeeppoedei^en dat het zelfreinigend was, doch dat een en ander niet op de verpakking mocht worden vermeld, omdat het dan onder de distributie zou vallen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5